uwum VERSCHOPPELINGEN VAN DE MAATSCHAPPIJ MOEDERTJE Voor de Ficus diversifolia Arme Amerikaanse man NORMAN HARTNELL lanceert zijn nieuwste modellen voor dit seizoen Mooi zijn in Oost-Duitsland Om te kleuren; ZATERDAG 22 FEBRUARI 1958 Erbij PAGINA ZES ouders tot last tot ze groot genoeg waren dan zo veel mogelijk geld te gaan verdienen Slank worden .J Gescheiden vrouwen en haar zorgen De deur van de grote plechtige zaal in het gerechtsgebouw is gesloten. Dit komt wel meer voor, maar dan kan iedereen, die daartoe bevoegd is toch naar binnen. Nu is hij echter afgesloten voor iedereen, op enkele uitzonderingen na. De perstafel is niet versierd met schrijvende mensen en ook de publieke tribune is verlaten door het op sensatie beluste publiek. En toch is er een zitting, want achter de groene tafel zitten de strenge heren met hun zwarte toga's. Er zijn ook verdachten, meer dan één zelfs, maar niet de ons zo bekende met verwarde haren en onverschillige norse uitdrukking op het gezicht. Nee, het zijn bange kinderen, die vol angst naar die gestrengheid opkijken of beschaamd hun hoofd buigen, omdat ze gezondigd hebben tegen de wet en nu terecht moeten staan. Deze kinderen heb ben niet genoten van een onbezorgde jeugd, ze hadden geen moedei-, die voor hen klaar stond en hen met liefde opvoedde, en geen vader, die streng kon optreden als het eens nodig was. Ze hadden wel ouders, maar die misten de tact en het geduld om met hen om te gaan, hen steeds op hun fouten te wijzen en de rechte weg en goede lijn voor ogen te houden. De vader gaat er 's avonds op uit en zwalkt op straat en zoekt zijn heil in café's waar hij vrienden ontmoet, die geen al te beste invloed uitoefenen op zijn toch al slappe karakter. Ook komt hij wel eens dronken thuis en gooit dan alles overhoop. Dan is moeder bang en valt tegen de kinderen uit, die nooit een gezond en nor maal familieleven kunnen leiden. Al vroeg hebben ze armoede gekend en de politie. daarvoor moet je maar ver uit de buurt blijven. Geld is het voornaamste Al heel klein waren ze alleen maar een zorg en last voor hun ouders, maar groter geworden kunnen ze van dienst zijn: aller hande karweitjes opknappen, die lang niet alle het daglicht konden velen. Dat hin derde echter nietals er maar geld binnenkwam. Geld daar werd alles op te rug gebracht. Het bepaalde de waarde van hun leven. Wanneer ze dat mee naar huis brachten was alles goed. Dan liepen ze geen kans afgeranseld te worden en zonder eten naar bed gestuurd te worden. Is het dan niet te begrijpen, dat deze kinderen al vroeg tot verkeerde praktijken komen? Ze hebben steeds misdaad en diefstal om zich heen gezien, en wanneer ze iets verkeerd deden, was er niemand, die hen er op wees en hen er om strafte. Nu zijn ze gesnapt en moeten ze zich voor hun misdaad verant woorden. Kan hun al dat kwaad ten volle worden aangerekend? Meestal niet, want ze heb ben nooit het verschil geleerd tussen goed en kwaad en een goed voorbeeld hebben ze nooit gehad. Hoe weten ze dan hoe ze moeten handelen? Gingen ze 's avonds uit en kwamen ze later thuis dan afgesproken, dan kregen ze van hun ouders vanachter een gesloten deur te horen: „Wij hebben al de hele avond op jullie gewacht, wachten jullie nu vannacht maar op ons". De gevolgen kunt u zich wel voorstellen! Een normaal gezinsleven hebben deze kinderen nooit gekend. Een meisje van veertien jaar vertelde me eens, dat haar vader haar moeder met een mes had ge stoken, waardoor ze nu