Briljante opvoering van Bon Pasquale91 Bouwfonds Nederlandse Gemeenten toont op 40 plaatsen modern interieur Chefarinè ..4' Eerste Kamer aanvaardt de nieuwe Politiewet Volstrekt gave voorstelling door Wiener Burgtheater „HET HUIS VAN DE BRUID Grootscheepse campagne naar aanleiding van de voltooiing dertienduizendste woning beroemde geneesmiddelen in 1 tablet zorgen, dat U weer met plezier Uw werk doet Verrassend vroeg werk van Haydn Een „feestje" van Mike Todd WOENSDAG 3 JULI 195/ V er gelijking Oude lijn weer in gebruik Ziekenfondsbijdrage voor schooltandverzorging verhoogd Een creatie Staalkaart van Eugenia Ratti Kunstmaand Amsterdam HOLLAND FESTIVAL Een gemeenteraad voor Hollandia yy (Van een onzer redacteuren Op donderdagmiddag 11 juli zullen op veertig plaatsen in Nederland modelwonin gen onder de titel „Het huis van de bruid" ter bezichtiging worden opengesteld. Op deze grootscheepse wijze viert het Bouwfonds Nederlandse Gemeenten (tot voor kort Bouwkas geheten) de voltooiing van zijn tienduizendste woning, welke aan de Die- penbrocklaan in Baarn staat. De sleutels van dat jubileumhuis zullen aan de toekom stige eigenaar-bewoner door de staatssecretaris voor Bezitsvorming en Publiekrech telijke bedrijfsorganisatie ter hand worden gesteld, nadat de minister voor Volks huisvesting en Bouwnijverheid per magnetofoonband een toepasselijk woord heeft gesproken. Deze plechtigheid zal door Hilversum I worden uitgezonden en het sein vormen voor de opening van de negenendertig andere als modelwoning ingerichte Bouwfondshuizen. Drie daarvan bevinden zich in het verschijningsgebied van onze bladen, namelijk aan de Biallosterskilaan in Santpoort, aan de Fazantenstraat in Zandvoort en aan de P. Breughelstraat in Heemskerk. Het Bouwfonds Nederlandse Gemeenten de nieuwe naam werd gekozen om een betere aansluiting te geven op de wettelij ke regeling Eigen woningbezit heeft thans een jaarlijkse produktie bereikt van tweeduizend woningen. Zijn werkwijze kunnen we als voldoende bekend veron derstellen, zodat wij volstaan met eraan te herinneren, dat het Bouwfonds, dat als in tergemeentelijke organisatie geen winst oogmerk heeft, het eigen woningbezit wil bevorderen door daartoe gemakkelijke fi- nancieringsvoorwaarden te bieden en het anderzijds niet alleen het eigen huis voor zelfbewoning propageert, maar tevens op velerlei wijze bijdraagt, dat de onder zijn auspiciën tot stand gekomen panden ar chitectonisch en bouwtechnisch de toets der critiek kunnen doorstaan en boven dien ook een zekere ontwikkeling in het woongerief wordt bereikt. Met deze ganse reeks exposities „Het huis van de bruid" het motto is van wege zijn aantrekkelijkheid gekozen, maar in feite heeft de modelinrichting betrek king op een verondersteld gezin met drie kinderen strekt het Bouwfonds zijn zor gen ook tot een verantwoorde, eigentijdse woninginrichting uit, een weg welke het enige jaren geleden reeds met een rijden de tentoonstelling had ingeslagen. De organisatie van maar liefst veertig tentoonstellingen tegelijk betekent een ge weldig werkstuk, dat respect afdwingt. Dat betekent immers jagen en jachten om deze woningen alle op hetzelfde tijdstip voltooid en ingericht te hebben. De gehele machinerie van aannemers, onderaannemers en uitvoerders, fabrikan ten-en plaatselijke woninginrichters vormt een machtig raderwerk van duizenden schakels. De bedoeling is, dat alle modelwoningen volgens hetzelfde patroon zijn samenge steld, dat werd ontworpen door de Haagse binnenhuisarchitect S. .Aardewerk. In de meeste plaatsen maar niet in Santpoort, Zandvoort en Heemskerk werd uitge gaan van een standaardwoning van de Rotterdamse architect H. A. Maaskant. De inrichting der woningen geschiedde met medewerking van een groot aantal Nederlandse industrieën en van enkele im porteurs. Daarbij werd tevens naar een assortiment gestreefd, dat juist in