Albert Heijn Intrede ds. Solinger als predikant Lutherse gemeente te Haarlem „Omzien in wrok" van John Osborne door de toneelgroep „Theater" Accountant verdacht van onjuiste belastingaangifte Modern winkelen in de Residentie-Orkest in de hoofdstad voor niet-Amsterdammers Chinese volksliederen in het Tropenmuseum HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 5 HAARLEMSE RECHTBANK AH-SuperMart ^tiperMart dees ^uperMarb Burgerlijke Stand van Haarlem Mr. dr. Berkhouwer spreekt voor „Door de eeuwen Nieuwe Franse revue in Carré trouw" Herdenkingsdienst in de Sionskerk Nieuw bedrijf van „De Spaarnestad" geopend MEVROUW, Koning Bouclewijn kocht de „Nieuwe Thijdinghen" MAANDAG 9 DECEMBER 1957 De Haarlemse rechtbank is vanmorgen begonnen met de behandeling van de zaak legen een vierenvijftigjarige accountant uit Haarlem-Noord, verdacht van het doen van onjuiste aangifte voor de inkomsten belasting voor zichzelf en van enkele klan ten, De officier van Justitie had elf getui- n gedagvaard, onder wie vier ambtena ven van de belastingen, een accountant als deskundige en enkele cliënten van ver dachte. Reeds negen maanden is de accoun- lant in het Huis van Bewaring te Haarlem gedetineerd. Vorige week zou de zaak dienen, maar wegens ziekte van de officier van Justitie, mr. G. W. F. van der Valk Bouman, werd de zaak uitgesteld tot vanmorgen. De verdachte was tenlastegelegd, dat hij onjuiste aangifte had gedaan voor de in komstenbelasting over de jaren 1952 tot en met 1955. Voor 1952 had hij als zuiver inkomen opgegeven ƒ2854, voor 1953 f4182, voor 1954 4779 en voor 1955 f 6147. Volgens de dagvaarding moet hij geweten hebben, dat het totaal zuiver inkomen in dje jaren aanzienlijk groter was geweest dan was opgegeven. Voorts was hem ten lastegelegd het doen van een valse aangifte voor de inkomstenbelasting 1955 (opgege- ven een bedrag van 16.120) en voor de vermogensbelasting (opgegeven 60.544) van een Haarlemse slager. Hij wordt er van verdacht de bedragen, die volgens de dagvaarding te laag waren, onjuist te heb ben opgegeven, medeplichtig te zijn aan de opgave of het doen van aangifte te heb ben uitgelokt. Ten derde vermeldde de dagvaarding het vervalsen of doen verval sen van een aantal boekingen in de kas boeken 1950 tot 1956 van de slager. Als eerste getuige werd gehoord de heer 3. de Vries, hoofdcontroleur van 's rijks belastingen te Amsterdam, die een uitvoe rig onderzoek heeft ingesteld. Hij deelde mee, dat de boekhouding van verdachte bestond uit een aantal schriften voor de dagelijkse ontvangsten, een giroboek en enkele bankboeken. Bij de aangifte voor de inkomstenbelasting heeft de accoun tant uitsluitend gebruik gemaakt van de schriften, dus niet van de giro- en bank boeken. ADVERTENTIE 1 Alleen dinid.ig en woensdag 10 en 11 dec. a.s. Gehakt met zakje kruiden en recept 500 gram 148 Hachévlees 500 gram 108 Klapstuk 500 gram 178 SPECIAAL AANBEVOLEN schoudercarbonade, rolpens, doorregen varkenslappen UIT EIGEN SLAGERDEN Gebraden gehakt 150 gram 59 VEILING-VERSE GROENTEN Alleen dinsdag en woensdag 10 en 11 dec. a.s. Gesneden boerenkool 500 gram 29 Golden Delicious, extra mooie per kilo 99 Garantie voor kwaliteit Laagste netto-prijzen Rente plus winstaandeel GROTE HOUTSTRAAT 9? Haarlem, 7 december 1957. ONDERTROUWD 7 dec. J. Sprengers en B. Brants; J. C. Jongebreur en M. E. Sperwer. GEHUWD 7 dec. W. Diets en M. Mole naar; W. B. A. Schaaf en A. A. Pluim; B. Nieuwenhuis en M. Reinders; H. A. C. Werner en S. Stek; W. B. Timmer, en Z. Keuning. BEVALLEN van een zoon: 6 dec.: D. van der Noordaa-Poppinga; 7 dec. T. Baars- De Graaf, M. A. van Hoessel-Kroone. BEVALLEN van een dochter: 4 dec. J- M. L. Kemp-Jongbloed; 5 dec. G. J. van Qeijlswijk-Nuijten6 dec. G. Broekhuis- Van der' Goes, G. M. Tesser-Van