De main niet de lange stamboom J onderwijzers m gemeentedienst v7n dag tot dag^ G|en raadslidmaatschap voor Film en critiek Enkele vragen <=Praatótoel rHoe is het ontstaand WOENSDAG 18 DECEMBER 1957 Snuif en wrijf 1 n 1 1 =X-1 Bus reed bij het keren op eindpunt meisje dood Dieric Bouts in Delft Grootse „Flora" in Rotterdam Woonhuis in Gouda door ontploffing beschadigd Eierauto contra tram Op de Josephine Baker ridder in Legioen van Eer Kerkelijk Nieuws Geschilpunten die C.H. en A.R. gescheiden houden Gezaghebber van Curasao plotseling overleden BELHAMEL in het Orgaan voor de Nederlandse Bioscoopbond treft men deze maand een hoofdartikel aan, dat gewijd is aan de ge ruchtmakende „Open Brief' van zeven filmcritici. Vier hunner hebben intussen reeds van die brief afstand genomen, van welks inhoud zij slechts telefonisch en dan n0g onvolledig hadden kennisgenomen. Uit hun verklaringen blijkt dat de hoofdredac teur van het blad Filmforum, waarin de Open Brief" verscheen, de publicatie had doorgedreven zonder dat de noodzaak daartoe dwingend aanwezig was, zelfs nog nadat hem bezwaren van ondertekenaars ter ore waren gekomen. Twee redactie leden van Filmforum hadden voordien al ondertekening geweigerd. Men kan zich dus met de schrijver in het Orgaan voor de Bioscoopbond afvragen of het wel ver standig is geweest de publicatie toch door te zetten. De motieven, welke men daar voor suggereert, willen wij niet overne men. Dat is ons de brief niet waard. Dat de brief onze instemming niet heeft, mag als bekend worden verondersteld. In het artikel van het Orgaan voor de Bioscoopbond troffen wij echter een uit spraak aan, welke ons evenmin gelukkig lijkt. „Laten de filmcritici zich ervan over tuigd houden", zo lezen wij, „dat evenals in geen enkel produktiecentrum ter wereld ooit notitie is genomen van hun schrijverij en de produktie ongestoord voortgang heeft gehad alsof zij niet hadden bestaan, ook de filmproduktie in ons vaderland zich zal gaan ontwikkelen ongeacht hetgeen zij ervan zeggen. De Nederlandse filmproduk tie zal zich uitsluitend ontwikkelen volgens de normen van vakmanschap, dat door de regelmaat en de wisseling van werkzaam heden, door de mogelijkheden tot het aan trekken van talenten en de rustige zeker heid, dat er voor de toekomst gewerkt kan worden, zijn kansen krijgt". Wij menen dat de schrijver van deze regelen wel wat ver gaat in zijn onder schatting van de filmcritiek. Niet dat hij geen gelijk heeft in die zin, dat vele pro ducers zich van de filmcritici niets aan trekken: dat moet wel als men ziet wat er zoal wordt gemaakt en vertoond. Maar het ontbreken van enigerlei artistieke maatstaf in de voorwaarden welke hij op somt voor de vervaardiging van Neder landse films, lijkt ons nu ook niet een gelukkige omstandigheid voor het formu leren van een programma. Op zijn minst had het streven naar een verantwoord artistiek niveau genoemd dienen te worden. Om ons vertrouwen te geven in een pro gram voor de toekomst van de Nederlandse film mogen we toch wel eisen, dat de waarde van zulk een niveau daarin vol mondig wordt erkend. (Van onze Kamerver slag gever De Tweede Kamer heeft gisteren haar instemming uitgesproken met het regerings voorstel volgens hetwelk onderwijzers bij het bijzonder onderwijs voortaan lid van de gemeenteraad kunnen worden. De regering wilde ook de onderwijzers bij het open baar onderwijs, in dienst van de gemeente, als lid van de gemeenteraad toelaten, maar onder aanvoering van prof. Oud (V.V.D.), die de bestuursrechtelijke ver houdingen zuiver wil houden, verzette een grote meerderheid van de Kamer zich daartegen. Een desbetreffend amcndcmcnt-Oud maakt dus een goede kans. Bijzondere onderwijzers zijn niet in dienst van de gemeente. Het gezonde be ginsel is altijd gehuldigd, aldus prof. Oud dat iemand, die ondergeschikt is aan het gemeentebestuur, geen deel kan uitmaken van dat bestuur. Het kan boven dien ook voorkomen, vooral in een kleine gemeente, dat een onderwijzer wethouder wordt en aldus de chef van het hoofd van de school. Dat tast de gezagsverhoudingen aan. Met het standpunt yan prof. Oud kon den de heer Bee r n i n k (C.H.U.), A 1- bering (K.V.P.) en Smallenbroek (A.