Bedrijfsnieuws in Nederland is niet ongunstig Werkgeversverbonden pleiten voor ruimer exportkrediet Effecten -en Geldmarkt Moet economisch zwaartepunt van ons land verplaatst worden? Twee brieven formule meubelen Een reactie op „Devaluatie KAPITAALMARKT RUIMER Grote beleggers stellen hun eisen De betekenis der Statenverkiezingen 11 één uit vele... Over devaluatie RAPPORT AAN DE REGERING W e derwoord KERKELIJK LEVEN Eerste Kamerleden zien een gevaar-in de daling van de bodem en het rijzen van de zeespiegel Examens ZATERDAG 15 MAART 1958 (Van onze financiële medewerker) DE MENINGEN over de toekomstige ontwikkeling van de rentestand blijven uiteenlopen, maar tot dusver houdt de verruiming op de geld- en kapitaalmarkt aan, zodat de nieuwe 514 percentslening van de Bank voor Nederlandsche Gemeenten, aangeboden 99 pet. een succes is geworden. Dit ondanks het feit dat het beleggersfront, dat zijn de grote institutionele beleggers, waarbij de Rijks fondsen echter niet zijn aangesloten, ditmaal aan de inschrijving niet heeft meegedaan. Het had zich nog wel met de verlaagde rentevoet willen verenigen, maar als compensatie daartegenover had zij de periode, gedurendewelke geen vervroegde aflossing mag plaats vinden, van 10 tot 15 jaar verlengd willen zien. Het is niet zo'n gemakkelijk samenspel tussen de regering en de institutionele beleggers. Aan de ene kant heeft de regering de verzekeringsmaatschappijen in de kaart gespeeld door de fiscale faciliteiten, toegestaan aan hen die lijfrenten sluiten, aan de andere kant heeft zij de institutionele beleggers het vorige jaar min of meer gedwongen een groot deel van de bij hen in 1957 en 1958 vrijkomende middelen voor de woningbouw beschikbaar te stellen tegen een rente, die lager ligt dan thans. De institutionele bejeggers moeten uiteraard de belangen van hun instellingen behartigen, om niet te zeggen die van de spaarders en he.t is dus wel begrijpelijk dat zij zich willen dekken tegen de kans dat bij een dalende rentevoet de thans gesloten leningen vervroegd worden afgelost. De particuliere belegger heeft zich vermoedelijk over het grootste deel van de nieuwe lening ontfermd, nu ook voor de oudere staats- en gemeentelijke fondsen het rendement tot ongeveer 5.3 percent is gedaald. Of het de ruimere kapitaalmarkt is, die deze week tot de betere stemming op de aandelenmarkt heeft bijgedragen, valt moeilijk te zeggen, een feit is dat ditmaal voor tal van fondsen weer hogere no teringen zijn tot stand gekomen. New York werkte mee door een groter optimisme, dat tegen het midden van de week ge voed werd door de verwachting dat de Amerikaanse regering tot belastingver laging zal besluiten, nu er nog steeds be richten over ontslag van personeel zijn en het aantal werklozen tot boven 5 miljoen is gestegen. Aan de andere kant is voor sommige grondstoffen(koper) een licht her stel merkbaar, mede als gevolg van de produkfiebeperking, waartoe de koper maatschappijen hebben besloten. Hoe dit zij, het indexcijfer voor de Amerikaanse industriële aandelen beweegt zich reeds 20 punten boven het laagste niveau van het j lopende jaar. A msterdamse beurs Op de Amsterdamse beurs blijft dit niet zonder invloed, teminder nu ten onzent in vele gevallen de jaarcijfers en dividenden over 1957 meevallen. Deze week heeft de aankondiging van 12 percent in contanten door Van Gelder een goede indruk ge maakt, omdat het vorig jaar van dit percentage 10 percent in aandelen werd betaald en men hierop in deze tijd niet erg gesteld is. Ook de handhaving van het dividend op \2Vz percent door de Rotter- damsche Llóyd en de verhoging van het dividend van 13 tot 14 percent door