Ingen, G. •1- Conijn-Van Beek; 7 dec. C. Slierings- Knetemann. OVERLEDEN 4 dec. J. G. van Goor- Brunnekreef, 73 j., Kenaupark; 5 dec. H. Gosewehr, 76, Ursulastraat, E. J. Stam, 68 i-, Dutrystraat, P. M. Verhagen, 65 j., Am sterdamsevaart; 6 dec. W. van Bodegom, 84 j., Maerten van Heemskerkstraat, P. Wempe, 53 j., Fonteinlaan, S. J. Meeter, 84 j., Jansstraat, E. Chr. Eleveld-Meijer, 11 Leidsevaart. Verdachte gaf dit toe dat hij op deze wijze gehandeld had. De heer De Vries heeft verder een on derzoek ingesteld bij de cliënten van ver dachte en was tot de conclusie gekomen, dat een groot aantal bedragen die aan ver dachte waren betaald niet aan de belastin gen waren opgegeven. Verdachte gaf toe de inkomsten van cliënten gedeeltelijk te hebben opgegeven, waarop de president, mr. A. M. baron van Tuyll van Serooskerken opmerkte: „Dat begrijp ik niet. Uw taak is immers de aan gifte voor de belastingen te verzorgen voor anderen, maar uw eigen aangifte vergeet u". Verdachte: „Ik heb le weinig aandacht aan mijn eigen opgave besteed. Ik had het zo druk, dat ik niet die aandacht er voor had als wel nodig is". De heer De Vries deed een uitvoerige opgave van de boekingen, die niet verant woord waren. Tegen sommige boekingen kwam verdachte op, waarna de president zeide: „Met genoegen stel ik vast dat de memorie, wat de boekingen betreft, niet geheel verloren is". Verdachte ontkende een aantal bedra gen, dat de getuige in de boeken van cliën ten aangetroffen heeft, ontvangen te heb ben. Andere boekingen gaf hij toe en hij voegde eraan toe vergeten te hebben de ontvangen bedragen aan de belastingen te hebben opgegeven. De president herinnerde er aan, dat de slager en verdachte een reis naar Italië hebben gemaakt. „U is zeker gaan potver teren met de bedragen, die niet in de boe ken zijn opgenomen of aan de belastingen zijn opgegeven". Bij het onderzoek in de boeken van cliën ten is de heer De Vries tot de conclusie gekomen, dat verdachte de volgende be dragen moet hebben ontvangen, welke hij niet aan de belastingen heeft opgegeven: 1952 ƒ3832; 1953 2377; 1954 ƒ3624; 1955 2573. Vervolgens deed de getuige mededelingen van bedragen die verdachte ontvangen moet hebben op andere wijze dan als hono rarium voor verrichte werkzaamheden, zoals verkoop van onroerende goederen. Daarbij kwam onder andere ter sprake het eventueel ontvangen van „zwart geld" van 10.000 bij de verkoop van een boerderij in Oude Tonge. Verdachte deelde mee het bedrag gegeven te hebben aan een belang hebbende bij de verkoop, die inmiddels is overleden. Bij de behandeling van de diverse pos ten merkte verdachte enige malen op, dat hij onvoldoende tijd heeft gehad het straf dossier te bestuderen, hetgeen voor de president aanleiding was de behandeling te onderbreken, om de rechtbank in de ge legenheid te stellen in raadkamer te gaan. De president deelde na heropening der zitting mee, dat de behandeling der zaak geschorst werd tot twee uur. Dan zullen nog enkele getuigen gehoord worden, waarna schorsing der zaak zal volgen om verdachte in de gelegenheid te stellen het dossier te bestuderen. Mr-. A. W. Luikenga deelde namens ver dachte mee, dat het verzoek om de zaak uit te stellen niet door deze gedaan wordt, waarna gepauzeerd werd tot twee uur. Men kent, al is het maar van horen zeg gen, het recept van de Parijse musichalls: spaarzaam beklede meisjes, pikante grap jes en veel schitterende bombast daarom heen. Ook de Franse exportrevue „Oh, voila Paris", die op het ogenblik in Carré loopt en volgende week ook een avond naar Haarlem komt, werkt volgens het zelfde principe, al valt het, althans wat de blotigheid betreft, nogal mee. Deze be perkt zich namelijk tot het optreden van drie roze dames van een grote confectie maat, wier enige