„De knecht van twee meesters"
door het Piccolo-Theater
„Jeanne d' Arc" van Honegger
Van dag tot
dag j
TON THOOLEN
(Op de
<=Pracitótozl
Onder leiding van Henk Spruit
Muzikale familie
uit Tirol
'"Hoe is het ontstaan
J
ZATERDAG 22 JUNI 1957
3
T ekor tgeschotee
VERWEN U ZELF!
PERMANENT WAVE
Kinderbijslag volgend jaar
ruim 400 miljoen
Mijngasexplosie in Japan
kost 10 mensenlevens
Nieuwe Canadese regering
gevormd en beëdigd
Discussie over de NAVO in
de Verenigde Staten
PERMANENT INVISIBLE
F. Zwaanswijk
Dit woord: VEHIKEL
De ingebruikneming van de nieuwe ge
reformeerde kerk in Heemstede is voor de
burgemeester van die gemeente aanleiding
geweest een tegenstelling te verscherpen,
welke reeds geruime tijd degenen die prijs
stellen op een zo goed mogelijke verstand
houding tussen de verschillende bevol
kingsgroepen verontrust.
Het gaat hier om de verhouding tussen
kerkelijken en on- of buitenkerkelijken
en meer in het bijzonder de buitenkerke
lijken, die zich verenigd hebben in het
Humanistisch Verbond. Nu geloven wij,
dat elke levensbeschouwing, waar in de
mate van het menselijk mogelijke ernst
mee wordt gemaakt, recht heeft op ons
respect en er is geen enkele reden de hu
manisten onze achting te onthouden, ook
wanneer wij zelf een andere opvatting hul
digen. Omgekeerd is ons nimmer gebleken,
dat humanisten geen eerbied zouden heb
ben voor de inzichten van hen, die op ver
schillende manieren het bestaan van God
als heer en meester' over hun leven erken
nen. Zeker is het niet waar, dat humanisten
„ondermijnen wat u en mij heilig is", zo
als de burgemeester van Heemstede tot de
gereformeerden in zijn gemeente heeft mé
nen te moeten zeggen. Juist daar de „ge
loofsijver", zo kenmerkend voor het chris
tendom, aan de humanisten per definitie
vreemd is, is er voor vrees voor „onder
mijning" geen reden.
De opmerkingen van de burgemeester
werden hem waarschijnlijk ingegeven door
de herinnering aan de recente debatten in
de Heemsteedse raad, toen het erom ging
of de subsidie-regeling voor kerkbouw
besluit waaraan de humanisten in de
Heemsteedse raad van heler harte hebben
meegewerkt ook van toepassing zou
kunnen worden verklaard voor de stich
ting van gebouwen door andere, niet-ker-
kelijke belangrijke geestelijke stromingen.
Ook bij die gelegenheid heeft de burge
meester, zij het zonder daartoe argumen
ten aan te voeren, van zijn anti-humanisti
sche gezindheid blijk te geven.
Wij vragen ons af of een dergelijke ge
dragslijn in overeenstemming kan worden
geacht met de eisen welke aan de vervul
ling van het burgemeestersambt dienen
te worden gesteld. Een burgemeester, een
vertegenwoordiger der Kroon nog wel,
dient in alle opzichten boven alle groepe
ringen te staan. Voor hem zijn er geen
eerste- en tweede- of zelfs derde-rangs
burgers, hoe hij in privé ook over hun han
del en wandel moge denken. Juist van een
burgemeester, die bij de uitoefening van
zijn ambt in elk opzicht objectief moet han
delen, mag verwacht worden, dat'hij alles
zal doen om de saamhorigheid van de bur
gerij te bevorderen, zeker in dit tijdsge
wricht, en dat hij zich ervoor zal hoeden
tegenstellingen toe te spitsen. Het spijt ons,
dat de burgemeester van Heemstede, die
overigens al zo vaak blijk heeft gegeven
van goed begrip voor de hoge eisen van
zijn ambt, de gelegenheid heeft verzuimd
om te bewijzen, dat hij eveneens deze op
vatting van zijn taak is toegedaan.
