Kunst en paardestaarten Ook Eerste Kamer bepleit oplossing voor ambtenarensalarissen Davitamon lO V Dubbel feest in Paramaribo Kassier van een spaarbank verduistert f 100.000 fHoe is het ontstaan?^ Van dag tot dag Talentenj acht Witter dan ooit WOENSDAG 19 FEBRUARI 1958 3 Twaalf jaar voor 73-jarige wegens poging tot moord Brand tijdens koudegolf ener gie geeft weerstand aan jong en oud! Drukke dag voor Prinses Beatrix €)p de ^Praatatoel DEDANS ONTSPRINGEN Een zeventienjarige Franse lasser heeft in de wedstrijd „Alles of niets" van Ra dio-Luxemburg een miljoen Franse fran ken gewonnen door een reeks vragen over het onderwerp chemie even prompt als juist te beantwoorden. Dat is een lief be drag, zelfs als men rekening houdt met de koers van de Franse frank, en men kan ervan opaan, dat de door een specialist van het kernfysisch laboratorium te Sa- clay opgestelde vragenlijst niet voor de poes was, want de pommade- en briljan- tine-industrieel die het meest beluisterde programma van Radio-Luxemburg patro neert wil natuurlijk ook waar voor z'n geld hebben. Toch schuilt de grootste winst van de jongeman niet in die contanten, maar In de aanbieding door een chemische fa briek van een betrekking welke meer in overeenstemming is met zijn belangstel ling en capaciteiten. En verder is het che misch wonderkind door de minister van Onderwijs tussen twee kabinetscrises door ontvangen. Dat getuigt van moed, van de minister bedoelen wij, want wat zou die nu anders hebben kunnen doen dan zich verontschuldigen, dat zijn eigen specialis ten, zijn onderwijzers, zijn beroepskeuze adviseurs, zijn schoolpsychologen en wie er tegenwoordig al verder niet bij de in structie der jeugd betrokken zijn, het licht niet hebben opgemerkt, dat onder de korenmaat scheen. Het doet ons denken aan een gemeen tebestuur in deze streek, dat eens sollici tanten opriep voor een aantrekkelijke amb telijke functie. Alle toen nog heersende personeelsschaarste ten spijt daagden er wel tweehonderd liefhebbers op. Daarna zijn de grafologen, beroepskeuze-advi seurs, psychologen en psychiaters aan het werk getogen. En het resultaat van al die geanalyseerde handschriften en Rohr- schachvlekken was alleen maar, dat er niemand bij was die aan de, overigens niet geformuleerde, eisen voldeed. Het gemeen tebestuur moet zelf van dat negatieve re sultaat zo geschrokken zijn, dat de gega digden pas na twee jaar een lakoniek briefje kregen, dat er niemand benoemd was. Als wij nu eens voor één keer als be roepskeuze-adviseur zouden mogen op treden, zouden we onze autoriteiten willen raden: Doe het ook eens op de manier van i,Alles of niets" en luister meer naar de radio. Daar wordt de talentenjacht ten minste doeltreffend beoefend. Al zou men dat aan de programma's niet altijd zeggen. Het leidend apparaat van de vrije we reld is ernstig in het ongerede, aangezien malse sneeuwbuien een aanzienlijk deel van de Washingtonse regeringsambtena ren verhinderen, zich naar hun bureaus te begeven. Eisenhower zelf is naar Geor gia om te vissen en te jagen, doch ook die nuttige bezigheden worden door het slech te weer belemmerd. In hoeverre de minis ter van Buitenlandse Zaken, de heer Dul les, en andere grootheden van het kabinet, erin geslaagd zijn hun huisdeuren open te krijgen en zich een pad door de sneeuw massa's te banen naar de plek waar de koers van de westelijke politiek op uit- stippeling ligt te wachten, is niet bekend. De weinige functionarissen die zo onge lukkig zijn dat zij gemakkelijk in hun bureaus kunnen komen doordat zij dich ter bij de regeringsgebouwen wonen dan het merendeel van hun collega's - zullen waarschijnlijk doorgaan met een stand vastige en onveranderlijke houding aan te nemen, zodat rnen voorlopig geen wijzi ging van de Amerikaanse politiek zal kunnen verwachten, wat er ook gebeurt. Tenzij het gaat dooien. Het is jammer dat Eisenhower