Nasser op het hoogtepunt
van zijn carrière
<lAr is to
Juist optreden van Tweede Kamer
ZWAARDEMAKER
Lichtenstein leidde operaconcert
van het Kunstmaand-Orkest
gordijnstoffen
Soedan bezorgt hem echter tevens de
eerste diplomatieke nederlaag
valeer I sevilla orange marmelade
Op en om het
Binnenhof
9
Franse Mac Arthur
teruggeroepen
neemt
vaker
de jam
voor
mannen
Veiligheidsraad behandelde
Soedanese klacht
Beroep op beide partijen
status quo te handhaven
Definitieve verbetering" in
Churchill's toestand
Amerikaanse Constellation
boven de oceaan vermist
WYERS Décorstoffen
Socialistisch rapport over de
toestand in Algerije
Vele moslems kijken de kat
uit de boom
Parijse opera's gesloten
Vara boekte 36.000
nieuwe leden
ZATERDAG 22 FEBRUARI 1958
(Van onze reisredacteur)
CAIRO, zaterdag Juichende menigten en sissende vuurpijlen, schoolkinde
ren, die onder leiding van Mohammed Wahab, Egypte's Bing Crosby, het door
hem gecomponeerde volkslied van de „Verenigde Arabische Republiek" zingen,
t de blauwe hemel
op het Midan Al Go
van Cairo het hoogtepunt van zijn carrière doen beleven. Maar achter de flit
sende glimlach van de nieuwe president der Arabische Republiek zweefde de
teleurstelling. Op zijn grootste dag leed hij zijn eerste diplomatieke nederlaag.
Tot de miljoenen kiezers die gisteren in Egypte en Syrië op de stembiljetten
een rode cirkel invulden om hun instemming te betuigen met de eenheids
republiek met Nasser als president, behoorden niet de 25.000 nomaden in de
Soedanese grensgebieden, die onlangs door Egypte werden opgeëist.
en parachutes, die met Nasser's portret uit de blauwe hemel dalen, hebben
vanochtend president Gamal Abdel Nasser op het Midan Al Goumhouria-plein
Soedan volhardde zijn weigering dat
gebied over te dragen om aan het plebis
ciet te laten deelnemen. De koppige Soeda-
nezen verdachten Nasser ervan, dat hij zijn
begerig oog op hun land had geslagen. Zy
zonden troepen, alarmeerden de Veilig
heidsraad, arresteerden 38 Egyptische offi
cieren die met levensmiddelen-cadeaus
voor de bevolking, en lichte wapens, per
boot via de Nyl gekomen, op Soedanees
territoir gesnapt werden. Met de rol van
agressor tegen een Arabisch land en de
snel naderende Veiligheidsraadzitting voor
ogen, haalde de Egyptische regering vrij
dagmiddag bakzeil.
Mompelend dat de ganse affaire een ver
kiezingstruc was van de Soedanese re
gerende Oemma-partij, teneinde de pro-
Egvptische Unionisten te diskrediteren,
verklaarden de Egyptenaren, twee uur
voor de bijeenkomst van de Veiligheids
raad, af te zien van een plebisciet in de
betwiste gebieden en hun status te zullen
bespreken met de nieuwe Soedanese re
gering, die volgende maand zal worden
gevormd. De Soedanezen lieten daarop de
gearresteerde officieren los. Hun ambas
sadeur ging Nasser de hand drukken en
hun regering liet weten dat de klacht bij
de UNO was vervallen. De affaire is dooi
de Soedanezen nu vergeven, maar niet
vergeten en de Oemma-partij zal er de
vruchten van plukken bij de komende ver
kiezingen.
Deze uitgesproken diplomatieke zege der
Soedanezen maakt intussen de kans op
aansluiting van Soedan bij de nieuwe
Egyptisch-Syrische republiek voorlopig
miniem: een galdruppel in de emmer met
honing van geluksvogel Nasser, die bij zijn
donkere zuiderburen al eerder een blauw
tje liep. Deze tegenslag doet overigens niets
af aan het feit dat de glimlachende, iets
grijzende, 39-jarige Nasser vandaag de
grote man van het Nabije Oosten is. De
door mij vaak gesignaleerde sterke ónder-
stroom van Arabische eenheidsdrang kolk
te in het referendum immers naar boven.
De uitslag zal pas in de loop van vandaag
bekend zijn, maar er is geen twijfel aan
dat een overweldigende meerderheid de
rode en niet de zwarte afwijzende cirkels
invulde op de beide'stemblijéttën; de ëne
met Syrisch-Egyptische vlaggen en de an
der met Nassers portret.
