FILM EN JEUGDcongres over problemen en schijnproblemen BOUILLON <:PraatótoeL Ziekte NAAIMACHINES Van dag tot dag Twee satellieten Buitenlandse beroemdheid in Nederland 35 ct per dubbel tablet Filmen: 'n kwestie van geld i „DE ZYLPOORT" L éNGEL, Gr. Houtstr. 181, Tel. 14444 Rijksgarantie voor woningbouwleningen Dame en haar schoonzoon van balkon gevallen Kort nieuws FILMWEEK IS ALS HET WEER: VERANDERLIJK „ROSE BERND": COMPROMIS VAN STAUDTE van kostelijk vlees voor krachtiger soep! Op de SHERRY van Beaufort Radio-Moskou reageert fel op Deens defensieplan: Raketwapens dienen de belangen van Amerika DONDERDAG 20 JUNI 1957 r. Op hetzelfde tijdstip dat een UNO-rap- p0rt over de achtergronden en gevolgen van de Hongaarse opstand voor publicatie is vrijgegeven, arriveert de r.-k. primaat van Polen, kardinaal Wyzinsky, in War schau temidden van een enthousiaste men senmassa. Hij is in Rome geweest en heeft met de paus de problemen der r.-k. kerk in Polen besproken. De Poolse noch de Russische regering heeft deze religieuze leider van het Poolse volk iets in de weg gelegd op zijn tocht naar het Vatikaan, of schoon voor de hand lag dat de kardinaal bij zijn gesprek met de leider der r.-k. christenheid de politieke ontwikkelingen in Polen en in de wereld niet onbesproken zou kunnen laten. Het communistische re giem in Polen, dat zich onder Gomoelka enigszins van de Russische voogdij heeft weten te bevrijden, kan in Wyszinsky moei lijk een medestander zien. Men kent zijn invloed op het Poolse volk, dat in meer derheid. trouw katholiek is, en men weet hoe het Vatikaan in het communisme in elk communisme een anti-religieuze en dus principieel verwerpelijke levensbe schouwing ziet, die niet te combineren valt met de katholieke overtuiging. Desalniettemin is kardinaal Wyszinsky een ovatie ten deel gevallen, die ongestoord hulde bracht aan de teruggekeerde gees telijke leider en in feite een openlijke de monstratie tegen de communistische staats idee werd, ook al geschiedde dat op orde lijke en volkomen vreedzame wijze. Wellicht dankt Polen aan dit vreedzame en ordelijke betogen en aan zijn geweld loze demonstraties tegen datgene wat het nadrukkelijk afwijst, de betrekkelijke vrij heid die het zich verworven heeft in een tijd, waarin Hongaren bij honderdtallen werden neergemaaid en onder tanks ver pletterd ofschoon deze Hongaren bij het begin van hun opstand hetzelfde doel voor ogen heeft gestaan als de Polen: namelijk zo vrij mogelijk te worden. „Zo vrij mogelijk" is voor Polen een praktische formule gebleken voor Hon garije een bloedbad, eindigend in een vol komen slavernij. Het UNO-rapport ont hult niet, of de Russen aanvankelijk be reid waren Hongarije een „Poolse vrijheid" toe te staan en of zij in de waan zijn ge raakt dat de Hongaarse ontwikkelingen de grondvesten van het Russische communis me zelf bedreigden. Het onthult echter wel, dat Moskou een zeer rigoureus en koel bloedig „Tot Hier en Niet Verder" heeft vastgesteld en dat het ook in Polen niet zal aarzelen, dat „Verder" met meedogen loze hand af te hakken. Zo balanceert de vrijheid van Polen op de gevaarlijke rand van de afgrond, waar in Hongarije viel. Zelfbeheersing, kalmte, vertrouwen en geduld schragen de Poolse vrijheid. Het is zeer de vraag of Hongarije, na de eerste mislukking, nog een kans maakt zover te komen dat het zijn Poolse nabuur daarin volgen kan. En toch lijkt daar thans zijn enige redding gelegen. ADVERTENTIE Alle merken. du6 ruime keuze (Van onze Kamerverslaggever) De gemeenten