FILM EN JEUGDcongres over
problemen en schijnproblemen
BOUILLON
<:PraatótoeL
Ziekte
NAAIMACHINES
Van dag tot dag
Twee satellieten
Buitenlandse beroemdheid in Nederland
35 ct per dubbel tablet
Filmen: 'n kwestie
van geld
i
„DE ZYLPOORT"
L
éNGEL, Gr. Houtstr. 181, Tel. 14444
Rijksgarantie voor
woningbouwleningen
Dame en haar schoonzoon
van balkon gevallen
Kort nieuws
FILMWEEK IS ALS HET WEER: VERANDERLIJK
„ROSE BERND": COMPROMIS VAN STAUDTE
van kostelijk vlees
voor krachtiger soep!
Op de
SHERRY
van Beaufort
Radio-Moskou reageert fel
op Deens defensieplan:
Raketwapens dienen de
belangen van Amerika
DONDERDAG 20 JUNI 1957
r.
Op hetzelfde tijdstip dat een UNO-rap-
p0rt over de achtergronden en gevolgen
van de Hongaarse opstand voor publicatie
is vrijgegeven, arriveert de r.-k. primaat
van Polen, kardinaal Wyzinsky, in War
schau temidden van een enthousiaste men
senmassa. Hij is in Rome geweest en heeft
met de paus de problemen der r.-k. kerk
in Polen besproken. De Poolse noch de
Russische regering heeft deze religieuze
leider van het Poolse volk iets in de weg
gelegd op zijn tocht naar het Vatikaan, of
schoon voor de hand lag dat de kardinaal
bij zijn gesprek met de leider der r.-k.
christenheid de politieke ontwikkelingen
in Polen en in de wereld niet onbesproken
zou kunnen laten. Het communistische re
giem in Polen, dat zich onder Gomoelka
enigszins van de Russische voogdij heeft
weten te bevrijden, kan in Wyszinsky moei
lijk een medestander zien. Men kent zijn
invloed op het Poolse volk, dat in meer
derheid. trouw katholiek is, en men weet
hoe het Vatikaan in het communisme in
elk communisme een anti-religieuze en
dus principieel verwerpelijke levensbe
schouwing ziet, die niet te combineren
valt met de katholieke overtuiging.
Desalniettemin is kardinaal Wyszinsky
een ovatie ten deel gevallen, die ongestoord
hulde bracht aan de teruggekeerde gees
telijke leider en in feite een openlijke de
monstratie tegen de communistische staats
idee werd, ook al geschiedde dat op orde
lijke en volkomen vreedzame wijze.
Wellicht dankt Polen aan dit vreedzame
en ordelijke betogen en aan zijn geweld
loze demonstraties tegen datgene wat het
nadrukkelijk afwijst, de betrekkelijke vrij
heid die het zich verworven heeft in een
tijd, waarin Hongaren bij honderdtallen
werden neergemaaid en onder tanks ver
pletterd ofschoon deze Hongaren bij het
begin van hun opstand hetzelfde doel voor
ogen heeft gestaan als de Polen: namelijk
zo vrij mogelijk te worden.
„Zo vrij mogelijk" is voor Polen een
praktische formule gebleken voor Hon
garije een bloedbad, eindigend in een vol
komen slavernij. Het UNO-rapport ont
hult niet, of de Russen aanvankelijk be
reid waren Hongarije een „Poolse vrijheid"
toe te staan en of zij in de waan zijn ge
raakt dat de Hongaarse ontwikkelingen de
grondvesten van het Russische communis
me zelf bedreigden. Het onthult echter wel,
dat Moskou een zeer rigoureus en koel
bloedig „Tot Hier en Niet Verder" heeft
vastgesteld en dat het ook in Polen niet
zal aarzelen, dat „Verder" met meedogen
loze hand af te hakken.
Zo balanceert de vrijheid van Polen op
de gevaarlijke rand van de afgrond, waar
in Hongarije viel. Zelfbeheersing, kalmte,
vertrouwen en geduld schragen de Poolse
vrijheid. Het is zeer de vraag of Hongarije,
na de eerste mislukking, nog een kans
maakt zover te komen dat het zijn Poolse
nabuur daarin volgen kan. En toch lijkt
daar thans zijn enige redding gelegen.
