KLAAS BOLT BLIJFT IN BEZIT VAN DE WISSELPRIJS (^Mannetje Grommelebrom y DE ONZIC H I BAREN f%awv5 5 BELANGRIJKE Nederlands Kamerorkest onder leiding van Szymon Goldberg ZWB Agenda voor Haarlem INTERNATIONAAL ORGELCONCOURS De vijf deelnemers waren aan elkaar gewaagd IK Verschil van mening over gelijkheid van kansen De prestaties PUNTEN VRAAGT ONZE FOLDER Op hoog peil 6ier om in, te tijtm! M VOLG VERHAAL DOOM ALFRED KOSTNER DONDERDAG 11 JULI 1957 Onder bijzonder grote belangstelling,had woensdagavond in de Grote Kerk te Haar lem de improvisatiewedstrijd op. het orgel. van Christiaan Müller plaats. De deel nemers traden op in deze volgorde: Klaas Bolt uit Haarlem, houder van de wissel- prijs; Josef Friedrich Doppelbaüër' uit Wels in Oostenrijk; Wim Daim uit Am sterdam; Hans Gtinther Wauer uit Merse- burg, West-Duitsland; Uwe Röhl uit Sleeswijk, Oost-Duitsland. Voor de jury, zowel als voor het publiek, was deze door het lot toegewezen volgorde geheim. De opgave was: ongeveer tien minuten im proviseren op een thema voor passacaglia en fuga van Joseph Ahrens uit Berlijn. De jury bestond uit Marie Claire Alain uit Parijs, Adriaan Engels uit Den Haag en Anton Heiller uit Wenen. Het thema was dit .keer van klassieke allure en zeer geschikt als bouwstof voor klare concepties. Teneinde de eentonigheid te breken van eenzelfde toonaard gedu rende het hele concours werd het thema afwisselend in drie verschillende toon hoogten voorgelegd, namelijk in d, e en f kleine terts. Nummer 1 begon met een variatie in hoge mixturen. Bij de tiende of elfde om speling van het steeds weerkerende thema werd het kleurgemiddelde anders. Verder op kwam het thema in de discant zo als in de Passacaglia van Bach en maakten een paar variaties in gebroken akkoorden (weer volgens Bach's llustere voorbeeld) een gunstig effect. Er waren echter ook minder klare momenten en in het verloop van de variatiecyclus hinder den enkele plaatsen waar de vaart als het ware stokte. Maar het slot van de passa caglia was harmonisch zeer belangwek kend en bovendien klaar van conceptie. Met zijn fuga wist de speler zo goed als doorlopend te boeien. Opvallend waren een stretto, eerst in de discant en daarna in de bas, een re-expositie van het thema tezamen met het contrasubject, alsmede een raak gemoduleerde climax en een coda, die van vormbegrip getuigde. Deze fuga mocht een knap proefstuk heten. Nummer 2 begon zijn Passacaglia met een preludium. De variatiecyclus bleef stevig in de toonaard verankerd, wat niet wegneemt dat er harmonisch aardige din gen gebeurden. Het stuk groeide naar een pompeuze afsluiting in majeur. Als con ceptie had het zeer goede kwaliteiten, alleen was het zo nu en dan wel wat te geagiteerd. De fuga handhaafde zich ech ter niet op dit peil. Het metrum schom melde nog al eens door gejaagdheid, maar in hoofdzaak door de mindere klaarheid in de doorwerkingen. Hiermee bleef deze kandidaat beneden de vorige speler. Nummer 3 had voor zijn passacaglia ge lukkige muzikale invallen, alleen en dat was jammer liepen zijn variaties niet consequent door: het bleven steeds kleine stukjes van acht maten. Het klonk allemaal aardig, maar bleef te fragmen tarisch. De fuga, verdienstelijk opgezet, verwijlde tamelijk lang bij een episode die niet erg duidelijk was en nogal capricieus uitviel. Een briljante cadens deed heel wat verwachten van de coda die er op zou moeten volgen. Het liep echter met een onbeduidende slotformule af. Nummer 4 deed in de passacaglia zeer fraaie dingen wat de variatie-techniek be treft, waarbij hetgeen wij bij de vorige kandidaat gemist hadden de tegen- melodieën doorliepen. Als overgang naar de fuga laste deze speler een intermezzo in, waarbij het thema als een chaconne behandeld werd. De fuga werd in vlot tempo genomen. Na de expositie onder nam de improvisator een tamelijk verre ADVERTENTIE voor. hen die ideaal willéij wonen. onze 'f 250 modelkamers sn otje buitengewoon gr. te si *e. t g var, 'c n'ouvvst»; gor.iin va.