ADVERTENTIE
Neem 'n
van
Marnixstr. 119 - Haarlem - Tel. 23138
Exclusieve modellen. - Aparte coupe
Cosmetica Dr. P. H. v. d. Hoog en
Max Factor Hollywood.
Uitkering voor bijna 1,93 miljoen
kinderen
Tegen het eind van dit jaar zal het aan
tal kinderen, waarvoor kinderbijslag wordt
uitgekeerd, bijna 1.930.000 bedragen. Het
uitkeringsbedrag over 1958 zal ruim 400
miljoen gulden belopen. Deze cijfers zijn
ontleend aan een artikel in „De Katho
lieke Werkgever", waarin een prognose
wordt gegeven van het verloop van het
Kinderbijslagvereveningsfonds in verband
met het plan om de kinderbijslagpremie te
verlagen met 0,4 pet. In deze prognose is
tevens verwerkt, dat de kinderbijslag, als
onderdeel van de huurcompensatie, met 3
pet. zal worden verhoogd. Het vermogen
van het kinderbijslagfonds beliep tegen
het eind van het afgelopen jaar 158 mil
joen. In de komende jaren zal dit vermo
gen geleidelijk kleiner worden tot het,
volgens de berekeningen, in 1961 rond 68
miljoen gulden zal bedragen. Daarna zal
het weer stijgen en in 1965 ruim 120 mil
joen gulden bedragen. Men zal na 1961
minder moeten uitkeren, omdat het aantal
kinderen beneden de 16 jaar nu hoog
door de na-oorlogse geboortepiek klei
ner zal zijn en doordat de loonsom, waar
over dan premie zal worden geheven,
groter zal zijn omdat het relatief grote
aantal kinderen van nu dan in het pro-
duktieproces zal zijn opgenomen. De op
brengst van de kinderbijslagpremie wordt
voor 1957 geschat op ruim 375 miljoen
gulden.
SAPPORO (U.P.) Bij een gasexplosie
op de 300 meter-verdieping van een Ja
panse kolenmijn bij het dorpje Iumi, in
Sapporo, zijn 'vrijdagavond tien mijnwer
kers gedood.
OTTAWA (Reuter). - John Diefenbaker,
leider der Canadese gematigd-conserva
tieve partij, die bij de jongste algemene
verkiezingen in Canada het grootste aan
tal stemmen behaalde, heeft een nieuw
kabinet gevormd, dat uitsluitend uit leden
van zijn partij is samengesteld. Het uit
zeventien ministers bestaande kabinet is
vrijdag beëdigd.
De 61-jarige Diefenbaker wordt premier
en minister van Buitenlandse Zaken. Hij
heeft indertijd de voormalige liberale pre
mier St. Laurent verweten dat hij Groot-
Brittannië en Frankrijk, ten tijde van de
crisis om het Suezkanaal, „in de steek had
gelaten".
Geen verandering
(UP). - Diefenbaker zei gisteren, dat er
geen belangrijke wijzigingen zullen komen
in de buitenlandse politiek van zijn rege
ring. Hij wees er op, dat er tussen de con
servatieven en liberalen tijdens de rege
ring van Saint Laurent altijd „een hoge
graad van eenstemmigheid" heeft bestaan
over de buitenlandse politiek. Hij deelde
mede, dat hij geen wijziging verwacht in
de houding van Canada ten opzichte van
het Gemenebest of de Verenigde Staten.
(Reuter). - De eerste minister gaat zon
dag naar Londen voor de bijeenkomst van
premiers van het Gemenebest.
PRINCETON (UP) Aan de univer
siteit van Princeton in de Amerikaanse
;taat New Jersey is een tiendaagse con-
ërentie over het Noord-Atlantische bond
genootschap begonnen. Vertegenwoordi
gers van vijftien landen doen eraan mede.
De conferentie wordt gefinancierd door de
Carnegie stichting.
Er is geen toegang voor publiek of pers
en de redevoeringen zullen niet publiek
gemaakt worden.
