Slecht verzorgde etalages en veel
politieagenten in Oost-Berlijn
SPINWIEL JONGE
DIDACTISCHE EXPOSITIE
IN HUIS VAN LOOY
N.Ph.O.-concert op hoog peil
Achter forse facade van de Stalin-allee:
uitgewoonde huurkazernes en puinhopen
SPRENGER
De evolutie van
Jules Chapon
Met de cellist Caspar Cassado
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
Examens
HO-WINKELS NIET
VOOR DE ARBEIDERS
Verlaten straat
Contact geschuwd
Lege etalages
Geen gezelligheid
Officiële zwarte handel
Onverwachte service
Tentoonstelling van
Sinterklaas-surprises
Henny Turkenburg neemt
afscheid van „Marijke"
J. Liber spreekt voor de
Haarlemse sportraad
Galavoorstelling van
„Weldadigheid naar
Vermogen"
Stadsbibliotheek leende
25948 boeken uit
de beste
polisbrenger.
de meest gewilde jonge jenever
Voorrangskruising bij
Prins Bernhardbrug
Pedagogisch weekeinde in
Rudolf Steinerschool
p
WOENSDAG 13 NOVEMBER 1957
Delft. Kandidaatsexamen geodetisch ingenieur:
A. Boessenkool, Hollandscheveld (Dr.); H. H. de
Groot, Oostwold (Oldambt); P. Westerbeek,
Steenwijkerwold; C. Wiersma, Alkmaar. Inge
nieursexamen civlel-ingenieurJ. Boers, Amster
dam; J. J. van den Broek, Driebergen; G. A.
Bruggeman, 's-Gravenhage; J. Cohen, 's-Graven-
hag,; A. J. G. Krul, Rijswijk (Z.H.); Lie Kwie
Bouw, Delft; G. H. Otten, 's-Gravenhage; M. G.
P. L. Spruit, Eindhoven; J. G. Stelling, Gronin
gen; M. Stempels, Rijswijk (Z.H.); E. R. Thiel,
's-Gravenhage; J. op den Velde, Delft; P.C. Vijf
winkel (met lof), 's-Gravenhage; H. G. Wagenaar,
Heemstede; S. F. Winkel, Delft.
(Van een bijzondere medewerker)
Toen ik de lector aan de Freie Universitat, die voor ons 'n lezing had gehouden, ver
telde dat wy Nederlanders gedrieën naar de Oostsector wilden gaan, ried hy ons aan
alle papieren, die we by ons hadden, thuis te laten en alleen onze pas mee te nemen.
„Ik ben het met u eens, dat het verkeer over en weer al maanden lang betrekkelijk
ongehinderd doorgaat. Maar men is er nooit zeker van dat dit vanmiddag ook nog
zo zal zijn. U hebt alle kans dat er niets bijzonders gebeurt, maar tenslotte is daar
alles mogelijk. U zult daar een politieagent de weg vragen; hij hoort meteen dat
u buitenlander is. Nu zijn er verscheidene mogelijkheden. Het waarschijnlijkste is,
dat hü u de weg wijst en verder niets. Maar het zou ook kunnen gebeuren, dat hij
een taxi aanroept, u vraagt wat u zien wilt en een uur met u in de sector rondrijdt.
Een andere mogelijkheid is dat hij u met die taxi naar het politiebureau brengt en
dat u pas over enkele dagen terugkomt, tenminste als u geluk hebt. Maar wij weten
dat al zo lang en we gaan toch ook." Wy vonden deze mededeling eigenlijk over
dreven, er gebeurde toch de laatste tijd niets met bezoekers aan de Oostsector.
Maar hoe meer we hoorden hoe meer we ons realiseerden, dat willekeur een van
de kenmerken is van het communistische systeem en dat het dus onmogelijk is een
logische verklaring te geven van de daar genomen maatregelen.
Toen we op een avond een bezoek brach-
'en aan de Westberlijnse Bernauerstrasze,
•varen we met de S-Bahn naar het station
lesundbrunnen gereden. Naar de Ber-
nauerstrasze waren we gewandeld langs
je Brunnenstrasze, een winkelstraat in de
"ranse sector. De verlichting was uitste
kend. Maar verderop werd het anders.