Van Reeuwijk (meubelfabriek) kwam aan de koersen der betrokken aandelen ten goede. Trouwens de gehele scheepvaartafdeling lag beter. Opvallend is de vaste stemming voor aandelen en converteerbare obligaties Philips, welke deze week tot 263, respec tievelijk 117 percent zijn opgelopen, zijnde respectievelijk 40 en 10 percent meer dan er bij het begin van dit jaar voor werd betaald. De aan het eind van deze maand te verwachten jaarcijfers werpen blijkbaar een schaduw vooruit. Zelfs de Indonesische fondse- Rebben deze week geen slecht ver loop gehad, hoewel de verenigde Deli en De Oostkust hun Europees personeel uit Indonesië hebben teruggeroepen, omdat de beschikkingsmacht aan de maatschap pijen ontnomen is. Overigens verkeert men ook in ons land in afwachting van het resultaat der jongste regeringsmaatregelen tot beteugeling van de werkloosheid, waartoe ongetwijfeld ook de grote militaire orders van de laatste tijd bijdragen. Voor de toenemende Amerikaanse 'belangstelling voor de Neder landse industrie is deze week een nieuw bewijs geleverd door de oprichting van de Cyariamid-Ketjen, waarin de Cyanamid Comp. te New York en de Kon. Zwavel- zuurfabrieken v.h. Ketjen te Amsterdam voor een gelijk bedrag deelnemen. Verzekerden profiteren Om nog even op de gestegen rentestand terug te komen: terwijl de beleggers in net algemeen de laatste tijd daarvan hebben kunnen profiteren, daar immers ook de Spaarbanken de rentevergoeding hebben verhoogd, geldt dit niet van hen, die hun besparingen via de levensverzekerings maatschappijen laten lopen. Wel zijn enige tijd geleden de koopsommen voor de uit kering van kapitaal of lijfrente verlaagd, maar de jaarlijkse premies zijn niet veran derd. De aanmerkelijke stijging van de rente, welke sinds het vorig jaar is inge treden, heeft uiteraard ook de winsten van het levensverzekeringsbedrijf doen stijgen, althans voor zover het de nieuwe belegging en de herbelegging van uit aflossing ver kregen gelden betreft. Terwijl de premie reserve (de contante waarde van de schuld verplichtingen jegens polishouders) wordt berekend op een rentevoet, welke sinds de laatste jaren ongeveer 3 pet. bedraagt (het ligt in de bedoeling dit percentage tot 31/! pet. te verhogen), is de gemiddele rente van de beleggingen bij de levensverzeke ringsmaatschappijen in 1956 reeds tot 3,91 pet gestegen, wat wil zeggen dat de rente marge weinig minder dan 1 pet. bedraagt, waardoor de levensverzekeringsmaatschap pijen in staat worden gesteld naast de pre miereserve, steeds grotere algemene en extra reserves te vormen. Zo heeft de Na tionale bijvoorbeeld in 1957 van haar winst ad f l0'/t miljoen, niet minder dan 8,4 miljoen aan de extra reserve kunnen toe voegen, waardoor naast een kapitaal van 29,8 miljoen, thans 46,7 miljoen aan extra-reserves op de balans voorkomen. Nu dient bij een beoordeling van deze cijfers voorop te staan dat het ook voor de verzekerden een zaak van de grootste be tekenis is, dat ren levensverzekeringsmaat schappij een financiële positie handhaaft welke de risico's van de verzekerden zo gering mogelijk doet zijn, hetgeen wordt verkregen door naast de premiereserve al gemene en extra-reserves in het bedrijf op te bouwen. Voorts moet worden bedacht dat de levensverzekeringsmaatschappijen commerciële ondernemingen zijn, aan wie men het recht om winst te maken niet mag ontzeggen. Toch is men blijkbaar tot de overtuiging gekomen, dat het nu voor de koopsommen en de premies, zomede voor de herbeleg gingen een hogere rente kan worden ge maakt, billijk moet worden geacht ook de verzekerden daarvan enigszins te doen pro fiteren. Vandaar dat een aantal maatschap