Stalins grote tegenspeler Tito
viert zijn 65ste
Lachen met Lubitsch
Joegoslavische leiders brengen
co-existentie in de praktijk
Tito zegt dat het Kremlin de
ideeënstrijd heeft gestaakt
Van dag tot
dagj
Kinderlectuur
RADIO REPARATIE
H. 1, MAERTENS N.V.
Dank van Nederlands aan
Zweeds vorstelijk paar
VERDRAGELIJKE MODIFICATIE VAN HET COMMUNISME
Hongaarse bisschoppen in
rode „vredesraad"?
Hij nam het initiatief om verscherping
van het conflict te voorkomen
Bus van brug gestort in
Chili: 25 doden
0p de
raatótoel
„To be or not to be" briljante komedie
24 olifanten omringen één man
^Hoe is het ontstaan?"A
3
r
Heroriëntatie
Co-existentie
Ketterij
Humaan
Succes
Verwarde berichten over
akkoord tussen kerk en staat
Dit woord: KWIJT
ZATERDAG 25 MEI 1957
De reeds enige maanden oude kwestie
over een verfoeilijk leesboekje voor de r.-k.
lagere school te Enschedé, waarin achter
eenvolgens de Enschedese gemeenteraad
en Gedeputeerde Staten van Overijsel
werden betrokken, heeft een voorlopig
einde gevonden dat wel niemand bevredi
gen zal.
Ter herinnering: de raad weigerde sub
sidie voor aanschaffing van dit boekje,
omdat daarin het verhaal was opgenomen
van een „Jodenjongetje, dat door zijn
vader, die een echte christenhater was, in
een oven werd geworpen omdat de kleuter
een r.-k. kerk had bezocht en daar had
gecommuniceerd". Het Enschedese raads
besluit tot weigering van subsidie is thans
door Gedeputeerde Staten vernietigd op
louter formeel-wettelijke gronden, waarbij
dus geen enkele argumentering ontleend
was aan de al of niet pedagogische inhoud
van het boekje.
Nu heeft de Enschedese raad weer ge
weigerd, het besluit van Gedeputeerde
Staten voor kennisgeving aan te nemen.
Er is nog een mogelijkheid van beroep op
de Kroon, die echter ook wel volgens
streng wettelijke lijnen zal redeneren en
zich akkoord zal moeten verklaren met de
beslissing van Gedeputeerde Staten.
Hoe dan ook, de wettelijke complicaties
en consequenties van deze zaak zijn eigen
lijk niet zo belangrijk meer, nu erkend
is dat het boekje volkomen ongewenst
moet worden genoemd als opvoedingsmid
del voor de lagere school.
Dat hebben alle betrokkenen immers in
tussen duidelijk genoeg begrepen, niet in
de laatste plaats de uitgever, die zijn best
gedaan heeft het gewraakte element uit
de uitgave te verwijderen. „Zijn best ge
daan" moet men echter zeer betrekkelijk
opvatten, namelijk in verhouding tot het
onaangetast laten van het rendement, dat
het boekje opleverde.
Logisch zou immers zijn geweest, dat
het boekje zou zijn verwijderd uit het
onderwijs en degelijk gezuiverd zou zijn
alvorens te worden heruitgegeven. Dat is
echter niet gebeurd. Het onpedagogische
verhaal is in een deel der oplage gehand
haafd, slechts is van het woord „Joden
jongetje" het deel „Joden" geschrapt met
zwarte Inkt. In een ander deel der oplage
is de gehele „les" eruit gescheurd.
Het Jodenjongetje is dus een gewoon
jongetje geworden, doch de kenschetsing
van zijn vader als christenhater is geble
ven en zijn wreedaardige methoden van
uitoefening dezer haatgevoelens zijn niet
gewijzigd. De tegenstelling tussen „Jood"
en „Christen", in dit boekje zo bruut en
leugenachtig geschilderd, is dus een tegen
stelling tussen „andersdenkende" en
„Christen" geworden, maar daardoor niet
minder afkeurenswaardig gebleven. In
feite was het stotende element niet een
aangelegenheid van ras, doch van reli
gieuze differentie. Dat is nu nog zo.
Waarom werd hier niet ruiterlijk erkend
dat men een flagrante pedagogische fla
ter had geslagen en waarom werd de con
sequentie daarvan niet eerlijk aanvaard?
