Een olifanten jacht is geen kinderspel TOVEREN met televisiedecors VERTROUW HET MANNETJE NOOIT VERDER DAN Z'N SLURF LANG IS... Optisch bedrog In hoog tempo Erbij Bullenkolder Onvergetelijk schouwspel in het noorden van Thailand Toneelgroep Arena speelt meer klassieke stukken ZATERDAG 22 JUNI 1957 PAGINA DRIE OLIFANTEN zijn fascinerende dieren. Na de apen vormen zy, in alle dieren tuinen der wereld, de voornaamste at tractie en dat niet alleen voor de lie ve jeugd. Legio volwassenen waar onder diverse zeer hooggeplaatsten worden ook uitermate geboeid door dit machtige dier, dat voor hen als het ware het symbool van de oerkracht der natuur is. Prins Bernhard bijvoorbeeld is trots op de grote collectie in zijn werkkamer op Soestdijk van daar bij eengebrachte olifantenbeeldjes. Maar zo verslingerd aan de dikhui den als het tweetal B. Bruins en C. van Doorn zijn er toch maar weinigen. Deze twee Rotterdammers de een is jour nalist, de ander een professionele dier gaardeman bespieden nu al jaren lang Jumbo's gedragingen in Blijdorp en in andere dierentuinen, 's Avonds stropen zij de openbare leeszalen en boekenrijen af naar litteratuur over hun hobby en naar ruwe schatting heb ben zy in de loop der jaren zo'n vijf honderd olifantenfolianten verslonden. Al die kennis en ervaringen hebben zy nu samengevat in een lijvig boek, dat kortweg „Olifanten" heet en dat even plezierig leest als een vlot romannetje. Het is in feite ook een roman, vol pi kante onthullingen over het intieme le ren van de familie Olifant, haar afkomst, zeden en gewoonten. Net als by de men sen, zijn ook hier de mannetjes de on betrouwbaarste en lastigste sujetten, want hoe goedaardig zo'n heerschap er ook uitziet, op een kwade dag kan hij opeens de slurf in de wind gooien en amok lopen. Dan verandert de goeiige, om koekjes bedelende lobbes met een slag in een waanzinnige moordenaar, die niets of niemand spaart en zelfs zijn eigen kroost of zijn trouwe oppasser vernietigt. In het boek van de beide Rotterdamse olifantenvrienden worden vele van dergelijke gevallen van „bul lenkolder" en hun bloederige gevolgen beschreven. Hun advies: een mannetje nooit verder vertrouwen dan zyn slurf lang is! EEN wijd verbeide legende wil, dat de olifant, met de apen, de intelligentste dieren zijn. Bruins en Van Doorn zijn het daarmee eens, al moeten volgens hen vele sterke verhalen over dit onder werp naar het rijk der fabelen verwe zen worden. Maar dit hebben zij dan toch zelf meegemaakt: „Een olifant in de oude Rotterdamse diergaarde zag op een middag zijn oppasser niet op het ge wone uur verschijnen om hem een em mer water te geven. Het dier werd on geduldig en probeerde de kraan te be reiken, die anderhalve meter buiten de balustrade stond. Hij merkte al gauw, dat hij er niet by kon als hij bleef staan, ging liggen, drukte zyn kop te gen de spijlen en stak zijn slurf erdoor heen. Ja, dat ging net. Hij pakte de kraan en draaide die wijd open. Toen de oppasser drie kwartier later kwam opdagen, trof hij zijn pleegkind in een zeer uitgelaten stemming aan. Hij sloeg met de slurf in het water, dat al ver scheidene centimeters hoog op de vloer stond, spoot de muren nat en schreeuwde van de pret, tot grote vreugde van de toeschouwers". Een olifant kent ook zyn rechten en plichten. In Birma, zo vertellen de schrijvers, worden de beesten gebruikt bij het transport van boomstammen, waarbij zij zich zeer ijverig en gewil lig gedragen. Klinkt echter 's avonds het fluitsignaal voor het einde van de werktijd, dan werpen zij onmiddellijk hun last neer en niets kan hun er dan toe bewegen, deze weer op te nemen. Dergelijke geschoolde werkolifanten, zo vertellen de schrijvers, nemen vaak ook een werkzaam aandeel in de op leiding van jongere soortgenoten. Zij treden daarbij vrij