K.AL.M
Bij koude kip boven de woestijn,
bij toetje de Afrikaanse jungle
Opstandig Zuiden voelt zich gekoloniseerd
r
r
Avontuur
Van dag tot dag j
SOEDAN
UIT EEN
VLIEGTUIG
<~Prcicitótoel
3
Antilliaanse ministers
vertrokken
Angst voor slavernij
Koloniale apen
Onvermijdelijk èn gezond
IRONISCHE DREIGING VAN
„TWEEDE ALGERIJE"
Een afdeling
vol verrassingen
T Silver Stoepke
&p de
Macmillan verdedigt oefen-
vluchten met kernwapens
Labour niet overtuigd
van de noodzaak
DONDERDAG 20 MAART 1958
9 TE
Er bestaat thans hoop op een verzoenend
compromis in het K.L.M.-conflict en er
zullen weinig lieden in den lande zijn, die
een vredesverdrag tussen de directie en
de vliegers niet met vreugde zullen be
groeten. Als deze verzoening tot stand
komt, zijn misschien nog niet alle haken
en ogen verwijderd in de verhouding tus
sen de twee partijen en moeten wellicht
nog langdurige onderhandelingen over
kwesties, die als grieven worden be
schouwd, worden gevoerd, doch men mag
aannemen dat een goede basis voor
onderhandelingen dan zal zijn gelegd en
dat de aangelegenheid een afwikkeling zal
krijgen volgens de normale procedure van
interne bedrijfsgeschillen.
Die normale procedure is intussen wel
danig in het gedrang gekomen door de
demonstratie van opvattingen, die het hele
geval volkomen scheef trekken. Deze op
vattingen kwamen van kanten, die niet als
partij in het geschil kunnen gelden, doch
die op een of andere wijze toch een zekere
autoriteit trachten tentoon te spreiden en
op die wijze misschien van invloed zouden
kunnen zijn op de openbare mening.
Er zijn mensen die in de K.L.M. hard
nekkig iets anders willen zien dan wat zij
in feite is, namelijk een bedrijf dat zich
bezighoudt met het vervoeren van passa
giers en vracht. Een bedrijf als ieder ander
bedrijf, waarin de overheid financieel ge
ïnteresseerd is en dat nu eenmaal arbeids
verhoudingen kent, die zoals in alle
bedrijven het geval is arbeidsgeschillen
kunnen opleveren.
Sommigen blijken de K.L.M. te beschou
wen als 'n boven alle bedrijfshuishoudelijke,
commerciële ondernemingen verheven
nationale relikwie, omgeven door een geur
van vaderlandse trots en onaantastbaar
als een nationaal monument. Een instel
ling, waarmee de eer van de vlag staat of
valt en waarvan de employés gebonden
zijn aan een unieke soort van heilige
plichtsbetrachting door dik en dun, zoals
men die zou kunnen aantreffen bij een
leger in volle oorlogstijd.
Toevallig zijn vele K.L.M.-vliegers van
afkomst militairen en er is in het begin
van dit conflict door de vliegersvereniging
gewag gemaakt van bezwaren tegen „al te
militairistische opvattingen en methoden
in de K.L.M.-directie". Dezer dagen heeft
de oud-commandant der vliegschool Soes-
terberg, generaal-majoor b.d. W. C. J.
Versteegh, een merkwaardige brief vol
r/ietoriek aan de stakende vliegers ge
schreven, waarin hij pathetisch verwijst
naar „de Hollandse vlag, het hoogst in de
lucht gedragen" en de vliegers verwijt, dat
zij die vlag „met de voeten hebben ge
treden". „Hoe durft u straks Uwe Koning
in nog in de ogen te zien?" vraagt deze
strenge militaire figuur, die blijkbaar in
een eigen vermilitariseerd wereldje leeft
en de K.L.M. beschouwt als factor van het
nationale „to be or not to be".
Dit gaat te ver. Wij willen ons niet
wagen aan een analyse van het arbeids
conflict bij de K.L.M., noch een oordeel
geven over schuld of tactloosheid bij een
der, of beide, partijen. Doch men moet met
beide benen op de Schipholse grond blij
ven en het hoofd niet in de wolken steken
bij de vaststelling der omstandigheden,
waarin dit conflict zich afspeelt.
