Supra-nationaal plan
voor Nijl-exploitatie
ligt te verstoffen in de ideeënkast
r
K.
Miklós Szabo koos de partij
van de Hongaarse regering
'praatstoel
Vijftig jaar geleden
Van dag tot
dagj
IJmondproMemeii
Tweede Korea
Instede van overstroming en verdamping;
energie voor tientallen miljoenen
Onthullingen over buitenlandse activiteiten
op het gebied van communistenbestrijding
DINSDAG 18 MAART 1958
3
4 Ij -
Touwtrekken
„Jij Nederlander moet
dit begrijpen1'
Nog niet rijp?
Russische vrachtschepen
voor Indonesië
SAUDI
ARABIB
Protest tegen publikatie-
verbod
JAREN PLEZIER
MOOI BEHANG!
BAKKER5 BEHANG
Uit Haarlems Dagblad
van 18 maart 1908
Al is het nog steeds niet geheel duidelijk,
hoe de regering- en meer speciaal de mi
nister van Buitenlandse Zaken zich de
toekomstige bestuurlijke indeling van de
IJmond denkt, met enige zekerheid kan
wel worden aangenomen, dat het nog al
tijd niet op enige rechtsgrond berustende
„IJmond-adviescollege" binnen afzienba
re tijd tot een wettig lichaam wordt verhe
ven, zodat de lijn, die destijds vrijwillig
werd gezet, zal worden doorgetrokken.
Het is aan de andere kant niet aan te ne
men, dat de bestuurlijke indeling voor
alsnog ingrijpende wijzigingen van de
thans bestaande gemeentegrenzen zal
meebrengen, zodat dus één IJmond-ge-
meente voor de naaste toekomst geen
kans op verwezenlijking biedt. Naar veler
oordeel volkomen terecht overigens, om
dat de historisch gegroeide ontwikkeling
rondom het Noordzeekanaal beter op haar
beloop kan worden gelaten dan haar plot
seling om te zetten in een nieuwe, moei
lijk hanteerbare bestuursvorm.
De minister van Binnenlandse Zaken
zal, zoals wij al eerder hebben kunnen
melden, zijn memorie van antwoord op het
voorlopig verslag van de commissie van
voorbereiding uit de Tweede Kamer op
korte termijn laten verschijnen men
houdt in regeringskringen rekening met
een datum die ligt tussen het Paasreces en
het zomerreces van de Kamers.
Dit voorlopig verslag verscheen op de
2e juli 1957, naadat de ministers van Bin
nenlandse Zaken en van Volkshuisvesting
en Bouwnijverheid op 27 november 1956
hun „ontwerp van wet ter bevordering
van een evenwichtige ontwikkeling in het
gebied van de IJmond" het licht deden
zien, waarbij een lijvige memorie van toe
lichting ging. Het voorlopig verslag daar
op heeft duidelijk laten blijken, dat er vele
meningen omtrent de beste oplossing van
het IJmond-probleem aanwezig waren,
waarnaast ook in het provinciaal bestuur
èn in de IJmond zelf het spreekwoord op
ging „zovele hoofden, zovele zinnen".
Nu echter de memorie van antwoord
van de minister op korte termijn tegemoet
kan worden gezien en een verkiezing voor
de leden van de dan in te stellen IJmond-
raad dus binnen afzienbare tijd zal volgen,
wordt de aankondiging van een rapport
over geheel andere, maar niettemin in de
zelfde IJmond van belang zijnde aangele
genheden actueel: het rapport van de
Stichting voor Maatschappelijk werk in
Noordholland namelijk, dat de sociologie
van dit moment en van de toekomst en de
harmonische opbouw van deze snel
groeiende woonkern behandelt.
Daarnaast blijft nog de verdeelde me
ning in politiek en sociaal opzicht in de
IJmond interessant. Men ziet, hoe samen
gesteld de IJmond-problematiek is, voor
al nu de conjunctuur ook weer een stevig
woordje gaat meespreken, zoals gisteren
bleek bij de publicatie van een „stads
kern-nota" door het dagelijks bestuur van
het IJmond-adviescollege.
