Isotopen als speurders naar
verborgen productiefouten
ONZE (KRUISWOORD)PUZZEL
Toepassingen van radio-activiteit
in de Amerikaanse industrie
Een provincienest
in het hart
L van Londen
Erbij
De onder zijn pseudoniem
De Schoolmeester
bekendgeworden dichter
Gerrit van de Linden
is honderd jaar geleden
in Londen gestorven
Driedimensionaal
Luns: Vader zegt dat ik deze alléén mag hebben
Verbetering van onderwijs
in Frankrijk
ZATERDAG 25 JANUARI 1958
PAGINA TWEE
IN ZIJN ROMAN David Copperfield"
heeft Charles Dickens een tragikomische fi
guur getekend, die hij Wilkins Micawber
noemde. Met deze Micawber, die eeuwig
en altijd aan de rand van de financiële on
dergang stond, die met onverwoestbaar
optimisme uitzag naar het ogenblik „dat
zich iets zou voordoen" en wiens zorgen
onmiddellijk hun dreigend aanzien verloren,
wanneer hem werd verzocht een goede punch
te brotnven, moet onze Schoolmeester een
aantal trekken hebben gemeen gehad. Ook
hij verkeerde in chronische geldmoeilijk-
heden, liet zich de hem door zijn vrienden
verleende hulp uiterst gemakkelijk aan
leunen, was een minnaar van een goed glas
wijn en een welverzorgde dis. En zoals
mevrouw Micawber een „Instituut voor jonge
juffrouwen" hield, zo exploiteerde hij een
kostschool voor jongens, daarin bijgestaan
door een lieve en trouwe gade die, naar
mag worden aangenomen, wanneer het water
weer eens tot de lippen was gekomen, haar
armen om zijn hals.zal hebben geslagen met
de kreet van mevrouw Micawber „dat zij
hem nimmer zou verlaten".
GERRIT VAN DE LINDE
zijn naam is geheel
achter zijn pseudoniem De
Schoolmeester verdwenen
was de zoon van een
Rotterdamse koopman en
onderscheidde zich reeds
vroeg door zijn „vlugheid
van bevatting en levendig
vernuft".
Als zeventienjarige toog hij naar Leiden
om theologie te studeren. In 1830 maakte
hij deel uit van het korps Leidse Jagers en
het volgende jaar marcheerde hij in de
Tiendaagse Veldtocht mee. Het studenten
leven beviel Van de Linde uitermate wel
en toen zijn vader, wiens zaken snel ach
teruit gingen, buiten staat was hem 'n toe
lage te verstrekken, zodat hij op andere
hulp was aangewezen, zette hij zijn lustige
leventje voort, maakte schulden en was
zelfs in 1834 genoodzaakt naar Londen de
wijk te nemen. Aanvankelijk ging het hem
slecht, al leerde hij verbluffend snel En
gels, maar later genoot hij de niet genoeg
te waarderen steun van zijn vrouw (de
dochter van een Franse schoolmeester) en
redde zich vrij aardig. In een brief uit het
„revolutiejaar" 1848 schrijft hij aan Jacob
van Lennep hoe hij tot demping van cok
in Londen- voorkomende onlusten .zich
ten tweede maal in zijn geval vol leven"
ten strijde gorddde „thans niet gedoscht
in 't maagdverleidend jagerspakje, maar
in een ruimen overjas" om zich straat
stenen naar het hoofd te zien werpen en
van tijd tot tijd „een oproerige ezel" naar
de wacht te voeren.
Toen Jacob van Lennep in datzelfde jaar
1848 voor de eerste keer de almanak „Hol
land" .uitgaf, telde hij Van de Linde onder
zijn medewerkers. Tot zijn dood in 1858
publiceerde De Schoolmeester in deze
Almanak, daarmee de grondslag leggend
van de bundel Gedichten, die Van Lennep
na zijn dood ten voordele van zijn weduwe
uitgaf.
