Een olifanten jacht is geen kinderspel
TOVEREN
met televisiedecors
VERTROUW HET
MANNETJE
NOOIT VERDER
DAN Z'N SLURF
LANG IS...
Optisch bedrog
In hoog tempo
Erbij
Bullenkolder
Onvergetelijk schouwspel in
het noorden van Thailand
Toneelgroep Arena speelt
meer klassieke stukken
ZATERDAG 22 JUNI 1957
PAGINA DRIE
OLIFANTEN zijn fascinerende dieren.
Na de apen vormen zy, in alle dieren
tuinen der wereld, de voornaamste at
tractie en dat niet alleen voor de lie
ve jeugd. Legio volwassenen waar
onder diverse zeer hooggeplaatsten
worden ook uitermate geboeid door dit
machtige dier, dat voor hen als het
ware het symbool van de oerkracht der
natuur is. Prins Bernhard bijvoorbeeld
is trots op de grote collectie in zijn
werkkamer op Soestdijk van daar bij
eengebrachte olifantenbeeldjes.
Maar zo verslingerd aan de dikhui
den als het tweetal B. Bruins en C. van
Doorn zijn er toch maar weinigen. Deze
twee Rotterdammers de een is jour
nalist, de ander een professionele dier
gaardeman bespieden nu al jaren
lang Jumbo's gedragingen in Blijdorp
en in andere dierentuinen, 's Avonds
stropen zij de openbare leeszalen en
boekenrijen af naar litteratuur over hun
hobby en naar ruwe schatting heb
ben zy in de loop der jaren zo'n vijf
honderd olifantenfolianten verslonden.
Al die kennis en ervaringen hebben zy
nu samengevat in een lijvig boek, dat
kortweg „Olifanten" heet en dat even
plezierig leest als een vlot romannetje.
Het is in feite ook een roman, vol pi
kante onthullingen over het intieme le
ren van de familie Olifant, haar afkomst,
zeden en gewoonten. Net als by de men
sen, zijn ook hier de mannetjes de on
betrouwbaarste en lastigste sujetten,
want hoe goedaardig zo'n heerschap er
ook uitziet, op een kwade dag kan hij
opeens de slurf in de wind gooien en
amok lopen. Dan verandert de goeiige,
om koekjes bedelende lobbes met een
slag in een waanzinnige moordenaar,
die niets of niemand spaart en zelfs zijn
eigen kroost of zijn trouwe oppasser
vernietigt. In het boek van de beide
Rotterdamse olifantenvrienden worden
vele van dergelijke gevallen van „bul
lenkolder" en hun bloederige gevolgen
beschreven. Hun advies: een mannetje
nooit verder vertrouwen dan zyn slurf
lang is!
EEN wijd verbeide legende wil, dat de
olifant, met de apen, de intelligentste
dieren zijn. Bruins en Van Doorn zijn
het daarmee eens, al moeten volgens
hen vele sterke verhalen over dit onder
werp naar het rijk der fabelen verwe
zen worden. Maar dit hebben zij dan
toch zelf meegemaakt: „Een olifant in
de oude Rotterdamse diergaarde zag op
een middag zijn oppasser niet op het ge
wone uur verschijnen om hem een em
mer water te geven. Het dier werd on
geduldig en probeerde de kraan te be
reiken, die anderhalve meter buiten de
balustrade stond. Hij merkte al gauw,
dat hij er niet by kon als hij bleef
staan, ging liggen, drukte zyn kop te
gen de spijlen en stak zijn slurf erdoor
heen. Ja, dat ging net. Hij pakte de
kraan en draaide die wijd open. Toen
de oppasser drie kwartier later kwam
opdagen, trof hij zijn pleegkind in een
zeer uitgelaten stemming aan. Hij sloeg
met de slurf in het water, dat al ver
scheidene centimeters hoog op de
vloer stond, spoot de muren nat en
schreeuwde van de pret, tot grote
vreugde van de toeschouwers".
Een olifant kent ook zyn rechten en
plichten. In Birma, zo vertellen de
schrijvers, worden de beesten gebruikt
bij het transport van boomstammen,
waarbij zij zich zeer ijverig en gewil
lig gedragen. Klinkt echter 's avonds
het fluitsignaal voor het einde van de
werktijd, dan werpen zij onmiddellijk
hun last neer en niets kan hun er dan
toe bewegen, deze weer op te nemen.