Glimlachende gelukzaligheid
Voor deze „Anschluss" was geen uitslag
vervalsing nodig! Lange rijen Egyptenaren
uit alle rangen en standen wachtten vrij
dag geduldig hun beurt af voor de stem
bureaus. Op hun gezichten las men geen
koortsachtig fanatisme maar eerder glim
lachende gelukzaligheid. Geen politiek-
economische redeneringen dreven het volk
tot deze geografisch-vreemde unie, maar
een oprecht gevoel van broederschap, al is
het zeker dat dit gevoel werd aangewak
kerd door het propaganda-ministerie, dat
miljoenen guldens spendeerde aan ere
poorten, vlaggen, portretten en feestver
lichting.
Onder al deze uiterlijkheden was een
waarlijke bevrediging te vinden. Het is
nog te vroeg alle uitvloeisels van de unie
te overzien, maar mijn eerder uitgesproken
gevoel dat de verenigde Arabieren minder
onhandelbaar dan de verdeelde zullen zijn,
vond in Cairo dezer dagen bevestiging. De
sfeer is ontspannen en vriendelijk en heeft
de royale allure van bereikte waardigheid.
Men toont minder argwaan dan voorheen,
want men kan zich een bredere kijk ver
oorloven. Ook het onregeerbare Syrië, af-
(Van onze correspondent in Parijs)
Kolonel Bigeard, de bevelhebber van de
befaamde valschermjagers in Algerije, is in
Parijs aangekomen, waar hij voorlopig wel
zal blijven. Uit een officieel communiqué
kan blijken dat de 42-jarige kolonel, die in
1940 als kantoorbediende met de rang van
sergeant zijn militaire carrière begon, zijn
actieve diensttijd in Algerije achter de rug
heeft en aan de persoonlijke staf van de
minister van Oorlog zal worden verbonden.
Het is echter een publiek geheim dat
zich achter deze „promotie" een scherp con
flict tussen de regering en de potige kolo
nel verschuilt. Bigeard, die onder zijn
mannen een grote populariteit moet ge
nieten, is voorstander van een doortasten
der oorlogvoering tegen de Algerijnse
rebellen. Hij is wel met de Amerikaanse
generaal MacArthur vergeleken, die tijdens
de Koreaanse oorlog door president Tru
man van zijn post ontheven werd, omdat
hij toen uit eigen beweging Chinese bases
wilde bombarderen. Bigeard werd het plan
toegeschreven Tunesië met zijn vliegtuigen
en „rode baretten" te willen bestoken.
Na de catastrofale gevolgen van het
bombardement op het Tunesische grens-
plaatsje Sakiet heeft de regering in Parijs
het blijkbaar verstandiger geacht voor de
vele malen gedecoreerde Bigeard een
plaatsje op het ministerie in te ruimen.
(UP) Bigeard is een legende ge
worden in het Franse leger. Hij behoorde
tot een van de laatste troepen-eenheden,
die zich in 1940 bij de val van Frankrijk
overgaf. Hij ontsnapte naar Noord-Afrika.
In het bezette Frankrijk werd hij per para
chute neergelaten en na de bevrijding ging
hij naar Indochina. Op zijn verzoek werd
hij in de omsingelde vesting Dien-Bien-
Phoe per parachute neergelaten, kort, voor
dat de bezetting zich moest overgeven.
Toen hij uit een communistisch gevangen
kamp terugkwam, kreeg hij het bevel over
een gehard, uitstekend geoefend kolo
niaal parachutistenregiment, dat in 1955
naar Algerije vertrok.
drijvend naar Moskou, heeft nu een rugge
steun.
Is er dus reden voor optimisme?
Veel ha,ngt af van die ene kiezer die
vrijdag slechts het biljet voor de een
heidsrepubliek invulde en het andere, met
het eigen portret, glimlachend blanco liet:
Gamal Abdel Nasser.
(AFP) President Nasser en de Soeda
nese premier hebben na de vredesoproep
van keizer Haile Selassie van Ethiopië (na
de algemene Soedanese verkiezingen op 27
februari te trachten het conflict met on
derhandelingen bij te leggen) persoonlijke
boodschappen uitgewisseld en hun instem
ming met de oproep te kennen gegeven,
aldus een Ethiopische woordvoerder.