ADVERTENTIE
Alle merken. du6 ruime keuze
(Van onze Kamerverslaggever)
De gemeenten in ons land hebben als
gevolg van de algemene schaarste aan ka
pitaal thans grote moeilijkheden met de
financiering van de woningbouw. Minister
Hofstra heeft echter de grote institutionele
beleggers (levensverzekeringmaatschap
pijen, pensioenfondsen) bereid gevonden
voor de woningbouw 650 miljoen gulden
te lenen aan de Bank voor Nederlandse
Gemeenten. Zy vroegen daarvoor een
rijksgarantie en gistermiddag heeft de
Tweede Kamer besloten deze garantie te
verlenen.
De heer Van Leeuwen (V.V.D.)
bad nogal bezwaren tegen het renteper
centage. maar in het algemeen betuigde
men instemming met de lening.
Minister Hofstra merkte op, dat
hiermee de moeilijkheden van de gemeen
ten nog niet zijn overwonnen. De ver
deling van gelden op de basis van hetgeen
er in het verleden is gebouwd, is niet ge
heel bevredigend, maar er is 62 miljoen
gereserveerd om de plooien glad te
strijken.
Het gebrek aan kapitaal is een gevolg
van de overbesteding. Een definitieve op-
lossing is dus slechts mogelijk door het
herstel van het evenwicht tussen vraag
cn aanbod op de kapitaalmarkt. Voor wo
ningen is het geld alleen te vinden als men
het onttrekt aan andere sectoren van het
maatschappelijk leven. Van een volstrekte
voorrang voor woningbouw kan daarom
geen sprake zijn, want er is ook geld no
dig voor wegen, havens, onderwijs enz.
Met de heer Van Leeuwen was minister
Hofstra het eens, dat- in beginsel alles, en
dus ook een woning, zijn eigen prijs moet
°pbrengen.
Op de vraag van de heer Venverloo
fP-v.d.A.) of de regering het verschil voor
het hogere rentepercentage voor haar re
kening wil nemen, opdat de woningen niet
te duur worden, wilde minister Hofstra
niet direct positief antwoorden. Indien
nchteraf blijkt, dat het rentepercentage in
het algemeen daalt en de huur van een
deel der woningen in ons land uitsteekt bo
ven de rest als gevolg van het thans zo
hoge rentepercentage, valt er misschien
°ver te praten. Eerst moeten we maar
eens afwachten hoe het verder met de
rente loopt, zei de minister.
Haarlem geniet voor een week de be
langstelling van een kleine opleidings
eenheid van de Britse marine. Zij
bestaat uit de snelle patrouillevaartui
gen Hms „Bold Pathfinder" en Hms
„Dark Hero" en het kustbewakings
vaartuig Hms „Ickford". De foto toont
de drie schepen bij hun aankomst tus
sen de Melkbrug en de Gravestenen-
brug in Haarlem.
Een 46-jarige dame en haar schoonzoon,
woonachtig aan de Amsterdamse vaart in
Haarlem-oost. hebben woensdagmiddag een
val van een vier meter hoog balkon gemaakt.
Beide personen vielen eerst op een tuinhek
en toen op de stenen. De vrouw liep een
hoofdwond op en vermoedelijk een rechter
schouderfractuur. Zij is in het Diaconessen-
huis opgenomen. Haar schoonzoon ondervond
weinig nadelige gevolgen van de val. Na in
het Diaconessenhuis te zijn behandeld, kon
hij naar huis terugkeren.
De dame en haar schoonzoon hadden op
het balkon met de bewoners van het bene
denhuis staan praten. Door een misstap ver
loor de dame haar evenwicht, zij viel tegen
het hek van het balkon, dat bezweek. In
haar val greep de dame haar schoonzoon
vast. deze kon zich niet staande houden en
beiden tuimelden naar beneden.
Samenwonen. In een woning aan de
Bilderdijkstraat in Don Haag kreeg de 52-
jarige hoofdbewoonster ruzie over het ge
bruik van de keuken met een inwonend 20-
jarig meisje. De hoofdbewoonster goot een
pan met kokende water leeg op het hoofd
van haar medebewoonster, die daardoor
ernstige brandwonden aan hals, schouder,
rug en armen kreeg. De hoofdbewoonster is
door de politie aangehouden.
