Albert Heijn
Intrede ds. Solinger als predikant
Lutherse gemeente te Haarlem
„Omzien in wrok" van John Osborne
door de toneelgroep „Theater"
Accountant verdacht van
onjuiste belastingaangifte
Modern
winkelen
in de
Residentie-Orkest in
de hoofdstad voor
niet-Amsterdammers
Chinese volksliederen
in het Tropenmuseum
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
5
HAARLEMSE RECHTBANK
AH-SuperMart
^tiperMart dees
^uperMarb
Burgerlijke Stand van
Haarlem
Mr. dr. Berkhouwer spreekt
voor „Door de eeuwen
Nieuwe Franse revue in
Carré
trouw"
Herdenkingsdienst in de
Sionskerk
Nieuw bedrijf van „De
Spaarnestad" geopend
MEVROUW,
Koning Bouclewijn kocht de
„Nieuwe Thijdinghen"
MAANDAG 9 DECEMBER 1957
De Haarlemse rechtbank is vanmorgen
begonnen met de behandeling van de zaak
legen
een vierenvijftigjarige accountant
uit Haarlem-Noord, verdacht van het doen
van onjuiste aangifte voor de inkomsten
belasting voor zichzelf en van enkele klan
ten, De officier van Justitie had elf getui-
n gedagvaard, onder wie vier ambtena
ven van de belastingen, een accountant als
deskundige en enkele cliënten van ver
dachte. Reeds negen maanden is de accoun-
lant in het Huis van Bewaring te Haarlem
gedetineerd.
Vorige week zou de zaak dienen, maar
wegens ziekte van de officier van Justitie,
mr. G. W. F. van der Valk Bouman, werd
de zaak uitgesteld tot vanmorgen.
De verdachte was tenlastegelegd, dat hij
onjuiste aangifte had gedaan voor de in
komstenbelasting over de jaren 1952 tot
en met 1955. Voor 1952 had hij als zuiver
inkomen opgegeven ƒ2854, voor 1953
f4182, voor 1954 4779 en voor 1955 f 6147.
Volgens de dagvaarding moet hij geweten
hebben, dat het totaal zuiver inkomen in
dje jaren aanzienlijk groter was geweest
dan was opgegeven. Voorts was hem ten
lastegelegd het doen van een valse aangifte
voor de inkomstenbelasting 1955 (opgege-
ven een bedrag van 16.120) en voor de
vermogensbelasting (opgegeven 60.544)
van een Haarlemse slager. Hij wordt er
van verdacht de bedragen, die volgens de
dagvaarding te laag waren, onjuist te heb
ben opgegeven, medeplichtig te zijn aan
de opgave of het doen van aangifte te heb
ben uitgelokt. Ten derde vermeldde de
dagvaarding het vervalsen of doen verval
sen van een aantal boekingen in de kas
boeken 1950 tot 1956 van de slager.
Als eerste getuige werd gehoord de heer
3. de Vries, hoofdcontroleur van 's rijks
belastingen te Amsterdam, die een uitvoe
rig onderzoek heeft ingesteld. Hij deelde
mee, dat de boekhouding van verdachte
bestond uit een aantal schriften voor de
dagelijkse ontvangsten, een giroboek en
enkele bankboeken. Bij de aangifte voor
de inkomstenbelasting heeft de accoun
tant uitsluitend gebruik gemaakt van de
schriften, dus niet van de giro- en bank
boeken.
ADVERTENTIE
1
Alleen dinid.ig en woensdag
10 en 11 dec. a.s.
Gehakt
met zakje kruiden en recept
500 gram 148
Hachévlees 500 gram 108
Klapstuk 500 gram 178
SPECIAAL AANBEVOLEN
schoudercarbonade, rolpens,
doorregen varkenslappen
UIT EIGEN SLAGERDEN
Gebraden gehakt 150 gram 59
VEILING-VERSE GROENTEN
Alleen dinsdag en woensdag
10 en 11 dec. a.s.
Gesneden boerenkool
500 gram 29
Golden Delicious, extra mooie
per kilo 99
Garantie voor
kwaliteit
Laagste
netto-prijzen
Rente plus
winstaandeel
GROTE HOUTSTRAAT 9?
Haarlem, 7 december 1957.
ONDERTROUWD 7 dec. J. Sprengers
en B. Brants; J. C. Jongebreur en M. E.
Sperwer.
GEHUWD 7 dec. W. Diets en M. Mole
naar; W. B. A. Schaaf en A. A. Pluim; B.
Nieuwenhuis en M. Reinders; H. A. C.