bijdrage tot de feest vreugde bestaat in het waardig over het toneel schrijden op de meest-onlogische ogenblikken. Blijkbaar moet het feit, dat zij daarbij slechts gehuld gaan in enkele weinige blinkende lovertjes, reeds als een uitputtende artistieke prestati^ be schouwd worden. Het moet erkend werden, dat de costu mes der overige medewerkenden, en voor al ook de zeer fraaie décors, inderdaad herinneringen wekken aan de kostbare montages zoals men die in de Folies Ber gères en het Concert Maillol in Parijs te zien krijgt. Iedere scène speelt zich af voor een ander achterdoek, waarvan er vele onder andere een silhouet van de Rive Gauche, compleet met verlichte Eifeltoren! een bijzonder suggestieve werking hebben. Ook de finales, met hun pronk van struisveren en klatergouden avondtoiletten, zijn kijkspullen van for maat, al dienen zij dan, net als bij de Folies, voornamelijk „pour épater le bour geois" en om het gebrek aan originaliteit en geest te camoufleren, dat hier inder daad ontstellend groot bleek te zijn. De als „ondeugende pikanterieën" bedoelde sketches als „Het Kamermeisje", „Hij, zij en de sigaar" en dergelijken bijvoor beeld waren armzalige banaliteiten, ge speend van iedere humor en opgediend zonder een spoor van de flair en de vaart, die dergelijke „geestigheden" voor een deel van het publiek nog wel genietbaar kunnen maken. Hetzelfde geldt trouwens voor vrijwel het gehele programma. Er werd, op en kele uitzonderingen na, zonder enige geestdrift gewerkt, al deed men wel alle moeite om met routine-glimlachjes en druk gebaren de schijn op te houden. Be paald tragi-komisch deden soms de ver richtingen van het balletje aan van twaalf over het algemeen niet meer zo heel piep jonge meisjes, die veelal maar lukraak heen en weer schutterden over het to neel en daarbij kennelijk nog alle moeite hadden om hun eenvoudige passen en be wegingen gelijk te laten verlopen. Goede dingen zag men eigenlijk alleen van de kwajongensachtige „leading man" Lucien Frébert, die een zeer matige lied jeszanger, maar een vaardig persiflator bleek te zijn met onmiskenbare mimische talenten, al heeft hij daarvoor dan ook leentjebuur gespeeld bij Chevalier. Zijn tegenspeler Sergeot verraste met een koddige parafrase als een bejaarde pre mière danseuse een der weinige pro grammanummers die het publiek tot een open doekje verleidde. Tenslotte moet ook het danspaar Sylvia Bordone en Bruno Madej genoemd wor den. Hun wervelende Csardas in de scène van het zigeunerfeest, was eigenlijk de enige confrontatie met kleinkunst van groot formaat; de rest is met alle waardering overigens voor-de -fraaie aan kleding en het ijverig pogen ronduit tweederangs. H. Croesen Op 17 december zal in „Boekenrode" bij het station Heemstede-Aerdenhout een bij eenkomst plaats hebben van de Stichting „Door de eeuwen trouw". Mr. dr. C. Berk houwer, lid van de Tweede Kamer, zal spreken dver de rechtsstrijd van de Am bonezen. Hij wordt ingeleid door prof. Ge- sina van der Molen. Het slotwoord zal ge sproken worden door mr. H. J. F. M. Hüf- fer. Voorts wordt er aan deze avond mede werking verleend door een Ambonees or kestje. Op zondagavond 15 december wordt in de Sionskerk te Haarlem-Noord ter gelegen heid van het eerste lustrum van deze kerk een dank- en herdenkingsdienst gehouden. Op deze avond zullen ds. J. Kroon en ds. G. H. v. d. Woord het woord voeren. Het Schotens Christelijk Gemengd Koor zal onder leiding van Geert de Boer haar medewerking verlenen. Na afloop van de dienst wordt in de Jeugdkapel een filmstrook vertoont over de bouw van de kerk. Zaterdag heeft de commissaris der Ko ningin in Noord-Brabant prof. dr. J. E. de Quay, het nieuwe bedrijf van de n.v. De Spaarnestad in Etten officieel ge opend. Hij deed dit door de laatste