pijen een nieuwe regeling heeft getroffen voor nieuwe collectieve contracten, welke bedoelt een deel van de beleggingsvoorde len, welke bij een hoge rente te behalen zijn, onmiddeljjk aan de verzekerden ten goede te doen komen. Dit wordt bereikt door een van de rentestand afhankelijke korting toe te passen op de premies, welke in zulke periodes moeten worden betaald. Dit kortingstelsel gaat werken als het wer kelijk rendement van de 2'/j pet. N.W.S. meer dan VA pet. bedraagt. De totale kor ting kan nimmer 12 pet. te boven gaan, ADVERTENTIE Moderne combinatie: midden kastje opgehangen tussen zij kastjes. Eén greep uit de enorme collectie. Vraag rijk geïllustreer de catalogus door storting van f 3.- op giro no. 5316 van Kempke^ Meubelfabrieken N.V., Waddinxveen. Vermeld no. HD 262 EEN KEMPKES PRODUCT welk percentage wordt bereikt als het ge middeld rendement van de 2pet. N.W.S. 5 pet. bedraagt. Op grond van het huidig rendement van genoemde obligaties kan de korting op ongeveer 4 pet. worden be cijferd. Deze faciliteit is ongetwijfeld ook door commerciële overwegingen ingegeven, om dat zij immers vergroting van de produktie kan bijdragen, maar verdient niettemin toejuiching. Het is: alleen maar jammer dat deze korting zich tot de collectieve contracten beperkt en particuliere verze keringen worden buitengesloten. Voorts komt de vraag op of er ook voor de oude polissen niets is te doen, ook al kunnen de verzekerden te dien aanzien geen rechten laten gelden. OX)OOOOOOOOCCOOOOCCCCOOCOOCCOCCOCCCCOOC>CCCCOOOOOOCCCCCO: 8 g 3 Wij geven hieronder ruimte aan een c reactie uit de kring der Pacifistisch 8 Socialistische Partij op een redactio- - 3 neel artikel onder de titel „Devaluatie", 8 g dat op 12 maart in de rubriek „Van dag tot dag" werd opgenomen. De schrijver p van het redactionele artikel heeft deze g 3 reactie van een wederwoord voorzien, dat wij hierbij eveneens afdrukken. 8 'COOOCOCCCCCCCOCX3CCOOOOCCCOOCOOCOOOOCCOOOOOOOOOCXXXOOOOC' In het H.D. van 12 maart wordt de be tekenis van de Statenverkiezingen aan de orde gesteld een verkiezingspamflet dat er van uitgaat dat daar „van u een uit spraak wordt gevraagd- over de manier waarop ons land wordt geregeerd" wordt daarbij aan de kaak gesteld: het wordt be treurd dat „ook de bestuurders van som mige politieke partijen zo weinig onder scheidingsvermogen aan de dag leggen ten aanzien van de bedoelingen van onze be- stuursindeling en de daarmee samenhan gende verkiezingen voor de vertegenwoor digende lichamen". Als bestuurslid van de afd. Haarlem van de betrokken poli tieke partij en als leraar in de staats inrichting wil ik dit niet graag zonder commentaar laten! De Statenverkiezingen hebben nl. wel degelijk een landelijk-politieke betekenis, niet alleen omdat zij zoals door u er kend wordt in toenemende mate graad meter worden voor de gevoelens van het kiezerskorps wat overigens reeds een Uiterst belangrijke zaak is. Daarnaast mag immers in dit verband het feit niet onvermeld blijven dat onze Eerste Kamer door de Provinciale Staten wordt gekozen. Het is dus in strijd met de waarheid om het voor te stellen alsof het bij provinciale verkiezingen alleen om provinciale zaken gaat. Tenslotte: de mogelijkheden van pro vinciaal en gemeentelijk bestuur om op hun terrein nuttig werk te verrichten zijn direct en duidelijk afhankelijk van de al gemene overheidspolitiek men denke aan de veelal fatale gevolgen van de hedendaagse bestedingsbeperking voor de lagere publiekrechtelijke lichamen. En wie kan volhouden dat die bestedingsbeper king niet samenhangt met de hedendaagse „defensie"politiek? Niet voor niets luidt de aanhef van het