verlamd was. Een broer had zich opgehangen omdat hij op diefstal betrapt was. Zijzelf had in een driftbui een van haar zusjes met een fles op het gezicht geslagen, waardoor ze nu blind was. „Ik heb er geen spijt van," vertelde ze, het is een gemene stroop- likker, en steeds scheldt ze me uit voor „circusmeid", omdat ik enkele maanden in een circus heb gewerkt"Het is wel een heel kras voorbeeld, maar het is be slist niet verzonnen. Het eist veel geduld en tact, deze kin deren op de juiste manier aan te pakken. Vele instellingen, religieuze zowel als particuliere, houden zich met hun op voeding bezig. Er bestaan observatie huizen, waar ze drie maanden blijven om van daaruit door de kinderrechter naar een ander tehuis of instelling te worden overgeplaatst. Dit kan dan een gesloten tehuis zijn of een waar zc in de gelegenheid worden gesteld buitens huis arbeid te verrichten. Wanneer die jonge mensen hier eenmaal zijn, bestaat de kans dat ze het inzicht krijgen, nodig om een goede plaats in de maatschappij in te nemen. Ze zullen dan in staat zijn later zelf een gezin op te bou wen, dat het fundament is voor een gezon de maatschappij. Katy De Ficus is een algemeen bekende ka merplant en komt m verschillende soorten voor. Vooral de Ficus diversifolia is aar dig om als kamerplant gekweekt te wor den; ook al omdat u niet bang behoeft te zijn dat u er binnen enkele jaren geen plaats meer voor zoudt hebben. De kleine vruchtjes, die de plant sieren, verraden al dadelijk dat u met een Ficussoort te doen hebt. De plant moet niet te warm ge zet worden; een matig verwarmde kamer is al voldoende. Te hoge kamertempera tuur is verkeerd; de plant laat dan beslist de bladeren vallen en dat zou jammer zijn. Indien de takken iets te ver uitgroei en kan men nadat de vruchtjes zijn geval len, wel iets terug snoeien. Zonodig gaat u verpotten, maar doe dat in geen geval in deze tijd van het jaar. Wacht er nog een maand mee. In de zomermaanden kan de plant best extra voedsel gebruiken. G. Kromdijk De relatie tussen man cn vrouw is in Amerika in veel opzichten anders dan in Europa. Amerika wordt dikwijls het land van de toekomst genoemd. Zoals het op dit moment in Amerika is, zo wordt het later ook in Europa, zegt men vaak. Het veelgelezen weekblad „Look" heeft zo juist een artikel gepubliceerd over de rela tie tussen de vrouw en de man in Ame rika. De positie van de Amerikaanse man wordt daar somber in voorgesteld. De mannen in Amerika zouden, vooral de laatste twaalf jaar meer en meer onder de heerschappij van de vrouw gekomen zijn. De getrouwde Amerikaanse man heeft een zwaar leven. Het is niet toevallig, dat de gemiddelde levensduur van de vrouw 73 jaar is en van de man slechts 67. Meer en meer is het gebruik geworden, dat een jong gezin in een voorstad woont. Dat be tekent dat de man dagelijks twee of drie uren moet reizen om zijn kantoor of fa briek te bereiken. Dat alleen is reeds ver moeiend, maar bovendien moet hij zich tot het uiterste inspannen, wil hij het res pect van zijn vrouw behouden. Succes in het werk, meer dollars, hoger positie, ma ken de man meer geliefd. De man moet hard werken, maar hij mag ook de vaste trein naar huis niet missen. Een borrel in de treinbar, dat mag nog, maar het wordt niet gewaardeerd als hij blijft hangen in de stad. Hij moet namelijk een goed va der zijn en regelmatig met de kinderen spelen. Bovendien moet het gras gemaaid worden, de afwas gedaan en allerlei kar weitjes in huis .verricht. Het is de laatste tijd meer en meer de mode, dat een Amerikaanse jongen en meisje een soort onofficiële verloving aan gaan, wanneer ze nog op de middelbare school zijn. „Look" is van oordeel dat die „vaste vriendschap" een uitvinding is van de vrouw. De vrouw wil zich zo spoedig mogelijk geborgen voelen en van kind af aan wordt de man getemd. Ja, wanneer men het artikel in „Look" gelezen heeft, kan men alleen maar zeggen: „Wat zijn die Amerikaanse mannen er toch slecht aan toe." En de Nederlandse? (Van onze Londense medewerkster) Een modeshow bij de Engelse ontwer per Norman Hartnell is altijd een belang rijke gebeurtenis, omdat deze hofcoutu- rier elke keer de vrouw boeit met zijn nieuwe scheppingen. Voor mij was deze dag zo belangrijk, omdat hij mij een half uur van zijn kostbare tijd beloofd had. De grote modekoning is in Amerika en in Engeland beroemd geworden door zijn creaties voor koningin Elizabeth en het is Norman Hartnell, die Londen tot een gevaarlijke concurrente van de Va- rij'se mode-industrie'hééft gemaakt. Norman ontving me in zijn weelderig in gericht atelier, waar de beeldigste lappen katoen en chiffon achteloos op de grond lagen. Aan de wanden hingen schetsen van avondtoiletten, nachtgewaden geen ge wone nachtponnen, maar heus meer gewa den strandpakjes en mantelpakken. Nor man is vooral beroemd door zijn mantel pakken. Hij nam een sigaret, ging tegenover me zitten en stak direct van wal: „U wilde graag weten wat ik in Holland ga doen. Wel, nu de gemeenschappelijke markt rea liteit geworden is, zullen we de kansen op het vasteland een afzetgebied te veroveren, niet voorbij laten gaan. En we zullen dit jaar in Nederland beginnen en vandaar uit ons geluk beproeven in andere landen. In het voorjaar zullen grote Nederlandse firma's de door mij ontworpen katoentjes, chiffon, mantelpakken, nylons, parfums en hoeden te koop aanbieden. De Oostduitse communisten hebben be zwaar gemaakt tegen een nieuw boek over de verzorging en vermeerdering der aan trekkelijkheid der vrouw op grond van het feit, dat het boek niet geschikt is voor so cialistische arbeidende meisjes. Het boek zou misschien zijn nut kunnen hebben voor vrouwen van de „demi-mon de" in het kapitalistische westen, maar niet voor een vrouwelijke arbeidster in een fabriek van de Russische zone, die haar brood in het zweet haars aanschijns ver dient. De communisten zijn in het bizonder boos over de aanbeveling in het boek ge laat-maskers te vervaardigen van bananen of aardbeien om de huid soepel te maken. Men kan die in Oost-Duitsland niet eens vinden om te eten, laat staan voor schoon heids-doeleinden. De schrijver heeft ook de fout begaan de Oostduitse meisjes het „sprookje op de mouw te spelden", dat. als zij mooi zijn, zij wellicht met hun rijke werkgever kun nen trouwen Hij beveelt eau-de-cologne een pro- dukt uit West-Duitsland aan inplaats van middelen uit de Russische zone. „Hij maakt propaganda voor het gebruik van olijf-olieprodukten en van amandel melk, dingen, die wij niet hebben," zo zeggen de communisten. „Wie over schoonheids-middelen spreekt, mag het communisme niet uit het oog ver liezen aldus hun conclusie. Het Franse boekje „Maigrir par la méthode des bases calories", geschreven en samengesteld door madame Béhotequy de Teramond, waarover wij twee weken geleden in „Erbij" schreven, is nu in het Nederlands verschenen onder de veelzeg gende titel „Zonder hinder kilo's minder" bewerkt door dr. W. van