-R.) zich verenigen en zijn argu menten hadden ook indruk gemaakt op de ministers Struycken (Binnenland se Zaken) en C a 1 s (Onderwijs). Maar de heer Van S 1 e e n (P.v.d.A.) ver weet prof. Oud, dat deze als „zogenaam de" voorstander van het openbaar onder wijs de openbare onderwijzer wilde ach terstellen bij die van het bijzonder onder wijs. Het is een overdreven redenei-ing, zei hij, de openbare onderwijzers in de ge meenteraad te weigeren. „Neen", antwoordde prof. Oud, „een le raar van een openbare rijks-hbs., dus niet een gemeentelijke hbs., kan wèl lid wor den van de gemeenteraad. Het heeft met de oude schoolstrijd tussen het openbaar en bijzonder onderwijs, die de heer Van Sleen te berde heeft gebracht, niets te ma ken.Dat element moet men er buiten (Vervolg van pag. 1) aan Indonesië zelf, als daardoor de weg voor Amerikaanse steun aan andere, meer concrete en vooral meer menselijke Neder landse belangen in Indonesië kon worden vrij gemaakt. Waarom zoekt men het niet eens in die richting? Simon Koster ADVERTENTIE Uw verkoudheid van neus. keel of borst weg met De Maastrichtse rechtbank heeft een 46- jarige chauffeur van het gemeentelijk autobussenbedrijf te Maastricht, wegens grove schuld aan de dood van een 19-ja- rig Belgisch meisje, veroordeeld tot twee weken hechtenis voorwaardelijk en hon derd gulden boete. Het meisje was met een vriendin in de middag van 1 juni op het qind van de buslijn uit de bus gestapt. De chauffeur moet op dit eindpunt keren. Hij doet dat al jarenlang en vele keren per dag door de bus achteruit over het rijwiel pad in de uitrit van een steenfabriek te rijden. Op 1 juni was het Belgische meisje onder de wielen van de achteruitrijdende bus geraakt. Zij kwam daarbij om het leven. Zowel de officier als de president spra ken hun verwondering uit over de wijze, waarop bij het keren van de bus, welke de bestuurder een slechts beperkt uitzicht naar achteren biedt, telkens het verkeer in gevaar wordt gebracht. Zij waren van oor deel, dat het keren van de bus desnoods moet geschieden onder toezicht van iemand die daarvoor steeds ter plaatse dienst doet. De verdedigster, mej. mr. M. Crijns uit Maastricht, vroeg vrijspraak, subsidiair ontslag van rechtsvervolging op grond van overmacht voor de buschauffeur, die bij het eindpunt op geen enkele andere ma nier de bus kan keren. De Dieric Boutstentoonstelling, welke van zaterdag 21 december af tot 15 fe bruari in het stedelijk museum „Het Prin senhof" in Delft wordt gehouden, zal za terdagmiddag worden geopend door mr. dr. H. J. Reinink, directeur-generaal voor de Kunsten en Buitenlandse Culturele Betrekkingen van het ministerie van On derwijs, Kunsten en Wetenschappen. De tentoonstelling is gedurende twee maan den in Brussel te bezichtigen geweest in het Paleis voor Schone Kunsten. Zij be vat de meesterwerken van de schilder en van een aantal van zijn tijdgenoten. De belangrijkste werken, welke worden ge- exposeerd, zijn het bekende veelluik „Het laatste avondmaal" uit de St. Pieterskerk van Leuven en de twee gerechtigheidsta- ferelen die Bouts maakte voor het raad huis van Leuven. houden. Er zal niemand zijn in Nederland, die als hij de zaak objectief bekijkt, zal zeggen, dat ik in gebreke ben gebleven voor de rechten van het openbaar onder wijs op te komen. Het gaat er niet alleen om, dat het fout is de onderwijzer als zodanig nog langer uit te sluiten van het lidmaatschap van de gemeenteraad, maar voor een deel van hen, die