Haarlemse raad voor oprichting
algemene detailhandelvakschool
Grondverkoop goedgekeurd
voor bouw in Sinnevelt
Aankooppolitiek
ontmoet critiek
'T LOOPT DE GALMGATEN UIT Over redden
KATTEKWAAD
Subsidie voor muziekschool
van Toonkunst verhoogd
en zwemmen
Grootst mogelijke meerderheid
in Haarlemse gemeenteraad
oed en fout bij zebra (IV)
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
HAARLEMSE RAAD BIJEEN
A f wachten
r-
o
- Van mensen en dingen onder de Damiaatjes
Benoemingen
Wraklichtboei boven het
goudschip „Renate"
Burgerlijke Stand van
Heemstede
DONDERDAG 18 JULI 1957
De Haarlemse raad heeft zich in zijn onder voorzitterschap van burgemeester
pr. 0. P- F- M. Cremers staande vergadering van woendagmiddag uitgesproken
voor de wenselijkheid van het ondernemen van pogingen om te komen tot
de oprichting van een vakschool voor de detailhandel in Haarlem op algemene
basis, waarbij aan de eisen van iedere levensbeschouwing recht zal worden
gedaan. Dit gebeurde naar aanleiding van het voorstel tot het afgeven van
een noodzakelijkheidsverklaring voor de oprichting van een rooms-katholieke
vakschool voor detailhandel, waartoe een verzoek was gedaan door de
stichting „Katholieke Vormingsschool voor de Detailhandel". Uit de raad was
het slechts de KVP-fractie, die voorstander was van het afgeven van de
voorgestelde noodzakelijkheidsverklaring. De andere fracties wilden blijkens
hun steun aan een daartoestrekkende motie-V o o g d (Arb.) B. en W. eerst
uitnodigen op korte termijn besprekingen te openen, teneinde pogingen in
het 'werk te stellen te komen tot een detailhandelvakschool op algemene basis,
waarin alle levensbeschouwingen zijn vertegenwoordigd en waarbij aan de
eisen van elke levensbeschouwing voldaan zou kunnen worden.
De heer Voogd (Arb.) liet aan het in
dienen van zijn motie een goed geargumen
teerd betoog vooraf gaan, waarin hij begon
met te wijzen op de noodzakelijkheid in
Haarlem tot een vormingsschool voor de
detailhandel te komen. Hij vroeg zich ech
ter af, of bij deze vormingsvraagstukken de
confessie van belang is. Hij wilde naar een
schoolvorm, die voor alle confessies aan
vaardbaar is. „In Amsterdam is een derge
lijke school, die tot volle tevredenheid van
iedereen werkt", merkte hij op, om eraan
toe te voegen, dat de vakken, die op een
dergelijke vormingsschool worden onder
wezen geen confessionele school rechtvaar
digen. Hij had naar een modus gezocht en
die menen te hebben gevonden in de vorm,
waarin hij, naar hij zei, twee moties wilde
indienen.
De eerste - die door hem ten onrechte
motie werd genoemd, de voorzitter ver
beterde hem later en noemde deze „eerste
motie-Voogd" terecht een amendement -
hield in, dat in de door de raad aan te
nemen noodzakelijkheidsverklaring de
woorden „zoals door adressant verlangd"
zouden worden geschrapt en de tweede -
de „echte" motie-Voogd - nodigde het
college uit op korte termyn besprekingen
te openen ten aanzien van de eventuele tot
standkoming van een algemene detail
handelvakschool.
Het amendement werd door de heer
Wensing (C.H.U.) van harte onder
steund. De motie zou ook bij hem enig
enthousiasme kunnen wekken, maar hij
vroeg zich af, of het aanvaarden van een
dergelijke motie wel verantwoord was ten
opzichte van de aanvraagster van de nood
zakelijkheidsverklaring. De motie zou veel
vertraging doen ontstaan in de behande
ling van de aanvrage door het rijk. Boven
dien was in andere kringen dan rooms-
katholieke nooit gevraagd naar een der
gelijke school.
De heer B e 11 i n k (V.V.D.) daarentegen
steunde én amendement èn motie. Hij
vroeg zich zelfs af of de stichting van een
vakschool voor de detailhandel wel ge
wenst is en zou gaarne nadere inlichtingen
op dit punt wensen.