de nood zakelijkste onderdelen der inrichting voor het gemiddelde Nederlandse gezin finan cieel bereikbaar moest zijn. Aan de be zoekers van de modelwoningen wordt een brochure, waarvan de inleiding geschreven werd door de architect J. J. Vriend uit Am sterdam, ter hand gesteld, waarin deze doelstellingen worden toegelicht en geïl lustreerd. Gezien de maar betrekkelijk zwak ont wikkelde wooncultuur in Nederland kan het streven van het Bouwfonds niet ge noeg worden toegejuicht. In vele van de veertig plaatsen zal de modelwoning „Het huis van de bruid" weinig minder dan een openbaring zijn. Een onbevangen beoor deling in deze omgeving is moeilijker: een paar actieve woninginrichters hebben met name in Haarlem enige keren voortreffe lijke staaltjes van binnenhuisarchitectuur voor het gemiddelde gezin laten zien en met name het laatste voorbeeld daarvan, in een ééngezinsarbeiderswoning van de woningbouwvereniging „Onze Woning" aan de Van Moerkerkenstraat in Delftwij k, is ons bijgebleven als een bijzonder ge slaagde demonstratie, vooral ook omdat de architect van het complex, de heer C. Bra- kel uit Haarlem, een ontwerp had ge maakt, waarin én een maximaal profijt getrokken werd van de beschikbare ruimte (en financiën) én een met succes bekroon de poging deed het wooncomfort te verbe teren. 5 ander in te brengen. Het gebruiken van vijf verschillende kleuren en tinten (waar van vier over twee wanden) in een woon kamer an slechts twintig vierkante meter omvang bijvoorbeeld, lijkt ons een funda menteel gebrek aan inzicht in de kleurge- ving: wat in een werkelijk groot vertrek inderdaad niet alleen geoorloofd, maar zelfs gewenst kan zijn, is bepaald onrustig in een klein vertrek. En een sisal- of cocos- vloerbedekking in een combinatie van slaap- en studeerkamer (op zichzelf een te waarderen vondst, mogelijk geworden door de toepassing van een tweepersoons onderschuif bed) schijnt niet direct prak tisch. Voorts heeft het ons verwonderd, dat er onhandige draaideurtjes werden ge bruikt voor de kastwand tussen woonka mer en keuken in plaats van schuifdeuren. Deze bedenkingen zijn nog wel voor aan vulling vatbaar. Zij worden uiteraard door een reeks positieve kwaliteiten geneutrali- lustrumfeesten van de Amsterdamse Ge- van keuken en badkamer, de kelderkast en de grote schuur. Maar we vragen ons toch af of een ingebouwde schuur niet aanbevelenswaardiger zal zijn, zoals wij tevens een proefneming met Ledakachels zouden willen aanbevelen ter oplossing van verwarmings- én ruimteproblemen. De binnenhuisarchitect deed een uitste kende greep met de linoleumbekleding van de trap en ook wel met de muurbe kleding in portaal en trappenhuis door middel van balacuire, dat echter een tikje naar de imitatie-welgesteldheid (het glanst als leer) zweemt. Men moet het zelf maar eens gaan zien. Onze ervaring is, dat men van elke model woning opnieuw weer leert. Deze huizen zijn trouwens als een voorbeeld, niet als het voorbeeld bedoeld. Wie eigen moge lijkheden en oplossingen begeert kan die zelf uitdenken in het huis naast de mo delwoning, dat in „kale" staat ter bezich tiging is opengesteld. De brochure bevat bovendien alle prij zen van de geëxposeerde artikelen, zodat men daaraan een welkome handleiding heeft. Men moet het in de leiding van het Bouwfonds roemen, dat zij oog toont voor de noodzaak voorlichting te verschaffen omtrent de bewoning van het moderne huis. Wie door de nieuwe wijken wandelt zal al spoedig ontdekken, dat dit een ver waarloosd onderdeel van de volksontwik keling raakt. Onze critiek op een aantal details staat onze lof voor deze enorme campagne dan ook niet in de weg. De Nederlandse Spoorwegen hebben ter gelegenheid van het concours hippipue dat op zondag 7 juli in verband met de De Ziekenfondsraad heeft een voorstel van het gemeenschappelijk overleg van ziekenfondsorganisaties tot wijziging van