Scherpe critiek melkprijsbeleid
k
ctifral-10
r
Verkeerde vlag
Huygensprijs uitgereikt
aan mr. F. Bordewijk
<*PracitótGel
Verandering
3
Van dag tot dag
V
„Atlas der Nederlandse
Beschaving" verschenen
Dr. Ernst van Raalte
veertig jaar journalist
Het „Belgenmonument"
gerestaureerd
de
IJmuidenaar componeerde
voor Prinses Beatrix
Kerkelijk Nieuws
IJslandse trawler met
22 opvarenden vermist
PHILIPS -ROXANE
Journalist Felix Rutten
in Rome onderscheiden
DONDERDAG 31 OKTOBER 1957
Het pas ingediende ontwerp Algemene
Kinderbijslagwet heeft ten doel de gehele
Nederlandse bevolking tot verkrijging van
kinderbijslag te verzekeren. Daarom zou
den allen van hun vijftiende tot hun vijf
enzestigste jaar premie moeten betalen
met het oog op de mettertijd te verkrijgen
kinderbijslag. Men heeft hier te maken
met een „volksverzekering". Aldus de
vlag, waaronder het schip, dat als lading
de regeling inzake de kinderbijslag aan
boord heeft, het ruime sop kiest. Het valt
bij nadere beschouwing echter niet te
loochenen, dat de vlag de lading toch niet
geheel dekt. Dit kwam in het bijzonder tot
uiting, toen staatssecretaris mr. dr. A. A.
van Rhijn kort geleden op een persconfe
rentie een in het algemeen zeer knappe
toelichting op het wetsontwerp gaf. In het
algemeen zeer knap. Want op een gegeven
ogenblik was hij er ten opzichte van een
bepaald punt deerlijk naast.
De staatssecretaris hoorde zich de vraag
stellen, of ook personen, van wie vaststaat
dat zij nooit van de kinderbijslag zullen
profiteren, toch tot hun vijfenzestigste
jaar moeten doorgaan met premie betalen.
Als voorbeeld werd gewezen op een onge
huwde zelfstandige vrouw van een leef
tijd die uitsluit dat zij nog ooit kinderen
zal krijgen, ook al trouwt zij nog. In eerste
aanleg antwoordde mr. dr. Van Rhijn, dat
iemand, die brandverzekeringspremie be
taalt, doch wiens have en goed nooit door
brand te lijden krijgt, ook geen waar voor
zijn geld, of wil men, voor de steeds trouw
hartig door hem betaalde premie krijgt.
Dat is nu eenmaal het risico, dat aan elke
verzekering vastzit, volgde hierop nog. Een
zo intelligent man als de staatssecretaris
kostte het, na opmerkingen uit de confe
rentie daarover, natuurlijk weinig moeite
om in te zien dat die vergelijking geheel
en al mank ging; dat namelijk enerzijds
de mogelijkheid van brandschade nooit bij
voorbaat volstrekt uitgesloten te achten
valt, daarentegen ten opzichte van de in
het voorbeeld bedoelde groep personen
absoluut vaststaat, dat zij kinderloos zullen
blijven. Daarop ging hij fluks uit een
ander vaatje tappen door te stellen, dat
praktische overwegingen het uitermate
bezwaarlijk zo niet ondoenlijk maken, uit
zonderingen in de wet op te nemen. Ja,
dat is een geheel andere kwestie. Aange
nomen, dat inderdaad dusdanige over
wegingen er toe moeten leiden, dat ook
mensen, van wie zeker is, dat zij geen
enkel profijt zullen trekken van de Kin
derbijslagwet, toch aan die betaling die
nen mee te doen, blijft het niettemin een
feit, dat in die gevallen het wezenlijke
bestanddeel van „verzekering" ontbreekt.
Daarom is het onjuist het te laten voor
komen, alsof het hier inderdaad een volks
verzekering betreft en niet veel eerder
een regeling, die zorg draagt zoals de
staatssecretaris zelf zeide voor zekere
wijziging, als men wil verbetering, in de
verdeling van het nationale inkomen. Het
komt ons in elk geval juister en tevens
verstandiger voor, alsnog de vlag van
volksverzekering op te bergen, daar zij de
lading niet dekt.