Deze enorme ezelsbrug - een doorgestreept
woord in een kinderboek is bovendien
voor de kleine lezers een extra prikkel -
maakt de zaak nog erger dan zij al was.
Tenslotte: de schadepost van het aan de
circulatie onttrekken van een dergelijk
mislukt, ergerniswekkend schoolboekje
zou door de overige inhoud ook wel ver
antwoord zijn geweest, want de geest
waarin het werd geschreven moet het in
zijn geheel bestempeld hebben tot een on
gewenst, schadelijk en ondoelmatig ver
schijnsel.
Het zal gedurende de jaren, dat het on-
gesignaleerd gebruikt is, zijn rendement
trouwens wel hebben opgebracht, tot
schade van vele kleine lezers.
ADVERTENTIE
Nassaustraat 5 - Haarlem
Nieuwe Groenmarkt 2 - Haarlem
Tel. 15220
TeL 15220
Koningin Juliana en Prins Bernhard zijn
rijdagmiddag per regeringsdakota van
l'.un statiebezoek aan Zweden in ons land
teruggekeerd. Het toestel, dat bestuurd
werd door de Prins, landde om 15.07 uur
op het vliegveld Soesterberg, waar de
auto's gereed stonden die het vorstelijke
paar naar Soestdijk brachten.
Bij het vertrek van het Stockholmse
'iegveld Bromma hadden vrijwel alle le
an van de Zweedse koninklijke familie
en uitgeleide gedaan; achtereenvolgens
.oning pustaaf en Koningin Louise, Prin
ts SybilUk en .aar dochter Prinses Mar-
irethe, Prins Bertil en de broer "an de
oning Prins Wilhelm. Joorts waren bij
't korte al eheid aanwezig de Zweedse
nister-president, dr. Erlander, de rijks-
ïaarschalk Ekeberg, de Zweedse ambassa-
leur in Den Haag, dr. Dahlman, en de Ne
derlandse ambassadeur in Stockholm, dr.
V isser.
In een telegram hebben de Koningin en
de Prins terstond na aankomst op Soest
dijk de Koning en de Koningin van Zwe
den en het Zweedse volk dank betuigd
voer de buitengewoon hartelijke ontvangst,
die hun in Zweden ten deel is gevallen.
Maarschalk Tito, president van Joegoslavië en secretaris-generaal van de
Joegoslavische communistische partij, die vandaag zijn 65ste verjaardag viert,
was twintig jaar geleden een geschoolde Komintern-agent, die in het toenmalige
koninkrijk Joegoslavië een bescheiden toekomst tegemoet ging als reorganisator
van een uiteengeslagen communistische partij. Luttele jaren later was Tito de
onbetwiste leider van het Joegoslavische verzet, dat achttien Duitse divisies
boncl en waarop zeven grote Duitse offensieven te pletter liepen. En vijf
jaar nadat de verbitterde partizanenleider, in het heetst van de strijd tegen de
bezetters, wanhopig naar Moskou seinde: „Als ge ons geen bijstand kunt zenden,
hinder ons dan tenminste niet", zette hij Stalin de voet dwars en lokte de
banvloek uit van de Cominform, de opvolgster van de Comintern, die hem en
zijn naaste medewerkers volgelvrij verklaarde.
De Cominform wekte openlijk op tot bin
nenlands verzet tegen de afvallige Joego
slavische leiders en de communistische
buurlanden gingen over tot een diploma
tieke en economische boycot, waaraan
kracht werd bijgezet door militaire spelde-
prikken aan de grenzen. De isolatie en de
zenuwenoorlog brachten Joegoslavië aan
de rand van een economische ineenstor
ting, vooral toen de oogsten slecht uitvie
len.
Voorzichtig liet Tito zich door het Wes
ten benaderen om de economische worging
en de militaire druk van de communisti
sche buurlanden te weerstaan. Hij kreeg
eerst levensmiddelen om de dreigende hon
gersnood af te wenden, aanvaardde ver
volgens economische hulp en tenslotte ook
militaire bijstand van de Verenigde Sta
ten, Groot-Brittannië en Frankrijk. Zijn
militaire positie beveiligde hij verder door
een bondgenootschap aan te gaan met
Griekenland en Turkije.