nu net op jacht is. In de eerste plaats schiet hij toch niets, omdat hij niet naar buiten kan. maar in de tweede plaats zou hij op dit zalige moment in Washington misschien goede dingen kunnen doen, nu hij niet door adviseurs van links en rechts in zig zag koers kan worden gebracht. Hij zou plotseling in de benijdenswaar dige positie zijn, besluiten te kunnen ne men zonder dat iemand hem valse voor stellingen van de consequenties daarvan zou kunnen influisteren. Mocht dat toch mis gaan, dan zou hij zich altijd kunen verschuilen achter de niets- en alleszeggende betiteling van „Het Witte Huis". Het Witte Huis, dat altijd de schuld krijgt en altijd de laatste stem heeft - en altijd star en onaangedaan muurvast blijft staan onder de stormen van verwijt en enthousiasme. Het Witte Huis, nu nog witter dan ooit onder de allesbedekkende wade van de witt, milde sneeuw. De rechtbank te Leeuwarden heeft de 73-jarige W. K. van der M. uit Weidum wegens poging tot moord op de 60-jarige S. Starkenburg, zijn medebewoner van een rusthuis, veroordeeld tot een gevangenis straf van 12 jaar met aftrek van voor arrest. Van der M. had in de periode van 4 juni tot 8 juli verscheidene keren ratte- kruit op het twaalfuurtje van de heer Starkenburg gesmeerd, naar hij zei om te onderzoeken of dit vergif een pijnlijke uit werking had. De rechtbank verwierp ech ter dit verweer en veroordeelde hem we gens poging tot moord. De voorzitter der Eerste Kamer heeft gisteren bij het begin der vergadering meegedeeld, dat prof. mr. G. de Grooth (V.V.D.) per 1 maart wegens het aanvaar den van een veeleisende andere taak zich genoodzaakt ziet het lidmaatschap van de Kamer neer te leggen. Prof. de Grooth zal deel uitmaken van de commissie tot voor bereiding der herziening van 't Burgerlijk Wetboek. De Kamer begon hierna met de behan deling van de begroting van Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming en Publiekrechte lijke Bedrijfsorganisatie. De heer De Vos van Steenwijk (V.V.D.) sprak over de financiële verhou ding tussen rijk en gemeenten en zei het een ongewenste toestand te achten, dat de gemeenten geen zeggenschap hebben over de gemeentefondsen en de uitkeringen daaruit. Over de salariëring van de lagere ambtenaren zei hij te vertrouwen, dat het overleg spoedig tot een bevredigende op lossing zal leiden. Hij bepleitte het stich ten van een nieuw regeringscentrum op de Veluwe als een oplossing voor het vraagstuk van de overbevolking van de randstad Holland. Een oplossing in de stichting van een satellietstad van Den Haag zag hij niet. Dit zou slechts verplaat sing van de moeilijkheden binnen de randstad Holland betekenen. De heer M a t s e r (K.V.P.) drong erop aan, dat de regering zo snel mogelijk haar definitieve standpunt ten aanzien van de ruimtelijke ordening aan de Staten-Gene- raal bekend zal maken. Hij verklaarde be grip te hebben voor de thans bestaande noodzaak tot aantasting van de financiële zelfstandigheid der gemeenten. Er mag echter geen geweld worden gedaan aan het democratische bestuursstelsel. Hij ver zocht de minister er met nadruk bij de minister van Financiën op aan te dringen toe te staan, dat de gemeenten weer op normale wijze op de kapitaalmarkt kun nen verschijnen. Ook de heer Matser drong er bij de minister op aan het overleg over de sala riëring van de middelbare en lagere amb tenaren zo spoedig mogelijk tot een goed einde te brengen. Tenslotte vroeg hij in lichtingen over de geruchten dat er een „dienstplicht" zou komen voor de B.B. De heer R e ij e r s (C.H.U.) merkte op. dat het beleid van de minister weliswaar is gericht op de handhaving van de pro vinciale en gemeentelijke autonomie, doch dat deze autonomie op elk gewenst ogen blik kan worden afgeschaft in het belang van het sociaal-economisch leven of in het belang van algemeen bestuur. Dit is een te wankele grondslag om te voorkomen, dat