Haarlemse raad voor oprichting algemene detailhandelvakschool Grondverkoop goedgekeurd voor bouw in Sinnevelt Aankooppolitiek ontmoet critiek 'T LOOPT DE GALMGATEN UIT Over redden KATTEKWAAD Subsidie voor muziekschool van Toonkunst verhoogd en zwemmen Grootst mogelijke meerderheid in Haarlemse gemeenteraad oed en fout bij zebra (IV) HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT HAARLEMSE RAAD BIJEEN A f wachten r- o - Van mensen en dingen onder de Damiaatjes Benoemingen Wraklichtboei boven het goudschip „Renate" Burgerlijke Stand van Heemstede DONDERDAG 18 JULI 1957 De Haarlemse raad heeft zich in zijn onder voorzitterschap van burgemeester pr. 0. P- F- M. Cremers staande vergadering van woendagmiddag uitgesproken voor de wenselijkheid van het ondernemen van pogingen om te komen tot de oprichting van een vakschool voor de detailhandel in Haarlem op algemene basis, waarbij aan de eisen van iedere levensbeschouwing recht zal worden gedaan. Dit gebeurde naar aanleiding van het voorstel tot het afgeven van een noodzakelijkheidsverklaring voor de oprichting van een rooms-katholieke vakschool voor detailhandel, waartoe een verzoek was gedaan door de stichting „Katholieke Vormingsschool voor de Detailhandel". Uit de raad was het slechts de KVP-fractie, die voorstander was van het afgeven van de voorgestelde noodzakelijkheidsverklaring. De andere fracties wilden blijkens hun steun aan een daartoestrekkende motie-V o o g d (Arb.) B. en W. eerst uitnodigen op korte termijn besprekingen te openen, teneinde pogingen in het 'werk te stellen te komen tot een detailhandelvakschool op algemene basis, waarin alle levensbeschouwingen zijn vertegenwoordigd en waarbij aan de eisen van elke levensbeschouwing voldaan zou kunnen worden. De heer Voogd (Arb.) liet aan het in dienen van zijn motie een goed geargumen teerd betoog vooraf gaan, waarin hij begon met te wijzen op de noodzakelijkheid in Haarlem tot een vormingsschool voor de detailhandel te komen. Hij vroeg zich ech ter af, of bij deze vormingsvraagstukken de confessie van belang is. Hij wilde naar een schoolvorm, die voor alle confessies aan vaardbaar is. „In Amsterdam is een derge lijke school, die tot volle tevredenheid van iedereen werkt", merkte hij op, om eraan toe te voegen, dat de vakken, die op een dergelijke vormingsschool worden onder wezen geen confessionele school rechtvaar digen. Hij had naar een modus gezocht en die menen te hebben gevonden in de vorm, waarin hij, naar hij zei, twee moties wilde indienen. De eerste - die door hem ten onrechte motie werd genoemd, de voorzitter ver beterde hem later en noemde deze „eerste motie-Voogd" terecht een amendement - hield in, dat in de door de raad aan te nemen noodzakelijkheidsverklaring de woorden „zoals door adressant verlangd" zouden worden geschrapt en de tweede - de „echte" motie-Voogd - nodigde het college uit op korte termyn besprekingen te openen ten aanzien van de eventuele tot standkoming van een algemene detail handelvakschool. Het amendement werd door de heer Wensing (C.H.U.) van harte onder steund. De motie zou ook bij hem enig enthousiasme kunnen wekken, maar hij vroeg zich af, of het aanvaarden van een dergelijke motie wel verantwoord was ten opzichte van de aanvraagster van de nood zakelijkheidsverklaring. De motie zou veel vertraging doen ontstaan in de behande ling van de aanvrage door het rijk. Boven dien was in andere kringen dan rooms- katholieke nooit gevraagd naar een der gelijke school. De heer B e 11 i n k (V.V.D.) daarentegen steunde én amendement èn motie. Hij vroeg zich zelfs af of de stichting van een vakschool voor de detailhandel wel