DIE GEDICHTEN van de Schoolmeester
hebben in Nederland een zekere vermaard
heid gekregen. Aannemelijk is dat ze mede
zijn ontstaan onde'- invloed van zijn iets
oudere tijd- en stadgenoot Richard Harris
Barham, die onder het pseudoniem Thomas
Ingoldsby de „Ingoldsby Legends" publi
ceerde, maar van navolging mag niet
worden gesproken. Daarvoor zijn de ver
zen van De Schoolmeester veel te Hol
lands, ook in het burleske. Men kende in
ons vaderland noch die dichtwijze in
knittelverzen met onverwachte, zonder
linge en ingewikkelde rijmen, noch de
In de Atlas van Stolk te Rot
terdam bevindt zich een prent,
waarvan wij hier een fragment
reproduceren, omdat daarop
het enige ons bekende portret
van Gerrit van de Linde voor
komt: de jongeman met de
krullende haardos rechts voor
aan is de latere „schoolmees
ter" temidden van medestuden
ten in de sociëteit Minerva.
opeenstapeling van absur
diteiten die wij thans „kol
der" plegen te noemen. Aan
de vermakelijke onzin van
zijn gedichten dankt Van
de Linde zijn populariteit,
alsmede aan de indruk dat
al die malligheid zomaar
uit de mouw geschud was.
Nu wordt door zijn biogra
fen steeds met nadruk vermeld, dat al zijn
dichtstukjes „ons wel vruchten van de
luim der oogenbliks" toeschijnen, maar
dat elk ervan „vrij wat uren arbeids had
gekost". Dit moge waar zijn, maar uit zijn
brieven spreekt dezelfde behoefte aan
dwaasheden en zotternijen. Wat zullen zijn
Hollandse vrienden bijvoorbeeld genoten
hebben van de volgende:
„Ik heb in den laatsten tijd. vele bezwa
ren gehad: ziekten in de school, onder
scheidene bankroeten, een dronken huis
houdster, brieven van mijn Leydsche
vrienden de crediteuren, een ondermeester
met een houten been dien ik genomen had
om in 't eten uit te zuinigen, doch die meer
vreet dan iemand die drie beenen heeft,
daar nu blijkt dat hij in zijn jeugd twee
'minnen heeft dood gezogen, hetgeen op
slinksche wijze in zijn getuigschriften ver
zwegen was, een. teekenmeester die rea
listische paarden, honden, koeyen enz. tee
kent, zoodat de moeders de teekeningen
terugzenden omdat de meester niet meer
égards voor „the sex" betoontenzo
voorts.
ELDERS SCHRIJFT HIJ, op een con
cert een betoverende zangeres gezien heb
bende: „Ik dacht op mijn woord dat zij
een oude vlam van mij uit Leyden was en
viel met mijn hoofd tegen de opening van
een bazuin aan die in volle werking was,
waardoor een hiaat in de passage ontstond
en de trompetter uit het orchest gegooid
en eervol ontslagen werd".
Uit deze enkele citaten blijkt wel hoe
zeer de koddigheid Van de Linde in het
bloed zat. De malle invallen, woordspelin
gen en grappen kwamen spontaan tevoor
schijn. Maar daarna kwam de periode der
transpiratie. Evenals Charivarius wijzigde
hij voortdurend in het eenmaal geschre
vene. En was het eenmaal ter perse, dan
vervolgde hij nog met brief op brief de
ongelukkige zetter met verbeteringen en
varianten. In zijn litteraire nalatenschap
vindt men van vrijwel elk gedicht een
reeks bewerkingen.
HET IS WAARLIJK de moeite waard
zich nog eens met de Gedichten van de
Schoolmeester in een hoekje terug te trek
ken en de voortbrengselen van zijn speelse
geest op zich te laten inwerken. Hij paro
dieert dolgraag ernstige gebeurtenissen
(Kort begrip der Romeinsche Historie) en
gebruikt de wildste beeldspraak (nachte
galen die voor hun natuurgenoten op de
dwarsfluit staan te spelen). Hij is dol op
anachromismen, haalt op dwaze wijze
autoriteiten aan (Plinius leert ons dat het
kalf Pa! zegt tegen de stier) en rijmt in
het algemeen volkomen in het ongerijmde.
Een aantal zijner vervaarlijke uitspra
ken hebben in het Nederlands een zeker
burgerrecht gekregen en dat is een hoge
onderscheiding. Men zegt nóg: De storm,
moet je weten, begint doorgaans met een
stilte. Een leeuw is iemand die bang is
voor niemand. Een hond is vermaard
om zijn gezellige aard. Zó regent het
niet dat men een vis met zijn parapluie op
ziet. Hoe plezierig is de schone dage-
ngf Haring, met uw pekelsmaakjen
O hartverkneutrend zeeziek snaakjen,
Hoe dorstig, hoe gelukkig maakje
De maag, die van uw lekkers houdt.