Zoals de zaken in Indonesië op het ogen
blik staan, zou het een wonder mogen he
ten wanneer het conflict tussen Sumatra
en Java tot een binnenlands-Indonesische
aangelegenheid beperkt zou blijven. De
onoverzichtelijke toestand op het strijd
toneel Sumatra en de tegenstrijdige be
richten omtrent de ontwikkeling der si
tuatie aldaar zijn zekere aanwijzingen
voor de verwachting, dat niet spoedig een
duidelijke en definitieve beslissing naai
de ene dan wel de andere kant zal worden
geforceerd. Het slepende karakter, dat het
Indonesische conflict dreigt aan te nemen,
zal een gevaarlijke voedingsbodem worden
voor inmengingen van buiten, waardoor
het gevaar voor internationale verwikke
lingen acuut zal worden.
De ervaring leert, dat in zulke situaties
de strijdende partijen alle hulp van buiten,
die zij verkrijgen kunnen, dankbaar ac
cepteren. Beide partijen beschuldigen el
kaar trouwens reeds ondubbelzinnig van
geheul met buitenlandse sympathisanten;
terwijl de regering van Sukarno de sym
pathie van Moskou geniet, tracht de tegen
regering haar supporters uiteraard in het
aan Rusland vijandige Westen te winnen.
De vertegenwoordiger van de Suma-
traanse regering in het Westen, Makatita,
heeft reeds bedekte verwijten aan de Wes
telijke mogendheden gericht vanwege hun
strikte neutraliteit. Djakarta zal iedere ge
legenheid te baat nemen om het samen
spel tussen Sjafruddin en het Westen aan
te tonen. Een nieuw Korea tekent zich
aldus aan de horizon van het Verre Oosten
af, waarbij de geografische omstandig
heden van het eilandenrijk nog veel ge
vaarlijker mogelijkheden bieden dan eer
tijds Korea deed.
Een snelle, afdoende afwikkeling van
het conflict en een daarop volgende stabi
lisatie van de binnenlandse toestand zou
Indonesië de kans geven, te ontkomen aan
het 'lot, dat Korea indertijd getroffen
heeft. Het is echter de vraag of de in
verzet getreden groeperingen op Sumatra
en elders over voldoende eigen potentie
beschikken om deze beslissing te forceren.
Zoals de toestand zich momenteel voor
doet, ziet de toekomst van Insulinde er
triest uit en die der internationale ver
houdingen, voor zover deze bij het Verre
Oosten betrokken zijn, niet minder.
(Van onze reisredacteur)
KHARTOEM, maart.
De oude hekwieler
voer traagjes schud
dend over het blauw
groene water van de
Nijl. Aan de kajuit hing
een vergeeld papier:
„Passagiers wordt
verzocht des middags
tussen 2 en 4 uur niet
op de krokodillen te
schieten". Maar zelfs
de krokodillen leken te
slapen, zoals alles trou
wens sliep in de loden
hitte van de middag
zon: de lemen dorpjes
aan de oevers, de stof
fige palmen, lodderig
vee, dat kniediep in het
water stond, de ibissen,
kleine witte puntjes in
het groen. Ik wilde ook
wel slapen, maar mijn
Soedanese vriend hielcl
mij geestdriftig wakker.
Hij zei: „Dit water,
waarop je nu vaart, be
slist over alles. Over
het lot van Soedan en
van Egypte, over het
Nabije Oosten en daar
om misschien ook over
3e strijd tussen Oost en
vVest. Jullie zeuren
maar over Nasser en zijn Suezkanaal, staren je blind op olie. Dat zijn bijkomende
factoren. Wat hebben wij aan olie, als we geen water hebben? Jij als Nederlander
moet dat tenminste begrijpen. De Nijl beschikt over leven en over dood".
Ik als Nederlander deed transpirerend mijn best tot begrip, maar het leek mij
voorshands een vérgaande stelling. En toch.... het valt niet te ontkennen dat
er voor Egypte maar één wezenlijk probleem bestaat, een bevolking van 24 mil
joen, samengeperst in het smalle, groene lint tussen de woestijnen, de Nijlvallei
en haar delta. Een bevolking, die op het bestaansminimum leeft, geteisterd door
honger en ziekte, die met een half miljoen per jaar toeneemt en in het jaar 2000
verdubbeld zal zijn. Wie de invloed van dat probleem op Egypte's buitenlandse
politiek afmeet en daarmee op de vrede in het Nabije Oosten, ontkomt niet
aan een huivering.