De Constantijn Huygensprijs van de ge
meente Den Haag is door het bestuur van
de Jan Campertstichting dit jaar toege
kend aan mr. F. Bordewijk. De commissie
van advies over de toekenning van de prijs
heeft opgemerkt, dat aan Bordewijk deze
onderscheiding tot nu toe niet te beurt is
gevallen, om geen andere reden dan dat
hij deel uitmaakt van het bestuur der Jan
Campertstichting. Maar de commissie van
advies is unaniem van oordeel, dat deze
omstandigheid niet van invloed mag blij
ven haar te beletten een van de belang
rijkste en meest authentieke prozaïsten,
die de Nederlandse litteratuur op het ogen
blik telt, ter bekroning met de prijs voor
te stellen. Bordewijk heeft in de loop van
vele jaren een omvangrijk oeuvre ge
schapen, dat zich een volkomen zelfstan
dige plaats in onze litteratuur heeft ver
worven en daarenboven 'n vernieuwende
invloed op het proza in ons land heeft uit
geoefend. De commissie van advies tot toe
kenning van de Constantijn Huygensprijs
bestond uit de heren mr. A. Mout, Bert
Bakker, Pierre H. Dubois en G. Kamphuis.
De prijs is woensdagavond in de Haagse
raadzaal aan mr. Bordewijk uitgereikt.
Nadat mr. A. Mout het juryrapport had
voorgelezen hield mr. H. A. M. T. Kolf
schoten, burgemeester van Den Haag, een
toespraak, waarin hij mr. Bordewijk ge
lukwenste met deze prijs. Dr. J. Hulsker
zei in zijn toespraak namens het minis
terie van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen, dat het van groot belang is, dat
de jeugd interesse toont voor deze ge
beurtenis. Op de publieke tribune van de
raadzaal-zaten vele scholieren, die 's mid
dags met een aantal schrijvers een forum
hadden gehouden.
Woensdag is op het departement van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
aan minister Cals en staatssecretaris Höp-
pener een exemplaar aangeboden van de
zojuist verschenen „Atlas van de Neder
landse Beschaving" door de auteur, prof.
dr. J. J. M. Timmers, directeur van de
Jan van Eyck Academie in Maastricht.
Dit breed opgezette werk, dat een ruim
gebruik maakt van reprodukties en vooral
kaarten, wil een beeld geven van de be
schaving zoals zij zich in de opeenvol
gende eeuwen in Nederland openbaarde,
met name in haar voornaamste uiting, de
kunst. Er is ook aandacht geschonken aan
de beïnvloeding der Nederlandse kunst
door het buitenland en aan de uitstraling
der beschaving van de lage landen uit
naar elders.
Dr. Ernst van Raalte, by onze lezers wel
bekend door zijn jarenlange medewerking
aan ons blad als parlementair redacteur en
schrijver van talryke belangwekkende ar
tikelen over het staatsrecht en daarmee in
verband staande ontwikkelingen in het
Nederlandse en buitenlandse historische en
actuele politieke leven, zal morgen, vrijdag
1 november, veertig jaar journalist zyn.
Ernst van Raalte werd 29 juli 1892 in
Rotterdam geboren. Na zijn gymnasium
opleiding studeerde hij rechtswetenschap
pen aan de Leidse universiteit, waar hij
reeds in 1917 promoveerde op het proef
schrift: „De Minister-President". Dat jaar
bracht ook zijn intrede in de journalistiek,
die hij nadien trouw gebleven is en waarin
hij belangrijke arbeid heeft verricht in
velerlei vorm.
Tien jaar geleden, bij zijn dertigjarige
werkzaamheid als journalist, gewerd hem
de onderscheiding van Officier in de orde
van Oranje-Nassau en het afgelopen jaar
bereikte hem een hulde voor zijn journa
listieke belangstelling in Belgische en Be-
nelux-aangelegenheden in de vorm van
een bevordering tot Officier in de Kroon
orde van België.