Gy zyt'een fraai en snoeprig vischjen,
In 't keurlyk pietercelie-dischjen
Een malsche beet voor jong en oud.
Geef andren spekstruif, of pastytjens,
Of Fransche lever-lekkernytjens,
Geef andren haas- of hertebout,
Of wel doortruffeld zwynepootjen,
My is uw lieflyk middelmootjen
Het fijnst banket en zoet uw zout.
raad, wanneer men 's morgens vroeg op
staat. Hier ligt Poot, hij is dooden
zovele andere wendingen waarvan velen
de herkomst nauwelijks kennen, maar die
alle stammen uit die ene bundel, naar de
zede dier tijden, maar evenzeer parodis
tisch verdeeld in Epische Poëzy, Drama
tische Poëzy, Didaktische Poëzy, Bespie
gelingen, Brieven, Fabels, Lyrische Poëzy,
Mengelpoëzie. Hoe charmant de School
meester somtijds dichten kon blijkt uit het
hiernevens afgedrukte „Op het ontvangen
van nieuwen haring". Dat vers geeft tevens
blijk van wat Van Lennep met licht wenk
brauwfronsen noemt: zijn epikuristische
levenswijze. Van de Linde was de over
tuiging toegedaan dat iemand die op het
punt van spijs en drank onverschillig is,
onmogelijk de schoonheden van een ge
dicht voelen kan en het ritselt in zijn ver
zen dan ook van welgezoden waterbaar
zen, lamsbout, zwezerik, kalfsschijf, taar
ten en confituren, besprenkeld met bittere
borrels en de champagnewijnen. Hoe hij
in Londen geleefd heeft, weten wij niet,
maar het geeft te denken als hij, wiens
kostschool door zijn vrouw tot redelijke
bloei was gebracht, aan een schuldeiser
dicht:
Het hart is goed, doch 't hoofdis zwak
En drommels zwaar het daaglijks pak,
Wel driemaal zwaarder dan mijn tas,
Die kale, lichte, lege zak,
Waar nooit een zilvervloot in stak,
Die nooit fameus als spaarpot was.
TE VROEG, veel te vroeg kwam het
einde. Hij was nog geen vijftig jaar oud,
toen hem een ernstige ziekte overviel. Na
een lang en smartelijk lijden overleed hij,
zijn vrouw en kinderen onverzorgd ach
terlatend. Zijn vrienden hebben zich over
hen ontfermd.
Een wonderlijke figuur, deze School
meester: proponent maar geen predikant,
kostschoolhouder maar geen financier,
verzenmaker maar geen dichter, Hollan
der levend in den vreemde en schepper
van een nieuwe dichtsoort in zijn toen vrij
duffe vaderland.
F. H. Schroder
(Van onze correspondent in Washington)
Een van de grootste gevaren, welke de
mensheid bedreigen, is de radio-activiteit,
die uitstraalt in een gebied, waar een a- of
h-bom is ontploft. Diezelfde radio-activiteit
kan echter ook dienstbaar worden gemaakt
aan industrie en medische wetenschap. De
Amerikaanse commissie voor kernenergie
houdt zich niet alleen met wapens bezig
doch eveneens met de nuttige toepassing
van radio-actieve isotopen. Dat is slechts
een klein deel van haar activiteit, doch
vrijwel het enige terrein waar men het pu
bliek vrijelijk over kan inlichten.
Radio-actieve isotopen (men denke aan
radium) komen sporadisch in de natuur
voor. Na de oorlog is men echter ook der
gelijke isotopen in fabrieken gaan maken.
Dat kan op drie manieren, maar de belang
rijkste methode is wel: bestraling van
grondstoffen met neutronen, die uit kern
reactoren afkomstig zijn. Hierdoor krijgt
men radio-actieve stoffen (hier verder
kortweg isotopen genoemd), die dus niet
stabiel zijn en straling uitzenden. Op die
manier veranderen die stoffen tot meer
stabiele elementen en het is voor hun
bruikbaarheid van veel belang of de ver
mindering in straling snel dan wel lang
zaam plaats vindt. Indien men metaal heeft
gegoten (bijvoorbeeld om tot onderdeel te
dienen in een machine), kan het van veel
belang zijn te weten, of dat gieten zonder
fouten verlopen is. Welnu, met behulp van
bijvoorbeeld radio-actief kobalt kan men
snel-nagaan of het gegoten metaal wel so
lide is geworden. Men stelt het machine
onderdeel dan zo op, dat het kobalt zijn
stralen zendt door dat onderdeel heen naar
een film. Is er in dat gegoten metaal een
holte, een onzichtbare fout dus, dan zal de
film die fout bij ontwikkeling aantonen.