-fe'vloerbedekking en karpetten beschikken wij over: ervaren adviseurs en binnenhuisarchitecten die U gaarne én zonder kosten bijstaan met het geven van adviezen over -kleuren;., ruimteverdelingen vormgeving In onze goéd uitgeruste werkplaatsen vervaardigen meubelmakers, stoffeerders en gordijnnéaistérs producten die elke kritiek glansrijk kunnen doorstaan. Daarom geven wij 5 jaar garantie op de constructie van al onze meubelen - Uw. reiskosten vergoeden wij desgewenst gaarne. ^WONINGINRICHTING B EVER WIJ ic ^Sraap - Breestr;74-84 250 modelkamers Geopend: 8-l2.3Öen M-I8u. Dinsdag 8-13 u. ANDRE CHEVRILLON OVERLEDEN André Chevrillon, lid van de Academie '"anpaise, is woensdag op de leeftijd van deënnegentig jaar overleden. Chrevrillon eeft de werken van Rudyard Kipling in rankrijk geïntroduceerd. Hij schreef een 'eeks boeken over zijn reizen, zoals „Terres Vlortes", Sanctuaries et paysages d'Asie" en -Etudes Anglaises". Hij werd in 1920 tot de Académie Frangaise toegelaten. en weinig ter zake doende uitstap. Beter slaagde zijn tweede doorwerking. In de slotperiode was er van het thema niet veel meer te herkennen. Nummer 5 toonde zich in zijn passaca glia een meester in de variatie-techniek en een beheerser van een vorm die om karakteristieke verscheidenheid vraagt. Het werd dan ook een boeiend stuk, dat een heel gamma van expressies doorliep, van rustig beschouwende, speelse en ern stige tot pompeuze toe. De fuga beloofde heel wat, maar toen in de laatste door werking het thema in een bravoureus spel onder ging, bleek die belofte niet geheel in vervulling te kunnen gaan. De avond overziende kunnen wij zeggen, dat deze improvisatiewedstrijd op hoog peil stond, al bleef dan de vonk van het geniale op behoorlijke afstand. Er waren in ieder geval vijf vaardige vaklui aan het werk geweest, die in menig opzicht aan elkaar gewaagd waren en wier pres taties tegen elkaar opwogen. Uit het lang durig overleg van de jury bleek dan ook, dat het niet eenvoudig was uit te maken hoe de rangorde van de kandidaten voor de wisselprijs zou uitvallen. En dit te meer, daar er bij alle mededingers opval lende kwaliteitsverschillen waren te con stateren tussen de eerste en de tweede helft van de opgave. Blijkbaar heeft dan de appreciatie van de tweede helft de van kapitaal belang zijnde fuga de doorslag moeten geven. En zo werd dan de eerst optredende kandidaat als nummer één geklasseerd. Het bleek de Haarlemse orgelkunstenaar Klaas Bolt te zijn, die dus voor de tweede keer winnaar van de wisselprijs werd. Uwe Röhl, die als vijfde optrad, werd tweede. J. F. Doppelbauer, die de tweede beurt vervulde, werd als nummer drie ge klasseerd. Vierde werd Hans Günther Wauer, die men als vierde gehoord had. De vijfde plaats werd toegekend aan Wim Daim, die als derde had gespeeld. Het is wel merkwaardig, dat de wissel prijs voor improvisatie weer in Nederland blijft. Dit is ni^ reeds zes van de zeven achtereenvolgende jaren zo het geval. Nie mand kon echter twijfelen aan de onpar