Behalve ons blad hebben vele kranten en
tijdschriften in de loop der jaren geprofi-
teeerd van de grote deskundigheid en de
punctualiteit, die dr. Van Raalte in zijn
dubbele hoedanigheid van jurist en jour
nalist tot gelding wist te brengen. Daar
naast verschenen van zijn hand publikaties
betreffende staatsrechtelijke onderwerpen,
die gewaardeerde bijdragen vormden van
de litteratuur op dit speciale gebied en ge
ijkte leerstof werden voor velen, die hun
eerste schreden op het terrein der parle
mentaire berichtgeving en commentarië-
ring zetten. Ernst van Raalte is trouwens
jarenlang deken der parlementaire pers in
Den Haag geweest en heeft als docent een
grote vermaardheid gekregen onder meer
door zijn bijdragen tot de opleiding van
kandidaten voor de buitenlandse dienst.
Van zijn talrijke publikaties buiten de
dagbladmedewerking noemen wij: „De
Volkenbond en de Vereenigde Staten van
Europa" (1931); Het Recht van Vereeniging
en Vergadering (1939); het Ontwerpcharter
van de internationale Veiligheidsorganisa
tie (1945); De ontwikkeling van het Minis
ter-Presidentschap (1954); verschillende
beschouwingen over Grondwetswijzigin
gen; Een Constitutionele Puzzel (1954).
In opdracht van de Hansard-Society
werkt dr. Van Raalte momenteel aan een
boek over het Nederlandse Parlement, dat
in het Engels zal verschijnen. Tevens ver
leent hij medewerking aan de nieuwe His
torische Encyclopedie van Elsevier.
Sinds 1934 is dr. Van Raalte vast ver
bonden aan ons blad als parlemenl-ir re
dacteur. Zijn Kamerverslagen, beschou
wingen over ons staatsleven en parlemen
taire commentaren hebben onze lezers
steeds gedetailleerd en punctueel op de
hoogte gehouden van de situaties, compli
caties en ontwikkelingen op parlementair
en regeringsniveau. Zijn berichtgeving uit
deze kringen is altijd van het goede jour
nalistieke gehalte geweest, dat wil zeggen:
uitstekend geïnformeerd, actueel en ver
antwoord. Het is geen geheim, dat zijn
veertigjarige praktijk hem in regerings
kringen en in het parlement een reputatie
heeft bezorgd, die getuigt van grote
waardering dergenen over wie hij pleegt
te berichten en te commentariëren, wat
voor een journalist de grootste hulde is die
men bedenken kan.
Zijn werklust, belangstelling en geest
kracht staan er borg voor, dat zijn jubi
leum van morgen geenszins de inleiding
tot beëindiging van zijn journalistieke
werkzaamheden vormt.
De Belgische ambassadeur in Nederland,
de heer F. X. J. M. G. baron van der
Straten Waillet, zal op zaterdag 30 novem
ber het gerestaureerde „Belgenmonument"
in Amersfoort officieel inwijden. De plech
tigheid zal worden bijgewoond door een
groep Belgen, die tijdens de eerste wereld
oorlog in het kamp bij Amersfoort geïnter
neerd warer
ADVERTENTIE
In cellofaan
verpakt
In forse bewoordingen heeft de voor
zitter van de landelijke r.k. Melkhande-
larenvereniging, de heer C. A. Heuft, zich
woensdagavond in Krasnapolsky te Am
sterdam op een ledenvergadering van de
afdeling Amsterdam, waarvan hij ook
voorzitter is, gekeerd tegen het beleid van
de overheid inzake de prijsvaststelling voor
consumentenmelk in westelijk Nederland.
Hij richtte tot de regering het verwijt dat
zij bepaalde adviezen, haar verleend door
de prijscommissie voor consumentenmelk,
een orgaan van het Produktschap voor de
Zuivel, naast zich heeft neergelegd enbe
slissingen heeft genomen die in strijd zijn
met de aangetoonde behoeften. Dit doet
aan de waarde van de P.B.O. veel af en
zal vertragend werken op de totstand
koming van P.B.O.'s in andere branches,
zo meende hij.
„De melkhandelaar verdient momenteel
minder dan een arbeider in de zuivel
industrie, terwijl destijds was overeenge
komen dat die beloning gelijk zou zijn",
aldus de voorzitter, die voorts betoogde
dat de melkhandel in ons land thans be
neden kostprijs werkt, hetgeen nimmer de
bedoeling geweest kan zijn van de prijs-
stabilisatiepolitiek van minister Zijlstra.
