Isotopen als speurders naar verborgen productiefouten ONZE (KRUISWOORD)PUZZEL Toepassingen van radio-activiteit in de Amerikaanse industrie Een provincienest in het hart L van Londen Erbij De onder zijn pseudoniem De Schoolmeester bekendgeworden dichter Gerrit van de Linden is honderd jaar geleden in Londen gestorven Driedimensionaal Luns: Vader zegt dat ik deze alléén mag hebben Verbetering van onderwijs in Frankrijk ZATERDAG 25 JANUARI 1958 PAGINA TWEE IN ZIJN ROMAN David Copperfield" heeft Charles Dickens een tragikomische fi guur getekend, die hij Wilkins Micawber noemde. Met deze Micawber, die eeuwig en altijd aan de rand van de financiële on dergang stond, die met onverwoestbaar optimisme uitzag naar het ogenblik „dat zich iets zou voordoen" en wiens zorgen onmiddellijk hun dreigend aanzien verloren, wanneer hem werd verzocht een goede punch te brotnven, moet onze Schoolmeester een aantal trekken hebben gemeen gehad. Ook hij verkeerde in chronische geldmoeilijk- heden, liet zich de hem door zijn vrienden verleende hulp uiterst gemakkelijk aan leunen, was een minnaar van een goed glas wijn en een welverzorgde dis. En zoals mevrouw Micawber een „Instituut voor jonge juffrouwen" hield, zo exploiteerde hij een kostschool voor jongens, daarin bijgestaan door een lieve en trouwe gade die, naar mag worden aangenomen, wanneer het water weer eens tot de lippen was gekomen, haar armen om zijn hals.zal hebben geslagen met de kreet van mevrouw Micawber „dat zij hem nimmer zou verlaten". GERRIT VAN DE LINDE zijn naam is geheel achter zijn pseudoniem De Schoolmeester verdwenen was de zoon van een Rotterdamse koopman en onderscheidde zich reeds vroeg door zijn „vlugheid van bevatting en levendig vernuft". Als zeventienjarige toog hij naar Leiden om theologie te studeren. In 1830 maakte hij deel uit van het korps Leidse Jagers en het volgende jaar marcheerde hij in de Tiendaagse Veldtocht mee. Het studenten leven beviel Van de Linde uitermate wel en toen zijn vader, wiens zaken snel ach teruit gingen, buiten staat was hem 'n toe lage te verstrekken, zodat hij op andere hulp was aangewezen, zette hij zijn lustige leventje voort, maakte schulden en was zelfs in 1834 genoodzaakt naar Londen de wijk te nemen. Aanvankelijk ging het hem slecht, al leerde hij verbluffend snel En gels, maar later genoot hij de niet genoeg te waarderen steun van zijn vrouw (de dochter van een Franse schoolmeester) en redde zich vrij aardig. In een brief uit het „revolutiejaar" 1848 schrijft hij aan Jacob van Lennep hoe hij tot demping van cok in Londen- voorkomende onlusten .zich ten tweede maal in zijn geval vol leven" ten strijde gorddde „thans niet gedoscht in 't maagdverleidend jagerspakje, maar in een ruimen overjas" om zich straat stenen naar het hoofd te zien werpen en van tijd tot tijd „een oproerige ezel" naar de wacht te voeren. Toen Jacob van Lennep in datzelfde jaar 1848 voor de eerste keer de almanak „Hol land" .uitgaf, telde hij Van de Linde onder zijn medewerkers. Tot zijn dood in 1858 publiceerde De Schoolmeester in deze Almanak, daarmee de grondslag leggend van de bundel Gedichten, die Van Lennep na zijn dood ten voordele van zijn weduwe uitgaf. DIE GEDICHTEN van de Schoolmeester hebben in Nederland een zekere vermaard heid gekregen. Aannemelijk is dat ze mede zijn ontstaan onde'- invloed van zijn iets oudere tijd- en stadgenoot Richard Harris Barham, die onder het pseudoniem Thomas Ingoldsby de „Ingoldsby Legends" publi ceerde, maar van navolging mag niet worden