Werner en S. Stek; W. B. Timmer, en Z.
Keuning.
BEVALLEN van een zoon: 6 dec.: D.
van der Noordaa-Poppinga; 7 dec. T. Baars-
De Graaf, M. A. van Hoessel-Kroone.
BEVALLEN van een dochter: 4 dec.
J- M. L. Kemp-Jongbloed; 5 dec. G. J. van
Qeijlswijk-Nuijten6 dec. G. Broekhuis-
Van der' Goes, G. M. Tesser-Van Ingen, G.
•1- Conijn-Van Beek; 7 dec. C. Slierings-
Knetemann.
OVERLEDEN 4 dec. J. G. van Goor-
Brunnekreef, 73 j., Kenaupark; 5 dec. H.
Gosewehr, 76, Ursulastraat, E. J. Stam, 68
i-, Dutrystraat, P. M. Verhagen, 65 j., Am
sterdamsevaart; 6 dec. W. van Bodegom,
84 j., Maerten van Heemskerkstraat, P.
Wempe, 53 j., Fonteinlaan, S. J. Meeter,
84 j., Jansstraat, E. Chr. Eleveld-Meijer,
11 Leidsevaart.
Verdachte gaf dit toe dat hij op deze
wijze gehandeld had.
De heer De Vries heeft verder een on
derzoek ingesteld bij de cliënten van ver
dachte en was tot de conclusie gekomen,
dat een groot aantal bedragen die aan ver
dachte waren betaald niet aan de belastin
gen waren opgegeven.
Verdachte gaf toe de inkomsten van
cliënten gedeeltelijk te hebben opgegeven,
waarop de president, mr. A. M. baron van
Tuyll van Serooskerken opmerkte: „Dat
begrijp ik niet. Uw taak is immers de aan
gifte voor de belastingen te verzorgen voor
anderen, maar uw eigen aangifte vergeet
u".
Verdachte: „Ik heb le weinig aandacht
aan mijn eigen opgave besteed. Ik had het
zo druk, dat ik niet die aandacht er voor
had als wel nodig is".
De heer De Vries deed een uitvoerige
opgave van de boekingen, die niet verant
woord waren. Tegen sommige boekingen
kwam verdachte op, waarna de president
zeide: „Met genoegen stel ik vast dat de
memorie, wat de boekingen betreft, niet
geheel verloren is".
Verdachte ontkende een aantal bedra
gen, dat de getuige in de boeken van cliën
ten aangetroffen heeft, ontvangen te heb
ben. Andere boekingen gaf hij toe en hij
voegde eraan toe vergeten te hebben de
ontvangen bedragen aan de belastingen te
hebben opgegeven.
De president herinnerde er aan, dat de
slager en verdachte een reis naar Italië
hebben gemaakt. „U is zeker gaan potver
teren met de bedragen, die niet in de boe
ken zijn opgenomen of aan de belastingen
zijn opgegeven".
Bij het onderzoek in de boeken van cliën
ten is de heer De Vries tot de conclusie
gekomen, dat verdachte de volgende be
dragen moet hebben ontvangen, welke hij
niet aan de belastingen heeft opgegeven:
1952 ƒ3832; 1953 2377; 1954 ƒ3624; 1955
2573.
Vervolgens deed de getuige mededelingen
van bedragen die verdachte ontvangen
moet hebben op andere wijze dan als hono
rarium voor verrichte werkzaamheden,
zoals verkoop van onroerende goederen.
Daarbij kwam onder andere ter sprake het
eventueel ontvangen van „zwart geld" van
10.000 bij de verkoop van een boerderij
in Oude Tonge. Verdachte deelde mee het
bedrag gegeven te hebben aan een belang
hebbende bij de verkoop, die inmiddels is
overleden.
Bij de behandeling van de diverse pos
ten merkte verdachte enige malen op, dat
hij onvoldoende tijd heeft gehad het straf
dossier te bestuderen, hetgeen voor de
president aanleiding was de behandeling
te onderbreken, om de rechtbank in de ge
legenheid te stellen in raadkamer te
gaan.
De president deelde na heropening der
zitting mee, dat de behandeling der zaak
geschorst werd tot twee uur. Dan zullen
nog enkele getuigen gehoord worden,
waarna schorsing der zaak zal volgen om
verdachte in de gelegenheid te stellen het
dossier te bestuderen.
Mr-. A. W. Luikenga deelde namens ver
dachte mee, dat het verzoek om de zaak
uit te stellen niet door deze gedaan wordt,
waarna gepauzeerd werd tot twee uur.
