De eerste badplaats van België
weet het aardiö te versieren
Weer een kruiswoordpuzzel
Knokke heeft voor het behoud van het strand moeten knokken
Een feestmaand
Toneelstuk van Bernanos
als opera van Poulenc
ONZE NAMEN!
Overheid bemoeide
zich met
schimpnamen
ZATERDAG 9 NOVEMBER 1957
Erbij
PAGINA TWEE
Lichtvaardig
Een premie
G. de Boer van der Ley
Links het casino van Knokke met een
gedeelte van het ervoor liggende strand.
Rechts hotel „La Réserve" met tennis
banen en een kunstmatig aangelegd
meer. Iets voor zeer verwende toeristen
KNOKKE, de merkwaardige en interes
sante badplaats aan België's westkust -
slechts enkele kilometers van ons west-
Zeeuws Vlaanderen verwijderd - hoopt
nog voor het einde van dit jaar gereed te
komen met een uniek miljoenenproject: de
voltooiing van de strijd om het behoud
van zijn strand. Door allerlei oorzaken
heeft de zee hier steeds een venijniger
greep op de kuststrook gehad dan elders
- met bezorgdheid zag men dan ook de
zandplaat in de loop der jaren steeds klei
ner vOorden. Door middel van lange zuig-
persleidingen heeft men nu ongeveer een
miljoen kubieke meter zand opgespoten,
want tenslotte kunnen en willen het ge
meentelijk Speelcasino en het daarbij
horende hotel „La Réserve" (het meest
luxueuze en duurste van België) het bad
leven niet missen, aangezien dit stellig
een sterke toeristische terugslag zou ver
oorzaken.
THANS is men bezig om door middel
van enorme uit hout gevlochten zinkstuk-
ken, die met brokken natuursteen ver
zwaard worden, het complex van strand-
hoofden (kribben), die de op het strand
beukende golven moeten breken, verder in
zee te verlengen. En dit is dan het sluit
stuk van het enorme werk.
Knokke, dat straks met Kerstmis en
Nieuwjaar weer vele van zijn kasteelach
tige hotels en moderne restaurants gaat
openen (de stad met zijn dertigduizend in
woners kan ongeveer aan tachtigduizend
gasten onderdak verschaffen) kan rustig
feest vieren.
VAN DE DIJK AF staan de bewoners
van Knokke, Zoute en Albert Plage met
voldoening te kijken naar de zware laad-
schepen, waarop grote bedrijvigheid
heerst, terwijl* af en toe bij opspuitend
water een dof geraas hoorbaar wordt.
Het spookbeeld van het verdwijnend
strand is bedwongen: Knokke is en blijft
badplaats en deze wetenschap zal de
industriëlen, filmsterren, vertegenwoordi
gers van de geldadel, maar ook vele an
deren in de ban blijven houden van het
springende kogeltje aan de roulettetafels.
Ook een actief en sympathiek man als de
heer John Ver hulst, eerste schepen, wet
houder, van Knokke en tevens beheerder
directeur van het Speelcasino een com
binatie, waar wij met onze Nederlandse
begrippen even aan wennen moeten
kon tevreden glimlachen, toen hij ons
zei: „Ja, het werk is bijna klaar." Maar
men doet Knokke onrecht indien men de
begrippen „duur" en „mondain" teveel
accentueert. Want sedert de comfortabe
le Belgische Spoorwegen de lijn Luik-
Brussel-Brugge electrificeerden is ook de
toeristenstroom van de mens »n met een
smalle beurs toegenomen en zij kunnen
hier tegen redelijke prijzen van de won
deren en aantrekkelijkheden van de eer
ste Belgische badplaats profiteren. Men
kan er de Italiaanse filmregisseur-acteur
Vittoria de Sica op straat tegenkomen, en
ook Frangoise Arnoul, Rudolf Schock,
Frank Sinatra, Ava Gardner, Maurice
Chevalier, Giselle Pascal, Alexander
Brailowsky of Arthur Rubinstein. Laten
we eerlijk zijn, u ziet ze natuurlijk niet
allemaal tegelijk, maar ze zijn er ge
weest of ze komen terug. Sla het gouden
gastenboek van „La Réserv.maar eens
open en dan komt u ook de namen Ima
Sumac, Mohamed Ben Youssef, Stijn
Streuvels en Noël Noël tegen. En is de
grootste kristallen lichtkroon ter wereld in
de „salie du lustre" geen lust voor het
oog? Wanneer daar deze winter weer
de „menus gastronomiques" met bijbe
horende modeshows gegeven worden, kan
men genieten van een spectaculair
schouwspel. De kroon van Venetiaans
glas voor het vervoer van de zevenen
dertigduizend in Murano geblazen glas-
delen was een hele goederentrein nodig
beschijnt dan de surrealistische muur
schilderingen, die rondom door de Brus
selse kunstenaar René Magritte in de koe
pelvormige ruimte werden aangebracht
onder het motto: „Le domaine enchan-
té". De tweeduizend lampen van deze
zeven tot acht ton wegende monsterkroon
met een doorsnede van acht meter geven
een ware lichtvloed. Ieder voorjaar moet
een half dozijn vrouwen, geassisteerd door
vier electriciëns, gedurende drie weken
werken om het glasgevaarte schoon te
maken.
