Nasser op het hoogtepunt van zijn carrière <lAr is to Juist optreden van Tweede Kamer ZWAARDEMAKER Lichtenstein leidde operaconcert van het Kunstmaand-Orkest gordijnstoffen Soedan bezorgt hem echter tevens de eerste diplomatieke nederlaag valeer I sevilla orange marmelade Op en om het Binnenhof 9 Franse Mac Arthur teruggeroepen neemt vaker de jam voor mannen Veiligheidsraad behandelde Soedanese klacht Beroep op beide partijen status quo te handhaven Definitieve verbetering" in Churchill's toestand Amerikaanse Constellation boven de oceaan vermist WYERS Décorstoffen Socialistisch rapport over de toestand in Algerije Vele moslems kijken de kat uit de boom Parijse opera's gesloten Vara boekte 36.000 nieuwe leden ZATERDAG 22 FEBRUARI 1958 (Van onze reisredacteur) CAIRO, zaterdag Juichende menigten en sissende vuurpijlen, schoolkinde ren, die onder leiding van Mohammed Wahab, Egypte's Bing Crosby, het door hem gecomponeerde volkslied van de „Verenigde Arabische Republiek" zingen, t de blauwe hemel op het Midan Al Go van Cairo het hoogtepunt van zijn carrière doen beleven. Maar achter de flit sende glimlach van de nieuwe president der Arabische Republiek zweefde de teleurstelling. Op zijn grootste dag leed hij zijn eerste diplomatieke nederlaag. Tot de miljoenen kiezers die gisteren in Egypte en Syrië op de stembiljetten een rode cirkel invulden om hun instemming te betuigen met de eenheids republiek met Nasser als president, behoorden niet de 25.000 nomaden in de Soedanese grensgebieden, die onlangs door Egypte werden opgeëist. en parachutes, die met Nasser's portret uit de blauwe hemel dalen, hebben vanochtend president Gamal Abdel Nasser op het Midan Al Goumhouria-plein Soedan volhardde zijn weigering dat gebied over te dragen om aan het plebis ciet te laten deelnemen. De koppige Soeda- nezen verdachten Nasser ervan, dat hij zijn begerig oog op hun land had geslagen. Zy zonden troepen, alarmeerden de Veilig heidsraad, arresteerden 38 Egyptische offi cieren die met levensmiddelen-cadeaus voor de bevolking, en lichte wapens, per boot via de Nyl gekomen, op Soedanees territoir gesnapt werden. Met de rol van agressor tegen een Arabisch land en de snel naderende Veiligheidsraadzitting voor ogen, haalde de Egyptische regering vrij dagmiddag bakzeil. Mompelend dat de ganse affaire een ver kiezingstruc was van de Soedanese re gerende Oemma-partij, teneinde de pro- Egvptische Unionisten te diskrediteren, verklaarden de Egyptenaren, twee uur voor de bijeenkomst van de Veiligheids raad, af te zien van een plebisciet in de betwiste gebieden en hun status te zullen bespreken met de nieuwe Soedanese re gering, die volgende maand zal worden gevormd. De Soedanezen lieten daarop de gearresteerde officieren los. Hun ambas sadeur ging Nasser de hand drukken en hun regering liet weten dat de klacht bij de UNO was vervallen. De affaire is dooi de Soedanezen nu vergeven, maar niet vergeten en de Oemma-partij zal er de vruchten van plukken bij de komende ver kiezingen. Deze uitgesproken diplomatieke zege der Soedanezen maakt intussen de kans op aansluiting van Soedan bij de nieuwe Egyptisch-Syrische republiek voorlopig miniem: een galdruppel in de emmer met honing van geluksvogel Nasser, die bij zijn donkere zuiderburen al eerder een blauw tje liep. Deze tegenslag doet overigens niets af aan het feit dat de glimlachende, iets grijzende, 39-jarige Nasser vandaag de grote man van het Nabije Oosten is. De door mij vaak gesignaleerde sterke ónder- stroom van Arabische eenheidsdrang kolk te in het referendum immers naar boven. De uitslag zal pas in de loop van vandaag bekend zijn, maar er is geen twijfel aan dat een overweldigende meerderheid de rode en niet de zwarte afwijzende cirkels invulde op de beide'stemblijéttën; de ëne met Syrisch-Egyptische vlaggen en de an der met Nassers portret. Glimlachende