ons land zal worden tot een centraal geadministreerde staat. Tijdens de koudegolf, die de Verenigde Staten teistert, is brand uitgebroken in een touwen garenfabriek te New York. Twee brandweerlieden kwamen bij de blussing om het leven en vier mannen, die vermist worden, moeten in de vlammen zijn omgekomen. Op de foto kan men zien dat het bluswater op de smeulende puinhoop is bevroren. Ook de heer T j a 1 m a (A.R.) zei, dat er een groeiende bezorgdheid en stijgend verzet bestaan tegen de aantasting van de gemeentelijke zelfstandigheid. Sprekende over ruimtelijke ordening zei de heer Tjalma te vrezen dat bij het opstellen van de plannen voor de randstad Holland de Staten-Generaal voor een voldongen feit zullen worden gesteld. De heer De Jong (P.v.d.A.) betoogde, dat zijn fractie de versteviging van de autonomie der gemeenten voorstaat. Cen tralisatie op velerlei terrein is echter nodig. De autonomie moet worden aange past aan de eisen des tijds en betekent de opheffing van een aantal niet bestuurs- krachtige gemeenten. De heer De Jong was niet bevredigd door het antwoord in de Memorie van Antwoord op zijn vraag, waarom in Middelburg geen lid van de P.v.d.A. tot burgemeester werd benoemd. De P.v.d.A. is de sterkste partij in deze stad. De heer De L o o r (P.v.d.A.) drong aan op wetenschappelijk onderzoek in verband met de ruimtelijke ordening. Er moeten geen beslissingen worden genomen op basis van vage veronderstellingen en dog ma's. Coördinatie Is een noodzakelijke voorwaarde. Georganiseerd overleg De heer Van Wingerden (P.v.d.A.) sprak over het georganiseerd overleg. Hoe wel hij de hoop niet had opgegeven, dat uit het georganiseerd overleg nog iets goeds te voorschijn zal komen, is de mo gelijkheid daartoe zijns inziens dikwijls zoek geweest, omdat de regeringsdelegatie te weinig armslag had voor de onder handelingen. De billijkheid eist, dat behalve de top salarissen ook de salarissen van de mid delbare en lage ambtenax-en worden ver hoogd. Hij had begrip voor het standpunt van de minister, dat rust moet heersen in het overleg. Er komt echter een grens aan het geduld en het afwachten. Deze groe pen ambtenaren wachten al sinds 21 fe bruari 1957. Het is de hoogste tijd, dat de ambtenaren weten waar zij aan toe zijn. De heer S e e g e r s (C.P.N.) besprak uit voerig de financiële verhouding tussen rijk en gemeente en betoogde, dat de schuld voor de snel opgelopen vlottende schuld van de gemeenten ligt bij de re gering als gevolg van de door haar ge volgde financieringsmethode. Over de kwestie van ambtenarensalarissen zei hij, dat indien de regering rust onder het ambtenarenkorps wenst, de middelbare en lagere ambtenaren net als de topfunctio narissen, tien percent salarisverhoging moeten krijgen. De heer Schipper (A.R.) vroeg hoe de stand van zaken in het overleg is en hoe de voorstellen van de ambtenaren- organisaties luiden. De heer D e r k s e n (K.V.P.) stelde de vraag, of de Bioscoopwet niet wordt over treden door het vertonen van films, die in strijd zijn met alle menselijke waarden. Hij noemde een aantal films, die zijns in ziens daarvan een voorbeeld zijn en vroeg of vooral de opgroeiende jeugd niet kan worden beschermd tegen de gevaren van deze films. P.B.O. Bij de bespreking van de P.B.O. infor meerde de heer Van Wingerden naar de stand van zaken van de spaarregeling voor ambtenaren. Hij betoogde voox-ts, dat het van groot belang is dat de consumen ten via een adviesorgaan kunnen mee spreken in de P.B.O. en vroeg zich af, of het gi-ote aantal ministeriële vertegen woordigers bij vergaderingen van P.B.O.