Scherpe critiek melkprijsbeleid k ctifral-10 r Verkeerde vlag Huygensprijs uitgereikt aan mr. F. Bordewijk <*PracitótGel Verandering 3 Van dag tot dag V „Atlas der Nederlandse Beschaving" verschenen Dr. Ernst van Raalte veertig jaar journalist Het „Belgenmonument" gerestaureerd de IJmuidenaar componeerde voor Prinses Beatrix Kerkelijk Nieuws IJslandse trawler met 22 opvarenden vermist PHILIPS -ROXANE Journalist Felix Rutten in Rome onderscheiden DONDERDAG 31 OKTOBER 1957 Het pas ingediende ontwerp Algemene Kinderbijslagwet heeft ten doel de gehele Nederlandse bevolking tot verkrijging van kinderbijslag te verzekeren. Daarom zou den allen van hun vijftiende tot hun vijf enzestigste jaar premie moeten betalen met het oog op de mettertijd te verkrijgen kinderbijslag. Men heeft hier te maken met een „volksverzekering". Aldus de vlag, waaronder het schip, dat als lading de regeling inzake de kinderbijslag aan boord heeft, het ruime sop kiest. Het valt bij nadere beschouwing echter niet te loochenen, dat de vlag de lading toch niet geheel dekt. Dit kwam in het bijzonder tot uiting, toen staatssecretaris mr. dr. A. A. van Rhijn kort geleden op een persconfe rentie een in het algemeen zeer knappe toelichting op het wetsontwerp gaf. In het algemeen zeer knap. Want op een gegeven ogenblik was hij er ten opzichte van een bepaald punt deerlijk naast. De staatssecretaris hoorde zich de vraag stellen, of ook personen, van wie vaststaat dat zij nooit van de kinderbijslag zullen profiteren, toch tot hun vijfenzestigste jaar moeten doorgaan met premie betalen. Als voorbeeld werd gewezen op een onge huwde zelfstandige vrouw van een leef tijd die uitsluit dat zij nog ooit kinderen zal krijgen, ook al trouwt zij nog. In eerste aanleg antwoordde mr. dr. Van Rhijn, dat iemand, die brandverzekeringspremie be taalt, doch wiens have en goed nooit door brand te lijden krijgt, ook geen waar voor zijn geld, of wil men, voor de steeds trouw hartig door hem betaalde premie krijgt. Dat is nu eenmaal het risico, dat aan elke verzekering vastzit, volgde hierop nog. Een zo intelligent man als de staatssecretaris kostte het, na opmerkingen uit de confe rentie daarover, natuurlijk weinig moeite om in te zien dat die vergelijking geheel en al mank ging; dat namelijk enerzijds de mogelijkheid van brandschade nooit bij voorbaat volstrekt uitgesloten te achten valt, daarentegen ten opzichte van de in het voorbeeld bedoelde groep personen absoluut vaststaat, dat zij kinderloos zullen blijven. Daarop ging hij fluks uit een ander vaatje tappen door te stellen, dat praktische overwegingen het uitermate bezwaarlijk zo niet ondoenlijk maken, uit zonderingen in de wet op te nemen. Ja, dat is een geheel andere kwestie. Aange nomen, dat inderdaad dusdanige over wegingen er toe moeten leiden, dat ook mensen, van wie zeker is, dat zij geen enkel profijt zullen trekken van de Kin derbijslagwet, toch aan die betaling die nen mee te doen, blijft het niettemin een feit, dat in die gevallen het wezenlijke bestanddeel van „verzekering" ontbreekt. Daarom is het onjuist het te laten voor komen, alsof het hier inderdaad een volks verzekering betreft en niet veel eerder een regeling, die zorg draagt zoals de staatssecretaris zelf zeide voor zekere wijziging, als men wil verbetering, in de verdeling van het nationale inkomen. Het komt ons in elk geval juister en tevens verstandiger voor, alsnog de vlag van volksverzekering op te bergen, daar zij de lading niet dekt. De Constantijn Huygensprijs van de ge meente Den Haag is door het bestuur