ge wenst is en zou gaarne nadere inlichtingen op dit punt wensen. De heer Proper (Comm.) sloot zich eveneens bij het betoog van de heer Voogd aan.1 rj Een hartstochtelijke verdedigster vond het ongewijzigde Voorstel van B. en W. echter in mejuffrouw Bolsius (K.V.P.), die uitvoerig de totstandkoming van een rooms-katholieke vakschool bepleitte. De economische overwegingen van de heer Voogd zouden volgens haar voor elk schooltype passen, in welk geval zij zich afvroeg waar dan de vrijheid van onder wijs zou blijven. De totstandkoming van de u.t.s. in Haar lem was volgens de K.V.P.-woordvoerster een geheel andere zaak geweest, omdat het daar kinderen van een rijpere leeftijd be trof. „Men moet de kinderen niet alleen ken nis bijbrengen, maar hen ook opvoeden tot persoonlijkheden en daarbij speelt de levensbeschouwing een grote rol" meende zij. Het zou kunnen zijn, dat er na de rooms-katholieke aanvrage ook aanvragen van andere kant zouden worden ingediend, maar, aldus mejuffrouw Bolsius, „in dat geval zouden wij er ook van ganser harte achterstaan." Met de door de heer Voogd voorgestelde schrapping in het voorgestelde besluit, kon zij niet instemmen. Ook wethouder Geluk toonde zich een beleidvol verdediger van het voorstel. Aan de hand van tal van voorbeelden van iden tieke vakscholen in andere gemeenten, toonde hij aan dat een dergelijke vakschool voor Haarlem noodzakelijk is. Hij smaakte de voldoening met dit betoog de heer Bettink van de noodzakelijkheid van de school te overtuigen. Er was gezegd, dat tachtig percent van de Haarlemse middenstand rooms-katho- liek was, zodat er later geen scholen zou den kunnen komen voor de twintig percent niet r.-k. bevolking, omdat er geen vol doende animo voor zou zijn. De wethouder weerlegde dit met op te merken, dat de school in de eerste plaats voor leerlingen en winkelpersoneel zou zijn. Cijfers over de organisatievorm van dit personeel in Haarlem hadden bewezen, dat ongeveer één derde van hen rooms-katholiek en één derde protestants-christelijk was. Er zijn besprekingen geweest om tot een algemene school te komen, die echter niet tot een resultaat hebben geleid. Het amendement meende de heer Geluk te moeten ontraden, omdat de schrapping in de tekst van het besluit de uitspraak van de raad haar betekenis zou ontnemen. Wat de motie betreft: deze wilde de spre ker zien als een initiatiefvoorstel tot stich ting van een tweede school. „Als de be sprekingen slagen wordt misschien de an dere aanvrage ingetrokken" meende de wethouder. In tweede instantie bleven de spreekster en sprekers op hun standpunten staan. Slechts de heer W e n s i n g (C.H.U.) ver klaarde zich bereid zijn steun aan de motie te geven, mits de heer Voogd hem kon ver zekeren, dat er geen vertraging zou ont staan voor de eerste aanvraagster. Op verzoek van de voorzitter ver klaarde de indiener van de motie, dat hij uit billijkheid voor de aanvraagster had voorgesteld de besprekingen op korte ter mijn te laten beginnen. „Bij mislukking van de besprekingen moet de oprichting van de rooms-katholieke school niet wor den belemmerd," zei hij. Nadat nog even gediscussieerd was welke volgorde bij de stemming zou worden aan gehouden, werd eerst het amendement in stemming gebracht. Dit werd aangenomen met 19 tegen 11 stemmen. Tegen stemden de heren Geluk, Angenent en Happé en de gehele K.V.P.