door u geciteerde pam flet „straaljagers of scholen"! Het losmaken van de verkiezingen voor de lagere organen van de problemen van het landelijk bestuursbeleid is dan ook fictief. Een werkelijk gezond beleid van deze organen is alleen mogelijk in het kader van een werkelijk gezond lands bestuur. Vandaar dat de bovenvermelde opvat ting omtrent de betekenis van de ge vraagde uitspraak aan de stembus geens zins „de inzet van de strijd vertroebelt". Het tegendeel is waar. De vraag die wij als kiezers ook bij Staten- of raads verkiezingen te beantwoorden hebben is duidelijk: steunt gij het politiek beleid dat in dit land thans wordt gevoerd fun damenteel wel of fundamenteel niet. Die beslissing gaat ver uit boven een provin ciaal (of gemeentelijke) belangengezichts- punt. H. WIEBENGA, bestuurslid afd. Haarlem Pacifistische Socialistische Partij De opmerkingen van de heer Wiebenga nopen ons tot het volgende, uiteraard be knopt geformuleerde, weerwoord. 1. De verwijzing naar de betekenis van de Provinciale Staten voor de samenstel ling van de Eerste Kamer is formeel juist, practisch evenwel weinig steekhoudend. Niet alleen geschiedt die verkiezing in fazen, zodat van een rechtstreekse in vloed weinig wordt bespeurd, maar ook is de Eerste Kamer, die de rechten van amendement en initiatief mist, niet het lichaam dat de landspolitiek op beslissen de wijze mede bepaalt. Overleg tussen regering en volksvertegenwoordiging be tekent in de praktijk dan ook overleg tus sen regering en Tweede Kamer. 2. Provinciale Staten en gemeenteraden staan niet voor de keuze „straaljagers of scholen": die wordt op het niveau van regering en parlement gedaan. Staten en raden hebben uitsluitend de taak de hen ter beschikking staande middelen te ge bruiken in overeenstemming met de wen sen welke in de bevolking leven: om die tot uitdrukking te brengen gaan wij dit jaar naar de stembus. 3. De taken van provincies en gemeenten zijn belangrijk genoeg om daaraan door afzonderlijke verkiezingen aandacht te be steden. Wanneer echter in de verkiezings strijd elementen worden gebracht, welke niet op het niveau der betrokken be stuursorganen worden behandeld, beant woordt deze volksraadpleging niet aan haar doel. 4. Uit het voorgaande volgt, dat wij het citaat dat ons tot onze beschouwing aan leiding gaf, namelijk „dat van de kiezers een uitspraak wordt gevraagd over de manier waarop ons land wordt geregeerd", blijven beschouwen als een onjuist uit gangspunt. - Redactie. Dc drie Nederlandse werkgevers verbonden het Verbond van Ne derlandsche Werkgevers, het Katho liek Verbond van Werkgevers-Vak verenigingen en het Verbond van Protestants-Christelijke Werkgevers in Nederland achten de huidige ontwikkeling op het gebied van de ex portfinanciering verontrustend. Hun klachten hebben zij thans in een rap port samengevat, dat ter kennis werd gebracht van regering en Staten-Ge- neraal. De verbonden menen, dat de door de re gering tijdens de hoogconjunctuur in 1955 vastgestelde maximum-voorwaarden voor de kredietverzekering, te weten het deel van de koopprijs dat vóór of bij levering van de goederen moet worden betaald en de maximale krediettermijn, tenminste weer op het oude peil teruggebracht die nen te worden. Verder moet er volgens de werkgeversverbonden gezocht worden naar wegen om de behandeling van kre dietaanvragen tot het uiterste te bespoe digen. Dit zou zo suggereren de ver bonden bereikt kunnen worden als de regering de directie van de Nederlandsche Kredietverzekering Maatschappij zou machtigen zelfstandig over de kredietaan vragen (tot een zeker bedrag) te beslissen. De vele instanties, die de kredietverzeke