gesproken. Daarvoor zijn de ver zen van De Schoolmeester veel te Hol lands, ook in het burleske. Men kende in ons vaderland noch die dichtwijze in knittelverzen met onverwachte, zonder linge en ingewikkelde rijmen, noch de In de Atlas van Stolk te Rot terdam bevindt zich een prent, waarvan wij hier een fragment reproduceren, omdat daarop het enige ons bekende portret van Gerrit van de Linde voor komt: de jongeman met de krullende haardos rechts voor aan is de latere „schoolmees ter" temidden van medestuden ten in de sociëteit Minerva. opeenstapeling van absur diteiten die wij thans „kol der" plegen te noemen. Aan de vermakelijke onzin van zijn gedichten dankt Van de Linde zijn populariteit, alsmede aan de indruk dat al die malligheid zomaar uit de mouw geschud was. Nu wordt door zijn biogra fen steeds met nadruk vermeld, dat al zijn dichtstukjes „ons wel vruchten van de luim der oogenbliks" toeschijnen, maar dat elk ervan „vrij wat uren arbeids had gekost". Dit moge waar zijn, maar uit zijn brieven spreekt dezelfde behoefte aan dwaasheden en zotternijen. Wat zullen zijn Hollandse vrienden bijvoorbeeld genoten hebben van de volgende: „Ik heb in den laatsten tijd. vele bezwa ren gehad: ziekten in de school, onder scheidene bankroeten, een dronken huis houdster, brieven van mijn Leydsche vrienden de crediteuren, een ondermeester met een houten been dien ik genomen had om in 't eten uit te zuinigen, doch die meer vreet dan iemand die drie beenen heeft, daar nu blijkt dat hij in zijn jeugd twee 'minnen heeft dood gezogen, hetgeen op slinksche wijze in zijn getuigschriften ver zwegen was, een. teekenmeester die rea listische paarden, honden, koeyen enz. tee kent, zoodat de moeders de teekeningen terugzenden omdat de meester niet meer égards voor „the sex" betoontenzo voorts. ELDERS SCHRIJFT HIJ, op een con cert een betoverende zangeres gezien heb bende: „Ik dacht op mijn woord dat zij een oude vlam van mij uit Leyden was en viel met mijn hoofd tegen de opening van een bazuin aan die in volle werking was, waardoor een hiaat in de passage ontstond en de trompetter uit het orchest gegooid en eervol ontslagen werd". Uit deze enkele citaten blijkt wel hoe zeer de koddigheid Van de Linde in het bloed zat. De malle invallen, woordspelin gen en grappen kwamen spontaan tevoor schijn. Maar daarna kwam de periode der transpiratie. Evenals Charivarius wijzigde hij voortdurend in het eenmaal geschre vene. En was het eenmaal ter perse, dan vervolgde hij nog met brief op brief de ongelukkige zetter met verbeteringen en varianten. In zijn litteraire nalatenschap vindt men van vrijwel elk gedicht een reeks bewerkingen. HET IS WAARLIJK de moeite waard zich nog eens met de Gedichten van de Schoolmeester in een hoekje terug te trek ken en de voortbrengselen van zijn speelse geest op zich te laten inwerken. Hij paro dieert dolgraag ernstige gebeurtenissen (Kort begrip der Romeinsche Historie) en gebruikt de wildste beeldspraak (nachte galen die voor hun natuurgenoten op de dwarsfluit staan te spelen). Hij is dol op anachromismen, haalt op dwaze wijze autoriteiten aan (Plinius leert ons dat het kalf Pa! zegt tegen de stier) en rijmt in het algemeen volkomen in het ongerijmde. Een aantal zijner vervaarlijke uitspra ken hebben in het Nederlands een zeker burgerrecht gekregen en dat is een hoge onderscheiding. Men zegt nóg: De storm, moet je weten, begint doorgaans met een stilte. Een leeuw is iemand die bang is voor niemand. Een hond is vermaard om zijn gezellige aard. Zó regent het niet dat