de bijdragen der algemene ziekenfondsen aan de diensten voor schooltandverzorging aanvaard. De bijdrage, welke voor het schooljaar 1956-1957 maximaal zes gulden per ver plicht verzekerd kind bedroeg, is voor 1957-1958 bepaald op maximaal zeven gul den vijftig. De Ziekenfondsraad heeft een beroep op de ziekenfondsen gedaan, voor vrijwillig verzekerde kinderen dezelfde regeling te volgen. In het komende schooljaar zullen onge veer 500.000 kinderen voor rekening van de ziekenfondsen aan de schooltandverzor ging deelnemen. Het met de verhoging gemoeide bedrag wordt geraamd op f 500.000, voor de ver plichte en de vrijwillige verzekering teza men. seerd. De woning in Baarn, die wij als prototype bezochten, is voor minder dan twintigduizend gulden degelijk gebouwd, met een paar finesses in de afwerking, welke er zijn mogen: de condensstrips in de vaste ramen en de tochtstrips in de be weegbare, de ruime dubbele kasten op de slaapkamer, de sanitaire voorzieningen meentelijke Universiteit wordt gehouden, een buitengewone dienstregeling opgesteld ten behoeve van de bezoekers van dit rui- terfestijn. Op de oude spoorlijn, van het Haarlemmermeerstation naar het Amster damse Bos,die al sedert enige jaren voor personenvervoer buiten gebruik is, zal voor één dag een dienst worden onderhouden. Het door de heer Aardewerk bijeenge brachte huisraad vormt inderdaad een be langwekkende staalkaart van het beste en niet eens van het duurste dat er op het ogenblik aan de markt is. Tegen de wijze waarop het is toegepast en gerang schikt, is, naar wij menen, toch wel een en De Nederlandse Opera heeft er blijk baar alles opgezet om van de reprise' van „Don Pasquale" van Donizetti een waardig programma nummer voor het Holland Festival te maken. Voor wat het bezetten van de rol len van Don Pas quale en van Dokter Malatesta betreft, was er geen pro bleem. Bij vorige op voeringen, in 't nor male speelseizoen, hebben Guus Hoek man en Scipio Co lombo bewezen deze buffo-partij en mees terlijk te realiseren. En voor het kleine rolletje van de no taris beschikte men in Henk Angenent over een beproefde kracht, die van een niemendalletje al tijd nog wat aardigs weet te maken. Waar het wel opaan kwam was briljante ver tolkers te engageren voor de bel-canto- partijen van Ernesto (tenor) en Norina (coloratuur-sopraan). Hiervoor dient men te beschikken over vocalisten die het mousserende effect van deze muziek uit de schijnbaar schrale partituur van Doni zetti weten te puren. Men vond in de tenor Mario Spina een interpreet, die op bepaal de momenten (waarvan in het bijzonder zijn fraai getimbreerde zingen in het duet van het laatste tafereel mag worden ver meld) heel goed voldeed, doch in zijn spel soms minder overtuigend was, gerekend dan het hoge niveau waarop de vertolking zich over het algemeen bewoog. Maar voor het creëren van de schalkse Norina had men het niet beter dan met Eugenia Ratti kunnen treffen. Deze actrice bleek alle denkbare kwaliteiten te bezitten om het notenvuurwerk van deze partij geraffi neerd te laten schitteren in de heerlijkste vocale timbres en tevens om de rol spiri tueel geladen, vlot en gevat tot een speel- succes te maken. Het eerste samentreffen In vele gezinnen wordt het gemis van een tweede woonvertrek in de na oorlogse huizen pijnlijk gevoeld. De Haagse binnenhuisarchitect S. Aarde werk toont in de modelwoningen van het Bouwfonds Nederlandse Gemeen ten een slaapkamer voor gemengd ge bruik. Door toepassing van twee- onderschuifbedden verkrijgt men vol doende ruimte voor een schrijf- en studeerhoek. ADVERTENTIE Bij pijnen, griep of „landerig" gevoel doet een enkel tablet werkelijk wonderen I Eugenia Ratti en Guus Hoekman in „Don Pasquale" van Donizetti. van Norina, Don Pasquale en Malatesta in het derde tafereel werd dan ook een trio scène van allereerste orde, een karakter- spel van echt Italiaans