VOOR JULLIE Naar de wintersport ENGELSE KONINKLIJKE FAMILIE STEEKT ZICH IN DE KLEREN OCOiM Tassen Voorde Het weermannetje De Christusdoorn 11 'x.l I ZATERDAG 11 JANUARI 1958 Erbij PAGINA ZES VARIATIE KLEURRIJK MODERN FLEURIG ALLEMAAL OP REIS Mode voor de Russische vrouw Voltooiing der litteraire nalatenschap van Dorothy Savers maar toch uitverkoop 1 i iilN w De Lettische artieste Erna Rubene heeft via radio-Moskou de Russische vrouwen aanwijzingen gegeven hoe zich te kleden. Nimmer mag uit het oog worden ver loren dat kleding in eerste instantie dient om de lichaamstemperatuur te regelen. Dit kan men echter zo doen dat men blijk geeft van goede smaak. Over het algemeen achtte Erna Rubene Westeuropese kleding niet geschikt voor de Russische vrouw en man Nauwe rokken of rokken met een split en korte colberts met opgevulde schouders zijn ta boe. Gedecolleteerde japonnen kunnen worden gedragen, „maar niet bij alle ge legenheden". Vrouwen mogen „nimmer met sokjes in schoenen met hoge hakken stappen." Tineke Raat 4vf 5 De Amerikaanse vrouwenclub in West- Berlijn heeft een nieuw soort leenbiblio- theek. voor kinderen ingesteld: er wordt speelgoed uitgeleend. Er zijn allerlei soorten speelgoed, tot fietsen toe. Bij het terugbrengen wordt goed op gelet, of het stuk beschadigd is. Als een kind een heel jaar lang zuinig op het geleende speelgoed geweest is, mag het een stuk speelgoed voor zichzelf uitzoe ken en het houden. Terwijl het ijsbeert je z\jn huis bouwt kun jij het kleuren. De Londense mode-ontwerper Norman Hartnell gaat een drukke tijd tegemoet in verband met de aanstaande reizen van de Engelse koninklijke familie naar het buitenland. Volgende maand gaat de koningin-moe der naar Nieuw-Zeeland en Australië en Voor haar rondreis heeft zij kleren nodig, die in bijna elk denkbaar klimaat en bij alle weersomstandigheden passen. De moeder van koningin Elizabeth ver trekt namelijk uit het grijze, winters-kou- de Londen en ze zal op het zuidelijk half rond in een hete zomer uit het vliegtuig «tappen. In het voorjaar keert zij naar En geland terug. Juist omdat de reis per vliegtuig wordt gemaakt moet Hartnell ervoor zorgen, dat alle kleren licht en praktisch zijn. Koningin Elizabeth van Engeland brengt in het voorjaar een bezoek aan koningin Juliana. Nu reeds heeft Hartnell zijn ko ninklijke cliënte schetsen en monsters van stoffen gestuurd, die zij op Sandringham zorgvuldig bestudeert. In overleg met haar kamenier, Margaret MacDonald, zoekt de Britse vorstin de ontwerpen en stoffen uit voor de toiletten, waarin het Nederlandse volk haar over enkele maan den zal zien. Koningin Elizabeth heeft een grote collectie kleding nodig: mantels en japonnen voor officiële rijtoeren en recep ties, avondtoiletten, kleding voor onder weg en ook enkele informele toiletjes. De Euphorbia of Christusdoorn is een algemeen bekende kamerplant; vooral de lagere vormen worden tegenwoordig veel gekweekt. U moet er rekening mee hou den dat het een vetplant is; ze moet dus in de wintermaanden niet veel water hebben en ook niet in de rusttijd. Soms laat de christusdoorn plotseling alle blaad jes vallen en dikwijls staat de plant dan nog in volle bloei. Dat is niet zo veront rustend, alleen maar een sein dat de plant nu wel eens wat rusten wil. Dan geeft, u de eerste zes weken geen water of zó wei nig, dat de stekelige stengels nog net niet. verschrompelen. De rusttijd van elke christusdoorn is verschillend; dat is af hankelijk van standplaats en behandeling. Na ongeveer zes weken ziet u nieuwe blaadjes tot. ontwikkeling komen ten teken dat. de plant opnieuw wil groeien. Mocht verpotten nodig zijn, dan doet men dat aan het begin van de nieuwe groeiperiode en niet vlak voonde rust; dat is verkeerd. Gebruik er de bekende bloemistengrond voor en meng