men een vis met zijn parapluie op ziet. Hoe plezierig is de schone dage- ngf Haring, met uw pekelsmaakjen O hartverkneutrend zeeziek snaakjen, Hoe dorstig, hoe gelukkig maakje De maag, die van uw lekkers houdt. Gy zyt'een fraai en snoeprig vischjen, In 't keurlyk pietercelie-dischjen Een malsche beet voor jong en oud. Geef andren spekstruif, of pastytjens, Of Fransche lever-lekkernytjens, Geef andren haas- of hertebout, Of wel doortruffeld zwynepootjen, My is uw lieflyk middelmootjen Het fijnst banket en zoet uw zout. raad, wanneer men 's morgens vroeg op staat. Hier ligt Poot, hij is dooden zovele andere wendingen waarvan velen de herkomst nauwelijks kennen, maar die alle stammen uit die ene bundel, naar de zede dier tijden, maar evenzeer parodis tisch verdeeld in Epische Poëzy, Drama tische Poëzy, Didaktische Poëzy, Bespie gelingen, Brieven, Fabels, Lyrische Poëzy, Mengelpoëzie. Hoe charmant de School meester somtijds dichten kon blijkt uit het hiernevens afgedrukte „Op het ontvangen van nieuwen haring". Dat vers geeft tevens blijk van wat Van Lennep met licht wenk brauwfronsen noemt: zijn epikuristische levenswijze. Van de Linde was de over tuiging toegedaan dat iemand die op het punt van spijs en drank onverschillig is, onmogelijk de schoonheden van een ge dicht voelen kan en het ritselt in zijn ver zen dan ook van welgezoden waterbaar zen, lamsbout, zwezerik, kalfsschijf, taar ten en confituren, besprenkeld met bittere borrels en de champagnewijnen. Hoe hij in Londen geleefd heeft, weten wij niet, maar het geeft te denken als hij, wiens kostschool door zijn vrouw tot redelijke bloei was gebracht, aan een schuldeiser dicht: Het hart is goed, doch 't hoofdis zwak En drommels zwaar het daaglijks pak, Wel driemaal zwaarder dan mijn tas, Die kale, lichte, lege zak, Waar nooit een zilvervloot in stak, Die nooit fameus als spaarpot was. TE VROEG, veel te vroeg kwam het einde. Hij was nog geen vijftig jaar oud, toen hem een ernstige ziekte overviel. Na een lang en smartelijk lijden overleed hij, zijn vrouw en kinderen onverzorgd ach terlatend. Zijn vrienden hebben zich over hen ontfermd. Een wonderlijke figuur, deze School meester: proponent maar geen predikant, kostschoolhouder maar geen financier, verzenmaker maar geen dichter, Hollan der levend in den vreemde en schepper van een nieuwe dichtsoort in zijn toen vrij duffe vaderland. F. H. Schroder (Van onze correspondent in Washington) Een van de grootste gevaren, welke de mensheid bedreigen, is de radio-activiteit, die uitstraalt in een gebied, waar een a- of h-bom is ontploft. Diezelfde radio-activiteit kan echter ook dienstbaar worden gemaakt aan industrie en medische wetenschap. De Amerikaanse commissie voor kernenergie houdt zich niet alleen met wapens bezig doch eveneens met de nuttige toepassing van radio-actieve isotopen. Dat is slechts een klein deel van haar activiteit, doch vrijwel het enige terrein waar men het pu bliek vrijelijk over kan inlichten. Radio-actieve isotopen (men denke aan radium) komen sporadisch in de natuur voor. Na de oorlog is men echter ook der gelijke isotopen in fabrieken gaan maken. Dat kan op drie manieren, maar de belang rijkste methode is wel: bestraling van grondstoffen met neutronen, die uit kern reactoren afkomstig zijn. Hierdoor krijgt men radio-actieve stoffen (hier verder kortweg isotopen genoemd), die dus niet stabiel zijn en straling uitzenden. Op die manier veranderen die stoffen tot meer stabiele elementen en het is voor hun bruikbaarheid van veel belang of de