Spreker noemde de toestand onhoudbaar;
het overleg met het ministerie van Econo
mische Zaken is nog op niets uitgelopen.
De verhoging van de prijs voor flessen
melk in Amsterdam met één cent vond
hij slechts een gedeeltelijke compensatie.
De winstmarge zou 9,1 cent per liter moe
ten bedragen en is na die verhoging voor
flessenmelk zeven en voor losse melk zes
cent. Rationalisatie kan geen oplossing
brengen, want de voorbereide sanering is
destijds door de bewindsman zelf in Am
sterdam en andere steren verboden.
Ten aanzien van de verkoop van melk
door kruideniers zei de voorzitter niet
tegen deze parallelisatie te zijn indien de
kruideniers dan de melk tegen dezelfde
prijs afleverden. Doch het was de bond ge
bleken, dat er o.a. in Amsterdam al zelf
bedieningszaken zijn die twee cent per
liter minder vragen. En de georganiseerde
melkhandel is door de lage winstmarges
niet in staat te concurreren, verklaarde de
heer Heuft.
De in IJmuiden wonende componist
Johan C. Berghout heeft een werk geschre
ven, dat hij betitelde „Concertouverture
Nederland" en heeft opgedragen aan Prin
ses Beatrix. De prinses heeft deze opdracht
in dank aanvaard.
Geref. Kerken
Bedankt voor Workum H. Veenstra te
Veenwoudsterwal. Beroepen te Oenkerk
H. J. Swierts te Enkhuizen.
Ned. Herv. Kerk
Beroepen te Wijk bij Duurstede J. Nol-
tes te Ernst. Bedankt voor Luntei'en (2de
pred.pl.) C. Graafland te Ameide; voor
Zevenhuizen (Gron.) (toez.) A. E. D. A.
Ravesloot te Steenwijkerwold.
THORSHAVN (Ritzau). - Op IJsland
gestationeerde Amerikaanse vliegtuigen en
alle schepen in de vaarwateren rondom
de Far Öer zoeken naar de van de Far
Öer afkomstige trawler „Stella Argus", die
naar gevreesd wordt, tijdens de storm die
in het afgelopen weekeinde in dit gebied
gewoed heeft, met 22 opvarenden is ver
gaan. Zondag heeft men voor het laatst
iets van de „Stella Argus" gehoord. Een
ander vissersvaartuig had toen contact
met het schip. Het Deense fregat „Thetis",
dat gebruikt wordt voor het toezicht op de
visserij rond de Far Öer. en vissersschepen
van dit eilandengebied nemen aan het op
sporingswerk deel en ook is aan de Russi
sche haringvloot om assistentie gevraagd.
Vanmorgen vroeg zijn van Keflavik op
IJsland enige Amerikaanse vliegtuigen
opgestegen. De „Stella Argus" meet 325
bruto ton.
Een opmerkelijk verschijn
sel mag het heten, dat de
voortgang der tijden niet al
leen de uiterlijkheden des
mensen en des levens in
nieuwe kleren steekt, doch
eveneens aan de begrippen
onzer innerlijke gesteldheid
andere aspecten verleent en
ons tot in ons diepste wezen
verandert en vernieuwt, zon
der dat we er iets van
merken.
Zoals in de tijd van zeven
jaren alle lichaamscellen
worden vervangen door
nieuwe, zodat we in dat tijds
verloop biologisch geheel an
dere persoonlijkheden zijn
geworden, zo ruilt de tijd on
gemerkt de mozaïeksteentjes
onzer denkbeelden en over
tuigingen voor gans andere.
En op een bepaald moment
merken we het verlies van
het oude door de aanwezig
heid van het nieuwe, wan
neer dat nieuwe in botsing
komt met de denkbeelden
van anderen, die toevallig
nog niet geheel en al aan de
ruiling toe zijn.
Op dat moment is het de
geschikte gelegenheid, het
verschil eens voor onszelf en
anderen vast te stellen, om
vergissingen te voorkomen.
Om vergissingen te voor
komen moet daarom duide
lijk worden geconstateerd,
dat in de loop der tijden bij
voorbeeld het begrip „goed
heid" op drastische wijze van
inhoud veranderd is.