gelukzaligheid Voor deze „Anschluss" was geen uitslag vervalsing nodig! Lange rijen Egyptenaren uit alle rangen en standen wachtten vrij dag geduldig hun beurt af voor de stem bureaus. Op hun gezichten las men geen koortsachtig fanatisme maar eerder glim lachende gelukzaligheid. Geen politiek- economische redeneringen dreven het volk tot deze geografisch-vreemde unie, maar een oprecht gevoel van broederschap, al is het zeker dat dit gevoel werd aangewak kerd door het propaganda-ministerie, dat miljoenen guldens spendeerde aan ere poorten, vlaggen, portretten en feestver lichting. Onder al deze uiterlijkheden was een waarlijke bevrediging te vinden. Het is nog te vroeg alle uitvloeisels van de unie te overzien, maar mijn eerder uitgesproken gevoel dat de verenigde Arabieren minder onhandelbaar dan de verdeelde zullen zijn, vond in Cairo dezer dagen bevestiging. De sfeer is ontspannen en vriendelijk en heeft de royale allure van bereikte waardigheid. Men toont minder argwaan dan voorheen, want men kan zich een bredere kijk ver oorloven. Ook het onregeerbare Syrië, af- (Van onze correspondent in Parijs) Kolonel Bigeard, de bevelhebber van de befaamde valschermjagers in Algerije, is in Parijs aangekomen, waar hij voorlopig wel zal blijven. Uit een officieel communiqué kan blijken dat de 42-jarige kolonel, die in 1940 als kantoorbediende met de rang van sergeant zijn militaire carrière begon, zijn actieve diensttijd in Algerije achter de rug heeft en aan de persoonlijke staf van de minister van Oorlog zal worden verbonden. Het is echter een publiek geheim dat zich achter deze „promotie" een scherp con flict tussen de regering en de potige kolo nel verschuilt. Bigeard, die onder zijn mannen een grote populariteit moet ge nieten, is voorstander van een doortasten der oorlogvoering tegen de Algerijnse rebellen. Hij is wel met de Amerikaanse generaal MacArthur vergeleken, die tijdens de Koreaanse oorlog door president Tru man van zijn post ontheven werd, omdat hij toen uit eigen beweging Chinese bases wilde bombarderen. Bigeard werd het plan toegeschreven Tunesië met zijn vliegtuigen en „rode baretten" te willen bestoken. Na de catastrofale gevolgen van het bombardement op het Tunesische grens- plaatsje Sakiet heeft de regering in Parijs het blijkbaar verstandiger geacht voor de vele malen gedecoreerde Bigeard een plaatsje op het ministerie in te ruimen. (UP) Bigeard is een legende ge worden in het Franse leger. Hij behoorde tot een van de laatste troepen-eenheden, die zich in 1940 bij de val van Frankrijk overgaf. Hij ontsnapte naar Noord-Afrika. In het bezette Frankrijk werd hij per para chute neergelaten en na de bevrijding ging hij naar Indochina. Op zijn verzoek werd hij in de omsingelde vesting Dien-Bien- Phoe per parachute neergelaten, kort, voor dat de bezetting zich moest overgeven. Toen hij uit een communistisch gevangen kamp terugkwam, kreeg hij het bevel over een gehard, uitstekend geoefend kolo niaal parachutistenregiment, dat in 1955 naar Algerije vertrok. drijvend naar Moskou, heeft nu een rugge steun. Is er dus reden voor optimisme? Veel ha,ngt af van die ene kiezer die vrijdag slechts het biljet voor de een heidsrepubliek invulde en het andere, met het eigen portret, glimlachend blanco liet: Gamal Abdel Nasser. (AFP) President Nasser en de Soeda nese premier hebben na de vredesoproep van keizer Haile Selassie van Ethiopië (na de algemene Soedanese verkiezingen op 27 februari te trachten het conflict met on derhandelingen bij te leggen) persoonlijke boodschappen uitgewisseld en hun instem ming met de oproep te kennen gegeven, aldus een Ethiopische woordvoerder. (Reuter) Het Egyptische besluit be- oogt de plannen te verijdelen van degenen die de oude betrekkingen tussen de twee broedervolken pogen te vertroebelen, aldus een Egyptisch communiqué. Egypte is