streng op en tuch tigen soms zelfs onwillige leerlingen, hetzij op bevel van de oppasser, maar ook wel op eigen initiatief BIJ DEZE enkele staaltjes uit het boek „Olifanten" willen wij het laten. Het is, zoals uit het voorgaande geble ken is, fascinerende lectuur ook voor lieden die niet, gelijk de auteurs, aan ongeneeslijke elephantiasis leiden. Het is bovendien een rijk verlucht en royaal uitgevoerd boek, waarmee wy schry- vers en uitgever D. van Sijns en Zonen, Ro+terdam gaarne compli menteren. Het losse omslag een af beelding op ware grootte van een deel van een olifantskop met een glanzend oog in het optisch midden is een vondst en een prima blikvanger. H. Croesen OLIFANTEN zijn in Thailand nog steeds talrijk. Toch tropische land geen alledaagse invitatie. En de jacht nog veel minder van toepassing is. Bij de jacht op bare helper van de jager. Wie op olifanten gaat niets. Hij moet zorgen, dat hem tamme olifanten ter kracht en volharding der getemde exemplaren gelukt hen te maken tot brave huisdieren en voortreffelijke medewerkers van de mens zijn de tamme olifanten in ger Siam geheten, reeds vele eeuwen als het „Rijk olifant daar geldt als een heilig dier en alleen in de echter van de „witheid" dier heilige dieren vooral bruingeel en bovendien wat groezelig van wone olifanten en der Thailanders kunnen zij niette zijn albino's en zeer zeldzaam. Zodra, de bevolking leiding om te pogen het heilige dier te vangen, en gebruikt die meteen om enige sterke jonge man Dan verwerft men weer goede „arbeiders" voor de NABIJ AYUTHIA - de vroegere, stroomopwaarts van Bang kok aan de Menam Chao Phya gelegen Thailandse hoofdstad - hadden enige boeren een witte olifant waargenomen. Als Y.'ij hier schrijven nabij, dan bedoelen wij: op een afstand van minder dan honderd kilometer. Het bericht werd naar Bangkok doorgegeven. Toen besloten enige Thailandse groten om een jacht op dikhuiden te organiseren. Aan dit besluit dankten wij de uitnodiging voor en het schouwspel van een olifantenjaeht. De organisatoren van de jacht begonnen met verkenners de wildernis in te sturen. Hun taak was het om de kudde, waartoe de witte olifant waarschijnlijk behoorde, te lokaliseren. Na enige dagen waren zij geslaagd. Toen volgden die ervaren jagers dag en nacht op een afstand de gangen der kudde. Al spoedig kwam er in Ayuthia een aantal drijvers met hun tamme olifanten. Zij zochten contact met de verkenners. Toen dit gelegd was, gingen zij op pad. Zij moesten de wilde olifanten als het ware in gesloten formatie omzichtig in de richting van Ayuthia drijven. Geen kleinigheid, zo'n drijfpartij. Zij stelt de hoogste eisen aan het inzicht der mannen en vooral ook aan de behen digheid en de tact der „jacht-olifanten". Des daags en des nachts mag men de kudde geen moment uit het oog verliezen. Behoed zame en snelle manoeuvres - waarbij heel veel werd overgelaten aan het instinct der tamme olifanten - moesten de wilde kudde verhinderen, een eigen weg te volgen. Wie wel eens in de wildernis heeft vertoefd, begrijpt beter dan wie ook wat het betekent om een kudde wilde en allengs zenuwachtig wordende olifanten over een afstand van honderd tot tweehonderd kilo meter op te drijven door ongebaand en heel zwaar terrein. Terwijl de verken ners, de drijvers en de tamme olifanten in de wildernis hun rol len in het „voorspel" speelden, werden el ders toebereidselen getroffen voor de vangst der dikhuiden. Een paar kilometer buiten Ayuthia verrees niet te ver van de Menam Chao Phya op een stuk vlak en open terrein een met zware houten palen afgezet vangperk, dus een soort kraal. In deze kraal moest de kudde wilde olifanten, zodra hij in de buurt kwam, worden opgevangen. Daar kon men dan betrekke lijk rustig de dieren uitzoeken, die men tot „huis-olifanten" wil