Dergelijke geschoolde werkolifanten, zo
vertellen de schrijvers, nemen vaak
ook een werkzaam aandeel in de op
leiding van jongere soortgenoten. Zij
treden daarbij vrij streng op en tuch
tigen soms zelfs onwillige leerlingen,
hetzij op bevel van de oppasser, maar
ook wel op eigen initiatief
BIJ DEZE enkele staaltjes uit het
boek „Olifanten" willen wij het laten.
Het is, zoals uit het voorgaande geble
ken is, fascinerende lectuur ook voor
lieden die niet, gelijk de auteurs, aan
ongeneeslijke elephantiasis leiden. Het
is bovendien een rijk verlucht en royaal
uitgevoerd boek, waarmee wy schry-
vers en uitgever D. van Sijns en
Zonen, Ro+terdam gaarne compli
menteren. Het losse omslag een af
beelding op ware grootte van een deel
van een olifantskop met een glanzend
oog in het optisch midden is een
vondst en een prima blikvanger.
H. Croesen
OLIFANTEN zijn in Thailand nog steeds talrijk. Toch
tropische land geen alledaagse invitatie. En de jacht
nog veel minder van toepassing is. Bij de jacht op
bare helper van de jager. Wie op olifanten gaat
niets. Hij moet zorgen, dat hem tamme olifanten ter
kracht en volharding der getemde exemplaren gelukt
hen te maken tot brave huisdieren en voortreffelijke
medewerkers van de mens zijn de tamme olifanten in
ger Siam geheten, reeds vele eeuwen als het „Rijk
olifant daar geldt als een heilig dier en alleen in de
echter van de „witheid" dier heilige dieren vooral
bruingeel en bovendien wat groezelig van
wone olifanten en der Thailanders kunnen zij niette
zijn albino's en zeer zeldzaam. Zodra, de bevolking
leiding om te pogen het heilige dier te vangen,
en gebruikt die meteen om enige sterke jonge man
Dan verwerft men weer goede „arbeiders" voor de
NABIJ AYUTHIA - de vroegere, stroomopwaarts van Bang
kok aan de Menam Chao Phya gelegen Thailandse hoofdstad -
hadden enige boeren een witte olifant waargenomen. Als Y.'ij
hier schrijven nabij, dan bedoelen wij: op een afstand van
minder dan honderd kilometer. Het bericht werd naar Bangkok
doorgegeven. Toen besloten enige Thailandse groten om een
jacht op dikhuiden te organiseren. Aan dit besluit dankten wij
de uitnodiging voor en het schouwspel van een olifantenjaeht.
De organisatoren van de jacht begonnen met verkenners de
wildernis in te sturen. Hun taak was het om de kudde, waartoe
de witte olifant waarschijnlijk behoorde, te lokaliseren. Na
enige dagen waren zij geslaagd. Toen volgden die ervaren
jagers dag en nacht op een afstand de gangen der kudde. Al
spoedig kwam er in Ayuthia een aantal drijvers met hun tamme
olifanten. Zij zochten contact met de verkenners. Toen dit gelegd
was, gingen zij op pad. Zij moesten de wilde olifanten als het
ware in gesloten formatie omzichtig in de richting van Ayuthia
drijven. Geen kleinigheid, zo'n drijfpartij. Zij stelt de hoogste
eisen aan het inzicht der mannen en vooral ook aan de behen
digheid en de tact der „jacht-olifanten". Des daags en des nachts
mag men de kudde geen moment uit het oog verliezen. Behoed
zame en snelle manoeuvres - waarbij heel veel werd overgelaten
aan het instinct der tamme olifanten - moesten de wilde kudde
verhinderen, een eigen weg te volgen. Wie wel eens in de
wildernis heeft vertoefd, begrijpt beter dan wie ook wat het
betekent om een kudde wilde en allengs zenuwachtig wordende
olifanten over een afstand van honderd tot tweehonderd kilo
meter op te drijven door ongebaand en heel zwaar terrein.
Terwijl de verken
ners, de drijvers en
de tamme olifanten in
de wildernis hun rol
len in het „voorspel"
speelden, werden el
ders toebereidselen
getroffen voor de
vangst der dikhuiden.