die nog eens extra met wat metselzand. Als de plant aan de volle zon regel matig en geleidelijk wordt gewend kan ze die ook 's zomers wel verdragen. Kleurt ze in de felle zon soms rood, dan kan dat geen kwaad. Plaats de plant in de winter in een matig verwarmde kamer, liefst, zo zonnig mogelijk. U moet haar voortkweken door middel van stekken in het vroege voorjaar G. Kromdijk „WEES RIDDER, help de jonkvrouw" staat heel toepasse lijk op een bordendoek, kennelijk bestemd dus om meneer een hint te geven zijn vrouw een handje te helpen met de afwas. Dit aan duidelijkheid niets te wensen overlatend op schrift gaat vergezeld van een afbeelding: een ridder te paard en een jonkvrouw, naast 'n hele berg potten en pannen. Vorig jaar signaleerden we voor het eerst deze fleurige linnen af droogdoeken, maar toen waren ze nog allemaal van Engelse teksten voorzien, want het was import uit Ierland. Nu kan men dus ook in de moedertaal de afwas hanteren. WANNEER vrouwelijke toeristen uit Italië terugkomen, kun je er vrijwel zeker van zijn, dat ze een tasje met raffia in kleurige zigzaglijnen geborduurd, als sou venir meenemen - of er in ieder geval met verliefde blikken naar hebben gekeken. Een Nederlandse tassenfabrikant heeft zich door deze populaire accessoires laten inspireren tot het vervaardigen van aller aardigste modellen in witte, zwarte of beige plastic, waarvan de voorkant geheel of gedeeltelijk die zigzaglijneffecten heeft. Het lijkt precies alsof ze met raffia geborduurd zijn, maar in werkelijkheid Overigens zijn ook alleraardigste Franse en Zweedse droog doeken te vinden met picknicktaferelen, levensgrote ananas sen en ander kleurig fruit, met kalenders, bridgemotieven, een poedel die met een pollepel in een pot roert, een radeloze man tussen stapels vuile vaat of een heer met vleugeltjes, waaronder staat: be an angel and wash up. Met recht voor stellingen, die kleur geven aan de keuken, maar die ook de wanden van jongemeisjeskamers kunnen sieren of als tafel kleedje worden gebruikt bij een borrelhapje. is het hoogfrequent gelaste plastic, dat waterbestendig en kleurecht is. Vrolijke tinten als rood, groen, geel en wit zijn gecombineerd. Het zijn uitgesproken zo merse tassen, die voor stad en strand kun nen dienen. NIEUW EN VRIJ NEUTRAAL is een plastic tas voor de zomer in wit met inge- printe lijnen en ornamenten, die zwart gekleurd zijn, en met enkele zwarte, er dik bovenop liggende noppen. Imitatie krokodil met een linnen rug is voorts een nieuwe plastic variatie, die als zovele andere soorten in uiterlijk leer nabijkomt. OMDAT WE ZO LANGZAMERHAND in de witte week periode zijn beland, willen we nog wat meer nieuwtjes voor de lin nenkast aan u voorstellen. De laatste mo de in beddegoed zijn bijvoorbeeld witte lakens en slopen met gekleurde, gestreep te of gebloemde randen; rond de sloop zit een volant, rond het laken een rechte bor der. Omgekeerd kunnen ook gekleurde la kens met witte randen uw bed opvrolijken of u kunt onder lakens, die geheel gedes sineerd zijn met pastelkleurige strepen ter ruste gaan. De kleuren geel en rose zijn in de mode. Ook wat badhanddoeken betreft is men steeds meer op verfraaiing uit. De sfeer hiervan past zich aan bij die van de mo derne dekens, die op hun beurt weer wor den beïnvloed door wat de binnenhuisar chitecten voor ons uitdenken. Da badhand doeken zijn vaak uitgevoerd in pastelkleu rige strepen met op de grens van de kleu ren een gouden of zilveren lurexdraad. Hiervoor is een type lurex gebruikt met een polyesterfilm; het is bestand tegen ko ken, zodat men de handdoeken de gebrui kelijke wasbehandeling kan geven. Dit metaalgaren zit zo diep weggewerkt tus sen de pool, dat men er niet mee over het gezicht strijkt. Vroeger was een bad handdoek met goud erin alleen iets voor