tijdigheid van het oordeel van de inter nationale jury, die trouwens niet eens weet wie van de kandidaten zij bekroont: zulks blijft voor haar ook een verrassing. Toen wethouder D. J. A. Geluk om streeks half elf in Teisterbant de uitslag officieel bekend maakte, herinnerde hij aan zijn maandag op het stadhuis uitge sproken wens, dat nu eindelijk weer eens een buitenlander als overwinnaar uit de strijd zou komen, al ware het slechts om de vrees tot mededingen te verminderen. Maar het neemt niet weg dat de bekroning van de plaatsvervangende stadsorganist Klaas Bolt tot grote verheugenis stemt en Liet Kee wenst de winnaar van de improvisatiewedstrijd, Klaas Bolt, ge luk. Links van de laatste de deelnemers Röhl en Wauer, rechts Doppelbauer. dat Haarlem reden heeft trots op hem te zijn. En deze woorden van de actieve wethouder en voorzitter van de commissie Internationaal Orgelconcours zal iedere belangstellende Haarlemmer, ja iedere muzieklievende Nederlander, zeker van harte willen beamen. Jos. de Klerk De Haarlemse organist Klaas Bolt heeft voor de tweede achtereenvolgende keer de eerste prys gewonnen in de improvi satiewedstrijd van het Internationaal Or gelconcours te Haarlem, welke dit Jaar door bijzonder veel belangstellenden werd bijgewoond. Onder hen bevond zich ook de ambassadeur van Pakistan, begum Ra'ana Liaquat Kahn. Vorig jaar won Bolt van zijn landgenoot Joh. van Dommele, de Canadees John Lea Morgan, de Oosten rijker Leopold Hager en de Duitser Wolf gang Gehring. Dit jaar werd hij eerste voor de Sleeswijker Uwe Röhl, de Oosten rijker Josef Friedrich Doppelbauer, de Duitser Hans Günther Wauer en de Am sterdammer Wim Daim. De volgorde van klassificatie is dezelfde. De jury was een stemmig in haar oordeel. Wel is er lang gediscussieerd over de improvisaties van Doppelbauer en Röhl want hun prestaties waren zeer gelijkend. De jury maakte ten slotte uit, dat Doppelbauer technisch sterker was dan Röhl en Röhl meer muzi kaal gevoel had getoond dan Doppelbauer. Om de laatste kwaliteit heeft zij Röhl de tweede plaats toegekend. Direct na de bekendmaking van de uit slag in de consistoriekamer van de Grote Kerk heeft zich een klein incident voor gedaan. De organist Cor Kee, leraar van Bolt, werd uiteraard ook betrokken in de hulde Bolt zelf heeft vorig jaar al ge zegd, dat hij alles eigenlijk aan hem te danken heeft aan de winnaar, maar de reactie van Kee was anders dan men had verwacht en nogal verrassend. Hij zei, dat bij dit concours op één punt geen gelijk heid van kansen had bestaan, doordat de improvisaties in (drie) verschillende toon aarden werden uitgevoerd, ingevolge een bepaling van de commissie. Een der leden van het dagelijks bestuur der commissie, dr. J. F. Obermayr, zei ons later, dat de vorm van het thema een passacaglia en fuga dit noodzakelijk heeft gemaakt om eentonigheid men hoort twee uur lang één thema te vermijden. Zij hield daarbij rekening met publiek en jury. Voor de jury was het aldus de heer Obermayr bijzonder vermoeiend ge weest als de passacaglia steeds in één toonaard zou zijn gespeeld. Het maakt evenwel vooral in technisch opzicht nogal Het Nederlands Kamerorkest, onder lei- de hand van Goldberg om deze muziek Zo zie je, wat 'n akelig kereltje die mannetje Grommelebrom wel was. En daarom is het geen wonder, dat hij geen enkele vriend had. Dat was zijn eigen schuld. Op straat in het dorp keken de mensen mannetje Grommelebrom hoofdschuddend na, als hij eens een enkele keer voorbij kwam. Hij