al tijd eensgezind geweest met Soedan, als het ging om vrijheid en onafhankelijkheid, zo wordt gezegd. Volgens radio-Caïro heeft de Egyptische regering dit besluit genomen na kennisneming van brieven van Soedanese partijen en verenigingen, die Egypte verzochten geen gelegenheid te scheppen, waarvan men in „imperialis tische kringen" gebruik zou kunnen maken. Berichten over troepenconcentraties zijn in Cairo tegengesproken. KHARTOEM (Reuter) - De politieke par tijen. vgp Soedan, die de verkiezingsstrijd tijdelijk hebben gestaakt, bespraken giste ren de mogelijkheid van een gesloten front om de Egyptische aanspraken te bestrijden. De Soedanezen in Khartoem en andere plaatsen van het land namen de portretten van Nasser weg, die in de café's en open bare gebouwen hingen. Premier Khalil van Soedan zal opnieuw bij de Egyptische regering protesteren, ditmaal over het verzuim van de Egypti sche regering hem officieel in kennis te stellen van haar besluit het grensgeschil tussen beide landen te laten rusten tot na de algemene verkiezingen in Soedan. ADVERTENTIE 'S. -~l? V- JL NEW YORK (Reuter) De Veiligheids raad heeft er bij Egypte en Soedan op aangedrongen de toestand in hun grensge bieden te laten zoals hy Is, in afwachting van een hervatting van de onderhande lingen ter regeling van het geschil over 25.000 vierkante kilometer grondgebied. De raad, die op dringend verzoek van Soe dan was bijeengekomen, heeft zich nog geen anderhalf uur met deze zaak bezig gehouden en geen besluit genomen over de juridische aspecten. Egypte had tevoren laten weten, dat het besloten had de re geling van de grenskwestie uit te stellen tot na de verkiezingen in Soedan. (Het geen Soedan had voorgesteld, maar door Egypte was verworpen). De zaak blyft op de agenda van de raad en deze zal zo nodig opnieuw bijeenkomen. Secretaris generaal Hammarskjoeld heeft beide par tijen verzocht zich te onthouden van han delingen die de spanning zouden kunnen vergroten. De besprekingen van de raad werden bijgewoond door de permanente UNO- vertegenwoordigers van Soedan en Egyp te. Jakoeb Osman en Omar Loefti. Beiden drukten elkander, voor het begin der bij eenkomst, de hand en glimlachten, terwijl de persfotografen foto's namen. Dankbaar Osman verklaarde dat zijn regering al les in het werk had gesteld om een klacht bij de Veiligheidsraad te vermijden. „Wij hebben onze Egyptische broeders immer de vriendschapshand geboden en wij zullen altijd dankbaar blijven voor het goede, dat zij jegens ons hebben gedaan. Doch Iaat niemand zich vergissen: het Soeda nese volk heeft altijd voor zijn vrijheid, rechten en onafhankelijkheid gestreden". „Toen mijn regering vernam, dat Egyp tische troepen onderweg waren naar Noord-Soedan, werd de Egyptische am bassadeur gevraagd of dit juist was. Zijn anhyoord was dat hij dit „hoogst waar schijnlijk" achtte. De Soedanese vertegen woordiger besloot met te zeggen dat Egyp tische grenswachten zich naar het bewus te gebied hadden begeven, ook al werd dit door Egypte ontkend. Loefti verklaarde het te betreuren voor de Veiligheidsraad een uiteenzetting te moeten geven van het standpunt van Egypte aangaande de Soedanese klacht. „Wij kunnen het slechts betreuren, dat Soedan zo haastig heeft besloten deze kwestie,,.aan de Veiligheidsraad voor te leggen. Déze beweerde Egyptische troe- oenconcentraties hebben niet plaats ge had", zo verklaarde hij. „Er waren slechts enkele grenswachten ter handhaving van orde en rust. Er waren wel Soedanese troepen in het gebied en zij hebben zich meester gemaakt van een Egyptische ri vierboot". aldus de Egyptische vertegen woordiger. Ambassadeur. De heer H. Hagenaar, ambtenaar van de buitenlandse dienst der 3de klasse, is benoemd tot ambassadeur in de Turkse republiek. (Van onze correspondent in Londen) Sir Winstons artsen verklaren in hun jongste bulletin dat