Deze heroriëntatie werkte de oplossing
in de hand van een aantal problemen op
de Balkan, die onoplosbaar leken zolang
de Sovjet-Unie Tito's verlangens steunde.
Zijn plan voor een veelomvattende Bal
kanfederatie v/as al danig ingeschrompeld,
toen het in het jaar van zijn breuk met de
Cominform in het program van de Joe
goslavische partij verscheen en onmiddel
lijk een veto uitlokte van het Russische
partijorgaan de Pravda. De Bulgaarse lei
der Dimitrov, die al met Tito in contact
was getreden over een samengaan van Al
banië, Bulgarije en Joegoslavië, trok zich
daarop schielijk terug.
Tito had ook het oog geslagen op een
deel van Oostenrijks Karinthië, van Grieks
Macedonië en van de haven van Triëst.
Oostenrijk ontving echter zijn staatsver
drag, waarbij de Sovjet-Unie zich mede
garant stelt voor de vroegere Oostenrijkse
grenzen. Griekenland kreeg een veilige
noordgrens na de nederlaag van de com
munistische guerilla's onder generaal Mar-
kos, die vastliepen tegen de nu gesloten
Joegoslavische grens en over Triëst werd
met Italië door bemiddeling van de Ver
enigde Staten en Groot-Brittannië, een
compromis bereikt, waarbij de Sovjet-
Unie zich neerlegde.
Aldus afgesneden van het communisti
sche moederland en zijn broederstaten en
op de been gehouden door de voormalige
bondgenoten, liet Tito zijn Balkanaspira
ties varen en omhelsde de co-existentie
politiek, die hij in praktijk bracht door
aansluiting te zoeken bij de Bandung-lan-
den, voornamelijk India, Birma en Egypte.
Hij bracht ook een officieel bezoek aan
Londen, maar zag later van een bezoek aan
Washington af, omdat hij de verontwaardi
ging die in Verenigde Staten na de aan
kondiging van zijn komst opstak, als een
persoonlijke vernedering beschouwde.
Belangrijker was de binnenlandse ont
wikkeling in Joegoslavië na de breuk met
het Russische communisme, was de cam
pagne tegen het Titoïsme die in de Oost
europese landen volgde. De kern van het
conflict was of het Kremlin zou bepalen
welk economisch beleid de communistische
landen zouden volgen en hoe de staat in
gericht zou worden. Tito had zich er reeds
tijdens de oorlog tegen verzet sabotage te
plegen op de weinige industrieën die Joe
goslavië bezat en, in strijd met Stalins uit
drukkelijk bevel ontketende hij een for
mele oorlog tegen de bezetter.
Na de oorlog weigerde hij zijn land
dienstbaar te maken aan de economie van
de Sovjet-Unie en in zijn staatsinrichting
het Sovjet-patroon te volgen. Hij weiger
de de leiding van de industrie volledig te
centraliseren en te nationaliseren en met
de collectivisatie van de landbouw verder
te gaan dan de oprichting van vrijwillige
landbouwcoöperaties. Hij handhaafde het
Nationale Front waarin, overigens onder
communistische leiding, alle groeperingen
vertegenwoordigd waren.
Deze afwijkingen van het communisti
sche stelsel werden in de Cominformreso-
lutie gebrandmerkt als moedwillige verla
ting van de zuivere leer, in het voetspoor
van Trotzki, Boecharin en de Russische
mensje wiki.
Het belangrijkste gevolg van Tito's op
stand tegen het imperialisme van de
Sovjet-Unie, was de weerklank die het Ti
toïsme vond in de Oosteuropese landen.
De uitbarsting in Hongarije, de omwente
ling in Polen en de onrust in de overige
communistische landen kan men niet ver
klaren zonder het Titoïsme, dat in tegen
stelling tot vele andere -ismen, die van een
persoon zijn afgeleid, zijn levensvatbaar
heid elke dag opnieuw bewijst. En dat be
wijs wordt geleverd met on-orthodoxe
middelen: een industrie, die niet centraal
geleid wordt en die de vrijheid heeft.op de
binnen- en buitenlandse markt te concur
reren, een boerenstand,- die binnen zekere
restricties op de omvang van het indivi
duele landbezit, zijn produkten vrij kan
verkopen en een volk, dat zijn mening,
binnen de beperking van het stelsel van
één partij en één pers, zijn mening vrij
kan uiten.
