KLAAS BOLT BLIJFT IN BEZIT
VAN DE WISSELPRIJS
(^Mannetje Grommelebrom y
DE ONZIC H I BAREN f%awv5
5 BELANGRIJKE
Nederlands Kamerorkest onder
leiding van Szymon Goldberg
ZWB
Agenda voor
Haarlem
INTERNATIONAAL ORGELCONCOURS
De vijf deelnemers waren aan elkaar gewaagd
IK
Verschil van mening
over gelijkheid
van kansen
De prestaties
PUNTEN
VRAAGT ONZE FOLDER
Op hoog peil
6ier om in, te tijtm!
M VOLG VERHAAL
DOOM ALFRED KOSTNER
DONDERDAG 11 JULI 1957
Onder bijzonder grote belangstelling,had
woensdagavond in de Grote Kerk te Haar
lem de improvisatiewedstrijd op. het orgel.
van Christiaan Müller plaats. De deel
nemers traden op in deze volgorde: Klaas
Bolt uit Haarlem, houder van de wissel-
prijs; Josef Friedrich Doppelbaüër' uit
Wels in Oostenrijk; Wim Daim uit Am
sterdam; Hans Gtinther Wauer uit Merse-
burg, West-Duitsland; Uwe Röhl uit
Sleeswijk, Oost-Duitsland. Voor de jury,
zowel als voor het publiek, was deze door
het lot toegewezen volgorde geheim. De
opgave was: ongeveer tien minuten im
proviseren op een thema voor passacaglia
en fuga van Joseph Ahrens uit Berlijn.
De jury bestond uit Marie Claire Alain
uit Parijs, Adriaan Engels uit Den Haag
en Anton Heiller uit Wenen.
Het thema was dit .keer van klassieke
allure en zeer geschikt als bouwstof voor
klare concepties. Teneinde de eentonigheid
te breken van eenzelfde toonaard gedu
rende het hele concours werd het thema
afwisselend in drie verschillende toon
hoogten voorgelegd, namelijk in d, e en f
kleine terts.
Nummer 1 begon met een variatie in
hoge mixturen. Bij de tiende of elfde om
speling van het steeds weerkerende thema
werd het kleurgemiddelde anders. Verder
op kwam het thema in de discant zo
als in de Passacaglia van Bach en
maakten een paar variaties in gebroken
akkoorden (weer volgens Bach's llustere
voorbeeld) een gunstig effect. Er waren
echter ook minder klare momenten en in
het verloop van de variatiecyclus hinder
den enkele plaatsen waar de vaart als het
ware stokte. Maar het slot van de passa
caglia was harmonisch zeer belangwek
kend en bovendien klaar van conceptie.
Met zijn fuga wist de speler zo goed als
doorlopend te boeien. Opvallend waren
een stretto, eerst in de discant en daarna
in de bas, een re-expositie van het thema
tezamen met het contrasubject, alsmede
een raak gemoduleerde climax en een
coda, die van vormbegrip getuigde. Deze
fuga mocht een knap proefstuk heten.
Nummer 2 begon zijn Passacaglia met
een preludium. De variatiecyclus bleef
stevig in de toonaard verankerd, wat niet
wegneemt dat er harmonisch aardige din
gen gebeurden. Het stuk groeide naar een
pompeuze afsluiting in majeur. Als con
ceptie had het zeer goede kwaliteiten,
alleen was het zo nu en dan wel wat te
geagiteerd. De fuga handhaafde zich ech
ter niet op dit peil. Het metrum schom
melde nog al eens door gejaagdheid, maar
in hoofdzaak door de mindere klaarheid
in de doorwerkingen. Hiermee bleef deze
kandidaat beneden de vorige speler.
Nummer 3 had voor zijn passacaglia ge
lukkige muzikale invallen, alleen en
dat was jammer liepen zijn variaties
niet consequent door: het bleven steeds
kleine stukjes van acht maten. Het klonk
allemaal aardig, maar bleef te fragmen
tarisch. De fuga, verdienstelijk opgezet,
verwijlde tamelijk lang bij een episode die
niet erg duidelijk was en nogal capricieus
uitviel. Een briljante cadens deed heel wat
verwachten van de coda die er op zou
moeten volgen. Het liep echter met een
onbeduidende slotformule af.