zei niemand goedendag, maar liep met 'n strak, grimmig gezicht verder, in zichzelf brommend. Wat 'n akelig ventje, hé? Zo dachten zijn dorpsgenoten er ook over; en op den duur liet iedereen hem maar aan zijn lot over ding van Szymon Goldberg, bracht dins dagavond in de Kurzaal te Scheveningen zijn derde en laatste programma in het Holland Festival ten gehore. Het week enigszins af van het in de folder aange kondigde: in nlaats van het trompetcon cert van Haydn kwam diens „Trauersym- phonie" (nr. 44) en de Suite in b van Bach voor fluit en strijkers moest het beloofde Concerto Grosso van Handel vervangen. De Suite van Bach werd uitgevoerd met medewerking van de fluitist Johan Feld- kamo en genoot in een geraffineerde ver- toHUng een eclatant, succes. Het onderhou dende en in verfijnde dynamiek bijzonder fraai klinkende werk diende tevens om ons muzikaal gehoor meer in te stellen op de normale verhoudingen van speelse aar digheden en bevredigende samenklank, nadat v/ij Strawinskv's Concerto voor Strijkers in D. uit 1946, gehoord hadden. Dit stuk is blijkbaar een interessante op gave voor de executanten, een muzikaal schaakspel met ingenieuze verwikkelingen, dat de spelers moet intrigeren. Wie er naar luistert zal ook uiteraard het grootste deel van zijn aandacht besteden aan de problemen van de vertolking. Techniek is in de muziek een heel belangrijk ding, maar als zij het laatste restje emotiona liteit verdringt, of in do weg staat, dan vraag ik mij af of zij de zaak niet op haar kop zet en aldus van middel doel wordt. Goldberg liet ook het „Largo en Allegro" van Henk Badings spelen. Deze composi tie uit 1935 heeft een zeer gepassioneerde inslag en boeit mede door haar verrassen de kleurwisselingen, bereikt door het te pas brengen van een kwartet van solo strijkers. De ononderbroken melodische stroom doet weldadig aan, ook waar fuga- tische verwikkelingen in het geding zijn. Het verstilde slot van het stuk maakt een diepe indruk. Het was wel een kolfje naar met levendige uitdrukking te interprete ren, wat tevens een dankbaar onthaal bij het publiek verzekerde. De prima kwaliteiten van het Kameror kest bleken uit de vertolkingen van Haydn's Symfonie en een Divertimento van Mozart niet minder. Dit laatste stuk, door de twintigjarige componist geschre ven ter gelegenheid van de vijfentwintigste verjaardag van zijn zuster Nannerl, is een van de vele spontane uitingen waarmee zijn geniale geest ons wijst op de kracht van de eenvoud, wanneer deze bevrucht is door het geheime vermogen allesJot poëzie te herleiden. En als men die voor name „ontspanningsmuziek" want dat bedoelt zij tenslotte te zijn zo delicaat, zo positief en goedgehumeurd tevens mag horen als Szymon Goldberg haar deze avond met zijn zesentwintig medewerkers wist te verwezenlijken Mozart schreef het stuk blijkbaar voor slechts zeven solo instrumenten dan ervaart men weer eens wat pure muzikale schoonheid is. verschil of een organist met kruizen of met mollen moet werken. Door loting werd uitgemaakt in welke toonaard iedere organist moest improviseren. Klaas Bolt trof zoals hij zelf zei een technisch eenvoudiger toonaard dan de Amsterdam mer Wim Daim, die vijfde werd. Tegen deze omstandigheid meende Cor Kee te moeten protesteren. De heer Obermayr heeft ons nog gezegd, dat een thema met passacagliavorm van dit jaar bij wijze van experiment is gekozen en dat de jury bij de beoordeling beslist niet is belem merd door het feit, dat de organisten in verschillende toonaarden