ringen en kredietaanvragen moeten beoor delen, beschouwen tezeer alleen de finan- cieel-technische aspecten en veronacht zamen daardoor het aspect van de export bevordering. De verbonden zijn voorts van oordeel, dat de behandeling van export kredieten boven het vastgestelde bedrag door een daarvoor op te richten coördi nerende instelling dient te geschieden. De behandeling van de aanvragen zou moeten gebeuren aan de hand van algemene richt lijnen welke soepel gehanteerd zouden dienen te worden. Ruimere kredieten De algemene banken zo luidt het oor deel van de drie verbonden dient te worden toegestaan boven het kredietpla fond ten behoeve van de exportfinancie ring kredieten aan het bedrijfsleven te verlenen, annex openstelling van herdis- contering van exportwissels door de Ne derlandsche Bank. Een en ander analoog aan de mogelijkheden, welke de centrale banken in Duitsland, België en Frankrijk bieden. Hiervan zou niet alleen de indus trie van duurzame en semi-duurzame goe deren kunnen profiteren, maar ook de in dustrie van niet-duurzame goederen. Terwille van een duurzame oplossing «COWXJCXXXXXXXXXXXXXXXXICOOSOOOOOOCOOCCOOCOOCCCOOCOOCCCO De vergroting van de export van kapi- - taalgoederen wordt de laatste jaren c belemmerd door een gebrek aan gelden op middellange termijn voor de finan- ciering van deze export, mede tenge- c ï.volge van een zich voordoende kapi- t taalschaarste in ons land. De finan- ciering van de export vormt echter een 8 knelpunt voor het verkrijgen van ex- 8 portorders met uitgestelde betaling. Indien de Nederlandse industrie nu 8 geen kans ziet om exportorders te ver- krijgen, dan wordt de exportstij ging l-i in de komende jaren belangrijk in ge- 8 vaar gebracht zodat Nederland zelfs bepaalde marktgebieden zou kunnen verliezen. Dit moet absoluut voorkomen 8 worden en daarom aldus de drie werkgeversverbonden richten wij g ons thans met een tot ernstig nadenken stemmend rapport tot regering en Staten-Generaal. Zeer waarschijnlijk zal de jaarlijkse behoefte aan middelen voor de financiering van de export ten minste 250 miljoen bedragen, zo merken de verbonden nog op. X300ocooodocooooooooocooooooooooooooocoooooco30COOOCOOOC< van de exportfinanciering en exportkre dietverzekering dient naar een regelmatige toevloeiing van middelen naar de Export Financiering Maatschappij te worden ge streefd. De drie verbonden denken in dit verband aan obligatieleningen (eventueel in het buitenland te plaatsen) en aan kapi taaldeelnemingen door banken en insti tutionele beleggers in de Export Finan ciering Maatschappij. Deze laatste zou bo vendien meer dan in het verleden is geschied leningen moeten verstrekken aan buitenlandse ontwikkelingsbanken of aan buitenlandse centrale banken Tenslotte zijn de werkgeversverbonden van oordeel, dat een raad van advies, waarin ook de industrie is vertegenwoor digd, dient te worden ingesteld. Deze raad zou de directie, van de Export Financie ring Maatschappij in haar taak moeten bijstaan. De maatregelen, welke de finan ciering van de Nederlandse export veilig moeten stellen dienen aldus de werk geversverbonden zo spoedig mogelijk te worden genomen, teneinde een vermin dering van de stijging van onze export in het lopende jaar te voorkomen. Amsterdam. Vrije Universiteit. Kandidaatsexa men geneeskunde: J van Mazijk, Amsterdam. Doctoraalexamen economie: J. Beukers. Hilver sum. Kandidaatsexamen theologie: P. D. Goei. Russum; G. Assies. Finsterwolde (Gr.); L. C. Rietveld. Den Haag: P. Huisman. Utrecht. Doc toraalexamen theologie: Han Bing Kong, Am sterdam. De Eerste Kamer heeft in een zeer uit voerig voorlopig verslag haar mening ken