Nummer 4 deed in de passacaglia zeer
fraaie dingen wat de variatie-techniek be
treft, waarbij hetgeen wij bij de vorige
kandidaat gemist hadden de tegen-
melodieën doorliepen. Als overgang naar
de fuga laste deze speler een intermezzo
in, waarbij het thema als een chaconne
behandeld werd. De fuga werd in vlot
tempo genomen. Na de expositie onder
nam de improvisator een tamelijk verre
ADVERTENTIE
voor. hen die ideaal
willéij wonen.
onze 'f
250 modelkamers sn otje
buitengewoon gr. te si *e. t g
var, 'c n'ouvvst»; gor.iin
va.-fe'vloerbedekking en
karpetten
beschikken wij over:
ervaren adviseurs en
binnenhuisarchitecten die
U gaarne én zonder kosten
bijstaan met het geven van
adviezen over -kleuren;.,
ruimteverdelingen
vormgeving
In onze goéd uitgeruste
werkplaatsen vervaardigen
meubelmakers,
stoffeerders en
gordijnnéaistérs
producten die elke kritiek
glansrijk kunnen doorstaan.
Daarom geven wij 5 jaar
garantie op de constructie
van al onze meubelen
- Uw. reiskosten vergoeden wij
desgewenst gaarne.
^WONINGINRICHTING
B EVER WIJ ic
^Sraap -
Breestr;74-84 250 modelkamers
Geopend: 8-l2.3Öen M-I8u. Dinsdag 8-13 u.
ANDRE CHEVRILLON OVERLEDEN
André Chevrillon, lid van de Academie
'"anpaise, is woensdag op de leeftijd van
deënnegentig jaar overleden. Chrevrillon
eeft de werken van Rudyard Kipling in
rankrijk geïntroduceerd. Hij schreef een
'eeks boeken over zijn reizen, zoals „Terres
Vlortes", Sanctuaries et paysages d'Asie" en
-Etudes Anglaises". Hij werd in 1920 tot de
Académie Frangaise toegelaten.
en weinig ter zake doende uitstap. Beter
slaagde zijn tweede doorwerking. In de
slotperiode was er van het thema niet veel
meer te herkennen.
Nummer 5 toonde zich in zijn passaca
glia een meester in de variatie-techniek
en een beheerser van een vorm die om
karakteristieke verscheidenheid vraagt.
Het werd dan ook een boeiend stuk, dat
een heel gamma van expressies doorliep,
van rustig beschouwende, speelse en ern
stige tot pompeuze toe. De fuga beloofde
heel wat, maar toen in de laatste door
werking het thema in een bravoureus spel
onder ging, bleek die belofte niet geheel
in vervulling te kunnen gaan.
De avond overziende kunnen wij zeggen,
dat deze improvisatiewedstrijd op hoog
peil stond, al bleef dan de vonk van het
geniale op behoorlijke afstand. Er waren
in ieder geval vijf vaardige vaklui aan
het werk geweest, die in menig opzicht
aan elkaar gewaagd waren en wier pres
taties tegen elkaar opwogen. Uit het lang
durig overleg van de jury bleek dan ook,
dat het niet eenvoudig was uit te maken
hoe de rangorde van de kandidaten voor
de wisselprijs zou uitvallen. En dit te
meer, daar er bij alle mededingers opval
lende kwaliteitsverschillen waren te con
stateren tussen de eerste en de tweede
helft van de opgave. Blijkbaar heeft dan
de appreciatie van de tweede helft de
van kapitaal belang zijnde fuga de
doorslag moeten geven.
En zo werd dan de eerst optredende
kandidaat als nummer één geklasseerd.
Het bleek de Haarlemse orgelkunstenaar
Klaas Bolt te zijn, die dus voor de tweede
keer winnaar van de wisselprijs werd.
Uwe Röhl, die als vijfde optrad, werd
tweede. J. F. Doppelbauer, die de tweede
beurt vervulde, werd als nummer drie ge
klasseerd. Vierde werd Hans Günther
Wauer, die men als vierde gehoord had.
De vijfde plaats werd toegekend aan Wim
Daim, die als derde had gespeeld.