Een paar kilometer buiten Ayuthia verrees niet te ver van de
Menam Chao Phya op een stuk vlak en open terrein een met
zware houten palen afgezet vangperk, dus een soort kraal. In
deze kraal moest de kudde wilde olifanten, zodra hij in de
buurt kwam, worden opgevangen. Daar kon men dan betrekke
lijk rustig de dieren uitzoeken, die men tot „huis-olifanten" wil
maken. Buiten de palissade had men een soort tribunes gebouwd
om de bevolking uit de streek gelegenheid te bieden, het
„olifantenspel" gade te slaan. Toen het vangperk gereed was,
begon het wachten. Dagen en dagen wachtte mentot de
mare kwam: de kudde is op komst! En vrij snel nadien beves
tigden dof gestamp en luid getrompetter, dat de olifanten
inderdaad in aantocht waren. Van verre zagen wij ze komen.
Ze waren nog op de andere oever van de rivier. De drijvers,
onvermoeid, deden hun plicht. Dwars door de rivier dreven zij
de krijgsgevangen kudde. Waterstralen spoten omhoog. Sommige
reuzen „roken" het gevaar en werden weerbarstig. Een paar
deden een laatste poging om aan de gevangenschap te ontsnap
pen. Edoch, de "waakzaamheid der tamme olifanten was groot
en de harde, scherpe, dwingende kracht hunner slagtanden was
voldoende om alle verzet te breken en alle ontvluchtingspogin
gen te verijdelen. Nog een kwartiez-, nog tien minuten, nog vijf
minutentoen stroomde een welhaast vormloze, amorfe
oiifantenmassa de kraal binnen. De opening werd snel gesloten.
Angstig draafden de wilde dieren rond. Een paar jonge dieren
werden platgedrukt en vertreden. De drijvers waren net op tijd
geweest, want een half uur na aankomst der kudde ging de zon
onder. En met deze zonsondergang viel het scherm na de eerste
akte van de olifantenjaeht. De tweede akte zou de volgende
ochtend beginnen.
is een uitnodiging voor een olifantenjaeht in dat verre
zelf is een ervaring, waarop het woordje „alledaags"
kleinwild is de jachthond de trouwe en vaak onmis-
jagen, heeft aan jachthonden, zelfs aan de beste,
beschikking staan. Want dank zij de slimheid, trouw,
het de mens om de wilde olifanten te vangen en
medewerkers. Nu, brave huisdieren en waardevolle
Thailand ongetwijfeld. En u weet, dat Thailand, vroe-
van de Witte Olifant" bekend staat, omdat de witte
koninklijke stallen mag verblijven. Maakt u zich
geen overdreven voorstelling. Veeleer dan wit zijn zij
kleur. Vergeleken echter met de huidskleur -der ge-
min als „wit" worden aangeduid. Die witte olifanten
zo'n wit exemplaar signaleert, is dit in de regel aan-
Anders gezegd, men organiseert een olifantenjaeht
netjes-olifanten (gewone kleur) te overmeesteren,
teakhoutkap in het noorden van Thailand.
Op 11 juli zal de toneelgroep Arena, die
oorstellingen verzorgt voor de lagere en
iddelbare scho:ieren, in Den Haag de
.'emière geven van „Schoo1 voor vrou
/en" van Molière in een vertaling van
iert Voeten onder regie van Erik Vos. Di.
gezelschap heeft in het afgelopen seizoen
zijn bestaan gerechtvaardigd met opvoe
ringen van onder andere „De reis naar
Bombola". „De Vos Reinaart", „Het dan
sende ezeltje" en „De Barbier van Sevilla".
Voor de lagere scholen wordt getracht
stukken van jonge Nederlandse schrijvers
te 'spelen, waarin toneel, pantomime en
liedjes elkaar afwisselen.
EEN NIEUWE dag was aangebroken. Een dag, even warm en
loom als de voorgaande dagen. Doch op het programma van die
dag stond, vet gedrukt, het woord „olifantenvangst" en dat deed
ons de zon, de warmte en de loomheid vergeten. Van de tribune
af namen wij de kudde in de kraal in ogenschouw. Angstig en
onrustig drongen de dieren op en door elkaar. Het waren meest
wijfjes, maar er waren ook enige prachtige mannetjes bij. Ver
geefs probeerden wij de witte olifant te ontdekken. Een der
Thailanders vertelde ons, dat de drijvers reeds een paar dagen
eerder het ontbreken van het witte dier hadden vastgesteld. Zij
hadden de jacht niettemin voortgezet, omdat de kudde enige
veelbelovende „huisdieren" telde. En nu was het ogenblik aan
gebroken, dat die prachtige exemplaren in de letterlijke zin des
woord aan banden zouden worden gelegd.