ANDRE GIDE heeft eens
opgemerkt, dat met mooie en
grote gedachten meestal maar
slechte kunst wordt gemaakt.
Het woord, of de boutade,
werd sedertdien veel geci
teerd en ook wel misverstaan
en zal vermoedelijk wel zo
moeten worden begrepen, dat
goede bedoelingen niet alleen
ontoereikend zijn om levens
vatbare kunstwerken te schep
pen, doch dat bovendien hoge
aspiraties een eventuele mis
lukking nóg schrijnender ma
ken. Een kunstenaarschap
moet wel bijzonder krachtig
zijn om bepaalde menselijke
emoties en situaties zo uit te
beelden, dat de indruk wordt
vermeden dat te hoog is ge
grepen of erger het on
derwerp of de stof geprofa
neerd.
ER WAS evenwel nog een
tweede reden tot vrees in
deze richting, toen men onge
veer een jaar geleden vernam,
dat de Franse componist Fran
cis Poulenc bezig was een ope
ra te schrijven, waarvoor hij
het toneelstuk of beter:
filmscenario „Les Dialo
gues des Carmélites" van
Bernanos, dat speelt in een
klooster, waar de zusters een
aangrijpende zelfstrijd met
de twijfel voeren in de tijd
der Franse revolutie, als tekst
boek had gekozen. Wie het
stuk van Bernanos gezien
heeft in Parijs wordt het al
voor het vierde seizoen opge
voerd en ook in Nederland
zijn er talrijke voorstellingen
van gegeven die weet dat
de grote katholieke schrijver
zijn onderwerp met uiterste
discretie en in een taal van
aristocratische gevoelsbeheer-
sing benaderd had, maar óók
dat dit toneelstuk, met zijn
naar binnengekeerde of in
troverte dramatiek, vrijwel
geen gelegenheid bood voor
een behandeling op de plan
ken. En tenslotte waren men
sen, die van Poulenc vooral
één kant de boertige zijde
van de Parijse „faubourien"
kenden, dan ook nog wel be
angst, dat de rondborstige le
venskunstenaar van de „Chan
sons Gaillardes" als componist
met de puriteinse tekstschrij
ver Bernanos een weinig ge
lukkig combinatie zou vor
men.
En zo is het dus met een
heel complex van angsten, re-
serves en vrezen geweest, dat
Parijs ging kennis nemen van
de première van deze nieuwe
aanwinst van het repertoire,
welke overigens al eerder in
de Milanese Scala, die er de
opdracht voor verstrekte, ten
doop was gehouden. Om te
beginnen moet ik onmiddel
lijk opmerken, dat Poulenc
zich van een taak, die dus in
zo vele opzichten zulke be
angstigend hoge eisen stelde,
gekweten heeft met een voor
beeldig en zelfs aangrijpend
resultaat. Hij heeft niet alleen
de oorspronkelijke kracht van
Bernanos' tekst volmaakt on
aangetast gelaten. Hij heeft
zelfs tal van „ondergrondse"
emoties, die in het toneelstuk
niet of nauwelijks tot hun
recht kwamen, met muzikale
middelen opgewekt, zonder ze
nadrukkelijk te onderstrepen,
zodat dit filmscenario zijn be
stemming misschien nog beter
dan in het theater nu wel in
de opera gevonden heeft.