maken. Buiten de palissade had men een soort tribunes gebouwd om de bevolking uit de streek gelegenheid te bieden, het „olifantenspel" gade te slaan. Toen het vangperk gereed was, begon het wachten. Dagen en dagen wachtte mentot de mare kwam: de kudde is op komst! En vrij snel nadien beves tigden dof gestamp en luid getrompetter, dat de olifanten inderdaad in aantocht waren. Van verre zagen wij ze komen. Ze waren nog op de andere oever van de rivier. De drijvers, onvermoeid, deden hun plicht. Dwars door de rivier dreven zij de krijgsgevangen kudde. Waterstralen spoten omhoog. Sommige reuzen „roken" het gevaar en werden weerbarstig. Een paar deden een laatste poging om aan de gevangenschap te ontsnap pen. Edoch, de "waakzaamheid der tamme olifanten was groot en de harde, scherpe, dwingende kracht hunner slagtanden was voldoende om alle verzet te breken en alle ontvluchtingspogin gen te verijdelen. Nog een kwartiez-, nog tien minuten, nog vijf minutentoen stroomde een welhaast vormloze, amorfe oiifantenmassa de kraal binnen. De opening werd snel gesloten. Angstig draafden de wilde dieren rond. Een paar jonge dieren werden platgedrukt en vertreden. De drijvers waren net op tijd geweest, want een half uur na aankomst der kudde ging de zon onder. En met deze zonsondergang viel het scherm na de eerste akte van de olifantenjaeht. De tweede akte zou de volgende ochtend beginnen. is een uitnodiging voor een olifantenjaeht in dat verre zelf is een ervaring, waarop het woordje „alledaags" kleinwild is de jachthond de trouwe en vaak onmis- jagen, heeft aan jachthonden, zelfs aan de beste, beschikking staan. Want dank zij de slimheid, trouw, het de mens om de wilde olifanten te vangen en medewerkers. Nu, brave huisdieren en waardevolle Thailand ongetwijfeld. En u weet, dat Thailand, vroe- van de Witte Olifant" bekend staat, omdat de witte koninklijke stallen mag verblijven. Maakt u zich geen overdreven voorstelling. Veeleer dan wit zijn zij kleur. Vergeleken echter met de huidskleur -der ge- min als „wit" worden aangeduid. Die witte olifanten zo'n wit exemplaar signaleert, is dit in de regel aan- Anders gezegd, men organiseert een olifantenjaeht netjes-olifanten (gewone kleur) te overmeesteren, teakhoutkap in het noorden van Thailand. Op 11 juli zal de toneelgroep Arena, die oorstellingen verzorgt voor de lagere en iddelbare scho:ieren, in Den Haag de .'emière geven van „Schoo1 voor vrou /en" van Molière in een vertaling van iert Voeten onder regie van Erik Vos. Di. gezelschap heeft in het afgelopen seizoen zijn bestaan gerechtvaardigd met opvoe ringen van onder andere „De reis naar Bombola". „De Vos Reinaart", „Het dan sende ezeltje" en „De Barbier van Sevilla". Voor de lagere scholen wordt getracht stukken van jonge Nederlandse schrijvers te 'spelen, waarin toneel, pantomime en liedjes elkaar afwisselen. EEN NIEUWE dag was aangebroken. Een dag, even warm en loom als de voorgaande dagen. Doch op het programma van die dag stond, vet gedrukt, het woord „olifantenvangst" en dat deed ons de zon, de warmte en de loomheid vergeten. Van de tribune af namen wij de kudde in de kraal in ogenschouw. Angstig en onrustig drongen de dieren op en door elkaar. Het waren meest wijfjes, maar er waren ook enige prachtige mannetjes bij. Ver geefs probeerden wij de witte olifant te ontdekken. Een der Thailanders vertelde ons, dat de drijvers reeds een paar dagen eerder het ontbreken van het witte dier hadden vastgesteld. Zij hadden de jacht niettemin voortgezet, omdat de kudde enige veelbelovende „huisdieren" telde. En nu was het ogenblik aan gebroken, dat die prachtige exemplaren in de letterlijke zin des woord aan banden zouden worden gelegd. Een Thailander, die als olifantendeskundige een grote roep genoot, klom op een verhevenheid