zijn toestand een „zeer definitieve verbetering" toont. Er zijn te kenen dat de longontsteking afneemt. Na een goede nacht voelt hij zich veel beter en zijn vooruitgang is tot nu toe bevre digend. Vanmiddag zou er weer een bul letin verschijnen. Volgens Sir Winstons secretaris verkeert de patiënt in uitstekende stemming. Ook koningin Elizabeth heeft laten informeren naar Sir Winstons toestand. Haar lijfarts, Lord Evans, en zijn echtgenote zijn uit Londen in Nice aangekomen voor een tien daagse vakantie in Monte Carlo. Lord Evans zei dat hij niet gekomen is om Sir Winston te behandelen. Hij zal een be leefdheidsbezoek bij de Churchills afleg gen. Brieven en telegrammen met de beste wensen voor zijn herstel stromen uit de hele wereld binnen. President Eisenho wer zond Churchill een telegram waarin hij zegt dat hij en zijn echtgenote zich verheugen over het bezoek, dat Sir Win ston van plan is in april aan Washington te brengen. ST. JOHNS (Reuter) Een Constel lation van de Amerikaanse marine is aan zienlijk over tijd. Zij had in Newfound land van een viucht over de Azoren moe ten terugkeren. Vijftig vliegtuigen nemen deel aan de opsporingsactie. Het vliegtuig, dat 23 mensen aan boord had, was op een patrouillevlucht. Vliegboot vergaan SOEVA FIDJI (Reuter) Aan boord van een Franse Catalina vliegboot heeft zich een ontploffing voorgedaan tijdens de landing op het eiland Raiatea bij Ta hiti. De vijftien inzittenden, onder wie twaalf passagiers zijn om het leven ge komen. Tot nu toe heeft men vier lijken kunnen bergen. Men zal zich wellicht herinneren, dat de stichting „Kunstmaand-Orkest" in de periode van half mei tot half juni in de Stadsschouwburg en., in Theater Carré enige opvoeringen gaf van de komische opera „De vrolijke Vrouwtjes van Windsor" van Otto Nicolaï prestaties, die onder leiding van dirigent en regisseur Hans Lichtenstein een niet alledaags succes zijn geworden. De relatie met deze handige vakman op het gebied der opera heeft er toe geleid, dat het Kunstmaand-Orkest een van zijn winterconcerten aan opera muziek wijdde, dat voor een groot deel een herinnering bood aan de opvoeringen van het zomerseizoen. Immers Lichtenstein beschikte deze vrijdagavond weer over vijf van de vocalisten, die de „Vrolijke Vrouw tjes" tot een succes hielpen maken en dit nu met enkele nummers, in concertvorm uitgevoerd, wisten te bestendigen. Het was een lust Annette de la Bije te beluisteren in een glasheldere en gevoelige aria uit het werk van Nicolaï en haar in een mooi uitgebalanceerd duet met de zich opvallend mooi ontwikkelende jonge tenor Arjan Blanken te horen. Het door de bas Guus Hoekman allergeestigst gezon gen drinklied riep zijn prachtige creatie van de Falstaff-figuur weer te binnen en zijn trio met Annette de la Bije en Laura Cormonte was een geraffineerd staaltje van een operascène. Het was allemaal delikaat uitgewerkt en Lichtenstein wist het aandeel van het orkest keurig aan te passen bij de vocale prestaties. Bovendien kreeg het publiek een petillante verklan king te horen van de frisse ouverture van het werk. Met dat alles was de tweede helft van de avond gevuld. Doch een operaconcert zonder een paar nummers van Verdi zou bezwaarlijk met dit soort uitvoeringen te rijmen zijn. Aan de traditie werd aldus voldaan in het eerste deel van het pro gramma met een aria uit „Ernani" glan zend door de sopraan Laura Cormonte gezongen. Het kwartet uit „Rigoletto" mocht uiteraard ook niet ontbreken. Uit gevoerd met de vocalisten Annette de la Bije, Gré Donker, Arjan Blanken en Guus ADVERTENTIE Nu tïid voor jf Wat een verschil, als nieuwe Aristo gordijnstoffen uw hele kamer een ander „gezicht" geven. Vraag uw woninginrichter naar ARISTO GORDIJNSTOFFEN Met g«x»nriebewijj voor kleurechtheid. De regering regeert, het parlement con troleert en heeft voorts een belangrijk aandeel