buffo-theater. Het kwam ook tot een hoogtepunt in de finale van de tweede acte, waar Norina na de ondertekening van het huwelijks contract, dat haar schijnbaar want de trouwerij was maar een grap met de oude Don Pasquale verbindt, zich als een feeks ontpopt, waar geen huis mee te houden is. Het onvermijdelijke stretto van deze finale moet in de jaren veertig van (Van onze Kamerverslaggever) De Eerste Kamer heeft zonder hoofde lijke stemming het wetsontwerp aange nomen inzake een nieuwe organisatie van de politie. Volgens de nieuwe Politiewet zullen gemeenten met meer dan 25.000 inwoners gemeentepolitie hebben en ge meenten met minder dan 10.000 inwoners rijkspolitie. In gemeenten met een aantal inwoners tussen 10.000 en 25.000 blijft de bestaande toestand gehandhaafd. In de nieuwe wet is de zeggenschap over de politie niet in één hand gegeven, maar verdeeld over de minister van Bin nenlandse Zaken (handhaving van de openbare orde) en de minister van Jus titie (opsporing van misdrijven). Uitgaan de van dit standpunt kon de heer Matser (K.V.P.) zich met het wetsontwerp ver enigen. Daarentegen vreesde de heer Reijers (C.H.U.), dat de „versplinterde verantwoordelijkheid" een kreupele be- velvoeiiug tot gevolg zou hebben. Daar om achtte hij de wet niet te hanteren. Hij was de enige, die aantekening verzocht, dat hij geacht wilde worden te hebben tegengestemd. Ook de heren De Vos van Steenwijk (V.V.D.), Tjalma (A.R.) en De Niet (P.v.d.A.) lieten bezwaren horen, maar zij stemden niet tegen. De ministers Struijcken en Samkalden hebben de nieuwe politie-organisatie ver dedigd als een harmonische taakverdeling die aansluit bij het historisch gegroeide. Na een korte discussie heeft de Eerste Kamer daarna zonder hoofdelijke stem ming het wetsontwerp aangenomen, dat een einde maakt aan de toestand, die meer dan een eeuw heeft bestaan, dat advoca ten vrijwillig en kosteloos rechtsbijstand verlenen aan on- en minvermogenden. De advocaten blijven deze rechtsbijstand wel verlenen, maar zij krijgen nu daarvoor I van rijkswege een vergoeding. de vorige eeuw, toen Donizetti te Parijs zijn werk lanceerde, zowat het effect ge maakt hebben van het „rock 'n roll" in onze dagen. En het heeft zijn opwindende kracht nog lang niet verspeeld, evenmin als de coupletten en het duet van Pasquale en Malatesta aan het slot van het voor laatste tafereel, waarvan de uitwerking het publiek buiten zichzelf bracht, wat een bissering ten gevolge had. Veel was bij deze reprise van de regie van Heinrich Altman behouden. De wij zingen die Wolf-Dieter Ludwig erin bracht betroffen hoofdzakelijk details. De grap pige scène van de dienstboden kwam mij nu echter minder uitgelaten voor dan bij de vorige opvoeringen. De muzikale lei ding was in handen gegeven van Bruno Bartoletti. Deze jonge Italiaanse dirigent wist er veel vaart in te zetten, maar kon toch niet verhinderen dat de tamelijk pri mitief georkestreerde partituur van Doni zetti nu en dan wat luid en weinig ge distingeerd klonk. Dit komt bij de drie volgende opvoeringen allicht meer in evenwicht met de rest. Samenvattend kan echter van deze re prise gezegd worden, dat haar briljante kwaliteiten domineerden en dat zij dit, behalve aan de overtuigende creaties van Guus Hoekman en Scipio Colombo, hoofd zakelijk dankt aan het optreden van Euge nia Ratti wier reputatie op ons operatoneel hiermee stevig gevestigd is. Jos. de Klerk Het Kunstmaand-orkest bracht onder leiding van Meindert Boekei als onderdeel van de Kunstmaand Amsterdam in de Ma- ranathakerk in Amsterdam-Noord een pro gramma met -wei-ken van.Vivaldi,-.Haydn, Mozart en Hendrik Andriessen ten gehore. Begpppep,.y/erd,,mét het Concert yoortwee hoorns en strijkorkest van Vivaldi, zeker niet een van de rijkste stukken van „il prete rosso". Men kon echter genoegen beleven aan het contrast tussen de zelfs in levendige passages