en liet zijn oog waren over de gevangen kudde. Aan enige helpers wees hij een viertal exem plaren aan. Dit viertal moest het eerst worden gevangen. Bij d' ingang van de kraal stonden een paar tamme olifanten gepos teerd. Elk hunner droeg twee mannen, te weten de kornak (be stuur der) en de eigenlijke jager iets achter de kornak. De jager waren de mannen, die de uitgezochte dieren moesten vangen Zij hadden lange touwen, gemaakt van buffelhuid, bij zich. De kraal werd opengemaakt en onmiddellijk na de intrede van de tamme olifanten en hun berijders weer gesloten. Paniek bij de wilde olifanten. Luid begonnen zij te trompette ren. Kluiten aarde vlogen door de lucht. Rennen. Gedrang. Ver warring. Maar onverstoorbaar en met grote moed en weergaloze behendigheid poogden de vangers om hun lederen strikken rond de achterpoten der begeerde dieren te bevestigen. Herhaaldelijk faalden zij. Menig maal leken zij kin deren des doods te midden van de tot razernij gedreven oerwoudkolossen. Doch telkens weer zagen de tamme olifanten tijdig de dreigende ge varen en grepen zij even behendig als doortastend in om verlies van mensenlevens te voorkomen. Geleidelijk aan werd het de kudde duidelijk, op welke dieren de mens het gemunt had. De niet begeerde olifanten drongen samen in een hoek van de kraal en volgden in angstige spanning het verloop van de vangst. Het publiek op de palissade en op de „tribunes" was niet minder belangstellend. Spannender en opwindender werd het spel. Met meer dan menselijke intelligentie manoeuvreerden de tamme olifanten om hun prooi in het nauw te drijven. Toen eensklaps een juichkreet vlak in onze buurt. Wij keken - en ja, inderdaad, het was gelukt om een strik om de achterpoot van het mooiste wilde mannetje te werpen. Maar één strik was niet voldoende. Er volgden weldra meer strikken. En na iedere gelukte worp maakte de tamme olifant rechtsomkeert om het touw strak te trekken. Toen er tenslotte tal van strikken waren geworpen om de achterpoten der vier kandidaten, bevestigde men de touwen aan lage palen. De vier jumbo's waren machteloos. Brullend en trompetterend probeerden zij zich los te werken. Vergeefs. Naast de gevangenen hadden tamme olifanten de wacht betrokken. Maakte een dei- slachtoffers het wat al te bont, dan porden zij hem met hun slagtanden of namen zij zijn slurf in de hunne om de gevangene tot rede te brengen. En de kudde? De tientallen, stuk voor stuk honderden kilo's wegende reuzen keken als wezenloos naar de gevangenen. Zo nu en dan vlogen wat aardkluiten door de lucht. Een ogenblik bekroop ons de vrees, dat die kudde werkelijk van zijn kracht gebruik zou kunnen maken. doch een oude Thai lander, zelf een ervaren olifanten jager, zei lachend, dat olifanten de aardigste en vriendelijkste dieren ter wereld zijn, mits men hen als en mét olifanten behandelt. DE VOLGENDE DAG waren wij in de gelegenheid om de juistheid van die olifantenjagerswijsheid te verifiëren. Ook toen ving en boeide men weer enige leden der kudde. Een der gevan genen toonde zich zo onhandelbaar, dat een tamme olifant, di,e hem als bewaker was toegevoegd, het geduld verloor. Wat wij toen zagen, laat zich met geen pen beschrijven. Een indruk wekkender demonstratie van woede is niet denkbaar. Geen enkel mens heeft zóveel invloed op een getemde olifant, dat hij het dier, als dit dol is van kwaadheid, tot rede kan brengen. De weerbarstige gevangene ondervond aan den lijve, wat olifanten woede betekent! Hij betaalde zijn verzet met zoveel houwen, duwen en andere onaangename bejegeningen, dat hij - volgens de oude jager - die eerste les zijn leven lang niet meer zou vergeten! Drie dagen lang duurde de vangst. De geknevelde dieren werden door hun getemde neven weggeleid naar de stallen, waar zij een spoedcursus voor het