van de Jan Campertstichting dit jaar toege kend aan mr. F. Bordewijk. De commissie van advies over de toekenning van de prijs heeft opgemerkt, dat aan Bordewijk deze onderscheiding tot nu toe niet te beurt is gevallen, om geen andere reden dan dat hij deel uitmaakt van het bestuur der Jan Campertstichting. Maar de commissie van advies is unaniem van oordeel, dat deze omstandigheid niet van invloed mag blij ven haar te beletten een van de belang rijkste en meest authentieke prozaïsten, die de Nederlandse litteratuur op het ogen blik telt, ter bekroning met de prijs voor te stellen. Bordewijk heeft in de loop van vele jaren een omvangrijk oeuvre ge schapen, dat zich een volkomen zelfstan dige plaats in onze litteratuur heeft ver worven en daarenboven 'n vernieuwende invloed op het proza in ons land heeft uit geoefend. De commissie van advies tot toe kenning van de Constantijn Huygensprijs bestond uit de heren mr. A. Mout, Bert Bakker, Pierre H. Dubois en G. Kamphuis. De prijs is woensdagavond in de Haagse raadzaal aan mr. Bordewijk uitgereikt. Nadat mr. A. Mout het juryrapport had voorgelezen hield mr. H. A. M. T. Kolf schoten, burgemeester van Den Haag, een toespraak, waarin hij mr. Bordewijk ge lukwenste met deze prijs. Dr. J. Hulsker zei in zijn toespraak namens het minis terie van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen, dat het van groot belang is, dat de jeugd interesse toont voor deze ge beurtenis. Op de publieke tribune van de raadzaal-zaten vele scholieren, die 's mid dags met een aantal schrijvers een forum hadden gehouden. Woensdag is op het departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen aan minister Cals en staatssecretaris Höp- pener een exemplaar aangeboden van de zojuist verschenen „Atlas van de Neder landse Beschaving" door de auteur, prof. dr. J. J. M. Timmers, directeur van de Jan van Eyck Academie in Maastricht. Dit breed opgezette werk, dat een ruim gebruik maakt van reprodukties en vooral kaarten, wil een beeld geven van de be schaving zoals zij zich in de opeenvol gende eeuwen in Nederland openbaarde, met name in haar voornaamste uiting, de kunst. Er is ook aandacht geschonken aan de beïnvloeding der Nederlandse kunst door het buitenland en aan de uitstraling der beschaving van de lage landen uit naar elders. Dr. Ernst van Raalte, by onze lezers wel bekend door zijn jarenlange medewerking aan ons blad als parlementair redacteur en schrijver van talryke belangwekkende ar tikelen over het staatsrecht en daarmee in verband staande ontwikkelingen in het Nederlandse en buitenlandse historische en actuele politieke leven, zal morgen, vrijdag 1 november, veertig jaar journalist zyn. Ernst van Raalte werd 29 juli 1892 in Rotterdam geboren. Na zijn gymnasium opleiding studeerde hij rechtswetenschap pen aan de Leidse universiteit, waar hij reeds in 1917 promoveerde op het proef schrift: „De Minister-President". Dat jaar bracht ook zijn intrede in de journalistiek, die hij nadien trouw gebleven is en waarin hij belangrijke arbeid heeft verricht in velerlei vorm. Tien jaar geleden, bij zijn dertigjarige werkzaamheid als journalist, gewerd hem de onderscheiding van Officier in de orde van Oranje-Nassau en het afgelopen jaar bereikte hem een hulde voor zijn journa listieke belangstelling in Belgische en Be- nelux-aangelegenheden in de vorm van een bevordering tot Officier in de Kroon orde van België. Behalve ons blad hebben vele kranten en tijdschriften in de loop der jaren geprofi- teeerd van de grote deskundigheid en de punctualiteit, die