Geen ideale democratie dus, maar wel
een modificatie van het communisme, die
door een volk verdragen kan worden, zon
der, zoals in Hongarije, tot een revolutie
te leiden.
Deze humane politiek heeft in twee ern
stige crises haar vruchten afgeworpen. In
het benauwdste uur van de partizanen
strijd toen Tito met zijn hoofdmacht door
de Duitsers was ingesloten met vierduizend
zieken en gewonden, besloot hij deze niet
aan de genade van de vijand over te le
veren, maar te laten vervoeren door een
divisie, die daarvoor uit de vuurlinie
moest worden teruggetrokken, met achter
lating van kostbare kanonnen, die verna
geld en in de rivier de Neretva werden ge
worpen. Tito's psychologisch inzicht van
dat ogenblik bracht hem nieuwe vrijscha-
ren aan. En in de benarde tijd van com
munistische druk en volslagen afzondering
na de breuk met de Cominform, toen het
volk geen enkel materieel voordeel van de
nieuwe koers ondervond, kwam er toch
geen daadwerkelijk verzet.
Tito's grootste succes is evenwel niet de
Hongaarse revolutie of de ommekeer in
Polen, maar de poging van de Russische
partijsecretaris Kroesjtsjev weer op goede
voet met Belgrado, en vooral met de Joe
goslavische communistische partij te ko
men. Tito heeft bij het eerste bezoek van
Kroesjtsjev en Boelganin vrij bruusk op
deze ideologische toenaderingspoging ge
reageerd en hij heeft Kroesjtsjev bij diens
tweede bezoek naar de Krim vergezeld
voor een diepgaande bespreking over de
ideologische verschillen. De economische
en diplomatieke boycot van de communis
tische landen is opgeheven, maar op par
tij-niveau zijn de controversen blijven be
staan. Er blijkt wel overeenstemming te
bestaan dat het communisme niet in elk
land volgens dezelfde richtlijnen toegepast
moet worden, maar het wantrouwen tegen
het Joegoslavische stelsel is niet weggeno
men. Van bijzonder belang in dit verband
is de houding van de grote bondgenoot van
de Sovjet-Unie, communistische China,
waar men eerder de ontwikkeling van een
nationaal communisme had verwacht, dan
in Oost-Europa.
Opmerkenswaard is dat de beschuldiging
van eerzucht, grootheidswaanzin en sluw
heid, die de Cominform tot Tito richtte,
uiteindelij', op het hoofd van Stalin terecht
is gekomen en dat de veroordeling van bu
reaucratie en decentralisatie thans door
Kroesjtsjev is toegepast op de Sovjet
economie, die hals over kop gedecentrali
seerd moet worden.
BOEDAPEST (Reuter) De r.k. bis
schoppen in Hongarije hebben besloten
deel te nemen aan de „nationale vredesbe
weging". Er is bekendgemaakt, dat zij met
de „nationale vredesraad" tot overeen
stemming zijn gekomen over de oprichting
van een r.k. commissie van die raad, waar
van dr. Endre Hamvas, de bisschop van
Csanad, voorzitter zal zijn.
Voorts is besloten, een organisatiecomi
té te vormen van de nieuwe r.k. vredes
beweging „Opus Pace" Dr. Joszef Groesz,
aartsbisschop van Kalocsa en waarnemend
hoofd van de kerk in Hongarije, zou van
dit comité voorzitter worden.
Waarnemers in Boedapest leiden uit deze
berichten af, dat kerk en staat tot een ak
koord zijn gekomen in een kwestie, die de
betrekkingen de laatste maanden moeilijk
maakte. De gespannen verhouding was
ontstaan doordat het Vaticaan in januari
een aantal r.k. „vredesgeestelijken" ont
sloeg en ook door de zaak-Mindszenty, de
primaat van Hongarije, die een toevlucht
heeft gezocht in de Amerikaanse legatie
in de Hongaarse hoofdstad.
De beweging van „vredesgeestelijken"
werkt samen met het communistische
regime.