Een Thailander, die als olifantendeskundige een grote roep
genoot, klom op een verhevenheid en liet zijn oog waren over de
gevangen kudde. Aan enige helpers wees hij een viertal exem
plaren aan. Dit viertal moest het eerst worden gevangen. Bij d'
ingang van de kraal stonden een paar tamme olifanten gepos
teerd. Elk hunner droeg twee mannen, te weten de kornak (be
stuur der) en de eigenlijke jager iets achter de kornak. De jager
waren de mannen, die de uitgezochte dieren moesten vangen
Zij hadden lange touwen, gemaakt van buffelhuid, bij zich. De
kraal werd opengemaakt en onmiddellijk na de intrede van de
tamme olifanten en hun berijders weer gesloten.
Paniek bij de wilde olifanten. Luid begonnen zij te trompette
ren. Kluiten aarde vlogen door de lucht. Rennen. Gedrang. Ver
warring. Maar onverstoorbaar en met grote moed en weergaloze
behendigheid poogden de vangers om hun lederen strikken rond
de achterpoten der begeerde dieren te bevestigen. Herhaaldelijk
faalden zij. Menig
maal leken zij kin
deren des doods te
midden van de tot razernij gedreven oerwoudkolossen. Doch
telkens weer zagen de tamme olifanten tijdig de dreigende ge
varen en grepen zij even behendig als doortastend in om verlies
van mensenlevens te voorkomen. Geleidelijk aan werd het de
kudde duidelijk, op welke dieren de mens het gemunt had. De
niet begeerde olifanten drongen samen in een hoek van de kraal
en volgden in angstige spanning het verloop van de vangst. Het
publiek op de palissade en op de „tribunes" was niet minder
belangstellend.
Spannender en opwindender werd het spel. Met meer dan
menselijke intelligentie manoeuvreerden de tamme olifanten om
hun prooi in het nauw te drijven. Toen eensklaps een juichkreet
vlak in onze buurt. Wij keken - en ja, inderdaad, het was gelukt
om een strik om de achterpoot van het mooiste wilde mannetje
te werpen. Maar één strik was niet voldoende. Er volgden weldra
meer strikken. En na iedere gelukte worp maakte de tamme
olifant rechtsomkeert om het touw strak te trekken. Toen er
tenslotte tal van strikken waren geworpen om de achterpoten
der vier kandidaten, bevestigde men de touwen aan lage palen.
De vier jumbo's waren machteloos. Brullend en trompetterend
probeerden zij zich los te werken. Vergeefs. Naast de gevangenen
hadden tamme olifanten de wacht betrokken. Maakte een dei-
slachtoffers het wat al te bont, dan porden zij hem met hun
slagtanden of namen zij zijn slurf in de hunne om de gevangene
tot rede te brengen. En de kudde? De tientallen, stuk voor stuk
honderden kilo's wegende reuzen keken als wezenloos naar de
gevangenen. Zo nu en dan vlogen wat aardkluiten door de lucht.
Een ogenblik bekroop ons de vrees, dat die kudde werkelijk van
zijn kracht gebruik zou kunnen maken. doch een oude Thai
lander, zelf een ervaren olifanten jager, zei lachend, dat olifanten
de aardigste en vriendelijkste dieren ter wereld zijn, mits men
hen als en mét olifanten behandelt.
DE VOLGENDE DAG waren wij in de gelegenheid om de
juistheid van die olifantenjagerswijsheid te verifiëren. Ook toen
ving en boeide men weer enige leden der kudde. Een der gevan
genen toonde zich zo onhandelbaar, dat een tamme olifant, di,e
hem als bewaker was toegevoegd, het geduld verloor. Wat wij
toen zagen, laat zich met geen pen beschrijven. Een indruk
wekkender demonstratie van woede is niet denkbaar. Geen enkel
mens heeft zóveel invloed op een getemde olifant, dat hij het
dier, als dit dol is van kwaadheid, tot rede kan brengen. De
weerbarstige gevangene ondervond aan den lijve, wat olifanten
woede betekent! Hij betaalde zijn verzet met zoveel houwen,
duwen en andere onaangename bejegeningen, dat hij - volgens
de oude jager - die eerste les zijn leven lang niet meer zou
vergeten!
