Slecht verzorgde etalages en veel politieagenten in Oost-Berlijn SPINWIEL JONGE DIDACTISCHE EXPOSITIE IN HUIS VAN LOOY N.Ph.O.-concert op hoog peil Achter forse facade van de Stalin-allee: uitgewoonde huurkazernes en puinhopen SPRENGER De evolutie van Jules Chapon Met de cellist Caspar Cassado HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT Examens HO-WINKELS NIET VOOR DE ARBEIDERS Verlaten straat Contact geschuwd Lege etalages Geen gezelligheid Officiële zwarte handel Onverwachte service Tentoonstelling van Sinterklaas-surprises Henny Turkenburg neemt afscheid van „Marijke" J. Liber spreekt voor de Haarlemse sportraad Galavoorstelling van „Weldadigheid naar Vermogen" Stadsbibliotheek leende 25948 boeken uit de beste polisbrenger. de meest gewilde jonge jenever Voorrangskruising bij Prins Bernhardbrug Pedagogisch weekeinde in Rudolf Steinerschool p WOENSDAG 13 NOVEMBER 1957 Delft. Kandidaatsexamen geodetisch ingenieur: A. Boessenkool, Hollandscheveld (Dr.); H. H. de Groot, Oostwold (Oldambt); P. Westerbeek, Steenwijkerwold; C. Wiersma, Alkmaar. Inge nieursexamen civlel-ingenieurJ. Boers, Amster dam; J. J. van den Broek, Driebergen; G. A. Bruggeman, 's-Gravenhage; J. Cohen, 's-Graven- hag,; A. J. G. Krul, Rijswijk (Z.H.); Lie Kwie Bouw, Delft; G. H. Otten, 's-Gravenhage; M. G. P. L. Spruit, Eindhoven; J. G. Stelling, Gronin gen; M. Stempels, Rijswijk (Z.H.); E. R. Thiel, 's-Gravenhage; J. op den Velde, Delft; P.C. Vijf winkel (met lof), 's-Gravenhage; H. G. Wagenaar, Heemstede; S. F. Winkel, Delft. (Van een bijzondere medewerker) Toen ik de lector aan de Freie Universitat, die voor ons 'n lezing had gehouden, ver telde dat wy Nederlanders gedrieën naar de Oostsector wilden gaan, ried hy ons aan alle papieren, die we by ons hadden, thuis te laten en alleen onze pas mee te nemen. „Ik ben het met u eens, dat het verkeer over en weer al maanden lang betrekkelijk ongehinderd doorgaat. Maar men is er nooit zeker van dat dit vanmiddag ook nog zo zal zijn. U hebt alle kans dat er niets bijzonders gebeurt, maar tenslotte is daar alles mogelijk. U zult daar een politieagent de weg vragen; hij hoort meteen dat u buitenlander is. Nu zijn er verscheidene mogelijkheden. Het waarschijnlijkste is, dat hü u de weg wijst en verder niets. Maar het zou ook kunnen gebeuren, dat hij een taxi aanroept, u vraagt wat u zien wilt en een uur met u in de sector rondrijdt. Een andere mogelijkheid is dat hij u met die taxi naar het politiebureau brengt en dat u pas over enkele dagen terugkomt, tenminste als u geluk hebt. Maar wij weten dat al zo lang en we gaan toch ook." Wy vonden deze mededeling eigenlijk over dreven, er gebeurde toch de laatste tijd niets met bezoekers aan de Oostsector. Maar hoe meer we hoorden hoe meer we ons realiseerden, dat willekeur een van de kenmerken is van het communistische systeem en dat het dus onmogelijk is een logische verklaring te geven van de daar genomen maatregelen. Toen we op een avond een bezoek brach- 'en aan de Westberlijnse Bernauerstrasze, •varen we met de S-Bahn naar het station lesundbrunnen gereden. Naar de Ber- nauerstrasze waren we gewandeld langs je Brunnenstrasze, een winkelstraat in de "ranse sector. De verlichting was uitste kend. Maar verderop werd het anders. Deze straat loopt namelijk door naar de Oostsector en we behoefden al van verre niet te raden, waar die was. Aan onze kant een moderne straatverlichting, winkels die een zee van licht uitstraalden en duizen den mensen lopend langs de etalages. Maar aan de andere kant, achter de be kendmaking: „Anfang des demokratischen Sektors", een donkere straat, een verlich ting die deze donkerte nog eens accentueer de, gesloten winkels, de onvermijdelijke politiepost en een lege straat. We waren benieuwd welke indruk we overdag van de „Arbeiter- und Bauern- republik" zouden krijgen. Wy gingen lopen, om in aanraking te komen met de