Nog eenvoudiger is het om een bepaalde
dichtheid of dikten te meten bij een pro-
duktieproces in sterk geautomatiseerde be
drijven. Neem bijvoorbeeld een fabriek
waar bier wordt ingeblikt (de meest gang
bare verpakking van bier in Amerika). De
snelste manier om na te gaan of de blikjes
wel goed gevuld zijn, is de radio-actieve
methode. Men laat de blikjes op de lopende
band passeren tussen een stralingsbron
enerzijds en een radiatie-meter anderzijds.
De intensiteit van de in verticale richting
doorgelaten straal is een aanwijzing voor
de vloeistofhoogten in de blikjes. Geen an
dere niveaumeting is snel genoeg om bij
massaproduktie bevredigend te werken.
Een verwante toepassing vindt men in de
sigaretten-industrie, waar de dichtheid van
de sigaretten gemeten wordt met. isotopen.
Op die manier bespaart men tabak en ver
mijdt men een veel omslachtiger controle.
Tenslotte nog een toepassing die voor de
automatisering van belang is: wanneer men
in een bepaalde machine een snijbeitel ge
bruikt, is zulk een instrument uiteraard
aan slijtage onderhevig. Maakt men de
snijbeitel radio-actief, dan kan men door
het „afval" met een radiatiemeter te on
derzoeken op de meest simpele wijze na
gaan hoever de beitel is afgesleten èn of hij
door een nieuwe vervangen moet worden.
Uit deze voorbeelden blijkt wel, dat het
gebruik van radio-activiteit vooral van be
lang is in de massa-industrie met een sterk
automatisch karakter. Dr. W. F. Libby, een
van de leden van de Amerikaanse commis
sie voor kernenergie, heeft de verwachting
uitgesproken, dat in 1962 de Amerikaanse
industrie jaarlijks vijf miljard dollar zal
kunnen besparen door gebruik te maken
van isotopen en zelfs voor een rijk land als
Amerika is dat een bezuiniging, waar men
niet licht over kan denken. Op dit moment
bespaart men reeds 500 miljoen per jaar
dank zij de isotopen.
De Britse radio-omroep BBC experi
menteert op het ogenblik in het gebied
van Londen met stereofonisch geluid. De
proeven worden genomen nadat het bin
nenlandse programma en het Derde pro
gramma, alsmede de televisiedienst zijn
gesloten. De BBC heeft echter verklaard,
dat er geen plannen bestaan om dit sy
steem als onderdeel van het normale ra
dioprogramma in te voeren. Deze nieuwe
radiotechniek van het driedimensionale ge
luid heeft ten doel tot een realistischer ge
luidsweergave te komen. De bedoeling is
om het geluid meer diepte te geven. De
muziek en de zangers zijn gescheiden en
gegroepeerd alsof men in een concertzaal
luistert. Bij deze experimenten gebruikt
de BBC twee afzonderlijke zend- en ont-
vangkanalen en wel zodanig, dat, wan
neer beide kanalen apart zijn verbonden
met een luidspreker op enige afstand van
elkaar, de luisteraar de indruk van drie
dimensionaal geluid krijgt. Het ene ka
naal (aan de rechterkant) wordt onder
houden door de zender van de Home Ser
vice in Brookham Park en door de VHF-
zender van de Home Service in Wrotham.
Het andere kanaal (aan de linkerzijde)
wordt onderhouden door de geluidszender
van de BBC in Crystal Palace en de VHF-
zender van het Derde programma
Horizontaal: 1. ge
barenkunst, 6. vreem
de munt, 11. spil, 12.
verkoper van droge -
rijen, 14. deel van de
mast, 15. toets, 17
hijswerktuig, 19 vlak
temaat, 20. loot, 22
jong dier, 23. ontken
ning, 24. beetwortel.
