n<
parels van net parlement
Naar Rome
Professor Uil
SERIE I RONDE
Clandestiene jazz
STAND:
Twee versjes van Joke
ZATERDAG 1 MAART 1958
Erbij
PAGINA ZES
REGLEMENT
BEOORDELING
p
A
T
I
E N
T
E
N
R
E
G
I
S
T
R
A
T
I
E
6
1
7
2
3 4
7
3
4
5
3
8
2
9
7
5
1
7
2
3
TOTAAL AANTAL PUNTEN -*
«- (VORIGE RONDEN)
DE OPGAVE
Ronde
Serie
1
2
3
4
AAN DE KOP
A
B
C
D
HAMAI» t,<tM I«A 4- n n KIaima
Meneer Bijkema geeft
tekenles - en hoe!
TEKST VAN LIZZY SARA MAY TEKENINGEN VAN FIEP WESTENDORP
Naam inzender
1. De wedstrijd bestaat uit vier ronden per serie.
Iedere week begint een nieuwe serie.
2. Uit de letters van het gegeven woord dienen
nieuwe woorden van negen of minder letters
te worden samengesteld, waarbij zelfstandige
delen van het gegeven woord niet ongewijzigd
mogen worden gebruikt
3 Men mag de letters van het gegeven woord
in willekeurig aantal gebruiken.
4. Het aantal punten voor ieder gevonden woord,
ontstaande uit de samentelling van de pun-
tenwaarde der letters, moet achter ieder woord
worden ingevuld, evenals het totaal aantal pun
ten der vier gevonden woorden gezamenlijk.
5. Geldig zijn: Nederlandse woorden of samen
stellingen en gangbare woorden of samenstel
lingen van buitenlandse oorsprong, voor zover
zij voorkomen in Van Dale's Groot Woorden
boek nieuwe spelling. Niet geldig zijn: voor
namen, familienamen, aardrijkskundige namen,
merknamen, Latijnse vormen, afkortingen. De
ij is één letter en mag ook als y worden ge
bruikt De ei geldt voor twee letters.
6. Inzendingen per briefkaart met duidelijke in
vulling in bloklet.ters en aanduiding van serie
en ronde voor dinsdagavond 24 uur aan een
van onze bureaus: Haarlem, Grote Houtstraat
93 of Soendaplein, IJmuiden: Lange Nieuw- voor:
straat 427. Elke ronde moet iedere week wor
den ingezonden, dus niet worden opgespaard
tot vier van een gehele serie.
7. De premie van de winnaar wordt berekend
naar het aantal punten, dat hij heeft verzameld
over vier ronden van de betreffende serie. Hij
ontvangt één gulden per twintig verzamelde
punten.
8. Men kan aan iedere nieuwe serie meedoen, ook
al is men deelnemer aan de lopende series.
Men moet echter voor iedere ronde van iedere
serie een afzonderlijk diagram invullen en dui
delijk aangeven, voor welke ronde en welke
serie het betreffende diagram gelden moet.
Men kan desgewenst inzenden op nagetekende
diagrammen.
VANDAAG BEGINT serie C met haar
eerste ronde, serie B gaat de tweede ronde
in en serie A de derde. Talrijke deelne
mers zijn in de „running" gebleven in
serie A. een overweldigend aantal is in
serie B van start gegaan en zeer vele
deelnemers hebben zich in beide series
tegelijk gestort. Nog steeds blijkt de tech
niek van onze puzzelrace enige misver
standen te wekken. Er wordt gezondigd
tegen het voorschrift, dat voor iedere ronde
van iedere serie een apart diagram moet
worden ingezonden. Diagrammen die het
opschrift dragen: „Serie A ronde 2, serie
B ronde 1" zijn beslist ongeldig. Wil men
als deelnemer in serie A ook aan serie B
deelnemen, dan moet men een apart dia
gram invullen, waarbij het gebruiken van
dezelfde woorden uiteraard is toegestaan.
De jury heeft ook deze week weer ver
scheidene spitsvondig geconstrueerd0
woorden als ongebruikelijk of niet voor
komend in Van Dale's Groot Woordenboek
moeten afkeuren, hoezeer het haar ook
ter harte gaat. De beslissing is vaak moei
lijk, zoals bijvoorbeeld vorige week bij
het beruchte woord „fruittest". Natuurlijk
is een fruittest een bekend gebruiksvoor
werp en velen gebruiken zowel het woord
als het voorwerp geregeld. Zelfs staat het
in bepaalde Nederlandse woordenboeken.