De wereld heeft er trouwens een voor-
proeje van gehad. Het falen van Nassers
poging Egypte economisch op gang te bren
gen en een Nyl-unie met Soedan tot stand
te brengen, werd gevolgd door zijn gran
dioze, maar enigszins wanhopige plan by
Assoean in de Nyl de grootste dam ter
wereld te bouwen en door een oostwaartse,
op olie gerichte, expansie. Dulles „intrek
ken van de beloofde steun voor de As-
soean-dam, werd beantwoord door de
nationalisatie van het Suezkanaal. En die
naasting liep uit op het wilde avontuur van
de Frans-Brits-Israelischc actie. Zo lykt
de Nyl inderdaad over vele dingen te
beschikken.
En één ding is zeker: Arabische emoties
zullen uiteindelijk de Egyptische magen
niet kunnen vullen, dat kan alleen de Nijl.
Hoe goed Nasser dat weet, bewijst zijn
jongste greep naar de Soedanese grensge
bieden. Soedan zit hem dwars. Zonder
Soedanese goedkeuring kan hy de As-
soean-dam. die overigens, op zijn best, ten
hoogste voor twintig jaar het huidige lage
Egyptische levenspeil zou kunnen garan
deren, niet bouwen.
Maar niet alleen Egypte moet leven van
de Nijl, Soedan ook. Zeventig percent van
de Soedanese uitvoer bestaat uit katoen,
de Gezira-vlakte, die er het leeuwedeel van
levert, wordt bevloeid met Nijlwater. Wan
neer de jonge staat zijn economie wil uit
bouwen, heeft hij meer Nijlwater nodig
dan het dertiende deel, dat hij onder het
huidige Nijlverdrag met Egypte krijgt.
Soedan eist nu een derde deel, maar de
onderhandelingen over een herziening van
het verdrag zitten muurvast. De Egypte-
naren zijn bereid Soedan iets meer water
te geven, in ruil voor Soedanese goedkeu
ring van het Assoean-project, dat op Soe-
danees gebied een meer van 250 kilometer
lengte zou doen ontstaan en de Soedanese
stad Wadi Haifa, waar vijftigduizend men
sen wonen, onder water zou zetten. De
In Soedan betekent water katoen, be
tekent katoen export, betekent export
scholen, ziekenhuizen, kleren, beter
eten, beter leven. Zonder betere
lees: internationale exploitatie van
cle Nijl, kan Soedan niet meer vooruit.
Soedanezen, die niets voor het Assoean-
project voelen en zelf dammen willen bou
wen, eisen een schadeloosstelling, die
Egypte, dat zijn droom-dam niet eens kan
financieren, niet kan betalen.
Er zijn andere verwikkelingen: Soedan
en Egypte teren op de Nijl, maar de bron
nen liggen elders. De Blauwe Nijl, die alle
kostbare klei aanvoert, ontspringt in het
Tanameer van Ethiopië. Keizer Haile Se
lassie heeft laten weten dat hij zich alle
rechten op z ij n rivier voorbehoudt. De
bronnen van de Witte Nijl liggen in
Oeganda en Kongo. Britten en Belgen kun
nen daar voorlopig een hand op de kraan
houden. Nu wordt er touwgetrokken, maar
inmiddels verdampt de helft van het Witte
Nijlwater in de moerassen van Zuid-Soe-
dan, overstroomt de onstuimige vloed van
de Blauwe Nijl, die in de herfst tweehon
derd maal zoveel water voert als in de
lente, land, waarop geoogst had kunnen
worden, verdorsten grote stukken, door
Egyptische boeren sullig bemalen met
pre-historische waterraderen, in de water-
arme jaren. En tenslotte stromen water
massa's, die stroom hadden kunnen wek
ken, land hadden kunnen bevloeien en
mensen doen leven, ongebruikt in de
Middellandse Zee.
Kan daar niet wat aan gedaan worden?
