Opsporing van kunstschatten in het Frans Halsmuseum EMIGRANTEN EN INHEEMSEN Kerstboek 1957 BEWIJS VAN KOSTELOZE TOEGANG Erbij V oorwaarden TOENADERING Twee bezoeken De prijzen Belangrijke aanwinst voor twee bezoeken aan het Frans Halsmuseum De opgave A anwij zingen DINSDAG 24 DECEMBER 1957 PAGINA DRIE HIER VOLGEN nu eerst enige nadere aanwijzingen voor de oplossing van deze kunstzinnige kerstprijsvraag. De deelne mers dienen voor zichzelf allereerst vast te stellen, hoe groot het aantal schilde rijen en voorwerpen in de gefotografeer de kamer is. De onzekerheid hieromtrent verhoogt de spanning en de kans op een prijs. Als u niet alles weet, kunt u toch een oplossing inzenden, want de kans be staat dat u toch iets hebt aangewezen dat juist door een ander over het hoofd werd gezien. Bij de inzending van de oplossing, moet a een scheiding maken in twee afdelingen, namelijk van schilderijen en voorwerpen. De schilderijen dienen alleen vermeld te worden met de aanduidingen die op de lijsten staan, maar in ieder geval met de naam van de schilder. Aan de catalogus ontleende omschrijvingen zijn ongeldig. De voorwerpen moeten worden omschre ven volgens de aanduidingen, die op de daaraan toegevoegde etiketten worden aangetroffen (bijvoorbeeld: „tinnen kan delaar, zeventiende eeuw"). Er zijn ook onderdelen van de fictieve kamer, die men op hun eigenlijke plaats in het museum zonder etiket waarneemt. Hiervan dienen te worden opgegeven: de aavd der voor werpen en de plaats waar ze zich bevin den (bij voorbeeld: „staande klok, in de betegelde gang). De voorwerpen behoe ven niet te worden gedateerd. DE INZENDING van oplossingen dient te geschieden onder het motto: „Opspo ring van kunstschatten". Zij moeten voor of uiterlijk op 15 januari 1958 ontvangen zijn op een van onze bureaus te Haarlem of IJmuidcn (voor de nauwkeurige adressen zie men de eerste pagina van de krant). De oplossing moet achtereenvolgens vcr- melden: eerst het aantal van de opgespoor de schilderijen en voorwerpen, vervolgens een opsomming van de schilderijen en ten slotte (zoveel mogelijk van links naar rechts op de foto) een lijst van de voor werpen. Naam en adres van de inzender gelieve men in blokletters op te geven. DE DEELNEMERS aan de prijsvraag wordt dringend verzocht bij hun gang door het museum bij het maken van aan tekeningen niet het papier tegen de muren van het museum te houden. Aanbeveling verdient het daarom een schrijfblok of iets dergelijks mee te nemen. Op kosten behoeft u zich niet te laten jagen: even als verleden jaar vindt men bij de puzzel een gratis toegangsbewijs voor het mu seum, geldig voor één persoon, maar dit- keer voor twee bezoeken. Voor kinderen beneden de leeftijd van vijftien jaar geldt wederom de beperking: alleen onder ge leide. Deze voordelige, aantrekkelijke regeling kon getroffen worden dankzij de medewerking van de wethouder voor Kunstzaken van de gemeente Haarlem. Voor nadere inlichtingen wende men zich niet tot de directeur of diens assistenten, maar alleen tot de bureaulist. Men gelie ve de aanwijzingen en voorschriften voor al zorgvuldig te lezen. De oplossingen zul len door de heer H. P. Baard in samen werking met onze kunstredactie worden beoordeeld. De uitslag wordt op 25 janu ari gepubliceerd. DE prijzen voor de goede oplos sers, die door de directie van het Frans Halsmuseum beschikbaar zjjn gesteld voor deze speciale kerst prijsvraag, bestaan evenals verleden jaar uit drie kost bare boekwerken, rijk van illustra ties voorzien, over beeldende kunst, benevens een aan tal kleinere doch venzeer belang wekkende uitga ven op dit gebied en twintig fraaie gekleurde repro- dukties van mees terwerken. Maar vermoedelijk hebt ii deze aanmoedi ging niet nodig im aan de ge- .venste