-fractie. Vervolgens werd over het geamendeerde voorstel gestemd met als resultaat dertig voorstemmers. Tenslotte werd de motie- Voogd aangenomen met 20 tegen 10 stem men. Tot de voorstemmers behoorden dit keer de heren Geluk en Happé. De heer Spek (A.R.), die bij de eerste stemming niet aan wezig was geweest, verklaarde zich tegen de motie. Naar aanleiding van het voorstel van B. en W. van Haarlem, waarin zij om een aanvullend krediet van 12.900,— verzochten voor de inrichting van het vroegere kleuterhuis Margriet op het Kennemerplein 3, waar de gemeente lijke inspectie van het lager onderwijs en de economische adviseur van de gemeente zijn gevestigd, toonden enkele leden van de raad zich niet tevreden met de recente aankooppolitiek van de gemeente. Deze sprekers wilden echter nadrukkelijk vaststellen hiervan niemand in het bijzonder de schuld te willen geven. Zo toonde zich de heer Schreurs (K.V.P.) geschrokken van de bedragen, die er bij het oorspronkelijk verleende krediet - 5£>.644. - waren gekomen. Hij vond het enigszins pijnlijk, dat ten kóste van zoveel geld, de ambtenaren in het voormalige kleuterhuis zo „vorstelijk" kwamen te zit ten, terwijl er in de stad zo velen zijn, die met de woningnood te kampen hebben. Hét vraagstuk deed hem college en raad verzoeken eens in het algemeen een ge wetensonderzoek in te stellen naar de aan kooppolitiek van de gemeente, waarbij hij ook het oog had op de „loods" van Beynes en hotel Royal, beide op het Stationsplein. Hij eindigde met de verzuchting: „Als wij hadden geweten, dat het allemaal zo duur zou worden. Ook de heer F i b b e (V.V.D.) toonde zich over het grote bedrag voor herstelling van gebouw Kennemerplein 3 niet tevreden, maar ook hij onthield zich er angstvallig van wie dan ook maar de schuld te geven. „Waarom moet er een conciërgewoning komen, kunnen wij niet de nachtveilig heidsdienst inschakelen" vroeg hij zich af. Wethouder Happé zette zich ferm en met succes aan de verdediging van het beleid van B. en W. „Alles is het gevolg van de vernielingen, die betreurd worden, maar de kosten kenden wij reeds," zei hij. Dergelijke kantoorruimte kan niet voor dezelfde prijs nieuw worden gebouwd. De Lang is woensdagmiddag in de Haarlem se gemeenteraad gepraat over een voorstel, waarmee, naar later bleek, toch iedereen, behalve de heer Knape (K.V.P.), zich kon verenigen. Het ging om de voorgestelde subsidie verhoging aan de muziekschool van de Maatschappij tot Bevordering van Toon kunst van 20.000 tot 45.000, waarby de muziekschool zou worden geformeerd in een stichting met gemeentelijke invloed. De heer Knape (K.V.P.) vond het moei lijk zich vast te leggen aan de begroting van 1958 en wilde met de toekenning van de subsidie wachten tot het aan de orde zijn van de begroting. Hij meende, dat er ^en wanverhouding bestond tussen de in komsten van de muziekschool, die 50.000 bedragen en de voorgestelde subsidie van 45.000. Aanvankelijk had men de indruk, dat de heer Knape voor zijn gehele fractie had gesproken, maar deze indruk werd door de beer Schreurs snel en afdoende weg genomen. Integendeel, hij verklaarde, dat het grootste deel van de K.V.P.-fractie voor het voorstel zou stemmen, juist om de grote muziek-pedagogische waarde, die de mu ziekschool heeft. Hij vroeg B. en W. eens een zakelijk rapport te willen uitbrengen °ver de gang van zaken bij de school. Voorts wilde hij in overweging geven de omliggende gemeenten om een bijdrage te verzoeken, omdat ruim tweehonderd van duizend leerlingen uit deze gemeenten afkomstig zijn. De heer Bettink (V.V.D.) toonde zich met enige reserve een voorstander van het voorstel. Hij was bevreesd, dat door een mvee] aan gemeentelijke invloed de mu ziekschool een semi-overheidsinstituut zou worden. Ook vroeg hij zich af( of de school gelden niet te laag zijn. Een bijzonder warm voorstander van de subsidietoekenning was de heer M e n s i n k (Arb.) - de heer Schreurs noemde