dr. Van Raalte in zijn dubbele hoedanigheid van jurist en jour nalist tot gelding wist te brengen. Daar naast verschenen van zijn hand publikaties betreffende staatsrechtelijke onderwerpen, die gewaardeerde bijdragen vormden van de litteratuur op dit speciale gebied en ge ijkte leerstof werden voor velen, die hun eerste schreden op het terrein der parle mentaire berichtgeving en commentarië- ring zetten. Ernst van Raalte is trouwens jarenlang deken der parlementaire pers in Den Haag geweest en heeft als docent een grote vermaardheid gekregen onder meer door zijn bijdragen tot de opleiding van kandidaten voor de buitenlandse dienst. Van zijn talrijke publikaties buiten de dagbladmedewerking noemen wij: „De Volkenbond en de Vereenigde Staten van Europa" (1931); Het Recht van Vereeniging en Vergadering (1939); het Ontwerpcharter van de internationale Veiligheidsorganisa tie (1945); De ontwikkeling van het Minis ter-Presidentschap (1954); verschillende beschouwingen over Grondwetswijzigin gen; Een Constitutionele Puzzel (1954). In opdracht van de Hansard-Society werkt dr. Van Raalte momenteel aan een boek over het Nederlandse Parlement, dat in het Engels zal verschijnen. Tevens ver leent hij medewerking aan de nieuwe His torische Encyclopedie van Elsevier. Sinds 1934 is dr. Van Raalte vast ver bonden aan ons blad als parlemenl-ir re dacteur. Zijn Kamerverslagen, beschou wingen over ons staatsleven en parlemen taire commentaren hebben onze lezers steeds gedetailleerd en punctueel op de hoogte gehouden van de situaties, compli caties en ontwikkelingen op parlementair en regeringsniveau. Zijn berichtgeving uit deze kringen is altijd van het goede jour nalistieke gehalte geweest, dat wil zeggen: uitstekend geïnformeerd, actueel en ver antwoord. Het is geen geheim, dat zijn veertigjarige praktijk hem in regerings kringen en in het parlement een reputatie heeft bezorgd, die getuigt van grote waardering dergenen over wie hij pleegt te berichten en te commentariëren, wat voor een journalist de grootste hulde is die men bedenken kan. Zijn werklust, belangstelling en geest kracht staan er borg voor, dat zijn jubi leum van morgen geenszins de inleiding tot beëindiging van zijn journalistieke werkzaamheden vormt. De Belgische ambassadeur in Nederland, de heer F. X. J. M. G. baron van der Straten Waillet, zal op zaterdag 30 novem ber het gerestaureerde „Belgenmonument" in Amersfoort officieel inwijden. De plech tigheid zal worden bijgewoond door een groep Belgen, die tijdens de eerste wereld oorlog in het kamp bij Amersfoort geïnter neerd warer ADVERTENTIE In cellofaan verpakt In forse bewoordingen heeft de voor zitter van de landelijke r.k. Melkhande- larenvereniging, de heer C. A. Heuft, zich woensdagavond in Krasnapolsky te Am sterdam op een ledenvergadering van de afdeling Amsterdam, waarvan hij ook voorzitter is, gekeerd tegen het beleid van de overheid inzake de prijsvaststelling voor consumentenmelk in westelijk Nederland. Hij richtte tot de regering het verwijt dat zij bepaalde adviezen, haar verleend door de prijscommissie voor consumentenmelk, een orgaan van het Produktschap voor de Zuivel, naast zich heeft neergelegd enbe slissingen heeft genomen die in strijd zijn met de aangetoonde behoeften. Dit doet aan de waarde van de P.B.O. veel af en zal vertragend werken op de totstand koming van P.B.O.'s in andere branches, zo meende hij. „De melkhandelaar verdient momenteel minder dan een arbeider in de zuivel industrie, terwijl destijds was overeenge komen dat die beloning gelijk zou