Er zijn onder de vijftig gedelegeerden
diplomaten, parlementsleden, journalisten,
personen uit onderwijskringen en uit het
zakenleven. Zes aspecten staan ter discus
sie: 1. Milieu-veranderingen sinds de op
richting van de NAVO. 2. Wijzigingen in
de defensie-structuur. 3. Nieuwe benade-
ringsbewijzen van economische problemen.
4. Kernenergie en internationale betrek
kingen. 5. Politieke samenwerking. 6. De
NAVO als grondslag van een blijvende
gemeenschap.
ADVERTENTIE
„De knecht van
twee meesters" is na
de oorlog al twee
keer in serie in Ne
derland vertoond,
eerst door Haagse
tonelisten met Jan
Retèl en daarna door
„Puck" met Wim van
den Heuvel in de
titelrol. Over de in
houd behoef ik dus
niets te vertellen
naar aanleiding van
de gastvoorstellingen.
die er in dit Holland
Festival van zijn
gegeven. En even
min is het noodzake
lijk uit te weiden
over de betekenis
van de schrijver,
Carlo Goldoni, die in
de achttiende eeuw
de ontaarding van de
commedia dell'arte
bestreed door de ac
teurs volledig uitge
werkte tekstboeken
te verschaffen, welke
bezigheid hij met
grote vruchtbaar
heid en enkele blij
vende resultaten be
oefend heeft. Het
Piccolo-Theater van
de stad Milaan heeft
er woensdag en don
derdag opvoeringen
in Den Haag van
verzorgd. Vrijdag
was het gezelschap in Amsterdam, waar
het ook hedenavond nog zal spelen. En
daarmee is de korte, helaas veel te laat
aangekondigde tournee alweer teneinde.
Met gemengde gevoelens, zoals men
pleegt te zeggen, trad ik de Stadsschouw
burg binnen. Het Piccolo-Theater heeft in
de tien jaar van zijn bestaan een inter
nationale reputatie opgebouwd en ik had
over de vaak sensationeel genoemde pres
taties reeds zoveel opwindende verslagen
gelezen in buitenlandse tijdschriften, dat
ik enigszins vreesde mijn verwachtingen
te hoog te hebben gespannen. Dergelijke
evenementen, vooral met nagalmen van
Parijse jubel ingeluid, komen in de prak
tijk zo dikwijls op een teleurstelling neer.
Al na een paar minuten, bleek dit be-
roepspessimisme totaal ongegrond te zijn.
Het werd een verbluffende openbaring
van telkens nieuwe, ongedachte hoogte
punten. Zelden in mijn leven als volwas
sen mens heb ik in een schouwburg zo
zeer genoten en dat nota bene bij een
voorstelling in het Italiaans, een taal waar
ik zo goed als geen woord van versta. Als
velen zich op grond van onbekendheid met
gende waard fungerende Franco Parenti,
waarbij ik zeker Antonio Pierfederici en
Giulio Chazalettes niet wil overslaan, die
ware minnaars over de Nederlandse plan
ken lieten lopen.
Maar tenslotte komt alle hulde terecht
bij regisseur Giorgio Strehler, die met ge
raffineerde smaak een steeds treffende
keuze uit de vondsten van een blijkbaar
onuitputtelijke fantasie heeft gedaan.
Voortdurend deed alles in deze bewege
lijke opvoering als spontane reactie, als
sprankelende improvisatie aan. Maar om
dit resultaat te bereiken was alles tot in
de perfectie uitgerekend en ingestudeerd,
met de wiskundige nauwgezetheid, die ook
het ballet kenmerkt en waarvan de virtuo
ze scène van het gelijktijdig bedienen van
twee tafels met complete goocheltoeren
met schalen en borden het met een ovatie
beloonde hoogtepunt werd. Dat moet ook
zo, als men in het theater volledig wil
triomferen. In de kunst mag niets aan het
toeval worden overgelaten. Zo was deze
gebeurtenis tevens een grandioze bevesti
ging van de noodzaak van complete vak-
beheersing. En nu kan ik wel weer opnieuw
beginnen en wijzen op de schitterende
plastiek, op de uitmuntende articulatie
maar dan zoudt u misschien nog meer
spijt krijgen er niet geweest te zijn. Daar
om tot slot nogmaals: vanavond heeft in
de Amsterdamse Stadsschouwburg de
laatste voorstelling plaats.