improviseerden. Anton Heiller heeft ons dit nog bevestigd. Klaas Bolt toonde zich uiteraard op nieuw verguld met de overwinning. Hij had er niet op gerekend, uiteraard wel op gehoopt, dit jaar misschien nog sterker dan vorig jaar, omdat hij nu in zekere zin een titel te verdedigen had. Hij heeft nu ook sterker de spanning van de wedstrijd gevoeld. Hij zei: „Het is eigenlijk jam mer, dat er een prijs aan het concours is verbonden. Je speelt er naar toe, onwille keurig, dat maakt je nerveus. Ik was zelf zo gespannen, dat ik het gevoel had niet meer creatief te zijn". De laattse opmerking is zeer persoon lijk. Maar voor ons gevoel zit in het wed strijdelement ,bij een kunstzinnige aange legenheid als dit concours voor iedere deelnemer de mogelijkheid, dat zijn spel minder persoonlijk wordt dan het kan zijn, dat hij gemakkelijk, ongemerkt of bewust, een concess-'e doet aan zijn oorspronkelijkheid. Hij heeft de keuze tussen de onzekerheid het experiment er gaat maar een uur voorbereiding aan de uitwerking vooraf en de veiligheid van het cliché, van met routine verkregen stijlmiddelen. Onder druk van de prijs heeft Klaas Bolt in ieder geval gevoeld, dat hij veel op zijn routine speelde en creatief niet meer vol ledig aan eigen eisen voldeed. Naar aan leiding van de hierboven genoemde be zwarende onmerking van zijn leraar Kee zei Bolt ook van mening te zijn, dat de kansen voor de deelnemers door het ver plicht'improviseren in verschillende toon aarden ongelijk zijn geweest. UITSLAG COMPOSITIE WEDSTRIJD VOOR BEIAARD Het programma van de carillonbespeling op de stadhuistoren in Rotterdam was woens dagavond gewijd aan vier werken, ingezon den voor de in 1956 door de Rotterdamse Beiaardcommissie uitgeschreven compositie- I wedstrijd. De jury kende de eerste prijs van Jos. de Klerk driehonderd gulden toe aan W. Franken in Utrecht. ADVERTENTIE <o 16. Diep ademhalend nam hij de nap aan, doch niet zonder mij een woedende blik toe te werpen. Ik strekte mij behaaglijk uit en voelde hij opgelucht, nu de nap aan mij was voorbijgegaan. Mijn vreugde was echter van korte duur. Ik had mijn beker uit mijn tas gehaald en verzocht onze gastheer deze te vullen. De Mongool nam wel mijn beker aan, maar hij wachtte totdat Komoroff de nap geledigd had. Toen zette hij mijn beker weg, spuugde ten tweede male in de nap wreef hem met de niet al te schone lap droog, vulde hem en schoof hem mij tenslotte toe. Ik keek eerst naar Komo roff, die zijn lachen nog maar nauwelijks kon bedwin gen, en toen naar mijn beker, waaruit ook dat nog! de Mongool dronk. „Wie een kuil graaft voor een ander....", fluis terde Komoroff mij boosaardig toe. Met beide handen pakte ik de nap op, dronk hem snel leeg en gaf hem toen terug. Aan de op deze wijze, met schapevet en natron toebereide thee, was ik reeds lang gewend, maar de twijfelachtige reinheid van de Mongolen vond ik nog steeds hoogst onaangenaam. We zaten om het vuur, dat tussen de grote stenen brandde. De afschuwelijke geur van de brandende mest vervulde steeds meer de tent. Het avontuur met de hond, dat Komoroff beleefd had, werd lang en breed besproken en toen ook uitvoerig het onvermijdelijke „waarvan en waarheen" de revue was gepasseerd, was het machtig stuk schapevlees, dat cle vrouw van de Mon gool nadat de thee gezet was, in de ketel had gedaan, bijna gaar. Vóór het begin van de maaltijd bracht onze gastheer eerst de Goden nog een offer. Hij doopte de vingers van zijn rechterhand in de ketel, wierp enkele