in ons land hebben als gevolg van de algemene schaarste aan ka pitaal thans grote moeilijkheden met de financiering van de woningbouw. Minister Hofstra heeft echter de grote institutionele beleggers (levensverzekeringmaatschap pijen, pensioenfondsen) bereid gevonden voor de woningbouw 650 miljoen gulden te lenen aan de Bank voor Nederlandse Gemeenten. Zy vroegen daarvoor een rijksgarantie en gistermiddag heeft de Tweede Kamer besloten deze garantie te verlenen. De heer Van Leeuwen (V.V.D.) bad nogal bezwaren tegen het renteper centage. maar in het algemeen betuigde men instemming met de lening. Minister Hofstra merkte op, dat hiermee de moeilijkheden van de gemeen ten nog niet zijn overwonnen. De ver deling van gelden op de basis van hetgeen er in het verleden is gebouwd, is niet ge heel bevredigend, maar er is 62 miljoen gereserveerd om de plooien glad te strijken. Het gebrek aan kapitaal is een gevolg van de overbesteding. Een definitieve op- lossing is dus slechts mogelijk door het herstel van het evenwicht tussen vraag cn aanbod op de kapitaalmarkt. Voor wo ningen is het geld alleen te vinden als men het onttrekt aan andere sectoren van het maatschappelijk leven. Van een volstrekte voorrang voor woningbouw kan daarom geen sprake zijn, want er is ook geld no dig voor wegen, havens, onderwijs enz. Met de heer Van Leeuwen was minister Hofstra het eens, dat- in beginsel alles, en dus ook een woning, zijn eigen prijs moet °pbrengen. Op de vraag van de heer Venverloo fP-v.d.A.) of de regering het verschil voor het hogere rentepercentage voor haar re kening wil nemen, opdat de woningen niet te duur worden, wilde minister Hofstra niet direct positief antwoorden. Indien nchteraf blijkt, dat het rentepercentage in het algemeen daalt en de huur van een deel der woningen in ons land uitsteekt bo ven de rest als gevolg van het thans zo hoge rentepercentage, valt er misschien °ver te praten. Eerst moeten we maar eens afwachten hoe het verder met de rente loopt, zei de minister. Haarlem geniet voor een week de be langstelling van een kleine opleidings eenheid van de Britse marine. Zij bestaat uit de snelle patrouillevaartui gen Hms „Bold Pathfinder" en Hms „Dark Hero" en het kustbewakings vaartuig Hms „Ickford". De foto toont de drie schepen bij hun aankomst tus sen de Melkbrug en de Gravestenen- brug in Haarlem. Een 46-jarige dame en haar schoonzoon, woonachtig aan de Amsterdamse vaart in Haarlem-oost. hebben woensdagmiddag een val van een vier meter hoog balkon gemaakt. Beide personen vielen eerst op een tuinhek en toen op de stenen. De vrouw liep een hoofdwond op en vermoedelijk een rechter schouderfractuur. Zij is in het Diaconessen- huis opgenomen. Haar schoonzoon ondervond weinig nadelige gevolgen van de val. Na in het Diaconessenhuis te zijn behandeld, kon hij naar huis terugkeren. De dame en haar schoonzoon hadden op het balkon met de bewoners van het bene denhuis staan praten. Door een misstap ver loor de dame haar evenwicht, zij viel tegen het hek van het balkon, dat bezweek. In haar val greep de dame haar schoonzoon vast. deze kon zich niet staande houden en beiden tuimelden naar beneden. Samenwonen. In een woning aan de Bilderdijkstraat in Don Haag kreeg de 52- jarige hoofdbewoonster ruzie over het ge bruik van de keuken met een inwonend 20- jarig meisje. De hoofdbewoonster goot een pan met kokende water leeg op het hoofd van haar medebewoonster, die daardoor ernstige brandwonden aan hals, schouder, rug en armen kreeg. De hoofdbewoonster