Welzeker. Er zijn plannen genoeg. Het
meest voor de hand liggende voorziet in
het regelen van de wisselvallige Nijlvloed
door het scheppen van reservoirs met
„jaarvoorraad", die het water gelijkelijk
over de seizoenen kunnen verdelen, en nog
grotere reservoirs met „eeuwvoorraad", die
het water uit rijke jaren voor arme kunnen
bewaren. Het plan omvat een stelsel van
acht dammen, waarvoor vier bestaande
gebruikt zouden kunnen worden: de Owen-
dam in Oeganda, die van het Victoria-meer
een eeuwreservoir kan maken, de Djebel
Aulia- en Sennar-dammen in Soedan en de
huidige (lage) Assoean-dam voor jaarop
slag. Vier nieuwe dammen zijn nodig: één
bij het Tana-meer, eeuw-reservoir voor de
Blauwe Nijl; één bij het Albert-meer, twee
de eeuwreservoir voor de Witte Nijl; één
bezuiden Wadi Haifa en één bij Wadi
Rayan, beide voor jaaropslag.
Het plan voorziet voorts in de aanleg
van een kanaal bij Jonglei ter omleiding
van de Witte Nijl in Zuid-Soedan om de
absorptie en verdamping in de sponzige
Sudd-moerassen tegen te gaan. Het Nijl-
stelsel zou moeten worden aangevuld met
een wijdvertakt net van sluizen en pompen
in Egypte en Soedan. Het zou voor de af
zienbare toekomst onvoorwaardelijk kun
nen voorzien in alle redelijke behoeften
aan bevloeiing en elektrische energie van
Ethiopië, Oeganda, Soedan en Egypte. Het
vereist niet alleen technische voorzienin
gen. Het zou slechts tot stand kunnen
komen door de vorming van een supra
nationale Nijl-autoriteit, mogelijk onder
auspiciën van de Verenigde Naties, die
trouwens een groot deel van de hoge, maar
niet onbetaalbare, kosten op zich zouden
moeten nemen. Het voorbeeld van de
federale Tennessee Vally Authority in de
Verenigde Staten ligt voor de hand.
WADI RAYAN
jaarreservoir
Is het plan de prijs waard? Het ligt al
jaren in de ideeënkast te verstoffen, het is
met verbluffend weinig voortvarendheid
nagestreefd. De Egyptenaren, die een pe
riode van nationale grootheidswaan door
maken, blijven dromen van hun grandioos,
maar technisch en politiek ongezond, plan.
Het woord supra-nationaal komt in de dic
tionaire van de verworven Egyptische on
afhankelijkheid niet voor. Egypte zoekt het
voorshands in tweezijdige onderhandelin
gen, waar het de zojuist verworven, zij
het goeddeels denkbeeldige status van grote
mogendheid in de schaal denkt te kunnen
werpen.
In de andere Nijl-
landen groeit de be
reidheid voor 't plan
gelijk op met de be
zorgdheid, dat Egypte
zal proberen zijn wil
door te drukken. Mis
schien is de tijd er
nog niet helemaal rijp
voor, het wachten is
op het knorren der
Egyptische magen.
Maar dan verdient
het plan de krachtig
ste steun, want het
behelst overweldigen
de mogelijkheden:
economische samen
werking tussen on
derontwikkelde, op
elkaar aangewezen
gebieden, natuurlijk
politiek beraad in
plaats van chantage
en wilde avonturen,
ingenieurs in plaats
van blaaskaken.
Nasser heeft ver
wezen naar een hel
denrol op zoek naar
een acteur. Welnu,
hier ligt er een pas
klaar. Wanneer hij de
grootheid kan opbren
gen deze rol te spelen,
dan zal ik gaarne oot
moedig verzinken in
de oude faraonische
aanbidding van de
Nijl, de eeuwige, de
mysterieuze, de bron
van leven en voor
spoed.
DJAKARTA (UP) In Tandjong-Priok
zijn tien Russische vrachtschepen van on
geveer 1900 ton deadweight elk aangeko
men. Deze schepen zijn door de Indone
sische regering aangekocht. Over betaling
wordt nog onderhandeld; de Indonesische
regering wil de schepen betalen uit de
Russische lening aan Indonesië van 100
miljoen dollar.