diens betoog met enige welwillendheid zelfs „pathetisch" die betoogde dat Toonkunst altijd achterop was gekomen met subsidie aanvragen. Hij wilde zeker niet wachten tot de begroting van 1958 en sprak de vrees uit, dat bij niet toekenning van de subsidie de goede leerkrachten van het instituut zouden weglopen. Ook de heer Spek (A.R.) steunde het voorstel met vuur. „In een tijd van be zuinigingen moet men een open oog blijven houden voor sociale en culturele noden" zei hij, sprekende namens zijn eigen fractie en die van de C.H.U. Eenzelfde geluid deed de heer Proper (Comm.) horen. Na al deze warme bijvalsbetuigingen was het voor wethouder Geluk nauwelijks nodig het voorstel met veel woorden te verdedigen. Toch deed hij dit in een lang durig betoog, waarin hij de nadruk legde op het sociale aspect van de muziekschool van Toonkunst, doordat die zulke lage lesgelden vraagt. Hij was daarom zeker tegen verhoging daarvan. Wel gold een hoger tarief voor leerlingen uit de omtrek. Voor een semi-overheidsinstituut vreesde hij niet: het bestuur zou de leiding in han den houden. „Als wij de subsidie nu niet toekennen, komt de school in augustus in ernstige moeilijkheden", aldus de wet houder. Met de heer Knape (K.V.P.) als tegen stemmer werd het voorstel tenslotte aan vaard. wethouder had bezwaar tegen de opmer kingen van de heer Schreurs over het „paleisje", waar de ambtenaren in zouden wonen. Er is geen luxe tentoongespreid, maar alles is doelmatig ingericht. De heer Schreurs kwam in de duplie ken nog even terug op de aankooppolitiek en klaagde dat er bepaalde projecten wor den aangekocht, zonder dat "ér een afge rond plan is. Wethouder Happé erkende, dat niet overal gedetailleerde plannen voor waren, maar achtte dit ook niet steeds nodig. De aankopen op het Stationsplein waren ge daan met het oog op de toekomstige reor ganisatie van dit plein. Het voorstel werd aangenomen met de aantekening, dat de heren De Landmeter (C.H.U.),Wensing (C.H.U.) en Fibbe (V.V.D.) geacht wilden worden te hebben tegenge stemd. Een korte discussie volgde eveneens naar aanleiding van het voorstel van B. en W. grond aan de Mr. Jan Gerritszlaan, Willem Klooslaan, J. H. Leopoldstraat, Jacques Perkstraat en Delftlaan te verkopen aan de n.v. „Hogerveka", die daar twaalf eenge zinswoningen met tien schuurtjes en tien garages, alsmede zestien flatwoningen in vier woonlagen wil gaan bouwen. Dit com plex behoort tot dat van 210 flatwoningen, 24 eengezinswoningen en 72 garages, dat de raad op 17 april van dit jaar ter beschik king van de gemeente stelde. Tengevolge van de voorgenomen bouw door „Hoger veka" zal het door de raad toegestane kre diet van 5.122.000 voor de bouw van het gehele complex door de gemeente worden teruggebracht tot 4.472.000. De heer Hennevelt (Comm.) zei het te betreuren, dat de door „Hogerveka" te bouwen huizen koopwoningen worden, die slechts voor een aantal bevoorrechten be schikbaar zullen komen. Hij vroeg het college, wanneer het andere gedeelte van het complex zal worden gebouwd en of er nog plannen zijn om andere woningen in premiebouw te laten bouwen. „Persoonlijk had ik liever woningwet woningen gezien," aldus de communistische woordvoerder. De heer De Landmeter (C.H.U.) vroeg, of de onlangs verschenen circulaire van het ministerie van Binnenlandse Zaken ten aanzien van de financiering voor ge meenten met zogenaamd „kort geld" geen invloed zou hebben op de aanleg van stra ten en rioleringen, na voltooiing van de woningen. Wethouder H a p p zei in zyn antwoord dat nog geen beleggers zijn gevonden, die een gedeelte van het complex willen over nemen. De gemeente is nog steeds in