In deze vroege Sinterklaas
tijd dringt zich de praktijk
van wat wij „goedheid" ple
gen te noemen onweerstaan
baar naar voren in onze ge-
dachtenetalage, aangezien
men ons heeft ingeprent dat
Sinterklaas de baardige per
sonificatie van deze goedheid
is. De goedheid, die wij uit
het verleden hebben meege
dragen in het omvangrijke ar
senaal onzer erfelijke belas
ting, is het neerbuigende,
wegschenkende, verrassende,
zoet-glimlachende weldoen,
dat in de figuur van Sinter-
klaas treffend wordt weerge
geven.
Zijn bisschopsallure ver
oorlooft hem, boven gewone
stervelingen te staan. Zijn
ouderdom geeft hem het pri
vilege, langzaam te schrijden
om nog meer indruk te wek
ken tegenover de onmon-
digen. Zijn kleding is zeer ge
schikt om een sfeer van in
drukwekkende bovenaards
heid mee te dragen, die in de
plooien van zijn tabbert en
de spinnewebben van zijn
kanten mouwen hangt.
Mocht dat nog niet voldoen
de wezen om zijn boven ons
allen geplaatste standpunt
onmiskenbaar duidelijk te
maken, dan kan hij altijd in
cidenteel terugvallen op zijn
gewapende, rammelende ne
gerknecht, die de bevoegd
heid van scherprechter heeft
om de opstandigen te vellen.
Overigens is het tweetal Sin
terklaas-en-knecht een on
dubbelzinnige illustratie van
de superioriteit des gemij ter
den grijsaards, die eens en
voorgoed duidelijk maakt dat
de zwarte zich dient te schik
ken in een nederige positie.
Ziedaar dus de Goedheid in
eigen persoon, gebaseerd op
de superioriteit. Deze Goed
heid bukt zich genadig naar
de massa, beloont de braaf
heid bestaande in het zich
blijde schikken onder het
maatschappelijke juk en
straft het kwade, dat wil
zeggen het revolutionaire.
Ofschoon de afkomst van
Sinterklaas duidelijk in de
richting van de K.V.P. wijst,
is hij desalniettemin in de
praktijk dus de A.R.-expo-
nent. Waarmee allerminst ge
zegd wil zijn, dat zijn figuur
een factor in het politieke
leven vormt. Integendeel: de
Goedheid is een maatschap
pelijke deugd uit oeroude tij
den, die krampachtig in
leven dient te worden ge
houden.
Eens klopte deze vorm van
goedheid uitstekend met de
maatschappelijke praktijk.
De armen hieven de hand op
en de boven hen uittorenende
bezitters bogen zich genadig,
als de armen slechts braaf
bleven.
Intussen is er echter danig
wijziging in de situatie ge
komen. De ontwikkeling der
maatschappelijke verhou
dingen en de doorbraak naar
verlichter denkbeelden heeft
de Sinterklaasachtige goed
heid der charitas ingehaald
en achter zich gelaten. De
maatschappij heeft de goed
heid in maatschappelijke
vormen gegoten, aldus een
stuk werkelijke deugd uit het
verleden inpassend in het
sociale bestel.
Daarmee is de zoete lief
dadigheid van Sinterklaas uit
de mode geraakt en toen is de
heilige omdat hij niet dood
wilde de gevangene ge
worden van de commerciële
reclame.
Sic transit zo vergaat
zelfs de deugd, als zij geen
werkterrein meer heeft.
De goedheid van de Goed
heiligman is gesmolten, zoals
zijn eigen suikerbeestjes doen
in de snoepgrage mondjes der
kleinen.
Hij houdt zich nu nog on
ledig met het maken van in
tochten onder de vlag der
warenhuizen en het uitdelen
van dure goede gaven op
rekening van de beurs der
ouders.
Dat heeft dan ook niets
meer met goedheid te maken.
Men kan voor de sluwe oude
baas met de schijnheilige
baard nog slechts waai'dering
hebben om zijn prima ver
koperskwaliteiten.
Zo is dus alle goedheid uit
de wereld verdwenen?