baar gemaakt over het ontwerp-Deltawet en financiële, technische, maatschappe lijke en sociale aspecten daarvan. Wat de technische aspecten betreft vroe gen verscheidene Eerste-Kamerleden de regering mede te delen, of de studie be treffende de wenselijkheid, in de Nieuwe Waterweg een stormstuw aan te brengen, reeds tot conclusies had geleid. Zeer vele leden vroegen de aandacht van de regering voor de toestand van de bedijking van de Nieuwe Waterweg, welke, naar zij vrees den, wel zeer onvoldoende beveiliging bood. Sommige leden drongen er op aan om aan de zeedijken in het noorden van het land alle aandacht te besteden. Met name dachten zij aan de indijking van de Lauwerszee. De dijken langs deze zee moe ten huns inziens ongetwijfeld tot de zwakke plaatsen worden gerekend en een doorbraak van deze dijken zou tot zeer grote schade kunnen leiden. Het was voor deze leden een grote teleurstelling, dat in 1958 nog niet met de uitvoering van dit werk zal worden begonnen. Vele leden waren van mening, dat be studering van de mogelijkheden van een vaste oeververbinding over de Wester- schelde thans noodzakelijk is, daar deze dient te worden gezien als het sluitstuk van de Deltawerken, voor zover deze be trekking hebben op zuidwest-Nederland. In dit verband achtten zij tevens een onder zoek naar de mogelijkheden van een vaste oeververbinding ZierikzeeColijnsplaat over de Oosterschelde zeer gewenst. Energiewinning In Frankrijk zijn projecten ontwikkeld om uit de vloed- en ebstroom van het zeewater energie te verkrijgen. Enige leden vroegen, of niet ook de omvangrijke Delta werken aan de winning van energie op deze wijze mede dienstbaar zouden kun nen worden gemaakt. Met betrekking tot de verhouding tot België vroegen deze leden, of de regering kennis had genomen van de inhoud van de technische nota, door de Belgische minister van Openbare Werken. De daarin vervatte berekeningen over de invloeden van stormvloeden op de Westerschelde, hadden de aandacht van deze leden getrokken. Komen de conclu sies overeen met de desbetreffende rap porten van onze Nederlandse deskundi gen? zo vroegen zij. Wat de financiële aspecten van het Deltaplan betreft waren sommige leden van oordeel, dat er in de praktijk van het Ten behoeve van de Deltawerken is bij Katseveer op Noord-Beveland na een jaar van hard werken een 300 meter lange en 80 meter brede bouw put zo goed als gereed gekomen. bijdragen door anderen in de kosten der door het rijk uit te voeren werken niet veel zal terechtkomen, omdat vele water schappen al op lasten zitten, die hun draagkracht te boven gaan. Enige leden meenden dat de regering met betrekking tot de bijdrageregeling een gebrek aan pschologisch inzicht had getoond en dat daardoor onnodig onrust in den lande was gezaaid. Tegen de tegenwoordige gang van zaken bleven zij bedenkingen koesteren. Het moest huns inziens met betrekking tot de financiële consequenties geen verschil maken, of de werken door het rijk dan wel door een beheerder worden uitge voerd. Vele leden beschouwden de in de me morie van toelichting bestede aandacht aan de sociale aspecten van de Delta werken zelf en de sociale gevolgen, welke zich waarschijnlijk in de toekomst in het Deltagebied zullen voordoen, als onvol doende. Zij dachten aan de sociale impli caties van de te verwachten industriali satie en aan het zich ontwikkelen van be langrijke delen van het Deltagebied tot recreatiegebied voor de omliggende dicht bevolkte streken van ons land. Zij wezen erop, dat sociale en culturele overwegingen het scheppen van mogelijkheden voor in dustrialisatie aldaar dringend gewenst ma ken. Zij achtten het uit sociale