diploma „huis-olifant" zouden doorlopen om hen van oerwoudlopers tot helpers van de mens te maken. De vangst was afgelopen. Het ogenblik, dat de over gebleven dieren de vrijheid herkregen, was aangebroken. Tamme olifanten gingen de kraal binnen. In de palissade werd een kleine opening gemaakt. Aan weerskanten vatten tamme olifan ten post. De kudde werd door de tamme olifanten langzaam en voorzichtig naar de opening gedreven. En hij verliet de kraal zoals hij er was binnengekomen, als een vormloze, amorfe dik huidenmassa, geëscorteerd door tamme jumbo's en enige ruiters. Hun taak was het ditmaal de kudde terug te drijven naar de streek, waar hij vandaan was gekomen. Die geleide terugtocht vas nodig om te voorkomen, dat de bevrijde dieren de akkers in tuinen der mensen zouden beschadigen. OLIFANTEN hebben wij ook elders in Thailand gezien. In Bangkok bewonderden wij de witte olifanten in de koninklijke stallen. Olifanten zagen wij ook op de muurschilderingen in de vele tempels, die Thailand telt. Olifanten zagen wij in het wild, in hun eigen element. Olifanten zagen wij tenslotte in het hoge noorden van Thailand, waar stoere houtvesters met hun arbei ders en werk-olifanten de grote teakwouden ontginnen op enige dagreizen van de beschaafde wereld. Die „teak-olifanten" ver zetten heel veel werk. En zij doen dat met de regelmaat van een uurwerk. In hun jeugd hebben zij vrijwel allemaal de wil dernis gekend, In hun jeugd werden zij binnen een omheining gedreven, gevangen na een woeste strijd om de vrijheid. De mens en tamme soortgenoten leerden hen nadien, hoe zij zich in „menselijk gezelschap" behoren te gedragen. Zij leerden gehoorzaamheid en plichtsbetrachting. Reeds vrij kort na hun gevangenneming zeulden zij dag in dag uit zware boomstammen van het woud naar de oevers van rivier of beek. Zij leerden hun plicht doen, maar zij stonden op hun rechten. Na enige uren arbeid (hadden zij geleerd) is het tijd voor een rustpauze. „Het is- half elf!" zei een houtvester, een stoere Deen, eens tegen ons in het noorden van dit tropische land. „Neen, u behoeft niet op uw horloge te kijken.... kijk maar naar die jumbo daar!" Wij keken in de aangeduide richting. Halverwege de rivier legde een olifant een door hem getorste boomstam behoedzaam neer. „Om elf uur neemt hij de stam weer op" - zei de houtvester - „en dan werkt hij gestadig door tot twee uur. Op de klok kijken, dat kunnen ze niet, maar toch weten ze op de minuut af, hoe laat het is. En eerlijk gezegd, ik zou niet graag in de schoenen van de man staan, die zou proberen om die rustige tamme olifant op dit ogenblik tot werken te dwingendie zou van een koude kermis en als een gehaktmassa thuiskomen!" De rustende olifant keek in onze richting en bewoog traag met zijn slurf. Misschien ten teken van instemmingen van waarschuwing. Ik dacht terug aan het schouwspel van het. weerbarstige ge vangen dier en de behandeling, die het van zijn bewaker-olifant had ondergaan. REEDS ZO dikwijls zag men op. het televisiescherm de interieurs van kastelen, huiskamers en kantoren in vele stijlen en opvattingen. Steeds waren deze „eendags vliegen" artistiek verantwoord, al laat het medium televisie toe kwistiger met de „schone schijn" om te springen dan bij voorbeeld de film of het toneel. Natuurlijk zal men ook daar wel eens boekenkasten of kantoorrekken aantreffen, die eenvou dig met de schilderskwast „gevuld" wer den, maar een heel paleis van Pontius Pi- latus met eetzaal, werkkamer, hal, bordes, trappen, zuilengalerijen en een uitzicht op Jeruzalem, gebouwd in zegge en schrijve één dagneen, dat is typisch iets van de televisie. WE WILLEN eens in deze wereld van de illusie, die met triplex, karton en verf werkt (daarbij ook dankbaar gebruik ma kend van het bij de film toegepaste