in de wetgeving, maar het hééft zich te hoeden voor „meeregeren". Deze leuze wordt, zelfs heden ten dage, nog wel eens aangeheven om te waarschuwen te gen wat deze of gene als mogelijk te ver gaande parlementaire bemoeiing met de zaken van de regering ziet. Toch is het niet meer zo, gelijk eertijds, dat bijvoorbeeld met betrekking tot het buitenlandse beleid de opvatting overheerst, dat de Volksver tegenwoordiging dit geheel en al heeft over te laten aan de uitvoerende macht. Trouwens, tot de controlerende bevoegd heid van de volksvertegenwoordiging be hoort zeker ook, dat zij niet alleen nagaat of het gevoerde beleid wel juist is, maar dat zij tevens terdege het recht en even tueel bovendien de plicht heeft, haar waar schuwende stem te laten horen, als zij vreest, dat de regering wellicht op het punt zou staan een onverantwoorde weg in te slaan. Natuurlijk rust in de eerste plaats op de regering de taak om zich, wanneer daartoe aanleiding bestaat, met interna tionale onderhandelingen bezig te houden. Zij wijst daarvoor één of meer onderhan delaars aan en het ligt voor de hand, dat het parlement zich dient te onthouden van een neiging om mee aan de onderhan delingstafel plaats te nemen. Wanneer het echter gegronde redenen aanwezig acht om te duchten, dat er bij bepaalde onder handelingen iets zou worden ondernomen dat strijdig met 's lands belang schijnt, dan gaat het zijn boekje geenszins te bui ten als het dienomtrent de verantwoorde lijke minister aan de tand voelt. Vandaar, dat de afgevaardigden, die deze week tij dens de behandeling van de begroting van Verkeer en Waterstaat aan minister Alge- ra gevraagd hebben, of er iets van waar is, dat er een plan zou bestaan om, als on derdeel van met de West-Duitse Bondsre publiek tot stand te brengen regelingen omtrent een aanlal strijdpunten, onzer zijds afstand van zekere rechtsaanspra ken in verband met de Rijnvaart-Acte te doen, zeer juist gehandeld hebben. Het scheen immers heel goed denkbaar, dat bij de daarover lopende onderhandelingen van Duitse zijde getracht zou worden (of was?) Nederland er toe te bewegen, bij voorbaat afstand te doen van het recht on ze Oostelijke buren eventueel voor het In ternationaal Gerechtshof te dagen wegens schending van onze uit de Rijnvaart-Acte voortvloeiende rechten. Voor zover in een of ander Duits brein het voornemen be staan mocht hebben onze onderhandelaars te bewegen tot een toezegging als hier be doeld, zal nu wel duidelijk zijn geworden, dat men daarmee waarlijk niet hoeft aan te komen. Onomwonden toch heeft de mi nister van Verkeer en Waterstaat, mede namens zijn ambtgenoot van Buitenlandse Zaken, aan de Kamer de verzekering ge geven, dat er van iets dergelijks helemaal geen sprake is noch zal zijn. Mij dunkt, de Tweede Kamer heeft er een goed werk mee gedaan een dergelijke verklaring op dit ogenblik uit te lokken, want thans zal men in Bonn wel meer dan ooit beseffen, dat de Nederlandse Regering er niet aan denkt tot zulk een afstand van rechten over te gaan. Gevoelig verlies Nu mevrouw Fortanier-de Wit haar ont slag als lid van de Tweede Kamer heeft ge nomen, aangezien zij het ogenblik aange broken acht, waarop zij naast haar taak in het huisgezin niet meer ten volle die van Kamerlid kan vervullen, betekent dit waarlijk niet alleen voor haar partij, de V.V.D., maar in niet mindere mate voor de Kamer een groot verlies. Bijkans twaalf jaar lang heeft zij op het Binnenhof werkelijk voortreffelijk werk gedaan. Zij bleek daar reeds spoedig een uitstekend spreekster te zijn, legde er in het debat een grote mate van slagvaardigheid aan de dag en wist met even grote elegance als sportiviteit de parlementaire spelre gels uitermate vaardig toe te passen. Vrij wel steeds was het een genot om naar haar te luisteren. Dit zowel vanwege de geslaag de vorm, waarin zij hetgeen zij op het