(Reuter) Het Egyptische besluit be-
oogt de plannen te verijdelen van degenen
die de oude betrekkingen tussen de twee
broedervolken pogen te vertroebelen, aldus
een Egyptisch communiqué. Egypte is al
tijd eensgezind geweest met Soedan, als
het ging om vrijheid en onafhankelijkheid,
zo wordt gezegd. Volgens radio-Caïro
heeft de Egyptische regering dit besluit
genomen na kennisneming van brieven
van Soedanese partijen en verenigingen,
die Egypte verzochten geen gelegenheid
te scheppen, waarvan men in „imperialis
tische kringen" gebruik zou kunnen maken.
Berichten over troepenconcentraties zijn
in Cairo tegengesproken.
KHARTOEM (Reuter) - De politieke par
tijen. vgp Soedan, die de verkiezingsstrijd
tijdelijk hebben gestaakt, bespraken giste
ren de mogelijkheid van een gesloten front
om de Egyptische aanspraken te bestrijden.
De Soedanezen in Khartoem en andere
plaatsen van het land namen de portretten
van Nasser weg, die in de café's en open
bare gebouwen hingen.
Premier Khalil van Soedan zal opnieuw
bij de Egyptische regering protesteren,
ditmaal over het verzuim van de Egypti
sche regering hem officieel in kennis te
stellen van haar besluit het grensgeschil
tussen beide landen te laten rusten tot na
de algemene verkiezingen in Soedan.
ADVERTENTIE
'S. -~l?
V-
JL
NEW YORK (Reuter) De Veiligheids
raad heeft er bij Egypte en Soedan op
aangedrongen de toestand in hun grensge
bieden te laten zoals hy Is, in afwachting
van een hervatting van de onderhande
lingen ter regeling van het geschil over
25.000 vierkante kilometer grondgebied.
De raad, die op dringend verzoek van Soe
dan was bijeengekomen, heeft zich nog
geen anderhalf uur met deze zaak bezig
gehouden en geen besluit genomen over
de juridische aspecten. Egypte had tevoren
laten weten, dat het besloten had de re
geling van de grenskwestie uit te stellen
tot na de verkiezingen in Soedan. (Het
geen Soedan had voorgesteld, maar door
Egypte was verworpen). De zaak blyft op
de agenda van de raad en deze zal zo
nodig opnieuw bijeenkomen. Secretaris
generaal Hammarskjoeld heeft beide par
tijen verzocht zich te onthouden van han
delingen die de spanning zouden kunnen
vergroten.
De besprekingen van de raad werden
bijgewoond door de permanente UNO-
vertegenwoordigers van Soedan en Egyp
te. Jakoeb Osman en Omar Loefti. Beiden
drukten elkander, voor het begin der bij
eenkomst, de hand en glimlachten, terwijl
de persfotografen foto's namen.
Dankbaar
Osman verklaarde dat zijn regering al
les in het werk had gesteld om een klacht
bij de Veiligheidsraad te vermijden. „Wij
hebben onze Egyptische broeders immer de
vriendschapshand geboden en wij zullen
altijd dankbaar blijven voor het goede,
dat zij jegens ons hebben gedaan. Doch
Iaat niemand zich vergissen: het Soeda
nese volk heeft altijd voor zijn vrijheid,
rechten en onafhankelijkheid gestreden".
„Toen mijn regering vernam, dat Egyp
tische troepen onderweg waren naar
Noord-Soedan, werd de Egyptische am
bassadeur gevraagd of dit juist was. Zijn
anhyoord was dat hij dit „hoogst waar
schijnlijk" achtte. De Soedanese vertegen
woordiger besloot met te zeggen dat Egyp
tische grenswachten zich naar het bewus
te gebied hadden begeven, ook al werd
dit door Egypte ontkend.
Loefti verklaarde het te betreuren voor
de Veiligheidsraad een uiteenzetting te
moeten geven van het standpunt van
Egypte aangaande de Soedanese klacht.
„Wij kunnen het slechts betreuren, dat
Soedan zo haastig heeft besloten deze
kwestie,,.aan de Veiligheidsraad voor te
leggen. Déze beweerde Egyptische troe-
oenconcentraties hebben niet plaats ge
had", zo verklaarde hij. „Er waren slechts
enkele grenswachten ter handhaving van
orde en rust. Er waren wel Soedanese
troepen in het gebied en zij hebben zich
meester gemaakt van een Egyptische ri
vierboot". aldus de Egyptische vertegen
woordiger.
Ambassadeur. De heer H. Hagenaar,
ambtenaar van de buitenlandse dienst der
3de klasse, is benoemd tot ambassadeur in
de Turkse republiek.