Deze straat loopt namelijk door naar de
Oostsector en we behoefden al van verre
niet te raden, waar die was. Aan onze kant
een moderne straatverlichting, winkels die
een zee van licht uitstraalden en duizen
den mensen lopend langs de etalages.
Maar aan de andere kant, achter de be
kendmaking: „Anfang des demokratischen
Sektors", een donkere straat, een verlich
ting die deze donkerte nog eens accentueer
de, gesloten winkels, de onvermijdelijke
politiepost en een lege straat.
We waren benieuwd welke indruk we
overdag van de „Arbeiter- und Bauern-
republik" zouden krijgen. Wy gingen lopen,
om in aanraking te komen met de mensen.
Ik was voor 1940 nooit in Berlijn geweest,
in januari 1945 was ik erdoor gekomen, als
gevangene in een gesloten veewagen en
later had ik alleen» wat van Pankow ge
zien. Maar de foto's van de Friedrich-
strasze uit de glorietijd van Duitsland en
van de parades in de Hitlertijd, hadden
me er een duidelyk beeld van gegeven.
Wat we nu zagen was een verlaten straat,
waar welgeteld drie auto's reden.
Op een dominerende plaats stond het
lelijke gebouw van de Russische ambas
sade, gebouwd in een soort koekebakkers-
stijl; overal hingen spandoeken met op
schriften over „eeuwige vrede en vriend
schap tussen de Sovjet-Unie en de D.D.R."
of met mededelingen over westerse agres
siepogingen en oostelijke vredeswil. Daar
door kreeg deze brede doodse straat iets
lugubers: het dode centrum van een we
reldstad.
Op onze weg kwamen we over de vroe
gere Lustgarten, nu Marx-Engelsplatz. Een
vrijwel leeg plein met een grote tribune,
waarop de machthebbers plaats nemen bij
demonstraties. Er kunnen tienduizenden
mensen staan en het was bij 't jongste be
zoek van Kroesjtsjev een toer om dit plein
vol te krijgen, nu het Oostduitse publiek
zo weinig geestdriftig was. Het lukte wel,
want het organiseren van „spontane de
monstraties" is een kunst die men in de
communistische staten perfect verstaat.
Al hadden we onze hele tocht precies
uitgestippeld, op ieder kruispunt vroegen
we iemand de weg, om de kans te krijgen
een gesprek aan te knopen. Dat bleek een
illusie te zijn. De mensen waren vriende
lijk, maar aan onze uitspraak en aan onze
kleren merkten ze dat wij buitenlanders
waren en zij maakten het zo kort mogelijk.
Ze wezen ons met veel gebaren de weg
en liepen dan door, want het is niet onge
vaarlijk door een politieman te worden ge
zien als men met buitenlanders staat te
praten.
Het uiterlijk van de mensen had iets
grauws, de kleur van het puin, waar ze
tussen wonen. De kleren waren van slechte
kwaliteit. Het vrouwelijke lid van ons ge
zelschap had een wandelkostuum aan. Als
Het gebouw van de Freie Universiteit
in West-Berlijn.
we omkeken, zagen we dat vrouwen ble
ven staan om haar na te kijken.
In West-Duitsland ziet men over het al
gemeen weinig politie op straat, behalve
dan verkeersagenten. Hier wemelde het er
van. De heren zagen er keurig uit in een
goedzittend uniform en het was hen aan
te zien, dat zij geen gebrek hebben. Van
contact met het publiek was vrijwel geen
sprake.
Ons doel was de Stalin-allee, de straat
die aan alle bezoekers wordt getoond om
van de prestaties van de Duitse Demo
cratische Republiek op te geven. Van de
Alexanderplatz loop je erheen langs puin
hopen van gebouwen en open plekken, zo
dat je soms dwars kunt oversteken naar
de volgende straat. Alles is hier zoals in
1945.