mensen. Ik was voor 1940 nooit in Berlijn geweest, in januari 1945 was ik erdoor gekomen, als gevangene in een gesloten veewagen en later had ik alleen» wat van Pankow ge zien. Maar de foto's van de Friedrich- strasze uit de glorietijd van Duitsland en van de parades in de Hitlertijd, hadden me er een duidelyk beeld van gegeven. Wat we nu zagen was een verlaten straat, waar welgeteld drie auto's reden. Op een dominerende plaats stond het lelijke gebouw van de Russische ambas sade, gebouwd in een soort koekebakkers- stijl; overal hingen spandoeken met op schriften over „eeuwige vrede en vriend schap tussen de Sovjet-Unie en de D.D.R." of met mededelingen over westerse agres siepogingen en oostelijke vredeswil. Daar door kreeg deze brede doodse straat iets lugubers: het dode centrum van een we reldstad. Op onze weg kwamen we over de vroe gere Lustgarten, nu Marx-Engelsplatz. Een vrijwel leeg plein met een grote tribune, waarop de machthebbers plaats nemen bij demonstraties. Er kunnen tienduizenden mensen staan en het was bij 't jongste be zoek van Kroesjtsjev een toer om dit plein vol te krijgen, nu het Oostduitse publiek zo weinig geestdriftig was. Het lukte wel, want het organiseren van „spontane de monstraties" is een kunst die men in de communistische staten perfect verstaat. Al hadden we onze hele tocht precies uitgestippeld, op ieder kruispunt vroegen we iemand de weg, om de kans te krijgen een gesprek aan te knopen. Dat bleek een illusie te zijn. De mensen waren vriende lijk, maar aan onze uitspraak en aan onze kleren merkten ze dat wij buitenlanders waren en zij maakten het zo kort mogelijk. Ze wezen ons met veel gebaren de weg en liepen dan door, want het is niet onge vaarlijk door een politieman te worden ge zien als men met buitenlanders staat te praten. Het uiterlijk van de mensen had iets grauws, de kleur van het puin, waar ze tussen wonen. De kleren waren van slechte kwaliteit. Het vrouwelijke lid van ons ge zelschap had een wandelkostuum aan. Als Het gebouw van de Freie Universiteit in West-Berlijn. we omkeken, zagen we dat vrouwen ble ven staan om haar na te kijken. In West-Duitsland ziet men over het al gemeen weinig politie op straat, behalve dan verkeersagenten. Hier wemelde het er van. De heren zagen er keurig uit in een goedzittend uniform en het was hen aan te zien, dat zij geen gebrek hebben. Van contact met het publiek was vrijwel geen sprake. Ons doel was de Stalin-allee, de straat die aan alle bezoekers wordt getoond om van de prestaties van de Duitse Demo cratische Republiek op te geven. Van de Alexanderplatz loop je erheen langs puin hopen van gebouwen en open plekken, zo dat je soms dwars kunt oversteken naar de volgende straat. Alles is hier zoals in 1945. De Stalin-alleen is een brede straat met ruime trottoirs en indrukwekkende ver lichtingsornamenten. Als de nieuwbouw communistische moderne bouwkunst moet voorstellen, dan kunnen de heren op dit gebied in het westen nog wel iets leren: het is massaal en lelyk. Tegenover het Sportpalast staat nog steeds een groot standbeeld van Josef Stalin. Pieck, Ul- bricht en Grotewohl hebben niet meege daan aan de ontluistering van Stalin. De Stalin-allee is de grote winkelstraat van de Oostsector; boven de winkels lig gen woonblokken. De etalages zien er slecht verzorgd uit. Waarom reclame ma ken als je toch wel verkoopt? Het gewone publiek gaat met zijn bonnen naar de „Konsum"-winkels, want zo groot is de voorraad consumptiegoederen niet. De kle ding- en meubelwinkels hebben een be hoorlijke sortering, maar de prijzen zijn hoog en de kwaliteit is niet best. Geen enkel restaurant langs deze straat heeft een terras waar men ge zellig kan zitten, zelfs „Warschau" en „Boedapest" niet en daa^ kunnen be zoekers uit West-Berlijn nog wel met Westmarken betalen. Wij lopen onder een van de grote hui zenblokken door om een kijkje te nemen op het terrein