Als de vliegers grieven hebben en van
oordeel waren dat aan een staking niet te
ontkomen was om deze grieven behandeld
en geëlimineerd te krijgen, dan kan hun
misschien het verwijt treffen dat zij te
overijld zijn gaan staken, of dat zij tac
tische fouten tegenover de directie hebben
begaan. Doch dat zij zich vergrepen heb
ben aan een stuk nationale trots en een
vlag hebben besmeurd en dat zij zelfs
iets zouden hebben misdaan tegenover de
Koningin: dat is overspannen gepraat,
voortkomend uit een gebrek aan realiteits
zin en een teveel aan nationaal chauvi
nisme, waartegenover de publieke opinie
nuchtere kalmte dient te stellen.
»De controverse,'gerezen tussen de Ne
derlandse en de Antilliaanse regeringen, is
weliswaar niet geheel opgelost, doch de
sfeer is aanzienlijk verbeterd. Ik meen dan
ook thans te kunnen vertrekken in het
volle vertrouwen, dat een volledige oplos
sing op zeer korte termijn kan worden
tegemoet gezien. Ik hoop in elk geval niet
genoodzaakt te zullen zijn in verbard met
deze aangelegenheid nog eens naar Neder
land te moeten reizen."
Dit verklaarde de Antilliaanse minister-
President, de heer E. Jonckheer, die met
minister C. D. Kroon van Sociale en Econo
mische Zaken twee weken in Nederland
heeft vertoefd, even voor zijn vertrek naar
Willemstad.
De controverse waarop de heer Jonck
heer doelde, gaat over de vraag, of gouver
neur Speekenbrink van de Antillen be
voegd is over de kwestie van de uitzetting
van de hoofdredacteur van het Antilliaanse
blad „Beurs- en Nieuwsberichten" een ad
vies uit te brengen aan de hogere konink-
njksinstanties. De Antilliaanse regering be
twist die bevoegdheid. Het betreft hier
voornamelijk de toepassing van art. 24 van
het reglement van de gouverneur. De heer
Speekenbrink heeft zich op dit artikel be
roepen, toen hij weigerde zijn handtekening
le plaatsen onder de afwijzing van het
appel, dat de hoofdredacteur had inge
diend tegen zijn uitwijzing. Hierdoor werd
het rijkskabinet in deze kwestie betrokken.
(Van onze reisredacteur)
KHARTOEM, maart -
Aardrijkskunde zou in
vliegtuigen onderwezen
moeten worden. Behaag
lijk lunchend op twee
duizend meter boven Soe
dan, ziet men in één oog
opslag de ontmoeting tus
sen twee werelden. Bij de
koude kip vliegt men
boven een okeren woestijn
met kamelen, vrouwen die
water in oude petroleum-
blikken op het hoofd dra
gen en peinzende lieren in
Arabisch gewaad aan de
oever van de brede Nijl.
Bij het sinaasappeltje toe
wordt het landschap in
eens vochtig, welige gras
vlakten met ronde neger-
ralen, olifanten, leeuwen
en zwarte mannen met
speren.
Arabic ontmoet Afrika:
uit de twintigste eeuw
van het vliegtuig ziet men
iet rendez-vous van de
middeleeuwse islam met
:1e pikzwarte prehistorie.
Een hartelijke samenkomst is het niet.
Men moet voor de reis naar Juba, de
hoofdstad van Zuid-Soedan, die aan de
Kongo en Oeganda grenst, een vergunning
in Khartoem halen. Nog steeds zijn de
zuidelijke provincies, waar drieëneenhalf
miljoen Afrikaanse negers wonen, de „ge
sloten districten" uit de Britse tijd, door de
Britten geïsoleerd om de primitieve bevol
king te beschermen tegen uitbuiting door
Europeanen of ontwikkelde Noordsoedane-
zen. De uitwerking is averechts. Uit de
broeikas der Britse protectie geraakten de
zwarte naakte Nilo-Hamiten der Afrikaan
se savannes, moerassen en regenwouden
plotseling in de tocht der Arabische on
afhankelijkheid.