Men kent, al is het maar van horen zeg
gen, het recept van de Parijse musichalls:
spaarzaam beklede meisjes, pikante grap
jes en veel schitterende bombast daarom
heen. Ook de Franse exportrevue „Oh,
voila Paris", die op het ogenblik in Carré
loopt en volgende week ook een avond
naar Haarlem komt, werkt volgens het
zelfde principe, al valt het, althans wat de
blotigheid betreft, nogal mee. Deze be
perkt zich namelijk tot het optreden van
drie roze dames van een grote confectie
maat, wier enige bijdrage tot de feest
vreugde bestaat in het waardig over het
toneel schrijden op de meest-onlogische
ogenblikken. Blijkbaar moet het feit, dat
zij daarbij slechts gehuld gaan in enkele
weinige blinkende lovertjes, reeds als een
uitputtende artistieke prestati^ be
schouwd worden.
Het moet erkend werden, dat de costu
mes der overige medewerkenden, en voor
al ook de zeer fraaie décors, inderdaad
herinneringen wekken aan de kostbare
montages zoals men die in de Folies Ber
gères en het Concert Maillol in Parijs te
zien krijgt. Iedere scène speelt zich af
voor een ander achterdoek, waarvan er
vele onder andere een silhouet van de
Rive Gauche, compleet met verlichte
Eifeltoren! een bijzonder suggestieve
werking hebben. Ook de finales, met hun
pronk van struisveren en klatergouden
avondtoiletten, zijn kijkspullen van for
maat, al dienen zij dan, net als bij de
Folies, voornamelijk „pour épater le bour
geois" en om het gebrek aan originaliteit
en geest te camoufleren, dat hier inder
daad ontstellend groot bleek te zijn. De
als „ondeugende pikanterieën" bedoelde
sketches als „Het Kamermeisje", „Hij,
zij en de sigaar" en dergelijken bijvoor
beeld waren armzalige banaliteiten, ge
speend van iedere humor en opgediend
zonder een spoor van de flair en de vaart,
die dergelijke „geestigheden" voor een
deel van het publiek nog wel genietbaar
kunnen maken.
Hetzelfde geldt trouwens voor vrijwel
het gehele programma. Er werd, op en
kele uitzonderingen na, zonder enige
geestdrift gewerkt, al deed men wel alle
moeite om met routine-glimlachjes en
druk gebaren de schijn op te houden. Be
paald tragi-komisch deden soms de ver
richtingen van het balletje aan van twaalf
over het algemeen niet meer zo heel piep
jonge meisjes, die veelal maar lukraak
heen en weer schutterden over het to
neel en daarbij kennelijk nog alle moeite
hadden om hun eenvoudige passen en be
wegingen gelijk te laten verlopen.
Goede dingen zag men eigenlijk alleen
van de kwajongensachtige „leading man"
Lucien Frébert, die een zeer matige lied
jeszanger, maar een vaardig persiflator
bleek te zijn met onmiskenbare mimische
talenten, al heeft hij daarvoor dan ook
leentjebuur gespeeld bij Chevalier. Zijn
tegenspeler Sergeot verraste met een
koddige parafrase als een bejaarde pre
mière danseuse een der weinige pro
grammanummers die het publiek tot een
open doekje verleidde.
Tenslotte moet ook het danspaar Sylvia
Bordone en Bruno Madej genoemd wor
den. Hun wervelende Csardas in de scène
van het zigeunerfeest, was eigenlijk de
enige confrontatie met kleinkunst van
groot formaat; de rest is met alle
waardering overigens voor-de -fraaie aan
kleding en het ijverig pogen ronduit
tweederangs.
H. Croesen
Op 17 december zal in „Boekenrode" bij
het station Heemstede-Aerdenhout een bij
eenkomst plaats hebben van de Stichting
„Door de eeuwen trouw". Mr. dr. C. Berk
houwer, lid van de Tweede Kamer, zal
spreken dver de rechtsstrijd van de Am
bonezen. Hij wordt ingeleid door prof. Ge-
sina van der Molen. Het slotwoord zal ge
sproken worden door mr. H. J. F. M. Hüf-
fer. Voorts wordt er aan deze avond mede
werking verleend door een Ambonees or
kestje.
Op zondagavond 15 december wordt in de
Sionskerk te Haarlem-Noord ter gelegen
heid van het eerste lustrum van deze kerk
een dank- en herdenkingsdienst gehouden.
Op deze avond zullen ds. J. Kroon en
ds. G. H. v. d. Woord het woord voeren.
Het Schotens Christelijk Gemengd Koor
zal onder leiding van Geert de Boer haar
medewerking verlenen.