(Van onze correspondent in Londen)
Sir Winstons artsen verklaren in hun
jongste bulletin dat zijn toestand een „zeer
definitieve verbetering" toont. Er zijn te
kenen dat de longontsteking afneemt. Na
een goede nacht voelt hij zich veel beter
en zijn vooruitgang is tot nu toe bevre
digend. Vanmiddag zou er weer een bul
letin verschijnen.
Volgens Sir Winstons secretaris verkeert
de patiënt in uitstekende stemming. Ook
koningin Elizabeth heeft laten informeren
naar Sir Winstons toestand. Haar lijfarts,
Lord Evans, en zijn echtgenote zijn uit
Londen in Nice aangekomen voor een tien
daagse vakantie in Monte Carlo. Lord
Evans zei dat hij niet gekomen is om Sir
Winston te behandelen. Hij zal een be
leefdheidsbezoek bij de Churchills afleg
gen.
Brieven en telegrammen met de beste
wensen voor zijn herstel stromen uit de
hele wereld binnen. President Eisenho
wer zond Churchill een telegram waarin
hij zegt dat hij en zijn echtgenote zich
verheugen over het bezoek, dat Sir Win
ston van plan is in april aan Washington
te brengen.
ST. JOHNS (Reuter) Een Constel
lation van de Amerikaanse marine is aan
zienlijk over tijd. Zij had in Newfound
land van een viucht over de Azoren moe
ten terugkeren. Vijftig vliegtuigen nemen
deel aan de opsporingsactie. Het vliegtuig,
dat 23 mensen aan boord had, was op
een patrouillevlucht.
Vliegboot vergaan
SOEVA FIDJI (Reuter) Aan boord
van een Franse Catalina vliegboot heeft
zich een ontploffing voorgedaan tijdens
de landing op het eiland Raiatea bij Ta
hiti. De vijftien inzittenden, onder wie
twaalf passagiers zijn om het leven ge
komen. Tot nu toe heeft men vier lijken
kunnen bergen.
Men zal zich wellicht herinneren, dat
de stichting „Kunstmaand-Orkest" in de
periode van half mei tot half juni in de
Stadsschouwburg en., in Theater Carré
enige opvoeringen gaf van de komische
opera „De vrolijke Vrouwtjes van Windsor"
van Otto Nicolaï prestaties, die onder
leiding van dirigent en regisseur Hans
Lichtenstein een niet alledaags succes zijn
geworden. De relatie met deze handige
vakman op het gebied der opera heeft
er toe geleid, dat het Kunstmaand-Orkest
een van zijn winterconcerten aan opera
muziek wijdde, dat voor een groot deel
een herinnering bood aan de opvoeringen
van het zomerseizoen. Immers Lichtenstein
beschikte deze vrijdagavond weer over vijf
van de vocalisten, die de „Vrolijke Vrouw
tjes" tot een succes hielpen maken en dit
nu met enkele nummers, in concertvorm
uitgevoerd, wisten te bestendigen.
Het was een lust Annette de la Bije te
beluisteren in een glasheldere en gevoelige
aria uit het werk van Nicolaï en haar in
een mooi uitgebalanceerd duet met de zich
opvallend mooi ontwikkelende jonge tenor
Arjan Blanken te horen. Het door de
bas Guus Hoekman allergeestigst gezon
gen drinklied riep zijn prachtige creatie
van de Falstaff-figuur weer te binnen en
zijn trio met Annette de la Bije en Laura
Cormonte was een geraffineerd staaltje
van een operascène. Het was allemaal
delikaat uitgewerkt en Lichtenstein wist
het aandeel van het orkest keurig aan te
passen bij de vocale prestaties. Bovendien
kreeg het publiek een petillante verklan
king te horen van de frisse ouverture van
het werk.
Met dat alles was de tweede helft van
de avond gevuld. Doch een operaconcert
zonder een paar nummers van Verdi zou
bezwaarlijk met dit soort uitvoeringen te
rijmen zijn. Aan de traditie werd aldus
voldaan in het eerste deel van het pro
gramma met een aria uit „Ernani" glan
zend door de sopraan Laura Cormonte
gezongen. Het kwartet uit „Rigoletto"
mocht uiteraard ook niet ontbreken. Uit
gevoerd met de vocalisten Annette de la
Bije, Gré Donker, Arjan Blanken en Guus
ADVERTENTIE
Nu
tïid voor
jf
Wat een verschil, als nieuwe Aristo gordijnstoffen
uw hele kamer een ander „gezicht" geven.