De Stalin-alleen is een brede straat met
ruime trottoirs en indrukwekkende ver
lichtingsornamenten. Als de nieuwbouw
communistische moderne bouwkunst moet
voorstellen, dan kunnen de heren op dit
gebied in het westen nog wel iets leren:
het is massaal en lelyk. Tegenover het
Sportpalast staat nog steeds een groot
standbeeld van Josef Stalin. Pieck, Ul-
bricht en Grotewohl hebben niet meege
daan aan de ontluistering van Stalin.
De Stalin-allee is de grote winkelstraat
van de Oostsector; boven de winkels lig
gen woonblokken. De etalages zien er
slecht verzorgd uit. Waarom reclame ma
ken als je toch wel verkoopt? Het gewone
publiek gaat met zijn bonnen naar de
„Konsum"-winkels, want zo groot is de
voorraad consumptiegoederen niet. De kle
ding- en meubelwinkels hebben een be
hoorlijke sortering, maar de prijzen zijn
hoog en de kwaliteit is niet best.
Geen enkel restaurant langs deze
straat heeft een terras waar men ge
zellig kan zitten, zelfs „Warschau" en
„Boedapest" niet en daa^ kunnen be
zoekers uit West-Berlijn nog wel met
Westmarken betalen.
Wij lopen onder een van de grote hui
zenblokken door om een kijkje te nemen
op het terrein achter de straat; daar is
niets te zien dan uitgewoonde huurkazer
nes, afgewisseld met puinhopen en open
vlakten, de plaats waar diegenen wonen,
die niet tot de partij of een andere geprivi
legieerde groep behoren.
De Stalinallee met wat er achter ligt is
een beeld van wat de Russen „Potemki-
nism" noemen, een bedriegelijke fagade,
die de trieste werkelijkheid moet verber
gen. Maar ook die fagade vertoont ge
breken. Men verricht herstelwerkzaamhe
den aan deze huizen, die pas enkele jaren
geleden voltooid zijn. Het is een zielig re
sultaat van communistische opbouw na
tien jaar.
Terug via de Alexanderplatz, waar een
groot Warenhaus van de Handels-Organi-
zation staat. Deze warenhuizen zyn eigen
lijk het centrum van de officiële zwarte
handel. Alles is er te krijgen zonder bon,
Het Russische gedenkteken in Berlijn
bij de Brandenburger Tor.
maar de prijzen zijn zo hoog, dat de ge
wone man er niet aan te pas komt. Ook
hier is het de communistische elite, die
profiteert.
Profiteren is misschien wat overdreven
als men ziet hoeveel goederen ook in deze
winkels van inferieure kwaliteit zijn. Maar
er zijn ook nog begerenswaardige dingen
te kopen. Roomboter bijvoorbeeld die twin
tig mark eetfkilo kost. Dat is voor een ar
beider, die gemiddeld 120 mark per week
verdient, wel wat veel.
Maar wie het waagt in West-Berlijn
Oostmarken te kopen tegen de koers van
vier voor één Westmark, kan hier goed
koop fototoestellen, grammofoonplaten en
communistische litteratuur kopen. Het
wordt veel gedaan al blijft het riskant,
want als men bij een onderzoek niet kan
aantonen de Oostmarken in Oost-Berlijn te
hebben gekocht tegen een koers van één
op één, volgt een vervolging wegens de-
viezensmokkelarij en de straffen zijn niet
mals.
We hebben drieëneenhalf uur gelopen en
daarom willen we met de S-Bahn naar het
Westen terug. We hopen voor onze West
marken kaartjes te krygen. Maar mijn
Westmark wordt teruggeschoven door de
juffrouw achter het loket: „Mag ik niet
aannemen".
Dan maar iets kopen in één van de vele
winkels in hetstation om wisselgeld in
Oostmarken té krijgen. Maar ook daar heb
ben we geen geluk. Het is nog een heel
eind lopen naar de Brandenburger Tor, dus
probeer ik het bij voorbijgangers in de
hal van het station. Maar niemand durft
te helpen.