De Russische bemanningen der schepen
bestaan uit mannen en vrouwen. De sche
pen hadden geen vracht aan boord toen zij
aankwamen.
Vijf van de Russische schepen zijn aan
de kaden van de Nederlandse scheepvaart
maatschappijen gemeerd; de vijf andere
zijn op de rede voor anker gegaan.
Foto links:
Een „fellucca" op de Nijl: even pit
toresk, maar even antiek als deze
boten, die als luie vlinders over de
rivier drijven, zijn de door buffel of
kameel rondgetrokken waterraderen,
waarmee de „fellahin", de boeren van
Egypte en Soedan, hun land bevloeien.
Bij de tekening:
Dit zou het reddende plan zijn: cle
Nijl als hydrologische eenheid onder
een supra-nationaal beheer en niet
langer een bron van twist. Een kolfje
naar de hand van het waterloopkundig
laboratorium in Delft?
ASSWAN DAM
JAARRESERVOIR
Wadi Haifa
jijlAfC WATERVAL I ::i'
.WAARRÊSBRVOIRX
ir SOEDAN
DJEBEL AU LI A
JAAR RESERVOIR
SE/WAR DAM
JAAR
RESERVOIR
v.\
y.\
VA
1
5 ODD -
nOERASSEN\
V.«
ALBERT MEER
EEUV/RESERVOIR
BELGISCHE.
CONGO
ETHJOPIE'h^.
i:
KENYA Hl
victoria meer
eeuwreservoir
TT
De uitgave van een boek in Budapest
over Hongaarse vluchtelingen in het Wes
ten illustreert een merkwaardige „beke
ring", namelijk die van de schrijver Sza
bo.
Miklós Szabo heeft vroeger tegen het
communisme gestreden. Reeds van 1945,
toen in Hongarije het nazi-dom door de
Russische legers was verdreven en de
vrije partijvorming (helaas niet voor lang)
weer haar gang kon gaan, was Szabo lid
van een anti-communistische groepering.
En zo is dit gebleven tot 1948, het jaar
waarin Rakosi de feitelijke macht in Hon
garije in handen nam en slechts de Com
munistische Partij duldde. Szabo ging,
met vele andere Hongaren, de strijd on
dergronds tegen de communisten voortzet
ten en na enkele jaren in verscheidene
strafkampen doorgebracht te hebben,
week hij tenslotte uit naar het Westen.
Na de Hongaarse Revolutie in 1956 keer
de hij echter plotseling naar Hongarije te
rug en wat vreemder was, kort na zijn
terugkeer in zijn vaderland, in november
1957, verscheen in de kranten het bericht,
dat Miklós Szabo door de Hongaarse Com
munistische regering begenadigd was.
Szabo, die altijd tegen het communisme
gestreden had, was nu door hetzelfde sys
teem in genade aangenomen. Het hierdoor
ontstane vermoeden, dat Szabo verraad
zou hebben gepleegd, werd zekerheid toen
nog in dezelfde maand november een boek
getiteld: „A strassburgi magyar forradal-
mi tanacs tagja vol tam" (hetgeen vrij
vertaald betekent: Ik was lid van de Hon
gaarse Revolutionaire Raad in Straats
burg) van zijn hand in Boedapest ver
scheen. Het werk is gedrukt en uitgege
ven door de staatsdrukkerij „Kossuth
Könyvkiado" terwijl onder deze naam op
het titelblad het jaartal 1957 prijkt.
Dit boek, dat elke burger in Hongarije
kan kopen, maar dat in het buitenland
slechts sporadisch voorkomt, geeft een
volledig beeld van al datgene, wat zich
na de revolutie onder de Hongaarse vluch
telingen heeft afgespeeld. Buitenlandse or
ganisaties, die ondergrondse contacten on
derhielden met 't Hongaarse volk, worden
met naam en toenaam genoemd en hun
werkmethoden, aangevuld met de namen
van de belangrijkste tussenpersonen kan
men in dit verslag aantreffen. Leiders van
deze organisaties worden met hun voluit
geschreven naam bij het volk bekend ge
maakt. De plaatsen waar de hoofdkwar
tieren van de verschillende Westelijke ge
heime diensten liggen, worden zonder
enig voorbehoud onthuld. Hongaarse me
dewerkers aan deze geheime diensten kun
nen hun naam in dit boekje vinden. Zelfs
medewerkers aan Radio Vrij Europa wor
den door Miklós Szabo in dit werkje ge
noemd.