overwe gingen ongewenst, dat er tussen Groot- Rotterdam en Vlissingen-Middelburg een weinig of niet-geïndustrialiseerd gebied zal ontstaan, zodat de bevolking ten ge volge van de geringe arbeidsmogelijkheden hetzij tot vertrek, hetzij tot arbeid buiten de plaats van vestiging zal worden ge noopt. Vele leden waren van mening dat in de plannen de beveiliging tegen het water dient te prevaleren. Zij achtten het niette min doelmatig reeds bij de uitvoering der werken rekening te houden met enige fac toren van andere aard. Zij pleitten voor de opstelling van een basisplan door de drie planologische diensten der Deltapro vincies en de Dienst van het Nationale Plan, in nauwe samenwerking met de be sturen der drie provincies. Zo'n basisplan zou huns inziens dienen te worden be schouwd als een grondslag voor het streekplan. Vier bisschoppen van de Lutherse Kerk in de Scandinavische landen hebben een gemeenschappelijk schrijven gezonden aan de Hongaarse regering in verband met de kerkelijke situatie aldaar. De brief, die reeds half januari werd verzonden, is pas nu, tegelijk met het antwoord, gepubli ceerd. Het schrijven is gericht aan de lei der van de afdeling van kerkelijke zaken van de Hongaarse regering, Janos Horvath, en luidt als volgt: De Scandinavische landen waren zeer verblijd kennis te nemen van de onpar tijdige belangstelling van de Hongaarse re gering in 1956 ten aanzien der Lutherse kerken in uw land. Het scheen vooral van betekenis dat, overeenkomstig de wet, de kerk haar twee gekozen leiders, bisschop Ordass en Turoczy, terugkreeg. Daarom waren wij te meer ontsteld over het be richt dat ons onlangs bereikte. Volgens deze mededeling is bisschop Ordass be roofd van zijn positie als eerste bisschop. Over bisschop Turoczy wordt gezegd, dat hij uit het ambt verwijderd is, alhoewel de wettigheid van zijn ambt door de regering werd erkend toen bij de officiële installatie een vertegenwoordiger van de regering aanwezig was. Wij hopen, dat de berichten over der gelijke ernstige beperkingen van de gees telijke vrijheid der kerk overdreven zijn en mocht dat zo zijn, dan zouden wij gaarne in dankbaarheid mededelingen hierover ontvangen. Is het evenwel niet het geval, dan wensen wij uitdrukking te geven aan onze ernstige vrees. Door een nauw contact met de beide kerkelijke leiders zijn wij er van overtuigd, dat zij niet alleen mensen zijn met hoge geestelijke eigenschappen, maar ook goede en loyale burgers van hun land. Daar wij bekend zijn met vroegere pogingen, die gij aangewend hebt om de godsdienstvrijheid in Hongarije te bewa ren, niet het minst ten aanzien van de Lutherse kerk, zouden wij u willen vragen om alles te doen wat in uw vermogen ligt deze kerk ook in de toekomst haar geeste lijke vrijheid ongehinderd te doen genieten. Misschien komt het u ongewenst voor, dat vertegenwoordigers van andere ker ken tussenbeide komen in een conflict, dat van interne aard schijnt. Wij willen er ech ter op wijzen, dat dit een zaak is waarin de evangelische kerken zich één gevoelen zonder te letten op nationale en geografi sche grenzen. Om deze reden kunnen wij niet afzijdig blijven wanneer het gaat om de mogelijkheid, dat onze zusterkerk in vrijheid haar geestelijke en organisatori sche taak kan vervullen. Hongaars antwoord Op dit schrijven van de Scandinavische kerkelijke leiders heeft Janos Horvath aan wie de brief gericht was, het volgende ge antwoord: Ge hebt volkomen gelijk wanneer ge in de laatste alinea van uw brief zegt, dat het ons toeschijnt een onrechtmatige in menging te zijn. Wat er in de Lutherse kerk van Hongarije gebeurt, in het bijzon der tussen die kerk en de staat