achter de straat; daar is niets te zien dan uitgewoonde huurkazer nes, afgewisseld met puinhopen en open vlakten, de plaats waar diegenen wonen, die niet tot de partij of een andere geprivi legieerde groep behoren. De Stalinallee met wat er achter ligt is een beeld van wat de Russen „Potemki- nism" noemen, een bedriegelijke fagade, die de trieste werkelijkheid moet verber gen. Maar ook die fagade vertoont ge breken. Men verricht herstelwerkzaamhe den aan deze huizen, die pas enkele jaren geleden voltooid zijn. Het is een zielig re sultaat van communistische opbouw na tien jaar. Terug via de Alexanderplatz, waar een groot Warenhaus van de Handels-Organi- zation staat. Deze warenhuizen zyn eigen lijk het centrum van de officiële zwarte handel. Alles is er te krijgen zonder bon, Het Russische gedenkteken in Berlijn bij de Brandenburger Tor. maar de prijzen zijn zo hoog, dat de ge wone man er niet aan te pas komt. Ook hier is het de communistische elite, die profiteert. Profiteren is misschien wat overdreven als men ziet hoeveel goederen ook in deze winkels van inferieure kwaliteit zijn. Maar er zijn ook nog begerenswaardige dingen te kopen. Roomboter bijvoorbeeld die twin tig mark eetfkilo kost. Dat is voor een ar beider, die gemiddeld 120 mark per week verdient, wel wat veel. Maar wie het waagt in West-Berlijn Oostmarken te kopen tegen de koers van vier voor één Westmark, kan hier goed koop fototoestellen, grammofoonplaten en communistische litteratuur kopen. Het wordt veel gedaan al blijft het riskant, want als men bij een onderzoek niet kan aantonen de Oostmarken in Oost-Berlijn te hebben gekocht tegen een koers van één op één, volgt een vervolging wegens de- viezensmokkelarij en de straffen zijn niet mals. We hebben drieëneenhalf uur gelopen en daarom willen we met de S-Bahn naar het Westen terug. We hopen voor onze West marken kaartjes te krygen. Maar mijn Westmark wordt teruggeschoven door de juffrouw achter het loket: „Mag ik niet aannemen". Dan maar iets kopen in één van de vele winkels in hetstation om wisselgeld in Oostmarken té krijgen. Maar ook daar heb ben we geen geluk. Het is nog een heel eind lopen naar de Brandenburger Tor, dus probeer ik het bij voorbijgangers in de hal van het station. Maar niemand durft te helpen. In een hoek van de hal staat een goed- gekleed heer met een aktentas onder de arm, naar ons te kijken. Ik besluit het hem te vragen. Als ik hem verteld heb dat we geen Oostgeld bij ons hebben, voel ik met een een kaartje in mijn hand. „Maar we zijn met ons drieën. Hij verdwijnt in het gebouw en komt een paar minuten later terug met nog twee plaatsbewijzen, waar voor hij betaling weigert. Wel accepteert hij een sigaret en blijft een poosje met ons praten. Als we later onze gastheer vragen wat dat voor iemand kan geweest zijn (hij kent Oost en West als weinig anderen) is zijn reactie: „u hebt geluk gehad. Het is vrij zeker dat het. een partijman was, anders had hij niet in het publiek zo lang met u staan praten. Hij heeft u waarschijnlijk een goede indruk willen geven van de ser vice in de Oostsector". Als wij weer in West-Berlijn zijn, is het alsof we in een andere wereld zijn aange komen. Druk autoverkeer en vrolijk pra tende mensen. De caféterrassen zitten vol, het publiek is goed gekleed en het is alsof de druk van de laatste uren van je afvalt. Een middag in de Oostsector doet iemand beseffen hoe ontzaglijk waardevol de vrij heid is! Wanneer men ook dit jaar weer eens wil oberen een originele surprise voor Sin- ierklaas te maken, moet men, om een idee tje op te doen, beslist een bezoek gaan brengen aan de tentoonstelling: „Winter feesten in het gezin", georganiseerd dooi de Commissie voor Huishoudelijke en Ge- zinsvoorlichting en gehouden in het ge bouw Frans Halsstraat 7, in Haarlem. De verschillende cursussen van de Com missie voor Huishoudelijke en Gezins- 'oorlichting die al