altijd wat aandoenlijke traagheid der twee koperinstrumenten en de onge remde bewegingsvrijheid, de soepeler zangerigheid der strijkers. Dit genoegen dankte men mede aan de virtuoze voor dracht door het koormissenduo Harry Kindt en Rudi Fraterman. De derde solist op deze avond was de pia nist Jac Huckriede (die ook de initiatief nemer en directeur van de Kunstmaand is) in het Pianoconcert in Bes K.V. 456 van Mozart, welk werk hij technisch gaaf en met stijlbegrip speelde. Hij bereikte een hoogtepunt in het tweede deel. Daartoe heeft Mozart dan ook wel aanleiding ge geven, want de betreffende variatie in g kleine terts levert wederom een bewijs welke bijzonder tederwrange accenten zijn muzikale taal in deze toonsoort steeds bezit. Als enige werk van deze tijd klonken de „Variaties en Fuga op een thema van To- hari Kuhnau" - de meer gespeelde com positie van Hendrik Andriessen en een van óe bekendste uit de Nederlandse muziek, waarvoor het dikwijls, ook in het buiten land, als „visitekaartje" geldt, in het alge meen. En inderdaad voldoen de sobere in strumentale middelen en de aan de Franse school verwante doch klassicistisch aange wende harmonieën zeer goed aan de opgave het waardige gegeven te variëren en vormt de dubbelfuga steeds de logische en niet topzware bekroning. Een verrassing was de zevende symfonie (in C) van Haydn, een vroeg werk van deze componist, waarin de invloed van het di vertimento bespeurbaar is aan de zeer zelf standige, soms solistische blazerspartijen, die van het Italiaanse Concerto grosso aan het concertante wisselspel tussen één of meer strijkers en het „tutti". Opvallend is bijvoorbeeld de vorm van het tweede deel: dit is geheel gecomponeerd op de wijze van een vocaal solo-recitatief in een oratorium met interrupties van het orkest, waarbij de solopartij echter door de viool wordt ver vuld. Ook de cello heeft een belangrijke rol bijvoorbeeld in het Trio van het vierde deel (menuet). Het Kunstmaand Orkest had een zeer goede avond: samenspel, samenklank en in dividuele prestaties tonen, vergeleken met een jaar geleden, toen ik dit orkest voor de laatste keer hoorde, een opmerkelijke voor uitgang. Sas Bunge Gedeeltelijk tegen de verwachting in is het Holland Festival 1957 wat betreft de dramatische kunst buitengewoon gelukkig geslaagd. De eerste verrassing was de Nederlandse Toneelmanifestatie met „Moortje" van Breero, een spectaculair openingsvuurwerk van eigen talenten, waar de Italiaanse zevenklapper van het Piccolo Theater op volgde. Interessant was de fascinerend gespeelde éénakter „De Stoelen" van Ionesco, waarmee de Parijse avantgarde vertegenwoordigd werd. En nu is dan tenslotte het Burgtheater uit Wenen een op bekoorlijke wijze indrukwekkend toonbeeld komen geven van de culturele waarde van een tempel der traditie, die steeds voor moderne stromingen openstaat. Zelden behalve door de Comédie Fran- Qaise heb ik zo volmaakt komedie zien spelen. Tot vertoning werd gebracht „Der Un- bestechliche" (De Onomkoopbare) uit 1922 van de enkele jaren nadien overleden Oostenrijkse dichter Hugo von Hofmanns- thal, van wie men zich misschien uit het jongste verleden „Een moeilijk mens" van de opvoeringen door de Nederlandse Co- medie herinnert. In „Erbij" van 1 juni heeft onze correspondent in Wenen een voor treffelijke inleiding tot deze voorstelling geschreven, waaraan ik wat betreft dit stuk heel weinig heb toe te voegen. „Der Unbestechliche" is door Gustav Gründgens in Duitsland „herontdekt" en vervolgens schielijk door het Burgtheater op het klassieke repertoire geplaatst. Terecht, naar ik meen, al kan men Von Hofmanns- thal even gemakkelijk overschatten als onderwaarderen. Op grond van de beide hier genoemde melancholische blijspelen heeft men de neiging hem te vergelijken met andere auteurs, die de vermoeide sfeer van het fin-de-siècle opriepen. Met dien verstande, dat