basis decor ofwel het in elkaar zetten van grote standaardstukken met behulp van klem men) nader doordringen. En dan vraagt rnen zich dadelijk verwonderd af, waarom alle decors of er nu een of twaalf voor 'n uitzending gebruikt moeten worden in één dag klaar moeten zijn. Decorontwer per Fokke Duetz, die na het door ziekte uitvallen van Peter Zwart gedurende de laatste maanden de hele produktie van toneel, cabaret en documentaire moest stofferen, een taak die voor één man eigenlijk te zwaar is, gaf ons het ant woord: „De ruimtenood dwingt er ons toe, want de decors moeten steeds in ijltempo opgebouwd en afgebroken worden. Het kinderprogramma van woensdag en zater dag wordt bijvoorbeeld in dat van maan dag en donderdag neergezet Zo eist dit vak niet slechts creatieve vermogens, maar bij wijze van spreken ook een apart goochelinstinct om de pro blemen van het pas-en-meetwerk te kun nen oplossen. Indien de beschikbare ruim te van de studio te Bussum ingedeeld moet worden in een viertal kamers ten behoeve van het een of andere spel, dan worden deze veelal niet groter dan twee bij twee meter. De aan hengels hangende micro foons, de camera's, de lampen, de rekwi sieten en uiteraard ook de spelers, mogen in deze popperige afmetingen niet in het gedrang komen en daar dient dus bij het ontwerp dadelijk op gelet te worden. Nu zal men zeggen: ja maarwe zien vaak ruime decors op het televisiescherm, we ontwaren vertrekken, die voor het oog de indruk maken van diepte en soms respec tabele afmetingen.... hoe zit dat dan? DIT IS het optische bedrog, dat de voor Bussum onmisbare groothoeklenzen ver oorzaken. Met een scherp technisch oog wordt bij de toepassing daarvan op net voetenwerk van de acteurs en actrices ge let. Want stelt u zich eens voor, dat deze met twee passen dwars door zo'n „ruim" vertrek zouden wandelen.... U zou den ken een spel van een andere planeet te zien. Wanneer Fokke Duetz dus een ka mer ontwerpt, die overigens zoals men begrijpen zal steeds uit drie wanden zonder plafond bestaat, moet hij zich ter dege rëaTisëreh hoe de verschillende len zen dit decor gaan „zien". Inmiddels is het mogelijk om door het weglaten van een tussenwand, die twee van deze mi- niatuurvertrekken scheidt, een ander (bre der) decor ten behoeve van een eerdere uitzending ervoor te schuiven latei- wordt dan deze tussenmuur er weer haas tig „ingebouwd". Zo staat alles daar in het tot studio ingerichte verenigingsge bouw ..Vitus" en in het Bussumse kerkje daar vlakbij in het teken van het „blokke- doossystcem" al doet men ook wel eens „royaal" door bijvoorbeeld een groot de cor diagonaal op te bouwen. Fokke Duetz, die wij in zijn woning te Amsterdam bezochten, terwijl zijn vrouw en de drie kinderen aan het televisietoe stel „gekluisterd" waren, waarbij menig maal op de achtergrond het werk van va der verscheen, is van huisuit beeldhouwer. Hij heeft theaterdecorbouw bij prof. Pre- torius in München gestudeerd. Hij ver diende reeds zijn sporen bij de Nederland se film en bij een serie van Amerikaanse tv-films, die in de Cinetonestudio's te Dui- vendrecht werden opgenomen. Laten we onze aandacht bepalen bij het paleis van Pontius Pilatus, dat enige tijd geleden door de NCRV voor het spel „Vonke in Judea" gebruikt werd en dat een goed voorbeeld levert, hoe een tele visiedecor ontstaat. Zes weken voor de uitzending hield de regisseur in dit ge val Peter Koen samen met de decor ontwerper een eerste bespreking, teneinde de mogelijkheden te bekijken. Toen kreeg de mooie gedekte tafel, waar de Romeinen Voorbeeld van decorbouw (met „in het beeld" de acteur Otto Stermantijdens een uitzending van commerciële tele visie ter gelegenheid van de E 55 in Rotterdam, waarbij men duidelijk de gelijktijdige opstellingen voor verschil lende scènes kan