Poulenc heeft een ingekeer
de doch van ontroering vibre
rende muziek gecomponeerd,
die voortdurend op dezelfde
geestelijke golflengte als het
litteraire gegeven was inge
steld. En wanneer hij zich
een enkele keer van de mid
delen des opera's als een
zusterkoor of een massabewe
ging bij de laatste schavot
scène had bediend, dan
vloeiden die initiatieven toch
volmaakt natuurlijk voort uit
de gehele handeling en werd
de diepe religiositeit van het
gegeven nergens beledigd.
Poulenc had hier, in de grote
lijnen, het voorbeeld gevolgd
dat Claude Debussy hem met
zijn opera „Pelléas en Méli-
sande" in het begin van deze
eeuw gegeven had. Een ver
stilde, als het ware „blanke"
muziek, waarin de dramati
sche spanningen slechts bij
uitzondering aan de opper
vlakte komen, momenten die
hier intussen dan ook nog wel
eens aan Puccini in zijn zui
verste ogenblikken deden den
ken.
De componist Francis Poulenc, wiens opera naar een toneelstuk
- in Nederland vertoond onder de titel „De hof der olijven" -
van Bernanos hierbij door onze correspondent in Parijs
wordt besproken.
ER IS, in muzikale kringen,
sinds lang veelvuldig en hart
stochtelijk gesproken over de
vorm opera, die voor onze
tijd zou hebben afgedaan. Een
uitweg uit de impasse, waarin
de opera in onze dagen stellig
verkeert, heeft Poulenc voor
de geschiedenis hier niet ge
opend. In zekere zin zou dit
werk een vijftig jaar geleden
ook al geschreven kunnen
zijn, want in technisch opzicht
wordt hier niets nieuws te
berde gebracht. Maar met de
„vooruitgang" en de „revolu
tie" is in de muziek het laat
ste woord ook nog niet ge
sproken en bovendien zou
men niet weten langs welke
andere weg, dan via Debussy,
de componist Bernanos hier
op het muzikale vlak wel had
kunnen ontmoeten.
Poulenc heeft zijn hele leven
voldoende geloof in de eigen
natuur gehad om, zonder vrees
voor epigonisme, de invloeden
IN HET gemeentelijk Casino, waar
naast veel bekende artiesten ook orkesten
als dat van Duke Ellington optraden
want tenslotte nemen variété, dans en
theater hier ook een belangrijke plaats
in geeft het Nationaal Theater van Bel
gië dit winterseizoen in Knokke weer een
reeks van negen voorstellingen. En dit
geschiedt zeker niet slechts voor de
„haute chique", want Knokke denkt be
halve aan zijn mondaine ook zeer bewust
aan zijn „burgerlijk" gezicht, al moet men
hier in „La Réserve" het sprookjes
achtige hotel uit 1001-nacht natuurlijk
niet naar zoeken. Dit hotel op Albert Pla
ge, in lokale ofwel „Zoutse" stijl ge
bouwd, heeft met zijn brede terrassen,
tennisbanen, eigen kunstmatig meer,
luxueuze danszaal, een in Vlaamse stijl
ingerichte bar, conversatiehoekjes en een
smaakvolle decorering eigenlijk maar een
bescheiden omvang: vijfendertig kamers
en dus een capaciteit voor vijfenzestig
gasten. Het wil ook „intiem' 'zijn en hoe
wel het tien jaar geleden door vijfhon
derd mensen, die dag en nacht werkten,
in een tijd van slechts zes maanden werd
gebouwd, is het hierin volkomen ge
slaagd. De kamers, die alle mogelijke
comfort bieden brievenbussen in de
deuren, een tweede telefoon naast het
bad, een eigen, verstopte safe en brede
balkons werden geheel in rood, blauw
en geel uitgevoerd en hebben iets voor
naams en huiselijks tegelijk. Zowel ba
ron Opzomer, hofschilder des Konings, als
de drie dochters van de sultan van Ma
rokko en madame Patachou, Jean Coc-
teau, Michèle Morgan en Martine Carol
hebben zich hier thuis gevoeld. Men mag
aannemen, dat „La Réserve" uniek in
Europa is en de hele opzet is dan ook uit
een oogpunt van hotellerie zeer interes
sant. Zoals de directeur, de Zwitser P.