steen te metselen. Op 1 mei 1956 had de com missaris van de Koningin ook de eerste steen gelegd. Het nieuwe bedrijf in het ontwikkelings gebied Zuid-West Brabant zal werkgele genheid geven aan honderd personen. Het heeft een vloeroppervlakte van 5000 vier kante meter, terwijl er nog ruimschoots expansiemogelijkheid is. Behalve door prof. De Quay en zijn echtgenote werd de officiële opening ook bijgewoond door het hoofd van de afde ling regionale industrialisatie van het mi nisterie van Economische Zaken, drs. F. van Os, door het Tweede Kamerlid de heer W. Assmann, de burgemeester J. P. God- waldt, deken Koopmans van Etten en vele Westbrabantse autoriteiten. Mevrouw De Quay onthulde in de hal van het hoofdgebouw een wandplastiek, ontworpen door de Brabantse kunstenaar Lucas van Hoek. Na bevestigd (e zyn door ds. G. Kroes heeft ds. D. Solinger, tot voor kort predi kant te Purmerend. zondagmorgen zijn intrede gedaan als predikant van de Evan gelisch Lutherse gemeente Haarlem: als tekst voor zijn predikatie had hij gekozen Johannes 3 vers 16: „want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn enig geboren zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren zou gaan, maar het eeuwige leven hebbc." In de kerk aan de Witte Herenstraat waren velen bijeengekomen, onder wie de Commissaris der Koningin in de provincie Noordholland, dr. M. J. Prinsen en diens echtgenote, mevrouw mr. Prinsen-De Jong, de loco-burgemeester van Haarlem, de heer D. J. A. Geluk, de wethouder van Zand- voort de heer W. van der Werff, de hoofd commissaris van politie te Haarlem, de heer J. Fontijne, en afgevaardigden van de Oecumenische raad voor Haarlem en omstreken en van verschillende kerkge nootschappen. Ds. Kroes sprak naar aanleiding van hetgeen Paulus tot de Korinthiërs heeft gezegd: „Wij prediken niet onszelf, maar Jezus Christus, dat Hij de Heer is." De predikant zeide, dat de gemeente diverse vragen stelt als een nieuwe voorganger zijn intrede doet. De apostel Paulus heeft op die vragen antwoord gegeven, zoals hij dat eens gaf aan de christen-gemeente van Korinthië, namelijk „Wij prediken niet onszelf." Paulus heeft de gemeenschap van Korinthië gewaarschuwd, dat het gaat om het evangelie. Ook thans staat de ver kondiger niet op de eerste plaats, maar wel de verkondiging van het woord van God. De predikant zal niet zichzelf prediken, maar Jezus Christus, wiens woorden een kracht zijn en zullen blijken tot behoud van de mens. Moge ds. Solinger blijven ge tuigen, dat Jezus in ons leven moet zijn, aldus besloot ds. Kroes zijn predikatie, waarna hij de predikant bevestigde. Ds. Solinger gebruikte als leidraad voor zijn predikatie de symboliek van de verre kijker, waarmee men de dingen naar be lieven groot of klein kan maken. Men kan Gods macht en majesteit beschouwen, doch ook het kleine, liefelijke in Hem, zoals dat met Kerstmis accent krijgt. De komst van een nieuwe predikant kan men door een verrekijker vergroten tot iets belangrijks, doch niet de predikant is belangrijk. Men moet in de kerk komen omdat God ons daar verwacht. Ds. Solinger wijdde woor den van respect aan zijn voorganger ds. Spliethoff, wiens oprechtheid en vroom heid diepe indruk op hem hebben gemaakt. Hij uitte de hoop dat hij in Haarlem veel gehoor zal vinden voor de boodschap dat God de wereld liefheeft en tot de mensen is gekomen. „Met grote vreugde", aldus de predikant, „wil ik deze boodschap verkon digen aan jong en oud." Nadat ds. Solinger een persoonlijk woord had gericht tot de vertegenwoordigers van de overheid en kerkgenootschappen en tot de gemeente, heette de heer J. S. Theijse de nieuwe predikant en diens gezin wel kom in de gemeente. Ds. Solinger werd toe gezongen Gezang 272: „Dat 's Heren zegen op u daal". Aan de dienst