is door de politie aangehouden. DE HAAGSE FILMWEEK vertoonde woensdag opnieuw een ander gezicht. Wat dat betreft is ze net als het weer: veranderlyk. Het voordeel is duidelyk. Al die afwisse lende aspecten maken het schryven lichter. Daarom ditkeer niet direct de aandacht gevestigd op nieuwe films, welke woensdag werden geïntroduceerd, maar ons naar het Haags Gemeentemuseum begeven om de activiteiten gade te slaan van het insti tuut „Film en Jeugd". Wie twyfelt aan het belang dezer instelling doet zichzelf te kort. De gemeente Haarlem bijvoorbeeld heeft er zichtbare relaties mfee. Enige jaren geleden heeft de gemeente zich als lid van het instituut gemeld en gisteren troffen wy de wethouder van onderwijszaken, de heer D. J. A. Geluk, als toeschouwer bij de congresdag, die ook werd bijgewoond door leden van zyn staf. Wanneer men voorts bedenkt, dat in Haarlem een actieve commissie voor de filmische vorming van de schooljeugd zetelt, die ieder schooljaar een aantal filmvoorstellingen organiseert, dan begrijpt men, dat wy welbewust voorrang verlenen aan het probleem film en jeugd. IS HET WEL een probleem? Ik moet eerlijk zeggen, dat ik wel eens het gevoel heb f wij de problemen maken waar ze niet zijn. Dat geldt dan vooral voor de categorie jongeren tussen zes en tien, de hevig enthousiasten voor iedere filmvoor stelling, welke een of ander schoolfeest begeleidt. In feite gaat het nu om twee dingen: moet men de filmische vorming al zo vroeg beginnen, en vervolgens: kan men er wel zo vroeg mee beginnen. Want er is haast geen repertoire. Ik herinner mij, dat ik in de leeftijd tus sen zes en tien alle films mooi vond. Ik was alleen maar bang, dat tijdens de voorstelling een of ander technisch mankement de zitting zou op heffen. Want dat gebeurde wel eens. Moe ten we ons nu gaan beraden over de vraag of het wel goed is voor een kind tussen •zes en tien alle films mooi te vinden? Is het nodig dan reeds een zekere esthetische ontwikkeling te cultiveren? Het lijkt me niet. De film is dan in haar verschijnings- hoedanigheid zo'n gebeurtenis, dat er van critische criteria geen sprake is. Is het niet heerlijk om eens alles mooi te kunnen en mogen vinden? Na het tiende jaar wordt het anders. Dan is het kind gerijpt Voor die criteria. Maar ook dan doet zich de moeilijkheid voor, dat er maar bitter wei nig films zijn, die beantwoorden aan de minimale eisen welke men er aan mag stellen. Het instituut „Film en Jeugd" tracht zulke films op te sporen. Het be studeert de relatie tussen de behoefte van de jeugd en de wijze waarop de film eraan voldoet. Het gaat de invloed na van de film op de ieugd. Dat zijn behartenswaardige zaken, waarvan het belang wel door nie mand ontkend zal worden. Het gevaar blijft, dat men bij alle problematiek het kind vervangt door de volwassen mens. Een ander gevaar, dat van een primitieve aan pak der inderdaad aanwezige problemen, schijnt ons wel bezworen te zijn. WANT DAT moet ik toch wel vaststellen: de start van het instituut „Film en Jeugd" is niet bepaald indrukwekkend geweest. Men haalde de wetenschapsmensen en dan vooral de psychologen weliswaar snel bin nen de gelederen, maar wat zij aan de ene kant volstrekt verstonden: hun vak, ble ken zij aan de andere kant soms helemaal niet te doorzien: de film. Getuige evenwel de laatste ontwikkelingen is men nu op de goede weg. En de bijeenkomst van woensdag had dan ook een praktisch-ef- fectief karakter. In de ochtenduren kon den we kennismaken met een tweetal tekenfilms en een amateurspeelfilm. 