De heer Proper (Comm.) sloot zich
eveneens bij het betoog van de heer Voogd
aan.1 rj
Een hartstochtelijke verdedigster vond
het ongewijzigde Voorstel van B. en W.
echter in mejuffrouw Bolsius (K.V.P.),
die uitvoerig de totstandkoming van een
rooms-katholieke vakschool bepleitte. De
economische overwegingen van de heer
Voogd zouden volgens haar voor elk
schooltype passen, in welk geval zij zich
afvroeg waar dan de vrijheid van onder
wijs zou blijven.
De totstandkoming van de u.t.s. in Haar
lem was volgens de K.V.P.-woordvoerster
een geheel andere zaak geweest, omdat het
daar kinderen van een rijpere leeftijd be
trof.
„Men moet de kinderen niet alleen ken
nis bijbrengen, maar hen ook opvoeden tot
persoonlijkheden en daarbij speelt de
levensbeschouwing een grote rol" meende
zij. Het zou kunnen zijn, dat er na de
rooms-katholieke aanvrage ook aanvragen
van andere kant zouden worden ingediend,
maar, aldus mejuffrouw Bolsius, „in dat
geval zouden wij er ook van ganser harte
achterstaan." Met de door de heer Voogd
voorgestelde schrapping in het voorgestelde
besluit, kon zij niet instemmen.
Ook wethouder Geluk toonde zich een
beleidvol verdediger van het voorstel. Aan
de hand van tal van voorbeelden van iden
tieke vakscholen in andere gemeenten,
toonde hij aan dat een dergelijke vakschool
voor Haarlem noodzakelijk is. Hij smaakte
de voldoening met dit betoog de heer
Bettink van de noodzakelijkheid van de
school te overtuigen.
Er was gezegd, dat tachtig percent van
de Haarlemse middenstand rooms-katho-
liek was, zodat er later geen scholen zou
den kunnen komen voor de twintig percent
niet r.-k. bevolking, omdat er geen vol
doende animo voor zou zijn. De wethouder
weerlegde dit met op te merken, dat de
school in de eerste plaats voor leerlingen
en winkelpersoneel zou zijn. Cijfers over
de organisatievorm van dit personeel in
Haarlem hadden bewezen, dat ongeveer
één derde van hen rooms-katholiek en één
derde protestants-christelijk was. Er zijn
besprekingen geweest om tot een algemene
school te komen, die echter niet tot een
resultaat hebben geleid.
Het amendement meende de heer Geluk
te moeten ontraden, omdat de schrapping
in de tekst van het besluit de uitspraak
van de raad haar betekenis zou ontnemen.
Wat de motie betreft: deze wilde de spre
ker zien als een initiatiefvoorstel tot stich
ting van een tweede school. „Als de be
sprekingen slagen wordt misschien de an
dere aanvrage ingetrokken" meende de
wethouder.
In tweede instantie bleven de spreekster
en sprekers op hun standpunten staan.
Slechts de heer W e n s i n g (C.H.U.) ver
klaarde zich bereid zijn steun aan de motie
te geven, mits de heer Voogd hem kon ver
zekeren, dat er geen vertraging zou ont
staan voor de eerste aanvraagster.
Op verzoek van de voorzitter ver
klaarde de indiener van de motie, dat hij
uit billijkheid voor de aanvraagster had
voorgesteld de besprekingen op korte ter
mijn te laten beginnen. „Bij mislukking
van de besprekingen moet de oprichting
van de rooms-katholieke school niet wor
den belemmerd," zei hij.
Nadat nog even gediscussieerd was welke
volgorde bij de stemming zou worden aan
gehouden, werd eerst het amendement in
stemming gebracht. Dit werd aangenomen
met 19 tegen 11 stemmen. Tegen stemden
de heren Geluk, Angenent en Happé en de
gehele K.V.P.-fractie.
Vervolgens werd over het geamendeerde
voorstel gestemd met als resultaat dertig
voorstemmers. Tenslotte werd de motie-
Voogd aangenomen met 20 tegen 10 stem
men.
Tot de voorstemmers behoorden dit keer
de heren Geluk en Happé. De heer Spek
(A.R.), die bij de eerste stemming niet aan
wezig was geweest, verklaarde zich tegen
de motie.