Hij vertelt onder meer, dat verklarin
gen van Hongaren, afgelegd voor ver
scheidene Westelijke commissies, vals
zijn. Zij zouden hiertoe geprest zijn, of
beloningen van 40.000 tot 80.000 schilling
gekregen hebben. Alle activiteiten van de
verschillende ondergrondse organisaties,
westerse commissies en leidende figuren
zowel Hongaren als mensen uit het Wes
ten worden door Miklós Szabo, door mid
del van dit boekwerkje, in het licht van
de publiciteit gezet. Doch men moet be
twijfelen of dit licht de waarheid onthult.
Door het misbruik maken van zijn voor
malige vertrouwenspositie onder de Hon
gaarse vluchtelingen heeft Szabo de Hon
gaarse communistische regering een schat
van gegevens in handen gespeeld. Naai
de reden van het verschijnen van dit werk
je kan men slechts gissen. Szabo zelf ver
telt in zijn boekje, dat hij dit geschreven
heeft om het Hongaarse volk „voor te
lichten" over datgene wat zich aan de an
dere kant van het „gordijn" afspeelt.
Vroegere vrienden van Miklós Szabo
verklaren, dat hij een man is, die des
noods over de ruggen van anderen naar
boven klimt. Het is daarom mogelijk dat
Szabo door terug te gaan naar zijn land
en door de communistische regering alle
gegevens over te reiken die hij bezat,
kans heeft gezien een stap hoger op de,
zij het dan communistische, maatschap
pelijke ladder te komen.
De bewering van Szabo op bladzijde
vijf, als zou hij het niet eens zijn met de
communistische wereldbeschouwing, moet
dan ook alleen maar gezien worden als
een poging om het vertrouwen van het
Hongaarse volk te winnen en een poging
om de geloofwaardigheid van het boekje
te vergroten.
dz
Denk aan hen!
Kom mensen, zo erg is het nu ook weer
niet. Denk liever eens aan de Eskimootjes.
Die hébben het pas beroerd! Goed, we héb
ben een belabberd klimaat en het voorjaar
wil niet en we halen wel weer een re
cord] e-narigheid, maar wij wonen toch
nog niet in huisjes van ijs. Zals de Eski
mootjes! Want dié wonen in huisjes van
ijs zonder vensters en de ijsberen likke
baarden aan de wanden. Verder zitten de
Eskimootjes in het duister voor een deel
van het jaar. Geen pret-programma's door
de radio. Géén verwarmde voetzakjes.
Geen broodroostertjes. Geen mooie krant
in de bus. Sneeuw zit er in hun bus als
er een bus zo zijn. Dan dit: zij eten, deze
poolbewonertjes, zij eten traan en honde
vlees als dat zo uitkomt. Ga er maar aan
staan. En wat drinken zij? Zij drinken
traan. Kom, weet gij hoe traan smaakt?
Nu dan.
Kijk, daar gaat een Eskimo de deur uit.
Hoezo deur? Er is helemaal geen sprake
van een deur. Hij kruipt op handen en
voeten door een soort tunnel van ijs en
buiten vriest het 74 graden. Onder nul dus.
Laten wij elkaar hier goed begrijpen: on
der nul. Hij springt nu op een slede met
twaalf halfwilde honden die voortdurend
naar elkaar bijten; dat hebben v)ij zelf
eens gezien op een fïlmwerkje met sche
pen in het ijs en iels van sneeuwstormen.
Bijten voortdurend naar elkaar, die hon
den. Valse, kwade honden zijn dat. Hij
gaat aan het werk. Niet even op kantoor
kopjes koffie drinken uit de handen van
zindelijke gesteven koffiemeisjes. Niet lek
ker de regenpijpen te drogen leggen op de
verwarming. Niet omstandig de melkfles
leegspoelen. Niet met het potlood tegen de
snijtanten (de incisivi dustikken en naar
het kleed jeskloppen kijken van jonge
huisvrouivtjes in belendende percelen.