druppeltjes in alle windrichtingen, trok een stuk vet vlees van de bout en wreef daarmee de mond van het beeld in. Vervolgens vulde hij zijn etensnap met vleesnat, liep er mee naar buiten en goot het vocht in een wijde kring op de grond om zodoende alle demonen hem en de zijnen gunstig te stemmen. Toen pas greep iedereen met smoezelige handen in de dampende rijstberg, maakte er balletjes van en gooide ze in de wijd geopende mond. Van de schapebout werden met de blote hand stukken afge scheurd, die snel achter de tanden verdwenen. Komoroff en ik deden ijverig mee. Een druk kauwen en smakken was begonnen, dat duurde tot. de geweldige berg rijst en vlees verdwenen was. Niets bleef er over, behalve de Vertaald uit het Duits. Oorspronkelijke Nederlandse titel: IN DE BAN VAN TEMOEDSJIN) schoon gekloven botten, die wij naast ons neer hadden gelegd. Na de maaltijd kwamen de bewoners van de andere jurtten, waarop een luidruchtig vraag- en antwoord-spel ontstond. De pijpen walmden en steeds weer werd vers theewater in de ketel geschonken. Toen de Rus op een gegeven moment vertelde, dat hij eens met een gebroken been ziek en wel voor het „Klooster van de Levende Boeddha" had gelegen en dat een lama hem genezen had, steeg de bewondering en hoogachting van de toe hoorders tot het oneindige. Komoroff kon, zoals ik al gauw merkte, op de juiste wijze deze eenvoudige mensen tegemoet treden, die hij dan ook, zoals trouwens ieder een, die hij ontmoette, snel voor zich won. De Mongolen voelden, dat hij hen goed gezind was en zij rookten graag „de pijp van welbehagen op het kleed van de gastvrijheid" met hem.' Het was al vrij laat, toen ik nog even naar buiten ging om naar onze mensen te kijken, die in een andere jurtte een onderkomen hadden gevonden. Onze paarden, die afgetuigd waren, graasden op de sneeuwvrije plekken, en het maanlicht, dat tussen enke le snel voorbijschietende wolken scheen, wierp grillige schaduwen op de grond. De hemel was verder rustig en de sterren leken wel zó dicht bij te staan, dat men ze zou kunnen grijpen. Ik was als het ware een gevan gene van de doodse stilte, die mij omgaf, het heldere, met sterren bezaaide firmament, het wijde zwijgende land met de hoge bergen, waarvan de toppen zich scherp tegen de hemel aftekenden. Zij lokten, glansden en beloofden ongewone gebeurtenissen. Ik had het gevoel of ik voor één van de grootste wonderen uit mijn leven stond, maar ik kon niet bevroeden, dat het mij met zulk een kracht zou treffen Daar, in de verte, lichtten de met sneeuw bedekte toppen van het Changai-gebergte op. Majestueus ver hieven zij zich boven de tussenliggende bergketens. Daar lag het doel van onze reis! Lange tijd staarde ik er naar. Maar in de oneindige stilte, die mij omgaf, verdrong langzamerhand een gevoel van licht onbehagen de verlokkingen van het avontuur.... Toen ik enige tijd later in mijn slaapzak lag, over dacht ik nog eenmaal de gebeurtenissen van de laatste dagen en piekerde lange tijd over mijn reisgenoot. Het Godenbeeld, dat tegen de wand van de jurtte stond, glansde mat in het bibberende licht van het langzaam uitdovende vuur en donkere schaduwen speelden op de wanden. Wat moet de Rus in zijn leven geleden hebben, dat het zelfs geen waarde meer voor hem scheen te hebben! Hij was met geweld van zijn levenspad afgeworpen en daaronder leed hij zwaar. Zo scheen het mij tenminste toe. Wat zou daar echter de oorzaak van kunnen zijn geweest? Een vrouw? Het sieraad dat hij om de linker pols droeg, scheen