Naar aanleiding van het voorstel van B. en W. van Haarlem, waarin zij om
een aanvullend krediet van 12.900,— verzochten voor de inrichting van
het vroegere kleuterhuis Margriet op het Kennemerplein 3, waar de gemeente
lijke inspectie van het lager onderwijs en de economische adviseur van de
gemeente zijn gevestigd, toonden enkele leden van de raad zich niet tevreden
met de recente aankooppolitiek van de gemeente. Deze sprekers wilden echter
nadrukkelijk vaststellen hiervan niemand in het bijzonder de schuld te
willen geven.
Zo toonde zich de heer Schreurs
(K.V.P.) geschrokken van de bedragen, die
er bij het oorspronkelijk verleende krediet
- 5£>.644. - waren gekomen. Hij vond het
enigszins pijnlijk, dat ten kóste van zoveel
geld, de ambtenaren in het voormalige
kleuterhuis zo „vorstelijk" kwamen te zit
ten, terwijl er in de stad zo velen zijn, die
met de woningnood te kampen hebben.
Hét vraagstuk deed hem college en raad
verzoeken eens in het algemeen een ge
wetensonderzoek in te stellen naar de aan
kooppolitiek van de gemeente, waarbij hij
ook het oog had op de „loods" van Beynes
en hotel Royal, beide op het Stationsplein.
Hij eindigde met de verzuchting: „Als
wij hadden geweten, dat het allemaal zo
duur zou worden.
Ook de heer F i b b e (V.V.D.) toonde zich
over het grote bedrag voor herstelling van
gebouw Kennemerplein 3 niet tevreden,
maar ook hij onthield zich er angstvallig
van wie dan ook maar de schuld te geven.
„Waarom moet er een conciërgewoning
komen, kunnen wij niet de nachtveilig
heidsdienst inschakelen" vroeg hij zich af.
Wethouder Happé zette zich ferm en
met succes aan de verdediging van het
beleid van B. en W. „Alles is het gevolg
van de vernielingen, die betreurd worden,
maar de kosten kenden wij reeds," zei hij.
Dergelijke kantoorruimte kan niet voor
dezelfde prijs nieuw worden gebouwd. De
Lang is woensdagmiddag in de Haarlem
se gemeenteraad gepraat over een voorstel,
waarmee, naar later bleek, toch iedereen,
behalve de heer Knape (K.V.P.), zich kon
verenigen.
Het ging om de voorgestelde subsidie
verhoging aan de muziekschool van de
Maatschappij tot Bevordering van Toon
kunst van 20.000 tot 45.000, waarby de
muziekschool zou worden geformeerd in
een stichting met gemeentelijke invloed.
De heer Knape (K.V.P.) vond het moei
lijk zich vast te leggen aan de begroting
van 1958 en wilde met de toekenning van
de subsidie wachten tot het aan de orde
zijn van de begroting. Hij meende, dat er
^en wanverhouding bestond tussen de in
komsten van de muziekschool, die 50.000
bedragen en de voorgestelde subsidie van
45.000.
Aanvankelijk had men de indruk, dat de
heer Knape voor zijn gehele fractie had
gesproken, maar deze indruk werd door de
beer Schreurs snel en afdoende weg
genomen.
Integendeel, hij verklaarde, dat het
grootste deel van de K.V.P.-fractie voor het
voorstel zou stemmen, juist om de grote
muziek-pedagogische waarde, die de mu
ziekschool heeft. Hij vroeg B. en W. eens
een zakelijk rapport te willen uitbrengen
°ver de gang van zaken bij de school.
Voorts wilde hij in overweging geven de
omliggende gemeenten om een bijdrage te
verzoeken, omdat ruim tweehonderd van
duizend leerlingen uit deze gemeenten
afkomstig zijn.
De heer Bettink (V.V.D.) toonde zich
met enige reserve een voorstander van het
voorstel. Hij was bevreesd, dat door een
mvee] aan gemeentelijke invloed de mu
ziekschool een semi-overheidsinstituut zou
worden. Ook vroeg hij zich af( of de school
gelden niet te laag zijn.
Een bijzonder warm voorstander van de
subsidietoekenning was de heer M e n s i n k
(Arb.) - de heer Schreurs noemde diens
betoog met enige welwillendheid zelfs
„pathetisch" die betoogde dat Toonkunst
altijd achterop was gekomen met subsidie
aanvragen. Hij wilde zeker niet wachten
tot de begroting van 1958 en sprak de vrees
uit, dat bij niet toekenning van de subsidie
de goede leerkrachten van het instituut
zouden weglopen.
