„De knecht van twee meesters" door het Piccolo-Theater „Jeanne d' Arc" van Honegger Van dag tot dag j TON THOOLEN (Op de <=Pracitótozl Onder leiding van Henk Spruit Muzikale familie uit Tirol '"Hoe is het ontstaan J ZATERDAG 22 JUNI 1957 3 T ekor tgeschotee VERWEN U ZELF! PERMANENT WAVE Kinderbijslag volgend jaar ruim 400 miljoen Mijngasexplosie in Japan kost 10 mensenlevens Nieuwe Canadese regering gevormd en beëdigd Discussie over de NAVO in de Verenigde Staten PERMANENT INVISIBLE F. Zwaanswijk Dit woord: VEHIKEL De ingebruikneming van de nieuwe ge reformeerde kerk in Heemstede is voor de burgemeester van die gemeente aanleiding geweest een tegenstelling te verscherpen, welke reeds geruime tijd degenen die prijs stellen op een zo goed mogelijke verstand houding tussen de verschillende bevol kingsgroepen verontrust. Het gaat hier om de verhouding tussen kerkelijken en on- of buitenkerkelijken en meer in het bijzonder de buitenkerke lijken, die zich verenigd hebben in het Humanistisch Verbond. Nu geloven wij, dat elke levensbeschouwing, waar in de mate van het menselijk mogelijke ernst mee wordt gemaakt, recht heeft op ons respect en er is geen enkele reden de hu manisten onze achting te onthouden, ook wanneer wij zelf een andere opvatting hul digen. Omgekeerd is ons nimmer gebleken, dat humanisten geen eerbied zouden heb ben voor de inzichten van hen, die op ver schillende manieren het bestaan van God als heer en meester' over hun leven erken nen. Zeker is het niet waar, dat humanisten „ondermijnen wat u en mij heilig is", zo als de burgemeester van Heemstede tot de gereformeerden in zijn gemeente heeft mé nen te moeten zeggen. Juist daar de „ge loofsijver", zo kenmerkend voor het chris tendom, aan de humanisten per definitie vreemd is, is er voor vrees voor „onder mijning" geen reden. De opmerkingen van de burgemeester werden hem waarschijnlijk ingegeven door de herinnering aan de recente debatten in de Heemsteedse raad, toen het erom ging of de subsidie-regeling voor kerkbouw besluit waaraan de humanisten in de Heemsteedse raad van heler harte hebben meegewerkt ook van toepassing zou kunnen worden verklaard voor de stich ting van gebouwen door andere, niet-ker- kelijke belangrijke geestelijke stromingen. Ook bij die gelegenheid heeft de burge meester, zij het zonder daartoe argumen ten aan te voeren, van zijn anti-humanisti sche gezindheid blijk te geven. Wij vragen ons af of een dergelijke ge dragslijn in overeenstemming kan worden geacht met de eisen welke aan de vervul ling van het burgemeestersambt dienen te worden gesteld. Een burgemeester, een vertegenwoordiger der Kroon nog wel, dient in alle opzichten boven alle groepe ringen te staan. Voor hem zijn er geen eerste- en tweede- of zelfs derde-rangs burgers, hoe hij in privé ook over hun han del en wandel moge denken. Juist van een burgemeester, die bij de uitoefening van zijn ambt in elk opzicht objectief moet han delen, mag verwacht worden, dat'hij alles zal doen om de saamhorigheid van de bur gerij te bevorderen, zeker in dit tijdsge wricht, en dat hij zich ervoor zal hoeden tegenstellingen toe te spitsen. Het spijt ons, dat de burgemeester van Heemstede, die overigens al zo vaak blijk heeft gegeven van goed begrip voor de hoge eisen van zijn ambt, de gelegenheid heeft verzuimd om te bewijzen, dat hij eveneens deze op vatting van zijn taak is toegedaan. ADVERTENTIE Neem 'n van Marnixstr. 