dit binnen het bereik van de mogelijk heden te brengen. Een vrouw, die de Rus naar de onein dige steppen verdreven zou hebben? Waarom niet? Was het met mij soms anders? Had ook ik niet het vaderland verlaten, toen ik bemerkte dat Maria, die ik met de hartstocht van de jeugd bemind had, zich met een ander verloofd had? Dat ik van Wenen naar Heidelberg was getrokken, was slechts het begin van mijn vlucht ge weest. Maar toch.hoe verder ik mij van mijn bemin de verwijderde, hoe feller ontbrandde mijn gevoel van genegenheid voor haar. Een jaar, nadat ik haar voor het laatst gezien had, hield ik van haar zoals men slechts van een fantasie-beeld kan houden, grenzeloos en met verwarde zinnen. Mijn gevoelens voor Maria lagen buiten het bereik van het verstand. Toen! Ja, toen lag. het lokkende leven nog in al zijn stralende pracht voor mij en lonkte mij met betekenis volle ogen toe. Gelijk een vuur, dat krachtig werd aan gewakkerd, kwamen de herinneringen bij mij boven. De beelden werden steeds duidelijker en vloeiden tenslotte ineen tot een droom over mijn jeugd. Mijn jeugd, ja, daarop concentreerde zich altijd mijn tintelend verlan gen. Maria was voor mij een smartelijk en tegelijkertijd heerlijk verdriet, dat ik steeds weer in mij voelde op wellen, pijnlijk en zinnen begoochelend. Gelijk een on weer had mij destijds de liefde overvallen en mijn hart was opgebloeid, gelijk verdroogd land, dat zich gelukkig en willig aan een verkwikkende regen overgaf. Alle moeite die ik mij echter getroostte, om mij Maria's ge stalte voor de geest te halen, haar gelaatstrekken voor te stellen, was tevergeefs. Het gelukte mij niet haar beeld op te roepen. Toen ik mij hier tenslotte wel bij neer moest leggen, welde een zware zucht uit mijn borst omhoog. (Wordt vervolgd). Bevel over „Karei Doorman". Met het bevel over Hr. Ms. vliegkampschip „Karei Doorman", waarvan de verbouwing thans de voltooiing nadert, zal worden belast ka pitein ter zee H. M. L. F. E. van Oostrom Soede, die tot 5 juli commandant van de onderzeedienst te Rotterdam was. Met de waarneming van het bevel over de onder zeedienst is thans belast kapitein-luitenant ter zee N. J. H. Gregory, tevoren eerste of ficier van de onderzeedienst. Voor de func tie van eerste officier van'Hr. Ms. Karei Doorman is bestemd kapitein-luitenant ter zee H. C. van de Stadt. Goed honingjaar. De imkers zijn ver heugd over de zomer 1957, want na de slechte resultaten van vorig jaar is thans een goed honingjaar in het vooruitzicht. Dank zij het gunstige weer in de voorzomer konden van fruitbloesems en koolzaadvelden reeds goede drachten worden binnenge haald. Normaal wordt de honing twee maal geslingerd, maar dit jaar zullen de bijenkas ten op vele plaatsen drie maal en misschien zelfs vier maal van hun zoete last ontdaan kunnen worden. Het gunstige weer maakt tevens, dat de honing van goede kwaliteit is. Hoogleraar. De gemeenteraad van Am sterdam heeft benoemd tot hoogleraar in de obstetrie en gynaecologie aan de gemeente- Universiteit dr. G. J. Kloosterman, genees heer-directeur van de Kweekschool voor Vroedvrouwen te Amsterdam. Water teveel. In Renkum heeft het woensdagmiddag een uurlang geregend en gehageld. De pas aangelegde riolering kon het water niet verwerken. Verscheidene straten leken snel stromende' rivieren. In de Dorpsstraat zijn bij verscheidene zaken de kelders volgestroomd. Twee-en-een-half miljoen. Het Cen traal Bureau voor de Statistiek heeft be rekend, dat 2.660.000 personen (waaronder