DE HAAGSE FILMWEEK vertoonde woensdag opnieuw een ander gezicht. Wat dat
betreft is ze net als het weer: veranderlyk. Het voordeel is duidelyk. Al die afwisse
lende aspecten maken het schryven lichter. Daarom ditkeer niet direct de aandacht
gevestigd op nieuwe films, welke woensdag werden geïntroduceerd, maar ons naar
het Haags Gemeentemuseum begeven om de activiteiten gade te slaan van het insti
tuut „Film en Jeugd". Wie twyfelt aan het belang dezer instelling doet zichzelf te
kort. De gemeente Haarlem bijvoorbeeld heeft er zichtbare relaties mfee. Enige jaren
geleden heeft de gemeente zich als lid van het instituut gemeld en gisteren troffen wy
de wethouder van onderwijszaken, de heer D. J. A. Geluk, als toeschouwer bij de
congresdag, die ook werd bijgewoond door leden van zyn staf. Wanneer men voorts
bedenkt, dat in Haarlem een actieve commissie voor de filmische vorming van de
schooljeugd zetelt, die ieder schooljaar een aantal filmvoorstellingen organiseert, dan
begrijpt men, dat wy welbewust voorrang verlenen aan het probleem film en jeugd.
IS HET WEL een probleem? Ik moet
eerlijk zeggen, dat ik wel eens het gevoel
heb f wij de problemen maken waar ze
niet zijn. Dat geldt dan vooral voor de
categorie jongeren tussen zes en tien, de
hevig enthousiasten voor iedere filmvoor
stelling, welke een of ander schoolfeest
begeleidt. In feite gaat het nu om twee
dingen: moet men de
filmische vorming al
zo vroeg beginnen, en
vervolgens: kan men
er wel zo vroeg mee
beginnen. Want er is
haast geen repertoire.
Ik herinner mij, dat
ik in de leeftijd tus
sen zes en tien alle
films mooi vond. Ik
was alleen maar bang,
dat tijdens de voorstelling een of ander
technisch mankement de zitting zou op
heffen. Want dat gebeurde wel eens. Moe
ten we ons nu gaan beraden over de vraag
of het wel goed is voor een kind tussen
•zes en tien alle films mooi te vinden? Is
het nodig dan reeds een zekere esthetische
ontwikkeling te cultiveren? Het lijkt me
niet. De film is dan in haar verschijnings-
hoedanigheid zo'n gebeurtenis, dat er van
critische criteria geen sprake is. Is het niet
heerlijk om eens alles mooi te kunnen en
mogen vinden? Na het tiende jaar wordt
het anders. Dan is het kind gerijpt Voor
die criteria. Maar ook dan doet zich de
moeilijkheid voor, dat er maar bitter wei
nig films zijn, die beantwoorden aan de
minimale eisen welke men er aan mag
stellen. Het instituut „Film en Jeugd"
tracht zulke films op te sporen. Het be
studeert de relatie tussen de behoefte van
de jeugd en de wijze waarop de film eraan
voldoet. Het gaat de invloed na van de film
op de ieugd. Dat zijn behartenswaardige
zaken, waarvan het belang wel door nie
mand ontkend zal worden. Het gevaar blijft,
dat men bij alle problematiek het kind
vervangt door de volwassen mens. Een
ander gevaar, dat van een primitieve aan
pak der inderdaad aanwezige problemen,
schijnt ons wel bezworen te zijn.
WANT DAT moet ik toch wel vaststellen:
de start van het instituut „Film en Jeugd"
is niet bepaald indrukwekkend geweest.
Men haalde de wetenschapsmensen en dan
vooral de psychologen weliswaar snel bin
nen de gelederen, maar wat zij aan de ene
kant volstrekt verstonden: hun vak, ble
ken zij aan de andere kant soms helemaal
niet te doorzien: de film. Getuige evenwel
de laatste ontwikkelingen is men nu op
de goede weg. En de bijeenkomst van
woensdag had dan ook een praktisch-ef-
fectief karakter. In de ochtenduren kon
den we kennismaken met een tweetal
tekenfilms en een amateurspeelfilm.