Eerder deze week is officieel bevestigd
dat het Vaticaan de excommunicatie van
de vice-voorzitter van de beweging van
„vredesgeestelijken", dr. Richard Horvath,
heeft opgeheven.
BELGRADO (Reuter) President Tito
van Joegoslavië heeft verklaard, dat de
Sovjet-Unie de ideologische campagne
tegen Joegoslavië heeft stopgezet, en dat
hij optimistischer gestemd is ten aanzien
van de betrekkingen met het Kremlin. In
een vraaggesprek met het Joegoslavische
blad Politika verklaarde Tito, dat het
Kremlin gereageerd heeft op een Joego-
slavisch initiatief om een verscherping te
voorkomen van het ideologische conflict,
dat ontstond toen Joegoslavië weigerde
zich aan te sluiten bij het door Moskou
overheerste socialistische kamp en toen
Belgrado met Moskou van mening verschil
de over de oorzaken van de Hongaarse op
stand. Ik kwam tot de overtuiging dat dit
conflict en een verdere verscherping ervan
zinloos waren. Wij zijn bereid samen te
werken waar dat, zonder onze beginselen
prys te geven, mogelijk is, aldus Tito.
Als wij de zaken in het juiste perspectief
zien, zo vervolgde hij, kunnen wij niet an
ders dan goede betrekkingen onderhouden
met de landen die ons het naast aan het
hart liggen en die onze buren zijn. Joego
slavië moet ook met de oostelijke landen
goede betrekkingen onderhouden, ook al
bestaan er kleine ideologische geschillen.
Het is gebleken, dat wij het aan het rechte
eind hadden, aldus Tito. De aanvallen op
de Joegoslavische politiek in de Russische
en oosteuropese bladen zijn vrijwel opge
houden. De besprekingen van sommige
theoretische en ideologische kwesties ver
loopt nog wel in een ongebruikelijke vorm.
maar geleidelijk zal de tijd komen dat ook
bepaalde vraagstukken, waar over wij het
niet eens zijn, zonder onbehagen besproken
kunnen worden.
Buitenlandse waarnemers achten het
mogelijk, dat er een aantal contacten tus
sen Moskou en Belgrado zal worden ge
legd om de betrekkingen verder te verbe
teren. Voorts gelooft men, dat men zich
meer zal concentreren op de betrekkingen
tussen de regeringen van de beide landen
dan tussen de twee communistische par
tijen.
Over het aangekondigde bezoek van de
Joegoslavische minister van Defensie, ge
neraal Gosjnak, aan Moskou, zei Tito, dat
het „al lang genoeg" was uitgesteld. In het
westen heeft men dit bezoek volgens Tito
verkeerd uitgelegd. Ook Amerikaanse,
Britse en Franse militaire vertegenwoordi
gers hebben Joegoslavië bezocht in over
eenstemming met de Joegoslavische opvat
ting van vreedzame samenwerking met alle
landen. Niemand kan Joegoslavië dwingen
tot een eenzijdige politiek tegen verschil
lende landen. Wij zullen dat nooit aanvaar
den, omdat het in strijd is met onze begin
selen, aldus Tito.
Hij deelde voorts mede uitnodigingen te
hebben ontvangen voor bezoeken aan In
donesië, Libanon, Syrië, Pakistan, Cam
bodja, Ceylon en Thailand. Als hij op reis
gaat zal hij opnieuw Nieuw Delhi en Caïro
aandoen.
Gelukwensen
De leiders van de Russische communis
tische partij hebben Tito ter gelegenheid
van zijn 65e verjaardag een gelukwens ge
zonden, waarin zij zeggen dat zij vriend
schappelijke betrekkingen met de Joegosla
vische partij wensen „op basis van het
marxisme-leninisme". Ook spreken zij zich
uit voor „zo groot mogelijke samenwer
king" tussen de beide landen. In Belgrado
zijn ook gelukwensen van de Poolse, de
Tsjechoslowaakse en de Oostduitsche lei
ders ontvangen. De Oostduitse vice-presi
dent, Ulbricht, zond „kameraad" Tito „zijn
beste wensen". President Zapotocky van
Tsjechoslowakije zond zijn beste wensen
voor de „socialistische opbouw" in Joego
slavië en de voorzitter van da Poolse staats
raad, Zawadski, sprak over het „broeder
volk" in Joegoslavië.