In een hoek van de hal staat een goed-
gekleed heer met een aktentas onder de
arm, naar ons te kijken. Ik besluit het hem
te vragen. Als ik hem verteld heb dat we
geen Oostgeld bij ons hebben, voel ik met
een een kaartje in mijn hand. „Maar we
zijn met ons drieën. Hij verdwijnt in het
gebouw en komt een paar minuten later
terug met nog twee plaatsbewijzen, waar
voor hij betaling weigert. Wel accepteert
hij een sigaret en blijft een poosje met ons
praten.
Als we later onze gastheer vragen wat
dat voor iemand kan geweest zijn (hij kent
Oost en West als weinig anderen) is zijn
reactie: „u hebt geluk gehad. Het is vrij
zeker dat het. een partijman was, anders
had hij niet in het publiek zo lang met u
staan praten. Hij heeft u waarschijnlijk
een goede indruk willen geven van de ser
vice in de Oostsector".
Als wij weer in West-Berlijn zijn, is het
alsof we in een andere wereld zijn aange
komen. Druk autoverkeer en vrolijk pra
tende mensen. De caféterrassen zitten vol,
het publiek is goed gekleed en het is alsof
de druk van de laatste uren van je afvalt.
Een middag in de Oostsector doet iemand
beseffen hoe ontzaglijk waardevol de vrij
heid is!
Wanneer men ook dit jaar weer eens wil
oberen een originele surprise voor Sin-
ierklaas te maken, moet men, om een idee
tje op te doen, beslist een bezoek gaan
brengen aan de tentoonstelling: „Winter
feesten in het gezin", georganiseerd dooi
de Commissie voor Huishoudelijke en Ge-
zinsvoorlichting en gehouden in het ge
bouw Frans Halsstraat 7, in Haarlem.
De verschillende cursussen van de Com
missie voor Huishoudelijke en Gezins-
'oorlichting die al jaren geleden wer
den opgericht hebben alle hun steentje
ertoe bij gedragen om met bescheiden
middelen de origineelste cadeautjes te
maken. Zo heeft de cursus pitrietvlech-
ten waar je maar acht lessen hoeft te
'•'olgen om een volmaakte vlechtster te
ijn heel wat tafelmatjes, fruit- en
'i'oodmandjes opgebracht. Op de cursus:
Eenvoudige leerbewerking" werden vele
oorwerpen van blank of gekleurd leer
omaakt, waarbij vooral het groene kam-
fui en de rode portefeuille door hun een-
"'ud opvielen.
De origineelste èn goedkoopste pre
sentjes kwamen bij de cursus: Verras
singen en cadeautjes voor kinderen" uit de
bus, want een kersenmand werd een
mhattig wiegje, een pak lege lucifers
doosjes werd gebruikt om een heel dorp
m te bouwen, met denne-appeltjes als
'oompjes, en een schaakspel werd van
burken gemaakt Als men dus zo'n goed-
oop en origineel cadeau wil maken, moet
ien erom denken van nu af aan geen
ucifersdozen, kurken en melkdoppen weg
's gooien. En ook de restjes wol, lapjes en
'ukjes gekleurd papier bewaren. Gordijn-
aken komen uitstekend van pas, want
Is men aan elke haak een gekleurd kraal-
i doet, kan men gemakkelijk een schat-
k-*'irvg rijgen.
In „Het Huis van Looy" is tot 8 decem
ber een tentoonstelling te zien van enkele
werken uit Haarlems moderne kunstbezit
en van reprodukties naar „klassieke mo
derne" meesterwerken. De bedoeling van
deze expositie is een didactische. Vooral
scholieren kunnen hiermee gebaat zijn en
waarom zouden de naar wij hopen leer
gierige spruiten niet hun ouders kunnen
meenemen, die hen zonodig met hun uit
leg van dienst kunnen zijn? Zonodig,
schrijf ik, want groepen van het tentoon
gestelde werk worden begeleid door enige
getypte verklaringen aan de wand en voor
een luttel bedrag is een gestencilde in
leiding verkrijgbaar, die summier en mis
schien voldoende duidelijk een en ander
zegt van de bedoelingen van de verschil-
lene richtingen sinds het impressionisme.