David Koning
De kring der sterken
Mijn vriend keek mistroostig toen ik hem
de hand drukte, extra hartelijk vanwege
zijn zeventigste verjaardag.
„Kerel", zei ik. „Van harte. En welkom
in de kring der sterken!"
„Schei uit", legde hij me het zwijgen op.
„Hou in 's hemelsnaam op over die „kring
der sterken". Daar hebben ze 't de laatste
tijd allemaal over. Dat is alleen om het
goed te maken dat je die zeven kruisen
achter de rug hebt".
„Het is merkwaardig" en er kwam iets
opstandigs in zijn stem, „maar het is net
of iedereen plotseling ik-weet-niet-wat
voor zachtzinnigs met je voor heeft. Je
merkt dat zo aan je onmiddellijke omge
ving, zéker niet aan jezelf, ik vóél me nog
veertig. Mao.r de anderen, die naast je
leven.
Mijn baas bijvoorbeeld. De man is zeker
tien jaar jonger dan ik, maar als we samen
het kantoor binnengaan dan is het: „Néé
meneer Klosens, na IJ!" En dan móét ik
het eerst naar binnen. Dat gedrang van
„néé, na wordt ook vervelendEen
zelfde beleefdheid merk ik bij mijn buren
op. Vroeger waren het brede armzwaaien,
met een „salüüt!", of iemand die met een
knipoogje naast me kwam lopen om me
een mop te vertellen, of een buurmeisje,
dat met een lachje naar mij en een blosje,
haar huis binnen wipte.
Allemaal afgelopen nu. Tegenwoordig is
het hoed-afnemen en een onderdanig
„móge meneer" en met een blik naar bo-
ben „waddenweertjeweer!" en meer van
die onzin.
Ook m'n hond heeft het in de gaten.
Als-ie met m'n vrouw uitgaat die toch
maar vijf jaar jonger is dan ik, dan rent-ie
vooruit en weer terug, jaagt vruchteloos
eekhoorns achterna, blaft tegen fietsjon-
gens. Bij mij niet. Als hij naast mij loopt,
hangt zijn staart mistroostig naar beneden,
zijn oren liggen plat op zijn nek en hij
blijft véél te trouw en gehoorzaam naast
me lopen alsof ie zeggen wil„laat ik het
die ouwe niet te moeilijk maken".
En dan de „jd-zeggers"! Die zijn nog het
ergste van allen. Vroeger bij gesprekken,
waarin ik meestal het hoogste woord had,
kwamen er opponenten die woedend tegen
me te keer gingen. Ook dat is anders ge
worden. Ik kan nu een half uur achtereen
zitten oreren en ik hoor niks dan: „Ja",
„Jaja" en „Jajaja". Dat vrees ik zal me
inderdaad een paar jaren van m'n leven
gaan kosten".
Hij begon ietwat rood aan te lopen om-
dat-ie mij ook al van „jaja" zag knikken
en mompelen.
„Nee", ging hij een slot maken aan het
onderhoud. „Dat sterke, daar geloof ik
hoegenaamd niet in. Het kan nog zitten
in de sterke verhalen die ik nog wel es
op de soos vertel en die het 'em altijd nog
doen, hoewel, en dat is óók weer erg, ik
weet niet precies meer voor de hoeveelste
maal ik ze vertel en ook al niet of ze nou
wélof helemaal nóóit gebeurd zijn.
Nee hoor. Geef mij maar de tijddat
ik nog wel eris zwak, was".
Jan van Ees
het idioom van een bezoek hebben laten
weerhouden, dan lieten zij zich door een
denkbeeldig bezwaar een kostelijk, geluk
kigmakend toncelfeest ontgaan. Want zel
den had men het gevoel dat alles in de
schouwburg zo duidelijk was als nu. Be
kendheid met de trouwens uitvoerig in het
programma navertelde intrige werkte daar
uiteraard toe mee.