zijn", aldus de voorzitter, die voorts betoogde dat de melkhandel in ons land thans be neden kostprijs werkt, hetgeen nimmer de bedoeling geweest kan zijn van de prijs- stabilisatiepolitiek van minister Zijlstra. Spreker noemde de toestand onhoudbaar; het overleg met het ministerie van Econo mische Zaken is nog op niets uitgelopen. De verhoging van de prijs voor flessen melk in Amsterdam met één cent vond hij slechts een gedeeltelijke compensatie. De winstmarge zou 9,1 cent per liter moe ten bedragen en is na die verhoging voor flessenmelk zeven en voor losse melk zes cent. Rationalisatie kan geen oplossing brengen, want de voorbereide sanering is destijds door de bewindsman zelf in Am sterdam en andere steren verboden. Ten aanzien van de verkoop van melk door kruideniers zei de voorzitter niet tegen deze parallelisatie te zijn indien de kruideniers dan de melk tegen dezelfde prijs afleverden. Doch het was de bond ge bleken, dat er o.a. in Amsterdam al zelf bedieningszaken zijn die twee cent per liter minder vragen. En de georganiseerde melkhandel is door de lage winstmarges niet in staat te concurreren, verklaarde de heer Heuft. De in IJmuiden wonende componist Johan C. Berghout heeft een werk geschre ven, dat hij betitelde „Concertouverture Nederland" en heeft opgedragen aan Prin ses Beatrix. De prinses heeft deze opdracht in dank aanvaard. Geref. Kerken Bedankt voor Workum H. Veenstra te Veenwoudsterwal. Beroepen te Oenkerk H. J. Swierts te Enkhuizen. Ned. Herv. Kerk Beroepen te Wijk bij Duurstede J. Nol- tes te Ernst. Bedankt voor Luntei'en (2de pred.pl.) C. Graafland te Ameide; voor Zevenhuizen (Gron.) (toez.) A. E. D. A. Ravesloot te Steenwijkerwold. THORSHAVN (Ritzau). - Op IJsland gestationeerde Amerikaanse vliegtuigen en alle schepen in de vaarwateren rondom de Far Öer zoeken naar de van de Far Öer afkomstige trawler „Stella Argus", die naar gevreesd wordt, tijdens de storm die in het afgelopen weekeinde in dit gebied gewoed heeft, met 22 opvarenden is ver gaan. Zondag heeft men voor het laatst iets van de „Stella Argus" gehoord. Een ander vissersvaartuig had toen contact met het schip. Het Deense fregat „Thetis", dat gebruikt wordt voor het toezicht op de visserij rond de Far Öer. en vissersschepen van dit eilandengebied nemen aan het op sporingswerk deel en ook is aan de Russi sche haringvloot om assistentie gevraagd. Vanmorgen vroeg zijn van Keflavik op IJsland enige Amerikaanse vliegtuigen opgestegen. De „Stella Argus" meet 325 bruto ton. Een opmerkelijk verschijn sel mag het heten, dat de voortgang der tijden niet al leen de uiterlijkheden des mensen en des levens in nieuwe kleren steekt, doch eveneens aan de begrippen onzer innerlijke gesteldheid andere aspecten verleent en ons tot in ons diepste wezen verandert en vernieuwt, zon der dat we er iets van merken. Zoals in de tijd van zeven jaren alle lichaamscellen worden vervangen door nieuwe, zodat we in dat tijds verloop biologisch geheel an dere persoonlijkheden zijn geworden, zo ruilt de tijd on gemerkt de mozaïeksteentjes onzer denkbeelden en over tuigingen voor gans andere. En op een bepaald moment merken we het verlies van het oude door de aanwezig heid van het nieuwe, wan neer dat nieuwe in botsing komt met de denkbeelden van anderen, die toevallig nog niet geheel en al aan de ruiling toe zijn. Op dat moment is het de geschikte gelegenheid, het verschil eens voor onszelf en anderen vast te stellen, om vergissingen te voorkomen. Om vergissingen te voor komen moet daarom duide lijk worden geconstateerd, dat in