in gemeentedienst zijn, moet de uitsluiting worden gehandhaafd op grond van het gezonde beginsel, dat iemand, die ondergeschikt is aan het gemeentebestuur, geen deel moet uitmaken van dat bestuur. Een ingenieur van een gemeentelijk ener giebedrijf kan ook geen raadslid worden. Dan zegt niemand, dat hij wordt achterge steld ten opzichte van andere ingenieurs, die bij het rijk in dienst zijn of in particu liere dienst. Gelijkheid voor de wet is er als de omstandigheden gelijk zijn. Maar de omstandigheden zijn niet gelijk, want bij zondere onderwijzers zijn niet in dienst van de gemeente. In tal van kleine gemeenten is het van belang, dat onderwijzers lid kunnen wor den van de gemeenteraad en daarom hecht de P.v.d.A. er veel waarde aan, dat ook onderwijzers bij het openbaar onder wijs raadslid kunnen worden. De heer Beernink (C.H.U.) vroeg zich af of de regering haar voorstel moet handhaven om bijzondere onderwijzers wel toe te la ten, als het amendement van prof. Oud, waar formeer niets tegen viel in te brengen zou worden aangenomen. Vandaag wordt over het amendement van prof. Oud gestemd. Er is geen twijfel aan, dat het zal worden aangenomen. Ook militairen in actieve dienst zullen voor taan lid kunnen worden van de gemeente raad. Daartegen bestond bij niemand be zwaar. De zakelijke sfeer van het debat werd even onderbroken toen de heer Beernink zijn rede had beëindigd. Van de tribune kionk plotseling de stem van zijn kleine nichtje: „Oom Henk!" Er was een klein misverstand geweest. Mevrouw Beernink had haar nichtje gezegd: „We gaan naar beneden, dan zullen we oom Henk even roepen", maar het meisje dacht:„Dat gaat zo ook wel." Oom Henk kreeg een kleur omdat zijn kleine nichtje de orde had verstoord. Maar de andere Kamerleden hadden er plezier in. In 1960 De grote internationale tuinbouwtentoon stelling in Rotterdam, die in 1960 van maart tot en met september zal worden gehouden, zal op 25 maart worden geopend met een binnenexpositie, gewijd aan de bloembollen. In de twee grote Ahoy-hallen die een oppervlakte van veertienduizend vierkante meter beslaan, zullen honderden tulpen, hyacinten en narcissen worden ge plant, alsmede bijgoedsoorten als tulipa's en mogelijk irissen. Om de grote ruimte van de hallen met sierlijke perken te vullen, zijn niet minder dan ruim vijfduizend pannen met bloeien de bloemboilen nodig. Deze zullen door kwekers, individueel en collectief, worden ingezonden. Op een dinsdagmiddag in café restaurant „Treslong" in Hillegom gehou den bijeenkomst zijn over de tentoonstel ling nadere mededelingen gedaan. Tot ont werper van deze binnententoonstelling is aangesteld de tuinarchitect Carl van Ëm- pelen in Heemstede. De expositie zal mede in het teken staan van het honderdjarig bestaan van de Ko ninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur. Tevens zal in 1960 worden herdacht, dat vierhonderd jaar ge leden voor het eerst in ons land tulpen werden geteeld. Er zal een speciale tulpen hof worden aangelegd, maar ook de andere bloembollensoorten zullen in speciale par tijen de aandacht trekken. Er zal trouwens niet alleen binnen de hallen een bloemen tentoonstelling worden ingericht, rond de hallen zullen eveneens honderden bloem bollen worden geplant. Een internationale jury onder leiding van de Engelsman David Bowes Lyon zal de inzendingen keuren Een speciale commissie bereidt de grootse manifestatie van het bloembollenvak voor De bloemententoonstelling, die tien dagen zal duren, zal op 3 april worden gesloten Bewoners van het stadsdeel Gouwe te Gouda werden gistermiddag opgeschrikt door een hevige ontploffing, die zich bleek te hebben voorgedaan ten huize van de familie De Jongh aan de Gouwe. Een bin nenmuur werd weggedrukt en kwam met donderend geweld omlaag. Een tussendeur werd opengedrukt en vloog door het be