119 - Haarlem - Tel. 23138 Exclusieve modellen. - Aparte coupe Cosmetica Dr. P. H. v. d. Hoog en Max Factor Hollywood. Uitkering voor bijna 1,93 miljoen kinderen Tegen het eind van dit jaar zal het aan tal kinderen, waarvoor kinderbijslag wordt uitgekeerd, bijna 1.930.000 bedragen. Het uitkeringsbedrag over 1958 zal ruim 400 miljoen gulden belopen. Deze cijfers zijn ontleend aan een artikel in „De Katho lieke Werkgever", waarin een prognose wordt gegeven van het verloop van het Kinderbijslagvereveningsfonds in verband met het plan om de kinderbijslagpremie te verlagen met 0,4 pet. In deze prognose is tevens verwerkt, dat de kinderbijslag, als onderdeel van de huurcompensatie, met 3 pet. zal worden verhoogd. Het vermogen van het kinderbijslagfonds beliep tegen het eind van het afgelopen jaar 158 mil joen. In de komende jaren zal dit vermo gen geleidelijk kleiner worden tot het, volgens de berekeningen, in 1961 rond 68 miljoen gulden zal bedragen. Daarna zal het weer stijgen en in 1965 ruim 120 mil joen gulden bedragen. Men zal na 1961 minder moeten uitkeren, omdat het aantal kinderen beneden de 16 jaar nu hoog door de na-oorlogse geboortepiek klei ner zal zijn en doordat de loonsom, waar over dan premie zal worden geheven, groter zal zijn omdat het relatief grote aantal kinderen van nu dan in het pro- duktieproces zal zijn opgenomen. De op brengst van de kinderbijslagpremie wordt voor 1957 geschat op ruim 375 miljoen gulden. SAPPORO (U.P.) Bij een gasexplosie op de 300 meter-verdieping van een Ja panse kolenmijn bij het dorpje Iumi, in Sapporo, zijn 'vrijdagavond tien mijnwer kers gedood. OTTAWA (Reuter). - John Diefenbaker, leider der Canadese gematigd-conserva tieve partij, die bij de jongste algemene verkiezingen in Canada het grootste aan tal stemmen behaalde, heeft een nieuw kabinet gevormd, dat uitsluitend uit leden van zijn partij is samengesteld. Het uit zeventien ministers bestaande kabinet is vrijdag beëdigd. De 61-jarige Diefenbaker wordt premier en minister van Buitenlandse Zaken. Hij heeft indertijd de voormalige liberale pre mier St. Laurent verweten dat hij Groot- Brittannië en Frankrijk, ten tijde van de crisis om het Suezkanaal, „in de steek had gelaten". Geen verandering (UP). - Diefenbaker zei gisteren, dat er geen belangrijke wijzigingen zullen komen in de buitenlandse politiek van zijn rege ring. Hij wees er op, dat er tussen de con servatieven en liberalen tijdens de rege ring van Saint Laurent altijd „een hoge graad van eenstemmigheid" heeft bestaan over de buitenlandse politiek. Hij deelde mede, dat hij geen wijziging verwacht in de houding van Canada ten opzichte van het Gemenebest of de Verenigde Staten. (Reuter). - De eerste minister gaat zon dag naar Londen voor de bijeenkomst van premiers van het Gemenebest. PRINCETON (UP) Aan de univer siteit van Princeton in de Amerikaanse ;taat New Jersey is een tiendaagse con- ërentie over het Noord-Atlantische bond genootschap begonnen. Vertegenwoordi gers van vijftien landen doen eraan mede. De conferentie wordt gefinancierd door de Carnegie stichting. Er is geen toegang voor publiek of pers en de redevoeringen zullen niet publiek gemaakt worden. Er zijn onder de vijftig gedelegeerden diplomaten, parlementsleden, journalisten, personen uit onderwijskringen en uit het zakenleven. Zes aspecten staan ter discus sie: 1. Milieu-veranderingen sinds de op richting van de NAVO. 2. Wijzigingen in de defensie-structuur. 3. Nieuwe benade- ringsbewijzen van economische problemen. 4. Kernenergie en internationale betrek kingen. 5. Politieke samenwerking. 6. De NAVO als grondslag van een blijvende gemeenschap. ADVERTENTIE „De knecht van twee meesters" is na de oorlog al twee keer in serie in Ne derland vertoond, eerst door Haagse tonelisten met Jan Retèl en daarna door „Puck" met Wim van den Heuvel in de titelrol. Over de in houd behoef ik dus niets te vertellen naar aanleiding van de gastvoorstellingen. die er in dit Holland Festival van zijn gegeven. En even min is het noodzake lijk uit te weiden over de betekenis van de schrijver, Carlo Goldoni, die in de achttiende eeuw de ontaarding van de commedia dell'arte bestreed door de ac teurs volledig uitge werkte tekstboeken te verschaffen, welke bezigheid hij met grote vruchtbaar heid en enkele blij vende resultaten be oefend heeft. Het Piccolo-Theater van de stad Milaan heeft er woensdag en don derdag opvoeringen in Den Haag van verzorgd. Vrijdag was het gezelschap in Amsterdam, waar het ook hedenavond nog zal spelen. En daarmee