bijna 11/4 miljoen vrouwen) in ons land onderwijs ontvangen. Kleuteronderwijs ontvangen 370.000 kinderen, lager onder wijs lJ/2 miljoen, ulo 170.000, dag-v.h.m.o. 108.000, dag-vakonderwijs bijna 150.000 en hoger onderwijs 30.000. Het avondonder wijs wordt gevolgd door ongeveer 250.000 personen. Van het 7de tot en met het 13de jaar ont vangt vrijwel de gehele bevolking onder wijs. In de leeftijd van 14 tot en met 18 is dit respectievelijk 81, 60, 50, 40 en 30 pet. Daarna loopt dit percentage snel terug. In deze cijfers zijn het schriftelijk on derwijs en de particuliere ongesubsidieerde opleidingen niet besgrepen. Bonbons met gif. Het gerechtshof te 's-Hertogenbosch heeft een 18-jarige jon gen uit Eindhoven veroordeeld tot een jaar en zes maanden gevangenisstraf. Hij had in augustus 1956 gepoogd een meisje van het leven te beroven door haar ver giftigde bonbons te geven. J. van Ringen overleden. Op 63-jarige leeftijd is in Den Haag plotseling over leden de heer J. van Ringen, commissaris van Ambonezenzorg bij het ministerie van Maatschappelijk Werk. De heer Van Rin gen was tot 1932 adviseur van de hoofd directie der rijkswerkinrichtingen en daar na tot 1939 administrateur bij het Acade misch Ziekenhuis te Leiden. In 1939 volgde zijn benoeming tot hoofd van de afdeling financiën, huisvesting en personeelszaken van de Rijksdienst voor de Werkverrui ming, later Rijksdienst voor de uitvoering van Werken, waarvan hij sedert 1950 ad junct-directeur was. Op 15 november 1952 werd de heer Van Ringen benoemd tot commissaris van de Ambonezenzorg. Hij was voorzitter van de stichting Het Vier de Prinsenkind. DONDERDAG 11 JULI Cinema Palace: „De graaf van Monte christo", 14 jaar, 7.30 uur. Studio: „La for- za del destino", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Lido: „Du bist Musik", alle leeftijden, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Eens spreekt het geweten", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Hun laatste nacht", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Saint Joan", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Roxy: „Luchtduivels boven de Pacific", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Minerva: „High Society", alle leeftijden, 8.15 uur. Concertgebouw: Concert door het Prome nade-orkest o.l.v. Hugo de Groot, m.m.v. Lucy Tilly, sopraan, Pierre Fleta, tenor en Larry Adler, mondharmonica, 8 uur. VRIJDAG 12 JULI Cinema Palace: „De graaf van Monte Christo", 14 jaar, 2 en 7.30 uur. Studio: „Terwijl de stad slaapt", 18 jaar, 2.15, 7 en 9.15 uur. Lido: „Vrouwen in boeien", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „De bruid is niet bleu", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „De Vliegende Hol lander, het leven van Anthony Fokker", alle leeftijden, 2.30, 7 en 9.15 uur. Luxor: „De Afrikaanse leeuw", alle leeftijden, 2, 7 en 9.15 uur. Roxy: „Tien van het vreem delingenlegioen", 14 jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur. Minerva: „The Eddy Duchin story", 14 jaar, 8.15 uur. Concertgebouw: Holland Festival. Zevende internationale Orgel concours. Concert voor orgel en orkest door N.Ph.O., NCRV-vocaal ensemble, het Collegium Musicum Amstelodamense o.l.v. Anton Heiller, m.m.v. Annette de la Bije, sopraan, Nap de Klijn, viool, Carel v. Leeuwen Boomkamp, cello en Piet Kee, orgel, 8 uur. Openluchttheater Bloemen- daal: Holland Festival. Zweedse dansgroep Idla Flickorna, 8 uur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 9