's Middags vertoonde men een aantal films
van Engelse origine, de zogenaamde „ci-
vic-films", die de werkzaamheid van
openbare instellingen verklaren en toe
lichten. Over de waarde der vertoonde
werken in de ochtend kan men van me
ning verschillen. Ik geloof, dat het er wei
nig toe doet, omdat zij in ieder geval geen
specimina waren van inferieure filmmake
lij. Het amateurfilmpje viel kennelijk bin
nen de begrenzing voor kinderen tussen de
zes en tien. Het vormt dan wel geen pro
paganda voor de filmvorm, maar het
doet het om zijn inhoud heel redelijk.
En, gelijk men heeft kunnen lezen,
acht ik de filmvorm nog geen pro
bleem voor kinderen op die leeftijd. De
„civic-films" hebben een zeer praktisch
rendement. Deze wijze van instructie is
beslist aanbevelenswaardig. Ook zou ik
hier een naam tersprake willen brengen
van een man, die onderwerpen als deze
met een zuiver oog voor de filmschoon
heid al jaren geleden heeft behandeld:
Caval Canti. Men denke eens aan zijn
films voor de Britse P.T.T. Wat voor mij
de grote winst was van deze openbare bij
eenkomst ter gelegenheid van de film-
week was de bevestiging van het vermoe
den, dat het instituut „Film en Jeugd"
thans een vastomlijnd programma af
werkt, waarbij men minder op goed ge
luk experimenteert en men het meer zoekt
ADVERTENTIE
Ze is heel erg bekend en ze komt uit Zwit
serland. Ze zegt geen woord, maar ze doet des
te meer. Wilt u kennis met haar maken? Dat
kan. Heel graag zelfs. Want deze beroemd
heid doet niets liever dan ook u, Neder
landse huisvrouw, demonstreren hoe vlug en
handig zij iets heerlijks bereidt. In uw eigen
keuken maakt ze voor u in een oogwenk de
allerfijnste soepen, sausen, ragouts en noemt
u maar op. Slechts met behulp van kokend
water. U hebt haar naam natuurlijk al ge
raden: Knorr Bouillon. Met één dubbel
tablet, maakt u in twee tellen een hele liter
zuivere bouillon. Sprankelende bouillon, ge
trokken van kostelijk rundvlees en uitge
zochte groente: vakkundig afgemaakt met
lichte kruiden en wat zout. De ideale „basis"
voor alles wat fijn-pikant moet zijn! Als extra
hulp biedt Knorr u nog een leuk geïllustreerd
boekje aan, met 17 praktische vlug-klaar
recepten: alle met die parelende Knorr bouil
lon als smaakverfijner. U kunt het zó aan
vragen: sluit een postzegel van 10 ct, met uw
naam en adres, in een gefrankeerde envelop
en adresseer: Knorr, Postbus 1700, Amster
dam. U ontvangt het Knorr boekje dan thuis.
ZES JAAR LANG is Wolfgang Staudte
in West-Duitsland persona non grata ge
weest, van het ogenblik af, dat hij in Oost-
Duitsland de film „Der XJntertan" had ge
maakt. Met „Rose Bernd" is nu de ban
verbroken. Of Staudte echter zelf erg te
vreden is over deze film? Hij formuleert
zijn antwoord voorzichtig. Hij had er
rekening mee te houden, dat hij een gun
stig klimaat moest scheppen voor zijn
terugkeer in west-Duitsland. Hij had ook
te maken met zijn opdrachtgevers. „Fil
men", zo zegt hij, „is een kwestie van geld.
Ik maak geen film beneden de miljoen
mark. Toen mij de gelegenheid werd ge
boden Hauptmann te verfilmen, wiens
werk steunt op een grote populariteit naast
een historisch artistieke faam, heb ik ge
meend die kans aan te moeten grijpen. Ik
kreeg Maria Schell in de hoofdrol. Men
weigert zo'n film niet. „Rose Bernd" heeft
mij weer in de Westduitse fïlmproduktie
gebracht. Ik zat vast aan een film, waar
mee ik ook het publiek achter mij kreeg.