- organen wel nodig en verantwoord is. Op deze wijze wordt bijgedragen tot de im populariteit van de P.B.O., die in bepaalde kringen bestaat. Hij merkte op dat in 1957 slechts één bedrijfschap tot stand is ge komen. Op deze wijze kan niet worden doorgegaan. Hij adviseerde de staatssecre taris te beginnen met het opstellen van een wetsontwerp tot verplichtstelling van de P.B.O. De heer M a e n e n (K.V.P.) deelde het pessimisme van de heer Van Wingerden. Over de bezitsvorming zei de heer Mae- nen teleurgesteld te zijn over het trage beleid ten aanzien hiervan. Bezitsvormen de maatregelen zijn reeds te lang uitge bleven en de huidige financieel-econo- mische omstandigheden mogen geen ver dere vertraging veroorzaken. De heer De Grooth (V.V.D.) betoogde, dat de liberalen geenszins tegenstander van de P.B.O. zijn. Er is echter een ge- ADVERTENTIE Niet alleen hij maar het hele gezin bruist van energie! Davitamon 10 geeft hun allen weerstand, levenslust en gezondheid. Davitamon 10 - het aangewezen preparaat voor aanvulling van vitamine-tekorten in Uw voedsel. .«ife YWSm flacons van 50, 100 en 500 dragees. Eén enkele dragee per dag is voldoende. ORGANON-OSS Paramax-ibo vierde gisteren een dubbel feest omdat niet alleen Prinses Beatrix op bezoek was, maar ook omdat haar jongste zusje jarig was. Op het gouvernements plein, waar duizenden waren samenge- stroomd, defileerden de troepen en de po litie voor Prinses Beatrix. Na afloop wan delde de Prinses naar het monument voor de gevallenen, dat in 1950 werd opgericht door de Bond van Surinaamse Oorlogsve teranen. De Prinses eerde met een krans- legging degenen, die ver van hun vader land hun trouw aan het Koninkrijk met hun leven hadden betaald. In het departement van Algemene Za ken woonde de Prinses een korte vergade ring van de landsregering bij, waarna in de zaal van het Statencollege de 21 volks vertegenwoordigers aan haar werden voorgesteld. Vervolgens maakte zij per auto een rit langs verschillende instellin gen van jeugdzorg. In de middag, na een korte rust, reed de Prinses weer uit, ditmaal voor een rondrit door Paramaribo, zij werd vergezeld door de minister-president van Suriname, dr. J. H. E. Ferrier en zijn echtgenote. De rit ging door de volle straten met juichende en wuivende mensen. Voor het clubge brek aan visie, aan een grote lijn bij de bewindslieden. Op het departement is men blijkbaar slechts „waakzaam" en is het devies: afwachten, aanzien en overwegen. Het zou echter zijns inziens volkomen on juist zijn door het uitoefenen van dwang uit de huidige impasse te komen. De heer Ruppert (A.R.) wilde niet bij voorbaat enige drang bij de opbouw van de P.B.O. uitschakelen. Hij vroeg de re gering geen zetels meer in P.B.O.-organen toe te kennen aan organisaties, die niet getoond hebben werkelijk vakorganisaties te zijn. Om middernacht werd de vergadex-ing verdaagd tot heden. bouw van de „Vereniging van Afstamme lingen der Nederlandse Kolonisten" hield de stoet even stil. Hier werd de Px-inses een bloemenhulde gebracht. Daarna ging het door de nieuwere wijken van Paramaribo naar het Surinaamse mu seum. Bijna een uur lang bleef de Prinses in het museum. Vooral de kostuums van de verschillende rassen uit diverse tijdper ken trokken haar aandacht. Des avonds werd in het gouverneux-spaleis een gala-re ceptie gehouden. Men mag wel zeggen, dat „heel Suriname" die avond in het pa leis tezamen was, want niet alleen uit Pa ramaribo was men gekomen, doch ook uit de vaak zeer afgelegen districten. Wat is het verschil Er was eens een tijd dat niemand ooit van een Spoetnik gehoord had. Dat is heel lang geleden. Zeker wel bijna een jaar. Op een paar honderd geleerden na dacht niemand aan een Spoetnik, de bakker niet, de slager niet, de dominee niet, de schoor steenveger niet en zelfs de burgemeester niet, ofschoon burgemeesters altijd aan alles denken, 't zijn héél grote heren. Toen kwam er ineens een Spoetnik. Alle kranten stonden en alle mensenhar ten waren er vol van en iedereen had het ineens over de Spoetnik, zonder een hondje, en toen over de Spoetnik mét een hondje. Iedereen, zeg ik, had 't er over: de glazenwasser en de schoorstenveger