Drie dagen lang duurde de vangst. De geknevelde dieren
werden door hun getemde neven weggeleid naar de stallen,
waar zij een spoedcursus voor het diploma „huis-olifant" zouden
doorlopen om hen van oerwoudlopers tot helpers van de mens
te maken. De vangst was afgelopen. Het ogenblik, dat de over
gebleven dieren de vrijheid herkregen, was aangebroken. Tamme
olifanten gingen de kraal binnen. In de palissade werd een
kleine opening gemaakt. Aan weerskanten vatten tamme olifan
ten post. De kudde werd door de tamme olifanten langzaam en
voorzichtig naar de opening gedreven. En hij verliet de kraal
zoals hij er was binnengekomen, als een vormloze, amorfe dik
huidenmassa, geëscorteerd door tamme jumbo's en enige ruiters.
Hun taak was het ditmaal de kudde terug te drijven naar de
streek, waar hij vandaan was gekomen. Die geleide terugtocht
vas nodig om te voorkomen, dat de bevrijde dieren de akkers
in tuinen der mensen zouden beschadigen.
OLIFANTEN hebben wij ook elders in Thailand gezien. In
Bangkok bewonderden wij de witte olifanten in de koninklijke
stallen. Olifanten zagen wij ook op de muurschilderingen in de
vele tempels, die Thailand telt. Olifanten zagen wij in het wild,
in hun eigen element. Olifanten zagen wij tenslotte in het hoge
noorden van Thailand, waar stoere houtvesters met hun arbei
ders en werk-olifanten de grote teakwouden ontginnen op enige
dagreizen van de beschaafde wereld. Die „teak-olifanten" ver
zetten heel veel werk. En zij doen dat met de regelmaat van
een uurwerk. In hun jeugd hebben zij vrijwel allemaal de wil
dernis gekend, In hun jeugd werden zij binnen een omheining
gedreven, gevangen na een woeste strijd om de vrijheid.
De mens en tamme soortgenoten leerden hen nadien, hoe zij
zich in „menselijk gezelschap" behoren te gedragen. Zij leerden
gehoorzaamheid en plichtsbetrachting. Reeds vrij kort na hun
gevangenneming zeulden zij dag in dag uit zware boomstammen
van het woud naar de oevers van rivier of beek. Zij leerden hun
plicht doen, maar zij stonden op hun rechten. Na enige uren
arbeid (hadden zij geleerd) is het tijd voor een rustpauze. „Het is-
half elf!" zei een houtvester, een stoere Deen, eens tegen ons
in het noorden van dit tropische land. „Neen, u behoeft niet op
uw horloge te kijken.... kijk maar naar die jumbo daar!" Wij
keken in de aangeduide richting. Halverwege de rivier legde een
olifant een door hem getorste boomstam behoedzaam neer. „Om
elf uur neemt hij de stam weer op" - zei de houtvester - „en dan
werkt hij gestadig door tot twee uur. Op de klok kijken, dat
kunnen ze niet, maar toch weten ze op de minuut af, hoe laat
het is. En eerlijk gezegd, ik zou niet graag in de schoenen van
de man staan, die zou proberen om die rustige tamme olifant
op dit ogenblik tot werken te dwingendie zou van een koude
kermis en als een gehaktmassa thuiskomen!" De rustende
olifant keek in onze richting en bewoog traag met zijn slurf.
Misschien ten teken van instemmingen van waarschuwing.
Ik dacht terug aan het schouwspel van het. weerbarstige ge
vangen dier en de behandeling, die het van zijn bewaker-olifant
had ondergaan.
REEDS ZO dikwijls zag men op. het
televisiescherm de interieurs van kastelen,
huiskamers en kantoren in vele stijlen en
opvattingen. Steeds waren deze „eendags
vliegen" artistiek verantwoord, al laat het
medium televisie toe kwistiger met de
„schone schijn" om te springen dan bij
voorbeeld de film of het toneel. Natuurlijk
zal men ook daar wel eens boekenkasten
of kantoorrekken aantreffen, die eenvou
dig met de schilderskwast „gevuld" wer
den, maar een heel paleis van Pontius Pi-
latus met eetzaal, werkkamer, hal, bordes,
trappen, zuilengalerijen en een uitzicht op
Jeruzalem, gebouwd in zegge en schrijve
één dagneen, dat is typisch iets van
de televisie.