De als radicaal te boek staande regis
seur Giorgio Strehler, een Tiroler, heeft
van toepassing gebracht wat hij door veel
omvattende onderzoekingen over de oude
commedia dell'arte te weten is gekomen.
Hij heeft van deze nabootsing allerminst
een geheim gemaakt: de handeling vol
trekt zich op een verhoogd plankier met
verschuifbare gordijnen als enig decor en
men ziet voortdurend de acteurs daarach
ter gereed staan of heen en weer lopen
tussen dit kermistoneel en de kleedtent
terzijde daarvan. De mannen dragen als
vroeger typerende maskers. Toch kan men
niet zeggen, dat het destijds op de markten
van de Italiaanse steden, in de bloei
Marcello Moretti als Arlecchino, de
knecht van twee meesters, met Narcisa
Bonati als Smeraldina in de voorstel
ling van Goldoni's blijspel door het
Piccolo-Theater uit Milaan.
periode van het improvisatietoneel, zö zal
zijn toegegaan. Dat. Strehler zich van de
onmogelijkheid van een dergelijke recon
structie bewust is geweest, blijkt uit het
opzettelijk vergroten, met een zeldzaam
amusant effect, van de alleen reeds door
de afstand in eeuwen ontstane ironie. De
korte zangnummers bijvoorbeeld werden,
hoe welluidend ook, daardoor tevens paro
distisch, waarbij zowel de operacultuur als
de daarmee gepaard gaande persoonsver
heerlijking het moesten ontgelden.
De natuurlijke zangerigheid van de
Italianen werd overigens voortreffelijk
uitgebuit in de vocale distributie, waar
door een prachtig contrasterend koor van
stemmen ontstond. Ook hier werd her
haaldelijk door een muzikale toegift bui
ten de tekst het vertoningsaspect geducht
versterkt. Het voor ons uitzonderlijke was,
dat daarbij geen enkele uitbundige over
drijving schaadde, omdat er gedurende
alle bedrijven een volmaakt ritme heerste,
bij de gratie waarvan de komedie in
een voortvarend tempo met meeslepende
intermezzi zich weelderig en helder kon
ontplooien, zonder een enkele inzinking
tevens. Met hun collega's van de histo
rische commedia dell'arte hebben de ac
teurs en actrices van het Piccolo-Theater
in ieder geval de veelzijdigheid, die der
echte jongleurs, gemeen: zij zijn niet al
leen toneelspelers, maar ook zangers, dan
sers en acrobaten.
Het heeft weinig zin uitvoerig op de
individuele prestaties van voor ons on
bekenden, die intussen op slag onvergete
lijke vrienden zijn geworden, in te gaan.
Ik hoop vurig hen allen zo spoedig moge
lijk in stampvolle schouwburgen terug te
zien: Lidia Alfonsi, die een tegelijk sier-
i lijke en veroverende travestie liet zien, de
in één woord formidabele Marcello Mo
retti, die de domme duivelskunstenaar Ar
lecchino clownesk belichaamde in de ge
daante van een echte ondergeschiktg, An
tonio Battistello en Checco Rissone, die
de mopperende twistzoekers Pantalone en
Dottore Lombardi tot in hun vingertoppen
belichaamden, de kordate soubrette Na-
reisa Bonati en de nu als astmatisch hij-
VOOR DE TWEEDE KEER heeft Honeg-
ger's dramatische oratorium „Jeanne d'Arc
au bücher" een plaa'ts op een programma
van het Holland Festival gekregen. Vijf
jaar geleden bracht Lodewijk de Vocht met
zijn Antwerps Caeciliakoor en het Natio
naal Orkest van België het werk in de
Scheveningse Kurzaal ten gehore, welke
uitvoering door de componist werd bijge
woond. Onvergetelijk zal mij steeds blijven
hoe geestdriftig het mondaine publiek van
de badplaats toen reageerde op deze gees
telijke evocatie en hoe hartelijk het de toen
reeds lijdende Honegger huldigde.Volledig-
heidshalve kan eraan herinnerd worden,
dat De Vocht „Jeanne d'Arc au bücher"
reeds eerder in Nederland introduceerde.