SANTIAGO (AFP) Bij Chilian in
Midden-Chili is vrijdag een autobus met
zestig mensen van een brug in een rivier
gestort.
Reddingsploegen hebben reeds de lijken
van 25 slachtoffers geborgen. Het aantal
gewonden is niet bekend.
Vakantieadviezen
Naar aanleiding van een reeks gesprek
ken met deskundigen betreffende de „Ge
dragingen van de Nederlander in het
Buitenland" zijn wij in staat, enkele ad
viezen te geven voor diegenen die deze
zomer de grenzen weer over zullen snellen.
Gij moet er van uit gaan (punt 1) dat
het ganse buitenland bevolkt is met uit
sluitend rare, verdachte manne
tjes, veelal gedekt met gekke hoofd
deksels, die hun of te klein of te groot
zijn en die daarom dus verdienen harte
lijk uitgelachen te worden. Onmiddellijk
bij de grens kan men daarmee beginnen:
laat de douaneambtenaren uw eerste doel
wit zijn. Verder is het buitenland bevolkt
met onbetrouwbare, meerendeels
donker-ogige rakkers van schurkjes, die
zeer snel heen en weer lopen en duidelijk
vervuld zijn van de slechtste be
doelingen. Zij zijn bijvoorbeeld voort
durend uit op aroof in al zijn wrede
vormen, op b) oneerbaarheid in al haar
schrille uitingen en c) op het in verwarring
brengen van de toerist door onverwacht
gedrag en het brabbelen van een
vreemde taalOok reageren zij alsof
zij u niet verstaan, hoe luid gij ook
spreekt. OPGEPAST.
Daarom: wie in het buitenland verblijft,
moet daar nooit alleen gaan wande
len. Gij zijt in een wip als blanke slaaf
verhandeld aan onguur volkje met tocht
latten of gij wordt bestolen. In de maga
zijnen bijvoorbeeld doet men niet anders.
Daar is het een en al wisseltruc en bedrog.
Daarom dient men er ook steeds van uit
te gaan, dat er in het buitenland geen
eerlijke mensen wonen. Ga dus nim
mer alleen de deur uit. Druk de feestmuts
stevig op de slapen en verlaat het hotel
pas als iedereen present is; trek dan op
in drommen. En lach maar eens vrolijk.
Om het mutsje van het kamermeisje. En
om die gast in de ontbijtzaal die zo raar
at. En daarna kan een stevig Hollands lied
veel kracht geven. Wanneer men u nu
aanspreekt in die rare brabbel-daar, dan
is het heel aardig om, na het spontane
brullen van het lachen, de sprekers een
weinig na te bauwen. Nog iets: vergeet
nimmer de bergstokken met de
plaatjes erop! Nimmer!
Dan het voedsel. Het voedsel is van het
grootste gewichtDaarom dient men in
het buitenland zorgvuldig te waken voor
verhongering. Men moet er zich de ganse
dag mee bezig houden. Daarbij moet gij
ervan uitgaan dat alle voedsel dat niet
bereid is als in de eigen keuken, ondeug
delijk is. Gij moet het met walging afwij
zen en het laten merken ook. Gij moet er
u voor hoeden, dingen te eten die gij niet
kent en het grootste wantrouwen aan de
dag leggen t.a.v. de handelingen van het
bedienend personeel. En laat toch niets
ruiken naar knoflook! Sta op uw aarpel.
Een volgend advies. Te beginnen in de
slaapwagen dient gij des nachts luidruch
tig te zijn: binnenkomend moet gij altijd
roepen naar „Kees" en ook naar „Mien"
en „Waar lèg jij, Joop?" en „Heije gezien,
jonges, wat een rare bedjes" en „Waar is
nou me lampie!" Dat is heel goed.
Ook in het hotel. Reeds bij de portier
is een schaterachtig, dreunend gedrag des
nachts geheel op zijn plaats; men moet
proberen de man in het ootje te nemen.
En op de eigen verdieping moet men door
het trappegat altijd nog éven roepen naar
Jan. Of hij er al is. Hoe hij zich wel voelt.
Of hij zijn schoenen buiten zet. Of jatten
ze ze toch maar? Hoe laat hij zich laat
wekken, die JanDaarna moet men even
proberen de verkeerde deur te openen.