verleende het kerkkoor der gemeente zijn medewerking. Het zondagmiddagconcert voor niet- Amsterdammers in het hoofdstedelijke Concertgebouw werd ditkeer door het Resi dentie-Orkest, onder leiding van Willem van Otterloo, verzorgd. Het is een hoog staande manifestatie geworden, die in een bezonken vertolking van „Das Lied von der Erde" van Gustav Mahler culmineerde. Zoals elk werk van deze hartstochtelijk levende en strevende kunstenaar is deze symfonisch opgevatte liederencyclus een verklaring van zijn wegen en een bekente nis. Maar het is nu niet meer de Mahler, die met de vurige betoogtrant van een wereldhervormer meende in zijn symfo nieën de kosmos te beheersen. Men hoort de geresigneerde stem van een ontgoo chelde, die aan het eind van zijn leven de werkelijkheden van het menselijk bestaan als een ijdel drijven doorziet. Hij vraagt van de muzikale uitdrukkingskracht niet meer het onmogelijke, hij overschreeuwt zich niet meer, maar brengt het uiterste wat hij zich aan technische en artistieke vermogens verworven heeft te pas om een werk van schoonheid en menselijke waar heid te scheppen, dat de som van zijn leven en streven zal vertolken. In een reeks oud- Chinese gedichten vond hij het „Vanitas vanitatum" weerspiegeld, dat hem tot klaar besef geworden was. Hij wijzigde de tek sten zodanig, dat het geheel zijn eigen „lied der vergankelijkheid" werd. Toen Mahler „Das Lied von der Erde" als „een symfonie voor tenor en alt met orkest" betitelde, heeft hij terecht de symfonische betekenis van het werk willen beklemtonen. De beide zangstemmen fungeren als het ware om beurten als het verklarende medium van wat zich in het orkest afspeelt met een virtuoos gebruik van de instrumentale middelen, die soms meer nog in kleur dan in lijn een suggestief effect teweegbrengen. De wijze waarop Willem van Otterloo de rijke partituur met het Residentie-Orkest uiterst delikaat afgewogen en steeds inner lijk geladen wist te doen klinken, verdiende de hoogste lof. De vocale medewerkers waren de Griekse alt Elena Nikolaïde en de Beierse tenor Lorenz Fehenberger. Bei den bleken voor hun taak berekend. Tevoren was Haydn's Militaire Symfonie in een geraffineerd samenspel ten gehore gebracht en hadden wij kunnen kennis maken met een der laatste orkestcompo sities van Honegger, getiteld „Monopartita" een eendelig stuk, waarin zonder causaal verband een aantal vormen in wisselende tempi zonder onderbreking in elkaar over gaan. In deze zeer vrije vorm is het de componist gelukt een boeiende muziek te schrijven, die alleen even ontsierd wordt door een barbaars klinkende fanfare, die aan een dergelijk onschoon fragment van zijn „Roi David" herinnert. Overigens is het een zeer mooi stuk, zonder diepgaande problemen. Het werd prachtig vertolkt. (Alleen hebben we even navraag moeten doen of we een saxofoon of een fagot als solopartij gehoord hadden. Het bleek zo als we wel vermoed hadden dat de eerste fagottist met zijn al te vibrerende toon- vorming ons waarnemingsvermogen op de proef had gesteld. Het was niet de eerste keer dat dit gebeurde, maar laat het dan nu de laatste geweest zijn. Jos. de Klerk In de aula van het Koninklijk Instituut voor de Tropen te Amsterdam gaf de Chi nese zangeres Tcheng Hsin Ting zondag middag een recital van volksliederen uit ha.r geboorteland. Deze zangeres heeft haar muziekstudie, na een vooropleiding aan het Nationale Conservatorium te Sjanghai, voltooid in Europa en onder meer te Parijs van Charles Panzéra en Noëmie Perugia les gehad. Haar eerste optreden in Neder land had thans plaats in samenwerking met twee jeugdige Franqaises: Aline Kopp (piano) en Franchise Villermet (fluit). Vooral de laatste onderscheidde zich door haar zuivere en gevoelige toon. De bewerkingen van de