Een schielijke overgang: de rijzige Dinka,
misschien christen, vermoedelijk heiden,
die door Juba flaneert, alleen maar dan
ook uitsluitend gekleed in een deukhoed
met een spiegeltje in de bol, waarin hij op
gezette tijden stralend van blijdschap zijn
donker aanschijn bekijkt, moet als goed
Uit de dorre woestijn naar Afrika's groene rijkdom
Soedanees burger stelling nemen inzake
Eisenhower-plan of Bagdad-pact. De Shil-
loeks, wier instinct tot zelfverfraaiing tot
uitslaan der eigen ondertanden noopt
slechts hun vreemde koning draagt al zijn
tanden en heeft dochters die erg nors zijn,
omdat zij uit traditie niet mogen trouwen
worden als loyale Arabieren geacht een
kolossale hekel aan Israel te hebben. De
Nuer-krijger, die de helft van de dag aan
zijn door koemest geschraagde coiffure
besteedt, behoort van verontwaardiging
over te koken over de Franse onderdruk
king van Algerije.
Vervelend genoeg voor Khartoem doet
dit alles de Shilloeks, Nuers, Dinka's, Koe-
koe's, en al die andere Afrikaanse vee
houders, jagers en vissers, hoegenaamd
Het zwarte zuiden: de politierechter
doet uitspraak
niets. Zij hebben slechts een eensgezinde
hekel aan Khartoem zelf, aan de ontwik
kelder noordelingen, die hen besturen, aan
de hele Arabische islam met al zijn mina
retten. Vooral in Oost-Afrika betekent het
woord Arabier maar één ding: slavernij.
Miljoenen Afrikanen zijn er een paar hon
derd jaar lang rillend van angst de bossen
voor in gevlucht. Die berinnering huivert
vandaag in Juba na in een grondeloos
wantrouwen tegen alle bedoelingen van
Khartoem. De zuidelijke provincies, die net
zo weinig bij Khartoem of Omdoerman
passen als Nieuw-Guinea bij Djakarta of
Algerije bij Parijs, voelen zich vandaag
volstrekt niet onafhankelijk, maar integen
deel gekoloniseerd. Zulks tot wanhoop van
de goedbedoelende en bekwamere onder de
noordelijke administrateurs, die menen dat
de zuiderlingen hun paar dozijn talen beter
voor het Arabisch kunnen inruilen, dat
hun snelste ontwikkelingskans binnen de
groot-Soedanese onafhankelijkheid ligt. Er
is nauwelijks één zuiderling, die het ge
looft. Nog geen twee jaar terug kwam het
zuiden zo mgar, irv.opstand, ,tegei\.;.q}c rege
ring. Er viéleh ftan Weerszijden nonderden
doden. Van werkelijke verzoening is sinds
dien nog geen- sprake. Tevergeefs doen de
nationale partijen moeite in het zuiden
meer aanhang te verwerven. Bij de jongste
verkiezingen werden er in de 45 zuidelijke
districten 36 zuidelijke kandidaten gekozen
van de federale en liberale partijen. En de
verkiezingsvanen zeiden het duidelijk: zelf
bestuur, federatie, Arabisch een vreemde
taal, niets te Nasseren, niets te Arabische
Liga'en.
De noordelijken die af en toe uit hun
rol vallend, over „achterlijke heidenen"
spreken of de schuld (niet altijd geheel ten
onrechte) bij missie of zending zoeken
willen niets van federatie weten, daar zij
vrezen, dat dit een eerste stap naar onaf
hankelijkheid van het zuiden of zelfs aan
sluiting bij Oeganda zou betekenen. Moge
lijk, maar bij die uitspraak tuimelen er
ineens een hele serie koloniale apen uit de
smetteloos blanke mouw van de Bandoeng-
moraal. De Noordsoedanees, die gilt van
verontwaardiging over Algerije, vergeet
onvoorzichtig, dat hij morgen aan de dag
een nauwkeurig evenbeeld Van de Alge
rijnse tragedie in eigen land voor eigen
neus kan krijgen, wanneer het zuiden nog
eens in opstand komt en de onderdrukking
minder vlot verloopt. „Mislukte aanpassing
van een bevolkingsgroep, binnen kunst
matige grenzen gedwongen, vereend met
een ongelijksoortige meerderheid.men
hoort de afgevaardigden der ex-koloniale
mogendheden al gniffelen bij zo'n weer-
wraakkans in een UNO-debat. Welke Euro
peaan gnuifde niet toen op de Afro-Azia-
tische solidariteitsconferentie in Cairo
waar de gekleurde afgevaardigden het
wereld-monopolie der politieke moraal
voor zich opeisten en blote rancunes een
bijzonder smal lendendoekje van idealisme
droegen de Somali's plotseling hun
Ethiopische mede-afgevaardigden voor im
perialistische rotte vis scholden.