Niets daarvan! Zijn werken is rondkrui
pen van ijsschots tot ijsschots m.et een fu
sil en loeren op zeehonden. Zeeleeuwen.
Zeeberen desnoods. In een temperatuur
van 87 graden onder nul. Celsius. Fahren
heit, Réamur, zoekt u maar lekker uit.
En dan naar huis met de buit. Traan
drinken. Samen ih één vertrekje zitten
krabben en gapen en blazen en doen tot
men er wee van wordt. En buiten in de
sneeuw liggen die halfwilde honden als
ballen ineengerold. Zelf gezien. In een
film met schotsen hot en her. Daarom:
niet klagen, jongens, meisjes!
Dat zeggen wij dikwijls in de nadagen
van onze winter: denk aan de Eskimootjes
met hun gekke koppetjes. Rare blik-
sempjes trouwens.
Duif
PARIJS (AFP) De Internationale Fe
deratie van de Periodieke Pers heeft de
aandacht van de directeur-generaal van
de Unesco (de organisatie van de Verenig
de Naties voor onderwijs, wetenschap en
cultuur) gevestigd „op feiten, die haar
volledig in strijd lijken met een algeme-r
ne politiek van vrije gedachtenwisseling
die de Unesco op haar program heeft
staan," aldus heet het in een door de fe
deratie gepubliceerd communiqué.
De federatie zegt, dat op 1 december
1957 de Indonesische regering besloten
heeft de uitgave en de verspreiding van
kranten, tijdschriften en andere publika-
ties in de Nederlandse taal, met inbegrip
van die uit Nederland, te verbieden.
Op verzoek van de Indonesische poste
rijen hadden de Nederlandse posterijen
sedertdien de verzending van Nederland
se bladen naar Indonqgië geweigerd.
Vastgesteld wordt, dat hoewel de presi
dent van de federatie, de Belg M. J. Ric-
quier, en zekere leden van de bestuurs
raad van de federatie stappen hadden ge
daan bij de diplomatieke vertegenwoordi
gers van Indonesië, de toestand sinds 1
december niet gewijzigd is.
De Internationale Federatie van de Pe
riodieke Pers, aldus het communiqué, neemt
stelling tegen een dergelijke maatregel,
„die uniek is in het internationale ver
keer" en eist dat aan „deze discrimina
tie" onmiddellijk een eind gemaakt wordt.
ADVERTENTIE
heeft u van een
Keuze uit méér dan 500 soorten.
Meer dan 100 soorten geplakt in onza
showroom te zien!
Gen. Cronjéstr. 135, Haarlem. Tel. 55432
PETERSBURG. In Kharbin is een
man gearresteerd, wiens belevenissen
sterk doen denken aan „De Revisor"
van Gogol. Hij is een avonturier, die
zich groote rijkdommen heeft verworven
door in geheel Rusland op te treden als
inspecteur. Hij bezocht spoorwegsta
tions, havenkantoren, fabrieken, paar-
denstoeterijen, gevangenissen, raadhui
zen in steden en dorpen en controleerde
de kassen, steeds belangrijke geldsom
men medenemend. Hij was voorzien van
officieele legitimatiepapieren (welke hij
zelf had laten drukken), bediende zich
van klinkende adellijke namen en stak
zich bij zijn inspectiebezoeken in in
drukwekkende uniformen. Zoo nu en
dan bevorderde hij ambtenaren tot een
hoogere klasse en gaf anderen soms zes
maanden verlof. Met de autoriteiten
ging hij zeer joviaal om: hij gaf fijne
diners, verleende audiënties en dreig
de met strenge bestraffing, indien men
zijn verlangens niet vervulde.
Vooral door het „nazien" der kassen
werd hij schatrijk. Voor de medegeno
men gelden gaf hij bewijzen van beta
ling, die naderhand waardeloos bleken
te zijn.
In Kharbin is hij thans gearresteerd
en tot verbanning naar Siberië ver-oor-
deeld. Zijn omvangrijke bezittingen zijn
in beslag genomen.