Het is wel merkwaardig, dat de wissel
prijs voor improvisatie weer in Nederland
blijft. Dit is ni^ reeds zes van de zeven
achtereenvolgende jaren zo het geval. Nie
mand kon echter twijfelen aan de onpar
tijdigheid van het oordeel van de inter
nationale jury, die trouwens niet eens
weet wie van de kandidaten zij bekroont:
zulks blijft voor haar ook een verrassing.
Toen wethouder D. J. A. Geluk om
streeks half elf in Teisterbant de uitslag
officieel bekend maakte, herinnerde hij
aan zijn maandag op het stadhuis uitge
sproken wens, dat nu eindelijk weer eens
een buitenlander als overwinnaar uit de
strijd zou komen, al ware het slechts om
de vrees tot mededingen te verminderen.
Maar het neemt niet weg dat de bekroning
van de plaatsvervangende stadsorganist
Klaas Bolt tot grote verheugenis stemt en
Liet Kee wenst de winnaar van de
improvisatiewedstrijd, Klaas Bolt, ge
luk. Links van de laatste de deelnemers
Röhl en Wauer, rechts Doppelbauer.
dat Haarlem reden heeft trots op hem te
zijn. En deze woorden van de actieve
wethouder en voorzitter van de commissie
Internationaal Orgelconcours zal iedere
belangstellende Haarlemmer, ja iedere
muzieklievende Nederlander, zeker van
harte willen beamen.
Jos. de Klerk
De Haarlemse organist Klaas Bolt heeft
voor de tweede achtereenvolgende keer
de eerste prys gewonnen in de improvi
satiewedstrijd van het Internationaal Or
gelconcours te Haarlem, welke dit Jaar
door bijzonder veel belangstellenden werd
bijgewoond. Onder hen bevond zich ook
de ambassadeur van Pakistan, begum
Ra'ana Liaquat Kahn. Vorig jaar won Bolt
van zijn landgenoot Joh. van Dommele, de
Canadees John Lea Morgan, de Oosten
rijker Leopold Hager en de Duitser Wolf
gang Gehring. Dit jaar werd hij eerste
voor de Sleeswijker Uwe Röhl, de Oosten
rijker Josef Friedrich Doppelbauer, de
Duitser Hans Günther Wauer en de Am
sterdammer Wim Daim. De volgorde van
klassificatie is dezelfde. De jury was een
stemmig in haar oordeel. Wel is er lang
gediscussieerd over de improvisaties van
Doppelbauer en Röhl want hun prestaties
waren zeer gelijkend. De jury maakte ten
slotte uit, dat Doppelbauer technisch
sterker was dan Röhl en Röhl meer muzi
kaal gevoel had getoond dan Doppelbauer.
Om de laatste kwaliteit heeft zij Röhl de
tweede plaats toegekend.
Direct na de bekendmaking van de uit
slag in de consistoriekamer van de Grote
Kerk heeft zich een klein incident voor
gedaan. De organist Cor Kee, leraar van
Bolt, werd uiteraard ook betrokken in de
hulde Bolt zelf heeft vorig jaar al ge
zegd, dat hij alles eigenlijk aan hem te
danken heeft aan de winnaar, maar de
reactie van Kee was anders dan men had
verwacht en nogal verrassend. Hij zei, dat
bij dit concours op één punt geen gelijk
heid van kansen had bestaan, doordat de
improvisaties in (drie) verschillende toon
aarden werden uitgevoerd, ingevolge een
bepaling van de commissie. Een der leden
van het dagelijks bestuur der commissie,
dr. J. F. Obermayr, zei ons later, dat de
vorm van het thema een passacaglia en
fuga dit noodzakelijk heeft gemaakt
om eentonigheid men hoort twee uur
lang één thema te vermijden. Zij hield
daarbij rekening met publiek en jury.
Voor de jury was het aldus de heer
Obermayr bijzonder vermoeiend ge
weest als de passacaglia steeds in één
toonaard zou zijn gespeeld. Het maakt
evenwel vooral in technisch opzicht nogal
Het Nederlands Kamerorkest, onder lei- de hand van Goldberg om deze muziek
Zo zie je, wat 'n akelig kereltje die mannetje Grommelebrom wel was. En daarom
is het geen wonder, dat hij geen enkele vriend had. Dat was zijn eigen schuld.