Bachinger, ons vertelde, kent men geen
vaste dagpensionprijs en geen menu's
alles gaat a la carte. De keuken is zeer
verfijnd en de bekwame chef-kok Marcel-
Ie Parmentier uit Ostende heeft acht wit-
te-mutsen-dragers onder zich staan. Dit
team zal vooral met Oudejaar onder
hoogspanning moeten werken, daar onge
veer vijfhonderd gasten verwacht wor
den, die menu's van vijfhonderd francs,
37.50 per persoon dus, zullen gebruiken.
Het zal weer een avond worden met de
schittering van vele edelstenen en siera
den, waaraan de heer Bachinger gezien
zijn bijzondere gasten wel gewend is.
De prijzen voor een tweepersoons kamer
schommelen in het seizoen, zonder ont
bijt, tussen vijfendertig en zestig gulden
en een bedrag van honderd tot tweehon
derd gulden moet men hier voor één dag
pension wel uittrekken, hoewel men het
natuurlijk ook duurder kan maken. Tn
„La Réserve" zijn overigens ook vele gro
te congressen van de internationale in
dustrie gehouden men heeft hiervoor
een speciale zaal zoals onlangs nog het
derde Europese atoomcongres voor in
dustrieleiders.
ER GEBEURT dus wel iet" in de bad
plaats Knokke en de prachtige villawij
ken, de hoge moderne flatgebouwen, de
sprookjesachtige landhuizen vaak in
een brede, zeer persoonlijke stijl ge
bouwd getuigen ervan, wie deze plaats
met zijn schilderachtige omgeving, Casi
no en strand tot woonplaats gekozen heb
ben. Zelfs de Aga Khan voelde zich des
tijds tot het milieu aangetrokken, maar
het schitterende landhuis, dat hij kocht,
werd door hem nimmer bezocht en ging
tenslotte in andere handen over.
Jaap Stigter
Tekening uit de New York Herald Tribune
uit alle tijden en windhoeken
vrijelijk op zich in te durven
laten werken. En al zou zon
der „Pelléas" ook deze opera
dus vermoedelijk nooit tot
stand zijn gekomen, toch kan
tevens worden vastgesteld dat
na Debussy geen enkele an
dere componist in diens voet
spoor toch zo volkomen zich
zelf wist te blijven als Pou
lenc, die hier zonder twijfel
zijn meesterwerk geschreven
heeft. De Parijse Opera ver
dient dan ook de erkentelijk
heid van alle vrienden der
muziek en der bewonderaars
van Poulenc in het bijzonder,
want zelden hebben we het
Palais Garnier na de kennis
making met een nieuw en mo
dern werk verlaten met deze
duidelijke indruk met een mu
zikale ervaring van hoge
waarde te zijn verrijkt.
Frank Onnen
■■■■■■■■■■■■■■a
■■■■■■■■■■•a
Horizontaal: 1. plaats
in Limburg onder
Kerkrade, 14. huurcon
tract, 15. bekend dier,
16. gemeenschappelijke
weide, 18. nu, 20 bun
del, 22. zeer groot aan
tal, 24. voorzetsel, 25.
hoofddeksel, 27. lang
zaam (muziek), 30.