De artistieke normen zijn, gezien mijn
situatie, niet zo primair als ze eigenlijk
moeten zijn". Van diezelfde situatie uit
moet men ook zijn volgende werk zien. zo
betoogt hij. Maar één ding wil hij beslist:
de morele norm handhaven. In de ethische
zin moet het hem voorgelegde scenario in
ieder geval goed zijn. Hij wenst niet, dat
de oprechte menselijkheid in het gedrang
komt. Met een felle aanval op de zijns in
ziens oppervlakkige grofheid van een in
het voorprogramma van woensdagavond
vertoonde tekenfilm onderstreept hij zijn
betoog. De menselijkheid voorop! Over het
compromis met de esthetische vorm laat
hij zich liever maar niet verder uit, maar
men kan het hem aanzien, dat hij er zelf
niet bijster mee in zijn schik is
P. W. Franse
Vervaardigd ondor llconti* en controle *on Knorr A.G. Thoyngen Zwltserlond. door Monda N.V. Brussel.
in de verantwoorde voorlichting zonder
de allure aan te nemen van de enige te
zijn die het weet.
EN NU TERUG NAAR de filmver
toningen op deze dag. Het doorgezaagde
weesmeisje zou het wellicht bestaan, maar
uw verslaggever kon zich niet in twee
helften delen en ook nog de middagver
toning in Metropool Tuschinsky bijwonen.
De lezer blijft hij derhalve het oordeel
schuldig over de film „Pepote, kind van
de straat" van Ladislao Vadja, met in de
hoofdrol de kleine Pableto Calvo, die ook
in Vadja's „Marcellino, brood en wijn" een
belangrijke rol vervulde. Dat geeft dan
wel gelegenheid iets uitvoeriger te schrij
ven over wat ons 's avonds werd gepre
senteerd: de filmbewerking van Gerhard
Hauptmann's „Rose Bernd" onder regie
van Wolfgang Staudte. Moet Staudte nog
worden voorgesteld? Ter verfrissing van
uw geheugen: hij is de maker van de
sterke film „Der Untertan" en hij hielp
Nederland aan een prijs op de Biënale in
Venetië met zijn regie van „Ciske de Rat".
Over zijn Hauptmann-bewerking kan ik
helemaal niet in geestdrift raken. Het stuk
is naar onze tijd verplaatst. Het heeft er
allerminst aan waarschijnlijkheid door
gewonnen. Men blijft zitten kijken tegen
de pure misère van een fris dienstertje, dat
door haar heerboer wordt verleid, in ver
wachting raakt en om de schijn van haar
eerbaarheid te redden zal trouwen met
een man, die zij niet liefheeft. Een kraan
machinist werft eveneens om haar gunst
en neemt die als ze hem niet wordt ge
schonken. Onder een brug in de sneeuw
brengt Rose Bernd haar kind ter wereld.
Het sterft. De man, die haar liefheeft, laat
haar nu niet in de steek. Met zijn belofte
van bescherming eindigt de zwaardrama-
tische historie. Men kan Staudte de eer
nageven, dat hij de dramatiek aanmerke
lijk heeft verzacht, maar veel meer niet.
Het is en blijft een drakerige geschiedenis.
Zelden is er een aanrakingspunt met de
werkelijkheid, die de fictie tot een nieuwe
realiteit omvormt. Behoudens enige fraaie
vondsten, vind men Staudte's markante,
persoonlijke stijl niet terug. Hij volstaat
met weer te geven. Maria Schell domi
neert in zijn film en men ontkomt niet
aan het gevoel van een zeker maniërisme.
Het is of deze „Rose Bernd" een vitamine
gebrek heeft aan inspiratie. De ogenblik-,
ken, dat men werkelijk wordt gegrepen
zijn te tellen. Het gesprek dat ik met
Wolfgang Staudte na de vertoning voerde
kan dit opzicht alleen maar bevestigen.
Neen, als representatie van de Duitse
filmkunst is „Rose Bernd" allerminst ge
lukkig. Ook al is ze in Duitsland een
enorm succes. Wordt ze dat ook in Neder
land? De publieke smaak is moeilijk te
peilen, maar mijn mening is toch onver
anderd de hierboven omschrevene.