is een vol strekt interne aangelegenheid van de Hon gaarse lutherse kerk, een aangelegenheid van Hongarije. Toch wil ik enkele opmer kingen maken. Ten eerste: het is een feit, dat de betrek kingen tussen de staat en enkele leiders van de Lutherse kerk in de loop van de laatste maanden slechter zijn geworden. De reden hiervan is, dat deze leiders zich in feite niet gehouden hebben aan de over eenkomst tussen staat en kerk, waarin zij aanvankelijk hebben toegestemd. Daardoor zijn zij in verzet gekomen tegen hun kerk, tegen de meeste geestelijken en gelovigen en daardoor en daarna ontstonden de moei lijkheden met de staat. De vex-wijdering uit het ambt van bisschop Turoczy is eveneens een gevolg van de halsstarrige houding van deze ego- istische kerkelijke leiders, die op geen en kele wijze de ware belangen van de kerk bevorderen en die koppig iedere construc tieve oplossing van de hand wijzen. Bis schop Ordass heeft het tot stand komen van verscheidene belangrijke zaken on mogelijk gemaakt. In de loop van de laatste weken is de situatie aanmerkelijk ver beterd en is zij meer stabiel geworden, het geen ook blijkt uit het feit, dat de staat een extra toelage heeft gevoegd aan de predikantstraktementen. Ten tweede: Aan het eind van uw brief doet gij het verzoek, dat het de kerk wordt toegestaan om haar eigen zaken te regelen, waarmee gij de status van de beide bis schoppen bedoelt. In Hongarije garandeert een positief ingestelde wetgeving bij voor baat de goedkeuring van de regering op iedere bisschoppelijke benoeming. In uw landen benoemdt de koning of de minister voor kerkelijke aangelegenheden de bis schoppen naar willekeur. Ik zeg „naar wil lekeur", daar wij juist uit Noorwegen ver nomen hebben, dat de betrokken minister daar iemand tot bisschop heeft benoemd, die vijfde op de voordracht stond, omdat de minister zich niet kon verenigen met de vier voorgaande kandidaten. Ik zou ook Engeland kunnen aanhalen en vele andere kapitalistische landen, waar de staat in veel grotere mate zich mengt in kerkelijke benoemingen. Ten derde: Tenslotte, wat de verklarin gen van de Lutherse Wereld Federatie en van enkele buitenlandse kerkelijke bladen en leiders betreft, wil ik slechts zeggen, dat zij de grenzen van hun gebied in hoge mate overschrijden. Zij schijnen te menen, dat zij druk mogen uitoefenen op onze regering en op de progressief gerichte kerkelijke personen door middel van pers en radio. Dit doel zullen zij in Hongarije nooit kun nen bereiken. Zij ontmaskeren slechts de politiek, die zij aanhangen. van oordeel is dat de veiligheid van het westen des lands en wel in het bijzonder die van de grote kom, gelegen in de pro vincie Zuid-Holland en gedeeltelijk ook in de provincie Noordholland, door het tot stand komen van de Deltawerken zo goed verzekerd zal zijn dat het verantwoord is in dit gebied het zwaartepunt van het nationale economische leven te laten rus ten. Deze leden gevoelen een grote be duchtheid wanneer zij, denkende aan de steeds voortgaande daling van de bodem in de reeds diepe kom in het westen van het land en het rijzen van de zeespiegel, zien dat het aantal inwoners van dit ge bied en het aantal bedrijven dat er wordt gevestigd steeds toeneemt. Zij vragen zich af of een toenemende concentratie van bewoners en bedrijven in dit gebied zal mogen voortgaan. Huns inziens zouden in dit gebied alleen zij mo gen wonen en dat slechts die bedrijven daar zouden mogen zijn gevestigd, die in nauw verband staan tot de bedrijvigheid Somige leden vragen de regering, of zü 1 aan de Nieuwe Waterweg of de IJmond.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1958 | | pagina 3