Doch het komt niét voor in Van Dale en
aan die bepaling moet de jury zich hou
den, aangezien er een bepaalde grens moet
worden getrokken. Wanneer Van Dale
wél het woord „test" zou hebben aange
geven als een aanvaardbaar Nederlands
woord in de betekenis, waarin het als een
test voor fruit kon worden aangeduid, dan
nóg zou de jury over het hart hebben
gestreken. Doch aangezien de volksmond
(en dan nog speciaal de Zuidnederlandse)
het ten onrechte als een fruitschaal aan
duidt, terwijl het een aardewerken schaal
is die voor allerlei andere doeleinden
wordt gebruikt, kon de jury niet anders
dan met bloedend hart de fruittest aan
scherven gooien
In ieder geval blijkt hieruit, hoe con
sciëntieus de beoordeling geschiedt en wij
rekenen erop dat de sportiviteit van onze
„Derby"-renners dergelijke teleurstellingen
en pech zal weten te overwinnen. Vol
goede moed de zweep erover, naar de
eindstreep!
Voor serie A, tweede ronde en serie B,
eerste ronde werden onder meer de vol
gende woorden afgekeurd: huishummus,
In het in de Russische hoofdstad ver
schijnende „Moskouse Avondblad" heeft
Ruslands vooraanstaande toondichter Va-
no Moeradeli dezer dagen geschreven, dat
in de Sovjet Unie grammofoonplaten van
eigen makelij met uitheemse jazz en ande
re „onbehoorlijke" muziek erop, zwart
worden verhandeld. De componist criti-
seerde scherp de Russische grammofoon
platenindustrie voor het tekort aan goede
serieuze en dansmuziek. Dat tekort wordt
volgens Moeradeli door bepaalde lieden
uitgebuit om zwarte handel te bedrijven
met platen van eigen makelij, waarop
uitheemse jazz is opgenomen. Voorts
gooien deze knoeiers, volgens Moeradeli
platen op de markt voor mensen met „op
pervlakkige smaak" waarop nummers
voorkomen met „dubbelzinnige en inde
cente teksten". Waar dergelijke grammo
foonplaten in de Sovjet-Unie worden gefa
briceerd liet de componist in het midden,
naar het is mogelijk, dat de muziek er
voor wordt afgetapt van korte golfuitzen-
d:-
huissmous, mummimom, monqgamia, som-
gommer, hommeroor (heeft een kreeft
oren?), mosgemors, humusnorm en humus-
mos (afgekeurd na informatie bij de Land
bouwhogeschool in Wageningen), ooms
humor, smoushoon, museumurn, museum
hor, museummug (een museumkever be
staat wel).
IN SERIE A zijn momenteel twee kop
lopers, die zij aan zij naar de derde ronde
stormen. Het zijn de heer L. Klerks uit
Haarlem en de heer W. Tol uit IJmuiden.
Zij hebben beiden in totaal over twee
ronden 536 punten verzameld. Hun woor
den in de tweede ronde waren: Messrooms,
humusarms, huursomma, gummimuis, mor-
moonse, summarium, roomhoorn.
In serie B loopt een vrouwelijke deel
nemer voorop, namelijk mevrouw J. Schou
ten-van Nes, die 279 punten heeft behaald
met de woorden: Huursomma, messrooms,
humusarms en gummimuis. Men zie de
standenlijst hiernaast. Daar treft men
tevens aan de nieuwe opgave, geldend
Serie A ronde 3; Serie B ronde 2; Serie
C ronde I.
270
536
L. Klerks, Haarlem
W. C. v. Tol, IJmuiden
279
Mevr. J. Schouten-v. Nes.
Haarlem
Het lijkt wel of er storm op til is, zei
meneer Bijkema en hij schudde een beetje
mismoedig zijn grote hoofd, zodat zijn
lange haren voor zijn ogen vielen. Wat
mankeert jullie in 's hemelsnaam! Is het
zo moeilijk je aandacht op wat krijt en
potloden te bepalen?