Na afloop van de dienst wordt in de
Jeugdkapel een filmstrook vertoont over
de bouw van de kerk.
Zaterdag heeft de commissaris der Ko
ningin in Noord-Brabant prof. dr. J. E.
de Quay, het nieuwe bedrijf van de n.v.
De Spaarnestad in Etten officieel ge
opend. Hij deed dit door de laatste steen
te metselen. Op 1 mei 1956 had de com
missaris van de Koningin ook de eerste
steen gelegd.
Het nieuwe bedrijf in het ontwikkelings
gebied Zuid-West Brabant zal werkgele
genheid geven aan honderd personen. Het
heeft een vloeroppervlakte van 5000 vier
kante meter, terwijl er nog ruimschoots
expansiemogelijkheid is.
Behalve door prof. De Quay en zijn
echtgenote werd de officiële opening ook
bijgewoond door het hoofd van de afde
ling regionale industrialisatie van het mi
nisterie van Economische Zaken, drs. F.
van Os, door het Tweede Kamerlid de heer
W. Assmann, de burgemeester J. P. God-
waldt, deken Koopmans van Etten en vele
Westbrabantse autoriteiten.
Mevrouw De Quay onthulde in de hal
van het hoofdgebouw een wandplastiek,
ontworpen door de Brabantse kunstenaar
Lucas van Hoek.
Na bevestigd (e zyn door ds. G. Kroes
heeft ds. D. Solinger, tot voor kort predi
kant te Purmerend. zondagmorgen zijn
intrede gedaan als predikant van de Evan
gelisch Lutherse gemeente Haarlem: als
tekst voor zijn predikatie had hij gekozen
Johannes 3 vers 16: „want alzo lief heeft
God de wereld gehad, dat Hij Zijn enig
geboren zoon gegeven heeft, opdat een
ieder die in Hem gelooft, niet verloren zou
gaan, maar het eeuwige leven hebbc."
In de kerk aan de Witte Herenstraat
waren velen bijeengekomen, onder wie de
Commissaris der Koningin in de provincie
Noordholland, dr. M. J. Prinsen en diens
echtgenote, mevrouw mr. Prinsen-De Jong,
de loco-burgemeester van Haarlem, de heer
D. J. A. Geluk, de wethouder van Zand-
voort de heer W. van der Werff, de hoofd
commissaris van politie te Haarlem, de
heer J. Fontijne, en afgevaardigden van
de Oecumenische raad voor Haarlem en
omstreken en van verschillende kerkge
nootschappen.
Ds. Kroes sprak naar aanleiding van
hetgeen Paulus tot de Korinthiërs heeft
gezegd: „Wij prediken niet onszelf, maar
Jezus Christus, dat Hij de Heer is." De
predikant zeide, dat de gemeente diverse
vragen stelt als een nieuwe voorganger
zijn intrede doet. De apostel Paulus heeft
op die vragen antwoord gegeven, zoals hij
dat eens gaf aan de christen-gemeente van
Korinthië, namelijk „Wij prediken niet
onszelf." Paulus heeft de gemeenschap
van Korinthië gewaarschuwd, dat het gaat
om het evangelie. Ook thans staat de ver
kondiger niet op de eerste plaats, maar wel
de verkondiging van het woord van God.
De predikant zal niet zichzelf prediken,
maar Jezus Christus, wiens woorden een
kracht zijn en zullen blijken tot behoud
van de mens. Moge ds. Solinger blijven ge
tuigen, dat Jezus in ons leven moet zijn,
aldus besloot ds. Kroes zijn predikatie,
waarna hij de predikant bevestigde.
Ds. Solinger gebruikte als leidraad voor
zijn predikatie de symboliek van de verre
kijker, waarmee men de dingen naar be
lieven groot of klein kan maken. Men kan
Gods macht en majesteit beschouwen, doch
ook het kleine, liefelijke in Hem, zoals dat
met Kerstmis accent krijgt. De komst van
een nieuwe predikant kan men door een
verrekijker vergroten tot iets belangrijks,
doch niet de predikant is belangrijk. Men
moet in de kerk komen omdat God ons
daar verwacht. Ds. Solinger wijdde woor
den van respect aan zijn voorganger ds.
Spliethoff, wiens oprechtheid en vroom
heid diepe indruk op hem hebben gemaakt.
Hij uitte de hoop dat hij in Haarlem veel
gehoor zal vinden voor de boodschap dat
God de wereld liefheeft en tot de mensen
is gekomen. „Met grote vreugde", aldus de
predikant, „wil ik deze boodschap verkon
digen aan jong en oud."