hart had wist in te kleden als op grond van de bijkans altijd ten volle verantwoorde, deugdelijke zakelijke inhoud. Begrijpelij kerwijze genoot zij bij haar medeleden groot aanzien, gezag en, niet te vergeten ook, warme sympathie, zulks ook al kon zij haar tegenstanders vaak flink onder handen nemen. Maar gelijk als aangestipt, dat geschiedde steeds op zeer sportieve wijze. Alles te samen genomen was me vrouw Fortanier werkelijk een ideaal-par- lementslid en vandaar, dat men haar no de in 's lands vergaderzaal zal missen. Ook degenen, die een zo sterk mogelijke aan wezigheid van het vrouwelijk element in de volksvertegenwoordiging nog van spe ciale waarde achten, zullen het betreuren, dat nu het aantal vrouwelijke afgevaardig den met één zal verminderen. Nu ik het toch over vrouwelijke parlementsleden heb, meen ik er meteen de aandacht op te moeten vestigen, dat vijf van de zeven fracties een of meer vrouwen in haar mid den tellen. Dit is alleen niet het geval met de Staatkundig Gereformeerden en met de Anti-Revolutionairen. Eerstgenoemden achten het nog steeds uit de boze, de vrouw een dergelijke plaats in het openbare leven te doen innemen. Met de Anti-Revolutio nairen is dat, tenministe in beginsel, niet meer het geval. Doch het verschijnsel, dat er nog steeds geen enkel vrouwelijk Anti-Revolutionair Kamerlid is, moet men toch zeker beschouwen als een gevolg van het feit, dat ook die partij tot nog slechts betrekkelijk kort geleden evenmin als de Staatkundige Gereformeerden van vrou welijke leden van vertegenwoordigende li chamen gediend was. A. R. en C. H. In dat opzicht in ieder geval vielen de po litieke nazaten van dr. A. Kuyper bepaald conservatief te noemen. Met opzet gewaag ik hier van Kuyper, omdat hij met name op het eind van de vorige eeuw overigens juist meer dan een punt eerder van demo cratische opvattingen, blijk placht te ge ven, zo bijvoorbeeld wat het kiesrecht- vraagstuk aangaat alsook in sociaal op zicht. Nu er hier en daar weer eens iets merkbaar is van een streven om tot samen smelting van Anti-Revolutionairen en Christelijk-Historischen te komen, moge ik allereerst, zij het in slechts enkele trek ken, van de wordingsgescheidenis van de ze twee partijen gewagen. Aanvankelijk was er slechts van één partij sprake. Te weten van die der Anti-Revolutionairen, die, voorafgegaan door Groen van Prinste- rer, zich tegen het ongeloof der Franse Re volutie richtten. Bij hen staat de absolute souvereiniteit van God, mede dus op het gebied van de staat, op de voorgrond. Groen noemde deze richting ook wel Christelijk-Historisch, omdat zij, zoals hij dat uitdrukte, haar onwankelbare steun heeft in Openbaring en geschiedenis. In 1894 voltrok zich binnen de toenmali- lige Anti-Revolutionaire gelederen een splitsing, waardoor naast elkaar kwa men te staan de, in die tijd, zoals ik al even aanstipte, in het bijzonder op sociaal ge bied vrij vooruitstrevende, Anti-Revolutio nairen en anderzijds de Christelijk-Histo- rischen. Laatsgenoemden zagen zich door de Savornin Lohman geleid, die ook wars van de min of meer onverzoenlijke dwin gelandij, welke er van Kuyper, de aanvoer der van de Anti-Revolutionaire partij uit ging, de partij, die wel werd aangeduid als „de partij van de kleine luiden", dit dan in tegenstelling tot de Christelijk-Histori- schen, van wie het wel heette, dat tot hen vooral de mannen met de dubbele namen behoorden. Thans meer dan vijftig jaar later, is er heel wat veranderd. Enerzijds gaat het niet aan, in de Anti-Revolutionairen nog de partij van de kleine luiden te zien. Aan de andere kant is er bij de Christelijk- Historischen in het algemeen niet veel meer terug te vinden noch yan het aristo cratische noch van het conservatieve ele ment, dat daar eens vrij sterk op de voor grond stond. Tot de tenslotte nog niet van zulk een gering te achten