Echt principiële bezwaren mag ik althans
niet koesteren. Bij de zo moeilijke verkla
ringen van de „ismen" is het mogelijk, dat
men ietwat te zeer de nadruk legt op som
mige dingen. Voorts is het werk van
waarlijk grote artiesten, die zelf een
richting hielpen oproepen, toch niet altijd
geheel in zo'n kring te passen. Een be
langrijk deel van het oeuvre van de im
pressionist Renoir is toch eigenlijk moeilijk
echt impressionistisch te noemen. De
enige consequente impressionisten waren
Monet en misschien Sisley en Berthe
Morizot.
Wanneer men schrijft, dat bij de im
pressionisten zónder omweg over de geest
kleursensaties omgezet worden in be
wegingsimpulsen, dan overdrijft men een
beetje. Dat het impressionistische zien een
zekere mate van nonchalance ten opzichte
van de opbouw en de lokale kleur tot ge
volg zou hebben, werd door tijdgenoten
als zodanig wel gevoeld, gezien ook de
reacties der neo-impressionisten. Wij ech
ter spreken thans liever van goede en
minder goede schilderijen en de laatste
vertonen die nonchalance dan wel. Wat
betreft die lokale kleur kan ik de inleider
echter niet meer volgen. En wanneer ge
schreven wordt dat De Vlamincks kleuren
na zijn Fauvistisch begin harmonischer
werden, dan geloof ik dat men deze op
merking moet zien als gevolg van een
kwestie van persoonlijke smaak.
Alle lof echter voor de manier waarop
iets gezegd wordt over moeilijke rich
tingen als Fauvisme en kubisme. Het sur
realisme wordt door de reprodukties wat
te weinig geïllustreerd. Maar, vragen we
ons af, in hoeverre kunnen vele surrealis
tische schilderijen tot de klassieke werken
van de moderne kunst gerekend worden?
Van klassieke werken immers verwacht
men dat ze zullen stand houden.
Men neme het woord klassiek dan ook
niet te nauw. Het gaat hier om werk dat
nog van invloed is, dat onze geest nog
kan bezighouden om een of andere reden.
Of Masson bijvoorbeeld een waarlijk klas
siek werk leverde, betwijfel ik. En van
Marquet neem ik dat direct aan. Kan-
dinsky's compositie klassiek te noemen,
zou ik willen weigeren. Men bedenke zich
echter wat Fransen wel plegen te zeggen:
dat de critiek maar de mening van een
meneer is, in dit geval van
Bob Buys
Henny Turkenburg, die gedurende meer
dan tien jaren instructrice is geweest van
de r.-k. volksdansgroep „Marijke", heeft
wegens bijzondere omstandigheden beslo
ten deze functie neer te leggen.
Leerlingen en oud-leerlingen nemen za
terdagavond 16 november afscheid van
haar in de gymnastiekzaal van de r.-k.
jongensschool aan de Tetterodestraat in
Haarlem.
Tot opvolger van Iienny Turkenburg is
benoemd de heer Bob Jansen, die zijn
aandacht zal richten op het verder uit
bouwen van het dansrepertoire en daar
naast op verzoek van het groepsbestuur
creatief spel zal gaan beoefenen.
Donderdag 28 november zal de heer J.
Liber uit Amsterdam voor de Haarlemse
Sportraad in Brinkmann te Haarlem een
lezing houden over het onderwerp „Sport
en pers". Na deze inleiding zal er gelegen
heid gegeven worden voor het stellen van
vragen en deze vragen zullen beantwoord
worden door een forum, bestaande uit de
heren: D. Beets, voorzitter van de Haar
lemse Sportraad, S. Heijers, inspecteur
lichamelijke opvoeding, J. Liber, sport
journalist. D. A. J Spek, gemeenteraads
lid en H. Stapel, voorzitter van de Neder
landse Culturele Sportbond.