Men moet vervolgens driftig aan de altijd
afgesloten verbindingsdeur rukken; dat is
ook heel prettig. Daarna: de schoenen te
gen de muur werpen. De slotjes van de
koffer zeven-en-tachtig maal open en
dicht doen. Vervolgens water laten lopen.
Uren achtereen desnoods. Dan gorgelen en
gorgelen. En dan erin! Om in het holst
ineens op te vliegen, het lichtknopje drie-
en-veertig maal om te draaien en wéér
water te laten lopen.
Een volgende maal meer adviezen.
Duif
VIJFTIEN JAAR OUD is thans de film
„To be or not to be", welke in het Luxor-
theater te Haarlem is ingezet. Menigeen
zal zich afvragen, waarom hij eigenlijk
deze kostelijke Chaplineske komedie niet
eerder is gaan zien, wanneer hij, met de
napret nog over zoveel humor, het bio
scooptheater verlaat. Want dat is nu een
film waarin men echt en dan ook hele
maal schik kan hebben. De vergelijking
met Chaplin is niet gezocht. Ze dringt zich
vanzelf aan ons op. Achter alle overdrij
ving, achter alle groteske en dwaze situa
ties in de parodiëring van de nazibezetting
in Polen, klopt het hart van do man, die
er het menselijk leed heus wel van voelde
en die man heet Ernst Lubitsch. Want
Ernst Lubitsch was zelf als jood gevlucht
voor de haat en rassenwaan van de nazi's.
Hij wist heel goed hoeveel ellende de Duit
sers in Polen brachten. Zijn zin voor spot
evenwel, zijn gevoel voor de betrekkelijk
heid van alle grootheid, zijn vermogen die
belachelijk te maken door ze met geestige
charges te lijf te gaan, dat alles kon bij
deze man niet anders resulteren dan in
deze enige uitdrukkingsvorm: de satyrische
komedie. Hij laat ons lachen. Hij bemoedigt
ons door dat lachen. Hij spreekt er zichzelf
moed mee in. Het is of hij wil aantonen
dat ongebroken geestkracht opweegt tegen
alle massa-vertoon van wapenen en ter
reur. De geestkracht spreekt uit de wijze
waarop de helden uit zijn film superieur
zijn aan hun tegenstanders, maar ook uit
ADVERTENTIE
Sen van de grootste persoonlijkheden, die Ie
circuswereld ooit gekend heeft, Hans Strsch
Sarrasani. was de directeur van het we
reldberoemde circus Sarrasani. Persoonlijk
leidde hij altijd zijn grootste nummer, de
24 olifanten Wat een dressuur; wat een
geduld en toewijding moet Sarrasani niet
gehad hebben om met al de beslommeringen
die hij door zijn circus had. met deze enorme
dieren zo'n prachtig nummer te geven, dat
nooit meer geëvenaard is. Lees de geschie
denis van het circuss vanaf de saltim-
banques tot Barnum and Bailey, Strassbur
ger en Carré. Zie de fantastische rij van
grote artiesten en beroemde circus-sensaties
aan u voorbijtrekken in het prachtige circus
album „De Bonte Droom van het Circus"
Een boeiend en afwisselend verhaal met tal
loze pentekeningen, vele prachtige kleuren
platen en plaatjes; geschreven door de cir
cuskenners bij uitstek J. v. Doveren en Fred
Thomas. Voor slechts ƒ2.50 kunt u dit boek
werk kopen bij uw roomboterleverancier of
rechtstreeks bestellen per brief of briefkaart
bij Kantoor „Roomboteralbum", Postbus 47,
's-Gravenhage. U krijgt het album dan per
omgaande toegezonden onder rembours.
Vermeld vooral duidelijk uw naam en vol
ledig adres. De bijbehorende plaatjes ont
vangt u gratis voor rijksbotermerken. U
vindt zo'n merk op elk pakje roomboter.
Neem een pakje extra voor de zondag 1
de film als produkt van zijn creativiteit.
Wanneer ik moest kiezen, ik zou de film
„To be or not to be" zeker stellen boven
Chaplin's „De grote dictator", al was het
alleen al, omdat Lubitsch met veel meer
discretie, veel indirecter, maar juist daar
door met een veel vernietigender effect
te werk gaat.