onderscheid tus sen de beide partijen behoort, dat bij de Anti-Revolutionairen de Gereformeerden de overhand te bezitten, dat die partij in sterke mate een Calvinistische inslag heeft, terwijl daarentegen de Christelijk- Historischen in het algemeen tot de Neder lands Hervormde Kerk behoren. De aan het Calvinisme eigen rechtzinnigheid heeft ontegenzeglijk ook op het politieke den ken en willen van de Anti-Revolutionairen een heel sterke invloed. De rechtzinnigheid ook op staatkundig gebied door de Anti- Revolutionaire Partij voorgestaan, doet haar nog altijd in zeer veel opzichten tot uitgangspunt nemen de door haar onder streepte tegenstelling naar godsdienstige onderscheiding, iets waartegen zich juist het program van beginselen van de Chris- telijke-Historische Unie keert. Deze ver werpt de Anti-these. In Anti-Revolutionaire kring ontbreekt het vooral bij hen, die onder de indruk zijn geraakt van de in de laatste jaren door die partij geleden verliezen, geenszins aan personen en groepen, welke de hoop koes teren, dat een samengaan met de Christe- lijk-Historischen tenslotte tot een vrij sterke Protestante politieke groepering zou kunnen leiden. Daarnaast zijn er bij de Christelijk-Historischen, die eveneens gaarne die richting ingeslagen zou den willen zien. Hier en daar zullen de twee nu met een gemeenschappelijke lijst aan de Gemeenteraadsverkiezingen deel nemen. Het valt echter nog zeer te bezien, of de verwachte resultaten wel be reikt zullen worden. Dit is vooral ook twij felachtig, aangezien het wel eens zou kun nen zijn, dat de voorstanders van een der gelijke samenwerking toch al te zeer de werkelijke tegenstellingen onderschatten, die er bestaan tussen hen, die bereid zijn Anti-Revolutionair te kiezen en hen, die meer voor de Christelijk-Historischen gevoelen. In het bijzonder stemt veel van een onlangs naar aanleiding van de hier besproken kwestie verschenen geschrift „Waarom wij c.h. zijn en blijven" (ge schrift door een aantal kopstukken van de C. H. Unie de wereld in gestuurd) tot na denken. Het is natuurlijk uitermate moei lijk in dergelijke gevallen precies te voor spellen, hoe het zal lopen. Daarom zal ik mij er wel voor wachten, mij hier aan eni gerlei profetie te wagen. Alleen wil ik tot besluit wel vermelden, dat, naar mij bleek, menige vooraanstaande C. H. figuur de kans niet gering acht, dat indien het straks inderdaad tot een fusie van Anti-Revolu tionairen en Christelijk-Historischen zou komen, de P.v.d.A. ener-, de V.V.D. anderzijds de lachende derde zouden wor den, die er zijde bij zouden spinnen 1 Dr. E. van Raalte Hoekman, miste dit stuk in de tamelijk galmende ruimte van de slechts matig bezette grote zaal van het Amsterdamse Concertgebouw, door een tekort aan klank- evenwicht het intrinsieke effect van deze prachtige compositie. Een betere indruk wist Arjan Blanken te wekken met de grote aria uit „Jevgenji Onjégin" van Tsjaikofsky. Met de ouverture „De Kalief van Bagdad" van Boieldieu en een balletfragment uit „Snegoeroksjka" van Rimsky-Korsakov toonde Hans Lichtenstein zijn pittige mu zikaliteit en zijn vaardigheid in het leiden van het orkest, dat zich in deze stukken van zijn beste zijde deed kennen. Jos. de Klerk LONDEN, (AFP) Reuter Een com missie van onderzoek van de Socialisti sche Internationale, die opdracht kreeg een rapport op te maken over de toestand in Algerije, zegt in haar verslag dat vele mohammedanen in Algerije een afwach tende houding lijken aan te nemen om te zien welke van beide partijen zal winnen. De commissie stelde onder leiding van de Noor Sanness ter plaatse in december een onderzoek van acht dagen in. De beide an dere leden van de commissie waren een Belg en een Brit. „De overgrote meerderheid van de Europese bevolking hoopt op een voortdu ren van de Franse soevereiniteit. De com munisten, die op het ogenblik