De Vereniging "Weldadigheid naar Ver
mogen" waarvan mr. O. P. F. M. Cremers,
burgemeester van Haarlem, ere-voorzit-
ter is, zal op zaterdag 16 november een
gala-voorstelling geven in de stadsschouw
burg te Haarlem, ten bate van deze ver
eniging. Deze vereniging werd in 1888 op
gericht tot het uitoefenen van zuiver par
ticulier algemeen maatschappelijk werk
in de gemeenten Haarlem, Bloemendaal
en Heemstede. De "Weldadigheid naar
Vermogen" heeft geen politieke kleur en
maakt geen onderscheid in kerkelijke ge
zindten. Men werkt bovendien samen met
alle verenigingen, die op hetzelfde ter
rein werkzaam zijn. In de schouwburg
zal opgevoerd worden „Dom Juan" een
comedie van Molière, ten tonele gebracht
door het Rotterdams Toneel.
In het comité van aanbeveling hebben
zich bereid verklaard zitting te nemen de
dames: mevrouw mr. J. A. Prinsen-De
Jong, mevrouw C. G. E. M. Cremers-de
Bruyn, mevrouw L. C. A. L. van Rappard-
Mundt en mevrouw M. N. Peereboom-Vol-
ler - Sedee.
Uit de statistiek over oktober van de
stadsbibliotheek en -leeszaal van Haarlem
blijkt dat er 25948 boeken aan volwasse
nen zijn uitgeleend. Daarvan werden er
14197 boeken afgehaald bij de hoofdbi
bliotheek, 7056 bij het filiaal Haarlem-
Noord, 3171 in Haarlem-Oost en bij het
filiaal Spaarndam 354 boeken. Uit de mu
ziekbibliotheek werden 1170 boeken uit
geleend.
De jeugdbibliotheek leende 10683 boeken
uit en wel de Schouwtjeslaan 3931, Haar
lem-Noord 4052, Haarlem-Oost 2331 en het
filiaal Spaarndam 369.
Het bezoek aan de leeszalen over de
maand oktober (6568) kan als volgt wor
den onderverdeeld: hoofdbibliotheek kran
tenzaal: 3222, hoofdbibliotheek leeszaal:
1830, filiaal Haarlem-Noord: 589, filiaal
Haarlem-Oost 241, jeugdbibliotheek
Schouwtjeslaan 329 en jeugdbibliotheek
Haarlem-Oost: 357.
ADVERTENTIE
-A N. -v
(BRAND-, ONGEVALLEN-,
AUTOVERZ. ENZ.)
Betere polisvoorwaarden,
prima dekking.
Niet duurder.
wel selcuurder.
Haarlem, Wilhelminastraat 15,
telef. 1-3-8-6-8-.
Het eerste werk, dat ik mocht zien van
Jules Chapon, die tot 2 december bij
Galerie Espace aan het Klein Heiligland
te Haarlem exposeert, bestond voor een
groot deel uit gevoelige bloemstukjes, die
zeker op verantwoorde wijze konden vol
doen aan een vraag, maar nog te weinig
persoonlijkheid vertoonden. Niet dat Cha
pon nu zo in de ban was van een of ander
voorbeeld. Hij had slechts zó leren schil
deren en enige ontplooiing van zijn per
soonlijkheid was nu niet bepaald bevor
derd door de tijd, die lag voor het ont
staan van deze werkjes, die ik kort na de
oorlog onder ogen kreeg. Sindsdien heeft
Chapon een lange en moeilijke weg naar
de vrijheid doorlopen, met het besef daar
bij dat vrijheid nog geen ongebondenheid
betekent. Bij het zoeken na,ar zichzelf ver
werkte Chapon enige zich meer of minder
duidelijk aftekenende fasen.
Allereerst bevrijdde hij zich van wat
naar zijn gevoel misschien klein gepeuter
leek door de natuur te vertolken in schil
derijen van een eenvoudige kleurgeving,
waarbij de kleuren in grote vormen gevat
werden. Die kleurgeving was gereserveerd
en de vorm-omspannende contouren waren
strak en overwogen. De binding aan de
natuur moet hem nog te zeer belemmerd
hebben bij de vertolking van zijn meest
persoonlijk voelen en zo heeft hij zich
losgemaakt van die natuur. Een louter
schilderkunstige problematiek drukte in
den beginne nog op zijn toen abstracte
schilderijen, die daardoor iets droogs ver
kregen, al getuigden ze van goede smaak.