zien. Fokke Duetz in huiselijke kring met zijn echtgenote en de oudste van zijn drie kinderen. geheel in stijl bij de maaltijd moesten aan liggen naar de zeden bij het begin onzer jaartelling, met en'vle ruwe potloodlijnen op een plattegrond van het studiogebouw samen met de zuilengalerijen en de no dige vertrekken een voorlopige plaats. Drie weken later kwam de volgende fase: een produktiebespreking met dc hele tech nische staf, die de mogelijkheden van beeld, geluid, licht en bijzondere effecten bekeek. Men besloot bijvoorbccW liet mi- crofoonhengelwerk wat makkelijker te maken door in twee boven de eettafel han gende Romeinse olielampen (door een pot tenbakker met het nodige vaatwerk vol gens ontwerptekeningen te vervaardigen) microfoons te verbergen. De plattegrond en de ontworpen naturalistische detail- schetsen werden bestudeerd. In gedachten liet men de camera reeds over een speciaal in de wandelgang te bouwen platform van dertig centimeter hoogte achter de zuilen rij rijden, teneinde de spelers te kunnen volgen en menig spectaculair „shot" op de tafel te kunnen doen. In de voorhal van het paleis bleek een gordijn noodzakelijk gelukkig was dit historisch geheel aan vaardbaar opdat de daar opererende camera zich snel kon terugtrekken, ten einde niet uit een andere hoek „gescho ten" te worden en dus „in het beeld" te komen. De plaatsing van lampen achter de zogenaamde „togen" in de vier meter hoge bouw werd eveneens serieus bekeken, waarna tenslotte dertien dagen voor de uitvoering verder uitgewerkte tekeningen vervaardigd werden, die volgens licht druksysteem in negentienvoud ten be hoeve van alle technische medewerkers werden vermenigvuldigd. Weer drie dagen later werd er met de bouwploeg geconfe reerd en kwam de praktische vraag van „hoe maken wij het?" aan de orde. Ook op dit terrein moet een goed decorontwer per zijn adviezen kunnen geven en dade lijk zien. dat een keukentafeltje, waarvan het blad met verf „gemarmerd" wordt, een fraai Romeins bankje oplevei't. Zuilen van triplex, op dezelfde wijze bewerkt, en gevernist voor het glanseffect, samen met hardboard, op de houten vloer gelegd en met tegels beschilderd, werden in dit ge val door de heer Duetz als dé oplossing voor de suggestie van het historische mi lieu aanbevolen. TENSLOTTE begon het bouwen in ijl tempo. Onder leiding van Jan Noorda (vroeger ontwierp hij bioscoopreclames) werd er getimmerd, gezaagd en geverfd. In totaal kwamen er twaalf vakbekwame lieden „in het geweer". Het werk kon echter niet eerder dan op een maandag middag ter hand genomen worden, zulks wegens met het afbreken van de decors, die van het amusementsprogramma van zaterdagavond waren blijven staan. Ieder wist: dinsdag moet het paleis klaar zijn voor de repetitie, woensdagmiddag wordt de generale „gedraaid" en dezelfde avond volgt de uitzending, waarna de woonstee van Pontius Pilatus donderdagmorgen weer afgebroken wordt en. ja, wat ge beurt er eigenlijk met de decors, die ge bruikt zijn? Deze worden zoveel mogelijk opgeslagen in pakhuizen en bergruimten, want soms kan men hiervan weer iets ge bruiken. Doch de wassende stroom baart ook hier zorgen en men weet eigenlijk niet goed, waar men er in de toekomst mee heen moet.... "We vergaten overigens nog te vertellen, dat Fokke Duetz vorig jaar op het hon derdzeventig vierkante meter grote ooper- vlak van ..Vitus" een hele straat met een complete kerk, voorzien van koor en orgel, alsmede een schoollokaal en een café ten behoeve van een kerstspel van de KRO wist te bouwen. „Juist het puzzelen en het zoeken naar oplossingen maakt dit vak zo bijzonder interessant. Ik kan er mij artistiek geheel in uitleven", zei Fokke Duetz aan het einde van ons gesprek. Jaap Stigter

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 19