de nationa listische eis tot zelfbestuur steunen, zou den snel hun houding veranderen, indien Moskou zulks eiste. Onder de Europeanen bestaat een extremistische richting die vastbesloten is zo mogelijk de economi sche en sociale voorrechten van de Euro peanen te behouden en die gekant is tegen elke concessie aan de mohammedaanse meerderheid. Het lijkt dat de meerderheid van de Europese bevolking niet openlijk dit extremistische standpunt, noch dat van de Franse socialistische partij deelt", aldus de rapporteurs, die eraan toevoegen dat de tijdsomstandigheden niet toelieten ook representatieve voorbeelden van de onder de mohammedaanse bevolking ver spreide meningen te verzamelen. Bij ver scheidene gelegenheden werd de leden van de commissie verteld dat vele moslems in het geheim de opstandelingen financieel steunen. Onder hen bevinden zich naar de mening van de commissie waarschijnlijk veel mohammedaanse departementale functionarissen en gemeenteraadsleden van plaatsen in Algerije. Over het nieuwe Franse sociale pro gramma voor Algerije zegt het rapport: „De meeste hervormingen zijn reeds lang verouderd". De schattingen over de mili taire sterkte van de Franse troepen ver schilden aanzienlijk, maar men lijkt vei lig te mogen aannemen dat tenminste een half miljoen soldaten in de strijd tegen de opstandelingen betrokken zijn. Een woordvoerder van de opstandelingenorga nisatie F.L.N. had de commissie verteld dat zijn organisatie honderdduizend man georganiseerde en geüniformeerde troe pen in Algerije heeft, welk aantal dage lijks groeit. De Franse minister van Nationale Op voeding, die ook de schone kunsten be hartigt. heeft bekendgemaakt, dat de twee staatstheaters voor muziek en dans, de Opéra en de Opéra Comique, hun deuren voor onbepaalde tijd zullen sluiten. Al ge ruime tijd was er een hardnekkig looncon- flict gaande, waai aan de minister nu een einde heeft gemaakt door de stakers on der het artistieke en technische personeel te ontslaan. Het is nog niet bekend hoe de minister de opengevallen plaatsen weer hoopt aan te kunnen vullen en dientenge volge evenmin hoe lang het Parijse pu bliek van operavoorstellingen verstoken zal moeten blijven. Het zojuist verschenen jaarverslag van de VARA over 1957, dat tal van kwesties op het gebied van radio en televisie be handelt, houdt zich onder meer bezig met de studiobouw. De technische vleugel, de eerste bouwfase van de nieuwe VARA- studio, zal in de loop van 1958 voor een deel in gebruik kunnen worden genomen. Ook al om te voorkomen, dat enkele tien duizenden guldens onnodif moeten wor den uitgegeven, hoopt de VARA, dat de tweede bouwfase zonder onderbreking op de eerste zal kunnen aansluiten. Het ledental van de VARA maakte een snelle groei door: van 420.810 leden-abon nees op 1 januari tot 456.146 op 31 decem ber. De VARA sloot 1957 dus af met een netto-vooruitgang van 35.336 leden-abon nees. Bovendien zijn er nog 829 leden zon der abonnement. De naam Vereniging van Arbeiders Radio-Amateurs is veranderd in „Omroepvereniging VARA", omdat het ra- dio-amateurisme reeds sinds jaren geen rol meer speelt in de activiteiten der ver- eniging._ In 1957 zond de televisie uit gedurende 738 uur en 41 minuten. Daarvan zonden de omroepverenigingen 59.96 percent uit en de NTS 40.04 percent. Het aantal ge registreerde televisietoestellen steeg in 1957 van 99.466 tot 239.018. Hoewel deze groei zeker niet onbevredigend is, stellen de samenstellers van het verslag toch vast, dat de te beperkte opzet, waarmee in 1951 met de televisie een aanvang werd ge maakt, zich nog steeds wreekt. De studio ruimte en de technische hulpmiddelen zijn nog te gering, de voor de programma's be schikbare bedragen nog te laag, een deel van het land is nog steeds niet voor tele visie bereikbaar.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1958 | | pagina 3