opsporings- ïrbeid deel te nemen. Een ken ner van schilder kunst of oudheden behoeft men niet te zjjn on> succes te hebben. De voornaamste ont dekking, die u zult doen bij uw rondgang, is de ongedachte inven taris van Haar lems grootste schatkamer. HET ZOU overdreven zijn te beweren, .at de strijd van Charles Dickens tegen de irmoede in zijn land kan worden gedefi- ïieerd met een strijd om op iedere Engel se kersttafel een kalkoen te brengen, doch n werkelijkheid heeft Dickens een onme- elijk aandeel geleverd in de vorming van le typische Engelse kerstviering. Deze telling is op interessante, vaardige en ■ooral weldadig-humoristische wijze ver- verkt. in een kostelijk geïllustreerd artikel •an Daan van der Vat in het Kerstboek, litgegeven door de N.V. Drukkerij De ipaarnestad te Haarlem, onder de titel Het Engelse Kerstfeest'en Dickens". Dit artikel vormt het middelpunt van :en hoeveelheid kerstbij dragen, die niet ille van waardeerbaar niveau zijn en het kerstboek ondanks een tot in de puntjes verzorgde kleurendruk geen onverdeel- le bewondering zullen doen verwerven Doch Dickens maakt veel goed en de weer gegeven gravures en tekeningen uit diens boeken doen de lezer gaarne vergeten, dat enigszins goedkoop aandoende, moderne gelegenheidskopij hier en daar meer aan dacht vraagt dan zij verdient. Een grote aanbeveling van dit kerst boek is, dat het een bescheiden dikte heeft en niet méér wil lijken dan men van de traditie der kerstboeken mag verwachten. PNIN is een kaal dik mannetje, met verbazend brede schouders vergeleken bij zijn kleine voeten. Door de revolutie uit Rusland verdreven heeft hij eerst in Frankrijk geleefd en is vervolgens door gereisd naar Amerika, waar hij Russisch onderwijst aan een kleine universiteit. Hij is getrouwd geweest, maar zijn vrouw heeft hem verlaten voor een Duitse psy choloog, van wie zij intussen ook geschei den is. Hij ziet haar alleen nog een enkele keer als zij iets van hem nodig heeft en is dan erg ontroerd door haar vulgariteit. Bijna iedereen moet om hem lachen, maar sommigen vinden hem daar te ver velend voor. Hij houdt van de filologie en wordt vrolijk als hij Russische herinnerin gen ophaalt voor zijn studenten, die dan nog meer plezier hebben om hemzelf dan om zijn verhalen, zoals hij zijn gebaartjes maakt en in zijn gebroken Engels ver strikt raakt. Zijn positie als professor is wankel. Nauwelijks heeft hij een huisje ge kocht, waar hij denkt toch nog gelukkig te kunnen worden, of zijn beschermer wordt benoemd aan een betere universi teit, Liever dan een soort assistent te wor den van een nieuwe Russische professor, laadt Pnin zijn bezittingen in zijn tweede hands auto en rijdt eenzaam weg. Vladimir Nabokov is professor aan een grote universiteit en wijd en zijd bekend als een briljante romancier. Hij mag niet met Pnin verward worden, maar hij kent hem toch doordat de geschiedenis van zijn emigratie ongeveer dezelfde is. Wat nog meer dan zijn talent en zijn verschijning zou hem van Pnin onderscheiden? Niet veel, maar daar is alles al mee veranderd Hij kan Pnin alleen bespotten en bemin nen, omdat die ze niet heeft. Er is een ele gante wreedheid in Nabokov, waarmee hij een verdriet overwint: en het verdriet neemt de gedaante van Pnin aan. Men zal onder het lezen van zijn roman niet gauw de auteur vergeten voor zijn perso nages, zomin als men dat bij „The Real Life of Sebastian Knight" of zijn andere boeken deed. Pnin wordt ook niet ontwik keld als een romanfiguur. Het boek is sa mengesteld uit verhalen over een perso nage en enige van de hoofdstukken zijn eerst onafhankelijk in The New Yorkei verschenen. Nabokov is vaak zelf aan het woord, soms met een klein boogje dooi Pnins gedachten heen en soms dat niet eens, over