hang. Alle ruiten van het huis sneuvelden. Er ontstond een begin van brand, dat door de heer De Jongh echter zelf werd geblust. De ontploffing ontstond toen een loodgie ter met een propaangascylinder onder de vloer van het huis een waterleidingrepa- i-atie verrichtte. De loodgieter liep brand wonden op, doch de heer De Jongh, die naar het werk stond te kijken kreeg geen letsel. Op het zo langzamerhand berucht ge worden kruispunt Fannius Scholten- Van der Hoopstraat in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt zijn dinsdagmiddag een open vrachtwagen van een boter en eierhandel uit Putten en een motor wagen van een tramstel van lijn 10 met elkaar in botsing gekomen. De conduc teur van de motorwagen had juist de deur naar het voorbalkon opengescho ven en kon daardoor de bestuurder, die de remmen had aangezet, naar achteren trekken. De hevig geschrok ken bestuurder werd voor onderzoek naar een ziekenhuis overgebracht. Het voorbalkon van de tram werd - zoals de foto toont - volkomen vernield en van de vrachtwagen brak de kruis- koppeling en werd het chassis aan de linkerzijde ontzet. ADVERTENTIE S T H QFZUIGERS Gunstige betalingsvoorwaarden ARTENDORP Gen. Cronjéstr. 43, Haarlem, Tel. 52760 De zware stalen schuif, welke wordt aangebracht tussen de heftorens van de stormvloedkering in de Hollandse IJsel bij Capelle, is dinsdag van Dordrecht vervoerd naar Capelle. Het transport bij het passeren van de Koningsbrug over de Maas te Rotterdam De beroemde revue-artieste Josephine Baker is ridder in het Franse Legioen van eer geworden. Zij heeft deze hoge onder scheiding ontvangen wegens haar werk als luitenant-vlieger in de laatste wereld oorlog. Ned. Hcrv. Kerk Aangenomen naar Spijkenisse G. Caze- mier te Wanneperveen. Beroepen te Nieuw-Lekkerland (vac. B. Haverkamp) (wijk dorp) G. M. v. Dieren te Ede en (vac. J. Zwijnenburg) (wijk Kinderdijk) J. Spelt te Dinteloord te Arnhem (Ver. van Vrijz. Herv.) W. C. F. Metz, voorg. Ver. van Vrijz. Herv., aldaar. Benoemd tof dir. van het chr. blinden instituut „Bartimeus" te Zeist, ds. A. de Vries aldaar id. tot vic. te Arnhem (Ver. van Vrijz. Hexw.) mej. H. J. Dorlas, voor heen vic. te 's-Gravenhage. Bedankt voor Boven-Hardinxveld J. Ho- vius te Dordrecht. Geref. kerken Bedankt voor Workum M. J. C. Bosscha te Westerbork. Beroepen te Hoek (Z.) E. de Vries, kand. te Emmen te Stadskanaal (vac. A. H. Piersma) W. Stuursma te Grootegast te Oude-Pekela J. Snel te Reitsum te Vlaardingen (7e pred.pl.) M. J. Mulder te Heerde. Aangenomen naar Gapinge M. Boot, kand. te woerden, die bedankte voor Hoek (Z.) en,, voor Oostcrend (Fr.) naar Schoondijke H. A. Bottenburg, kand. te Hilversum, die bedankte voor Benne- broek, Engwierum, Lexmond, Loenen a. d. Vecht en voor Nieuwerbrug (Z.H.) Die Blijde Waereldt In deze tijd van boze tegen- en naast- voeters, van in het heelal geslingerde medeschepselen, van een, door één druk op een knop verloederd miljard, in zo'n tijd is het goed te toeven op de Olympos tussen de dichteren en dichteressen. Ik heb dat geprobeerd. Het was moeilijk. Ik zocht het van de Ilias van Homerus tot de Elias van Eduard; ik vond het niet. Zij spraken mij allen nog te veel van strijd. Tevergeefs zochten mijn ogen de zich hun kerend opdringende boekenruggen af. Tot ik, in een la vol „moeders reli kwieën", hét vond. Een bandje. Een met plakband bijeen gehouden prentenbboek. „Grootvader heeft hier nog in gelezen", zei mijn vrouw me eens De stilte om mij heen werd bijna tast baar, zoals men dat in romans leest. (Als men ze nog leest!). Maar daar stond het dan: „Feestgeschenk voor de Nederlandsche Jeugd. Van Hiero- nymus van Alphen. Ter Gedachtenis aan zijnen 125sten Verjaardag op den 8sten Augustus 1871". En zo trad ik de rust in van de achttiende eeuw. Een klein salet waar Vader in een groene jas met korte broek