oorspronkelijke melodieën waren grotendeels door de zan geres zelf vervaardigd. Haar harmonisaties getuigden van weinig fantasie en waren niet zelden bepaald wat dor van klank. De wijze waarop de fluit in sommige bewer kingen was aangewend als alternerend in strument of als tijdelijke verdubbeling van zangstem of piano was tamelijk stereotiep Anderzijds bleven pogingen om deze partij als tegenstem ten opzichte van de vocale melodie te schrijven meestal op het veilige maar weinig uitzicht biedende terrein van de pentatomiek. Want dit was wel hef voornaamste bezwaar dat men tegen een dergelijk, ongeveer twintig nummers tel lend programma kon hebben: de tof mis lukking gedoemde opzet om een muziek uit haar oorspronkelijk toonsysteem in het onze te „vertalen". De Chinese muziek is gebaseerd op een verdeling van het octaaf in vijf intervallen, verband houdend met de heiligheid van het getal vijf m een denkwijze, waarbinnen de enkele toon in een magische betrekking staat tot andere realiteiten (bijvoorbeeld de ministers, het volk). Men kan deze verdeling van hel octaaf niet zonder meer overbrengen in ons geheel anders geaarde toonsysteem, ook niet door een reeks te gebruiken van viif tonen, die- overeenkomst met de zwartp toetsen van de piano, al heeft deze voor onze oren zeker een associatief verband met het verre Oosten (dat Maurice Rave! in ..Laideronnerre. Tmoératrice de« Pago des" uit de suite „Ma Mère l'Ove" prachtig heeft weten toe te passen) Het vrijwel uit sluitend zich bewegen binnen een reeks van slechts vijf tonen is echter voor onze oren als regel een zinloze en vermoeiendp beperking, een Chinese limonademuziek. die het oorspronkelijke bouquet geheel ver loren heeft, maar daarvoor in de plaats niets biedt dat. door transformatie on een ander niveau, hernieuwde waarde kreeg Daar ook do stemmiddelén ^an de zan geres. ondanks Hp verwachtingen die men daarover wellicht gekoesterd had gezien haar antecedenten, weinig mogeliikhednn bezaten, kreeg men door dit ontrpden slechts de enigszins irriterende indruk, welke moderne oosterse kunst in het alge meen wekt, wanneer zij westerse invloe den in zich tracht op te nemen doch de kracht mist om deze te verwerken Sas Bun ze ADVERTENTIE /n de Eaux de Cologne von GUERLAIN zuil U de meest bekende parfums terugvinden, waarop U zo gesteld is .- SHALIMAR, MITSOUKO, JICKY, FLEUR DE FEU, L'HEURE BLEUE. lOOcc fl 17 200cc fl 29 ÓOOcc fl 56 ONZE OFFICIËLE DÉPOSITAIRES PARIS HAARLEM - LEONARD Haute Coiffure nstitut de Beauté - Wagenweg 29 VAN NIEL - Grote Houtstraat 92 LOUIS PIÈRLÓT - Zijlstraat 88 HEEMSTEDE - ELIZABETH Institut de Beauté Parfumerie -Zandvoortselaan 75 ZANDVOORT - JOH. A. SUYKERBUYK N.V. - Thorbeckestraat 11 Mythe. De anglicaanse geestelijke Chur- ton Collins is een actie begonnen tegen het kerstmannetje naar aanleiding van een bericht dat in Amerika een school voor kerstmannen wordt opgericht. In antwoord op protesten van moeders en kinderen verklaarde Collins: „De kerstman is een figuui van vrij recen te vinding. Het zijn de ouders wie de mythe boven het hoofd groeit: niet de kinderen". Zaterdagavond heeft de toneelgroep „Theater" in de Haarlemse Schouwburg een stuk laten zien, dat vooral in Enge land, waar het ongeveer een jaar gele den voor het eerst werd vertoond, nogal veel discussie heeft opgewekt discussie, die in hoofdzaak betrekking had op alge mene conclusies, die men eigenmachtig uit het bijzondere geval van de handeling trok. Het stuk heet ,,Omz.ien in wrok" (althans in het stroeve Nederlands, dat de oorspronkelijke titel „Look back in anger" ten naaste bij weergeeft) en werd geschre ven door John Osborne, geboren in 1929, die op twintigjarige leeftijd debuteei-de en onlangs met „The Entertainer" zijn opus drie heeft afgeleverd. Velen