is de korte, helaas veel te laat aangekondigde tournee alweer teneinde. Met gemengde gevoelens, zoals men pleegt te zeggen, trad ik de Stadsschouw burg binnen. Het Piccolo-Theater heeft in de tien jaar van zijn bestaan een inter nationale reputatie opgebouwd en ik had over de vaak sensationeel genoemde pres taties reeds zoveel opwindende verslagen gelezen in buitenlandse tijdschriften, dat ik enigszins vreesde mijn verwachtingen te hoog te hebben gespannen. Dergelijke evenementen, vooral met nagalmen van Parijse jubel ingeluid, komen in de prak tijk zo dikwijls op een teleurstelling neer. Al na een paar minuten, bleek dit be- roepspessimisme totaal ongegrond te zijn. Het werd een verbluffende openbaring van telkens nieuwe, ongedachte hoogte punten. Zelden in mijn leven als volwas sen mens heb ik in een schouwburg zo zeer genoten en dat nota bene bij een voorstelling in het Italiaans, een taal waar ik zo goed als geen woord van versta. Als velen zich op grond van onbekendheid met gende waard fungerende Franco Parenti, waarbij ik zeker Antonio Pierfederici en Giulio Chazalettes niet wil overslaan, die ware minnaars over de Nederlandse plan ken lieten lopen. Maar tenslotte komt alle hulde terecht bij regisseur Giorgio Strehler, die met ge raffineerde smaak een steeds treffende keuze uit de vondsten van een blijkbaar onuitputtelijke fantasie heeft gedaan. Voortdurend deed alles in deze bewege lijke opvoering als spontane reactie, als sprankelende improvisatie aan. Maar om dit resultaat te bereiken was alles tot in de perfectie uitgerekend en ingestudeerd, met de wiskundige nauwgezetheid, die ook het ballet kenmerkt en waarvan de virtuo ze scène van het gelijktijdig bedienen van twee tafels met complete goocheltoeren met schalen en borden het met een ovatie beloonde hoogtepunt werd. Dat moet ook zo, als men in het theater volledig wil triomferen. In de kunst mag niets aan het toeval worden overgelaten. Zo was deze gebeurtenis tevens een grandioze bevesti ging van de noodzaak van complete vak- beheersing. En nu kan ik wel weer opnieuw beginnen en wijzen op de schitterende plastiek, op de uitmuntende articulatie maar dan zoudt u misschien nog meer spijt krijgen er niet geweest te zijn. Daar om tot slot nogmaals: vanavond heeft in de Amsterdamse Stadsschouwburg de laatste voorstelling plaats. David Koning De kring der sterken Mijn vriend keek mistroostig toen ik hem de hand drukte, extra hartelijk vanwege zijn zeventigste verjaardag. „Kerel", zei ik. „Van harte. En welkom in de kring der sterken!" „Schei uit", legde hij me het zwijgen op. „Hou in 's hemelsnaam op over die „kring der sterken". Daar hebben ze 't de laatste tijd allemaal over. Dat is alleen om het goed te maken dat je die zeven kruisen achter de rug hebt". „Het is merkwaardig" en er kwam iets opstandigs in zijn stem, „maar het is net of iedereen plotseling ik-weet-niet-wat voor zachtzinnigs met je voor heeft. Je merkt dat zo aan je onmiddellijke omge ving, zéker niet aan jezelf, ik vóél me nog veertig. Mao.r de anderen, die naast je leven. Mijn baas bijvoorbeeld. De man is zeker tien jaar jonger dan ik, maar als we samen het kantoor binnengaan dan is het: „Néé meneer Klosens, na IJ!" En dan móét ik het eerst naar binnen. Dat gedrang van „néé, na wordt ook vervelendEen zelfde beleefdheid merk ik bij mijn buren op. Vroeger waren het brede armzwaaien, met een „salüüt!", of iemand die met een knipoogje naast me kwam lopen om me een mop te vertellen, of een buurmeisje, dat met een lachje naar mij en een blosje, haar huis binnen wipte. Allemaal afgelopen nu. Tegenwoordig is het hoed-afnemen en een onderdanig „móge meneer" en met een blik naar bo- ben „waddenweertjeweer!" en meer van die onzin. Ook m'n hond heeft het in de gaten. Als-ie met m'n vrouw uitgaat die toch maar vijf jaar jonger is dan ik, dan rent-ie vooruit en weer terug, jaagt vruchteloos eekhoorns achterna, blaft tegen fietsjon- gens. Bij mij niet. Als hij naast mij loopt, hangt