der Soeterwou- de. De druiventros inspireerde de ontwerper van dit hoedje tot zijn bepaald niet alle daagse creatie. Een grote juweliersfirma zal mijn ont werpen voor byouterieën in goud en edel gesteente vervaardigen en ik moet zeggen dat er vooral op dit gebied prima vakmen sen in uw land zijn." Met een peinzende blik trekt hij aan zijn sigaret Van deze pauze maak ik onmid dellijk gebruik om te vragen of hij ook zijn nieuwe modellen in Nederland zal expo seren en of hij dan ook een speciale crea tie voor de Nederlandse vrouw, die wat zwaarder gebouwd is dan haar Engelse zuster, zal ontwerpen. Omdat hij steeds blijft zwijgen en peinzen, voeg ik eraan toe: „En dan nog deze vraag, mr. Hartnell. Denkt u dat de „hemdjurk" een blijvertje is?" Hij moet beslist de wanhoop in mijn ogen gelezen hebben, want hij antwoordde met een lachje: „Ik geloof niet, dat de „sack" zich zal handhaven. Deze lijn is onvrouwelijk en ik prefereer de kokerlijn, die breder in de schouder is, schuin afloopt naar de taille en nauw om de heupen sluit. U zult straks tijdens de show zien, dat er geen „sack" bij is. En heus, gelooft u mij, ik behoef voor de Nederlandse vrouw niets speciaals te ontwerpen, want al mijn mo dellen zijn voor iedere vrouw draagbaar. Wat de modeshow in Nederland betreft. die zal ik graag geven als men er mij om vraagt. Het is een kostbare geschiedenis, want behalve de costuums zal ik al mijn mannequins mee moeten nemen." De tijd vloog om en vóór ik er erg in had, was het half drie en werden wij ge waarschuwd dat de grote voorjaarsshow begonnen was. Uit de keuze van materiaal, de coupe, de prachtigste kleurencombinaties en de ma nier van draperen, bleek Hartnell's mees terschap Alle modellen waren inderdaad draagbaar; en hoewel de rokken korter waren dan het vorige .jaar. bleven ze acht tot tien centimeter onder de knie. Het geheel gaf een jeugdig effect. Ook de mantelpakjasjes waren korter. Marine blauw en grijs bleken de favorietkleuren. De middagtoiletlen hadden veelal een overblousend bovenstuk en een gladde rok. De avondjaponnen waren „droompjes" en vaak versierd met lovertjes of borduur werk. De grote variaties in stijl en lengtes boeiden steeds opnieuw. Zo was een zacht groene avondjurk kort van voren en van achteren in een sleep uitlopend. Een zacht- rose cocktailjurkje met een „haremrok" irok de aandach) van mijn buurvrouw. De mannequin moest zich voor haar nog eens extra ronddraaien en toen kon ook ik pas goed zien, hoe kunstig de stof door elkaar gevlochten was. „Dat toiletje is echt iets voor mijn doch ter", vertelde ze mij. „Zij zal dit jaar als ..debutante" voorgesteld worden. Tot nu toe was het de gewoonte dat meisjes uit de gegoede stand bij het be reiken van de zeventienjarige leeftijd in het societyleven „gelanceerd" werden. Dit „debutanten seizoen" begon altijd met een voorstelling ten hove. Aan deze gewoonte De Parijse politie begint, er langzamerhand genoeg van te krijgen om de 74-jarige Lucie BUn te arresteren. Ze staat bij de hele politiemacht bekend als „mémère", wat „moedertje" betekent. Ze is onlangs voor de 45ste maal ge arresteerd. Haar misdrijf: winkeldiefstal. Als mémère gevolg zou geven aan haar vroegere veroordelingen zou ze niet eerder in Parijs terug mogen komen dan in het jaar 2850. Iiaar straftijd werd steeds door gratie bekort. Wanneer ze het weer niet kan laten, komt zij naar Parijs met vier rokken over elkaar heen en een mantel, die aan de binnenkant een ontelbaar