jaren geleden wer den opgericht hebben alle hun steentje ertoe bij gedragen om met bescheiden middelen de origineelste cadeautjes te maken. Zo heeft de cursus pitrietvlech- ten waar je maar acht lessen hoeft te '•'olgen om een volmaakte vlechtster te ijn heel wat tafelmatjes, fruit- en 'i'oodmandjes opgebracht. Op de cursus: Eenvoudige leerbewerking" werden vele oorwerpen van blank of gekleurd leer omaakt, waarbij vooral het groene kam- fui en de rode portefeuille door hun een- "'ud opvielen. De origineelste èn goedkoopste pre sentjes kwamen bij de cursus: Verras singen en cadeautjes voor kinderen" uit de bus, want een kersenmand werd een mhattig wiegje, een pak lege lucifers doosjes werd gebruikt om een heel dorp m te bouwen, met denne-appeltjes als 'oompjes, en een schaakspel werd van burken gemaakt Als men dus zo'n goed- oop en origineel cadeau wil maken, moet ien erom denken van nu af aan geen ucifersdozen, kurken en melkdoppen weg 's gooien. En ook de restjes wol, lapjes en 'ukjes gekleurd papier bewaren. Gordijn- aken komen uitstekend van pas, want Is men aan elke haak een gekleurd kraal- i doet, kan men gemakkelijk een schat- k-*'irvg rijgen. In „Het Huis van Looy" is tot 8 decem ber een tentoonstelling te zien van enkele werken uit Haarlems moderne kunstbezit en van reprodukties naar „klassieke mo derne" meesterwerken. De bedoeling van deze expositie is een didactische. Vooral scholieren kunnen hiermee gebaat zijn en waarom zouden de naar wij hopen leer gierige spruiten niet hun ouders kunnen meenemen, die hen zonodig met hun uit leg van dienst kunnen zijn? Zonodig, schrijf ik, want groepen van het tentoon gestelde werk worden begeleid door enige getypte verklaringen aan de wand en voor een luttel bedrag is een gestencilde in leiding verkrijgbaar, die summier en mis schien voldoende duidelijk een en ander zegt van de bedoelingen van de verschil- lene richtingen sinds het impressionisme. Echt principiële bezwaren mag ik althans niet koesteren. Bij de zo moeilijke verkla ringen van de „ismen" is het mogelijk, dat men ietwat te zeer de nadruk legt op som mige dingen. Voorts is het werk van waarlijk grote artiesten, die zelf een richting hielpen oproepen, toch niet altijd geheel in zo'n kring te passen. Een be langrijk deel van het oeuvre van de im pressionist Renoir is toch eigenlijk moeilijk echt impressionistisch te noemen. De enige consequente impressionisten waren Monet en misschien Sisley en Berthe Morizot. Wanneer men schrijft, dat bij de im pressionisten zónder omweg over de geest kleursensaties omgezet worden in be wegingsimpulsen, dan overdrijft men een beetje. Dat het impressionistische zien een zekere mate van nonchalance ten opzichte van de opbouw en de lokale kleur tot ge volg zou hebben, werd door tijdgenoten als zodanig wel gevoeld, gezien ook de reacties der neo-impressionisten. Wij ech ter spreken thans liever van goede en minder goede schilderijen en de laatste vertonen die nonchalance dan wel. Wat betreft die lokale kleur kan ik de inleider echter niet meer volgen. En wanneer ge schreven wordt dat De Vlamincks kleuren na zijn Fauvistisch begin harmonischer werden, dan geloof ik dat men deze op merking moet zien als gevolg van een kwestie van persoonlijke smaak. Alle lof echter voor de manier waarop iets gezegd wordt over moeilijke rich tingen als Fauvisme en kubisme. Het sur realisme wordt door de reprodukties wat te weinig geïllustreerd. Maar, vragen we ons af, in hoeverre kunnen vele surrealis tische schilderijen tot de klassieke werken van de moderne kunst gerekend worden? Van klassieke werken immers verwacht men dat ze zullen stand houden. Men neme het woord klassiek dan ook niet te nauw. Het gaat hier om werk dat nog van invloed is, dat onze geest nog kan bezighouden om een of andere reden. Of Masson bijvoorbeeld een waarlijk klas siek werk leverde, betwijfel ik. En van Marquet neem ik dat direct aan. Kan- dinsky's compositie klassiek te noemen, zou ik willen weigeren. Men bedenke zich echter wat Fransen wel plegen te zeggen: dat de critiek maar de mening van een meneer is, in dit geval van Bob Buys Henny Turkenburg, die gedurende meer dan tien jaren instructrice is geweest van de r.