's Middags vertoonde men een aantal films van Engelse origine, de zogenaamde „ci- vic-films", die de werkzaamheid van openbare instellingen verklaren en toe lichten. Over de waarde der vertoonde werken in de ochtend kan men van me ning verschillen. Ik geloof, dat het er wei nig toe doet, omdat zij in ieder geval geen specimina waren van inferieure filmmake lij. Het amateurfilmpje viel kennelijk bin nen de begrenzing voor kinderen tussen de zes en tien. Het vormt dan wel geen pro paganda voor de filmvorm, maar het doet het om zijn inhoud heel redelijk. En, gelijk men heeft kunnen lezen, acht ik de filmvorm nog geen pro bleem voor kinderen op die leeftijd. De „civic-films" hebben een zeer praktisch rendement. Deze wijze van instructie is beslist aanbevelenswaardig. Ook zou ik hier een naam tersprake willen brengen van een man, die onderwerpen als deze met een zuiver oog voor de filmschoon heid al jaren geleden heeft behandeld: Caval Canti. Men denke eens aan zijn films voor de Britse P.T.T. Wat voor mij de grote winst was van deze openbare bij eenkomst ter gelegenheid van de film- week was de bevestiging van het vermoe den, dat het instituut „Film en Jeugd" thans een vastomlijnd programma af werkt, waarbij men minder op goed ge luk experimenteert en men het meer zoekt ADVERTENTIE Ze is heel erg bekend en ze komt uit Zwit serland. Ze zegt geen woord, maar ze doet des te meer. Wilt u kennis met haar maken? Dat kan. Heel graag zelfs. Want deze beroemd heid doet niets liever dan ook u, Neder landse huisvrouw, demonstreren hoe vlug en handig zij iets heerlijks bereidt. In uw eigen keuken maakt ze voor u in een oogwenk de allerfijnste soepen, sausen, ragouts en noemt u maar op. Slechts met behulp van kokend water. U hebt haar naam natuurlijk al ge raden: Knorr Bouillon. Met één dubbel tablet, maakt u in twee tellen een hele liter zuivere bouillon. Sprankelende bouillon, ge trokken van kostelijk rundvlees en uitge zochte groente: vakkundig afgemaakt met lichte kruiden en wat zout. De ideale „basis" voor alles wat fijn-pikant moet zijn! Als extra hulp biedt Knorr u nog een leuk geïllustreerd boekje aan, met 17 praktische vlug-klaar recepten: alle met die parelende Knorr bouil lon als smaakverfijner. U kunt het zó aan vragen: sluit een postzegel van 10 ct, met uw naam en adres, in een gefrankeerde envelop en adresseer: Knorr, Postbus 1700, Amster dam. U ontvangt het Knorr boekje dan thuis. ZES JAAR LANG is Wolfgang Staudte in West-Duitsland persona non grata ge weest, van het ogenblik af, dat hij in Oost- Duitsland de film „Der XJntertan" had ge maakt. Met „Rose Bernd" is nu de ban verbroken. Of Staudte echter zelf erg te vreden is over deze film? Hij formuleert zijn antwoord voorzichtig. Hij had er rekening mee te houden, dat hij een gun stig klimaat moest scheppen voor zijn terugkeer in west-Duitsland. Hij had ook te maken met zijn opdrachtgevers. „Fil men", zo zegt hij, „is een kwestie van geld. Ik maak geen film beneden de miljoen mark. Toen mij de gelegenheid werd ge boden Hauptmann te verfilmen, wiens werk steunt op een grote populariteit naast een historisch artistieke faam, heb ik ge meend die kans aan te moeten grijpen. Ik kreeg Maria Schell in de hoofdrol. Men weigert zo'n film niet. „Rose Bernd" heeft mij weer in de Westduitse fïlmproduktie gebracht. Ik zat vast aan een film, waar mee ik ook het publiek achter mij kreeg. De artistieke normen zijn, gezien mijn situatie, niet zo primair als ze eigenlijk moeten zijn". Van diezelfde