Op gevaar af de beschuldiging te horen,
dat de blanke imperialisten de gekleurde
broeders tegen elkaar opzetten, blijf ik ge
loven dat zulke conflicten in, of tussen
jonge, gekleurde staten een onvermijde
lijke, 'èn gezonde, etappe in hun ontwik
keling zijn. Zij zullen er op den duur uit
leren dat de scheidslijn blankbruin niet
de enige bron van het kwaad der wereld
is; dat er natuurlijke belangengroepen
tegenstellingen zijn, die alle Bandoengse
vereenvoudigingen doorkruisen. Zulke on
derlinge botsingen worden met de dag tal
rijker. Het sluimerende conflict in Soedan
is er één van. De botsing tussen Arabisch
bruin en Afrikaans zwart is ook elders op
dit grote vasteland voelbaar. Meer en meer
Afrikaanse nationalisten-leiders laten ho
ren, dat zij weliswaar tuk zijn op onaf
hankelijkheid, maar geenszins van plan
daarvoor bij de heer Nasser in het krijt te
geraken. Zij willen hun eigen boontjes
doppen en voelen weinig voor een over-
heersende Arabische positie in Afrika. Een
verheugend verschijnsel, want er is hier en
daar in Afrika nog ruimte en tijd voor het
Westen om de in Azië gemaakte fouten
te voorkomen.
Betekent dit dat men vol leedvermaak
moet hopen op een burgeroorlog in Soe
dan? Natuurlijk niet. Noch de sympathieke
Noordsoedanezen, die zoveel matiging aan
de dag hebben gelegd (de recente verras
sende stembuszege van de pro-westerse
Oemma-partij is daar een hernieuwd be
wijs van), noch de simpele primitieven uit
het zuiden, die bij al hun eigenaardige
gewoonten de natuurlijke waardigheid en
de gulle lach van Afrika bezitten, zou men
eèn bloedige uitêerizetting'toewensen' Men
kan slechts hopen, dat de Noordsoedanezen
blijvend en geduldig zullen beseffen, dat
Soedan geen Arabisch, islamitisch land is,
maar een Afro-Arabische, multi-religieuze
staat. Het zou een lesje in verdraagzaam
heid kunnen zijn.
ADVERTENTIE
is onze GF,RO-afdeIing. Als u daar
rondkijkt, ziet u steeds iets anders, dal
u boeit, dat u zal bevallen. Geen won
der GERO-artikelen in uw huis zijn
een kostbaar bezit.
Wij kunnen u alles op dit gebied
laten zien.
De kleine zaak met de grootste keuze
Grote. Houtstraat 49 - Telefoon 20049
Oppervlakkig beschouwd is
de mensheid in te delen in
twee grote groepen: de ene
categorie omvat de lieden, die
altijd dromen van avonturen
en er nimmer een beleven; de
andere groep wordt gevormd
door hen, die argeloos door het
leven stappen en voortdurend
verwikkeld raken in opzien
barende, interessante beleve
nissen.
Dit alles heeft met leeftijd
blijkbaar niets te maken. De
avonturen besluipen hun uit
verkorenen zonder aanzien des
persoons zij kiezen de avon
turiers uit op een volkomen
willekeurige, ongeregelde wij
ze. Het uiterlijk doet er even
min iets toe. Men ontmoet
soms mensen, die de zuivere
personificatie van de spreek
woordelijke buitenman schij
nen te zijn, prooi voor gooche
me jongens en meisjes, bereid
om uitgeschud en bedrogen te
worden en later blijkt dat
zij hun leven hebben doorge
bracht met het vangen van
tijgers in Bengalen of het be
studeren van de levens- en
doodgewoonten der koppen
snellers in Nieuw-Guinea.