Op straat in het dorp keken de mensen mannetje Grommelebrom hoofdschuddend
na, als hij eens een enkele keer voorbij kwam. Hij zei niemand goedendag, maar liep
met 'n strak, grimmig gezicht verder, in zichzelf brommend.
Wat 'n akelig ventje, hé?
Zo dachten zijn dorpsgenoten er ook over; en op den duur liet iedereen hem maar
aan zijn lot over
ding van Szymon Goldberg, bracht dins
dagavond in de Kurzaal te Scheveningen
zijn derde en laatste programma in het
Holland Festival ten gehore. Het week
enigszins af van het in de folder aange
kondigde: in nlaats van het trompetcon
cert van Haydn kwam diens „Trauersym-
phonie" (nr. 44) en de Suite in b van Bach
voor fluit en strijkers moest het beloofde
Concerto Grosso van Handel vervangen.
De Suite van Bach werd uitgevoerd met
medewerking van de fluitist Johan Feld-
kamo en genoot in een geraffineerde ver-
toHUng een eclatant, succes. Het onderhou
dende en in verfijnde dynamiek bijzonder
fraai klinkende werk diende tevens om
ons muzikaal gehoor meer in te stellen op
de normale verhoudingen van speelse aar
digheden en bevredigende samenklank,
nadat v/ij Strawinskv's Concerto voor
Strijkers in D. uit 1946, gehoord hadden.
Dit stuk is blijkbaar een interessante op
gave voor de executanten, een muzikaal
schaakspel met ingenieuze verwikkelingen,
dat de spelers moet intrigeren. Wie er
naar luistert zal ook uiteraard het grootste
deel van zijn aandacht besteden aan de
problemen van de vertolking. Techniek is
in de muziek een heel belangrijk ding,
maar als zij het laatste restje emotiona
liteit verdringt, of in do weg staat, dan
vraag ik mij af of zij de zaak niet op haar
kop zet en aldus van middel doel wordt.
Goldberg liet ook het „Largo en Allegro"
van Henk Badings spelen. Deze composi
tie uit 1935 heeft een zeer gepassioneerde
inslag en boeit mede door haar verrassen
de kleurwisselingen, bereikt door het te
pas brengen van een kwartet van solo
strijkers. De ononderbroken melodische
stroom doet weldadig aan, ook waar fuga-
tische verwikkelingen in het geding zijn.
Het verstilde slot van het stuk maakt een
diepe indruk. Het was wel een kolfje naar
met levendige uitdrukking te interprete
ren, wat tevens een dankbaar onthaal bij
het publiek verzekerde.
De prima kwaliteiten van het Kameror
kest bleken uit de vertolkingen van
Haydn's Symfonie en een Divertimento
van Mozart niet minder. Dit laatste stuk,
door de twintigjarige componist geschre
ven ter gelegenheid van de vijfentwintigste
verjaardag van zijn zuster Nannerl, is een
van de vele spontane uitingen waarmee
zijn geniale geest ons wijst op de kracht
van de eenvoud, wanneer deze bevrucht
is door het geheime vermogen allesJot
poëzie te herleiden. En als men die voor
name „ontspanningsmuziek" want dat
bedoelt zij tenslotte te zijn zo delicaat,
zo positief en goedgehumeurd tevens mag
horen als Szymon Goldberg haar deze
avond met zijn zesentwintig medewerkers
wist te verwezenlijken Mozart schreef
het stuk blijkbaar voor slechts zeven solo
instrumenten dan ervaart men weer
eens wat pure muzikale schoonheid is.
verschil of een organist met kruizen of
met mollen moet werken. Door loting
werd uitgemaakt in welke toonaard iedere
organist moest improviseren. Klaas Bolt
trof zoals hij zelf zei een technisch
eenvoudiger toonaard dan de Amsterdam
mer Wim Daim, die vijfde werd. Tegen
deze omstandigheid meende Cor Kee te
moeten protesteren. De heer Obermayr
heeft ons nog gezegd, dat een thema met
passacagliavorm van dit jaar bij wijze
van experiment is gekozen en dat de jury
bij de beoordeling beslist niet is belem
merd door het feit, dat de organisten in
verschillende toonaarden improviseerden.