en de schoenmaker en zelfs de procureur- generaal bij het Hof die hoe 'n groot man hij ook is eerst, óók nooit over de Spoetnik had nagedacht, evenmin als de burgemeester. Die twee Spoetnikken waren van de Russen. En iedereen die niet bij de Rus hen behoorde en die dus bij de Ameri kanen behoorde, iedereen sprak er schan de en schandaal van dat de Amerikanen geen Spoetnik hadden en de Russen wél. En toen zakten de koersen op de beurs. En als iemand nu vroeg: „Waarom zak ken de koersen op de beurs omdat er twee Spoetnikken zijn? Gaan de zaken dan in eens allemaal slechter?", dan tikten de mensen, die verstand van beurskoersen hebben, ongeduldig met hun wijsvinger tegen het voorhoofd om aan te tonen, dat degeen die zoiets vroeg van lotje getikt was. Nu, en toen schoot ineens een Ameri kaanse Spoetnik het heelal in. En ieder een die bij de Amerikanen behoorderiep heelaluja en de kranten van alle landen die bij de Amerikanen behoorden waren blij. En toen stegen de koersen op de beurs. En als iemand nu vroeg: „Waarom stij gen de koersen op de beurs omdat Ameri ka nu ook een Spoetnik heeft? Gaan alle zaken nu ineens beter?", dan tikten de mensen, die verstand van beurskoersen hebben, ongeduldig met hun wijsvinger tegen hun voorhoofd om aan te tonen, dat degeen die zoiets vroeg van lotje getikt was. Omdat ik heel bang ben, te worden aan gezien voor iemand die van lotje getikt is, zeg ik maar liever niks. Want stel u voor hoe geïrriteerd alle heren, die zoveel verstand van alles hebben, met hun wijs vinger tegen hun mooie voorhoofd zouden hameren als ik vroeg wat ik zou willen vragen: „Wat is er nu eigenlijk veranderd? Wat is er voor verschil tussen een wereld, waarin Rusland nóch Amerika een Spoet nik heeft en een wereld waarin Rusland èn Amerika een Spoetnik hebben? Zijn wij nu niet precies even ver als voor een jaar toen niemand een Spoetnik had?" Maar ik zeg niets. Ik zit maar rustig naar mijn vermogen te kijken, of het toeneemt. Ik word misschien nog eens een schat rijk man, alleen maar omdat alles allemaal hetzelfde is gebleven. Elias Bij de Rotterdamse politie heeft zich gisteren de 60-jarige D. E. H., kassier van de spaarbank in Ammerstol, aangemeld. Hjj verklaarde in ongeveer tien jaar tijd ruim 100.000 te hebben verduisterd. Hiervan zouden niet alleen kleine spaar ders van die bank de dupe zijn, maar ook een Haagse levensverzekeringsmaatschap pij, waarvoor hij de ziekenfondspremies had moeten innen. Het geld zou voor het grootste deel zijn opgegaan aan reizen naar het buitenland. H. is overgegeven aan de rijkspolitie in Lekkerkerk. H. is in Ammerstol, een dorp aan de Lek, een bekende figuur. Hij heeft zitting in de gemeenteraad, is kassier van de Ammerstolse spaarbank en is, doordat hij voor bijna alle winkeliers in het dorp de boeken bijhoudt, de vertrouwensman van velen. Dat vertrouwen is diep beschaamd. Tot het bedrag van een ton behoort de inleg van talrijke kleine luiden, die aan Als u in Het Gouden Paard, Rue Descartes, een ons of wat paardebief zoudt willen bestel len, bent u even te laat. Of laat ik liever voox-zichtig zijn: dat neem ik tenminste aan. Er kan in Parijs in een paar we ken heel wat gebeuren en de paardeslagerij, die kort gele den aan zijn bestemming was onttrokken, is mogelijk weer in een prozaïsche vleeshal her schapen. Ik hoop echter van harte te pessimistisch te zijn voor u, voor mij en voor de jonge chansonniers en caba- retiers, naar wie ik met zoveel genoegen heb geluisterd. Zoiets kan inderdaad alleen in Parijs. Waar ter wereld vindt men een paardeslager, belangeloos genoeg om toon bank en hakblok uit zijn ver koopruimte te verwijdei-en om jeugdige artiesten een kans te geven? Hij stond, een man in wit hemd en open kraag, met zachte ogen en een bohémien- achtige snor en sik, bescheiden op de achtergrond en keek critisch naar een meisje en een jongen, die een