Vraag uw woninginrichter
naar ARISTO GORDIJNSTOFFEN
Met g«x»nriebewijj
voor kleurechtheid.
De regering regeert, het parlement con
troleert en heeft voorts een belangrijk
aandeel in de wetgeving, maar het hééft
zich te hoeden voor „meeregeren". Deze
leuze wordt, zelfs heden ten dage, nog wel
eens aangeheven om te waarschuwen te
gen wat deze of gene als mogelijk te ver
gaande parlementaire bemoeiing met de
zaken van de regering ziet. Toch is het niet
meer zo, gelijk eertijds, dat bijvoorbeeld
met betrekking tot het buitenlandse beleid
de opvatting overheerst, dat de Volksver
tegenwoordiging dit geheel en al heeft
over te laten aan de uitvoerende macht.
Trouwens, tot de controlerende bevoegd
heid van de volksvertegenwoordiging be
hoort zeker ook, dat zij niet alleen nagaat
of het gevoerde beleid wel juist is, maar
dat zij tevens terdege het recht en even
tueel bovendien de plicht heeft, haar waar
schuwende stem te laten horen, als zij
vreest, dat de regering wellicht op het punt
zou staan een onverantwoorde weg in te
slaan. Natuurlijk rust in de eerste plaats
op de regering de taak om zich, wanneer
daartoe aanleiding bestaat, met interna
tionale onderhandelingen bezig te houden.
Zij wijst daarvoor één of meer onderhan
delaars aan en het ligt voor de hand,
dat het parlement zich dient te onthouden
van een neiging om mee aan de onderhan
delingstafel plaats te nemen. Wanneer het
echter gegronde redenen aanwezig acht
om te duchten, dat er bij bepaalde onder
handelingen iets zou worden ondernomen
dat strijdig met 's lands belang schijnt,
dan gaat het zijn boekje geenszins te bui
ten als het dienomtrent de verantwoorde
lijke minister aan de tand voelt. Vandaar,
dat de afgevaardigden, die deze week tij
dens de behandeling van de begroting van
Verkeer en Waterstaat aan minister Alge-
ra gevraagd hebben, of er iets van waar
is, dat er een plan zou bestaan om, als on
derdeel van met de West-Duitse Bondsre
publiek tot stand te brengen regelingen
omtrent een aanlal strijdpunten, onzer
zijds afstand van zekere rechtsaanspra
ken in verband met de Rijnvaart-Acte te
doen, zeer juist gehandeld hebben. Het
scheen immers heel goed denkbaar, dat
bij de daarover lopende onderhandelingen
van Duitse zijde getracht zou worden (of
was?) Nederland er toe te bewegen, bij
voorbaat afstand te doen van het recht on
ze Oostelijke buren eventueel voor het In
ternationaal Gerechtshof te dagen wegens
schending van onze uit de Rijnvaart-Acte
voortvloeiende rechten. Voor zover in een
of ander Duits brein het voornemen be
staan mocht hebben onze onderhandelaars
te bewegen tot een toezegging als hier be
doeld, zal nu wel duidelijk zijn geworden,
dat men daarmee waarlijk niet hoeft aan
te komen. Onomwonden toch heeft de mi
nister van Verkeer en Waterstaat, mede
namens zijn ambtgenoot van Buitenlandse
Zaken, aan de Kamer de verzekering ge
geven, dat er van iets dergelijks helemaal
geen sprake is noch zal zijn. Mij dunkt, de
Tweede Kamer heeft er een goed werk
mee gedaan een dergelijke verklaring op
dit ogenblik uit te lokken, want thans zal
men in Bonn wel meer dan ooit beseffen,
dat de Nederlandse Regering er niet aan
denkt tot zulk een afstand van rechten
over te gaan.