de loop der tijden bij voorbeeld het begrip „goed heid" op drastische wijze van inhoud veranderd is. In deze vroege Sinterklaas tijd dringt zich de praktijk van wat wij „goedheid" ple gen te noemen onweerstaan baar naar voren in onze ge- dachtenetalage, aangezien men ons heeft ingeprent dat Sinterklaas de baardige per sonificatie van deze goedheid is. De goedheid, die wij uit het verleden hebben meege dragen in het omvangrijke ar senaal onzer erfelijke belas ting, is het neerbuigende, wegschenkende, verrassende, zoet-glimlachende weldoen, dat in de figuur van Sinter- klaas treffend wordt weerge geven. Zijn bisschopsallure ver oorlooft hem, boven gewone stervelingen te staan. Zijn ouderdom geeft hem het pri vilege, langzaam te schrijden om nog meer indruk te wek ken tegenover de onmon- digen. Zijn kleding is zeer ge schikt om een sfeer van in drukwekkende bovenaards heid mee te dragen, die in de plooien van zijn tabbert en de spinnewebben van zijn kanten mouwen hangt. Mocht dat nog niet voldoen de wezen om zijn boven ons allen geplaatste standpunt onmiskenbaar duidelijk te maken, dan kan hij altijd in cidenteel terugvallen op zijn gewapende, rammelende ne gerknecht, die de bevoegd heid van scherprechter heeft om de opstandigen te vellen. Overigens is het tweetal Sin terklaas-en-knecht een on dubbelzinnige illustratie van de superioriteit des gemij ter den grijsaards, die eens en voorgoed duidelijk maakt dat de zwarte zich dient te schik ken in een nederige positie. Ziedaar dus de Goedheid in eigen persoon, gebaseerd op de superioriteit. Deze Goed heid bukt zich genadig naar de massa, beloont de braaf heid bestaande in het zich blijde schikken onder het maatschappelijke juk en straft het kwade, dat wil zeggen het revolutionaire. Ofschoon de afkomst van Sinterklaas duidelijk in de richting van de K.V.P. wijst, is hij desalniettemin in de praktijk dus de A.R.-expo- nent. Waarmee allerminst ge zegd wil zijn, dat zijn figuur een factor in het politieke leven vormt. Integendeel: de Goedheid is een maatschap pelijke deugd uit oeroude tij den, die krampachtig in leven dient te worden ge houden. Eens klopte deze vorm van goedheid uitstekend met de maatschappelijke praktijk. De armen hieven de hand op en de boven hen uittorenende bezitters bogen zich genadig, als de armen slechts braaf bleven. Intussen is er echter danig wijziging in de situatie ge komen. De ontwikkeling der maatschappelijke verhou dingen en de doorbraak naar verlichter denkbeelden heeft de Sinterklaasachtige goed heid der charitas ingehaald en achter zich gelaten. De maatschappij heeft de goed heid in maatschappelijke vormen gegoten, aldus een stuk werkelijke deugd uit het verleden inpassend in het sociale bestel. Daarmee is de zoete lief dadigheid van Sinterklaas uit de mode geraakt en toen is de heilige omdat hij niet dood wilde de gevangene ge worden van de commerciële reclame. Sic transit zo vergaat zelfs de deugd, als zij geen werkterrein meer heeft. De goedheid van de Goed heiligman is gesmolten, zoals zijn eigen suikerbeestjes doen in de snoepgrage mondjes der kleinen. Hij houdt zich nu nog on ledig met het maken van in tochten onder de vlag der warenhuizen en het uitdelen van dure goede gaven op rekening van de beurs der ouders. Dat heeft dan ook niets meer met goedheid te maken. Men kan voor de sluwe oude baas met de schijnheilige baard nog slechts waai'dering hebben om zijn prima ver koperskwaliteiten. Zo is dus alle goedheid uit de wereld verdwenen? Geenszins. Zij is niet ver dwenen, doch veranderd, zo als