P. W. Franse
Er is een geheimzinnige ba
cil, die de naam van Provo
cator Unilateralismus heeft
gekregen. Zij is de verwek
ster ener wijdverbreide ziek
te. die haar slachtoffers in
alle kringen, lagen en stan
den der wereldorde vindt en
waartegen geen kruid gewas
sen is. Zij besluipt de geleer
den in hun werkkamers, de
professoren op de universitei
ten. de huismoeders aan hst
fornuis, de sportslieden ou
veld en tribunes, de journa
listen aan hun schrijfmachine,
de natuurvorsers, de filosofen,
de ouden van dagen, de pries
ters en godgeleerden, de ge
neraals, de koningin, de
staatslieden, de man in de
straat.
Zij is niet dodelijk, maar
wel dodelijk vervelend.
De Provocator Unilateralis-
mus vertroebelt en vernauwt,
het bewustzijn, beperkt het
onderscheidingsvermogen en
bezorgt de lijder nauwelijks
merkbare trauma's, die op
den duur echter ongeneeslijk
blijken. En aangezien de pa
tiënten vrij blijven rondlopen
en langzamerhand in de
meerderheid komen, wordt
het wereldbeeld door hen be
heerst en begint de opvatting
te gelden, dat iemand zonder
Unilateralismus een abnor
maal mens is.
Dat is natuurlijk zorgwek
kend. De definitie van nor
maal en abnormaal wordt
uiteraard bepaald door de
meerderheid, evenals dat het
geval is met goed en slecht
en democratisch of ondemo
cratisch. Wanneer de Provo
cator Unilateralismus niet
spoedig onschadelijk kan wor
den gemaakt, leven wij bin
nen afzienbare tijd in een
maatschappij waarin de aan
doening van Unilateralismus
als dwingende eis wordt ge
steld, zoals de pokkeninenting
vroeger conditio sine qua non
was voor toelating op de la
gere school.
Unilateralismus kan men
vertalen door: eenzijdigheid.
De mensheid is haastig bezig
te vergeten, dat zij leeft in
het middelpunt van een sa
menstel van factoren, ver
schijnselen en ontwikkelin
gen, die alle met elkander te
maken hebben en van elkan
der afhankelijk zijn. De men
sen beginnen reeds op jeug
dige leeftijd met een zo star
re, consequente specialisatie,
dat zij van het ganse rijke le
ven slechts één onderdeeltje
terdege leren kennen en de
rest over het hoofd zien. De
Provocator Unilateralismus
vernauwt hun belangstellings
lens tot een miniscuul klein
gaatje, waardoor zij hun le
ven lang blijven staren en
waarvoor slechts het beeid
van één levensdetail voortdu
rend wordt belicht.
Wat is daaraan te doen?
Ik zag een beeldschone jon
gedame met een edelgewelfd
voorhoofd en een heldere blik,
geflankeerd door twee welge
schapen en uitgeslapen jonge
mannen, op een café-terras.
Zij genoten ogenschijnlijk van
een zwoele zomeravond en
van elkanders gezelschap
doch later bleek dat deze twee
jonkers hopeloos leden aan
Unilateralismus Motoris. Hun
gesprek kaatste heen en weer
voor het beeldschone gelaat
van hun gezelschapsdame, die
zwijgend voor zich uitkeek.
De discussie ging over moto
ren en auto's. Een regen van
termen spoelde over het ter
rastafeltje heen en weer; zui
gers, kopkleppen, grafietolie,
bobine, cardan, contactpunten,
kaarsen, paardekrachten en
cylinders ratelden in een niet
te stuiten overvloed neer in
de warme avondlucht. Elke
voorbijsnorrende vierwieler
werd getaxeerd, gecritiseerd,
gemerkt, uiteengeschroefd en
ineen gezet.
En het meisje met het edele,
intelligente voorhoofd zweeg.
Zij dacht wellicht aan de ro
mantische dingen waarvan
meisjes zomers dromen of
aan de geheimen van de kunst
achter de gevels van het mu
seum aan de overkant. Of
misschien verveelde zij zich
alleen maar. Haar schoonheid
leek vespild aan deze twee ge
bruinde automoertjesverza-
melaars, die meenden dat de
wereld wordt voortbewogen
door een zes cylinder-kop-
klepper.
En toen zei het meisje: „De
M.G. van Jaap is een beetje
staartlastig".