Nadat ds. Solinger een persoonlijk woord
had gericht tot de vertegenwoordigers van
de overheid en kerkgenootschappen en tot
de gemeente, heette de heer J. S. Theijse
de nieuwe predikant en diens gezin wel
kom in de gemeente. Ds. Solinger werd toe
gezongen Gezang 272: „Dat 's Heren zegen
op u daal".
Aan de dienst verleende het kerkkoor
der gemeente zijn medewerking.
Het zondagmiddagconcert voor niet-
Amsterdammers in het hoofdstedelijke
Concertgebouw werd ditkeer door het Resi
dentie-Orkest, onder leiding van Willem
van Otterloo, verzorgd. Het is een hoog
staande manifestatie geworden, die in een
bezonken vertolking van „Das Lied von der
Erde" van Gustav Mahler culmineerde.
Zoals elk werk van deze hartstochtelijk
levende en strevende kunstenaar is deze
symfonisch opgevatte liederencyclus een
verklaring van zijn wegen en een bekente
nis. Maar het is nu niet meer de Mahler,
die met de vurige betoogtrant van een
wereldhervormer meende in zijn symfo
nieën de kosmos te beheersen. Men hoort
de geresigneerde stem van een ontgoo
chelde, die aan het eind van zijn leven de
werkelijkheden van het menselijk bestaan
als een ijdel drijven doorziet. Hij vraagt
van de muzikale uitdrukkingskracht niet
meer het onmogelijke, hij overschreeuwt
zich niet meer, maar brengt het uiterste
wat hij zich aan technische en artistieke
vermogens verworven heeft te pas om een
werk van schoonheid en menselijke waar
heid te scheppen, dat de som van zijn leven
en streven zal vertolken. In een reeks oud-
Chinese gedichten vond hij het „Vanitas
vanitatum" weerspiegeld, dat hem tot klaar
besef geworden was. Hij wijzigde de tek
sten zodanig, dat het geheel zijn eigen „lied
der vergankelijkheid" werd. Toen Mahler
„Das Lied von der Erde" als „een symfonie
voor tenor en alt met orkest" betitelde,
heeft hij terecht de symfonische betekenis
van het werk willen beklemtonen. De beide
zangstemmen fungeren als het ware om
beurten als het verklarende medium van
wat zich in het orkest afspeelt met een
virtuoos gebruik van de instrumentale
middelen, die soms meer nog in kleur dan
in lijn een suggestief effect teweegbrengen.
De wijze waarop Willem van Otterloo de
rijke partituur met het Residentie-Orkest
uiterst delikaat afgewogen en steeds inner
lijk geladen wist te doen klinken, verdiende
de hoogste lof. De vocale medewerkers
waren de Griekse alt Elena Nikolaïde en
de Beierse tenor Lorenz Fehenberger. Bei
den bleken voor hun taak berekend.
Tevoren was Haydn's Militaire Symfonie
in een geraffineerd samenspel ten gehore
gebracht en hadden wij kunnen kennis
maken met een der laatste orkestcompo
sities van Honegger, getiteld „Monopartita"
een eendelig stuk, waarin zonder causaal
verband een aantal vormen in wisselende
tempi zonder onderbreking in elkaar over
gaan. In deze zeer vrije vorm is het de
componist gelukt een boeiende muziek te
schrijven, die alleen even ontsierd wordt
door een barbaars klinkende fanfare, die
aan een dergelijk onschoon fragment van
zijn „Roi David" herinnert. Overigens is
het een zeer mooi stuk, zonder diepgaande
problemen. Het werd prachtig vertolkt.
(Alleen hebben we even navraag moeten
doen of we een saxofoon of een fagot als
solopartij gehoord hadden. Het bleek zo
als we wel vermoed hadden dat de eerste
fagottist met zijn al te vibrerende toon-
vorming ons waarnemingsvermogen op de
proef had gesteld. Het was niet de eerste
keer dat dit gebeurde, maar laat het dan
nu de laatste geweest zijn.
Jos. de Klerk
In de aula van het Koninklijk Instituut
voor de Tropen te Amsterdam gaf de Chi
nese zangeres Tcheng Hsin Ting zondag
middag een recital van volksliederen uit
ha.r geboorteland. Deze zangeres heeft haar
muziekstudie, na een vooropleiding aan
het Nationale Conservatorium te Sjanghai,
voltooid in Europa en onder meer te Parijs
van Charles Panzéra en Noëmie Perugia
les gehad. Haar eerste optreden in Neder
land had thans plaats in samenwerking
met twee jeugdige Franqaises: Aline Kopp
(piano) en Franchise Villermet (fluit).