25. sportterm, 27.
oude maat, 29. aan
zien, 31 bei-gplaats,
32. vlaktemaat, 34.
familielid. 36.schouw-
spel, 37. insect. 38.
vreemde munt, 40. in
dien, 41. grondtoon
in de muziek, 43.
hert, 45. familielid.
46. vloeibare stof, 48.
deel van het jaar. 49.
biljartstok, 50. om
heinde grond, 52. ver
binding, 53. rond
voorwerp, 54. ondeel
baar stofdeeltje, 56.
dier, 58. muzieknoot.
95. slordige vrouw.
62. bijwoord. 63. kin
deren, 64. bepaald
soort wol.
Verticaal: 1. berg
plaats, 2. land in hel
midden-oosten, 3.
plan, 4. omheinde
grond, 5. jongens
naam, 6. meetkundig geiai, 7. Europeaan,
8. dierenverblijf, 9. graantrechter, 10. vis,
13. voldoende, 16. vreemde munt, 18.
broeiplaats, 20. aanzien, 21. insect. 23. go
din der vruchtbaarheid, 26. schilderij (Fr.),
28. godsdienstige rede, 30. naaigerei, 32.
meisjesnaam, 33. lidwoord, 34. bid (Lat.),
35. houthakkersbijl, 39. barmhartigheid,
42. hoorn, 43. opstootje, 44. wandversiering,
45. grote sardijn, 47. voor, 49. herkauwer,
51. beeltenis, 53. Europeaan, 54. vaartuig,
55. sporeplant, 56. jongensnaam. 57. baan
voor balspel, 60. races te Assen (afk.), 61.
uitroep van afkeer.
Om in aanmerking te komen voor een
van de drie geldprijzen ad f 7.50, f 5,en
f 2.50 dient men uiterlijk dinsdag 17 uur
de oplossing per briefkaart in te zenden
aan een van onze bureaus in Haarlem:
Grote Houtstraat 93 en Soendaplein; in
IJmuiden: Lange Nieuwstraat 427.
OPLOSSING VORIGE PUZZEL
Horizontaal: 1. proper, nurks, po, 2.
aak, adieu, in. ore, 3. lier, eter, baker. 4.
kurk, pulp, 5. ale, tui, 6. ted, ode, 7. ever,
spek, 8. rek, iet, 9. vlo, aga, 10. aera, nu,
ar, 11. divan, les, pa, web, 12. ere, ree, te',
radio, 13. rat, degen, of, est.
Verticaal: 1. Pal/kater, vader, 2. rai,
ulevel, ei, ra, 3. oker, ede, korvet, 4. park,
aard. 5. 'ede, nee, 6. rit, leg, 7. neen, vette,
8. uur, sen, 9. rib, pro, 10. knap, naaf, 11.
sok, utopia, uw, de, 12. prelude, ega, eis,
13. oer, piek, tarbot.
MAGISCH VIERKANT
1. stelten, 2. geteerd, 3. ledig, 4. steiger,
5. nergens.
Prijswinnaars zijn: f7.50 W. Janzen-
De Jager, Leidsevaart 536 Haarlem; f5
mevrouw Groenendijk, Mauricialaan 8,
Overveen; f 2.50 P. A. van Croonenburg,
Wijkaanzeeërweg 86 IJmuiden.
FRANKRIJK zal in 1958 een krachtige
poging doen om het wetenschappelijk on
derwijs te verbeteren. De onderwijsbegro
ting voor 1958 is de enige, die niet te lijden
heeft g°had van de besnoeiingen door
premier Gaillard. Er zullen nieuwe mo
derne en uitgebreide faculteiten voor exac
te wetenschappen worden opgericht in
Nantes, Nice, Reims, Lyon en Toulouse.
Ook het technisch onderwijs zal verbe
terd en uitgebreid worden. Zo zullen er in
Bordeaux, Clermont-Ferrand en Le Havre
nieuwe ambachtsscholen komen. Ook zal
het aantal beurzen voor hoger onderwijs
belangrijk worden vergroot. Tevens staan
er dertien nieuwe lycea op stapel, waar
van er vier in Parijs gevestigd zullen wor
den.