Anton Heiller heeft ons dit nog bevestigd.
Klaas Bolt toonde zich uiteraard op
nieuw verguld met de overwinning. Hij
had er niet op gerekend, uiteraard wel op
gehoopt, dit jaar misschien nog sterker
dan vorig jaar, omdat hij nu in zekere zin
een titel te verdedigen had. Hij heeft nu
ook sterker de spanning van de wedstrijd
gevoeld. Hij zei: „Het is eigenlijk jam
mer, dat er een prijs aan het concours is
verbonden. Je speelt er naar toe, onwille
keurig, dat maakt je nerveus. Ik was zelf
zo gespannen, dat ik het gevoel had niet
meer creatief te zijn".
De laattse opmerking is zeer persoon
lijk. Maar voor ons gevoel zit in het wed
strijdelement ,bij een kunstzinnige aange
legenheid als dit concours voor iedere
deelnemer de mogelijkheid, dat zijn spel
minder persoonlijk wordt dan het kan
zijn, dat hij gemakkelijk, ongemerkt
of bewust, een concess-'e doet aan
zijn oorspronkelijkheid. Hij heeft de
keuze tussen de onzekerheid het
experiment er gaat maar een uur
voorbereiding aan de uitwerking vooraf
en de veiligheid van het cliché, van met
routine verkregen stijlmiddelen. Onder
druk van de prijs heeft Klaas Bolt in
ieder geval gevoeld, dat hij veel op zijn
routine speelde en creatief niet meer vol
ledig aan eigen eisen voldeed. Naar aan
leiding van de hierboven genoemde be
zwarende onmerking van zijn leraar Kee
zei Bolt ook van mening te zijn, dat de
kansen voor de deelnemers door het ver
plicht'improviseren in verschillende toon
aarden ongelijk zijn geweest.
UITSLAG COMPOSITIE WEDSTRIJD
VOOR BEIAARD
Het programma van de carillonbespeling
op de stadhuistoren in Rotterdam was woens
dagavond gewijd aan vier werken, ingezon
den voor de in 1956 door de Rotterdamse
Beiaardcommissie uitgeschreven compositie-
I wedstrijd. De jury kende de eerste prijs van
Jos. de Klerk driehonderd gulden toe aan W. Franken in
Utrecht.
ADVERTENTIE
<o
16. Diep ademhalend nam hij de nap aan, doch niet
zonder mij een woedende blik toe te werpen.
Ik strekte mij behaaglijk uit en voelde hij opgelucht,
nu de nap aan mij was voorbijgegaan. Mijn vreugde was
echter van korte duur. Ik had mijn beker uit mijn tas
gehaald en verzocht onze gastheer deze te vullen. De
Mongool nam wel mijn beker aan, maar hij wachtte
totdat Komoroff de nap geledigd had. Toen zette hij mijn
beker weg, spuugde ten tweede male in de nap wreef
hem met de niet al te schone lap droog, vulde hem en
schoof hem mij tenslotte toe. Ik keek eerst naar Komo
roff, die zijn lachen nog maar nauwelijks kon bedwin
gen, en toen naar mijn beker, waaruit ook dat nog!
de Mongool dronk.
„Wie een kuil graaft voor een ander....", fluis
terde Komoroff mij boosaardig toe. Met beide handen
pakte ik de nap op, dronk hem snel leeg en gaf hem
toen terug. Aan de op deze wijze, met schapevet en
natron toebereide thee, was ik reeds lang gewend, maar
de twijfelachtige reinheid van de Mongolen vond ik
nog steeds hoogst onaangenaam.
We zaten om het vuur, dat tussen de grote stenen
brandde. De afschuwelijke geur van de brandende
mest vervulde steeds meer de tent. Het avontuur met de
hond, dat Komoroff beleefd had, werd lang en breed
besproken en toen ook uitvoerig het onvermijdelijke
„waarvan en waarheen" de revue was gepasseerd, was
het machtig stuk schapevlees, dat cle vrouw van de Mon
gool nadat de thee gezet was, in de ketel had gedaan,
bijna gaar.