situatie uit moet men ook zijn volgende werk zien. zo betoogt hij. Maar één ding wil hij beslist: de morele norm handhaven. In de ethische zin moet het hem voorgelegde scenario in ieder geval goed zijn. Hij wenst niet, dat de oprechte menselijkheid in het gedrang komt. Met een felle aanval op de zijns in ziens oppervlakkige grofheid van een in het voorprogramma van woensdagavond vertoonde tekenfilm onderstreept hij zijn betoog. De menselijkheid voorop! Over het compromis met de esthetische vorm laat hij zich liever maar niet verder uit, maar men kan het hem aanzien, dat hij er zelf niet bijster mee in zijn schik is P. W. Franse Vervaardigd ondor llconti* en controle *on Knorr A.G. Thoyngen Zwltserlond. door Monda N.V. Brussel. in de verantwoorde voorlichting zonder de allure aan te nemen van de enige te zijn die het weet. EN NU TERUG NAAR de filmver toningen op deze dag. Het doorgezaagde weesmeisje zou het wellicht bestaan, maar uw verslaggever kon zich niet in twee helften delen en ook nog de middagver toning in Metropool Tuschinsky bijwonen. De lezer blijft hij derhalve het oordeel schuldig over de film „Pepote, kind van de straat" van Ladislao Vadja, met in de hoofdrol de kleine Pableto Calvo, die ook in Vadja's „Marcellino, brood en wijn" een belangrijke rol vervulde. Dat geeft dan wel gelegenheid iets uitvoeriger te schrij ven over wat ons 's avonds werd gepre senteerd: de filmbewerking van Gerhard Hauptmann's „Rose Bernd" onder regie van Wolfgang Staudte. Moet Staudte nog worden voorgesteld? Ter verfrissing van uw geheugen: hij is de maker van de sterke film „Der Untertan" en hij hielp Nederland aan een prijs op de Biënale in Venetië met zijn regie van „Ciske de Rat". Over zijn Hauptmann-bewerking kan ik helemaal niet in geestdrift raken. Het stuk is naar onze tijd verplaatst. Het heeft er allerminst aan waarschijnlijkheid door gewonnen. Men blijft zitten kijken tegen de pure misère van een fris dienstertje, dat door haar heerboer wordt verleid, in ver wachting raakt en om de schijn van haar eerbaarheid te redden zal trouwen met een man, die zij niet liefheeft. Een kraan machinist werft eveneens om haar gunst en neemt die als ze hem niet wordt ge schonken. Onder een brug in de sneeuw brengt Rose Bernd haar kind ter wereld. Het sterft. De man, die haar liefheeft, laat haar nu niet in de steek. Met zijn belofte van bescherming eindigt de zwaardrama- tische historie. Men kan Staudte de eer nageven, dat hij de dramatiek aanmerke lijk heeft verzacht, maar veel meer niet. Het is en blijft een drakerige geschiedenis. Zelden is er een aanrakingspunt met de werkelijkheid, die de fictie tot een nieuwe realiteit omvormt. Behoudens enige fraaie vondsten, vind men Staudte's markante, persoonlijke stijl niet terug. Hij volstaat met weer te geven. Maria Schell domi neert in zijn film en men ontkomt niet aan het gevoel van een zeker maniërisme. Het is of deze „Rose Bernd" een vitamine gebrek heeft aan inspiratie. De ogenblik-, ken, dat men werkelijk wordt gegrepen zijn te tellen. Het gesprek dat ik met Wolfgang Staudte na de vertoning voerde kan dit opzicht alleen maar bevestigen. Neen, als representatie van de Duitse filmkunst is „Rose Bernd" allerminst ge lukkig. Ook al is ze in Duitsland een enorm succes. Wordt ze dat ook in Neder land? De publieke smaak is moeilijk te peilen, maar mijn mening is toch onver anderd de hierboven omschrevene. P. W. Franse Er is een geheimzinnige ba cil, die de naam van Provo cator Unilateralismus heeft gekregen. Zij