ver mindering in straling snel dan wel lang zaam plaats vindt. Indien men metaal heeft gegoten (bijvoorbeeld om tot onderdeel te dienen in een machine), kan het van veel belang zijn te weten, of dat gieten zonder fouten verlopen is. Welnu, met behulp van bijvoorbeeld radio-actief kobalt kan men snel-nagaan of het gegoten metaal wel so lide is geworden. Men stelt het machine onderdeel dan zo op, dat het kobalt zijn stralen zendt door dat onderdeel heen naar een film. Is er in dat gegoten metaal een holte, een onzichtbare fout dus, dan zal de film die fout bij ontwikkeling aantonen. Nog eenvoudiger is het om een bepaalde dichtheid of dikten te meten bij een pro- duktieproces in sterk geautomatiseerde be drijven. Neem bijvoorbeeld een fabriek waar bier wordt ingeblikt (de meest gang bare verpakking van bier in Amerika). De snelste manier om na te gaan of de blikjes wel goed gevuld zijn, is de radio-actieve methode. Men laat de blikjes op de lopende band passeren tussen een stralingsbron enerzijds en een radiatie-meter anderzijds. De intensiteit van de in verticale richting doorgelaten straal is een aanwijzing voor de vloeistofhoogten in de blikjes. Geen an dere niveaumeting is snel genoeg om bij massaproduktie bevredigend te werken. Een verwante toepassing vindt men in de sigaretten-industrie, waar de dichtheid van de sigaretten gemeten wordt met. isotopen. Op die manier bespaart men tabak en ver mijdt men een veel omslachtiger controle. Tenslotte nog een toepassing die voor de automatisering van belang is: wanneer men in een bepaalde machine een snijbeitel ge bruikt, is zulk een instrument uiteraard aan slijtage onderhevig. Maakt men de snijbeitel radio-actief, dan kan men door het „afval" met een radiatiemeter te on derzoeken op de meest simpele wijze na gaan hoever de beitel is afgesleten èn of hij door een nieuwe vervangen moet worden. Uit deze voorbeelden blijkt wel, dat het gebruik van radio-activiteit vooral van be lang is in de massa-industrie met een sterk automatisch karakter. Dr. W. F. Libby, een van de leden van de Amerikaanse commis sie voor kernenergie, heeft de verwachting uitgesproken, dat in 1962 de Amerikaanse industrie jaarlijks vijf miljard dollar zal kunnen besparen door gebruik te maken van isotopen en zelfs voor een rijk land als Amerika is dat een bezuiniging, waar men niet licht over kan denken. Op dit moment bespaart men reeds 500 miljoen per jaar dank zij de isotopen. De Britse radio-omroep BBC experi menteert op het ogenblik in het gebied van Londen met stereofonisch geluid. De proeven worden genomen nadat het bin nenlandse programma en het Derde pro gramma, alsmede de televisiedienst zijn gesloten. De BBC heeft echter verklaard, dat er geen plannen bestaan om dit sy steem als onderdeel van het normale ra dioprogramma in te voeren. Deze nieuwe radiotechniek van het driedimensionale ge luid heeft ten doel tot een realistischer ge luidsweergave te komen. De bedoeling is om het geluid meer diepte te geven. De muziek en de zangers zijn gescheiden en gegroepeerd alsof men in een concertzaal luistert. Bij deze experimenten gebruikt de BBC twee afzonderlijke zend- en ont- vangkanalen en wel zodanig, dat, wan neer beide kanalen apart zijn verbonden met een luidspreker op enige afstand van elkaar, de luisteraar de indruk van drie dimensionaal geluid krijgt. Het ene ka naal (aan de rechterkant) wordt onder houden door de zender van de Home Ser vice in Brookham Park en door de VHF- zender van de Home Service in Wrotham. Het andere kanaal (aan de linkerzijde) wordt onderhouden door de geluidszender van de BBC in Crystal Palace en de VHF- zender van het Derde programma Horizontaal: 1. ge barenkunst, 6. vreem de munt, 11. spil, 12. verkoper van droge - rijen, 14. deel van de mast, 15. toets, 17 hijswerktuig, 19 vlak temaat, 20. loot, 22 jong dier, 23. ontken ning, 24. beetwortel. 