-k. volksdansgroep „Marijke", heeft wegens bijzondere omstandigheden beslo ten deze functie neer te leggen. Leerlingen en oud-leerlingen nemen za terdagavond 16 november afscheid van haar in de gymnastiekzaal van de r.-k. jongensschool aan de Tetterodestraat in Haarlem. Tot opvolger van Iienny Turkenburg is benoemd de heer Bob Jansen, die zijn aandacht zal richten op het verder uit bouwen van het dansrepertoire en daar naast op verzoek van het groepsbestuur creatief spel zal gaan beoefenen. Donderdag 28 november zal de heer J. Liber uit Amsterdam voor de Haarlemse Sportraad in Brinkmann te Haarlem een lezing houden over het onderwerp „Sport en pers". Na deze inleiding zal er gelegen heid gegeven worden voor het stellen van vragen en deze vragen zullen beantwoord worden door een forum, bestaande uit de heren: D. Beets, voorzitter van de Haar lemse Sportraad, S. Heijers, inspecteur lichamelijke opvoeding, J. Liber, sport journalist. D. A. J Spek, gemeenteraads lid en H. Stapel, voorzitter van de Neder landse Culturele Sportbond. De Vereniging "Weldadigheid naar Ver mogen" waarvan mr. O. P. F. M. Cremers, burgemeester van Haarlem, ere-voorzit- ter is, zal op zaterdag 16 november een gala-voorstelling geven in de stadsschouw burg te Haarlem, ten bate van deze ver eniging. Deze vereniging werd in 1888 op gericht tot het uitoefenen van zuiver par ticulier algemeen maatschappelijk werk in de gemeenten Haarlem, Bloemendaal en Heemstede. De "Weldadigheid naar Vermogen" heeft geen politieke kleur en maakt geen onderscheid in kerkelijke ge zindten. Men werkt bovendien samen met alle verenigingen, die op hetzelfde ter rein werkzaam zijn. In de schouwburg zal opgevoerd worden „Dom Juan" een comedie van Molière, ten tonele gebracht door het Rotterdams Toneel. In het comité van aanbeveling hebben zich bereid verklaard zitting te nemen de dames: mevrouw mr. J. A. Prinsen-De Jong, mevrouw C. G. E. M. Cremers-de Bruyn, mevrouw L. C. A. L. van Rappard- Mundt en mevrouw M. N. Peereboom-Vol- ler - Sedee. Uit de statistiek over oktober van de stadsbibliotheek en -leeszaal van Haarlem blijkt dat er 25948 boeken aan volwasse nen zijn uitgeleend. Daarvan werden er 14197 boeken afgehaald bij de hoofdbi bliotheek, 7056 bij het filiaal Haarlem- Noord, 3171 in Haarlem-Oost en bij het filiaal Spaarndam 354 boeken. Uit de mu ziekbibliotheek werden 1170 boeken uit geleend. De jeugdbibliotheek leende 10683 boeken uit en wel de Schouwtjeslaan 3931, Haar lem-Noord 4052, Haarlem-Oost 2331 en het filiaal Spaarndam 369. Het bezoek aan de leeszalen over de maand oktober (6568) kan als volgt wor den onderverdeeld: hoofdbibliotheek kran tenzaal: 3222, hoofdbibliotheek leeszaal: 1830, filiaal Haarlem-Noord: 589, filiaal Haarlem-Oost 241, jeugdbibliotheek Schouwtjeslaan 329 en jeugdbibliotheek Haarlem-Oost: 357. ADVERTENTIE -A N. -v (BRAND-, ONGEVALLEN-, AUTOVERZ. ENZ.) Betere polisvoorwaarden, prima dekking. Niet duurder. wel selcuurder. Haarlem, Wilhelminastraat 15, telef. 1-3-8-6-8-. Het eerste werk, dat ik mocht zien van Jules Chapon, die tot 2 december bij Galerie Espace aan het Klein Heiligland te Haarlem exposeert, bestond voor een groot deel uit gevoelige bloemstukjes, die zeker op verantwoorde wijze konden vol doen aan een vraag, maar nog te weinig persoonlijkheid vertoonden. Niet dat Cha pon nu zo in de ban was van een of ander voorbeeld. Hij had slechts zó leren schil deren en enige ontplooiing van zijn per soonlijkheid was nu niet bepaald bevor derd door de tijd, die lag voor het ont staan van deze werkjes, die ik kort na de oorlog