Hij keek de klas rond en streek daarbij
met een gewoontegebaar de haren weer
uit de ogen. Hij had groot gelijk met wat
hij beweerde. De klas zat onrustig te
draaien en te fluisteren en het leek wel
of niemand zin in tekenen had. En dat,
terwijl dit toch een van de lessen was,
waar vrijwel iedereen plezier in had. Zelfs
Jaap, anders een groot enthousiasteling
van tekenwerk en schilderkunst, zat op
z'n potlood te kauwen en keek het raam
uit.
Jaap! riep meneer Bijkema nu met een
stentorstem. Hé, jongen, slaap je?
Jaap schrok op en kreeg een kleur als
vuur.
Nee meneer, antwoordde hij.
Je zou zo denken...., zei meneer Bij
kema. Laat eens kijken wat je er van ge
maakt hebt.
Jaap nam zijn tekenvel op en liep er mee
naar het tafeltje waarop meneer was
neergestreken.
Da's niet veel soeps Jaap, zei de leraar.
Vertel jij me nu eens wat er met jullie
aan de hand is.
Verlegen keek Jaap de klas rond en haal
de zijn schouders op.
Niks, zei hij.
Ah, zei meneer Bijkema, terwijl hij een
gezicht trok alsof hij de grootste ontdek
king van deze eeuw had gedaan: het voor
jaar. De lammetjes komen weer in de
wei.... Dat is het! ga maar weer zitten.
Laten we maar lammetjes gaan teke
nen, stelde Marjan gichelend voor.
Wel ja, zei Meneer. Draai je tekenvel
maar om en teken lammetjes. Misschien
heeft dat een kalmerende uitwerking op
jullie, zoiets als schaapjes tellen voor het
slapen gaan, als je maar niet in slaap
valt.
Iedereen draaide zijn tekenvel om en be
gon vol inspanning aan de lammetjes.
Merkwaardig, dacht Ivo, zoals meneer Bij
kema altijd weet hoe hij de zaak moet
aanpakken. Al zijn we nog zo vervelend,
wat in zijn les niet vaak gebeurt hij
weet er altijd wel iets op te vinden. Een
meesterlijke vent eigenlijk. Alleen jam
mer voor mij. dat ik geen lammetjes kan
tekenen. Hoe ziet zo'n beest er in vredes
naam uit. Iets met bokkepoten, een lam
n"t bokkepotenNee-, dat kan niet.
Wat een geluk dat het woensdag is. Van
middag tenminste vrij. Misschien kan
Jaap plaatjes bij me komen luisteren. Die
nieuwe Armstrong.... Wat hebben we
voor huiswerk
Nou Ivo, hoorde hij plotseling boven
zich, als je dat een lam noemtnoem
ik jou een ezel. Wat is dat voor een
ding
De hele klas schoot als één man in de
lach en keerde zich naar Ivo.
Laten we zeggen, vervolgde meneer
Bijkema, dat je op eigen houtje de non-
figuratieve schilderkunst hebt uitge
vonden.
Wat is dat, meneer? vroeg Ivo prompt.
Wat is non-figuratieve schilderkunst?
Welja, zei meneer Bijkema, da's eigen
lijk meteen een mooie gelegenheid om jul
lie daar iets over te vertellen.
Hij pakte de tekening van Ivo en hield
die omhoog zodat iedereen haar goed zien
kon.
Wie vertelt me, begon hij, wat dit is?
Gelach, gepraat en geschuifel was het
antwoord. Maar daar boven uit kwam Jos'
stem: Het zwarte schaap, meneer!
Stilte, riep meneer Bijkema nu. Zijn
gezicht stond plotseling heel ernstig. Laat
het geachte parlement eens even ernstig
zijn!
Het was opeens wonderlijk stil in de klas.
Er ontstond een soort gespannen aan
dacht, die meneer Bijkema te allen tijde
in zijn klassen wist op te wekken, alsof
hij een grote tovenaar was die alleen met
zijn ogen de mensen in bedwang wist te
houden.
Het is natuurlijk helemaal geen kunst
om te lachen of om iets belachelijk te ma
ken, vervolgde hij. Daarom heb ik dit ook
niet als voorbeeld gekozen. Want ik heb
zo'n klein idee in mijn achterhoofd, dat
jullie geen van allen iets gemaakt hebt,
dat ook maar een sprankeitje écht lijkt
op een lam. En dat kan ook niet anders.