aantal zakken heeft. Ze stevent dan op de grote Parijse waren huizen af, waar men haar zo langzamerhand wel kent, alleen niet het nieuwe personeel De politie deelde mee, dat zij dit Keer een bijzondere voorkeur had voor slopen. Men vond de binnenkant van haar mantel eenvoudig behangen met kussenslopen. Op het strafregister van de politie staat „Mémère" al bijna een halve eeuw genoteerd. De eerste winkeldiefstal pleegde zij op 25-jarige leeftijd. Ze was toen nog zo onervaren, dat zij vergat om de prijs-etiketten af te halen van een paar onderrokken, die zij meenam zonder te betalen. Daar lacht zij nu om. Het was een ernstige beroepsfout". Nonnau Harinetl heeft koningin Elisabeth evenwel een ein de gemaakt en dit jaar zullen de laatste „presentations at court" gehouden worden. Een creatie van witte chiffon, opgestikt met gouden vierkante lovertjes, had de modekoning plagend „Bank leak" genoemd, doelend op de disconto-lek affaire, die on langs zoveel stof deed opwaaien. Over het geheel was deze show een ver ademing. Nu eens geen „schoolmeisjes"- stijl. met abnormale korte rokken en geen „recht toe recht aan"-snit van de hemd jurk. Automatische" horloges verkleind verbeterd Het automatische horloge, dat zichzelf opwindt, wordt over de hele wereld veel vuldig gedragen. Het systeem berust op een halve schijf, die in de kast over het uurwerk heen ligt en bij elke beweging draait, waardoor het veerwerk via een ingenieuze versnellende overbrenging wordt opgewonden. Deze horloges moe ten door die schijf, de rotor, altijd vrij dik zijn en zwaarder, dan een horloge met gewoon opwindsysteem. Een Zwitserse ingenieur heeft het rotorsysteem thans zo danig verbeterd en verkleind dat de rotor, een microrotor dus, slechts een vijfde deel van het oppervlak van een dames- of herenhorloge beslaat en daardoor in het stelsel van het uurwerk kan worden op genomen. Dit betekent, dat automatische horloges op den duur niet dikker of zwaarder meer behoeven te zijn dan ge wone horloges. In de Zweedse havenstad Gothenburg hebben enkele gescheiden vrouwen een vereniging in het leven geroepen, die ten doel heeft de belangen van deze groep te behartigen. Het is waarschijnlijk de eer ste vereniging van deze aard in de wereld. Er zijn in Zweden niet minder dan 20.000 gescheiden vrouwen. Het aantal kin deren, dat aan haar zorg is toevertrouwd, bedraagt 25.000.Dat is in vele gevallen ech ter onmogelijk, omdat de man niet voldoet aan de hem bij de scheiding opgelegde plichten. De meeste vrouwen zijn dan ook aangewezen op maatschappelijke steun. De vereniging komt ondermeer op tegen het feit, dat de man het recht op pensioen behoudt, terwijl er toch tijdens het huwe lijk voor werd betaald. Twee andere pro grammapunten behandelen de ziektever zekering en het belastingvraagstuk. Za kenlieden mogen de kantoorhulp van hun inkomsten aftrekken, terwijl de geschei den vrouw niet de kosten voor het dienst meisje, dat tevens op de kinderen past, in mindering mag brengen. Voorts acht men het verkeerd, dat bij een scheiding steeds gevraagd wordt, hoeveel de man voor de kinderen kan opbrengen. Men zou moeten vragen hoeveel de vrouw nodig heeft om te kunnen bestaan. HET LELIJKE hondje zonder naam kwam alleen 's nachts op straat. Over dag durfde hij niet, omdat de dikke honden en poezen uit de buurt hem uit lachten en plaagden en zelfs de men sen hun hoofd opzij draaiden omdat ze hem te lelijk vonden om naar te kij ken. Pas 's avonds als alle