Gevoelig verlies
Nu mevrouw Fortanier-de Wit haar ont
slag als lid van de Tweede Kamer heeft ge
nomen, aangezien zij het ogenblik aange
broken acht, waarop zij naast haar taak in
het huisgezin niet meer ten volle die van
Kamerlid kan vervullen, betekent dit
waarlijk niet alleen voor haar partij, de
V.V.D., maar in niet mindere mate voor
de Kamer een groot verlies. Bijkans
twaalf jaar lang heeft zij op het Binnenhof
werkelijk voortreffelijk werk gedaan. Zij
bleek daar reeds spoedig een uitstekend
spreekster te zijn, legde er in het debat
een grote mate van slagvaardigheid aan
de dag en wist met even grote elegance
als sportiviteit de parlementaire spelre
gels uitermate vaardig toe te passen. Vrij
wel steeds was het een genot om naar haar
te luisteren. Dit zowel vanwege de geslaag
de vorm, waarin zij hetgeen zij op het hart
had wist in te kleden als op grond van de
bijkans altijd ten volle verantwoorde,
deugdelijke zakelijke inhoud. Begrijpelij
kerwijze genoot zij bij haar medeleden
groot aanzien, gezag en, niet te vergeten
ook, warme sympathie, zulks ook al kon
zij haar tegenstanders vaak flink onder
handen nemen. Maar gelijk als aangestipt,
dat geschiedde steeds op zeer sportieve
wijze. Alles te samen genomen was me
vrouw Fortanier werkelijk een ideaal-par-
lementslid en vandaar, dat men haar no
de in 's lands vergaderzaal zal missen. Ook
degenen, die een zo sterk mogelijke aan
wezigheid van het vrouwelijk element in
de volksvertegenwoordiging nog van spe
ciale waarde achten, zullen het betreuren,
dat nu het aantal vrouwelijke afgevaardig
den met één zal verminderen. Nu ik het
toch over vrouwelijke parlementsleden
heb, meen ik er meteen de aandacht op te
moeten vestigen, dat vijf van de zeven
fracties een of meer vrouwen in haar mid
den tellen. Dit is alleen niet het geval met
de Staatkundig Gereformeerden en met
de Anti-Revolutionairen. Eerstgenoemden
achten het nog steeds uit de boze, de vrouw
een dergelijke plaats in het openbare leven
te doen innemen. Met de Anti-Revolutio
nairen is dat, tenministe in beginsel, niet
meer het geval. Doch het verschijnsel,
dat er nog steeds geen enkel vrouwelijk
Anti-Revolutionair Kamerlid is, moet men
toch zeker beschouwen als een gevolg van
het feit, dat ook die partij tot nog slechts
betrekkelijk kort geleden evenmin als de
Staatkundige Gereformeerden van vrou
welijke leden van vertegenwoordigende li
chamen gediend was.
A. R. en C. H.
In dat opzicht in ieder geval vielen de po
litieke nazaten van dr. A. Kuyper bepaald
conservatief te noemen. Met opzet gewaag
ik hier van Kuyper, omdat hij met name
op het eind van de vorige eeuw overigens
juist meer dan een punt eerder van demo
cratische opvattingen, blijk placht te ge
ven, zo bijvoorbeeld wat het kiesrecht-
vraagstuk aangaat alsook in sociaal op
zicht. Nu er hier en daar weer eens iets
merkbaar is van een streven om tot samen
smelting van Anti-Revolutionairen en
Christelijk-Historischen te komen, moge
ik allereerst, zij het in slechts enkele trek
ken, van de wordingsgescheidenis van de
ze twee partijen gewagen. Aanvankelijk
was er slechts van één partij sprake. Te
weten van die der Anti-Revolutionairen,
die, voorafgegaan door Groen van Prinste-
rer, zich tegen het ongeloof der Franse Re
volutie richtten. Bij hen staat de absolute
souvereiniteit van God, mede dus op het
gebied van de staat, op de voorgrond.
Groen noemde deze richting ook wel
Christelijk-Historisch, omdat zij, zoals
hij dat uitdrukte, haar onwankelbare
steun heeft in Openbaring en geschiedenis.
In 1894 voltrok zich binnen de toenmali-
lige Anti-Revolutionaire gelederen een
splitsing, waardoor naast elkaar kwa
men te staan de, in die tijd, zoals ik al even
aanstipte, in het bijzonder op sociaal ge
bied vrij vooruitstrevende, Anti-Revolutio
nairen en anderzijds de Christelijk-Histo-
rischen. Laatsgenoemden zagen zich door
de Savornin Lohman geleid, die ook wars
van de min of meer onverzoenlijke dwin
gelandij, welke er van Kuyper, de aanvoer
der van de Anti-Revolutionaire partij uit
ging, de partij, die wel werd aangeduid als
„de partij van de kleine luiden", dit dan
in tegenstelling tot de Christelijk-Histori-
schen, van wie het wel heette, dat tot hen
vooral de mannen met de dubbele namen
behoorden.