Allengs echter groeide voldoende vertrou
wen in zichzelf en ik geloof te mogen
zeggen dat Chapon zich die vrije manier
van uiten verworven heeft, die hem past.
Na het loslaten van zijn aangeleerde
naturalistische schilderwijze vond hij al
enigszins de kleur, die het meest beant
woordt aan zijn persoonlijk voelen. Die
kleur is vervolgens rijker geworden, omdat
hij de kleuren daar kon dirigeren waar hij
ze wenste, niet meer belemmerd door de
gegevens in de natuur, zij het misschien
wel daardoor geïnspireerd. Chapons vorm
geving werd pas vrijer na de eerste ab
stracte schilderijen. Want niet alleen de
natuur maar ook de begrenzing van het te
beschilderen vlak bepaalt mede de vorm
geving. Veelal begint men dan met zich te
concentreren op het midden van het schil
derij en laat de kanten een achtergrond
begrenzen. Toch begon Chapon al de lijst
als het ware te doorbreken, hetgeen zo
kan toevoegen aan de ruimtelijkheid van
een werk.
Voor wie de beschouwende behoefte
heeft werk als dat van Chapon geheel te
doorgronden, geloof ik dat deze voor moei
lijkheden komt te staan. Maar staat hij dat
niet eveneens soms bij een stilleven of
landschap? Het picturale denken is iets
dat men zich vertrouwd moet maken en
een uitwisseling van gedachten hierbij is
zoveel moeilijker dan wanneer het om in
woorden te vatten begrippen gaat. Ik
meende in Chapons werk te zien, dat hij
op zijn Israëlische reis een en ander beleefd
heeft, dat thans in zijn werk naar buiten
komt. Een schilderijtje, dat hij „stad"
noemt, is me lief.
In een kunst als deze is de kans op zelf
bedrog betrekkelijk groot. Ik ben er van
overtuigd dat Chapon zich hier volkomen
van bewust is. Hij heeft zich deze moeilijke
weg verkozen, omdat het hem een nood
zaak was. Mij bleek dit wel uit zijn ont
wikkeling. Ik geloof echter dat dit zonder
meer uit zijn resultaten ook kan blijken.
Bob Buys
Het derde dinsdagavondconcert van het
Noordhollands Philharmonisch Orkest
werd door Marinus Adam geleid. De cel
list Caspar Cassado had een belangrijk
aandeel in deze avond door zijn tweevou
dige solistische medewerking, te weten in
het celloconcert van Boccherini en in de
Hebreeuwse rapsodie „Schelomo" van
Ernest Bloch, over welke compositie de
lezers reeds enigszins zijn ingelicht na de
voorbespreking in de editie van zaterdag.
Door de werkelijk bezielde uitvoering van
dit in menig opzicht grandioze stuk wer
den de verwachtingen, die men er reeds
van gekoesterd mocht hebben, nog over
troffen.
Bloch's muziektaal heeft een eigenaar
dige buitentijdelijke klank, gewekt door
de verbinding van synagogale psalmodieën
met modern-orkestrale klankkleuren van
een donkergloeiend timbre. In de solo van
de violoncello meent men werkelijk de
stem van de oudtestamentarische vorst te
horen, zich beurtelings gebiedend tot zijn
volk en smekend tot zijn God wendend.