De bacil dringt zich overal in
ook in de ruimten achter
edele voorhoofden. Artistiek
begaafden rafelen toneelstuk
ken uit en kunnen nergens
anders over praten. Belezen
intellectuelen kiezen een ro
mangenre en praten daar hun
verder leven over. Voetbal-
liefhebbbers zien de wereld
als een enorm groen veld met
een bal en tweeëntwintig kan.
senverknoeiers. Juristen dwa
len door de jungle der wetten
en vrezen de rand van het bos
zozeer, dat zij zich telkens
nieuwe dwaalwegen kappen
in de du>;temis. De zeevaren
den beschouwen de aardbol
als een grote kogel die op de
zeeën drijft. De soldaat ziet
het leven als een arsenaal met
loopgangen erin, waar minde
ren meerderen groeten. De
professor doceert zijn vak en
weet niet hoe een komkom
mer er van binnen uitziet. De
krantenman ziet het leven als
een plat vlak, verdeeld in ko
lommen. De dokter leeft in
een pakhuis van ziekten. De
zakenman ziet de wereld als
het verschil tussen aankoop en
verkoop.
Het was allemaal niets,
wanneer de bacil hen niet
dwingen zou, er altijd hardop
over te praten.
We zouden een vaccin moe
ten vinden, waarmede we de
mensen zouden kunnen terug
brengen tot een gezuiverde
simpelheid van denken en
combineren. Tot een inzicht
in de eenvoudige stelling, dat
alle verschijnselen, vaardig
heden, kunsten en activitei
ten op de wereld op zichzelf
geen enkel doel hebben, doch
in wisselwerking met elkaar
dat gigantische bouwwerk dei-
cultuur optrekken, waarin we
de mogelijkheden vinden om
te doen wat ons gegeven is
te doen.
Het is betreurenswaardig,
dat ons steeds sterker de mo
gelijkheid ontnomen wordt de
dingen in hun betrekkelijk
heid te zien en alles, wat wij
allen samen doen, terug te
brengen in het grote verband.
Opdat de conversatie wat
interessanter wordt en wij
elkander niet meer onderste
boven praten van het zadel
onzer stokpaarden uit, doch
ruimte geven aan de frisse
stromen nieuw leven, die
ieder dag opnieuw over de
woestijnen van gewoonten en
sleur worden uitgestort.
J.L.
Oud zeer
De wetenschap heeft ons leven weer
verhelderd. Wij hebben altijd verkeerd
gedacht van Mien. Wij lazen dat de va
kantiemens inplaats van, zoals de toeris
tische waan dat wil, eenzaamheid te zoe
ken, bos en beemd in te stormen en óp te
gaan in de vrije ruimten, veul liever lekker
op een kluitje zit langs de rand van drukke
verkeersaders, in de buurt van uitkijkto
rens en langs bosranden. Veul liever! On
derzoekingen hebben dat aangetoond. Men
zit veel liever langs de bosrand met zijn
Mien en de kinders dan in het woud. Ook
de vlakte trekt niet. En wat nu zo interes
sant is: dat stamt nog uit onze
o e r d a g en.
Toen wij allen, gij en ik en-Mien en Joop
en de heer Hofstra nog Neanderthalers
waren met gekke koppies en de tanden-
vooruit. En wij in die bossen de naarste
en gevaarlijkste dingen hadden te ver
duren. Bijvoorbeeld met de saurussen. En
dat nu is er de reden van dat Mien wan
neer zij door een bos loopt, tekenen van
onrust vertoont en dat zij zich min of meer
de nagels bijt. Dat zij snel om zich heen
blikt en geneigd is tot onverhoeds hijgerig
en nerveus gelach, deze Mien. Dan, zo
weten wij nü, roert zich het Neandertha-
lertje in haar met zijn apekopje en brult
en brult van oerangsten; wetenschappelijk
bezien is het ook heel simpel.
Maar, weet u nu, wat wij altijd gedacht
hebben van Mien als zij zo onzeker werd
in het woud? Zullen wij dat eens vertellen?
Wij dachten dat die eigenaardige angst van
Mien in het woud iets te maken had met
jeugdtrauma's; hoe vindt gij dat? Gij weet
wat jeugdtrauma's zijn.