on derhandeling. De moeilijkheden op de kapitaalmarkt doen zich ook hier gevoelen. Bovendien overweegt het ministerie van Volkshuisvesting een wyziging van de premiebepalingen voor de bouw van mid denstandswoningen, zodat men beter nog even kan afwachten. De circulaire van het ministerie van Binnenlandse Zaken laat de bouw van premiewoningen in bepaalde ge vallen open, wanneer de gemeente een vaste geldlening zal kunnen krygen. Als geen belegger rechtstreeks geïnteresseerd kan worden, zal worden getracht een lening by een belegger ta sluiten. De circulaire laat de mogelijkheid toe om na voltooiing van woningen aanvullende maatregelen te nemen, ofschoon het nog te vroeg is, aldus de heer Happé, de bewuste circulaire geheel te interpreteren. De heer Prikkel (Arb.) toonde zich dankbaar, dat B. en W. politiemannen, die het E.H.B.O.-diploma behalen, een gratifi catie toekennen en bepleitte een dergelijke gratificatie voor het behalen van andere diploma's. Bovendien wilde hij de term „de hoofdcommissaris wijst aan" in het voorstel zien vervangen door daartoe in volg orde door de hoofdcommissaris aangezocht". Voor het eerste voelde de voorzitter voorlopig nog niets, tot het aanbrengen' „Denk om uw kleren, want we kunnen hier niet iedere dag stof afnemen". Achter de stadsbeiaardier Arie Pe ters, die met vinnige stappen de wenteltrap naar de toren van de Grote Kerk beklom, stommelden wij deze week mee naar boven om hem eens van nabij te horen. Bovengekomen zette hij het mechanische speelwerk af, opdat het spel van de klepels niet door dat van de hamers verstoord zou worden en hing zijn jasje aan een der indrukwekkende balken rondom ons. Hij klom achter het stokkenklavier, trok een luikje boven zijn hoofd open om een open verbinding met de klokkenruimte te krijgen en improviseerde even. Daar na trok hij zijn overhemd uit. ,,'t Is warmer dan ik dacht. Maar het voordeel boven de winter blijft toch altijd dat het 's zomers lich ter speelt hier". Vederlicht dartelden daarop een paar dansjes van Haydn de galm gaten uit en wij liepen de omgang op als om de klan ken ervan te volgen. „Te Kieldrecht daar zijn er de meiskes koene", zongen de klokken vervolgens en wij bogen ons over de balustrade om te kijken of dat ook in Haarlem het geval was, in vogelvlucht gezien, Het viel niet te constateren, en al evenmin of er hu veel of weinig mensen zouden zitten luisteren, daar in de diente, onder de parasolletjes ter zijde van de Grote Markt. De wind blies onze haren pal overeind en wij vroegen ons af of hij ook niet een aantal tonen van het inmiddels aan geheven „Heidenröslein" zou onderscheppen. Toen we dit probleem aan de heer Peters voorlegden, zei deze: „Dat is nu juist de charme van deze muziek, dat zij een beetje verwèèien kan. De beiaard is een instrument, dat als geen ander zijn muziek prijs geeft aan de elementen". Maar wanneer men Arie Peters nu vraagt, welke de beste akoestiek is, welke het weer hem kan verschaffen, dan zegt hij: ,,een beetje vochtige, nevelige avond De stadsbeiaardier en de heer P. Koen van de afde ling Culturele Zaken heb ben voor dit seizoen ver scheidene gelegenheden ge schapen om de Haarlemmers en hun gasten vreugde te doen beleven aan het caril lon. Vandaag treedt als eer ste gastbeiaardier Leen 't Hart uit Delft op en hij wordt gevolgd door H. Her zog uit Delft op de vijfde augustus, F. Timmermans uit Rotterdam op de achtste, Chris Bos uit Utrecht op de negende, F. de Nie uit Lei derdorp op de twaalfde, Sjef van Balkom uit Den Bosch op de vijftiende, R. Ritter uit Leiden op de negentien de en W. ter Burg uit Am sterdam op de 23ste augus tus. De Antwerpse