zijn staart mistroostig naar beneden, zijn oren liggen plat op zijn nek en hij blijft véél te trouw en gehoorzaam naast me lopen alsof ie zeggen wil„laat ik het die ouwe niet te moeilijk maken". En dan de „jd-zeggers"! Die zijn nog het ergste van allen. Vroeger bij gesprekken, waarin ik meestal het hoogste woord had, kwamen er opponenten die woedend tegen me te keer gingen. Ook dat is anders ge worden. Ik kan nu een half uur achtereen zitten oreren en ik hoor niks dan: „Ja", „Jaja" en „Jajaja". Dat vrees ik zal me inderdaad een paar jaren van m'n leven gaan kosten". Hij begon ietwat rood aan te lopen om- dat-ie mij ook al van „jaja" zag knikken en mompelen. „Nee", ging hij een slot maken aan het onderhoud. „Dat sterke, daar geloof ik hoegenaamd niet in. Het kan nog zitten in de sterke verhalen die ik nog wel es op de soos vertel en die het 'em altijd nog doen, hoewel, en dat is óók weer erg, ik weet niet precies meer voor de hoeveelste maal ik ze vertel en ook al niet of ze nou wélof helemaal nóóit gebeurd zijn. Nee hoor. Geef mij maar de tijddat ik nog wel eris zwak, was". Jan van Ees het idioom van een bezoek hebben laten weerhouden, dan lieten zij zich door een denkbeeldig bezwaar een kostelijk, geluk kigmakend toncelfeest ontgaan. Want zel den had men het gevoel dat alles in de schouwburg zo duidelijk was als nu. Be kendheid met de trouwens uitvoerig in het programma navertelde intrige werkte daar uiteraard toe mee. De als radicaal te boek staande regis seur Giorgio Strehler, een Tiroler, heeft van toepassing gebracht wat hij door veel omvattende onderzoekingen over de oude commedia dell'arte te weten is gekomen. Hij heeft van deze nabootsing allerminst een geheim gemaakt: de handeling vol trekt zich op een verhoogd plankier met verschuifbare gordijnen als enig decor en men ziet voortdurend de acteurs daarach ter gereed staan of heen en weer lopen tussen dit kermistoneel en de kleedtent terzijde daarvan. De mannen dragen als vroeger typerende maskers. Toch kan men niet zeggen, dat het destijds op de markten van de Italiaanse steden, in de bloei Marcello Moretti als Arlecchino, de knecht van twee meesters, met Narcisa Bonati als Smeraldina in de voorstel ling van Goldoni's blijspel door het Piccolo-Theater uit Milaan. periode van het improvisatietoneel, zö zal zijn toegegaan. Dat. Strehler zich van de onmogelijkheid van een dergelijke recon structie bewust is geweest, blijkt uit het opzettelijk vergroten, met een zeldzaam amusant effect, van de alleen reeds door de afstand in eeuwen ontstane ironie. De korte zangnummers bijvoorbeeld werden, hoe welluidend ook, daardoor tevens paro distisch, waarbij zowel de operacultuur als de daarmee gepaard gaande persoonsver heerlijking het moesten ontgelden. De natuurlijke zangerigheid van de Italianen werd overigens voortreffelijk uitgebuit in de vocale distributie, waar door een prachtig contrasterend koor van stemmen ontstond. Ook hier werd her haaldelijk door een muzikale toegift bui ten de tekst het vertoningsaspect geducht versterkt. Het voor ons uitzonderlijke was, dat daarbij geen enkele uitbundige over drijving schaadde, omdat er gedurende alle bedrijven een volmaakt ritme heerste, bij de gratie waarvan de komedie in een voortvarend tempo met meeslepende intermezzi zich weelderig en helder kon ontplooien, zonder een enkele inzinking tevens. Met hun collega's van de histo rische commedia dell'arte hebben de ac teurs en actrices van het Piccolo-Theater in ieder geval de veelzijdigheid, die der echte jongleurs, gemeen: zij zijn niet al leen toneelspelers, maar ook zangers, dan sers en acrobaten. Het heeft weinig zin uitvoerig op de individuele prestaties van voor ons on bekenden, die intussen op slag onvergete lijke vrienden zijn geworden, in te gaan. Ik hoop vurig hen allen zo spoedig moge lijk in stampvolle schouwburgen terug te zien: Lidia Alfonsi, die een tegelijk sier- i lijke en veroverende travestie liet zien, de in één woord