Dit geluid wordt doorkruist en soms onder
broken door andere stemmen, waarin de
wijding van een tempeldienst, de pracht
van een feeststoet, de heilige vastbesloten
heid van een optrekkende legerschare
doorklinken. Maar na allé praal er al het
machtsvertoon komt steeds weer de dee
moedigheid van een geloofskracht die sid
dert voor wet en wraak. Aldus rees de
gestalte van de vorst op in zijn trots en
zijn onderworpenheid, uit een muziek die
inderdaad door een hedendaagse muzikale
profeet geschreven is. Ik bedoel hiermee
niet dat Bloch's muziek naar de toekomst
wijst (zij doet dit bepaald niet) maar
wel dat de componist de moed heeft gehad
zijn pen te laten besturen door dt zeker
heid verkondiger te zijn van duizendjarige
tradities, waarvan Ie echo in zijn werk
moest resoneren. Cassado en het orkest
hebben het stuk met grote intensiteit tot
uitvoering gebracht. Het publiek, zeer
onder de indruk, dankte hen daarvoor
staande en dé solist betrok met recht Ma
rinus Adam en de orkestleden in deze
hulde, waarvan ook hén zeker een gelijk
waardig aandeel toekwam.
De avond werd daarna eveneens in een
musische atmosfeer met een op hoog peil
staande uitvoering van Debussy's orkes
trale meesterwerk „La Mer" besloten. De
musiceerspanning van het voorafgaande
werk leefde kennelijk nog voort bij het
orkest en zijn dirigent. Debussy, die in dit
werk het impressionistische picturale
ideaal van licht en kleur misschien het
meest benadert, vergt hier tevens het
uiterste van het reactievermogen en de
differentiatiekunst van iedere speler af
zonderlijk, terwijl toch de duizenden kleine
ADVERTENTIE
8.l5plltr-
38%
motieven en klankfiguren slechts punten,
kleine schaduwwerkingen of lichtvlekken
mogen vormen in de totale evocatie. De
uitvoering was, door de concentratie en
de bereidheid van allen, boeiender dan de
routine-uitvoering van menig op zichzelf
hoger geklasseerd ensemble.
Rest nog te vermelden dat het progranv-
ma geopend was met een goede, doch wel
licht wat weinig genuanceerde uitvoering
van het Concerto grosso no. 21 van Han
del, waarin vier orkestleden (de heren Hes-
merg, De Graaff, Biele en Rosekrans) zich
onderscheidden in de obligate partijen. Het
celloconcert in Bes van Boccherini had
reeds vóór de pauze aan Cassado gelegen
heid gegeven zijn eminente interpretatie
kunst te tonen, waarbij vooral de wijze
waarop hij in het tweede deel de toon
bijna ongemerkt liet „opbloeien" uit de
orkestklank bijzonder fraai was.
Sas Bunge
Gedeputeerde Staten van Noordholland
hebberi besloten de kruising van de Brou-
werskolkweg met de Tetterodeweg te
O verveen aan te wijzen als voorrangskrui
sing, met dien verstande, dat het verkeer
op de Brouwerskolkweg voorrang heeft
op dat op de Tetterodeweg.
Het besluit is genomen naar aanleiding
van een brief van het gemeentebestuur
van Bloemendaal. Gedeputeerde Staten
hebben overwogen, dat het uitzicht op het
kruispunt wordt belemmerd door de dichte
leuningen van de in de Brouwerskolkweg
nabij het kruispunt aanwezige Prins Bern
hardbrug. Het is derhalve gewenst de on
derhavige kruising in het belang van de
vrijheid van het verkeer en de veiligheid
op de weg aan te wijzen als voorrangs
kruising.
Teneinde het veranderingsproces bij het
kind gedurende de puberteitsjaren te be
lichten houdt de Vereniging voor Vrije
Opvoedkunst op zaterdag 16 en zondag
17 november een openbaar weekeinde in
de Haarlemse Rudolf Steinerschool aan
de Wilhelminastraat.
Zaterdagmiddag zal ir. J. van Wettum
een voordracht houden over „Veranderin
gen in de ontwikkeling", des avonds
wordt door mr. M. L. Stibbe een inlei
ding gehouden over „Het spel der veran
deringen in de jeugd."
Zondagmiddag spreekt de heer K. Jan
sen over „Veranderingen van vormen,
praktische oefeningen in het boetseren"
en de heer J. Kraamwinkel over: „Uit de
praktijk van het onderwijs."
Praktische oefeningen in het boetseren
zullen het gesprokene verduidelijken en
ook zal een bescheiden tentoonstelling
van werk van leerlingen worden gehou
den.
I