En nu was het Henk Spruit, die het met
het Omroeporkest, het Groot-Omroepkoor
van de Nederlandse Radio-Unie, het Baarns
Jongenskoor van Carel Laoüt en met Fran
se, Belgische en Hollandse solisten het
werk in de Kurzaal voor een festival-
publiek bracht en er een uitvoering van
leidde, die de frappante kwaliteiten van
het mysteriespel tot grote ontroerbaarheid
wist op te wekken, die zich aan het slot bij
de aanwezigen in een ovationele reactie
ontlaadde.
Het lijkt mij niet moeilijk een antwoord
te geven op de vraag hoe het komt, dat dit
moderne oratorium, ondanks al wat afwijkt
van wat men in dit genre kent, op slag en
stoot de wereld veroverd heeft, waarbij
dan gebleken is, dat de schare, die men
gewoon is het „grote publiek" te noemen,
er zijn schuwheid voor de eigentijdse mu
ziek graag bij aflegt. Vooreerst is er de
geniale conceptie van het libretto, waarin
de geestrijke Paul Claudel in verrassende
wendingen ontroerend poëtische situaties
en vooral voortdurende actie in het leven
riep die de hoofdfiguur met zeldzame mid
delen tot het brandend middelpunt maakte.
Maar dan is er ook de muziek van Honeg
ger, die als volstrekt dienend element de
tekst van Claudel de kleur, het relief, de
stuwing en de atmosfeer geeft waar deze
om vraagt. De componist heeft het niet
beter willen weten dan de dichter, hij heeft
zich niet vastgeklampt aan bestaande mu
zikale vormen om daarin zijn kunst te laten
prevaleren en nieuwe, maar dan afwijken
de verrassingen te stapelen op vele die
Claudel hem reeds aan de hand had ge
daan. Volgens mij -is deze eerlijke dienst
baarheid, met bewonderenswaardig vak
manschap uitgeoefend, de oorzaak, dat
„Jeanne d'Arc au bücher" een volmaakte
eenheid in tekst en muziek verworven
heeft, die haar een directe werking en een
sterk meeleven verzekert.
Marthe Dugard was de Jeanne d'Arc, die
met doordringend geluid de totale gevoels-
gamma van deze tragische heldin aangrij
pend verklankte. En wèer hoorden wij
Raymond Gérome als Frère Dominique,
wiens creatie als norm van deze spreekrol
mag gelden. Een andere oude bekende, de
tenor Frederic Anspach, typeerde overtui
gend de karakteristiek van zijn uiteen
lopende rollen. Guus Hoekman wist zowel
vertellend als zingend elke uit te beelden
figuur raak te tekenen. Léon Combé als
tweede verteller en Willy Brill als Moeder
Wijnvat en als Stem in de proloog, gaven
wat van hen verwacht werd. En dan was
er het heerlijke zingen van Corry Bijster,
Corry van Beckum en Watty Krap die de
„hemelse stemmen" waarlijk irrationeel
lieten klinken.
Koor en orkest toonden zich uiterst pa
raat en verrasten door subtiele klank-
geving. Dit dient ook gezegd te worden
van het knapenkoor, dat op een prachtige
stemcultuur mag bogen.
Tot zoverre het uitvoerende apparaat.
Maar laten wij vooral niet tekort doen aan
Henk Spruit, die het geheel in sterke bin
ding de dramatische bewogenheid en de
ontroerende poëtische kracht meegaf en
zich eens te meer een dirigent toonde die
respect weet af te dwingen.
Jos. de Klerk
In de Tiroolse plaats Reutte is een protes
tantse kerk in aanbouw, die voor veertien
honderd evangelische christenen in een
berggebied van vierduizend vierkante kilo
meter een centrum zal vormen voor hun
religieuze activiteit. Voor een grote, zo
niet de grootste bijdrage in het kerkbouw-
fonds heeft de familie Engel uit Reutte
zelve gezorgd. De leden van deze familie,
die bestaat uit vader en moeder Engel, drie
dochters en vier zonen, kon hiertoe geen
greep doen uit een rijk bezit aan aardse
goederen. Zij bezaten echter ieder persoon
lijk een onvergankelijk goed: een rijk ta
lent voor muziek, dat zij in dienst stelden
van een ideaal, dat met een nieuwe kerk
binnen twee jaar naar menselijke bereke
ning verwerkelijkt zal worden.