Rom. keizer, 31. stem
pel, 33. uitslag op me
talen, 35. tussenzetsel,
36. godsdienst (afk.),
38. krijgsmacht, 40.
balk, 42. sint (afk.), 43.
onbep. voornaam
woord, 45. mist, 47.
rust, kalmte, 48. niet
gesloten, 50. in de rich
ting naar omlaag, 52.
maag van herkauwen
de dieren, 53. meisjes
naam, 54. plant, 56.
vlaskam, 58. vragen
naar, 60. nummer
(afk.), 61. pasgang van
een paard, 63. zwarte,
65. platvis, 66. punt
hoed, 68. inwendig
lichaamsdeel, 70. rund,
71. koninklijk besluit
(afk.), 73. concertzaal, 75. schrijf kosten, 77. Prijswinnaars: 7.50 mevrouw J. Sneth-
railroad (afk.), 78. familielid, 80 gem. in j Essenlaan 4, Bloemendaal; 5.-4
Friesland, 82. onbep. voornaamwoord, 83.
rivier in Duitsland, 85. stengel, 87. achting, A. Ramaker, Graafschapstraat 56; 2.50 J.
88. sine dubio (afk.), 89. oude vlaktemaat, j. Koster, Wa.lstraat 82, IJmuiden.
91. huisdieren, 93. zotteklap, 95 wijnsoort,
97. gem. in Limb., 99. interval van negen
tonen (muziek), 100. gem. in Friesland.
Verticaal: 1. Fries waddeneiland, 2. wor
tel, 3 plechtige gelofte, 4. hamer in de
klok, 5 voorzetsel, 6 stuk stof, 7 grote ka
mer, 8. hoekbalkon, 9. eerwaarde heer (af
korting Latijn), 10. emeritus (afk.), 11. niet
dik, 12. Europeaan, 13. hemelgeest, 17.
soort van cement, 19. telwoord, 21. nauwe
straat, 23. gem. in Friesland, 26. bijwoord,
28. de opperste rand van een dak, 29.
plaatsje in Limburg onder Nederweert,
32. als 68 hor., 34. bijwoord, 37. opgewerk
te draad in een weefsel, 39. oorzaak, 41.
smal tuin- of bloembed langs een schut
ting, 44. keurig, 46. eetgerei, 49. zuiver ge
wicht, 51 voorschrift, 53. zangstem, 55 stad
in Engeland, 57. drukte, 59 haarkrul, 62.
gem. in Groningen, 64. spelleiding, 67. rij
tuig, 69. wezenlijk, 72. grond, 74. ontken
ning (spreektaal), 76. strook land langs de
kust, 79. rivier in Oost-Pruisen, 81. tor, 84.
verstand, 86. verdriet, 88. zonder (Latijn),
90 gesloten, 92 roem, 94 stok, 96. afkorting
van cuprum, 97. West-Afrika (afk.), 98.
trustee (afk.).
Om in aanmerking te komen voor een
van de drie geldprijzen ad 7.50, 5 en
2.50 dient men uiterlijk dinsdag 17 uur
de oplossing per briefkaart in te zenden
aan een van onze bureaus in Haarlem:
Grote Houtstraat 93 en Soendaplein; in
IJmuiden, Lange Nieuwstraat 427.
Oplossing vorige puzzel:
Horizontaal: 1. kwiek, pas, rem; 2. ark,
laag, toga; 3. barst, ra, rook; 4. Ike, hek,
vader; 5. Nek, are, oma, la; 6. edel, stor
mig; 7. Tol, via, rap, we; 8. palet, adders,
9. ras, robe, gril, 10. opa, wol, eel, na, 11.
pose, gal, loge, 12. elegant, ader; 13 RM,
Nel, keg, ore.
Verticaal: 1. kabinet, proper; 2. wrak,
EDO, aap, olm; 3. ik, rekel, L.S., asen; 4.
els, halverwege, 5. kater, si, toog, al; 6.
parket, Aa, blank; 7. Aga, voordeel, te; 8.
stram, rad, gelag; 9. rood, amper, L.O., do;
10. ego, Eli, wringer; 11. mak, ra, ge, sla,
ere.
REEDS enkele weken kwamen fami-i
lienamen ter sprake, die in feite niets j
anders dan oude bijnamen zijn. Gryp.j
tenduyt (grijp den duit) werd de man'
genoemd, die zijn begeerte naar aards
bezit niet onder stoelen en banken stak.
Zulke spotnamen drongen zelfs in offi
ciële stukken door. In het jaar 1550 re
gistreerde men een Hoornse burgemees
ter als Willem Pietersz, alias Schytegelt
en anno 1697 werd te Maassluis de bur
ger Jeroen van Wijck nader met de toe
voeging „alias Jeroen met sijn Buyckje"
aangeduid.