een prinses uit een sprookje. Nu kan iedei van ons er de ochtendziekte mee bestrij den door er elke morgen weer met ple zier het gezicht in te steken. Ieder kledingstuk moet nieuw zijn. De Engelse koningin zou er niet aan denken in een toilet te verschijnen, dat zij in een ander land al eerder heeft gedragen. Vervolgens moet ontwerper Hartnell denken aan de reis, die prinses Margaret naar de Westindische eilanden zal maken. De prinses zal in april de federatie-plech tigheden van het jongste lid van het Ver enigd Koninkrijk, de Commonwealth, met haar tegenwoordigheid opluisteren. Zij heeft tropenkleren van katoen en rayon nodig voor de middag, avondrokken van chiffon en avondjaponnen met wijde, ruisende rokken. Geen enkel lid van de koninklijke fami lie heeft zich overigens aan de ligne sac gewaagd. De koningin en prinses Marga ret, de elegante hertogin van Kent, en haar dochter prinses Alexandra, dragen alleen iets lossere mantels en hebben hun nieu we mantelpakjes laten maken in een iets lossere stijl. Maar verder gaan zij niet. Koningin-moeder Mary vertolkte waar schijnlijk de gevoelens van zichzelf en de andere leden van de koninklijke familie, toen zij terwijl zij foto's van hemdjurken in een modeblad bestudeerde, laconiek op merkte: „Ik ging in de twintiger jaren zo gekleed, maar ik wil er thans niet naar terugkeren". DOES, HET LEUKE rode hondje, had al in geen twee dagen meer met zijn staart gekwispeld en Loes, het wit te poesje had al in geen twee dagen zitten spinnen. Does en Loes waren hoos. Vreselijk boos. Na al die gezel lige feestdagen die ze samen met de baas en het vrouwtje hadden gevierd was er opeens een eind gekomen aan de drukte. De baas en het vrouwtje hadden hun koffers gepakt, zo maar op een morgen in januari en waren met een grote auto weggereden, terwijl Does en Loes ze in de vensterbank treu rig nakeken, want dat ze niet zo gauw meer terug zouden komen, begrepen ze wel. „En wie moet ons nou eten geven?" zei Does. „Misschien laten ze ons zo fnaar ach ter," zei Loes. ..Nee", zei Does, „dat geloof ik niet. Daar zijn onze baas en vrouw veel te aardig voor." 's Avonds merkten ze dat de baas en vrouw niet vergeten waren voor hun dieren te zorgen. Het oude vrouwtje, dat wel eens meer op bezoek kwam en vlakbij in de straat woonde, bracht Does en Loes een bordje eten. „Ja jongens, dat valt tegen, hé," zei ze, „jullie hadden zeker wel mee ge wild naar de wintersport. Nou ik ook wel hoor." Toen ze weg was, praatten Does en Loes druk over wat het oude vrouwtje gezegd had. „De wintersport!" zei Does, „ja, ik heb ze erover gehoord. Wintersport is een wit land met bergen, waar je van af glijdt." „Is het niet gevaarlijk?" vroeg Loes. „Nee, nee," zei Does, „het moet echt heerlijk zijn." „Misschien komen ze nooit meer te rug. Misschien moeten wij hier wel al tijd alleen blijven met het oude vrouw tje dat ons eten brengt". Does en Loes durfden niets meer te zeggen, want als ze nóg iets gezegd had den, waren ze in tranen uitgebarsten. Ze zwegen een hele dag. Does kwis pelde niet en Loes ging niet spinnen. Toen het oude vrouwtje weer kwam met dat valt tegen hè, zei ze: „ja, jongens, dat valt tegen heè, jullie hadden zeker wel meegewild naar de wintersport. Nou, ik ook wel, hoor." Het oude vrouwtje was zó oud, dat ze altijd alle dingen twee keer zei en ja, toen ze weg was moesten daarom Does en Loes wel weer over de winter sport praten. „Als wij ook eens gingen," zei Does. „Ik wil best," zei Loes, „als je ten minste zeker weet d..t het niet gevaar lijk is." „Goed," zei Does, „dan gaan we." „Maar wij hebben geen auto," riep Loes, „hoe moet dat nou, zonder auto?" „We lopen", zei Does, „ik ben reuze sterk. Als jij moe bent draag ik je op mijn rug." „Poeh," zei Loes, „maar ik ben taai. We zullen nog eens zien wie