Vooral de laatste onderscheidde zich door
haar zuivere en gevoelige toon.
De bewerkingen van de oorspronkelijke
melodieën waren grotendeels door de zan
geres zelf vervaardigd. Haar harmonisaties
getuigden van weinig fantasie en waren
niet zelden bepaald wat dor van klank. De
wijze waarop de fluit in sommige bewer
kingen was aangewend als alternerend in
strument of als tijdelijke verdubbeling van
zangstem of piano was tamelijk stereotiep
Anderzijds bleven pogingen om deze partij
als tegenstem ten opzichte van de vocale
melodie te schrijven meestal op het veilige
maar weinig uitzicht biedende terrein van
de pentatomiek. Want dit was wel hef
voornaamste bezwaar dat men tegen een
dergelijk, ongeveer twintig nummers tel
lend programma kon hebben: de tof mis
lukking gedoemde opzet om een muziek
uit haar oorspronkelijk toonsysteem in het
onze te „vertalen". De Chinese muziek is
gebaseerd op een verdeling van het octaaf
in vijf intervallen, verband houdend met
de heiligheid van het getal vijf m een
denkwijze, waarbinnen de enkele toon in
een magische betrekking staat tot andere
realiteiten (bijvoorbeeld de ministers, het
volk). Men kan deze verdeling van hel
octaaf niet zonder meer overbrengen in
ons geheel anders geaarde toonsysteem, ook
niet door een reeks te gebruiken van viif
tonen, die- overeenkomst met de zwartp
toetsen van de piano, al heeft deze voor
onze oren zeker een associatief verband
met het verre Oosten (dat Maurice Rave!
in ..Laideronnerre. Tmoératrice de« Pago
des" uit de suite „Ma Mère l'Ove" prachtig
heeft weten toe te passen) Het vrijwel uit
sluitend zich bewegen binnen een reeks
van slechts vijf tonen is echter voor onze
oren als regel een zinloze en vermoeiendp
beperking, een Chinese limonademuziek.
die het oorspronkelijke bouquet geheel ver
loren heeft, maar daarvoor in de plaats
niets biedt dat. door transformatie on een
ander niveau, hernieuwde waarde kreeg
Daar ook do stemmiddelén ^an de zan
geres. ondanks Hp verwachtingen die men
daarover wellicht gekoesterd had gezien
haar antecedenten, weinig mogeliikhednn
bezaten, kreeg men door dit ontrpden
slechts de enigszins irriterende indruk,
welke moderne oosterse kunst in het alge
meen wekt, wanneer zij westerse invloe
den in zich tracht op te nemen doch de
kracht mist om deze te verwerken
Sas Bun ze
ADVERTENTIE
/n de Eaux de Cologne von GUERLAIN zuil U
de meest bekende parfums terugvinden, waarop U
zo gesteld is .-
SHALIMAR, MITSOUKO, JICKY, FLEUR DE FEU,
L'HEURE BLEUE.
lOOcc fl 17 200cc fl 29 ÓOOcc fl 56
ONZE OFFICIËLE DÉPOSITAIRES
PARIS
HAARLEM - LEONARD Haute Coiffure nstitut de Beauté - Wagenweg 29
VAN NIEL - Grote Houtstraat 92
LOUIS PIÈRLÓT - Zijlstraat 88
HEEMSTEDE - ELIZABETH Institut de Beauté Parfumerie -Zandvoortselaan 75
ZANDVOORT - JOH. A. SUYKERBUYK N.V. - Thorbeckestraat 11
Mythe. De anglicaanse geestelijke Chur-
ton Collins is een actie begonnen tegen
het kerstmannetje naar aanleiding van
een bericht dat in Amerika een school
voor kerstmannen wordt opgericht. In
antwoord op protesten van moeders en
kinderen verklaarde Collins: „De
kerstman is een figuui van vrij recen
te vinding. Het zijn de ouders wie de
mythe boven het hoofd groeit: niet de
kinderen".