gekleed, de lage schoenen met gespen, de teder naar hem opziende gade zijn beste perzik aan biedt. En dan die tekst: Vader gaf de beste perzik Laatst aan Moeder met een zoen. Hij wou zelf er niet van eten; Klaartje! zouden wij dit doen? Alleen zo'n naam al: Klaartje! - Zonder nu direct aan Schiedam te denken, je voelt een traan in het oog opwellen. Néé, écht! En dan het prachtige vers, dat je zó kunt uitlenen aan alle verkeersregelaars: Kijk Pietje, kijk, een haas! O, die zoo gaauw kon loopen! Neen, zei de slimme Piet, Wilt gij een haasje zijn, ik niet: 'k Wil liever langzaam gaan, dan 't met den dood bekoopen. En dan het beroemde: Kornelis had een glas gebroken. Die Kornelis toch. Maar hij was een eer lijke jongen. Hij heeft het onmiddellijk aan zijn moeder bekend: hij was bezig met palletten" en „door het forsch raketten" is het geschied. Zijn „volan vloog in het glas!" Eerlijk, u en ik! Zijn wij er ooit zo kapot van geweest als wij bij het forse spel es een keer een glas braken? Kóm nou! Wel een mir heb ik vertoefd in die rust van Van Alphen's jeugdDe Genestet heeft eens op die kinderpoëzie een vernietigende kritiek geschreven. Moet hij weten. De tachtigers zouden weer tegen hém te keer gaanEn wie weet wat onze negentigers weer met ons gaan doen. Ik heb genoten. Opgelucht heb ik mijn jas aangetrokken en ben naar buiten ge stapt met mijn hond. Ik ben in de nacht door de stille, verlaten lanen gaan dwalen. En ja! Wie loopt daar naast me? Geraden! Hieronymus van Alphen. Rustig, steunend op zijnen kuierstok, ging hij voort. Geen van ons beiden sprak langen tijd een woord. Plots stond hij stil en hield mij terug. „Weet ge wat het wel is?", vroeg hij mij, alsof hij een verhaal vervolgde. „Weet ge wat ik wel vind?" „Nu?" deed ik mijnen wedervraag. „Het is somtijds of het mij plotseling overvalt. Hoe het komt, ik en weet het niet". „Maar wat is het dan, Hieronymus?", drong ik aan. „Het is", zeide hij, het is de stilte en de rust van de tijd, die mij vaak zoo be- naauwt!" Jan van Ees ADVEPTF.NTTE VOOR DE FEESTDAGEN Voor de statenkring Delft heeft de heer H. W. Tilanus, voorzitter van de C.H.U. gesproken over het onderwerp: „waar om moeten wij als C.H.U. onszelf hand haven?" Een samenwerking tussen rooms-katho- lieken en protestanten, zoals in Duitsland in de C.D.U., achtte de heer Tilanus bin nen de Nederlandse partijverhoudingen on mogelijk en ongewenst. Naar de oude coa litie verlangde de unievoorzitter niet te rug. Naar aanleiding van opmerkingen van mr. Van Doorn op het congres van de K.V.P. ontkende de heer Tilanus dat bij de afwijzing antipapistische sentimen ten een rol speien. Wel zag hij nog steeds een dreigend gevaar in roomse machts vorming. De verklaring van minister Zijlstra, kort geleden te Utrecht uitgesproken, dat de verschilpunten tussen Lohman en Kuy- per de huidige generatie niet meer aan spreken, ontlokte de heer Tilanus de op merking, dat prof. Zijlstra op dit punt kortsluiting had gemaakt. „Het zijn," zo zei hij met veel nadruk, „niet meer de ver schillen tussen Lohman en Kuyper, die C.H. en A.R. gescheiden houden, maar die tussen Kuyper en Hoedemaker. Het zijn in het bijzonder de gedachten van Hoedemaker, eens geestelijk leider van de Friese C.H., die na de oorlog sterker dan voordien in C.H.-kring zijn gaan le ven. Een synthese tussen de antithese-ge dachte, zoals deze nog sleeds in het A.R.