het leven aan een Amerikaan se universiteit, een bijeenkomst van Rus sische emigranten op een landhuis, de zor gen van de kinderpsychologie. Geen van die onderwerpen is zo vers dat men ver rast zou zijn nu er grappen over gemaakt blijken te kunnen worden. Nabokov doet het alleen op een eigen manier, in zijn hoog gecultiveerde Engels, dat er toch in slaagt een soort nonchalante pose aan to nemen. Arme, arme Pnin, zal de lezer aan het. eind van het boek niet nalaten bij zich zelf te denken - en Jan toch ook nog in dc lach schieten om wat hij heeft zien gebeu ren. Op de verhoudingen in het mengsel van die twee stemmingen komt alles aan. Misschien zijn die bij Nabokov wel echt Russisch, zoals men dan makkelijk ge neigd is om te zeggen. In ieder geval heeft het mengsel een heel goede smaak. „Pnin" is niet het beste boek van zijn auteur, maar het is goed genoeg en grap pig genoeg voor zoveel reputatie, dat men alleen de titel nog zal hoeven te noemen en iedereen zal weten, of zal weten dat hij hoorde te weten, wie de schrijver is. Men kan van niemand anders een boek verwachten, dat op „Pnin" zou lijken. AT LADY MOLLY'S is het vierde deel van „The Music of Time" van Anthony Powell, over welke serie, waar het eind niet van te voorzien is, in deze kolom men met een gematigde waardering werd gesproken, toen het vorige deel versche nen was. „At Lady Molly's verdient een waardering zonder reserves, misschien omdat het beter is, maar er hangt ook veel van af of men in de stemming kan komen voor de zeer Engelse muziek, die Powell maakt. Hij heeft de natuurlijkst mogelijke vorm gevonden om te schrij ven over het grensgebied van de Engelse maatschappij tussen adel en bourgeoisie, namelijk die van memoires van theevisi tes en cafébezoek. De naam van Proust is er bij aangehaald, alleen al omdat een dergelijke serie romans in wording is, maar verheldert niet veel. Proust laat een heel vergeten leven uit een gebakje ko men en denkt dan ook niet meer aan het gebakje. Anthony Powell blijft altijd vlak bij zijn uitgangspunt en vertelt, op een ef fen toon van wat hij gehoord en gezien heeft. In abstracte theorie is het een wonder dat het niet vervelend wordt. Onder het lezen verbaast men zich daar minder over, want men krijgt niet de indruk dat Powell zijn materiaal volgens principiële eisen gerangschikt heeft, alleen dat hij een verhaalvorm gevonden heeft die hem van nature convenieert en dat bij zijn ta lent de beste gelegenheid geeft om zich te laten gelden. Niettemin kan men moei lijk zijn ogen van de technische kunst stukken afhouden, zo goed zijn die. Er is bijvoorbeeld het geval van Widmerpool. die al uit de vorige delen van „The Mu sic of Time" bekend is: de jongen die op school door iedereen uitgelachen werd en sindsdien een uit stekende carrière semaakt heeft in de City, maar nog steeds onhandig is in persoonlijke verhoudingen en des te onmogelij ker omdat zijn zelfvertrouwen niet geschokt kan worden. Een van de voornaamste onderwerpen van „At Lady Molly's" is de mislukking van een huwe lijksplan van Wid merpool en de ge schiedenis daar van geeft een mooi voorbeeld van de indirecte verteltechniek van De kroniek der Angelsaksische litteratuur is ditkeer aan twee boeken gewijd, name lijk „Pnin" door Vladimir Nabokov en „Ai Lady Molly's" door Anthony Powell, die beide bij Heinemann in Londen verschenen Nicholas Jenkins, die als de tweede ik van de auteur in het boek op treedt. Jenkins ontmoet een paar keer Widmerpool zelf, die hem iets toever trouwt van de problemen, die het huwe lijksplan stelt. Hij kent de vrouw weinig en ziet haar ook zelden, maar hij hoort veel verhalen over haar van anderen, het interessantste van een man die een avon tuur met haar gehad blijkt te hebben in