de lichaamscellen. Zij is gedeeltelijk opgenomen in het sooiale apparaat en voor het resterende deel in gans an dere vormen van charitas via het particuliere initiatief tot goed georganiseerd hulpmid del en onmisbare aanvulling blijven voortbestaan. Doch de universele goed heid zelf, die veel verder gaat dan het geven aan behoef- tigen en het schenken van verrassingen, heeft zichzelf tot onderdeel van het gehele maatschappelijke apparaat gemaakt. Zij leeft daarin voort als een elementaire factor voor de bevredigende werking van alle sociale voorzieningen en maatschap pelijke regels. Zij is namelijk een onderdeel der beschaving. De goedheid is voorwaarde tot het functioneren onzer maatschappij, omdat die functie gebaseerd is op het samenleven en steunen van elkander. Ook dat heet: be schaving. Een ambtenaar, die de voorschriften en verboden van zijn werkbereik zonder goedheid toepast, verzwakt de goede functionering onzer maatschappij. Een politie man, die zijn taak verricht zonder goedheid, miskent de bedoelingen der Wet. Een magistraat die oordeelt en veroordeelt zonder mildheid, verwaarloost de zin van zijn handboeken en verzwakt het maatschappelijk bestel. Een element van goedheid wordt van ieder mens gevraagd, op dat de ontworpen en toege paste regels hun doelmatige inhoud en praktijk ver krijgen. De dode letter der voor schriften en regels is zonder goedheid, omdat zij dood is. De neerbuigende, verheven en superieure goedheid van alle menselijke sinterklazen is naar de grijze nevelen van het verleden verwezen en daar zachtjes gestorven. Maar de levende, werke lijke, moderne en onmisbare goedheid van vandaag de goedheid in haar nieuwe kleren en haar bijdetijdse verschijningsvormen ligt verdisconteerd in het dage lijkse leven, in ieders werk en taak, in alle draden die ons verbinden met alle an deren. Men zou kunnen zeggen dat zij een elektrische goed heid is geworden, die langs de koperdraden van het grootse netwerk onzer sa menleving vloeien moet om de machines van de vooruit gang draaiende te houden. En wie geen stroom geeft, ontvangt geen stroom. Hij is de lamp, die niet branden kan. Ik zou zeggen: kom, con troleer de netspanning eens. J. L. Goed reizen Ditmaal eens enkele nuchtere adviezen inzake het doodgewone reizen van A naar B (gegeven dus dat de trein een snelheid heeft van 75 km en de stoker Wim heet). Het reizen per trein. Met een karetje met een gaatje. Hoe verkrijgt men dit kaartje? Wel: de Nederlandse Spoorwegen zien het graag zó, heeft men ons meegedeeld. Men ver krijgt zijn kaartje door aan het loket met zo onduidelijk-mogelijke stem zijn wensen kenbaar te maken en vervolgens naar zijn geld te gaan zoeken. Heel goed is ook dat thuis te laten liggen: dan verliest men het ook niet. Men dient dan ingespannen, voor zien van sjaals, handschoenen, tasjes, bij- tasjes, zij-tasjes, koffertjes, portemon- neetjes en zo mogelijk een viertal kinde ren, te gaan zoeken. Vooral niet letten op der ij achteruonthoud dat zeker. Hebt gij het geld gevonden dan is het erg prettig (zeggen de NS) als men, na het betalen en het ontvangen van het kaartje, alles weer zeer langzaam opbergt, daarbij het loket hardnekkig blokkerend. Nimmer mag men plaats maken voor de rij achter u voordat u alles, alles, alles, geheel hebt opgeruimd. In tientallen zakken. In veer tien tasjes en vakjes. Daarna? Wel: daarna dient gij, voor een voor beeldig gedrag, zenuwachtig weg te stor men en uw kaartje te laten liggen; u kunt dan bij de controle kalm.