- program staat en de verwerping van een scheiding op politiek gebied tussen chris tenen en niet-christenen zag de heer Ti lanus niet. De kerkelijke verschillen spélen een uiterst belangrijke rol. Wanneer gesteld wordt, dat de protestantse invloed in de vertegenwoordigende lichamen achteruit gaat, is dit maar ten dele juist: de A.R. lijdt verliezen, de C.H. blijft nagenoeg ge lijk, aldus de heer Tilanus. Het siert Dom Fernando de g Souza Coutinho, graaf van 1 Funchal, dat hij trots is op g zijn familie. Niet dat hij er §1 bijzonder prat op gaat of er U op andere wijze onaangenaam U over doet, zo is hij niet. „Ik vind het altijd een prettige Jj gedachte, dat we iets pres- m teren", zegt hij. En dan ver- p telt hij onder begeleiding van levendige gebaren van zijn m neef, de graaf van Linhares, m die net immers tot schout-bij- nacht van de Portugese ma il rine heeft gebracht vanwege M zijn bijzondere technische ca- g paciteiten. Daarna gaat hij g over op een andere neef, in dit geval een oomzegger hij g zal eerlang de titel erven, om- dat geen van de kinderen van H de graaf in leven is die g naam maakt als ingenieur in §g de West-Afrikaanse „over- g zeese provincie" Angola. Hij g zwijgt bescheidenlijk over g zichzelf, doch hij hoeft mij g niet meer te zeggen, dat ook g hij een zeer kundig ingenieur - is. Om ten huize van deze charmante zesenvijftigjarige Portugees niet tegen de re gelen der beleefdheid te zon digen, probeer ik het gesprek tactisch op een ander onder werp te brengen. Want ik ben niet gekomen om Dom Fer nando geestdriftig te horen uitweiden over de huidige prestaties van zijn geslacht. Deze mogen belangrijk zijn. belangrijker misschien dan de daden van zijn voorvaderen, maar daaraan zou hij geen artikeltje hebben verdiend. Mijn belangstelling gaat uit naar zijn stamboom. De lang ste van de wereld of moet ik zeggen de dikste? Ik weet het niet Als u, met mij, ruim elf- Een inwoner van de Portugese hoofdstad, de graaf van Fun chal, heeft een stamboom, die in een ononderbroken lijn terug gaat tot het jaar 826, dat is liefst meer dan elfhonderd jaar. Daarmee behoort zijn geslachtslijst zeker tot de langste van de wereld. honderd jaar een alleszins be hoorlijke tijd vindt, zullen we er niet over twisten of an- dei'en wellicht hun afkomst nog verder terug kunnen na gaan. Gelukkig, ook daarover wil hij wel praten, hoewel hij zijn bevoorrechte plaats in de ge nealogie niet als een persoon lijke verdienste beschouwt. „Ik sta er heel nuchter te genover", verklaart hij. „Je hebt nu eenmaal koninklijk bloed in je aderen of je wilt of niet. Ik zou er bepaald geen besef van hebben, wan neer dit niet historisch vast stond". En nogmaals verkon digt hij de stelling, die hem blijkbaar op het lijf is ge schreven: „Mijn familie mag er zijn, maar niet in de eerste plaats, omdat er zoveel ko ningen in voorkomen. Ze heb ben iets gepresteei-d, ze zijn iets geweest, dat is het be langrijkst". We drinken koffie uit kop jes, waai'op ik tevergeefs naar het familiewapen zoekt. Dat heb ik wel gezien in de fraaie hal van de grafelijke woning in Lissabon: een ingewikkelde voorstelling met leeuwen, die een door een andere leeuw bekroonde helm schragen en veel sterren in het schild. Het is geweven in een prachtig zeventiende-eeuws gobelin. „Als ik het goed heb be grepen, kunt u dus de lijn van uw geslacht terugvinden tot 826?" „Inderdaad. En ik heb er de officiële goedkeuring op ge kregen van de heraldische colleges in Frankrijk, Duits land en Portugal. In de direc te mannelijke lijn stam ik af van Robert le Fort, graaf van Anjou. Zijn nazaten hebben het Franse koningshuis Capet gegrondvest". Dom Fernando is dus neef in den bloede van de graaf van Parijs, die nog steeds pre tendeert recht te hebben op de Franse kroon. Volgens een overeenkomstige redenering mag hij zich eveneens bloed verwant noemen van de her tog van Braganga „onze wettige koning", zeggen de Portugese monarchisten. „Eén van mijn voorvaderen was de eei-ste koning van Portugal, Afonso Henriques. Over prestaties gesproken: hij heeft de basis gelegd voor de eenheid van het land. De slag bij Ourique tegen de Moren in juli 1139 heeft een groot deel van Portugal bevrijd. Later, in 1147 verjoeg hij de bezetters uit Lissabon en gaandeweg is hij verder