Een ander maal kan men te
doen krijgen met mensen die
eruit zien alsof zij van de ene
amoureuze belevenis in de an
dere vallen en het volle leven
met gulzige teugen bij dag en
bij avond genieten, terwijl zij
in werkelijkheid met vakantie
zijn van het seminarium of de
functie van lekenbroeder bij
de voortplanting des geloofs
bekleden.
Mensenkennis kan hierbij
niet helpen het gevaar voor
schromelijke vergissingen blijft
altijd bestaan en men doet er
goed aan, niet te snel met een
oordeel of een waardering te
zijn
Als deze regels totnutoe over
„mensen" handelden, betekent
dat geenszins dat daarbij de
vrouwen niet ter sprake zou
den komen. Vrouwen zijn
eveneens mensen, zoals men
weet, en het verschijnsel der
uiterlijke misleiding doet zich
ook bij haar zeer regelmatig
voor. Welke man heeft in zijn
leven niet de vrouw ontmoet,
die hem inspireerde tot visioe
nen van romantische onmaat
schappelijkheid, schakingen,
zwerftochten door woeste stre
ken, wonen in boomhutten en
nuttigen van vruchten des
velds, dat alles gekruid met de
Spaanse peper ener vlammen
de liefde? De vrouw, die ten
slotte slechts één samengesteld
verlangen bleek te hebben, na
melijk een man met een spaar
bankboekje, een drietal nette
kinderen, een ijskast en een
televisie?
Maar eveneens waren in dit
bestaan de vrouwen rond, die
de schijn weten te wekken, zo
juist voor een wijle de non
nensluier te hebben afgelegd
en die de burgerlijke man,
wiens ideaal gelegen was in de
vroomheid, het spaarbank
boekje en het drietal nette
kinderen, meesleept in een
roekeloos avontuur van wer
velend, dansend en lachend
gedoe, waarin hij duizelig mee
draait en meestal halverwege
amechtig afscheid neemt?
Dit alles is geconstateerd.
Doch misschien is het te op
pervlakkig beschouwd en
ligt de verklaring in de veran
derlijkheid der mensen, die op
een goed moment zich plotse
ling herboren voelen worden
onder een of andere ondefi
nieerbare impuls en dan uit
de huid van hun tradities
kruipen, om het tegenoverge
stelde te gaan doen van wat ze
altijd gedaan hebben.
Misschien is het nooit te
voren te zeggen zelfs niet
door degene die het onderwerp
vormt of een mens zichzelf
zal blijven, dan wel een ander
worden zal. Misschien maken
de mensen elkander, zonder
dat zij de bedoeling hebben dat
te doen, of zonder dat zij we
ten wat het worden zal.
Want tenslotte leeft de mens,
als enkeling in de eenzaamheid
van zijn ik-cirkeltje, bij de
gratie der impulsen van buiten
en volgens de reacties in zijn
binnenste. Wellicht wordt een
groot avontuur gemaakt dooi
de reacties, op een overvloed
van saaiheid die hem omringt.
En misschien ontstaat de bra
ve burger als een produkt van
wilde avonturen, die uitge
raasd zijn in een stilstaand
meer van bevrediging. Wie
weet?
Doch zeker is, dat de velen
die langs ons gaan in de stra
ten, in de parken, op de wegen,
onpeilbaar zijn en onkenbaar
achter de maskers hunner uit
gestreken gezichten. De stijve
huisvader met de dreinende
kinderen aan het hek van het
hertenkamp is misschien
clown in een Wild-West-circus
geweest en de gezette vrouw
achter de volgeladen kinder
wagen heeft wellicht jongelie
den in zielsellende naar het
Vreemdelingenlegioen gedre
ven.
En als hij geen clown en zij
geen verleidster is geweest,
dan hadden zij het kunnen zijn
wanneer in hun leven de
impuls gekomen was, die de
vonk deed overspringen en de
wufte romantiek deed binnen
stromen in het vacuum, dat de
vliedende burgerlijkheid ach
terliet.
Het is een koortsige gedach
te, dat dit alles bij alle mensen
op ieder moment mogelijk is.