mensen ge zellig met hun honden en katten in huis zaten ging hondje, want zo noemde hij zichzelf, erop uit om te zien of er mis schien iemand iets voor hem had over gelaten. Veel was dat meestal niet en meestal rammelde hij nog van honger als hij tegen de morgen terugkwam in zijn pakhuis. Daar rolde hij zich dan maar weer op tegen een hoop vodden aan en wachtte de nacht af. Maar vandaag, toen de zon opeens scheen alsof het al echt voorjaar was kon ook hondje niet binnen blijven. Door een gebroken raam van zijn pak huis woei een frisse wind, die al een -beetje naar bloemen en zon rook. De neus van hondje ging op en neer. Hij vergat zijn honger, rekte zijn magere rug en sloop naar buiten. De zon scheen op zijn kop en de straat was eindelijk eens niet nat aan zijn pootjes. „Ik voel me een andere hond", zei hondje tegen zichzelf, „een rijke hond, een dikke hond". Hij liep alsof hij een rijke en een dikke hond was, niet in elkaar gedoken langs de huizen, maar fier middenop de straat. Och, de an dere honden en katten waren ook zo te vreden met die zachte lucht, dat ze er niet ^p letten en de mensen hadden hun neuzen in de wind. Die zagen hem dus ook niet. Hondje kikkerde helemaal op. „Ik voel me...", zei hij tegen zichzelf, „ik voel me Hij moest er heel lang over nadenken, toen wist hij hoe hij zich voelde. „Jarig... ik voel me jarig", zei hij tegen zichzelf en opeens stond hij stil midden op straat. Hij was jarig. Nooit zou hij er aan gedacht hebben als hij in zijn donkere pakhuis was blijven zitten, maar nu, met de frisse wind om zijn kop en de zon op zijn rug schoot het hem te binnen. Het was zijn ver jaardag. En toen deed hondje iets wat hij in geen jaren gedaan had: hij hup pelde! Hij huppelde, huppelde zoals al leen een jarige hond dat kan. Niet een mëter, niet één straat uit, nee, een uur lang huppelde hij tot hij alle huizen van de stad achter zich had en voor zich de hele wereld zag liggen. „Oo", hijgde hondje, „wat is het heerlijk om hond te zijn en wat is het heerlijk om jarig te zijn!" „Bén jij jarig?" vroeg een stem. Hondje keek op. Naast hem stond een geweldig groot paard. „Jazeker", zei hondje, „vandaag op de eerste mooie dag van het jaar ben ik jarig". „Je kunt het zien", zei het paard met zijn diepe stem, „je ziet er helemaal jarig uit". Het hart van hondje klopte van blijd schap. Nog nooit had iemand zoiets aardigs tegen hem gezegd. Een paard, stel je voor, een paard dat iets vrien delijks tegen een hondje zegt, dat niet eens een naam heeft. „Zeg jongens", riep het paard tegen de schapen die een beetje bang en een beetje dom naar het hondje stonden te kijken, klaar om hun weiland in te vluchten als het hondje hard zou gaan blaffen of brommen. „Zeg jongens", zei het paard weer, „deze hond is jarig". „Dat kun je zien", knikte het oudste schaap, „hij ziet er zo vrolijk uit". „De lucht is ook vrolijk omdat hij jarig is", zei een ander schaap. Twee lammetjes fluisterden met elkaar, ze gichelden even en renden toen weg naai de slootkant. „Lachen ze me uit?" vroeg hondje verlegen aan het paard. „Jóu uitlachen? Iemand uitlachen die jarig is? Stel je voor", zei het paard. „Nee, wacht maar even, ik weet wat ze gaan doen". Het hondje wachtte nieuwsgierig af, dichtbij de grote hoef van zijn gewel dige vriend, het paard. De oude scha pen knikten vriendelijk met hun kop pen naar de lammetjes bij de sloot. „Dat is een heel goed idee", mekkerde het ene schaap en het andere zei: „dat is erg lief