beiaar dier John Gebreurs sluit deze rij op vijf september. En zaterdag 27 juli, om drie uur, komt er een luis terwedstrijd voor de jeugd, waarvan de bijzonderheden nader zullen worden be kendgemaakt. Bovendien zijn er excursies naar het carillon gaande onder leiding van de beiaardier zelf. Zo wordt op allerlei manieren de belangstelling voor dit instrument gevoed. Vooral nu restauratie ervan een steeds dringender zaak gaat worden heeft men deze be langstelling nodig. Deze vierde aflevering van de veilig-verkeersregels bij door „knipperbollen" be schermde oversteekplaatsen geeft een uitzondering op een verder algemeen gelden de regel. Een uitzondering, waarbij de voetganger eens een extra vrijheidje wordt toegestaan. Zoals men zich zal herin neren is het in het algemeen zo, dat een voetganger bin nen vijftig meter van een „knipperbol" verplicht is, bij het oversteken, van de be schermde oversteekplaats gebruik te maken. Deze regel geldt echter niet, wanneer voetgangers van het dichtstbijzijnde trot toir gaan naar een openbaar vervoermiddel, of omge keerd. Op het plaatje zien wij twee trampassagiers naar het trottoir wandelen. Zij doen dit goed, want het is het dichtstbijzijnde voetpad. De twee anderen, die naai de tram toegaan, volgen ook trouw de verkeersregels op. Zij mogen echter niet naar het trottoir aan de overkant gaan. Dan hadden zij van het beschermde oversteekpad gebruik moeten maken. De oude heer A handelt echter fout. Hij is zojuist uit de tram gestapt en begeeft zich naar het trottoir, dat het verst van hem verwijderd Zondag 7 jli 1957. Duizen den ontvluchten hun wonin gen, op zoek naar verkoeling. Een brandende zon staat aan de hemel; zevenentwintig verdrinkingsgevallen werpen echter een schaduw over deze stralende dag. En het weekeinde daarvoor ver dronken negentien mensen. In zeven dagen tijds werden zesenveertig families in de rouw gedompeld. Wijlen de heer W. E.. Bre- dius, tijdens zijn leven voor zitter van de oudste Neder landse zwemclub „A.Z. 1870", schreef reeds: „Ieder kind, dat verdrinkt is een aan klacht tegen zijn ouders of voogden, die het niet zoda nig hebben opgevoed, dat het zich tegen dood door ver drinking kan verweren". Er zijn in ons waterrijke Nederland nog altijd velen, die de zwemkunst niet machtig zijn en daarom is het verheugend, dat het aan tal reddingsbrigades zich steeds meer uitbreidt. De leden van de brigades staan paraat om onmiddellijk in het water te springen als een mens dreigt te verdrinken. „Zo lang niet iedereen kan zwemmen, moet iedere zwemmer kunnen redden". Als men de leden van een reddingsbrigade ziet oefenen, lijkt het zwemmend redden zo eenvoudig en dat is het ook, dat wil zeggen: wan neer men de oefeningen een maal onder de knie heeft. Is dat niet het geval, dan de feiten hebben het bewezen kan ook de beste zwemmer de kans lopen slachtoffer te worden van zijn spontane hulp om een drenkeling te redden. Al deze narigheid kan worden voorkomen door lid te worden van een red dingsbrigade, waar behalve het zwemmend redden even eens e.h.b.o. wordt bijge bracht. De Haarlemse Red dingsbrigade oefent iedere woensdagavond van kwart over negen tot kwart over tien in het Sportfondsenbad. Het lidmaatschap bedraagt slechts drie gulden per jaar. Het secretariaat is gevestigd in de Nassaustraat 16. Gaat u eens op een van de oefen avonden kijken. is. Hij is een verkeerszon- daar, die met zijn leven speelt, hetgeen op het plaat je dan ook duidelijk te zien is. Het asiel aan de Ridder straat van de Haarlemse Dierenbescherming wordt de laatste tijd weer bestormd door mensen die un poes kwijt willen. Daar is voor het asiel werkelijk