Neen, zeg niet dat ge stevig
in uw burgermansschoenen
staat en dat zeven kinderen en
een nog niet afbetaalde stof
zuiger u ketent aan uw leven
tje van alledag. Want niemand
is geketend en iedereen staat
bloot aan de pijlen van het
grote avontuur, dat zijn slacht
offers zoekt en vindt met de
willekeur van een verdwaal
de kogel.
Wie weet morgen al.
En na dit alles gelezen te
hebben, is het zaak het ver
stand koel te houden en niet
voorzichtig rond te speuren
naar de mogelijkheden van
een plotselinge, exploderende
klap van het romantische
leven, waardoor ge zoudt kun
nen worden weggeslingerd in
de jungle, waar de avonturen
zich om uw benen slingeren
als lianen en waar gerietrokte
vrouwen met bloemen in het
haar lonkend achter bomen
gluren.
Want wie zoekt, blijft wat
hij is.
Het avontuur is voor de ar-
gelozen, die enkel verlangen
op de rechte paden te blijven
gaan en niets wensen buiten
datgene wat ze hebben.
Als ge een argeloos mens
ontmoet, zoudt ge hem om
zichtig kunnen volgen. En dan
zoudt ge kunnen zien, dat hij
plotseling in een aardspleet
verdwijnt of door een engel
naar de wolken wordt gevoerd,
terwijl zijn argeloze gezicht
oprechte verbazing en sterke
wrevel uitdrukt.
Wie het avontuur zoekt,
wordt overgeslagen. En daar
om beleven in onze tijd zo
weinig stervelingen nog echte,
daverende avonturen. J. L.
IJ it gedroomd
Als ik het juist zie (en ik zie het altijd
juist, dat weet u toch?) dan is de openbare
belangstelling voor de invullerij van rare
vragen, de puzzelarij om hoge prijzen, het
dingen naar de vette potten van dromen
land, sterk aan het verminderen
De rage van kijk-u-rijk en gis-niet-mis
en dok-uw-gok is afnemende. De koorts is
gezakt. De potten worden mager. En dro
menland komt te ver achter de horizon te
liggen. Ik geloof dat minister Samkalden
de zaak rustig kan laten betijen. De dikke
dames die heur frappante kennis van de
subtiele onderscheiden in het Nederlandse
taalgebruik voor tal van briefjes van dui
zend te gelde maakten om heur dromen
omtrent wasmachines en ijsboksen met nog
een reisje naar de Riviera op de koop toe
lot ware werkelijkheid te maken, verschij
nen nauwelijks meer op het appèl om de
meneer van de krant te vertellen dat het,
bij Jove, nooit gokken maar zuivere we
tenschap geweest is, die haar die zware
ijskast in de omvangrijke schoot heeft ge
worpen en de heren super-Neerlandici, die
na rijp beraad aan het invullen sloegen om
daarmee in de slappe was en de krant te
komen, hebben zich blijkbaar teruggetrok
ken in de stille anonimiteit van de weten
schap.
Ach, aan alle dromen kom,t een eind en
wanneer men gedurende vele weken zijn
kostbare kwartjes heeft bijgeplakt tenein
de bij de wastobbe en over het keuken
fornuis te dromen van bungalows in het
groen en glanzende sleeën en iedere dag
zoveel moorkoppen als de maagkleppen
toelaten, en week na keek, een eindeloos-
lijkende reeks vrijdagen lang, spat de
droom kapot op een andere dikke dame
of een andere taalgeleerde-uit-de-anonimi-
teit, dan gaat men kwaad worden en nijdig
en vilein; dan denkt men: beter géén
kwartjes plakken voor dwaze dromen die
tenslotte op voor-de-mal-houderijen gaan
lijken, dan mij week na week groen te er
geren omdat het alweer mis is; beter re-
eel en droomloos de vaat doen en voor de
2341ste keer pappa's ondergoedjes door het
zeepsop halen en aardappelen koken en
bedden afhalen en opmaken en het vloer
zeil boenen, dan mij een week lang blij
maken met een puzzelmus die vrijdag toch
weer morsdood, tussen de pruimenjam en
de sjokelade-hagelslag op de ontbijttafel
komt vallen.