Iedereen maakt dat, wat hij zich van een
lam voorstelt en ieders voorstelling van
het lam is weer anders. Zomin er twee
precies dezelfde mensen bestaan, zijn er
twee precies dezelfde tekeningen van het
zelfde onderwerp. En dan komt er in dit
geval nog iets anders bij, dat ik echter
best wil verwaarlozen: niet ieder van jul
lie is in staat datgene te tekenen of te
schilderen, wat hij in zijn hoofd lieeft.. Da's
voor een echte kunstenaar al moeilijk,
laat staan voor een stel leerlingen. Maar
laten we eens veronderstellen dat
iedereen hier kan maken wat hij in ge
dachten voor zich ziet, wat gebeurt er
dan? Wel, twintig jongens en meisjes,
maken twintig verschillende lammetjes,
variërend van naturalistisch tot non-figu
ratief. En dan hoef je de betekenis van de
woorden niet eens te kennen, want dat is
alleen maar een etiketje dat je op de ver
schillende manieren van tekenen of schil
deren plakt. En nu heb ik ons parlements
lid, de heer Ivo de Winter, wel met zijn
kunstwerk geplaagd, maar dat is natuur
lijk helemaal fout. Meneer De Winter,
mijn welgemeende excuses....
Meneer Bijkema legde zijn hand op zijn
hart en boog met ernstig gezicht, waarin
zijn ogen ironisch tintelden, voor Ivo.
Ivo lachte maar zo'n beetje terug als ant
woord en streek zich wat verlegen over de
donkere, glad naar achteren gekamde ha
ren. Gare vent, die Bijkema
Goed, hernam meneer Bijkema, maar
om nu op ons uitgangspunt terug te keren:
wie kan me vertellen hoeveel richtingen
of laten we liever zeggen, welke rich
tingen er de laatste em zestig,
tachtig jaar in de schilderkunst geweest
zijn. Jij, Jaap!
Het impressionisme, begon Jaap luk
raak.
Goed, knikte Meneer, verder?
Hetehkubisme, vervolgde
Jaap, het expressionismeDaarna keek
hij hulpeloos om zich heen.
Mooi, zei Meneer, dat zij er drie. Wie
weet er nog meer? Jij Marjan?
Hij kneep zijn ogen half dicht als een kat.
Iedereen kon zien dat hij dacht: „Ik ben
benieuwd wat er nu te voorschijn
komt
Het surrealisme, antwoordde Marjan
zoekend, dan de non-figuratieven, zoals u
zelf gezegd heeften
Stop maar Marjan, zei Meneer, mooi.
Weet je een voorbeeld van surrealisme te
geven. Ik bedoel, weet je een schilder?
Dali, antwoordde Marjan direct. We
hebben thuis een ontzettend gek boek van
hem, maar ik vind hem eigenlijk een
beetje eng.
Gek of eng, Marjan, die Salvador Dali
is een volkomen surrealist. Maar ik kan
me best voorstellen dat jij zo over hem
oordeelt. Goed, laten we nu maar eens
gaan resumeren, zoals een bekende radio
figuur dat altijd zegt. We hebben dus: 1
het impressionisme, 2 het expressionisme.
3 het kubisme. 4 het surrealisme en 5 de
non-figuratieve schilderkunst in tegenstel
ling tot de figuratieve schilderkunst. Er
zijn nog wel meer richtingen, doch laten
we het voorlopig hier maar bij houden.
Maar nu weten jullie natuurlijk nog niets
en daarom zou ik het geachte parlement
de volgende opdracht willen verstrek
ken
Meneer Bijkema onderbrak zichzelf even
om op zijn horloge te kijken.
De opdracht luidt, vervolgde hij dan: maak
je lammetje (huis af zoals je net in je
hoofd hebt. dus zonder voorbeeld. En pro
beer in boeken of platen iets te vinden dat
als voorbeeld kan dienen voor een van de
richtingen die ik in dit uur besproken heb.
In de volgende les gaan we aan de hand
van het materiaal dat jullie meebrengen
het een en ander vergelijken. Wie weet,
welke aardige excursie het uitgangspunt
„lam" oplevert naar het een of andere
moderne museum.... Geacht parlement,
ik heb de eer u te groeten. En met grote
passen beende meneer Bijkema de klas uit.
(Wordt volgende week vervolgd)
Lx
„Ziezo", zei de kleine vogel, „ik heb
het gevonden. I-Iier in de hoogste top
van de boom bouw ik mijn nest. Het
is het laatste plekje wat er te krijgen
is, maar ook het mooiste".