is de verwek ster ener wijdverbreide ziek te. die haar slachtoffers in alle kringen, lagen en stan den der wereldorde vindt en waartegen geen kruid gewas sen is. Zij besluipt de geleer den in hun werkkamers, de professoren op de universitei ten. de huismoeders aan hst fornuis, de sportslieden ou veld en tribunes, de journa listen aan hun schrijfmachine, de natuurvorsers, de filosofen, de ouden van dagen, de pries ters en godgeleerden, de ge neraals, de koningin, de staatslieden, de man in de straat. Zij is niet dodelijk, maar wel dodelijk vervelend. De Provocator Unilateralis- mus vertroebelt en vernauwt, het bewustzijn, beperkt het onderscheidingsvermogen en bezorgt de lijder nauwelijks merkbare trauma's, die op den duur echter ongeneeslijk blijken. En aangezien de pa tiënten vrij blijven rondlopen en langzamerhand in de meerderheid komen, wordt het wereldbeeld door hen be heerst en begint de opvatting te gelden, dat iemand zonder Unilateralismus een abnor maal mens is. Dat is natuurlijk zorgwek kend. De definitie van nor maal en abnormaal wordt uiteraard bepaald door de meerderheid, evenals dat het geval is met goed en slecht en democratisch of ondemo cratisch. Wanneer de Provo cator Unilateralismus niet spoedig onschadelijk kan wor den gemaakt, leven wij bin nen afzienbare tijd in een maatschappij waarin de aan doening van Unilateralismus als dwingende eis wordt ge steld, zoals de pokkeninenting vroeger conditio sine qua non was voor toelating op de la gere school. Unilateralismus kan men vertalen door: eenzijdigheid. De mensheid is haastig bezig te vergeten, dat zij leeft in het middelpunt van een sa menstel van factoren, ver schijnselen en ontwikkelin gen, die alle met elkander te maken hebben en van elkan der afhankelijk zijn. De men sen beginnen reeds op jeug dige leeftijd met een zo star re, consequente specialisatie, dat zij van het ganse rijke le ven slechts één onderdeeltje terdege leren kennen en de rest over het hoofd zien. De Provocator Unilateralismus vernauwt hun belangstellings lens tot een miniscuul klein gaatje, waardoor zij hun le ven lang blijven staren en waarvoor slechts het beeid van één levensdetail voortdu rend wordt belicht. Wat is daaraan te doen? Ik zag een beeldschone jon gedame met een edelgewelfd voorhoofd en een heldere blik, geflankeerd door twee welge schapen en uitgeslapen jonge mannen, op een café-terras. Zij genoten ogenschijnlijk van een zwoele zomeravond en van elkanders gezelschap doch later bleek dat deze twee jonkers hopeloos leden aan Unilateralismus Motoris. Hun gesprek kaatste heen en weer voor het beeldschone gelaat van hun gezelschapsdame, die zwijgend voor zich uitkeek. De discussie ging over moto ren en auto's. Een regen van termen spoelde over het ter rastafeltje heen en weer; zui gers, kopkleppen, grafietolie, bobine, cardan, contactpunten, kaarsen, paardekrachten en cylinders ratelden in een niet te stuiten overvloed neer in de warme avondlucht. Elke voorbijsnorrende vierwieler werd getaxeerd, gecritiseerd, gemerkt, uiteengeschroefd en ineen gezet. En het meisje met het edele, intelligente voorhoofd zweeg. Zij dacht wellicht aan de ro mantische dingen waarvan meisjes zomers dromen of aan de geheimen van de kunst achter de gevels van het mu seum aan de overkant. Of misschien verveelde zij zich alleen maar. Haar schoonheid leek vespild aan deze twee ge bruinde automoertjesverza- melaars, die meenden dat de wereld wordt voortbewogen door een zes cylinder-kop- klepper. En toen zei het meisje: „De M.G. van Jaap is een beetje staartlastig". De bacil dringt zich overal in ook in de ruimten achter edele voorhoofden. Artistiek begaafden rafelen toneelstuk ken uit en kunnen nergens anders over praten. Belezen intellectuelen kiezen een ro mangenre en praten daar hun verder leven over. Voetbal- liefhebbbers zien de wereld als een enorm groen veld met een bal en tweeëntwintig kan. senverknoeiers. Juristen dwa len door de jungle der wetten en vrezen de rand van het bos zozeer, dat zij zich telkens nieuwe dwaalwegen kappen in de du>;temis. De zeevaren den beschouwen de aardbol als een grote kogel die op de zeeën drijft. De soldaat ziet het leven als een arsenaal met loopgangen erin, waar minde ren meerderen groeten. De professor doceert zijn vak en weet niet hoe een komkom mer er van binnen uitziet. De krantenman ziet het leven als een plat vlak, verdeeld in ko lommen. De dokter leeft in een pakhuis van ziekten. De zakenman ziet de wereld als het verschil tussen aankoop en verkoop. Het was allemaal niets, wanneer de bacil hen niet dwingen zou, er altijd hardop over te praten. We zouden een vaccin moe ten vinden, waarmede we de mensen zouden kunnen terug brengen tot een gezuiverde simpelheid van denken en combineren. Tot een inzicht in de eenvoudige stelling, dat alle verschijnselen, vaardig heden, kunsten en activitei ten op de wereld op zichzelf geen enkel doel hebben, doch in wisselwerking met elkaar dat gigantische bouwwerk dei- cultuur optrekken, waarin we de mogelijkheden vinden om te doen wat ons gegeven is te doen. Het is betreurenswaardig, dat ons steeds sterker de mo gelijkheid ontnomen wordt de dingen in hun betrekkelijk heid te zien en alles, wat wij allen samen doen, terug te brengen in het grote verband. Opdat de conversatie wat interessanter wordt en wij elkander niet meer onderste boven praten van het zadel onzer stokpaarden uit, doch ruimte geven aan de frisse stromen nieuw leven, die ieder dag opnieuw over de woestijnen van gewoonten en sleur worden uitgestort. J.L. Oud zeer De wetenschap heeft ons leven weer verhelderd. Wij hebben altijd verkeerd gedacht van Mien. Wij lazen dat de va kantiemens inplaats van, zoals de toeris tische waan dat wil, eenzaamheid te zoe ken, bos en beemd in te stormen en óp te gaan in de vrije ruimten, veul liever lekker op een kluitje zit langs de rand van drukke verkeersaders, in de buurt van uitkijkto rens en langs bosranden. Veul liever! On derzoekingen hebben dat aangetoond. Men zit veel liever langs de bosrand met zijn Mien en de kinders dan in het woud. Ook de vlakte trekt niet. En wat nu zo interes sant is: dat stamt nog uit onze o e r d a g en. Toen wij allen, gij en ik en-Mien en Joop en de heer Hofstra nog Neanderthalers waren met gekke koppies en de tanden- vooruit. En wij in die bossen de naarste en gevaarlijkste dingen hadden te ver duren. Bijvoorbeeld met de saurussen. En dat nu is er de reden van dat Mien wan neer zij door een bos loopt, tekenen van onrust vertoont en dat zij zich min of meer de nagels bijt. Dat zij snel om zich heen blikt en geneigd is tot onverhoeds hijgerig en nerveus gelach, deze Mien. Dan, zo weten wij nü, roert zich het Neandertha- lertje in haar met zijn apekopje en brult en brult van oerangsten; wetenschappelijk bezien is het ook heel simpel. Maar, weet u nu, wat wij altijd gedacht hebben van Mien als zij zo onzeker werd in het woud? Zullen wij dat eens vertellen? Wij dachten dat die eigenaardige angst van Mien in het woud iets te maken had met jeugdtrauma's; hoe