Ook de heer Spek (A.R.) steunde het
voorstel met vuur. „In een tijd van be
zuinigingen moet men een open oog blijven
houden voor sociale en culturele noden"
zei hij, sprekende namens zijn eigen fractie
en die van de C.H.U.
Eenzelfde geluid deed de heer Proper
(Comm.) horen.
Na al deze warme bijvalsbetuigingen was
het voor wethouder Geluk nauwelijks
nodig het voorstel met veel woorden te
verdedigen. Toch deed hij dit in een lang
durig betoog, waarin hij de nadruk legde
op het sociale aspect van de muziekschool
van Toonkunst, doordat die zulke lage
lesgelden vraagt. Hij was daarom zeker
tegen verhoging daarvan. Wel gold een
hoger tarief voor leerlingen uit de omtrek.
Voor een semi-overheidsinstituut vreesde
hij niet: het bestuur zou de leiding in han
den houden. „Als wij de subsidie nu niet
toekennen, komt de school in augustus in
ernstige moeilijkheden", aldus de wet
houder.
Met de heer Knape (K.V.P.) als tegen
stemmer werd het voorstel tenslotte aan
vaard.
wethouder had bezwaar tegen de opmer
kingen van de heer Schreurs over het
„paleisje", waar de ambtenaren in zouden
wonen. Er is geen luxe tentoongespreid,
maar alles is doelmatig ingericht.
De heer Schreurs kwam in de duplie
ken nog even terug op de aankooppolitiek
en klaagde dat er bepaalde projecten wor
den aangekocht, zonder dat "ér een afge
rond plan is.
Wethouder Happé erkende, dat niet
overal gedetailleerde plannen voor waren,
maar achtte dit ook niet steeds nodig. De
aankopen op het Stationsplein waren ge
daan met het oog op de toekomstige reor
ganisatie van dit plein.
Het voorstel werd aangenomen met de
aantekening, dat de heren De Landmeter
(C.H.U.),Wensing (C.H.U.) en Fibbe (V.V.D.)
geacht wilden worden te hebben tegenge
stemd.
Een korte discussie volgde eveneens naar
aanleiding van het voorstel van B. en W.
grond aan de Mr. Jan Gerritszlaan, Willem
Klooslaan, J. H. Leopoldstraat, Jacques
Perkstraat en Delftlaan te verkopen aan de
n.v. „Hogerveka", die daar twaalf eenge
zinswoningen met tien schuurtjes en tien
garages, alsmede zestien flatwoningen in
vier woonlagen wil gaan bouwen. Dit com
plex behoort tot dat van 210 flatwoningen,
24 eengezinswoningen en 72 garages, dat de
raad op 17 april van dit jaar ter beschik
king van de gemeente stelde. Tengevolge
van de voorgenomen bouw door „Hoger
veka" zal het door de raad toegestane kre
diet van 5.122.000 voor de bouw van het
gehele complex door de gemeente worden
teruggebracht tot 4.472.000.
De heer Hennevelt (Comm.) zei het
te betreuren, dat de door „Hogerveka" te
bouwen huizen koopwoningen worden, die
slechts voor een aantal bevoorrechten be
schikbaar zullen komen. Hij vroeg het
college, wanneer het andere gedeelte van
het complex zal worden gebouwd en of er
nog plannen zijn om andere woningen in
premiebouw te laten bouwen.
„Persoonlijk had ik liever woningwet
woningen gezien," aldus de communistische
woordvoerder.
De heer De Landmeter (C.H.U.)
vroeg, of de onlangs verschenen circulaire
van het ministerie van Binnenlandse Zaken
ten aanzien van de financiering voor ge
meenten met zogenaamd „kort geld" geen
invloed zou hebben op de aanleg van stra
ten en rioleringen, na voltooiing van de
woningen.
Wethouder H a p p zei in zyn antwoord
dat nog geen beleggers zijn gevonden, die
een gedeelte van het complex willen over
nemen. De gemeente is nog steeds in on
derhandeling. De moeilijkheden op de
kapitaalmarkt doen zich ook hier gevoelen.
Bovendien overweegt het ministerie van
Volkshuisvesting een wyziging van de
premiebepalingen voor de bouw van mid
denstandswoningen, zodat men beter nog
even kan afwachten. De circulaire van het
ministerie van Binnenlandse Zaken laat de
bouw van premiewoningen in bepaalde ge
vallen open, wanneer de gemeente een
vaste geldlening zal kunnen krygen. Als
geen belegger rechtstreeks geïnteresseerd
kan worden, zal worden getracht een
lening by een belegger ta sluiten.