naar het zuiden doorgedrongen". Mijn gastheer beschikt over gedetailleerde gegevens be treffende zijn voorgeslacht gedurende eenentwintig gene raties. Achteloos vermeldt hij, dat hij ook al gelieerd is aan Don Juan, de Spaanse troon pretendent, die in zijn fonke lend wit landhuis te Estoril de ontwikkeling van de ge beurtenissen afwacht. „Hebt u er nooit aan ge dacht zelf uw rechten te doen gelden?" Hij spreidt zijn handen uit in een afwerend gebaar. „Ik denk er niet aan! Ik ben in genieur en heb altijd plezier in mijn werk gehad. Koning zou ik nooit willen zijn". Praktisch bezien zou de graaf van Funchal ook niet het eerst aan bod komen. Voor de Portugese titel heeft de hertog van Braganga nog altijd betere papieren dan hij. In de directe mannelijke lijn stamt hij af van Dom Joao IV, de eerste Braganga, die in 1640 na een periode van Spaanse overheei'sing de kans schoon zag het vreemde juk af te schudden. „Een merkwaardig mens", zegt Dom Fernando naden kend. „Hij heeft grote ver diensten gehad voor ons volk, maar als je hem in zijn hart had kunnen kijken, had hij zich liever uitsluitend bezig gehouden met kunststudies en muziek. Altijd in hogere sfe ren. Een beetje jagen er tus sendoor, dan zou hij volmaakt gelukkig zijn geweest". De graaf van Funchal heeft niet alleen in eigen land ge studeerd, hij bezit ook een graad van de Parijse univer siteit. Van 1920 tot 1930 was hij belast met belangrijke waterbouwkundige werken in Brazilië. Hij voelde zich in dat land volkomen thuis „mijn grootmoeder is immers keizerin van Brazilië ge weest?" zegt hij lachend. Ver der heeft hij veel gereisd en getrokken, maar de laatste jaren is dat afgelopen. Een rustig leventje leiden is echter een onbekend be grip voor deze actieve man. En de gravin van Funchal is al precies als hij: haar levendige geest wordt trouwens voortdurend ge- scherpt aan de intelligentie van vrienden en kennissen niet bij voorkeur leden van de Portugese aristocratie, doch lieden, die iets doen. iets pres teren, zoals geleerden en journalisten. Of hij de laatste categorie erbij voegt om mij een genoegen te doen, kan ik niet gewaarwoi'den. Hij lijkt doodernstig. „Mijn vrouw deelt mijn fee langstelling voor de tech nische problemen van mijn werk", zegt hij. „En geen wonder, want haar vader heeft de plannen gemaakt voor de moderne haven van Alexandrië". „Bent u nu met uw genealo gische studie tot een einde ge komen, dus hebt u een grens bereikt, waar u niet meer achter kunt kijken?" Zijn ogen beginnen te tin telen. „Ik ben overtuigd van niet. Voor mij staat het vast, dat de voorvaderen van Ro bert le Fort hertogen van Worms waren. Wanneer het me lukt de heraldische col leges een afdoende bewijs voor te leggen, kom ik al tot 730". Ik reken snel uit: dat is twaalfhonderd zevenentwin tig jaar geleden. Hoe ver kunt u komen, waarde lezer? J. J. F. Remming niet van VERS te onderscheidén Dinsdagochtend is tengevolge van een hartaanval plotseling overleden de gezag hebber van Curagao, de heer M. P. Gorsira, in de leeftijd van 63 jaar. Een belhamel is een hamel die een bel draagt en aanvankelijk bezigde men het woord voor de hamel die een bel aan de hals dragende aan het hoofd van een kudde schapen gaat. Bij vergelij king past men dan het woord ook toe op de leider van een oproer en tenslotte ook op een baldadige jongen die als haantje de voorste optreedt bij straat schenderijen en dergelijke. Een hamel is een gesneden ram en het woord hangt dan ook samen met een woordbasis die: snijden betekende en waarvan ook het woord hamer is af geleid. Een hamer was oorspronkelijk: een snij-voorwerp, pas later een klop- voorwerp. De eigenlijke betekenis van het later als zelfstandig naamwoord ge bruikte bijvoeglijke naamwoord hamel ^is dan ook: (de) verminkt(e).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 5