25. sportterm, 27. oude maat, 29. aan zien, 31 bei-gplaats, 32. vlaktemaat, 34. familielid. 36.schouw- spel, 37. insect. 38. vreemde munt, 40. in dien, 41. grondtoon in de muziek, 43. hert, 45. familielid. 46. vloeibare stof, 48. deel van het jaar. 49. biljartstok, 50. om heinde grond, 52. ver binding, 53. rond voorwerp, 54. ondeel baar stofdeeltje, 56. dier, 58. muzieknoot. 95. slordige vrouw. 62. bijwoord. 63. kin deren, 64. bepaald soort wol. Verticaal: 1. berg plaats, 2. land in hel midden-oosten, 3. plan, 4. omheinde grond, 5. jongens naam, 6. meetkundig geiai, 7. Europeaan, 8. dierenverblijf, 9. graantrechter, 10. vis, 13. voldoende, 16. vreemde munt, 18. broeiplaats, 20. aanzien, 21. insect. 23. go din der vruchtbaarheid, 26. schilderij (Fr.), 28. godsdienstige rede, 30. naaigerei, 32. meisjesnaam, 33. lidwoord, 34. bid (Lat.), 35. houthakkersbijl, 39. barmhartigheid, 42. hoorn, 43. opstootje, 44. wandversiering, 45. grote sardijn, 47. voor, 49. herkauwer, 51. beeltenis, 53. Europeaan, 54. vaartuig, 55. sporeplant, 56. jongensnaam. 57. baan voor balspel, 60. races te Assen (afk.), 61. uitroep van afkeer. Om in aanmerking te komen voor een van de drie geldprijzen ad f 7.50, f 5,en f 2.50 dient men uiterlijk dinsdag 17 uur de oplossing per briefkaart in te zenden aan een van onze bureaus in Haarlem: Grote Houtstraat 93 en Soendaplein; in IJmuiden: Lange Nieuwstraat 427. OPLOSSING VORIGE PUZZEL Horizontaal: 1. proper, nurks, po, 2. aak, adieu, in. ore, 3. lier, eter, baker. 4. kurk, pulp, 5. ale, tui, 6. ted, ode, 7. ever, spek, 8. rek, iet, 9. vlo, aga, 10. aera, nu, ar, 11. divan, les, pa, web, 12. ere, ree, te', radio, 13. rat, degen, of, est. Verticaal: 1. Pal/kater, vader, 2. rai, ulevel, ei, ra, 3. oker, ede, korvet, 4. park, aard. 5. 'ede, nee, 6. rit, leg, 7. neen, vette, 8. uur, sen, 9. rib, pro, 10. knap, naaf, 11. sok, utopia, uw, de, 12. prelude, ega, eis, 13. oer, piek, tarbot. MAGISCH VIERKANT 1. stelten, 2. geteerd, 3. ledig, 4. steiger, 5. nergens. Prijswinnaars zijn: f7.50 W. Janzen- De Jager, Leidsevaart 536 Haarlem; f5 mevrouw Groenendijk, Mauricialaan 8, Overveen; f 2.50 P. A. van Croonenburg, Wijkaanzeeërweg 86 IJmuiden. FRANKRIJK zal in 1958 een krachtige poging doen om het wetenschappelijk on derwijs te verbeteren. De onderwijsbegro ting voor 1958 is de enige, die niet te lijden heeft g°had van de besnoeiingen door premier Gaillard. Er zullen nieuwe mo derne en uitgebreide faculteiten voor exac te wetenschappen worden opgericht in Nantes, Nice, Reims, Lyon en Toulouse. Ook het technisch onderwijs zal verbe terd en uitgebreid worden. Zo zullen er in Bordeaux, Clermont-Ferrand en Le Havre nieuwe ambachtsscholen komen. Ook zal het aantal beurzen voor hoger onderwijs belangrijk worden vergroot. Tevens staan er dertien nieuwe lycea op stapel, waar van er vier in Parijs gevestigd zullen wor den. WEINIG BEKEND en toch zo aardig is het Londense buurtje Shepherd Market, weggestopt tussen Piccadilly met zijn voorname clubs, zijn grote hotels en dure showrooms en de deftige straten van Mayfair, welker grote, statige huizen eens de aristocratie tot woning dien den, doch thans meer en meer de functie