geen be ginnen aan. zoals men wel begrijpen kan, en het be stuur doet dan ook een dringend beroep op de be volking om toch zoveel mo gelijk zelf de kattr een goed tehuis te verschaffen. Het bestuur herhaalt daarbij zijn advies om met het af maken van jonge katten niet te wachten tot de dieren half volwassen zijn. Wanneer men tot deze in vele gevallen onvermijdelijke liquidatie wil overgaan, dient men dat zo spoedig mogelijk na de geboorte te doen om het die renleed zoveel mogelijk te beperken. van de voorgestelde wijziging in het voor stel verklaarde hij zich bereid. By de ingekomen stukken bevond zich een brief van een aantal bewoners van de Olieslagerslaan en omgeving, waarin zij verzochten het inpandig terrein tussen Wagenweg, Olieslagerslaan en Koninginne weg te bestemmen als speélgelegenheid voor de jeugd. De heer Spek (A.R.) drong er bij B. en W. op aan zo mogelyk aan het verzoek van de bewoners te voldoen. Hy werd hierbij gesteund door mevrouw Van der Wall- Duyvendak (Arb.) en de heer Henne velt (Comm.). Mejuffrouw Bo 1 s i u s (K.V.P.) vroeg een pre-advies over deze kwestie. Dit laatste zegde wethouder Happé toe, maar hy wees erop, dat het terrein in kwestie geen eigendom van de gemeente is. 'ADVERTENTIE) Bij de benoemingen van diverse leden van de raadscommissies hadden de com munisten eigen kandidaten gesteld. De uit slag van de stemmingen was als volgt: Tot lid van de commissie voor economi sche aangelegenheden werd gekozen de heer De Landmeter (C.H.U.). Hij kreeg 26 stemmen. De heer Hennevelt (Comm.) kreeg twee stemmen. Met eveneens 26 stemmen werd de heer Spek (A.R.) gekozen tot lid van de commis sie van toezicht op de stadsbibliotheek en -leeszaal. De heer Proper (Comm.) ver zamelde twee stemmen op zich. Tot lid van de Haarlemse sportraad werd gekozen de heer Bettink (V.V.D.) (26 stemmen). De heer Hennevelt (Comm.) kreeg 2 stemmen. De andere benoemingen geschiedden con form de voorstellen van B. en W., evenals de voorgestelde ontslagen, die eervol wer den verleend. Hierbij werd de heer W. P. J. Ente onderwijzer van de Centrale school n. II, dank betuigd voor de vele goede diensten aan de gemeente bewezen. De andere raadsvoorstellen werden alle zonder, of met korte, discussies aanvaard. In een bericht aan zeevarenden is mee gedeeld dat het loodswezen tijdelijk een wraklichtboei op 500 meter ten west-noord westen van het wrak van de „Renate Leonhardt" bij de Haaksgronden heeft ge legd. De positie van deze groene boei „Re nate L." is 53.01.25 noorderbr. en 4.34.34 oosterlengte. De boei toont een groen flik kerlicht met ongeveer 40 flikkeringen pci minuut. ONDERTROUWD: J. B. Loman en A. N. J. Nolst Trenité. C. H. F. Wilbrenninck en R. C. Wapenaar. GETROUWD: A. Baro en C. C. G. van Loon. J. Dijkstra en M. A. Simons. H. den Breugom de Haas en J. J. Teves. H. P'. van der Meer en C. Bruin. GEBOREN: Jan Roeland, zn v. C. Middel burg en E. Hoos. Jan Hendrilq zn.v. M. van der Wal en A. C. Noordijk. Cornelis Huiber- tus zn.v. H. A. W. Goemans en S. F. van Norde.. OVERLEDEN: J. M. P J. Verstegen. 81 j. Mej. W C. Hartogs, 56 j. J. W. Wolters, 72 j. Mevr. Nederstigt-Prins 79 j. Mej. W. P. van Calsem, 80 jr. BURGERLIJKE STAND VAN BLOEMENDAAL BEVALLEN: E. den Herder-van der Zij den, zn. E. I. Koppen-van Nunen, dr_ H. A. van Vee-Struiken Boudier, zn. ONDERTROUWD: A. J. Wieg en J. M. A. Fodor. A. A. van der Poel en M. J. Verhaar. A. A. van Rede en J. van der Lingen. P. C. Fuhri Snethlage en E. van de Polder. GETROUWD: H. de Graaf en J. Plevier. D. Bobeldijk en N. Hamstra. OVERLEDEN: A. Vedder 77 j. J. Nijkamp 81 jr.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 13