vindt gij dat? Gij weet wat jeugdtrauma's zijn. Bijvoorbeeld: Mien loopt als ding van zeventien door het bos en, daar opeens springt een pekzwarte snoodaard met kwade bedoelingen uit het onderhout en grijpt naar haar; kan toch. Zij echter ont vlied hem, die prille Mien en hij hijgt haar achterna en zij gilt met heel dat blanke strotje (van toen) zodanig dat de boswachter er in zijn schilderachtige huis je van van de stoel valt, het geweer van de muur trekt, de gevederde hoed op de slapen drukt en geducht naar buiten stapt. Kortom: hij redt haar. Maarnu zit er iets lil lij k s in zo'n jong meisje. Dat zit er en dat gaat er, te bliksem, niet meer uit ook. Dat koekt. Daar moet gij de psychiaters maar eens over zien zitten lachen in hun vuistje bij hun praatdivans. Vaak gaan zij zingend door het huis en, beneden bij de koffie, glimlacht moeder-psychiater stil bij de woorden van haar gade's lied: Het zit er en het gaat er, te bliksem, noooiit meeeer uiuiut!" En soms, vraag maar aan de ouders van Mien, schreeuwt zij dusdanig krachtig in haar slaapje dat het behang van haar maagdekamertje ervan scheurt. Want, mensen, dan sluipt weer die gemene moor zwarte rakker door haar onderhout en grijpt naar haar... Dat nu is, in enkele wetenschappelijk-nuchtere woorden, een trauma, lezer. En nu hebben wij, eerlijk gezegd, altijd geloofd dat het bij Mien zo'n trauma was. Dat zij, vanwege die boze herinnering niet in een bos durfde lopen. Even hebben wij ook gedacht: wellicht zijn het de biesten, de insectiden, de kruiperds, de voélsprie- ters, de kriebelaars, de kevelaars, de tip pelaars, de spinnen. Maar dat was ver keerd gedacht want gfë weet immers dat juist Mien bij de schoonmaak in de schuur persoonlijk en met blote hand knoeperds Pan spinnen dooddrukt; de biesten zijn het niet. Nu echter weten wij: het zijn de saurussen nog steeds. Uit de oertijd. Die doen Mien de bosrand verkiezen en de berm van verkeersaders. Want als gij Mien praat over moorzwerte engerds uit het onderhout, dan lacht zij u hartelijk uit. „Laat ze maar ópkomme", zegt Mien dan dikwijls. Duif ADVERTENTIE ƒ5.50 per fles. Telefoon 10717 Kinderhuisvest 47-51 LONDEN (UP) Radio-Moskou heeft in een uitzending in de Deense taal een felle aanval gericht op Denemarken, dat raket wapens van de Verenigde Staten wil ko pen. Denemarken heeft het recht de wa pens te kiezen waarmee het zich wil ver dedigen, aldus radio-Moskou, maar in de rede van de Deense minister van Oorlog tot het parlement kwamen zinsneden voor die te denken geven. Minister Hansen zei, volgens radio-Moskou, dat uitstel van het aanvaarden van het Amerikaanse aanbod gelijk zou staan met het verlies van Ame rikaanse hulp. Het Amerikaanse aanbod is zoiets als „je geld of je leven", zo zei radio-Moskou, met dit verschil, dat een rover zijn slachtoffer in den regel in leven laat, als hij het geld heeft. Het is niet zo zeker dat Denemarken zijn leven niet gaat verliezen als het doet wat Amerika wil. „Het gaat niet om de verdediging van Denemarken", zo verklaarde radio-Mos kou, „want de Amerikaanse regeringslei ders zouden niet hebben aangedrongen op de aanvaarding van de raketwapens, als deze niet zouden passen in hun eigen plannen". „Amerika heeft nog wel geen kern ladingen voor de raketwapens aange boden, maar dat zegt niet veel. In geval van oorlog zullen de NAVO-bondgenoten zonder twijfel de moderne wapens op Deens grondgebied gebruiken op de wijze die hun het best past".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 5