WEINIG BEKEND en toch
zo aardig is het Londense
buurtje Shepherd Market,
weggestopt tussen Piccadilly
met zijn voorname clubs,
zijn grote hotels en dure
showrooms en de deftige
straten van Mayfair, welker
grote, statige huizen eens de
aristocratie tot woning dien
den, doch thans meer en meer
de functie krijgen van flatge
bouw, ambassade of kantoor
pand. In die kostbare omlijs
ting bevindt zich Shepherd
Market: drie of vier nauwe
straatjes. Auto's kunnen noch
mogen er rijden. Er staan wat
winkels, oude huizen en café-
tjes. Maar Shepherd Market
heeft karakter en persoonlijk
heid! De naam doet u mis
schien denken aan kudden
schapen en schaapherders.
Toch zijn dit niet de redenen,
waarom Shepherd Market zo
heet. De naam is namelijk
ontleend aan die van een be
kend architect, Edward Shep
herd, die in de achttiende
eeuw in dat deel van Londen
grote huizen voor rijke men
sen bouwde. Maar al heeft
Shepherd Market dan niets
uitstaande met vroegere her
ders ien schapen, toch heeft
het een dorpstraditie! In
vroeger tijden werd daar na
melijk ieder jaar in mei een
kermis, de May Fair, gehou
den. Aan die kermis ontleende
't deftige Mayfair zijn naam.
En het waren de bewoners
van Mayfair, die aan die ker
mis een einde maakten. Een
eeuw lang, van 1660 tot 1760,
hadden velen hunner zich ge-
ergerd aan het jaarlijks terug
kerende kermisrumoer en ker
misvolk, aan de voetzoekers,
dronken kermisgasten, zak
kenrollers en wat er vroeger
nog meer bij een kermis
hoorde.
Zij maakten aan de kermis
pret een einde, maar Shepherd
Market bleef bestaan. Want
rond het oude kermisterrein
was een soort dorpje ontstaan,
een paar straatjes, wat win
keltjes en cafétjes. Vroeger
kwam het herhaaldelijk voor,
dat de kok van een hertog in
Mayfair in die winkeltjes iets
kocht, waar zijn meester bij
zonder op gesteld was. En
vele keren verliet een butler
of koetsier „zijn" huis in May
fair om in een kroegje in
•Shepherd Market een rustig
glas bier te drinken. Dat was
in de goede oude tijd. Zo heel
oud is die tijd trouwens niet,
want in het begin dezer eeuw
schreef een Londense publi
cist nog, dat de huisknechten,
butlers, koetsiers en palfre
niers, die men in Shepherd
Market aantrof, behalve in
hun kledij niet verschillen van
die uit de achttiende eeuw.
Ze veegden na hun glaasje
bier ook nog hun mond af met
de rug van hun hand.
De tijden zijn echter ingrij
pend veranderd. Thans zijn
sommige winkeltjes in Shep
herd Market moderne koffie-
espresso-bars geworden. Thans
verkoopt men in sommige
cafétjes meer cocktails dan
bier. Thans zou menige nazaat
van hertogelijke bewoners van
het Mayfair van weleer heel
graag een flatje hebben in een
van die oude huizen van
Shepherd Market uit de acht
tiende eeuw. Ja, misschien zou
hij (of zij) zelfs blij zijn, als hij
(of zij) in het winkeltje be
neden curiositeiten zou mogen
verkopen. Ook al biedt dat
winkeltje dan slechts uitzicht
op een nauw straatje, waar
alleen plaats is voor voetgan
gers. maar waar men onge
stoord voor de étalages kan
blijven staan kijken.
U heeft het vast reeds op
gemerkt: wij spraken over
winkeltjes, over cafétjes, over
flatjes en over straatjes. Alle
maal verkleinwoorden dus. En
terecht. Want Shepherd Mar
ket moge dan al in deze eeuw
veranderd zijn, het is niette
min nog steeds een brokje
Londen in dorpsformaat, waar
u de achttiende eeuw ziet op
velerlei wijzen, vooral ook in
de warme, belegen tinten der
eeuwenoude stenen.
Kortom, Shepherd Market
is een ouderwets provincie
nestje in het hartje van de
wereldstad Londen, gehecht
aan zijn ouderwets karakter,
dat de laatste tijd zelfs weer
is versterkt, want in 1956
heeft men de ouderwetse ker
mis, de May Fair, in eer en
glorie hersteld. Koning Karei
liep er toen in de koninklijke
dracht van zijn tijd door de
straatjes!