oorlogstijd. Hoe het huwelijk tenslotte al bij de eerste proefneming mislukt is, hoort hij van een tachtigjarige generaal, die het zelf van derden gehoord heeft. Aan het slot van het. boek spreekt hij Widmerpool weer even, wiens zelfver trouwen nog altijd intact is. Widmerpool is dus in „At Lady Mol ly's" opnieuw hoofdpersoon, maar hij heeft ook vaak niets met het spel te ma ken. Het wordt dan gespeeld door enige van de tientallen andere personages, die „The Music of Time" bevolken en van wie sommigen nog wel betere creaties zijn dan de onmogelijke vrijgezel. Men haalt hen soms door elkaar, maar niet ernstig. Men wordt er zelfs door geani meerd om hen in de vorige delen van „The Music of Time" te gaan opzoeken en dan te zien of zij, niet daar al bedrieg lijk op echte levenden lijken. S. SI. Het Rijksmuseum te Amsterdam heeft een schilderij verworven van een be roemd Ne'derlands meester met het por tret van een beroemd landgenoot. De meester is Dirck Jacobsz (1497-1:67), de zoon van de schilder Jacob Cornelisz van Oostzanen, een van de begaafdste Noord nederlandse schilders van zijn tijd. Dirck 'acobsz was vooral bekend om zijn Am- d^damse schuttersstukken. Het portret is van de bekende zestien- de-eeuwse Amsterdamse koopman en ge letterde Pompejus Occo. (Groot Heiligland te Haarlem) voor deelnemers aan onze prijsvraag „Opsporing van kunstschatten" Dit bewijs is geldig voor één persoon in het tijdvak van 25 december 1957 tot 14 januari 1958. Kinderen beneden de leeftijd van vijftien jaar hebben alleen toegang onder geleide. Het museum is dagelijks geopend van 1015 uur, op zondagen alleen van 1315 uur. VERLEDEN JAAR hebben wij In ons kerstnummer twaalf fragmenten van schil derijen uit het Frans Halsmuseum te Haarlem gereproduceerd, waarbij men gevraagd werd de titels van de oorspron kelijke werken en de namen van de ma kers op De geven. Die prijsvraag is een onverwacht groot succes geworden. Wij ontvingen talrijke brieven van deelnemers die dankbaar waren voor het geboden tijd verdrijf, dat hen tevens in de gelegenheid had gesteld met de prachtige verzame ling tussen de beide Haarlemse Heiliglan den kennis te maken. Het bleek, dat ve len zich mèt hun kinderen hadden inge spannen om de speurtocht tot een goed einde te brengen. Tot onze verrassing heb ben wij de laatste weken enkele verzoeken gekregen om weer eens een dergelijke zoek- puzzel samen te stellen. Aangemoedigd door dit alles hebben wij dat in samen werking met de heer H. P. Baard, direc- ieur van het museum met genoegen gedaan. Met een soort kwaadaardig ge noegen ook, want wij hebben de indruk dat de opgave thans iets moeilijker is dan de vorige keer. Maar enfin, dat vergroot bij de moeite de vreugde. OP NEVENSTAANDE foto ziet men een fictieve kamer, dat wil zeggen: een ver trek, dat men aldus Ingericht in het Frans Halsmuseum vergeefs zal zoeken. Het stijlgevoel zou door een dergelijk arran gement aanzienlijk gekwetst worden Maar de schilderijen en de voorwerpen, die hier staan afgebeeld, zijn er wel de gelijk. Aan u de taak die op te sporen en te benoemen. U zult er het gehele j museum voor moeten doorkruisen, er in alle zalen, kabinetten, gangen en vitrines naar dienen te zoeken. Want daar gaat het mede om: uw aandacht erop te ves tigen, dat men in het Huis van Hals ook onvermoede schoonheden kan ontdekken, die niet alleen op het terrein van de schil derkunst liggen. Men zal talrijke voor werpen tegenkomen, waar onze voorou ders dagelijks mee omgingen en die nu een hoge artistieke waarde vertegenwoor digen of om de curiositeit de aandacht ver dienen. En evenals de vorige keer zult u ons dankbaar zijn voor deze speelse aan sporing om uw inzicht te verreken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 15