Men il zich herinneren, dat de familie
Engel verleden jaar zijn eerste concert
tournee in ons land gehouden heeft, waar
van de geldelijke opbrengst de kerkbouw
heeft kunnen doen beginnen. Overal heeft
de familie vreugde kunnen schenken met
haar karakteristieke volkskunst en ook
verbazing kunnen wekken door de perfec
tie waarmede zij een grote verscheidenheid
van instrumenten tot klinken bracht en
door een niet in de eerste plaats bedoelde
propaganda voor gedroomde huismuziek-
beoefening.
Die eerste tournee verschafte echter nog
niet voldoende middelen om de kerk te
voltooien. De familie Engel is wederom
naar ons land getogen voor een laatste
„bouw-tournee". Vrijdagavond trad zij te
Haarlem op met een programma, dat in
hoofdzaak hetzelfde karakter had als dat
van verleden jaar, maar dat toch ook dui
delijk aa' toonde, dat de muzikale amb'ties
van het begaafde negental veel verder rei
ken, dan alleen de volkskunst. Een vier
stemmig gezongen en door blokfluitenkoor
begeleid koraal van Helmbold (zestiende
eeuw) getuigde hiervan en vooral ook de
uitvoering van een stuk uit de „Kunst der
fuga" van Bach door een strijkkwartet en
de voortreffelijke vertolkingen van de Sa
rabande uit de violoncelsuite in C en van
de Gavotte uit de solovioolpartita in E van
dezelfde componist, lieten hierover geen
twijfel bestaan. Voorts heeft men weer met
ADVERTENTIE
Wagenweg 29 - Haarlem
Tel. 20518
HAUTE COIFFURE
in combinatie met
DOUBLE COUPE
Een ideale coiffure,
bestand tegen ons
vochtig en winderig
klimaat
genoegen kunnen luisteren naar de vertol
king van Tiroolse muziek op allerlei in
strumenten in tal van combinaties en kun
nen vaststellen hoe de speeltechniek van
het jongste muzikantje Pauli, die maar
half zo groot was als de contrabas die hij
zo pittig liet horen, tot de oudere broers en
zusters een hoge graad van vervolmaking
had verkregen. Ik mag niet vergeten hier
bij ook vader Engel als uitstekende in
strumentalist en als aanvoerder te noemen.
Deze „Engelen"-familie haalt nu letter
lijk overal muziek uit. En wanneer er geen
instrument of iets wat daar op lijkt ter be
schikking is, gebruiken zij hun goede, zui
ver klinkende stemmen voor het zingen
van mooie volksliederen of van een echt
jodelliedje. Er vielen op deze avond nog
aantrekkelijke volksdansen als intermezzi
te zien en een sierlijke vaandelgroet. Bij de
begeleiding hiervan verleende ook moe
der Engel haar medewerking.
Ds. G. Fries uit Reutte en ds. Joh. A.
Tiemens uit IJmuiden hebben nog in een
kort woord het doel van de avond bespro
ken. Een schaalcollecte bracht ruim drie
honderdzeventig gulden op.
Het woord vehikel is de verhollandst-
vorm van het latijnse vehiculum. Eigen
lijk betekent het: stof en wel speciaai.
de vloeistof waarmee een geneesmiddel
is vermengd om het innemen te verge
makkelijken. Ook duidt men er de stor
mee aan waarmee zalf of pillen worden
bereid. Het is dus het middel om tets
over te brengen, de drager van iets, hei
voertuig. In het Nederlands van thans
wordt het woord alleen in ironische ol
minachtende zin gebruikt voor: een pri
mitief, oud, aftands, versleten middel
van vervoer.