„Hola", zei de grote vogel die zag
wat de kleine vogel deed. „Daar komt
niets van in. Ik ben de grote vogel.
Ik krijg het mooiste nest, ook al is het
het laatste".
„Zie je", dacht de kleine vogel ter
wijl hij wegvluchtte voor de snavel van
de grote vogel, „zo gaat het nou altijd.
De groten zijn de baas. Wat moet ik
beginnen?"
Hij zocht een hele dag en een hele
nacht naar een ander plekje, maar nee,
nergens was meer iets te vinden. De
kleine bomen, waar zijn familie in
woonde bogen al door van de nesten en
de grote bomen vonden hem niet groot
en deftig genoeg om een nest in hun
takken te bouwen.
De kleine vogel ontvluchtte het bos.
Waar moest hij anders heen dan naai
de stad? Maar denk niet dat het voor
een kleine vogel zo makkelijk is in de
stad. Hij begon daarom maar laag bij
de grond. Maar kijk, alle heggen waar-
in, hL> zoeht nagr een plekje waren, al
bezet door merels. Brutalere vogels dan
hij 'baulwaen 'in*~cfe vensterbanken en
dakgoten van de mensen. Ook geen
kans. Na twee dagen zoeken ging de
kleine vogel naar de grote toren. Dat
was het laatste plekje waar hij op hoop
te. Maar nog voor hij was neergestre
ken op de grote klok had hij het al ge
zien. De duiven waren ijverig bezig en
er was geen schijntje kans dat ze hem
toe zouden laten. De kleine vogel wist
het niet meer, er vielen twee tranen
op de mantel van de grote klok.
„Wat is dat?" zei de grote klok,
„regent het?"
„Nee", zei de kleine vogel, „dat ben
ik. Ik huil." Hij vertelde de grote klok
zijn hele verhaal, te beginnen met de
grote vogel. De grote klok, die hele
maal niet zo hard was als hij er uit
ziet, werd er zelf treurig van. Hij slik
te en liet toen een zwaar ding dong
geluid horen. En toen hij daar eenmaal
mee begonnen was, kon hij er niet meer
mee ophouden en ding dongde maar
door. Enkel van verdriet.
„Wat is dat?" zei het secuurste man
netje van de stad en hij gooide zijn
raam open. „Wat is dat? De klok luidt
en er is niets aan de hand. Wat ver
schrikkelijk, de klok is van slag".
Hij zag er helemaal wit van, want
het secuurste mannetje kon niets er-
gers bedenken dan niet meer secuur
zijn. Maar toen de klok niet ophield
met dingdongen merkte het secure
mannetje opeens hoe heerlijk de mor
gen was voor zijn open raam. Hij snoof
de lucht, hij keek naar de zon en hoe
wel het helemaal geen uur voor hem
was om een wandeling te maken, be
sloot hij er op uit te gaan. Hij trok zijn
mooie witte handschoenen aan, knoop
te zijn jas dicht, zocht zijn wandelstok
en zette zijn hoed op. Maar die hoed,
wat was er intussen met zijn hoed ge
beurd? Het kleine vogeltje dat door al
het gedingdong van de klok was afge
schud, was door het open raam van het
secure mannetje naar binnengevlogen
en had de hoed ontdekt. „Ziezo", zei het
kleine vogeltje, „nu kunnen ze me nog
meer vertellen. Ik heb een nest gevon
den. Ik zit hier best. Hier blijf ik".
Het kleine vogeltje zat in de hoed
van het secure mannetje toen die de
hoed op zijn hoofd zette. Omdat het
secure mannetje overal kriebels voelde
om het mooie weer, de blauwe lucht en
de frisse wind, merkte hij de kriebels
in zijn hoed niet. Hij stapte door de
morgen en hij maakte een veel grotere
wandeling dan hij ooit gemaakt had.