UIT DEZE VERGELIJKING blijkt al, dat
Lubitsch de nazi's en hun Führer veelvul
dig in zijn film op het tapijt brengt. Maar
hoe geestig gecompliceerd! Hij speelt her
haaldelijk in zijn film dubbel spel. Dat kan,
omdat hij ons kennis laat maken met een
groep toneelspelers, die daags voor de
Duitse inval in Polen een stuk op het
repertoire hebben, dat handelt over de
Gestapo. In dat stuk verschijnt ook Hitier
ten tonele. Van een opvoering kan niets
komen, want de Poolse regering, die de
belediging van „een bevriend staatshoofd"
vreest, verbiedt haar. Het „bevriende
staatshoofd" stuurt daarna (toch) zijn
legers Polen binnen en de komedianten
nemen dan de „Hamlet" maar weer op hun
programma. Men begrijpt echter, dat de
uniformen voor het verboden stuk later
heel goed van pas zullen komen. De hele
toneelgroep duikt namelijk in het verzet.
Deze verzetsactiviteiten, die de grootste
verwarring veroorzaken, vormen het hoog
tepunt van de komische verwikkelingen in
de film. Ze zijn zo geestig uitgewerkt, zo
vol onverwachte wendingen en verrassin
gen, dat men gedurig zit te schudden van
het lachen. Vooral de verschijning van een
professor, die de troep dreigt te verraden,
brengt een stortvloed van complicaties te
weeg. Schijn en werkelijkheid gaan stui
vertje wisselen, situaties zijn eikaars even
beeld en dreigen de helden toch nog uit de
hand te lopen, de grootste waaghalzerijen
kunnen alleen nog redding brengen. Het
vernuft, waarmee Lubitsch dit allemaal
tegen elkaar uitspeelt, is even grandioos
als de geschiktheid van zijn acteurs om er
zich naar te gedragen.
MAAR OOK DE NEVENINTRIGE, kun
stig met het hoofdthema verweven, mag er
zijn. Daar is de briljante komedie, de per
soonlijke verhouding aan de orde, waar
achter men geen politieke en tragische
aspecten ervaart. Een ondeugend spel,
waarin Hamlet's befaamde spreuk „To be
or not to be" als code-woord fungeert voor
schalkse flirtation en - als gevolg daarvan
- pure jaloezie. Men moet, het dient gezegd,
zich wel inspannen om in het begin goed
wijs te worden uit wat er nu precies aan
de hand is. Er is nog geen geheel, het
ritme stokt wel eens, het is nog niet te
overzien, maar hoe meer de zaak vordert
des te meer zit men ervan te genieten. En
als men lacht weet men zo goed waarom
men lacht. Dat is de kracht van Lubitsch'
satyrieke geest, die nergens ontaardt in
sarcasme, hoe voor de hand liggend dat ook
geweest zou zijn.
P. W. Franse
ACTEUR C. H. DOMMELSHUIZEN
AANGEREDEN EN GEWOND
De zesenzeventigjarige acteur C. H.
Dommelshuizen is donderdagavond gewond
geraakt, toen hij kort na zes uur op het
Rokin in Amsterdam door een wieirijdster
werd aangereden. Met een beenfractuur is
de acteur in het Binnengasthuis opgeno
men.
De pseudo Hitier en zijn „off icieren" in
de film „To be or not to be".
In het Middelnederlands schreef men:
quite, dat ontleend was aan het oud-
Franse quite, een woord dat op onvol
doend verklaarde wijze ontstaan is uit
het Latijnse quietus: rustig. Kwijt geeft
aan dat een bezitsbetrekking niet meer
bestaat. Wij kennen het in: kwijt-chel-
den, waarin kwijt betekent: ontslagen
van, vrijgesteld. Zo wordt het ook ge
bruikt voor: niet meer schuldig, kiet.
Zoals de Fransen spreken van: jouer a
quitte ou a double, zo zeggen wij: kiet
of dubbel spelen, maar vroeger schreef
men: kwijt of dubbel. De algemene be
tekenis: verloren hebbende blijft altijd
gehandhaafd, of men nu de kluts kwijt
y^is of iets kwijt wil wezen.