bedacht". Het hondje werd steeds nieuwsgieri ger. vVat deden die lammetjes toch? Toen ze terugkwamen en hij zag wat ze bij zich hadden kreeg hij bijna tra nen in zijn ogen. De lammetjes hadden elk een boeketje kleine gele bloemetjes in hun bek. Speenkruid! Een bosje speenkruid voor het jarige hondje. Hij bedankte ze met wel twintig lik ken en hij schudde de poten van de oude schapen en de geweldige hoef van het paard ook. En toen wist hij opeens niets meer te zeggen en rende weg met zijn staart tussen zijn benen en het boeketje tussen zijn tanden. „Haha", brieste het paard hem na, „je hebt zeker haast hè. Je zult wel een lekker maaltje krij gen vandaag. Daag, eet smakelijk". Ach, had hij dat nou maar niet ge zegd, want opeens merkte hondje weer hoe 'n verschrikkelijke honger hij had, hoe mager hij was en hoe zijn buik knorde. Nee, hij was opeens helemaal niet jarig meer. Toen hij de eerste hui zen van de stad voorbij sjokte waren al leen die bloemetjes nog over van zijn mooie feest. Hoe kwam hij aan eten? Daar was weer die vraag van elke dag. „En toch ga ik niet naar mijn pakhuis, ik heb geen zin om op de krui meltjes van de anderen te wachten. Ik ga bedelen", dacht hij. Hij trippelde een tuinhekje in en krabbelde aan een keukendeur waarachter het heerlijk rook. Maar nee, hij schaamde zich op eens. Bedelen wou hij niet. Hij keek vlug om zich heen of niemand het gezien had en hij keerde zich al weer om. Maar voor hij weg kon lopen ging de deur opeens open en een klein meisje met een grote strik in haar haar keek verbaasd naar hondje. „Oo mam", riep ze, „oo mam, kom eens kijken. Er is een hondje om me te feliciteren. Hij heeft echte bloemen uit het weiland in zijn bek. Oo mam, nu is er toch iemand gekomen". De moeder van het meisje kwam ook in de deur staan en ze deed helemaal niet zoals andere mensen altijd tegen hondje deden. Ze ging net als het meisje op haar hurken zitten en aaide hondje over zijn rug. Maar hondje keek nog niet naar haar, hij liep tot de voeten van het kleine meisje en daar legde hij zijn boeketje neer. „Zie je mam, zie je wel! Hij komt echt voor mij!", riep ze. „Nou, maar dat komt goed uit, net nu alle anderen niet kunnen. Kom gauw binnen, hondje. Je ziet er naar uit alsof je best trek in iets hebt". En voor hondje het wist zat hij in de keuken op verjaarsvisite met een stuk je vlees met aardappelen, ja zelfs met een klein stukje taart voor zich. „Je gaat toch niet meer weg, hè", zei het kleine meisje dat naast hem op de grond zat. „Ik heb nog nooit een hondje gezien met zulke lieve ogen". „Alsjeblieft", zei hondje tegen zich zelf, „hoor je dat? Dat zegt ze tegen jou!" Even was het heel stil in de keu ken, het kleine meisje keek haar moe der aan en toen keken ze allebei naar hondje, die met grote smekende ogen van de één naar de ander keek. „Nee", zei de moeder, „hij gaat nooit meer weg. Maar ik weet natuur lijk niet of het hondje bij óns wil blij ven". Nou, praten kon hondje niet, maar met wel duizend rare sprongen en kwispels van zijn staart en lichtjes in zijn ogen vertelde hij ze hóe graag hij wilde blijven. Nu heet hondje geen hondje meer. Hij heet „Verjaardag", omdat hij elke dag van het jaar kijkt alsof hij jarig is. En dat is ook geen wonder als je een vrouwtje hebt zoals hij. Mies Bouhuys Je kunt dit ventje maken van lucifers, een pijpeschoonmaker, kitrken, een paar grote kralen en een veertje.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1958 | | pagina 18