Hij wandelde naar het bos, met een
fikse stap, zwaaiend met zijn wandel
stok en helemaal vergetend hoe secuur
hij wel was. Hij dacht niet aan zijn
kantoor dat op de minuut open moest,
niet aan zijn pennetjes en potloodjes,
nee, hij liep alleen maar te lachen van
die rare kriebel in zijn voeten en onder
zijn hoed. Hij werd opeens weer jong,
hij werd een kwajongen die alles denkt
te kunnen. Hij keek omhoog naar de bo
men van het bos en zei tegen zich
zelf: „daar kan ik makkelijk inklim
men. Niet in die gewone klimboom
daar, maar in de hoogste". Je gelooft
het misschien niet, maar hij deed het,
mét zijn witte handschoenen, mét zijn
wandelstok die hij halverwege wegslin
gerde tussen de takken en mét zijn
deftige zwarte hoed op het hoofd. -
„Alsjeblieft!" zei hij tegen zichzelf,
toen hij in de top van de allerhoogste
boom van het bos zat, „alsjeblieft, dat
zal geen mens geloven. Ik, het secuur
ste mannetje in de top van de hoogste
boom!" Hij lachte trots, maar opeens
betrok zijn gezicht, want hij vond het
wel jammer dat écht niemand hem ge
loven zou. „Weet je wat?" dacht hij,
„ik hang mijn hoed in de top, dan móe
ten ze me geloven."
„Ziezo", zei de kleine vogel toen het
secure mannetje zijn hoed had opge
hangen en terugklauterde naar de
grond, „ziezo, ik heb het gevonden.
Hier in de hoogste top van de hoogste
boom heb ik mijn nest waar niemand
me uit ver-jagen kan. Wie zou de klei
ne vogel verjagen die een nest van de
mensen heeft gekregen?" „Niemand,"
zei de grote vogel die had toegekeken.
„Niemand," zeiden de deftige bomen.
„Je bent welkom, kleine vogel," zeiden
de andere dieren.
„Zo zie je," zei de kleine vogel ge
lukkig, „nooit opgeven, dan kom je er
wel." En omdat hij dat zei, werd hij
de wijste vogel van het bos bij wie
iedereen raad kwam vragen in de hoed
van het secuurste mannetje.
Mies Bouhuys
Pas de stukjes in elkaar en je weet welk land er in deze puzzel bedoeld wordt.
Een van onze jeugdige lezeressen
loke Jol ink stuurde ons een
paar weken geleden daartoe aan
gespoord door het hoofd van de
school die zij bezoekt, twee versjes,
die zij zelf heeft gemaakt en die wij
zo leuk vinden, dat we ze in de
krant zetten. Lees ze maar. Wie
denkt ook wel zoiets te kunnen laat
maar eens van zich horen.
Een olifantje uit Milaan,
die wou eens met vakantie gaan,
bijvoorbeeld eens naar Rome
maar ja, hoe daar te komen.
Ze dacht er heel diep over na,
en eindelijk toen wist ze 't, ja!
als ze eens ging per vliegmachien,
dat was nog niet zo gek gezien.
Ze wist dat ergens in Milaan
een oude vliegmachien moest staan.
Ze liep de hele stad eens door
en 't resultaat, ze vond hem hoor!
Het ding stond in een oude schuur
en was al jaren lang te huur.
Ze huurde het voor duizend Lire,
en kon nu door het luchtruim zwieren.
Ze trok een vliegerpakje aan
om dadelijk op reis te gaan.
Hoe of het verder is gegaan,
dat weet ik niet, maar ik neem aan
mocht zij nog eens naar Holland gaan
het vast wel in de krant zal staan!
Professor Uil, een zeer wijs heer,
die zei: „Ik doe, ik doe 't niet meer,
ik wil niet altijd gaan voorspellen,
ik wil de dieren niet vertellen,
of 't vandaag soms reeg'nen gaat
of dat er sneeuw te wachten staat".
,,'s Is maar iedere, iedere keer
meneer, wat krijgen we voor weer,
meneer m'n tante is zo ziek,
ze heeft zo'n last van rheumatiek
kruit u even komen kijken?
per postkoets ky.nt u haar bereiken,
zo gaat het heel de dag maar door,
ik doe 't niet meer, 'k bedank ervoor!!"
En juist toen dokter Uil dit zei,
kwam er een kleine honingbij
die z'n pootjes had verbrand,
en smeekte om een stuk verband.
Na het bijtje kwam een mug,
die riep kwaad: „Zeg help eens vlug!
wil je ons zö laten staan
we hebben je toch geen kwaad gedaan?"
En nog geen vijf minuten later
kwam er een grote zwarte kater,
die zo'n pijn had in z'n oor
en een zalfje vroeg daarvoor.
Toen zei de Uil, tegen de kater
„Nou, stil maar beest, hou jij je snater,
schrijf liever in het plaatslijk blad,
Professor Uil, praktijk herval!"