formidabele Marcello Mo retti, die de domme duivelskunstenaar Ar lecchino clownesk belichaamde in de ge daante van een echte ondergeschiktg, An tonio Battistello en Checco Rissone, die de mopperende twistzoekers Pantalone en Dottore Lombardi tot in hun vingertoppen belichaamden, de kordate soubrette Na- reisa Bonati en de nu als astmatisch hij- VOOR DE TWEEDE KEER heeft Honeg- ger's dramatische oratorium „Jeanne d'Arc au bücher" een plaa'ts op een programma van het Holland Festival gekregen. Vijf jaar geleden bracht Lodewijk de Vocht met zijn Antwerps Caeciliakoor en het Natio naal Orkest van België het werk in de Scheveningse Kurzaal ten gehore, welke uitvoering door de componist werd bijge woond. Onvergetelijk zal mij steeds blijven hoe geestdriftig het mondaine publiek van de badplaats toen reageerde op deze gees telijke evocatie en hoe hartelijk het de toen reeds lijdende Honegger huldigde.Volledig- heidshalve kan eraan herinnerd worden, dat De Vocht „Jeanne d'Arc au bücher" reeds eerder in Nederland introduceerde. En nu was het Henk Spruit, die het met het Omroeporkest, het Groot-Omroepkoor van de Nederlandse Radio-Unie, het Baarns Jongenskoor van Carel Laoüt en met Fran se, Belgische en Hollandse solisten het werk in de Kurzaal voor een festival- publiek bracht en er een uitvoering van leidde, die de frappante kwaliteiten van het mysteriespel tot grote ontroerbaarheid wist op te wekken, die zich aan het slot bij de aanwezigen in een ovationele reactie ontlaadde. Het lijkt mij niet moeilijk een antwoord te geven op de vraag hoe het komt, dat dit moderne oratorium, ondanks al wat afwijkt van wat men in dit genre kent, op slag en stoot de wereld veroverd heeft, waarbij dan gebleken is, dat de schare, die men gewoon is het „grote publiek" te noemen, er zijn schuwheid voor de eigentijdse mu ziek graag bij aflegt. Vooreerst is er de geniale conceptie van het libretto, waarin de geestrijke Paul Claudel in verrassende wendingen ontroerend poëtische situaties en vooral voortdurende actie in het leven riep die de hoofdfiguur met zeldzame mid delen tot het brandend middelpunt maakte. Maar dan is er ook de muziek van Honeg ger, die als volstrekt dienend element de tekst van Claudel de kleur, het relief, de stuwing en de atmosfeer geeft waar deze om vraagt. De componist heeft het niet beter willen weten dan de dichter, hij heeft zich niet vastgeklampt aan bestaande mu zikale vormen om daarin zijn kunst te laten prevaleren en nieuwe, maar dan afwijken de verrassingen te stapelen op vele die Claudel hem reeds aan de hand had ge daan. Volgens mij -is deze eerlijke dienst baarheid, met bewonderenswaardig vak manschap uitgeoefend, de oorzaak, dat „Jeanne d'Arc au bücher" een volmaakte eenheid in tekst en muziek verworven heeft, die haar een directe werking en een sterk meeleven verzekert. Marthe Dugard was de Jeanne d'Arc, die met doordringend geluid de totale gevoels- gamma van deze tragische heldin aangrij pend verklankte. En wèer hoorden wij Raymond Gérome als Frère Dominique, wiens creatie als norm van deze spreekrol mag gelden. Een andere oude bekende, de tenor Frederic Anspach, typeerde overtui gend de karakteristiek van zijn uiteen lopende rollen. Guus Hoekman wist zowel vertellend als zingend elke uit te beelden figuur raak te tekenen. Léon Combé als tweede verteller en Willy Brill als Moeder Wijnvat en als Stem in de proloog, gaven wat van hen verwacht werd. En dan was er het heerlijke zingen van Corry Bijster, Corry van Beckum en Watty Krap die de „hemelse stemmen" waarlijk irrationeel lieten klinken. Koor en orkest toonden zich uiterst pa raat en verrasten door subtiele klank- geving. Dit dient ook gezegd te worden van het knapenkoor, dat op een prachtige stemcultuur mag bogen. Tot zoverre het uitvoerende apparaat. Maar laten wij vooral niet tekort doen aan Henk Spruit, die het geheel in sterke bin ding de dramatische bewogenheid en de ontroerende poëtische kracht meegaf en zich eens te meer een