Zaterdagavond heeft de toneelgroep
„Theater" in de Haarlemse Schouwburg
een stuk laten zien, dat vooral in Enge
land, waar het ongeveer een jaar gele
den voor het eerst werd vertoond, nogal
veel discussie heeft opgewekt discussie,
die in hoofdzaak betrekking had op alge
mene conclusies, die men eigenmachtig
uit het bijzondere geval van de handeling
trok. Het stuk heet ,,Omz.ien in wrok"
(althans in het stroeve Nederlands, dat de
oorspronkelijke titel „Look back in anger"
ten naaste bij weergeeft) en werd geschre
ven door John Osborne, geboren in 1929,
die op twintigjarige leeftijd debuteei-de en
onlangs met „The Entertainer" zijn opus
drie heeft afgeleverd. Velen beschouwen
hem als een typische woordvoerder van
het nonconformisme van de jongere ge
neratie van deze tijd. Het onderhavige
werk ondervond veel weerklank in het mi
lieu van onbemiddelde intellectuelen. Er
vloeide een protestbeweging van „angry
young men" (daar zit ik nu op mijn beurt,
want vertaling met zoiets als „vertoorn
de jeugd" is verre van fraai) uit voort,
symptomatisch voor het romantische ka
rakter ervan: het verzet tegen een maat
schappij zonder plaats voor illusies en te
gen de tot „heilige huisjes" verstarde
denkbeelden van het onder andere om
standigheden groot geworden voorgaande
geslacht. Een symptoom duidt doorgaans
op een ziekteverschijnsel en men heeft dan
ook te doen (in beide betekenissen van
het woord) met een vlucht in de mentale
pest, de rancune, de kwelzucht enzovoorts.
Het positieve geluid, de alternatieve
mogelijkheid ontbreekt, heeft men opge
merkt. Dat is inderdaad waar. Er is geen
spoor van echte tragiek in dit spel te be
kennen. Het is niet meer, maar ook niet
minder, dan de demonstratie van een ver
schijnsel, meestal fascinerend, op den
duur iriterend. Maar men mag Osborne
niet aanvallen op wat buiten zijn opzet
ligt: hij wil niets anders tonen dan het
negativisme, waartoe zijn personen ver
oordeeld zijn, die zich pogen te handha
ven door de geest der tegenspraak.
De hoofdpersoon, Jimmy Porter, kan
men echt niet zien als een vertegenwoor
diger, laat staan als een toonbeeld, van
een „misplaatste" groep in de samenle
ving, al herkent men in zijn optreden ge
makkelijk allerlei elementen, zoals zijn
critische rebellie, zijn gemis aan „res
pect" en zijn sadistische genoegens, die
men zegt voor „de jeugd van tegenwoor
dig" zo kenmerkend te achten. Al die din
gen zijn trouwens niet nieuw, alleen maar
een fractie anders. Men zou kunnen vra
gen: doch het ontbreken van ieder spoor
van tot daden prikkelend idealisme dan?
Wie zich tot een dergelijke probleemstel
ling laat verleiden is gemakkelijk geneigd
de wanhoopsdaden van een vorige gene
ratie te vergeten... Er is trouwens geen
aanleiding om zo ver te gaan: Jimmy
Porter heeft in geen enkel opzicht de allu
re van een held. Hij is niet eens in staat
zijn beperkte gezichtskring te doorbreken,
hij zal zich gaandeweg, zij hef „kwaad"-
schiks, wel neerleggen bij het compromis,
dat het leven hem aanbiedt. Hiermede is
tevens de kwaliteit van Osborne's schep
ping aangegeven: hij confronteert ons
met een jongmens, voor wie men weinig
sympathie kan hebben, maar voor wie
men zich stellig interesseert, mede om
dat men voldoende stof tot vergevensge
zind begrijpen te verwerken krijgt.
Wat wil namelijk dit speciale geval?
(Van onze correspondent in Brussel)
Zesenveertig Ingebonden exemplaren
van de tussen 1618 en 1622 uitgegeven
„Nieuwe Thijdinghen" van Abraham Ver
hoeven, de eerste gedrukte krant in de
Nederlanden, die te Antwerpen het licht
zag, zijn door koning Boudewijn terugge
kocht. Zij zullen op de persafdeling op de
wereldtentoonstelling 1958 worden geëx
poseerd. De Amsterdamse antiquaar Hertz
berger verkocht het gebonden boek voor
33.000 francs, de prijs, waarvoor hij het te
Brussel op een veiling had gekocht. Een
Amerikaan had er 75.000 franks (ongeveer
5769 gulden) voor geboden.