onder ogen kreeg. Sindsdien heeft Chapon een lange en moeilijke weg naar de vrijheid doorlopen, met het besef daar bij dat vrijheid nog geen ongebondenheid betekent. Bij het zoeken na,ar zichzelf ver werkte Chapon enige zich meer of minder duidelijk aftekenende fasen. Allereerst bevrijdde hij zich van wat naar zijn gevoel misschien klein gepeuter leek door de natuur te vertolken in schil derijen van een eenvoudige kleurgeving, waarbij de kleuren in grote vormen gevat werden. Die kleurgeving was gereserveerd en de vorm-omspannende contouren waren strak en overwogen. De binding aan de natuur moet hem nog te zeer belemmerd hebben bij de vertolking van zijn meest persoonlijk voelen en zo heeft hij zich losgemaakt van die natuur. Een louter schilderkunstige problematiek drukte in den beginne nog op zijn toen abstracte schilderijen, die daardoor iets droogs ver kregen, al getuigden ze van goede smaak. Allengs echter groeide voldoende vertrou wen in zichzelf en ik geloof te mogen zeggen dat Chapon zich die vrije manier van uiten verworven heeft, die hem past. Na het loslaten van zijn aangeleerde naturalistische schilderwijze vond hij al enigszins de kleur, die het meest beant woordt aan zijn persoonlijk voelen. Die kleur is vervolgens rijker geworden, omdat hij de kleuren daar kon dirigeren waar hij ze wenste, niet meer belemmerd door de gegevens in de natuur, zij het misschien wel daardoor geïnspireerd. Chapons vorm geving werd pas vrijer na de eerste ab stracte schilderijen. Want niet alleen de natuur maar ook de begrenzing van het te beschilderen vlak bepaalt mede de vorm geving. Veelal begint men dan met zich te concentreren op het midden van het schil derij en laat de kanten een achtergrond begrenzen. Toch begon Chapon al de lijst als het ware te doorbreken, hetgeen zo kan toevoegen aan de ruimtelijkheid van een werk. Voor wie de beschouwende behoefte heeft werk als dat van Chapon geheel te doorgronden, geloof ik dat deze voor moei lijkheden komt te staan. Maar staat hij dat niet eveneens soms bij een stilleven of landschap? Het picturale denken is iets dat men zich vertrouwd moet maken en een uitwisseling van gedachten hierbij is zoveel moeilijker dan wanneer het om in woorden te vatten begrippen gaat. Ik meende in Chapons werk te zien, dat hij op zijn Israëlische reis een en ander beleefd heeft, dat thans in zijn werk naar buiten komt. Een schilderijtje, dat hij „stad" noemt, is me lief. In een kunst als deze is de kans op zelf bedrog betrekkelijk groot. Ik ben er van overtuigd dat Chapon zich hier volkomen van bewust is. Hij heeft zich deze moeilijke weg verkozen, omdat het hem een nood zaak was. Mij bleek dit wel uit zijn ont wikkeling. Ik geloof echter dat dit zonder meer uit zijn resultaten ook kan blijken. Bob Buys Het derde dinsdagavondconcert van het Noordhollands Philharmonisch Orkest werd door Marinus Adam geleid. De cel list Caspar Cassado had een belangrijk aandeel in deze avond door zijn tweevou dige solistische medewerking, te weten in het celloconcert van Boccherini en in de Hebreeuwse rapsodie „Schelomo" van Ernest Bloch, over welke compositie de lezers reeds enigszins zijn ingelicht na de voorbespreking in de editie van zaterdag. Door de werkelijk bezielde uitvoering van dit in menig opzicht grandioze stuk wer den de verwachtingen, die men er reeds van gekoesterd mocht hebben, nog over troffen. Bloch's muziektaal heeft een eigenaar dige buitentijdelijke klank, gewekt door de verbinding van synagogale psalmodieën met modern-orkestrale klankkleuren van een donkergloeiend timbre. In de solo van de violoncello meent men werkelijk de stem van de oudtestamentarische vorst te horen, zich beurtelings gebiedend tot zijn volk en smekend tot zijn God wendend. Dit geluid wordt doorkruist en soms onder broken door andere stemmen, waarin de wijding van een tempeldienst, de pracht van een feeststoet, de heilige