dirigent toonde die respect weet af te dwingen. Jos. de Klerk In de Tiroolse plaats Reutte is een protes tantse kerk in aanbouw, die voor veertien honderd evangelische christenen in een berggebied van vierduizend vierkante kilo meter een centrum zal vormen voor hun religieuze activiteit. Voor een grote, zo niet de grootste bijdrage in het kerkbouw- fonds heeft de familie Engel uit Reutte zelve gezorgd. De leden van deze familie, die bestaat uit vader en moeder Engel, drie dochters en vier zonen, kon hiertoe geen greep doen uit een rijk bezit aan aardse goederen. Zij bezaten echter ieder persoon lijk een onvergankelijk goed: een rijk ta lent voor muziek, dat zij in dienst stelden van een ideaal, dat met een nieuwe kerk binnen twee jaar naar menselijke bereke ning verwerkelijkt zal worden. Men il zich herinneren, dat de familie Engel verleden jaar zijn eerste concert tournee in ons land gehouden heeft, waar van de geldelijke opbrengst de kerkbouw heeft kunnen doen beginnen. Overal heeft de familie vreugde kunnen schenken met haar karakteristieke volkskunst en ook verbazing kunnen wekken door de perfec tie waarmede zij een grote verscheidenheid van instrumenten tot klinken bracht en door een niet in de eerste plaats bedoelde propaganda voor gedroomde huismuziek- beoefening. Die eerste tournee verschafte echter nog niet voldoende middelen om de kerk te voltooien. De familie Engel is wederom naar ons land getogen voor een laatste „bouw-tournee". Vrijdagavond trad zij te Haarlem op met een programma, dat in hoofdzaak hetzelfde karakter had als dat van verleden jaar, maar dat toch ook dui delijk aa' toonde, dat de muzikale amb'ties van het begaafde negental veel verder rei ken, dan alleen de volkskunst. Een vier stemmig gezongen en door blokfluitenkoor begeleid koraal van Helmbold (zestiende eeuw) getuigde hiervan en vooral ook de uitvoering van een stuk uit de „Kunst der fuga" van Bach door een strijkkwartet en de voortreffelijke vertolkingen van de Sa rabande uit de violoncelsuite in C en van de Gavotte uit de solovioolpartita in E van dezelfde componist, lieten hierover geen twijfel bestaan. Voorts heeft men weer met ADVERTENTIE Wagenweg 29 - Haarlem Tel. 20518 HAUTE COIFFURE in combinatie met DOUBLE COUPE Een ideale coiffure, bestand tegen ons vochtig en winderig klimaat genoegen kunnen luisteren naar de vertol king van Tiroolse muziek op allerlei in strumenten in tal van combinaties en kun nen vaststellen hoe de speeltechniek van het jongste muzikantje Pauli, die maar half zo groot was als de contrabas die hij zo pittig liet horen, tot de oudere broers en zusters een hoge graad van vervolmaking had verkregen. Ik mag niet vergeten hier bij ook vader Engel als uitstekende in strumentalist en als aanvoerder te noemen. Deze „Engelen"-familie haalt nu letter lijk overal muziek uit. En wanneer er geen instrument of iets wat daar op lijkt ter be schikking is, gebruiken zij hun goede, zui ver klinkende stemmen voor het zingen van mooie volksliederen of van een echt jodelliedje. Er vielen op deze avond nog aantrekkelijke volksdansen als intermezzi te zien en een sierlijke vaandelgroet. Bij de begeleiding hiervan verleende ook moe der Engel haar medewerking. Ds. G. Fries uit Reutte en ds. Joh. A. Tiemens uit IJmuiden hebben nog in een kort woord het doel van de avond bespro ken. Een schaalcollecte bracht ruim drie honderdzeventig gulden op. Het woord vehikel is de verhollandst- vorm van het latijnse vehiculum. Eigen lijk betekent het: stof en wel speciaai. de vloeistof waarmee een geneesmiddel is vermengd om het innemen te verge makkelijken. Ook duidt men er de stor mee aan waarmee zalf of pillen worden bereid. Het is dus het middel om tets over te brengen, de drager van iets, hei voertuig. In het Nederlands van thans wordt het woord alleen in ironische ol minachtende zin gebruikt voor: een pri mitief, oud, aftands, versleten middel van vervoer.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 5