Bijvoorbeeld: Mien loopt als ding van
zeventien door het bos en, daar opeens
springt een pekzwarte snoodaard met
kwade bedoelingen uit het onderhout en
grijpt naar haar; kan toch. Zij echter ont
vlied hem, die prille Mien en hij hijgt
haar achterna en zij gilt met heel dat
blanke strotje (van toen) zodanig dat de
boswachter er in zijn schilderachtige huis
je van van de stoel valt, het geweer van
de muur trekt, de gevederde hoed op de
slapen drukt en geducht naar buiten stapt.
Kortom: hij redt haar.
Maarnu zit er iets lil lij k s in
zo'n jong meisje. Dat zit er en dat
gaat er, te bliksem, niet meer uit ook.
Dat koekt. Daar moet gij de psychiaters
maar eens over zien zitten lachen in hun
vuistje bij hun praatdivans. Vaak gaan zij
zingend door het huis en, beneden bij de
koffie, glimlacht moeder-psychiater stil
bij de woorden van haar gade's lied: Het
zit er en het gaat er, te bliksem, noooiit
meeeer uiuiut!"
En soms, vraag maar aan de ouders van
Mien, schreeuwt zij dusdanig krachtig in
haar slaapje dat het behang van haar
maagdekamertje ervan scheurt. Want,
mensen, dan sluipt weer die gemene moor
zwarte rakker door haar onderhout en
grijpt naar haar... Dat nu is, in enkele
wetenschappelijk-nuchtere woorden, een
trauma, lezer.
En nu hebben wij, eerlijk gezegd, altijd
geloofd dat het bij Mien zo'n trauma was.
Dat zij, vanwege die boze herinnering niet
in een bos durfde lopen. Even hebben wij
ook gedacht: wellicht zijn het de biesten,
de insectiden, de kruiperds, de voélsprie-
ters, de kriebelaars, de kevelaars, de tip
pelaars, de spinnen. Maar dat was ver
keerd gedacht want gfë weet immers dat
juist Mien bij de schoonmaak in de schuur
persoonlijk en met blote hand knoeperds
Pan spinnen dooddrukt; de biesten zijn
het niet. Nu echter weten wij: het zijn de
saurussen nog steeds. Uit de oertijd. Die
doen Mien de bosrand verkiezen en de
berm van verkeersaders. Want als gij Mien
praat over moorzwerte engerds uit het
onderhout, dan lacht zij u hartelijk uit.
„Laat ze maar ópkomme", zegt Mien dan
dikwijls.
Duif
ADVERTENTIE
ƒ5.50 per fles.
Telefoon 10717
Kinderhuisvest 47-51
LONDEN (UP) Radio-Moskou heeft in
een uitzending in de Deense taal een felle
aanval gericht op Denemarken, dat raket
wapens van de Verenigde Staten wil ko
pen. Denemarken heeft het recht de wa
pens te kiezen waarmee het zich wil ver
dedigen, aldus radio-Moskou, maar in de
rede van de Deense minister van Oorlog
tot het parlement kwamen zinsneden voor
die te denken geven. Minister Hansen zei,
volgens radio-Moskou, dat uitstel van het
aanvaarden van het Amerikaanse aanbod
gelijk zou staan met het verlies van Ame
rikaanse hulp. Het Amerikaanse aanbod is
zoiets als „je geld of je leven", zo zei
radio-Moskou, met dit verschil, dat een
rover zijn slachtoffer in den regel in leven
laat, als hij het geld heeft. Het is niet zo
zeker dat Denemarken zijn leven niet gaat
verliezen als het doet wat Amerika wil.
„Het gaat niet om de verdediging van
Denemarken", zo verklaarde radio-Mos
kou, „want de Amerikaanse regeringslei
ders zouden niet hebben aangedrongen op
de aanvaarding van de raketwapens, als
deze niet zouden passen in hun eigen
plannen".
„Amerika heeft nog wel geen kern
ladingen voor de raketwapens aange
boden, maar dat zegt niet veel. In geval
van oorlog zullen de NAVO-bondgenoten
zonder twijfel de moderne wapens op
Deens grondgebied gebruiken op de wijze
die hun het best past".