HOE DE brave Jeroen met syn Buyck
je deze bijnaam verwierf, is niet moei
lijk te raden. Hier werd naar het uitcr-
lijk gekeken. Namen als De Gryze, De
Graeuwe, De Neus, Platvoet en Cort-
lials ontstonden op de zelfde manier.
Ook De Praeter, De Fluiter, Hardloper,
Dribbelaar en Raadgever zullen wel na
men zijn, die door buurtgenoten verzon-
nen werden. De laatste geslachtsnaam is
oud: al in 1345 was een Wouter Rat.
gheer (vervormd uit raatgeyer) schepen
van het stadje Sluis in Zeeuws-Vlaan-
deren. Bijnamen kunnen ook aan ge-
beurtenissen herinneren, in dit geval
blijft de oorsprong meestal verborgen.
Daar uitzonderingen de regel bevestigen,
weten we wel hoe de ongewone naam
Oogwaeter in omloop kwam. Om te be
ginnen stamt deze naam uit Zeeland,
waar het de inheemse bevolking tot de
huidige dag de nodige moeite kost de h
ten gehore te brengen. De eerste drager
van de naam heette dan ook niet Oog
waeter, maar Hoogwaeter. Hij was een
Walcherse boer, die rotsvast geloofde,
dat bij eb zijn koeien moeilijkheden bij
het kalven ondervonden, bij hoog wa-
ter verliep de bevalling daarentegen
uitermate voorspoedig
DE VISIE van deze veehouder bleef
zijn geburen niet verborgen en bezorgde
hem een bijnaam, die in verminkte
vorm tot erfelijke geslachtsnaam werd.
Het feit, dat de boer zich in notariële
akten van deze spotzieke lieden bedach
te naam bediende, doet uitkomen dat
ons voorgeslacht niet lichtgeraakt was.
Zelfs notabelen komen in de archivalia
wel onder aanduidingen voor, die heden
een klacht wegens belediging opleveren
zouden. Vorsten ontkwamen evenmin
aan deze benamingen (Zwarte Margriet,
Govaert met den Bult). Toch mocht het
kennelijk niet al te bont gemaakt wor
den, in verscheidene steden verbood de
overheid het bezigen van schimpnamen.
De oudste verordening op dit gebied
werd in 1594 te Den Briel uitgevaar
digd. Daar was het de vroede vaderen
gebleken dat „eenighe lichtvaerdighe
persoonen" zich niet ontzagen aan fat
soenlijke „burgers- en soldaetsvrouwen-
mitzgaeders haere dochters ende jonck-
wijffs thoenaemen ende lichtvaerdighe
bijnaemen" te geven, dit tot „grote
desistine ende schandale van deselve
burgervrouwen". Daar moest onmiddel
lijk een einde aan komen.
DE BRIELSE boosdoeners werden
met boete en geseling bedreigd. „Ende
de kynderen, beneden haer jaeren zijn
de", gingen voortaan evenmin vrijuit.
Namen zij die lelijke namen over, dan
zou de boete op hun ouders verhaald
worden. Van de aldus bij het stadsbe
stuur binnende komende gelden ontving
de schout een derde deel, een ander
deel ging in de kas van het stedelijke
weeshuis. Naar het fraaie gebruik dier
dagen werd de rest van het bedrag door
de aanbrenger van het strafbare feit
opgestreken. We kunnen dus aannemen
dat de „lichtvaerdighe persoonen" wat
minder loslippig werden. Alle verboden
konden echter niet verhelpen dat onze
vaderen zich van bijnamen bleven be
dienen. Hoe kan anders de familienaam
Spekschieter ontstaan zijn? Ook Kaas
schieter lijkt een spotnaam, maar hier
is de vervorming weer eens in 't spel.
Oorspronkelijk luidde deze naam Kaers-
gieter, hij werd gedragen door een man
die kaarsen goot. Maar nu zijn nog
steeds Naaktgeboren en Agsteribbe niet
ter sprake gekomen en dat was de le
zer toch beloofd. Volgende week is het
beslist hun beurt.