Vóór het begin van de maaltijd bracht onze gastheer
eerst de Goden nog een offer. Hij doopte de vingers van
zijn rechterhand in de ketel, wierp enkele druppeltjes in
alle windrichtingen, trok een stuk vet vlees van de bout
en wreef daarmee de mond van het beeld in. Vervolgens
vulde hij zijn etensnap met vleesnat, liep er mee naar
buiten en goot het vocht in een wijde kring op de grond
om zodoende alle demonen hem en de zijnen gunstig
te stemmen. Toen pas greep iedereen met smoezelige
handen in de dampende rijstberg, maakte er balletjes
van en gooide ze in de wijd geopende mond. Van de
schapebout werden met de blote hand stukken afge
scheurd, die snel achter de tanden verdwenen. Komoroff
en ik deden ijverig mee. Een druk kauwen en smakken
was begonnen, dat duurde tot. de geweldige berg rijst en
vlees verdwenen was. Niets bleef er over, behalve de
Vertaald uit het Duits. Oorspronkelijke Nederlandse
titel: IN DE BAN VAN TEMOEDSJIN)
schoon gekloven botten, die wij naast ons neer hadden
gelegd.
Na de maaltijd kwamen de bewoners van de andere
jurtten, waarop een luidruchtig vraag- en antwoord-spel
ontstond. De pijpen walmden en steeds weer werd vers
theewater in de ketel geschonken. Toen de Rus op een
gegeven moment vertelde, dat hij eens met een gebroken
been ziek en wel voor het „Klooster van de Levende
Boeddha" had gelegen en dat een lama hem genezen
had, steeg de bewondering en hoogachting van de toe
hoorders tot het oneindige. Komoroff kon, zoals ik al
gauw merkte, op de juiste wijze deze eenvoudige mensen
tegemoet treden, die hij dan ook, zoals trouwens ieder
een, die hij ontmoette, snel voor zich won. De Mongolen
voelden, dat hij hen goed gezind was en zij rookten
graag „de pijp van welbehagen op het kleed van de
gastvrijheid" met hem.'
Het was al vrij laat, toen ik nog even naar buiten
ging om naar onze mensen te kijken, die in een andere
jurtte een onderkomen hadden gevonden.
Onze paarden, die afgetuigd waren, graasden op de
sneeuwvrije plekken, en het maanlicht, dat tussen enke
le snel voorbijschietende wolken scheen, wierp grillige
schaduwen op de grond. De hemel was verder rustig
en de sterren leken wel zó dicht bij te staan, dat men
ze zou kunnen grijpen. Ik was als het ware een gevan
gene van de doodse stilte, die mij omgaf, het heldere,
met sterren bezaaide firmament, het wijde zwijgende
land met de hoge bergen, waarvan de toppen zich
scherp tegen de hemel aftekenden. Zij lokten, glansden
en beloofden ongewone gebeurtenissen. Ik had het gevoel
of ik voor één van de grootste wonderen uit mijn leven
stond, maar ik kon niet bevroeden, dat het mij met zulk
een kracht zou treffen
Daar, in de verte, lichtten de met sneeuw bedekte
toppen van het Changai-gebergte op. Majestueus ver
hieven zij zich boven de tussenliggende bergketens.
Daar lag het doel van onze reis! Lange tijd staarde ik
er naar. Maar in de oneindige stilte, die mij omgaf,
verdrong langzamerhand een gevoel van licht onbehagen
de verlokkingen van het avontuur....
Toen ik enige tijd later in mijn slaapzak lag, over
dacht ik nog eenmaal de gebeurtenissen van de laatste
dagen en piekerde lange tijd over mijn reisgenoot. Het
Godenbeeld, dat tegen de wand van de jurtte stond,
glansde mat in het bibberende licht van het langzaam
uitdovende vuur en donkere schaduwen speelden op
de wanden.
Wat moet de Rus in zijn leven geleden hebben, dat
het zelfs geen waarde meer voor hem scheen te hebben!