-aan de ganse stroom stremmen door er aldaar degelijk en nerveus naar te gaan zoeken. Dit doet het altijd heel mooi. Nog iets (zeggen de NS): men moet nim mer aandacht schenken aan de borden op de perrons. Deze immers zijn er uitsluitend geplaatst om verwarring te stichten. Zij zijn grapjes van het stationspersoneel dat altijd bestaat uit uitsluitend, Eén-Aprillers bij het solliciteren en aannemen wordt daar in Utrecht nauwlettend op toegezien). Alles wat zij op die borden schrijven en wat zij aangeven op de wagens van de trein-zelf is bedrogje en ook wat zij zeggen dient gij met de grootste terughouding en diep wantrouwen te ontvangen: straks rollen zij in hun kantoortjes met die handles en tikkende apparaatjes al dan niet gedekt met rode petten, schaterend van het lachen tegen elkaar aan als gij werkelijk in de trein zijt gaan zitten die Amsterdam vermeldde (en die dus, haha, naar Leiden gaat). In verband daarmede dient gij elke vraag, gericht aan perronopzichter of trein conducteur, onafgebroken te herhalen tegen alle andere menselijke wezens op de per rons: niet alleen geüniformeerden van land-, zee- en luchtmacht, mannelijk en vrouwelijk, maar ook alle lampenisten, alle wielbekloppers, alle ruitenwassers, alle postbeambten, alle AKO-bengels en alle snoepwagen-rakkersDaarna kunt gij, voor de zekerheid, nog eens rustig uw vraag stellen aan de op het perron en in de restauraties en toiletten aanwezige rei zigers. Zij zxdlen u allen allerhartelijkst vertellen ivaar die trein met dat mislei- dmx.de bordje erop in werkelijkheid heen gaat. En in de trein zelf? Wel, daar verdient het aanbeveling, vlak onder een geopend raam te gaan zitten of in ieder geval on middellijk, zonder aan de reeds aanwezige reizigers te denken, het raam, roepend over de stank, open te draaien en open te laten. Des avonds doet men er goed aan nauwlettend, de plaats te verkiezen onder een peerloze fitting, zodat rustig lezen onmogelijk is, en bij dit alles dient gij er nauwkeurig op te letten dat zich in de buurt van uw compartiment erin is nog betereen drietal kinderen bevindt, dat m,et. niet- aflatende hardnekkigheid, vóór het fletse oog van een wezenloze moeder en een botte vader. ZONDER ENIG PAUZEREN de dekseltjes der asbakjes met krachtig getik op en veer doet wip pen. Dat vult op allerlevendigste wijze de reis. Er zal dan namelijk geen enkele andere geestelijke of lichamelijke functie meer zijn dan het registreren van ditzelfde fijne kinderspel. Een volgend maal meer adviesjes voor het Goede Reizen. Duif ADVERTENTIE van Niet alleen A en D maar alle vitaminen die U nodig hebt. Een flacon van 100 dragees ƒ2.'" Nu óók voordelige gezins verpakking van 150 dragees f Philips-Rorane Nederland N V. - Amsterdam De in Rome wonende Nederlandse jour nalist en letterkundige dr. Felix Rutten is woensdag ter gelegenheid van zijn vijfen zeventigste verjaardag ontvangen door het gemeentebestuur van Rome, dat hem de gouden medaille van verdienste van de stad heeft toegekend voor zijn werk, waarin de schoonheden van Rome worden beschreven. Het was woensdag ook vijfen twintig jaar geleden, dat de heer Rutten zich in Rome vestigde. De jubilaris is ge boren in Sittard en heeft letteren gestu deerd aan de universiteiten van Utrecht, Luik en Leuven. Aan de universiteit van Luik is hij tot doctor gepromoveerd. De ontvangst in Rome werd bijgewoond door onder anderen de Nederlandse ambassa deur in Rome, dr. H. N. Boon, en de Ne derlandse ambassadeur bij de Heilige Stoel, F. R. W. H. M. J. graaf van Mar- chant d'Ansembourg.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 5