Thans meer dan vijftig jaar later, is er
heel wat veranderd. Enerzijds gaat het
niet aan, in de Anti-Revolutionairen nog
de partij van de kleine luiden te zien. Aan
de andere kant is er bij de Christelijk-
Historischen in het algemeen niet veel
meer terug te vinden noch yan het aristo
cratische noch van het conservatieve ele
ment, dat daar eens vrij sterk op de voor
grond stond. Tot de tenslotte nog niet van
zulk een gering te achten onderscheid tus
sen de beide partijen behoort, dat bij de
Anti-Revolutionairen de Gereformeerden
de overhand te bezitten, dat die partij in
sterke mate een Calvinistische inslag
heeft, terwijl daarentegen de Christelijk-
Historischen in het algemeen tot de Neder
lands Hervormde Kerk behoren. De aan
het Calvinisme eigen rechtzinnigheid heeft
ontegenzeglijk ook op het politieke den
ken en willen van de Anti-Revolutionairen
een heel sterke invloed. De rechtzinnigheid
ook op staatkundig gebied door de Anti-
Revolutionaire Partij voorgestaan, doet
haar nog altijd in zeer veel opzichten tot
uitgangspunt nemen de door haar onder
streepte tegenstelling naar godsdienstige
onderscheiding, iets waartegen zich juist
het program van beginselen van de Chris-
telijke-Historische Unie keert. Deze ver
werpt de Anti-these.
In Anti-Revolutionaire kring ontbreekt
het vooral bij hen, die onder de indruk zijn
geraakt van de in de laatste jaren door die
partij geleden verliezen, geenszins aan
personen en groepen, welke de hoop koes
teren, dat een samengaan met de Christe-
lijk-Historischen tenslotte tot een vrij
sterke Protestante politieke groepering zou
kunnen leiden. Daarnaast zijn er bij de
Christelijk-Historischen, die eveneens
gaarne die richting ingeslagen zou
den willen zien. Hier en daar zullen de
twee nu met een gemeenschappelijke lijst
aan de Gemeenteraadsverkiezingen deel
nemen. Het valt echter nog zeer te
bezien, of de verwachte resultaten wel be
reikt zullen worden. Dit is vooral ook twij
felachtig, aangezien het wel eens zou kun
nen zijn, dat de voorstanders van een der
gelijke samenwerking toch al te zeer de
werkelijke tegenstellingen onderschatten,
die er bestaan tussen hen, die bereid zijn
Anti-Revolutionair te kiezen en hen, die
meer voor de Christelijk-Historischen
gevoelen. In het bijzonder stemt veel van
een onlangs naar aanleiding van de hier
besproken kwestie verschenen geschrift
„Waarom wij c.h. zijn en blijven" (ge
schrift door een aantal kopstukken van de
C. H. Unie de wereld in gestuurd) tot na
denken. Het is natuurlijk uitermate moei
lijk in dergelijke gevallen precies te voor
spellen, hoe het zal lopen. Daarom zal ik
mij er wel voor wachten, mij hier aan eni
gerlei profetie te wagen. Alleen wil ik tot
besluit wel vermelden, dat, naar mij bleek,
menige vooraanstaande C. H. figuur de
kans niet gering acht, dat indien het straks
inderdaad tot een fusie van Anti-Revolu
tionairen en Christelijk-Historischen zou
komen, de P.v.d.A. ener-, de V.V.D.
anderzijds de lachende derde zouden wor
den, die er zijde bij zouden spinnen 1
Dr. E. van Raalte
Hoekman, miste dit stuk in de tamelijk
galmende ruimte van de slechts matig
bezette grote zaal van het Amsterdamse
Concertgebouw, door een tekort aan klank-
evenwicht het intrinsieke effect van deze
prachtige compositie. Een betere indruk
wist Arjan Blanken te wekken met de
grote aria uit „Jevgenji Onjégin" van
Tsjaikofsky.
Met de ouverture „De Kalief van Bagdad"
van Boieldieu en een balletfragment uit
„Snegoeroksjka" van Rimsky-Korsakov
toonde Hans Lichtenstein zijn pittige mu
zikaliteit en zijn vaardigheid in het
leiden van het orkest, dat zich in deze
stukken van zijn beste zijde deed kennen.
Jos. de Klerk
LONDEN, (AFP) Reuter Een com
missie van onderzoek van de Socialisti
sche Internationale, die opdracht kreeg
een rapport op te maken over de toestand
in Algerije, zegt in haar verslag dat vele
mohammedanen in Algerije een afwach
tende houding lijken aan te nemen om te
zien welke van beide partijen zal winnen.
De commissie stelde onder leiding van de
Noor Sanness ter plaatse in december een
onderzoek van acht dagen in. De beide an
dere leden van de commissie waren een
Belg en een Brit.