Hij was met geweld van zijn levenspad afgeworpen en
daaronder leed hij zwaar. Zo scheen het mij tenminste
toe. Wat zou daar echter de oorzaak van kunnen zijn
geweest? Een vrouw? Het sieraad dat hij om de linker
pols droeg, scheen dit binnen het bereik van de mogelijk
heden te brengen. Een vrouw, die de Rus naar de onein
dige steppen verdreven zou hebben? Waarom niet? Was
het met mij soms anders? Had ook ik niet het vaderland
verlaten, toen ik bemerkte dat Maria, die ik met de
hartstocht van de jeugd bemind had, zich met een ander
verloofd had? Dat ik van Wenen naar Heidelberg was
getrokken, was slechts het begin van mijn vlucht ge
weest. Maar toch.hoe verder ik mij van mijn bemin
de verwijderde, hoe feller ontbrandde mijn gevoel van
genegenheid voor haar. Een jaar, nadat ik haar voor
het laatst gezien had, hield ik van haar zoals men
slechts van een fantasie-beeld kan houden, grenzeloos
en met verwarde zinnen. Mijn gevoelens voor Maria
lagen buiten het bereik van het verstand.
Toen! Ja, toen lag. het lokkende leven nog in al zijn
stralende pracht voor mij en lonkte mij met betekenis
volle ogen toe. Gelijk een vuur, dat krachtig werd aan
gewakkerd, kwamen de herinneringen bij mij boven. De
beelden werden steeds duidelijker en vloeiden tenslotte
ineen tot een droom over mijn jeugd. Mijn jeugd, ja,
daarop concentreerde zich altijd mijn tintelend verlan
gen. Maria was voor mij een smartelijk en tegelijkertijd
heerlijk verdriet, dat ik steeds weer in mij voelde op
wellen, pijnlijk en zinnen begoochelend. Gelijk een on
weer had mij destijds de liefde overvallen en mijn hart
was opgebloeid, gelijk verdroogd land, dat zich gelukkig
en willig aan een verkwikkende regen overgaf. Alle
moeite die ik mij echter getroostte, om mij Maria's ge
stalte voor de geest te halen, haar gelaatstrekken voor te
stellen, was tevergeefs. Het gelukte mij niet haar beeld
op te roepen. Toen ik mij hier tenslotte wel bij neer
moest leggen, welde een zware zucht uit mijn borst
omhoog.
(Wordt vervolgd).
Bevel over „Karei Doorman". Met het
bevel over Hr. Ms. vliegkampschip „Karei
Doorman", waarvan de verbouwing thans
de voltooiing nadert, zal worden belast ka
pitein ter zee H. M. L. F. E. van Oostrom
Soede, die tot 5 juli commandant van de
onderzeedienst te Rotterdam was. Met de
waarneming van het bevel over de onder
zeedienst is thans belast kapitein-luitenant
ter zee N. J. H. Gregory, tevoren eerste of
ficier van de onderzeedienst. Voor de func
tie van eerste officier van'Hr. Ms. Karei
Doorman is bestemd kapitein-luitenant ter
zee H. C. van de Stadt.
Goed honingjaar. De imkers zijn ver
heugd over de zomer 1957, want na de
slechte resultaten van vorig jaar is thans
een goed honingjaar in het vooruitzicht.
Dank zij het gunstige weer in de voorzomer
konden van fruitbloesems en koolzaadvelden
reeds goede drachten worden binnenge
haald. Normaal wordt de honing twee maal
geslingerd, maar dit jaar zullen de bijenkas
ten op vele plaatsen drie maal en misschien
zelfs vier maal van hun zoete last ontdaan
kunnen worden. Het gunstige weer maakt
tevens, dat de honing van goede kwaliteit is.
Hoogleraar. De gemeenteraad van Am
sterdam heeft benoemd tot hoogleraar in de
obstetrie en gynaecologie aan de gemeente-
Universiteit dr. G. J. Kloosterman, genees
heer-directeur van de Kweekschool voor
Vroedvrouwen te Amsterdam.
Water teveel. In Renkum heeft het
woensdagmiddag een uurlang geregend en
gehageld. De pas aangelegde riolering kon
het water niet verwerken. Verscheidene
straten leken snel stromende' rivieren. In de
Dorpsstraat zijn bij verscheidene zaken de
kelders volgestroomd.
Twee-en-een-half miljoen. Het Cen
traal Bureau voor de Statistiek heeft be
rekend, dat 2.660.000 personen (waaronder
bijna 11/4 miljoen vrouwen) in ons land
onderwijs ontvangen. Kleuteronderwijs
ontvangen 370.000 kinderen, lager onder
wijs lJ/2 miljoen, ulo 170.000, dag-v.h.m.o.