in zijn werk het einde van een tijdperk van verscheidene eeuwen zij de tactische manoeuvres van Theodor mislukken zijn plannen en wordt het por seleinen geluk hersteld. In zijn hartgron dige betuiging van minachting voor de karakterloze nazaat van een oud aristo cratisch geslacht, waarin duidelijk zijn be sef van meerwaardigheid meespreekt, doet deze Theodor denken aan Figaro, maar hij mist diens vermogen om stem te ge ven aan een levenskrachtig ideaal. In tegendeel, hij beschouwt het als zijn hoog ste taak in onderdanigheid te fungeren als conservator in een museum van gracieus voortbestaande oudheden. Misschien is er toch een dubbele symboliek, als men in aanmerking neemt de tirannieke wijze waarop Theodor zich gedi-aagt zowel je gens zijn ondergeschikten als jegens zijn duidelijk maar in de serviele omgang ver zwegen als inferieur beschouwde meer deren. En zo gezien heeft hij veel van de gladakkers, die de „nieuwe orde" zouden opbouwen en de beschaving afbreken. wordt getoond, met inbegrip van de wee moedige glans van verworven waarden of, zoals onze medewerker C. J. E. Dinaux het formuleerde in zijn voorwoord in het programma: het kostbaarste van ons cul tuurbezit bestendigend samenvattend, al vorens het in de erosie van de komende tijden zou verpulveren en verstuiven. Daar staat echter niets tegenovei-, geen voorge voel, geen perspectief. In dat opzicht ver bleekt zijn werk tot pi-ecieuze cui'iositeit naast dat van Tsjechov bijvoorbeeld en zeker naast dat van Beaumarchais, waar aan men door de figuur van de titelheld wordt herinnerd. „De Onomkoopbare" is de major domus op een adellijk landgoed in het Oostenrijk van 1912, Theodor genaamd, een schx-an- dere huisknecht die zijn zwakke heer weet te behoeden voor hernieuwde afdwaling op de brede weg der zonde en hem terug voert op het smalle pad der deugd in de armen van zijn in haar onnozelheid aller liefste echtgenote. De als schrijver po serende baron Jaromir heeft twee vroegere vriendinnen te logeren gevi-aagd met het dubbele oogmerk om stof voor een vol gende roman uit de tijdelijk herstelde liefdesbetrekkingen te putten en zich aldus tevens spelenderwijze te amuseren. Dank De adviserende raad van Hollandia op Nieuw Guinea heeft de gouverneur geadvi seerd een zelfstandige gemeenteraad voor Hollandia in te stellen. Geadviseerd was de gemeenteraad te doen bestaan uit zeven Europeanen, vijf Papoea's en een vreemde oosterling. Over dit advies wordt tussen de gouverneur en de adviserende raad overleg gepleegd. Daarbij is aan de raad in het bijzonder gevraagd zijn mening te geven over de voorgestelde verdeling van het aantal zetels over verschillende bevol kingsgroepen, de daarmee verband hou dende verdeling der kiezers in gescheiden kiezerscorpsen en over de organisatie van de verkiezingen. Over het voorzitterschap van de gemeenteraad heeft de adviserende raad zich nog niet uitgesproken. Het feest, dat Mike Todd, de Amerikaan se filmproducent en echtgenoot van Eli zabeth Taylor, dinsdagavond in Londen heeft gegeven ter gelegenheid van de En gelse px-emière van zijn film „Een reis om de wereld in 80 dagen" is bijna in het water gevallen. Het werd gehouden in de Festival gar dens of Battersea na de première van de film in het centrum van Londen. Toen de gasten zich naar het Coney Island begaven ontstond een onontwarbare verkeersknoop in de city. Voor de beste plaatsen in het door Todd gekochte Astoria-theater be taalde men meer dan 1000 gulden. Meer dan 10.000 toeschouwers hadden zich bij de Charing Cross Road waar het theater staat verzameld om de gasten te zien. Tientallen politie-mannen vochten uren lang om de straten voor het verkeer vrij te maken. Onder de eregasten waren de hertogin van Kent en haar dochter prinses Alexan dra. Todd wilde niet dat zijn vrouw door wie dan ook in de schaduw zou worden gesteld en derhalve liet hij haar