De circulaire laat de mogelijkheid toe om
na voltooiing van woningen aanvullende
maatregelen te nemen, ofschoon het nog te
vroeg is, aldus de heer Happé, de bewuste
circulaire geheel te interpreteren.
De heer Prikkel (Arb.) toonde zich
dankbaar, dat B. en W. politiemannen, die
het E.H.B.O.-diploma behalen, een gratifi
catie toekennen en bepleitte een dergelijke
gratificatie voor het behalen van andere
diploma's. Bovendien wilde hij de term „de
hoofdcommissaris wijst aan" in het voorstel
zien vervangen door daartoe in volg
orde door de hoofdcommissaris aangezocht".
Voor het eerste voelde de voorzitter
voorlopig nog niets, tot het aanbrengen'
„Denk om uw kleren, want
we kunnen hier niet iedere
dag stof afnemen". Achter
de stadsbeiaardier Arie Pe
ters, die met vinnige stappen
de wenteltrap naar de toren
van de Grote Kerk beklom,
stommelden wij deze week
mee naar boven om hem
eens van nabij te horen.
Bovengekomen zette hij het
mechanische speelwerk af,
opdat het spel van de klepels
niet door dat van de hamers
verstoord zou worden en
hing zijn jasje aan een der
indrukwekkende balken
rondom ons. Hij klom achter
het stokkenklavier, trok een
luikje boven zijn hoofd open
om een open verbinding met
de klokkenruimte te krijgen
en improviseerde even. Daar
na trok hij zijn overhemd
uit. ,,'t Is warmer dan ik
dacht. Maar het voordeel
boven de winter blijft toch
altijd dat het 's zomers lich
ter speelt hier". Vederlicht
dartelden daarop een paar
dansjes van Haydn de galm
gaten uit en wij liepen de
omgang op als om de klan
ken ervan te volgen.
„Te Kieldrecht daar zijn er
de meiskes koene", zongen de
klokken vervolgens en wij
bogen ons over de balustrade
om te kijken of dat ook in
Haarlem het geval was, in
vogelvlucht gezien, Het viel
niet te constateren, en al
evenmin of er hu veel of
weinig mensen zouden zitten
luisteren, daar in de diente,
onder de parasolletjes ter
zijde van de Grote Markt.
De wind blies onze haren pal
overeind en wij vroegen ons
af of hij ook niet een aantal
tonen van het inmiddels aan
geheven „Heidenröslein" zou
onderscheppen. Toen we dit
probleem aan de heer Peters
voorlegden, zei deze: „Dat is
nu juist de charme van deze
muziek, dat zij een beetje
verwèèien kan. De beiaard
is een instrument, dat als
geen ander zijn muziek prijs
geeft aan de elementen".
Maar wanneer men Arie
Peters nu vraagt, welke de
beste akoestiek is, welke het
weer hem kan verschaffen,
dan zegt hij: ,,een beetje
vochtige, nevelige avond
De stadsbeiaardier en de
heer P. Koen van de afde
ling Culturele Zaken heb
ben voor dit seizoen ver
scheidene gelegenheden ge
schapen om de Haarlemmers
en hun gasten vreugde te
doen beleven aan het caril
lon. Vandaag treedt als eer
ste gastbeiaardier Leen 't
Hart uit Delft op en hij
wordt gevolgd door H. Her
zog uit Delft op de vijfde
augustus, F. Timmermans
uit Rotterdam op de achtste,
Chris Bos uit Utrecht op de
negende, F. de Nie uit Lei
derdorp op de twaalfde, Sjef
van Balkom uit Den Bosch
op de vijftiende, R. Ritter
uit Leiden op de negentien
de en W. ter Burg uit Am
sterdam op de 23ste augus
tus. De Antwerpse beiaar
dier John Gebreurs sluit
deze rij op vijf september.
En zaterdag 27 juli, om
drie uur, komt er een luis
terwedstrijd voor de jeugd,
waarvan de bijzonderheden
nader zullen worden be
kendgemaakt. Bovendien
zijn er excursies naar het
carillon gaande onder leiding
van de beiaardier zelf. Zo
wordt op allerlei manieren
de belangstelling voor dit
instrument gevoed. Vooral
nu restauratie ervan een
steeds dringender zaak gaat
worden heeft men deze be
langstelling nodig.