het het langst volhoudt." „Wat zullen we tVieenemen?" vroeg Does, „eten?" Ze hielden allebei meteen op met eten want dat zouden ze bewaren voor de reis. „Wanneer gaan we?" vroeg Loes. „Morgen als het oude vrouwtje ge weest is," zei Does. „Als ze mij uitlaat wip jij mee naar büiten en weg zijn we. Doen?" „Goed," zei Loes, „dan ga ik nou maar slapen om de honger niet te voe len en om morgen uitgerust te zijn." Toen het vrouwtje voor de derde keer kwam deden ze precies zoals ze hadden afgesproken. Over de rug van Does heen sprong Loes mee naar buiten en het oude vrouwtje kon roepen wat ze wil de, ze waren zó in het donker verdwe nen. Bij de hoek van de straat wacht ten ze elkaar op. „Koud is het, Does," zei Loes. Die dingen die in je ogen en je vacht prikken is dat 's avonds altijd zo?" „Ik heb het nog nooit eerder gevoeld," kefte Does terug, „maar het is heel naar en heel koud." „Zullen we niet liever in het pakhuis wachten tot het morgen wordt? We zul len vast verdwalen in het donker." „Dat is een goed idee," zei Does „en niemand zal ons daar vinden." Ze kro pen in het pakhuis waar Loes 's zomers wel eens op muizenjacht ging, maar ja, zomer was het, nu niet. Door alle kieren en kapotte ramen kwam de snijdende wind naar binnen en door het stukke dak stoven voortdurend van die koude prikdingen in hun ogen en hun vacht. Doer en Loes waren er helemaal ver kleumd van. Ze kropen dicht tegen el kaar maar zelfs daar werd je niet warm van. „We zullen er nooit komen als we met zulke stijve pootjes op pad moe ten," zei Loes. Bij de foto's: geheel boven een witte plastic tas met ingedrukte zwarte motie ven. De tas beneden is van raffia-nappa met het effect van borduurwerk. IN BADHANDDOEKEN ziet men tegen woordig geheel nieuwe en zeer beschaaf de, rustige kleuren: zand, olifant, tomaal of turkoois. Ook heel zonnige streepstel- lingen, afwisselend smal en breed, geïnspi reerd op de Italiaanse modekleuren in fris se tinten rood, groen en geel met wit ko men voor. Andere variaties zijn strepen, die halverwege overgaan in een andere tint of combinaties met gebroken lijnen en blokranden. Nieuw zijn doeken in crèpebinding, waarbij tweederde van het aantal lussen aan de bovenkant zit, waar door een prettig, vol effect ontstaat. Ontbijtlakens zijn thans eveneens een lust voor het oog. In het moderne genre vindt men ze met een effen rand en een felgestreept middenvlak of bedrukt met allerlei fruitmotieven, eet- en drinkgerei, keukenattributen, wijnglazen, enzovoorts. Heel veel ingeweven ruitdessins of randen die doen denken aan versierend band dan wel glinsterende effectgarens in goud of zilver treft men in de hedendaagse tafel kleden aan. Het is allemaal een stuk gevarieerder, vrolijker en gezelliger dan de stapeltjes linnengoed, di- bij onze grootouders en ouders in de linnenkast lagen. Prinses Margaret. Ze zeggen dat er een mannetje heel hoog in de lucht bestaat, die met handenvol zon en handenvol wind daarboven uit wandelen gaat. Hij fluistert: nu moet je waaien, teil en dan: wees nu maar weer stil, dan smijt hij met zon, dan smijt hij met sneeuw, precies zoals hij het maar wil. Maar vraagt één van ons dat manne toe, geef ons een beetje m.ooi weer, toe geef ons wat zon en een klein beetje wind, dan vind je dat mannetje nergens w - Dus vraag hem maar niks en houd je maar stil, want dat mannetje daar doet toch wat ie wil. Mies Bouhuys Katoenen tafellaken in blauw met grijs. De randen zijn ingeweven. Toen brandweer-auto's van zes brand weer-kazernes onder luid geloei door de overvolle Oxford-street reden, omdat zij vanuit het wereldberoemde „Selfridges" een s.o.s. hadden gekregen, dwarrelde al een dikke rookkolom uit een van de af delingen van het warenhuis omhoog. Maar de dichte menigte van kopers en vooral koopsters scheen zich daar