WE WILLEN eens in deze wereld van de
illusie, die met triplex, karton en verf
werkt (daarbij ook dankbaar gebruik ma
kend van het bij de film toegepaste basis
decor ofwel het in elkaar zetten van grote
standaardstukken met behulp van klem
men) nader doordringen. En dan vraagt
rnen zich dadelijk verwonderd af, waarom
alle decors of er nu een of twaalf voor
'n uitzending gebruikt moeten worden in
één dag klaar moeten zijn. Decorontwer
per Fokke Duetz, die na het door ziekte
uitvallen van Peter Zwart gedurende de
laatste maanden de hele produktie van
toneel, cabaret en documentaire moest
stofferen, een taak die voor één man
eigenlijk te zwaar is, gaf ons het ant
woord: „De ruimtenood dwingt er ons toe,
want de decors moeten steeds in ijltempo
opgebouwd en afgebroken worden. Het
kinderprogramma van woensdag en zater
dag wordt bijvoorbeeld in dat van maan
dag en donderdag neergezet
Zo eist dit vak niet slechts creatieve
vermogens, maar bij wijze van spreken
ook een apart goochelinstinct om de pro
blemen van het pas-en-meetwerk te kun
nen oplossen. Indien de beschikbare ruim
te van de studio te Bussum ingedeeld moet
worden in een viertal kamers ten behoeve
van het een of andere spel, dan worden
deze veelal niet groter dan twee bij twee
meter. De aan hengels hangende micro
foons, de camera's, de lampen, de rekwi
sieten en uiteraard ook de spelers, mogen
in deze popperige afmetingen niet in het
gedrang komen en daar dient dus bij het
ontwerp dadelijk op gelet te worden. Nu
zal men zeggen: ja maarwe zien vaak
ruime decors op het televisiescherm, we
ontwaren vertrekken, die voor het oog de
indruk maken van diepte en soms respec
tabele afmetingen.... hoe zit dat dan?
DIT IS het optische bedrog, dat de voor
Bussum onmisbare groothoeklenzen ver
oorzaken. Met een scherp technisch oog
wordt bij de toepassing daarvan op net
voetenwerk van de acteurs en actrices ge
let. Want stelt u zich eens voor, dat deze
met twee passen dwars door zo'n „ruim"
vertrek zouden wandelen.... U zou den
ken een spel van een andere planeet te
zien. Wanneer Fokke Duetz dus een ka
mer ontwerpt, die overigens zoals men
begrijpen zal steeds uit drie wanden
zonder plafond bestaat, moet hij zich ter
dege rëaTisëreh hoe de verschillende len
zen dit decor gaan „zien". Inmiddels is
het mogelijk om door het weglaten van
een tussenwand, die twee van deze mi-
niatuurvertrekken scheidt, een ander (bre
der) decor ten behoeve van een eerdere
uitzending ervoor te schuiven latei-
wordt dan deze tussenmuur er weer haas
tig „ingebouwd". Zo staat alles daar in
het tot studio ingerichte verenigingsge
bouw ..Vitus" en in het Bussumse kerkje
daar vlakbij in het teken van het „blokke-
doossystcem" al doet men ook wel eens
„royaal" door bijvoorbeeld een groot de
cor diagonaal op te bouwen.
Fokke Duetz, die wij in zijn woning te
Amsterdam bezochten, terwijl zijn vrouw
en de drie kinderen aan het televisietoe
stel „gekluisterd" waren, waarbij menig
maal op de achtergrond het werk van va
der verscheen, is van huisuit beeldhouwer.
Hij heeft theaterdecorbouw bij prof. Pre-
torius in München gestudeerd. Hij ver
diende reeds zijn sporen bij de Nederland
se film en bij een serie van Amerikaanse
tv-films, die in de Cinetonestudio's te Dui-
vendrecht werden opgenomen.
Laten we onze aandacht bepalen bij het
paleis van Pontius Pilatus, dat enige tijd
geleden door de NCRV voor het spel
„Vonke in Judea" gebruikt werd en dat
een goed voorbeeld levert, hoe een tele
visiedecor ontstaat. Zes weken voor de
uitzending hield de regisseur in dit ge
val Peter Koen samen met de decor
ontwerper een eerste bespreking, teneinde
de mogelijkheden te bekijken. Toen kreeg
de mooie gedekte tafel, waar de Romeinen
Voorbeeld van decorbouw (met „in het
beeld" de acteur Otto Stermantijdens
een uitzending van commerciële tele
visie ter gelegenheid van de E 55 in
Rotterdam, waarbij men duidelijk de
gelijktijdige opstellingen voor verschil
lende scènes kan zien.