sketch speel den vol litteraii-e spitsvondig heden. „Ik zal u in de pauze de hele geschiedenis vertellen," zei hij met zijn melodieuze stem, „op voorwaarde, dat u mijn naam niet noemt." Dat heb ik beloofd, maar er is, dunkt mij, niets op tegen u in het oor te fluisteren, dat het adres Rue Descartes 33 is. In het vijfde arrondissement. Er hangt een vergulde paardekop uit. Parijs is boordevol jonge talenten op het gebied van toneel, cabaret en chanson. Zij vinden altijd wel een gelegenheid waar zij hun artistiek gemoed kunnen ontlasten of anders geeft iemand hun wel die kans. Gedurende ons gesprek bracht hij me vooi-tdui-end in verbazing door zijn gedegen kennis van de toneel- en mu ziekwereld. Hij scheen ieder een te kennen of althans te hebben gehoord. „Och," zei hij, „ik heb me eigenlijk nooit bij zonder voor de slagerij geïnte resseerd. Hoe gaat dat? Je rolt er als het. ware in en jarenlang denk je, dat het zo hoort. En dan plotseling komt er iets in je leven, waardoor alles ver- andert. In mijn geval was dat eenmin of meer toevallige kennismaking, 'waardoor ik opeens heel dicht bij mijn lief hebberij kwam te staan." Een van zijn klanten was Jean Pierre Sue. Geen grote klant en de slager wist wel waaraan dat lag. Jean was in zijn geboortestad Montpellier leraar geweest aan het conser vatorium voor muziek, maar Parijs trok hem onweerstaan baar aan. De meeste vakanties bracht hij in de hoofdstad door, dikwijls in gezelschap van zijn vriend Henri Serre. Jean met zijn dex-tig jaar iets ouder dan Henri com poneerde chansons en schreef zelf zijn teksten. Hij had ze al dikwijls in kleine kring voor gedragen, waarbij hij zichzelf op de gitaar begeleidde. Henri was al even muzikaal als zijn vriend en zeker zo verliefd op Parijs. Kort en goed: zij be sloten er hun banen in Mont pellier aan te geven en zich voorgoed in Parijs te vestigen. En het is daar, evenals overal elders, nu eenmaal zo gesteld, dat men zonder regelmatige inkomsten niet elke dag bij de paardeslager terecht kan. „Wanneer Jean Sue bij me in de zaak kwam," vertelde de man van Le Cheval d'Or, „had hij vaak zijn gitaar bij zich en al heel gauw praatten we als oude bekenden met elkaar, over muziek en cabaret en over de moeilijkheid in deze stad op te vallen, omdat er een overvloed van aanbod is. En zo meer." Hij kwam ook te weten, dat de vrienden in de Rue Mouf- fetard woonden, een straat die in het verlengde ligt van de Rue Descartes. Men treft ex- een grote verscheidenheid van nationaliteiten aan: Indiërs, Chinezen, Arabieren, Marok kanen, naast vele jonge Fran sen, wier portemonnaie hen dwingt in de richting van het goedkoopste dak boven het hoofd. „Op een avond, ylak yoor het sluiten, liep hij bij me binnen en bestelde niets. Hij bleef zo maar een beetje staan praten en ik had best door wat eraan scheelde. Hij had geen geld en een heleboel honger. Nou ja," hij haalde zijn schouders op „wat doe je dan? Ik heb hem een lekker hapje meegegeven. Komt wel goed, zei ik, als je weer eens boven jan bent. Enfin, we ble ven nog een hele tijd kletsen en toen heb ik hem voorge steld wat ik al zo lang van plan was. Ik zei: Als we hier nou eens een soox-t avant-gar de cabaretje van maakten? We slopen alles eruit, verven de boel wat op, hangen een paar platen aan de wanden en we zijn klaar." Lichtelijk ontsteld om zijn eigen moed heeft de brave vleeshouwer die nacht geen oog dichtgedaan. Jean had het voorstel onmiddellijk aangeno men en niet alleen, omdat hij er een kans voor zichzelf in zag. Hier kon een stukje ge schiedenis worden gemaakt! Maar zou het lukken? Zou de gx-oep, tot wie men zich wilde richten, enthousiast genoeg zijn? Zij hebben het plan niet door ouderdom laten verzwak ken. De volgende dag al hing er een bordje „Gesloten" voor de paardeslagerij en er werd achter het neergelaten rolluik ijverig gesloopt en getimmerd. De kosten werden