Jimmy Porter is een jongen uit een arbei
dersgezin, die door middel van een beurs
heeft kunnen studeren. Hij heeft echter
nergens een houdbare positie kunnen vin
den wegens gebrek aan een zaak, waarin
hij gelooft. Daarom trok hij zich terug in
een consumptietent een symbolisch
aandoende vorm om in zijn onderhoud
te voorzien, want daarmee geeft hij te
vens dagelijks voedsel aan zijn verbolgen
heid. Tot misselijk wordens toe kan hij
zich te buiten gaan aan zijn lust tot zelf
beklag, zijn intellectuele vermogens ter
conpensatie op zondag luidkeels exploite
rend om er zijn vrouw mee te sarren. Zijn
huwelijk wordt ons geschilderd als een
periodieke wraakoefening op het milieu
der voorname zekerheden, waaruit zijn
vrouw (de dochter van een hoge militair
in India) is voortgekomen. Die klassehaat
maakt hem bovendien tot een bijzonder
jaloerse minnaar, voortdurend achter
dochtig. Hij probeert haar beheersing, die
hij voor onbewogenheid aanziet, te door
breken door haar te treiteren, net zolang
tot zij onder invloed van een vriendin de
terugtocht aanvaardt naar het ouderlijk
huis als zij een kind- verwacht, nog voor
zij hem van zijn naderend vaderschap in
kennis heeft gesteld. Dat de gebeurtenis
sen daarna ongeloofwaardig worden in on
ze ogen, is een gevolg van een verkeerde
rolbezetting. Jimmy's vrouw Alison keert
in de echtelijke woning weer als zij een
miskraam heeft gehad, innerlijk ervan
overtuigd, dat zij door een onnoemelijke
ervaring voorgoed aan hem is gebonden,
in staat nu om iedere kwelling en verne
dering over de huidige generatie ge
sproken: wie zei daar Dostojevski?
met hem te delen. En hiertegen is de vrien
din. die tijdelijk haar plaats heeft ingeno
men. uiteraard niet opgewassen. Als het
doek valt spelen Jimmy en Alison weer
beer en eekhoorn en men moet maar
hopen, zonder enige aanwijsbare reden
overigens, dat uit r'eze erotische betrek
king een gezuiverde verstandhouding ge
boren zal worden.
Niet jong genoeg
Kees Brusse is (al vergeet hij herhaal
delijk dat hij niet in een microfoon maar
voor een grote zaal staat te spreken) een
prachtig en ook machtig acteur. Buiten
gewoon mooi bijvoorbeeld zijn de wonder
lijk genuanceerde stemmingsovergangen,
vooral die van bitter sarcasme naar een
hulpeloze tederheid. Maar hij is aller
minst de aangewezen figuur om de pu-
berteitsproblematiek van Jimmy Porter
duidelijk te maken: niet alleen is hij (on
danks het opplakken van wat rood haar)
te oud en te welgedaan, bovendien mist
hij de bijtende agressiviteit, zodat men
eigenlijk geconfronteerd wordt met een
melancholische querulant. Ook van de
seksuele spanningen krijgt men daardoor
een verkeerd lieeld, zozeer zelfs dat het
moeilijk wordt de waarde van de tweede
Hel ft van het st.uk zuiver te beoordelen.
Mede schuldig hieraan is Anne-Marie Hey-
ligers, die haar kennelijk juist aangevoel
de, door begrip gesteunde intenties nog
wat schools en aangeleerd realiseert, trou
wens ook teveel reserve in acht neemt om
de climax in het laatste bedrijf te kunnen
halen.
Als een soort buffer, waar de beide ech
telieden met hun overtollige energie tegen
kunnen botsen, als een huisvriend waarop
zij hun geen andere uitweg wetende emo
ties afreageren, fungeert de eveneens te
meerderjarige Bernhard Droog, die voor
al de hartelijkheid-door-dik-en-dun van de
echte man uit het volk waar maakt. Maar
ook hij is geen kwajongen meer, voor wie
een robbertje vechten een uitlaat is. Tine
de Vries neeft van de ziekgeworden Anny
de Lange de rol van de vriendin een ac
trice met een breekbare catechesatiemo-
raal overgenomen, uiteraard zonder een
bevredigende oplossing te vinden voor de
aanpak van dit voor onze begrippen eigen
aardige wezen. Jacques Snoek meende
met zijn routine te kunnen volstaan bij de
typering van Alison's vader, waardoor de
klassetegenstelling, waaruit veel ver
klaard moet worden, nauwelijks waar
neembaar is. Het is jammer, dat regis
seur Robert de Vries niet een opvoering
van „Omzien in wrok" (door Anty Wes
terling prima vertaald) door jongere
krachten heeft aangedurfd. Het stuk is
knap en met overtuiging uit hartstochte
lijke noodzaak geschreven, een zeer men
selijk document. Ondanks de opgesomde
bezwaren stellig boeiend en belangwekkend
genoeg om er kennis van te nemen.
David Koning