niets van aan te trekken. Zij stroomde de deuren van het grote gebouw in en uit, in koorts achtige ijver op zoek naar voordeeltjes van de uitverkoop. Employés van het warenhuis brachten grote stapels waren naar de ramen toe om ze zo nodig naar beneden te kunnen gooien. De verkoopsters en de verkopers keken neer op een steeds toenemende menigte. Zij gebruikten handdoeken en zakdoeken om hun mond en neus tegen de steeds toenemende rook te beschermen. De brand was na een uur bedwongen. De uitverkoop werd niét gestaakt.... „We moeten willen," zei "Does, „we moeten heel erg willen dat we in de wintersport komen. Doe je ogen dicht Loes en denk aan niets anders." Dat deden ze, ze knepen allebei hun ogen dicht en dachten zó hard aan de witte berg waar je af moest glijden, dat ze er van in slaap vielen. En toen ze wakker werden Does zag het het eerst. Een witte berg! Door het kapotte raam van het pakhuis heen zag hij een witte berg. „Loes! Loes!", schreeuwde hij. „we hebben er zo hard aan gedacht dat de witte berg naar ons is toegekomen. Kijk eens!" Loes keek er met haar groene kat- tenogen naar. „Geweldig!" fluisterde ze, „nu hoeven we die hele reis niet meer te maken." „Vooruit!" "zei Does, „laten we er afglijden. Daar is ie voor!" Ze sprongen door het kapotte raam op de witte berg en gleden er in een vliegende vaart af. Does jankte en Loes gilde. Het was helemaal niet zo leuk als de mensen zeiden en tussen hun haren kroop ijskoude srieeuw. „Help! Help! ik val in een afgrond!" schreeuwde Loes, want de berg hield opeens op. Ze viel gelukkig niet hard, want ook onder het dak lag sneeuw. Naast haar plofte Does neer, zijn rode krullen helemaal wit. „Er is niets aan," mauwde Loes, „ik wou dat de wintersport maar nooit naar ons toegekomen was." „Ik ook," zei Does, „ik doe overal pijn en ik heb honger ook. Hoe komen we hier ooit weer vandaan?" Op dat ogenblik ging er vlak bij ze een deur open. „Nee, maar," zei een stem, „daar heb je ze. Gelukkig ze zijn er! Domme Does, domme Loes, waar om moest je nou net met die sneeuw- boel weglopen?" Does en Loes keken met grote ogen naar het oude vrouwtje dat lachend in de deur van haar huisje stond. En ja, nu kende Loes ook opeens het tuintje weer. Kopjesgevend stapte ze op het vrouwtje af en Does kwispelde en sprong tegen haar oj. In haar gezellige keu kentje aten ze eerst hun buiken vol en toen gingen ze achter de kachel liggen slapen. En met niet één oog keken ze meer naar die wintersport, die lang zo heerlijk niet was als de mensen vertel den. Mies Bouhuys Een badhanddoek. Op de grens van de strepen goudkleurige lurex. Er woedde dezer dagen in een van de grootste warenhuizen van Londen een stevige brand, maar de liefhebbers van koopjes stoorden zich daar niet aan. DE BEROEMDE Engelse schrijfster van voornamelijk detectiveverhalen Dorothy Sayers, die dezer dagen zoals bericht werd is overleden, heeft haar grootste werk niet kunnen beëindigen. Vijftien jaar lang was zij al tot kort voor haar dood bezig met een vertaling in modern Engels van Dante's „Goddelijke Komedie". Miss St. Clare Byrne, de vrouw die zorgt dat de testa mentaire beschikkingen op litterair gebied van Dorothy Sayers zullen wórden Uitge voerd, heeft evenwel bekendgemaakt, dat het derde en laatste deel bijna gereed is gekomen. Het eerste deel De hel werd in 1949 in een Penguin-editie uitge geven. Er werden tweehonderdvijftigdui zend exemplaren van verkocht. Het tweede deel Het vagevuur werd in 1955 ge- publiceex-d en vindt een vergelijkbare af trek. Of het onvoltooide derde deel Het paradijs door een ander zal worden be ëindigd om voor publikatie geschikt te zijn werd niet bekend. Wat staat er op de ballonnen te lezen? Het is een deel van het jaar.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1958 | | pagina 18