beschouwen hem als een typische woordvoerder van het nonconformisme van de jongere ge neratie van deze tijd. Het onderhavige werk ondervond veel weerklank in het mi lieu van onbemiddelde intellectuelen. Er vloeide een protestbeweging van „angry young men" (daar zit ik nu op mijn beurt, want vertaling met zoiets als „vertoorn de jeugd" is verre van fraai) uit voort, symptomatisch voor het romantische ka rakter ervan: het verzet tegen een maat schappij zonder plaats voor illusies en te gen de tot „heilige huisjes" verstarde denkbeelden van het onder andere om standigheden groot geworden voorgaande geslacht. Een symptoom duidt doorgaans op een ziekteverschijnsel en men heeft dan ook te doen (in beide betekenissen van het woord) met een vlucht in de mentale pest, de rancune, de kwelzucht enzovoorts. Het positieve geluid, de alternatieve mogelijkheid ontbreekt, heeft men opge merkt. Dat is inderdaad waar. Er is geen spoor van echte tragiek in dit spel te be kennen. Het is niet meer, maar ook niet minder, dan de demonstratie van een ver schijnsel, meestal fascinerend, op den duur iriterend. Maar men mag Osborne niet aanvallen op wat buiten zijn opzet ligt: hij wil niets anders tonen dan het negativisme, waartoe zijn personen ver oordeeld zijn, die zich pogen te handha ven door de geest der tegenspraak. De hoofdpersoon, Jimmy Porter, kan men echt niet zien als een vertegenwoor diger, laat staan als een toonbeeld, van een „misplaatste" groep in de samenle ving, al herkent men in zijn optreden ge makkelijk allerlei elementen, zoals zijn critische rebellie, zijn gemis aan „res pect" en zijn sadistische genoegens, die men zegt voor „de jeugd van tegenwoor dig" zo kenmerkend te achten. Al die din gen zijn trouwens niet nieuw, alleen maar een fractie anders. Men zou kunnen vra gen: doch het ontbreken van ieder spoor van tot daden prikkelend idealisme dan? Wie zich tot een dergelijke probleemstel ling laat verleiden is gemakkelijk geneigd de wanhoopsdaden van een vorige gene ratie te vergeten... Er is trouwens geen aanleiding om zo ver te gaan: Jimmy Porter heeft in geen enkel opzicht de allu re van een held. Hij is niet eens in staat zijn beperkte gezichtskring te doorbreken, hij zal zich gaandeweg, zij hef „kwaad"- schiks, wel neerleggen bij het compromis, dat het leven hem aanbiedt. Hiermede is tevens de kwaliteit van Osborne's schep ping aangegeven: hij confronteert ons met een jongmens, voor wie men weinig sympathie kan hebben, maar voor wie men zich stellig interesseert, mede om dat men voldoende stof tot vergevensge zind begrijpen te verwerken krijgt. Wat wil namelijk dit speciale geval? (Van onze correspondent in Brussel) Zesenveertig Ingebonden exemplaren van de tussen 1618 en 1622 uitgegeven „Nieuwe Thijdinghen" van Abraham Ver hoeven, de eerste gedrukte krant in de Nederlanden, die te Antwerpen het licht zag, zijn door koning Boudewijn terugge kocht. Zij zullen op de persafdeling op de wereldtentoonstelling 1958 worden geëx poseerd. De Amsterdamse antiquaar Hertz berger verkocht het gebonden boek voor 33.000 francs, de prijs, waarvoor hij het te Brussel op een veiling had gekocht. Een Amerikaan had er 75.000 franks (ongeveer 5769 gulden) voor geboden. Jimmy Porter is een jongen uit een arbei dersgezin, die door middel van een beurs heeft kunnen studeren. Hij heeft echter nergens een houdbare positie kunnen vin den wegens gebrek aan een zaak, waarin hij gelooft. Daarom trok hij zich terug in een consumptietent een symbolisch aandoende vorm om in zijn onderhoud te voorzien, want daarmee geeft hij te vens dagelijks voedsel aan zijn verbolgen heid. Tot misselijk wordens toe kan hij zich te buiten gaan aan zijn lust tot zelf beklag, zijn intellectuele vermogens ter conpensatie op zondag