„De overgrote meerderheid van de
Europese bevolking hoopt op een voortdu
ren van de Franse soevereiniteit. De com
munisten, die op het ogenblik de nationa
listische eis tot zelfbestuur steunen, zou
den snel hun houding veranderen, indien
Moskou zulks eiste. Onder de Europeanen
bestaat een extremistische richting die
vastbesloten is zo mogelijk de economi
sche en sociale voorrechten van de Euro
peanen te behouden en die gekant is tegen
elke concessie aan de mohammedaanse
meerderheid. Het lijkt dat de meerderheid
van de Europese bevolking niet openlijk
dit extremistische standpunt, noch dat
van de Franse socialistische partij deelt",
aldus de rapporteurs, die eraan toevoegen
dat de tijdsomstandigheden niet toelieten
ook representatieve voorbeelden van de
onder de mohammedaanse bevolking ver
spreide meningen te verzamelen. Bij ver
scheidene gelegenheden werd de leden van
de commissie verteld dat vele moslems in
het geheim de opstandelingen financieel
steunen. Onder hen bevinden zich naar de
mening van de commissie waarschijnlijk
veel mohammedaanse departementale
functionarissen en gemeenteraadsleden
van plaatsen in Algerije.
Over het nieuwe Franse sociale pro
gramma voor Algerije zegt het rapport:
„De meeste hervormingen zijn reeds lang
verouderd". De schattingen over de mili
taire sterkte van de Franse troepen ver
schilden aanzienlijk, maar men lijkt vei
lig te mogen aannemen dat tenminste een
half miljoen soldaten in de strijd tegen
de opstandelingen betrokken zijn. Een
woordvoerder van de opstandelingenorga
nisatie F.L.N. had de commissie verteld
dat zijn organisatie honderdduizend man
georganiseerde en geüniformeerde troe
pen in Algerije heeft, welk aantal dage
lijks groeit.
De Franse minister van Nationale Op
voeding, die ook de schone kunsten be
hartigt. heeft bekendgemaakt, dat de twee
staatstheaters voor muziek en dans, de
Opéra en de Opéra Comique, hun deuren
voor onbepaalde tijd zullen sluiten. Al ge
ruime tijd was er een hardnekkig looncon-
flict gaande, waai aan de minister nu een
einde heeft gemaakt door de stakers on
der het artistieke en technische personeel
te ontslaan. Het is nog niet bekend hoe de
minister de opengevallen plaatsen weer
hoopt aan te kunnen vullen en dientenge
volge evenmin hoe lang het Parijse pu
bliek van operavoorstellingen verstoken
zal moeten blijven.
Het zojuist verschenen jaarverslag van
de VARA over 1957, dat tal van kwesties
op het gebied van radio en televisie be
handelt, houdt zich onder meer bezig met
de studiobouw. De technische vleugel, de
eerste bouwfase van de nieuwe VARA-
studio, zal in de loop van 1958 voor een
deel in gebruik kunnen worden genomen.
Ook al om te voorkomen, dat enkele tien
duizenden guldens onnodif moeten wor
den uitgegeven, hoopt de VARA, dat de
tweede bouwfase zonder onderbreking op
de eerste zal kunnen aansluiten.
Het ledental van de VARA maakte een
snelle groei door: van 420.810 leden-abon
nees op 1 januari tot 456.146 op 31 decem
ber. De VARA sloot 1957 dus af met een
netto-vooruitgang van 35.336 leden-abon
nees. Bovendien zijn er nog 829 leden zon
der abonnement. De naam Vereniging van
Arbeiders Radio-Amateurs is veranderd in
„Omroepvereniging VARA", omdat het ra-
dio-amateurisme reeds sinds jaren geen
rol meer speelt in de activiteiten der ver-
eniging._
In 1957 zond de televisie uit gedurende
738 uur en 41 minuten. Daarvan zonden
de omroepverenigingen 59.96 percent uit
en de NTS 40.04 percent. Het aantal ge
registreerde televisietoestellen steeg in
1957 van 99.466 tot 239.018. Hoewel deze
groei zeker niet onbevredigend is, stellen
de samenstellers van het verslag toch vast,
dat de te beperkte opzet, waarmee in 1951
met de televisie een aanvang werd ge
maakt, zich nog steeds wreekt. De studio
ruimte en de technische hulpmiddelen zijn
nog te gering, de voor de programma's be
schikbare bedragen nog te laag, een deel
van het land is nog steeds niet voor tele
visie bereikbaar.