Deze vierde aflevering van
de veilig-verkeersregels bij
door „knipperbollen" be
schermde oversteekplaatsen
geeft een uitzondering op
een verder algemeen gelden
de regel. Een uitzondering,
waarbij de voetganger eens
een extra vrijheidje wordt
toegestaan.
Zoals men zich zal herin
neren is het in het algemeen
zo, dat een voetganger bin
nen vijftig meter van een
„knipperbol" verplicht is, bij
het oversteken, van de be
schermde oversteekplaats
gebruik te maken.
Deze regel geldt echter
niet, wanneer voetgangers
van het dichtstbijzijnde trot
toir gaan naar een openbaar
vervoermiddel, of omge
keerd.
Op het plaatje zien wij
twee trampassagiers naar
het trottoir wandelen. Zij
doen dit goed, want het is
het dichtstbijzijnde voetpad.
De twee anderen, die naai
de tram toegaan, volgen ook
trouw de verkeersregels op.
Zij mogen echter niet naar
het trottoir aan de overkant
gaan. Dan hadden zij van
het beschermde oversteekpad
gebruik moeten maken. De
oude heer A handelt echter
fout. Hij is zojuist uit de
tram gestapt en begeeft zich
naar het trottoir, dat het
verst van hem verwijderd
Zondag 7 jli 1957. Duizen
den ontvluchten hun wonin
gen, op zoek naar verkoeling.
Een brandende zon staat aan
de hemel; zevenentwintig
verdrinkingsgevallen werpen
echter een schaduw over
deze stralende dag. En het
weekeinde daarvoor ver
dronken negentien mensen.
In zeven dagen tijds werden
zesenveertig families in de
rouw gedompeld.
Wijlen de heer W. E.. Bre-
dius, tijdens zijn leven voor
zitter van de oudste Neder
landse zwemclub „A.Z. 1870",
schreef reeds: „Ieder kind,
dat verdrinkt is een aan
klacht tegen zijn ouders of
voogden, die het niet zoda
nig hebben opgevoed, dat
het zich tegen dood door ver
drinking kan verweren".
Er zijn in ons waterrijke
Nederland nog altijd velen,
die de zwemkunst niet
machtig zijn en daarom is
het verheugend, dat het aan
tal reddingsbrigades zich
steeds meer uitbreidt. De
leden van de brigades staan
paraat om onmiddellijk in
het water te springen als een
mens dreigt te verdrinken.
„Zo lang niet iedereen kan
zwemmen, moet iedere
zwemmer kunnen redden".
Als men de leden van een
reddingsbrigade ziet oefenen,
lijkt het zwemmend redden
zo eenvoudig en dat is het
ook, dat wil zeggen: wan
neer men de oefeningen een
maal onder de knie heeft. Is
dat niet het geval, dan de
feiten hebben het bewezen
kan ook de beste zwemmer
de kans lopen slachtoffer te
worden van zijn spontane
hulp om een drenkeling te
redden. Al deze narigheid
kan worden voorkomen door
lid te worden van een red
dingsbrigade, waar behalve
het zwemmend redden even
eens e.h.b.o. wordt bijge
bracht. De Haarlemse Red
dingsbrigade oefent iedere
woensdagavond van kwart
over negen tot kwart over
tien in het Sportfondsenbad.
Het lidmaatschap bedraagt
slechts drie gulden per jaar.
Het secretariaat is gevestigd
in de Nassaustraat 16. Gaat
u eens op een van de oefen
avonden kijken.
is. Hij is een verkeerszon-
daar, die met zijn leven
speelt, hetgeen op het plaat
je dan ook duidelijk te zien
is.
Het asiel aan de Ridder
straat van de Haarlemse
Dierenbescherming wordt de
laatste tijd weer bestormd
door mensen die un poes
kwijt willen. Daar is voor
het asiel werkelijk geen be
ginnen aan. zoals men wel
begrijpen kan, en het be
stuur doet dan ook een
dringend beroep op de be
volking om toch zoveel mo
gelijk zelf de kattr een
goed tehuis te verschaffen.