vastbesloten heid van een optrekkende legerschare doorklinken. Maar na allé praal er al het machtsvertoon komt steeds weer de dee moedigheid van een geloofskracht die sid dert voor wet en wraak. Aldus rees de gestalte van de vorst op in zijn trots en zijn onderworpenheid, uit een muziek die inderdaad door een hedendaagse muzikale profeet geschreven is. Ik bedoel hiermee niet dat Bloch's muziek naar de toekomst wijst (zij doet dit bepaald niet) maar wel dat de componist de moed heeft gehad zijn pen te laten besturen door dt zeker heid verkondiger te zijn van duizendjarige tradities, waarvan Ie echo in zijn werk moest resoneren. Cassado en het orkest hebben het stuk met grote intensiteit tot uitvoering gebracht. Het publiek, zeer onder de indruk, dankte hen daarvoor staande en dé solist betrok met recht Ma rinus Adam en de orkestleden in deze hulde, waarvan ook hén zeker een gelijk waardig aandeel toekwam. De avond werd daarna eveneens in een musische atmosfeer met een op hoog peil staande uitvoering van Debussy's orkes trale meesterwerk „La Mer" besloten. De musiceerspanning van het voorafgaande werk leefde kennelijk nog voort bij het orkest en zijn dirigent. Debussy, die in dit werk het impressionistische picturale ideaal van licht en kleur misschien het meest benadert, vergt hier tevens het uiterste van het reactievermogen en de differentiatiekunst van iedere speler af zonderlijk, terwijl toch de duizenden kleine ADVERTENTIE 8.l5plltr- 38% motieven en klankfiguren slechts punten, kleine schaduwwerkingen of lichtvlekken mogen vormen in de totale evocatie. De uitvoering was, door de concentratie en de bereidheid van allen, boeiender dan de routine-uitvoering van menig op zichzelf hoger geklasseerd ensemble. Rest nog te vermelden dat het progranv- ma geopend was met een goede, doch wel licht wat weinig genuanceerde uitvoering van het Concerto grosso no. 21 van Han del, waarin vier orkestleden (de heren Hes- merg, De Graaff, Biele en Rosekrans) zich onderscheidden in de obligate partijen. Het celloconcert in Bes van Boccherini had reeds vóór de pauze aan Cassado gelegen heid gegeven zijn eminente interpretatie kunst te tonen, waarbij vooral de wijze waarop hij in het tweede deel de toon bijna ongemerkt liet „opbloeien" uit de orkestklank bijzonder fraai was. Sas Bunge Gedeputeerde Staten van Noordholland hebberi besloten de kruising van de Brou- werskolkweg met de Tetterodeweg te O verveen aan te wijzen als voorrangskrui sing, met dien verstande, dat het verkeer op de Brouwerskolkweg voorrang heeft op dat op de Tetterodeweg. Het besluit is genomen naar aanleiding van een brief van het gemeentebestuur van Bloemendaal. Gedeputeerde Staten hebben overwogen, dat het uitzicht op het kruispunt wordt belemmerd door de dichte leuningen van de in de Brouwerskolkweg nabij het kruispunt aanwezige Prins Bern hardbrug. Het is derhalve gewenst de on derhavige kruising in het belang van de vrijheid van het verkeer en de veiligheid op de weg aan te wijzen als voorrangs kruising. Teneinde het veranderingsproces bij het kind gedurende de puberteitsjaren te be lichten houdt de Vereniging voor Vrije Opvoedkunst op zaterdag 16 en zondag 17 november een openbaar weekeinde in de Haarlemse Rudolf Steinerschool aan de Wilhelminastraat. Zaterdagmiddag zal ir. J. van Wettum een voordracht houden over „Veranderin gen in de ontwikkeling", des avonds wordt door mr. M. L. Stibbe een inlei ding gehouden over „Het spel der veran deringen in de jeugd." Zondagmiddag spreekt de heer K. Jan sen over „Veranderingen van vormen, praktische oefeningen in het boetseren" en de heer J. Kraamwinkel over: „Uit de praktijk van het onderwijs." Praktische oefeningen in het boetseren zullen het gesprokene verduidelijken en ook zal een bescheiden tentoonstelling van werk van leerlingen worden gehou den. I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 13