juwelen van robijnen en diamanten dragen. Bo vendien droeg zij een ring met een 30- karaats diamant. Maar „neutrale waarne mers" moesten toegeven dat geen van beide vrouwen de prijs kon worden toege kend, want de hertogin droeg oorbellen, die een waterval van diamanten vormden als mede talloze andere schitterende juwelen, die iemand de uitroep deden slaken: „Ze hebben haar de kroonjuwelen geleend". Slechts een ding paste niet in Todds schema: een lichte regen. Todd werd er bepaald zenuwachtig van en men kon hem verschillende malen uit en in het theater zien lopen, om verwensingen tegen de wolken te mompelen. Een gedeelte van het feestprogi-amma kon wegens de regen niet ten uitvoer worden gebi-acht. De in de film gebruikte ballon kon niet worden opgelaten en het vuur werk was eveneens een mislukking. Josef Meinrad in de titelrol Bij deze stand van zaken kan men geen „sterk" stuk vei-wachten. De intrige is nauwelijks interessant te noemen. De ont knoping der verwikkelingen mag men zelfs onwaarschijnlijk noemen. En men voelt zich dan ook veeleer verplaatst in de sfeer van de Figaro van Mozart: het is de exquise, gedistingeerde, lichte toon die de tekst tot muziek maakt, die weldadig aan doet. Daarbij was Von Hofmannsthal on tegenzeggelijk een zeer scherp waarnemer van menselijke zwakheden en illusies, met een verfijnd gevoel voor geestelijke kwel lingen en romantische stemmingen. De re sultaten van zijn observatietalent zijn zwiex-ig en met heldere exactheid gefor muleerd. Von Hofmannsthal heeft, als librettist van Richard Strauss, de operette tot kunstwerk verheven. Hij heeft ook in zijn voorname zedenschildering de lichte toets van de operette weten aan te brengen. In een dergelijke, slechts door perfecte beheex-sing van het métier te bereiken stijl werd het stuk ook gespeeld, zodanig voi- maakt zelfs dat van de regie van Ernst Lothar geen spoor was te bekennen, het geen tevens het hoogst denkbare compli ment voor zijn spelleiding betekent. Wat Josef Meinrad als Theodor liet zien en horen was amusant en tegelijk in zekere zin adembenemend. Ik geloof dat ik zijn verschijning nooit zal vergeten: de slimme spot rond zijn smalle mond, die als in een bestendige revérence gekromde en tevens tot trappen gereed zijnde benen, zijn prachtige gebaren van meesterlijke die naar, het op de spreekbeurt wachtende maar de voorsprong der gedachten ver radende, onhoorbare prevelen enfin, dat alles maakte in één woord een zeld zame creatie van grandioze allui-e. Voor de ingewijden betekende tevens het Tsjechische accent een bijzondere attractie. Van de andere acteurs trok Robert Linden de aandacht als de languissant-roman- tische Jaromir, een moderne Casanova, schaap en wolf .inéén, een nonchalante veroveraar, een zoeker van de spanning van het kunstmatige. De ziekgeworden Al fred Neugebauer werd bevredigend door Paul Pranger als de oude genei-aal ver vangen. Een hoogtepunt van de voorstelling werd voor mij het laatste bedrijf, speciaal het verzoeningsgesprek tussen Jaromir en zijn vrouw, als hoedanig Tnge Brücklmeier met uiterste versobering van buitenge woon expressieve middelen vooral met haar ogen, maar ook met kleine be wegingen van haar lichaam een bijna ontroerende onschuldigheid deed zege vieren over de strikt genomen onhoud baarheid van de situatie. Van de beide minnaressen profiteerde Jane Tilden met brio van de beste kansen. De ..mditaire- ment" het huis bestierende weduwe werd door Dagny Servaes gespeeld zoals bij ons alleen Mien Duymaer van Twist dat had gekund. En als ik hier niet de gehele be zetting opsom, dan komt dat slechts door gebrek aan voldoende termen om ieder naar bewezen waarde te prijzen. De decors van Otto Niedermoser en de kostuums van Ernst Kniepert hielpen mee de indruk van een volstrekt gave opvoering te bereiken. David Koning

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 10