Want psychologisch zit de misrekening
der puzzelheren hier: men heeft een paar
honderd mensen de gelukkigste dag van
hun leven bezorgd maar men heeft dui
zenden en tienduizenden week na week
bitter teleurgesteld. Men hèeft enige tien
tallen lieden als taaigenieën voor volk en
vaderland ten toon gesteld maar men heeft
tienduizenden aan zich zelf onthuld als
dommerikken die zich iedere week weer
aan dezelfde steen stootten waarvoor zij
nog nutteloze kwartjes hadden neergeteld
bovendien.
De vlam van gouddorst, die een half jaar
geleden nog als een laaiende toorts boven
het land stond en waar te velen als mug
gen op het licht toegesneld kwamen heeft
duizenden en duizenden dromenvleugels
gezengd en is als een sputterende kaars
aan het_ uitjjjeteren.
De puzzeilust is tot ontiisï"verkeerd,"(T&
geestdrift tot geirriteerde boosheid, de
droom tot ontgoochelende werkelijkheid.
Het goede volk van Nederland, is terugge
keerd tot rijn spreekwoordelijke nuchter
heid, de rage is uitgeraasd, de potten ver
minderen zienderogen, een hoofdstuk der
vaderlandse cultuurhistorie loopt ten einde.
Hoeveel moorkoppen rijn aan al die ver
geefse kwartjes teloor gegaan?
Elias
(Van onze correspondent in Londen
Premier Macmillan heeft in het Lager
huis gezegd, dat de oorzaak van het inci
dent, waarbij een kernwapen in de Ver
enigde Staten neerviel, spoedig vastgesteld
was. Washington heeft Londen vrijwel
onmiddellijk ingelicht over een nieuwe
veiligheidsmethode, waardoor een herha
ling van het voorval vrijwel wordt uitge
sloten. Macmillan bevestigde, dat kern
wapens door vliegtuigen boven Groot-
Brittannië worden vervoerd bij speciale
spreidingsoefening of bij oefenvluchten,
waarbij het nodig is de wapens van het
ene naar het andere vliegveld over te
brengen. De vervoerde wapens zijn echter
nóóit gereed voor onmiddellijk gebruik.
Macmillan herhaalde dat uitgebreide hand
grepen door de bemanning nodig zijn om
een wapen voor explosie gereed te maken.
Ze kunnen niet per ongeluk worden afge
steld. Macmillan zei, dat de gevolgen van
het incident in Amerika overeenkomstig
de verwachting waren en dat er zeer wei
nig schade is aangericht. Stopzetting van
vluchten met kernwapens zou de oefening
benadelen en ook de waterstofbom als af
schrikkingsmiddel verzwakken.
Aneurin Bevan, de woordvoerder van de
oppositie voor de buitenlandse politiek, zei
dat eerst was vastgesteld alsof het nood
zakelijk was kernwapens in de lucht te
hebben als middel tot afschrikking. Dit
argument heeft me.i blijkbaar laten val
len. Thans wordt gezegd, dat het nodig
is voor oefendoeleinden.
Macmillan antwoordde, dat het voor
training nodig is, dat zowel de bom als
het afstelapparaat wordt meegevoerd. De
bom is in de lucht nooit scherp gesteld.
Macmillan zei, dat er vaak grote hoeveel
heden kernwapens op oefenvluchten mee
gevoerd worden en dat het onverstandig
zou zijn ze te lang te scheiden van het
afstelapparaat. Hij doelde hiermede ken
nelijk op een plotselinge noodtoestand.
Oppositieleider Gaitskell vroeg waarom
het nodig is de wapens bij oefenvluchten
mee te nemen, indien deze nooit worden
afgesteld. Macmillan zei dat in zoverre het
toestellen betreft, die in Groot-Brittannië
zijn gestationeerd, zo veel mogelijk imita-
tiebommen worden gebruikt.
De ongerustheid is door de gedachten-
wisseling niet helemaal weggenomen. Er
was nog een speciaal punt, waarop Mac
millan beloofde later terug te komen. De
vraag werd namelijk gesteld of er, indien
een vliegtuig met een kernwapen aan
boord in vlammen zou neerstorten, in
dat geval geen radio-actief gas zou wor
den verspreid.