luidkeels exploite rend om er zijn vrouw mee te sarren. Zijn huwelijk wordt ons geschilderd als een periodieke wraakoefening op het milieu der voorname zekerheden, waaruit zijn vrouw (de dochter van een hoge militair in India) is voortgekomen. Die klassehaat maakt hem bovendien tot een bijzonder jaloerse minnaar, voortdurend achter dochtig. Hij probeert haar beheersing, die hij voor onbewogenheid aanziet, te door breken door haar te treiteren, net zolang tot zij onder invloed van een vriendin de terugtocht aanvaardt naar het ouderlijk huis als zij een kind- verwacht, nog voor zij hem van zijn naderend vaderschap in kennis heeft gesteld. Dat de gebeurtenis sen daarna ongeloofwaardig worden in on ze ogen, is een gevolg van een verkeerde rolbezetting. Jimmy's vrouw Alison keert in de echtelijke woning weer als zij een miskraam heeft gehad, innerlijk ervan overtuigd, dat zij door een onnoemelijke ervaring voorgoed aan hem is gebonden, in staat nu om iedere kwelling en verne dering over de huidige generatie ge sproken: wie zei daar Dostojevski? met hem te delen. En hiertegen is de vrien din. die tijdelijk haar plaats heeft ingeno men. uiteraard niet opgewassen. Als het doek valt spelen Jimmy en Alison weer beer en eekhoorn en men moet maar hopen, zonder enige aanwijsbare reden overigens, dat uit r'eze erotische betrek king een gezuiverde verstandhouding ge boren zal worden. Niet jong genoeg Kees Brusse is (al vergeet hij herhaal delijk dat hij niet in een microfoon maar voor een grote zaal staat te spreken) een prachtig en ook machtig acteur. Buiten gewoon mooi bijvoorbeeld zijn de wonder lijk genuanceerde stemmingsovergangen, vooral die van bitter sarcasme naar een hulpeloze tederheid. Maar hij is aller minst de aangewezen figuur om de pu- berteitsproblematiek van Jimmy Porter duidelijk te maken: niet alleen is hij (on danks het opplakken van wat rood haar) te oud en te welgedaan, bovendien mist hij de bijtende agressiviteit, zodat men eigenlijk geconfronteerd wordt met een melancholische querulant. Ook van de seksuele spanningen krijgt men daardoor een verkeerd lieeld, zozeer zelfs dat het moeilijk wordt de waarde van de tweede Hel ft van het st.uk zuiver te beoordelen. Mede schuldig hieraan is Anne-Marie Hey- ligers, die haar kennelijk juist aangevoel de, door begrip gesteunde intenties nog wat schools en aangeleerd realiseert, trou wens ook teveel reserve in acht neemt om de climax in het laatste bedrijf te kunnen halen. Als een soort buffer, waar de beide ech telieden met hun overtollige energie tegen kunnen botsen, als een huisvriend waarop zij hun geen andere uitweg wetende emo ties afreageren, fungeert de eveneens te meerderjarige Bernhard Droog, die voor al de hartelijkheid-door-dik-en-dun van de echte man uit het volk waar maakt. Maar ook hij is geen kwajongen meer, voor wie een robbertje vechten een uitlaat is. Tine de Vries neeft van de ziekgeworden Anny de Lange de rol van de vriendin een ac trice met een breekbare catechesatiemo- raal overgenomen, uiteraard zonder een bevredigende oplossing te vinden voor de aanpak van dit voor onze begrippen eigen aardige wezen. Jacques Snoek meende met zijn routine te kunnen volstaan bij de typering van Alison's vader, waardoor de klassetegenstelling, waaruit veel ver klaard moet worden, nauwelijks waar neembaar is. Het is jammer, dat regis seur Robert de Vries niet een opvoering van „Omzien in wrok" (door Anty Wes terling prima vertaald) door jongere krachten heeft aangedurfd. Het stuk is knap en met overtuiging uit hartstochte lijke noodzaak geschreven, een zeer men selijk document. Ondanks de opgesomde bezwaren stellig boeiend en belangwekkend genoeg om er kennis van te nemen. David Koning

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 9