tot een mi nimum beperkt. Een paar lange banken en enkele tafel tjes konden voor een krats van een verkoping worden wegge sleept. De hele artiestenbent van de buurt hielp mee met de inrichting, het decoreren van de wanden en het construeren van een klein podium. Meer dan enige tientallen plaatsen voor het publiek waren er in de betrekkelijk kleine ruimte niet uit te sparen, maar het was genoeg. „En loopt het?" „Kijk maar eens om u heen. Wat kunnen we meer verlan gen dan dat het elke avond stampvol is? Vaak zitten ze gewoon op de grond langs de kanten als ze het maar mee kunnen maken. We beginnen 's avonds om tien uur en gaan door tot we er genoeg van hebben." De korte pauze was om. Op het podium stonden Jean Hen ri Sue, met gitaar en Henri Serx-e. Jean's vingers gleden even over de snaren, toen sloeg hij krachtig een akkoord aan. Het geroezemoes in het zaal tje verstomde. Jongelui met donkere haarbossen of in een knoop gelegde paardestaarten, in nauwe broekspijpen of bont gedessineerde rokken staarden gespannen over hun lege limo nadeflesjes heen naar het duo, dat hun de chansons van mor gen bracht. Wie van deze toeschouwers zullen over een jaar of wat rustige huisvaders en toege wijde moedertjes zijn wie zal naam hebben gemaakt als musicus, zanger, beeldhouwer, schilder of schrijver? J. F. Remming de spaax-bank hun spaarpenningen hadden toevex-trouwd. De bank is niet tegen fraude verzekerd. „Alles is op", vex-klaarde H., toen hij to taal in de war en de wanhoop nabij, in het Rotterdamse politiebureau de fraude bekende. H. kwam in 1933 in Ammerstol uit Zut- phen als onderwijzer aan de openbare la gere school. De school had in die jaren ook een schoolspaarbank. H. kreeg er de administratie over. Later werd deze schoolspaarbank omgezet in de Ammer stolse spaax-bank. In de oorlogsjaren gaf hij 't onderwijzerschap er aan. Hij vestig de zich als accountant, hoewel hij er geen diploma's voor had. Hij ging de boekhou dingen bijhouden voor tal van Ammerstol se winkeliers, werd voox-zitter van de sportvereniging Ammerstol en bestuurslid van het Groene Kruis. Vijf jaar geleden kwam hij voor de Ammerstolse vereniging „De Onafhankelijke" in de gemeenteraad. Deze kiesvereniging is met twee leden in de raad vertegenwoordigd. Hij was ook voor de komende raadsverkiezing kandi daat. Hij was ook vertegenwoordiger van een Haagse verzekeringsmaatschappij, voor wie hij ziekenfondspremies inde. Hij heeft bekend ook van deze gelden 9.000 te hebben verduisterd. De voox-zitter van de spaarbank staat voor een raadsel. Er werd van tijd tot tijd gecontroleerd, maar dan klopte alles. Sommigen in Ammerstol hadden de laatste tijd argwaan gekregen door de noncha lance, waarmee H. de zaken bijhield. En kele bewoners waren niet van deze slor digheid gediend en hadden hun spaarpen ningen van de bank gehaald. De rijkspolitie uit Lekkerkerk is gis teren met haar onderzoek naar de fraude begonnen. Hoeveel kleine spaarders door de verduistering zijn gedupeerd, kon nog niet worden vastgesteld. Bij de verklaring van deze zegswijze, waai-onder men verstaat: net op het nippertje aan het gevaar ontkomen, heeft men wel gedacht aan dans in de zin van strijd. Zo schrijft Cornelis Tromp: wij sijn weer lustigh aen de dans geweest. Waarschijnlijker is even wel dat wij moeten denken aan de uit het einde van de vijftiende en de zestiende eeuw bekende voorstellingen van dodendansen waax-in de Dood als violist optreedt. Niemand kan weerstand bieden aan de tonen van zijn instru ment, allen moeten meedansen, van paus en keizer tot bedelaar toe. Ook in sprookjes vindt men het motief van de dwingende maent der muziek telkens terug. Wie aan deze dans ontspringt, dus zich door een sprong buiten de kring der de dood volgende dansers plaatst, is inderdaad aan een groot ge- ^vaar ontkomen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1958 | | pagina 5