108.000, dag-vakonderwijs bijna 150.000 en
hoger onderwijs 30.000. Het avondonder
wijs wordt gevolgd door ongeveer 250.000
personen.
Van het 7de tot en met het 13de jaar ont
vangt vrijwel de gehele bevolking onder
wijs. In de leeftijd van 14 tot en met 18 is
dit respectievelijk 81, 60, 50, 40 en 30 pet.
Daarna loopt dit percentage snel terug.
In deze cijfers zijn het schriftelijk on
derwijs en de particuliere ongesubsidieerde
opleidingen niet besgrepen.
Bonbons met gif. Het gerechtshof te
's-Hertogenbosch heeft een 18-jarige jon
gen uit Eindhoven veroordeeld tot een
jaar en zes maanden gevangenisstraf. Hij
had in augustus 1956 gepoogd een meisje
van het leven te beroven door haar ver
giftigde bonbons te geven.
J. van Ringen overleden. Op 63-jarige
leeftijd is in Den Haag plotseling over
leden de heer J. van Ringen, commissaris
van Ambonezenzorg bij het ministerie van
Maatschappelijk Werk. De heer Van Rin
gen was tot 1932 adviseur van de hoofd
directie der rijkswerkinrichtingen en daar
na tot 1939 administrateur bij het Acade
misch Ziekenhuis te Leiden. In 1939 volgde
zijn benoeming tot hoofd van de afdeling
financiën, huisvesting en personeelszaken
van de Rijksdienst voor de Werkverrui
ming, later Rijksdienst voor de uitvoering
van Werken, waarvan hij sedert 1950 ad
junct-directeur was. Op 15 november 1952
werd de heer Van Ringen benoemd tot
commissaris van de Ambonezenzorg. Hij
was voorzitter van de stichting Het Vier
de Prinsenkind.
DONDERDAG 11 JULI
Cinema Palace: „De graaf van Monte
christo", 14 jaar, 7.30 uur. Studio: „La for-
za del destino", 14 jaar, 7 en 9.15 uur.
Lido: „Du bist Musik", alle leeftijden, 7 en
9.15 uur. Rembrandt: „Eens spreekt het
geweten", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans
Hals: „Hun laatste nacht", 18 jaar, 7 en
9.15 uur. Luxor: „Saint Joan", 14 jaar, 7
en 9.15 uur. Roxy: „Luchtduivels boven de
Pacific", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Minerva:
„High Society", alle leeftijden, 8.15 uur.
Concertgebouw: Concert door het Prome
nade-orkest o.l.v. Hugo de Groot, m.m.v.
Lucy Tilly, sopraan, Pierre Fleta, tenor
en Larry Adler, mondharmonica, 8 uur.
VRIJDAG 12 JULI
Cinema Palace: „De graaf van Monte
Christo", 14 jaar, 2 en 7.30 uur. Studio:
„Terwijl de stad slaapt", 18 jaar, 2.15, 7 en
9.15 uur. Lido: „Vrouwen in boeien", 18
jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „De
bruid is niet bleu", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en
9.15 uur. Frans Hals: „De Vliegende Hol
lander, het leven van Anthony Fokker",
alle leeftijden, 2.30, 7 en 9.15 uur. Luxor:
„De Afrikaanse leeuw", alle leeftijden, 2,
7 en 9.15 uur. Roxy: „Tien van het vreem
delingenlegioen", 14 jaar, 2.30, 7 en 9.15
uur. Minerva: „The Eddy Duchin story",
14 jaar, 8.15 uur. Concertgebouw: Holland
Festival. Zevende internationale Orgel
concours. Concert voor orgel en orkest
door N.Ph.O., NCRV-vocaal ensemble, het
Collegium Musicum Amstelodamense o.l.v.
Anton Heiller, m.m.v. Annette de la Bije,
sopraan, Nap de Klijn, viool, Carel v.
Leeuwen Boomkamp, cello en Piet Kee,
orgel, 8 uur. Openluchttheater Bloemen-
daal: Holland Festival. Zweedse dansgroep
Idla Flickorna, 8 uur.