Geenszins. Zij is niet ver
dwenen, doch veranderd, zo
als de lichaamscellen. Zij is
gedeeltelijk opgenomen in het
sooiale apparaat en voor het
resterende deel in gans an
dere vormen van charitas via
het particuliere initiatief tot
goed georganiseerd hulpmid
del en onmisbare aanvulling
blijven voortbestaan.
Doch de universele goed
heid zelf, die veel verder gaat
dan het geven aan behoef-
tigen en het schenken van
verrassingen, heeft zichzelf
tot onderdeel van het gehele
maatschappelijke apparaat
gemaakt. Zij leeft daarin
voort als een elementaire
factor voor de bevredigende
werking van alle sociale
voorzieningen en maatschap
pelijke regels. Zij is namelijk
een onderdeel der beschaving.
De goedheid is voorwaarde
tot het functioneren onzer
maatschappij, omdat die
functie gebaseerd is op het
samenleven en steunen van
elkander. Ook dat heet: be
schaving.
Een ambtenaar, die de
voorschriften en verboden
van zijn werkbereik zonder
goedheid toepast, verzwakt
de goede functionering onzer
maatschappij. Een politie
man, die zijn taak verricht
zonder goedheid, miskent de
bedoelingen der Wet. Een
magistraat die oordeelt en
veroordeelt zonder mildheid,
verwaarloost de zin van zijn
handboeken en verzwakt het
maatschappelijk bestel. Een
element van goedheid wordt
van ieder mens gevraagd, op
dat de ontworpen en toege
paste regels hun doelmatige
inhoud en praktijk ver
krijgen.
De dode letter der voor
schriften en regels is zonder
goedheid, omdat zij dood is.
De neerbuigende, verheven
en superieure goedheid van
alle menselijke sinterklazen
is naar de grijze nevelen van
het verleden verwezen en
daar zachtjes gestorven.
Maar de levende, werke
lijke, moderne en onmisbare
goedheid van vandaag de
goedheid in haar nieuwe
kleren en haar bijdetijdse
verschijningsvormen ligt
verdisconteerd in het dage
lijkse leven, in ieders werk
en taak, in alle draden die
ons verbinden met alle an
deren.
Men zou kunnen zeggen
dat zij een elektrische goed
heid is geworden, die langs
de koperdraden van het
grootse netwerk onzer sa
menleving vloeien moet om
de machines van de vooruit
gang draaiende te houden.
En wie geen stroom geeft,
ontvangt geen stroom. Hij is
de lamp, die niet branden
kan.
Ik zou zeggen: kom, con
troleer de netspanning eens.
J. L.
Goed reizen
Ditmaal eens enkele nuchtere adviezen
inzake het doodgewone reizen van A naar
B (gegeven dus dat de trein een snelheid
heeft van 75 km en de stoker Wim heet).
Het reizen per trein. Met een karetje met
een gaatje.
Hoe verkrijgt men dit kaartje? Wel: de
Nederlandse Spoorwegen zien het graag
zó, heeft men ons meegedeeld. Men ver
krijgt zijn kaartje door aan het loket met
zo onduidelijk-mogelijke stem zijn wensen
kenbaar te maken en vervolgens naar zijn
geld te gaan zoeken. Heel goed is ook dat
thuis te laten liggen: dan verliest men het
ook niet. Men dient dan ingespannen, voor
zien van sjaals, handschoenen, tasjes, bij-
tasjes, zij-tasjes, koffertjes, portemon-
neetjes en zo mogelijk een viertal kinde
ren, te gaan zoeken. Vooral niet letten
op der ij achteruonthoud dat zeker.
Hebt gij het geld gevonden dan is het erg
prettig (zeggen de NS) als men, na het
betalen en het ontvangen van het kaartje,
alles weer zeer langzaam opbergt, daarbij
het loket hardnekkig blokkerend. Nimmer
mag men plaats maken voor de rij achter
u voordat u alles, alles, alles, geheel hebt
opgeruimd. In tientallen zakken. In veer
tien tasjes en vakjes. Daarna?
Wel: daarna dient gij, voor een voor
beeldig gedrag, zenuwachtig weg te stor
men en uw kaartje te laten liggen; u kunt
dan bij de controle kalm.-aan de ganse
stroom stremmen door er aldaar degelijk
en nerveus naar te gaan zoeken. Dit doet
het altijd heel mooi.