Fokke Duetz in huiselijke kring met
zijn echtgenote en de oudste van zijn
drie kinderen.
geheel in stijl bij de maaltijd moesten aan
liggen naar de zeden bij het begin onzer
jaartelling, met en'vle ruwe potloodlijnen
op een plattegrond van het studiogebouw
samen met de zuilengalerijen en de no
dige vertrekken een voorlopige plaats.
Drie weken later kwam de volgende fase:
een produktiebespreking met dc hele tech
nische staf, die de mogelijkheden van
beeld, geluid, licht en bijzondere effecten
bekeek. Men besloot bijvoorbccW liet mi-
crofoonhengelwerk wat makkelijker te
maken door in twee boven de eettafel han
gende Romeinse olielampen (door een pot
tenbakker met het nodige vaatwerk vol
gens ontwerptekeningen te vervaardigen)
microfoons te verbergen. De plattegrond
en de ontworpen naturalistische detail-
schetsen werden bestudeerd. In gedachten
liet men de camera reeds over een speciaal
in de wandelgang te bouwen platform van
dertig centimeter hoogte achter de zuilen
rij rijden, teneinde de spelers te kunnen
volgen en menig spectaculair „shot" op de
tafel te kunnen doen. In de voorhal van
het paleis bleek een gordijn noodzakelijk
gelukkig was dit historisch geheel aan
vaardbaar opdat de daar opererende
camera zich snel kon terugtrekken, ten
einde niet uit een andere hoek „gescho
ten" te worden en dus „in het beeld" te
komen. De plaatsing van lampen achter de
zogenaamde „togen" in de vier meter hoge
bouw werd eveneens serieus bekeken,
waarna tenslotte dertien dagen voor de
uitvoering verder uitgewerkte tekeningen
vervaardigd werden, die volgens licht
druksysteem in negentienvoud ten be
hoeve van alle technische medewerkers
werden vermenigvuldigd. Weer drie dagen
later werd er met de bouwploeg geconfe
reerd en kwam de praktische vraag van
„hoe maken wij het?" aan de orde. Ook
op dit terrein moet een goed decorontwer
per zijn adviezen kunnen geven en dade
lijk zien. dat een keukentafeltje, waarvan
het blad met verf „gemarmerd" wordt,
een fraai Romeins bankje oplevei't. Zuilen
van triplex, op dezelfde wijze bewerkt, en
gevernist voor het glanseffect, samen met
hardboard, op de houten vloer gelegd en
met tegels beschilderd, werden in dit ge
val door de heer Duetz als dé oplossing
voor de suggestie van het historische mi
lieu aanbevolen.
TENSLOTTE begon het bouwen in ijl
tempo. Onder leiding van Jan Noorda
(vroeger ontwierp hij bioscoopreclames)
werd er getimmerd, gezaagd en geverfd.
In totaal kwamen er twaalf vakbekwame
lieden „in het geweer". Het werk kon
echter niet eerder dan op een maandag
middag ter hand genomen worden, zulks
wegens met het afbreken van de decors,
die van het amusementsprogramma van
zaterdagavond waren blijven staan. Ieder
wist: dinsdag moet het paleis klaar zijn
voor de repetitie, woensdagmiddag wordt
de generale „gedraaid" en dezelfde avond
volgt de uitzending, waarna de woonstee
van Pontius Pilatus donderdagmorgen
weer afgebroken wordt en. ja, wat ge
beurt er eigenlijk met de decors, die ge
bruikt zijn? Deze worden zoveel mogelijk
opgeslagen in pakhuizen en bergruimten,
want soms kan men hiervan weer iets ge
bruiken. Doch de wassende stroom baart
ook hier zorgen en men weet eigenlijk niet
goed, waar men er in de toekomst mee
heen moet....
"We vergaten overigens nog te vertellen,
dat Fokke Duetz vorig jaar op het hon
derdzeventig vierkante meter grote ooper-
vlak van ..Vitus" een hele straat met een
complete kerk, voorzien van koor en orgel,
alsmede een schoollokaal en een café ten
behoeve van een kerstspel van de KRO
wist te bouwen.
„Juist het puzzelen en het zoeken naar
oplossingen maakt dit vak zo bijzonder
interessant. Ik kan er mij artistiek geheel
in uitleven", zei Fokke Duetz aan het einde
van ons gesprek.
Jaap Stigter