Het bestuur herhaalt daarbij
zijn advies om met het af
maken van jonge katten niet
te wachten tot de dieren half
volwassen zijn. Wanneer
men tot deze in vele gevallen
onvermijdelijke liquidatie
wil overgaan, dient men dat
zo spoedig mogelijk na de
geboorte te doen om het die
renleed zoveel mogelijk te
beperken.
van de voorgestelde wijziging in het voor
stel verklaarde hij zich bereid.
By de ingekomen stukken bevond zich
een brief van een aantal bewoners van de
Olieslagerslaan en omgeving, waarin zij
verzochten het inpandig terrein tussen
Wagenweg, Olieslagerslaan en Koninginne
weg te bestemmen als speélgelegenheid
voor de jeugd.
De heer Spek (A.R.) drong er bij B. en
W. op aan zo mogelyk aan het verzoek van
de bewoners te voldoen. Hy werd hierbij
gesteund door mevrouw Van der Wall-
Duyvendak (Arb.) en de heer Henne
velt (Comm.).
Mejuffrouw Bo 1 s i u s (K.V.P.) vroeg een
pre-advies over deze kwestie.
Dit laatste zegde wethouder Happé toe,
maar hy wees erop, dat het terrein in
kwestie geen eigendom van de gemeente is.
'ADVERTENTIE)
Bij de benoemingen van diverse leden
van de raadscommissies hadden de com
munisten eigen kandidaten gesteld. De uit
slag van de stemmingen was als volgt:
Tot lid van de commissie voor economi
sche aangelegenheden werd gekozen de
heer De Landmeter (C.H.U.). Hij kreeg 26
stemmen. De heer Hennevelt (Comm.) kreeg
twee stemmen.
Met eveneens 26 stemmen werd de heer
Spek (A.R.) gekozen tot lid van de commis
sie van toezicht op de stadsbibliotheek en
-leeszaal. De heer Proper (Comm.) ver
zamelde twee stemmen op zich.
Tot lid van de Haarlemse sportraad
werd gekozen de heer Bettink (V.V.D.) (26
stemmen). De heer Hennevelt (Comm.)
kreeg 2 stemmen.
De andere benoemingen geschiedden con
form de voorstellen van B. en W., evenals
de voorgestelde ontslagen, die eervol wer
den verleend. Hierbij werd de heer W. P. J.
Ente onderwijzer van de Centrale school
n. II, dank betuigd voor de vele goede
diensten aan de gemeente bewezen.
De andere raadsvoorstellen werden alle
zonder, of met korte, discussies aanvaard.
In een bericht aan zeevarenden is mee
gedeeld dat het loodswezen tijdelijk een
wraklichtboei op 500 meter ten west-noord
westen van het wrak van de „Renate
Leonhardt" bij de Haaksgronden heeft ge
legd. De positie van deze groene boei „Re
nate L." is 53.01.25 noorderbr. en 4.34.34
oosterlengte. De boei toont een groen flik
kerlicht met ongeveer 40 flikkeringen pci
minuut.
ONDERTROUWD: J. B. Loman en A. N.
J. Nolst Trenité. C. H. F. Wilbrenninck en
R. C. Wapenaar.
GETROUWD: A. Baro en C. C. G. van
Loon. J. Dijkstra en M. A. Simons. H. den
Breugom de Haas en J. J. Teves. H. P'. van
der Meer en C. Bruin.
GEBOREN: Jan Roeland, zn v. C. Middel
burg en E. Hoos. Jan Hendrilq zn.v. M. van
der Wal en A. C. Noordijk. Cornelis Huiber-
tus zn.v. H. A. W. Goemans en S. F. van
Norde..
OVERLEDEN: J. M. P J. Verstegen. 81 j.
Mej. W C. Hartogs, 56 j. J. W. Wolters, 72 j.
Mevr. Nederstigt-Prins 79 j. Mej. W. P.
van Calsem, 80 jr.
BURGERLIJKE STAND
VAN BLOEMENDAAL
BEVALLEN: E. den Herder-van der Zij
den, zn. E. I. Koppen-van Nunen, dr_ H. A.
van Vee-Struiken Boudier, zn.
ONDERTROUWD: A. J. Wieg en J. M. A.
Fodor. A. A. van der Poel en M. J. Verhaar.
A. A. van Rede en J. van der Lingen. P. C.
Fuhri Snethlage en E. van de Polder.
GETROUWD: H. de Graaf en J. Plevier.
D. Bobeldijk en N. Hamstra.
OVERLEDEN: A. Vedder 77 j. J. Nijkamp
81 jr.