Nog iets (zeggen de NS): men moet nim
mer aandacht schenken aan de borden op
de perrons. Deze immers zijn er uitsluitend
geplaatst om verwarring te stichten. Zij
zijn grapjes van het stationspersoneel dat
altijd bestaat uit uitsluitend, Eén-Aprillers
bij het solliciteren en aannemen wordt
daar in Utrecht nauwlettend op toegezien).
Alles wat zij op die borden schrijven en
wat zij aangeven op de wagens van de
trein-zelf is bedrogje en ook wat zij zeggen
dient gij met de grootste terughouding en
diep wantrouwen te ontvangen: straks
rollen zij in hun kantoortjes met die
handles en tikkende apparaatjes al dan
niet gedekt met rode petten, schaterend
van het lachen tegen elkaar aan als gij
werkelijk in de trein zijt gaan zitten die
Amsterdam vermeldde (en die dus, haha,
naar Leiden gaat).
In verband daarmede dient gij elke
vraag, gericht aan perronopzichter of trein
conducteur, onafgebroken te herhalen tegen
alle andere menselijke wezens op de per
rons: niet alleen geüniformeerden van
land-, zee- en luchtmacht, mannelijk en
vrouwelijk, maar ook alle lampenisten,
alle wielbekloppers, alle ruitenwassers,
alle postbeambten, alle AKO-bengels en
alle snoepwagen-rakkersDaarna kunt gij,
voor de zekerheid, nog eens rustig uw
vraag stellen aan de op het perron en in
de restauraties en toiletten aanwezige rei
zigers. Zij zxdlen u allen allerhartelijkst
vertellen ivaar die trein met dat mislei-
dmx.de bordje erop in werkelijkheid heen
gaat.
En in de trein zelf? Wel, daar verdient
het aanbeveling, vlak onder een geopend
raam te gaan zitten of in ieder geval on
middellijk, zonder aan de reeds aanwezige
reizigers te denken, het raam, roepend
over de stank, open te draaien en open te
laten. Des avonds doet men er goed aan
nauwlettend, de plaats te verkiezen onder
een peerloze fitting, zodat rustig lezen
onmogelijk is, en bij dit alles dient gij er
nauwkeurig op te letten dat zich in de
buurt van uw compartiment erin is
nog betereen drietal kinderen bevindt,
dat m,et. niet- aflatende hardnekkigheid,
vóór het fletse oog van een wezenloze
moeder en een botte vader. ZONDER ENIG
PAUZEREN de dekseltjes der asbakjes
met krachtig getik op en veer doet wip
pen. Dat vult op allerlevendigste wijze de
reis. Er zal dan namelijk geen enkele
andere geestelijke of lichamelijke functie
meer zijn dan het registreren van ditzelfde
fijne kinderspel.
Een volgend maal meer adviesjes voor
het Goede Reizen.
Duif
ADVERTENTIE
van
Niet alleen A en D maar alle
vitaminen die U nodig hebt.
Een flacon van 100 dragees ƒ2.'"
Nu óók voordelige gezins
verpakking van 150 dragees f
Philips-Rorane Nederland N V. - Amsterdam
De in Rome wonende Nederlandse jour
nalist en letterkundige dr. Felix Rutten is
woensdag ter gelegenheid van zijn vijfen
zeventigste verjaardag ontvangen door het
gemeentebestuur van Rome, dat hem de
gouden medaille van verdienste van de
stad heeft toegekend voor zijn werk,
waarin de schoonheden van Rome worden
beschreven. Het was woensdag ook vijfen
twintig jaar geleden, dat de heer Rutten
zich in Rome vestigde. De jubilaris is ge
boren in Sittard en heeft letteren gestu
deerd aan de universiteiten van Utrecht,
Luik en Leuven. Aan de universiteit van
Luik is hij tot doctor gepromoveerd. De
ontvangst in Rome werd bijgewoond door
onder anderen de Nederlandse ambassa
deur in Rome, dr. H. N. Boon, en de Ne
derlandse ambassadeur bij de Heilige
Stoel, F. R. W. H. M. J. graaf van Mar-
chant d'Ansembourg.