krijgen van flatge bouw, ambassade of kantoor pand. In die kostbare omlijs ting bevindt zich Shepherd Market: drie of vier nauwe straatjes. Auto's kunnen noch mogen er rijden. Er staan wat winkels, oude huizen en café- tjes. Maar Shepherd Market heeft karakter en persoonlijk heid! De naam doet u mis schien denken aan kudden schapen en schaapherders. Toch zijn dit niet de redenen, waarom Shepherd Market zo heet. De naam is namelijk ontleend aan die van een be kend architect, Edward Shep herd, die in de achttiende eeuw in dat deel van Londen grote huizen voor rijke men sen bouwde. Maar al heeft Shepherd Market dan niets uitstaande met vroegere her ders ien schapen, toch heeft het een dorpstraditie! In vroeger tijden werd daar na melijk ieder jaar in mei een kermis, de May Fair, gehou den. Aan die kermis ontleende 't deftige Mayfair zijn naam. En het waren de bewoners van Mayfair, die aan die ker mis een einde maakten. Een eeuw lang, van 1660 tot 1760, hadden velen hunner zich ge- ergerd aan het jaarlijks terug kerende kermisrumoer en ker misvolk, aan de voetzoekers, dronken kermisgasten, zak kenrollers en wat er vroeger nog meer bij een kermis hoorde. Zij maakten aan de kermis pret een einde, maar Shepherd Market bleef bestaan. Want rond het oude kermisterrein was een soort dorpje ontstaan, een paar straatjes, wat win keltjes en cafétjes. Vroeger kwam het herhaaldelijk voor, dat de kok van een hertog in Mayfair in die winkeltjes iets kocht, waar zijn meester bij zonder op gesteld was. En vele keren verliet een butler of koetsier „zijn" huis in May fair om in een kroegje in •Shepherd Market een rustig glas bier te drinken. Dat was in de goede oude tijd. Zo heel oud is die tijd trouwens niet, want in het begin dezer eeuw schreef een Londense publi cist nog, dat de huisknechten, butlers, koetsiers en palfre niers, die men in Shepherd Market aantrof, behalve in hun kledij niet verschillen van die uit de achttiende eeuw. Ze veegden na hun glaasje bier ook nog hun mond af met de rug van hun hand. De tijden zijn echter ingrij pend veranderd. Thans zijn sommige winkeltjes in Shep herd Market moderne koffie- espresso-bars geworden. Thans verkoopt men in sommige cafétjes meer cocktails dan bier. Thans zou menige nazaat van hertogelijke bewoners van het Mayfair van weleer heel graag een flatje hebben in een van die oude huizen van Shepherd Market uit de acht tiende eeuw. Ja, misschien zou hij (of zij) zelfs blij zijn, als hij (of zij) in het winkeltje be neden curiositeiten zou mogen verkopen. Ook al biedt dat winkeltje dan slechts uitzicht op een nauw straatje, waar alleen plaats is voor voetgan gers. maar waar men onge stoord voor de étalages kan blijven staan kijken. U heeft het vast reeds op gemerkt: wij spraken over winkeltjes, over cafétjes, over flatjes en over straatjes. Alle maal verkleinwoorden dus. En terecht. Want Shepherd Mar ket moge dan al in deze eeuw veranderd zijn, het is niette min nog steeds een brokje Londen in dorpsformaat, waar u de achttiende eeuw ziet op velerlei wijzen, vooral ook in de warme, belegen tinten der eeuwenoude stenen. Kortom, Shepherd Market is een ouderwets provincie nestje in het hartje van de wereldstad Londen, gehecht aan zijn ouderwets karakter, dat de laatste tijd zelfs weer is versterkt, want in 1956 heeft men de ouderwetse ker mis, de May Fair, in eer en glorie hersteld. Koning Karei liep er toen in de koninklijke dracht van zijn tijd door de straatjes!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1958 | | pagina 16