K.AL.M Bij koude kip boven de woestijn, bij toetje de Afrikaanse jungle Opstandig Zuiden voelt zich gekoloniseerd r r Avontuur Van dag tot dag j SOEDAN UIT EEN VLIEGTUIG <~Prcicitótoel 3 Antilliaanse ministers vertrokken Angst voor slavernij Koloniale apen Onvermijdelijk èn gezond IRONISCHE DREIGING VAN „TWEEDE ALGERIJE" Een afdeling vol verrassingen T Silver Stoepke &p de Macmillan verdedigt oefen- vluchten met kernwapens Labour niet overtuigd van de noodzaak DONDERDAG 20 MAART 1958 9 TE Er bestaat thans hoop op een verzoenend compromis in het K.L.M.-conflict en er zullen weinig lieden in den lande zijn, die een vredesverdrag tussen de directie en de vliegers niet met vreugde zullen be groeten. Als deze verzoening tot stand komt, zijn misschien nog niet alle haken en ogen verwijderd in de verhouding tus sen de twee partijen en moeten wellicht nog langdurige onderhandelingen over kwesties, die als grieven worden be schouwd, worden gevoerd, doch men mag aannemen dat een goede basis voor onderhandelingen dan zal zijn gelegd en dat de aangelegenheid een afwikkeling zal krijgen volgens de normale procedure van interne bedrijfsgeschillen. Die normale procedure is intussen wel danig in het gedrang gekomen door de demonstratie van opvattingen, die het hele geval volkomen scheef trekken. Deze op vattingen kwamen van kanten, die niet als partij in het geschil kunnen gelden, doch die op een of andere wijze toch een zekere autoriteit trachten tentoon te spreiden en op die wijze misschien van invloed zouden kunnen zijn op de openbare mening. Er zijn mensen die in de K.L.M. hard nekkig iets anders willen zien dan wat zij in feite is, namelijk een bedrijf dat zich bezighoudt met het vervoeren van passa giers en vracht. Een bedrijf als ieder ander bedrijf, waarin de overheid financieel ge ïnteresseerd is en dat nu eenmaal arbeids verhoudingen kent, die zoals in alle bedrijven het geval is arbeidsgeschillen kunnen opleveren. Sommigen blijken de K.L.M. te beschou wen als 'n boven alle bedrijfshuishoudelijke, commerciële ondernemingen verheven nationale relikwie, omgeven door een geur van vaderlandse trots en onaantastbaar als een nationaal monument. Een instel ling, waarmee de eer van de vlag staat of valt en waarvan de employés gebonden zijn aan een unieke soort van heilige plichtsbetrachting door dik en dun, zoals men die zou kunnen aantreffen bij een leger in volle oorlogstijd. Toevallig zijn vele K.L.M.-vliegers van afkomst militairen en er is in het begin van dit conflict door de vliegersvereniging gewag gemaakt van bezwaren tegen „al te militairistische opvattingen en methoden in de K.L.M.-directie". Dezer dagen heeft de oud-commandant der vliegschool Soes- terberg, generaal-majoor b.d. W. C. J. Versteegh, een merkwaardige brief vol r/ietoriek aan de stakende vliegers ge schreven, waarin hij pathetisch verwijst naar „de Hollandse vlag, het hoogst in de lucht gedragen" en de vliegers verwijt, dat zij die vlag „met de voeten hebben ge treden". „Hoe durft u straks Uwe Koning in nog in de ogen te zien?" vraagt deze strenge militaire figuur, die blijkbaar in een eigen vermilitariseerd wereldje leeft en de K.L.M. beschouwt als factor van het nationale „to be or not to be". Dit gaat te ver. Wij willen ons niet wagen aan een analyse van het arbeids conflict bij de K.L.M., noch een oordeel geven over schuld of tactloosheid bij een der, of beide, partijen. Doch men moet met beide benen op de Schipholse grond blij ven en het hoofd niet in de wolken steken bij de vaststelling der omstandigheden, waarin dit conflict zich afspeelt. Als de vliegers grieven hebben en van oordeel waren dat aan een staking niet te ontkomen was om deze grieven behandeld en geëlimineerd te krijgen, dan kan hun misschien het verwijt treffen dat zij te overijld zijn gaan staken, of dat zij tac tische fouten tegenover de directie hebben begaan. Doch dat zij zich vergrepen heb ben aan een stuk nationale trots en een vlag hebben besmeurd en dat zij zelfs iets zouden hebben misdaan tegenover de Koningin: dat is overspannen gepraat, voortkomend uit een gebrek aan realiteits zin en een teveel aan nationaal chauvi nisme, waartegenover de publieke opinie nuchtere kalmte dient te stellen. »De controverse,'gerezen tussen de Ne derlandse en de Antilliaanse regeringen, is weliswaar niet geheel opgelost, doch de sfeer is aanzienlijk verbeterd. Ik meen dan ook thans te kunnen vertrekken in het volle vertrouwen, dat een volledige oplos sing op zeer korte termijn kan worden tegemoet gezien. Ik hoop in elk geval niet genoodzaakt te zullen zijn in verbard met deze aangelegenheid nog eens naar Neder land te moeten reizen." Dit verklaarde de Antilliaanse minister- President, de heer E. Jonckheer, die met minister C. D. Kroon van Sociale en Econo mische Zaken twee weken in Nederland heeft vertoefd, even voor zijn vertrek naar Willemstad. De controverse waarop de heer Jonck heer doelde, gaat over de vraag, of gouver neur Speekenbrink van de Antillen be voegd is over de kwestie van de uitzetting van de hoofdredacteur van het Antilliaanse blad „Beurs- en Nieuwsberichten" een ad vies uit te brengen aan de hogere konink- njksinstanties. De Antilliaanse regering be twist die bevoegdheid. Het betreft hier voornamelijk de toepassing van art. 24 van het reglement van de gouverneur. De heer Speekenbrink heeft zich op dit artikel be roepen, toen hij weigerde zijn handtekening le plaatsen onder de afwijzing van het appel, dat de hoofdredacteur had inge diend tegen zijn uitwijzing. Hierdoor werd het rijkskabinet in deze kwestie betrokken. (Van onze reisredacteur) KHARTOEM, maart - Aardrijkskunde zou in vliegtuigen onderwezen moeten worden. Behaag lijk lunchend op twee duizend meter boven Soe dan, ziet men in één oog opslag de ontmoeting tus sen twee werelden. Bij de koude kip vliegt men boven een okeren woestijn met kamelen, vrouwen die water in oude petroleum- blikken op het hoofd dra gen en peinzende lieren in Arabisch gewaad aan de oever van de brede Nijl. Bij het sinaasappeltje toe wordt het landschap in eens vochtig, welige gras vlakten met ronde neger- ralen, olifanten, leeuwen en zwarte mannen met speren. Arabic ontmoet Afrika: uit de twintigste eeuw van het vliegtuig ziet men iet rendez-vous van de middeleeuwse islam met :1e pikzwarte prehistorie. Een hartelijke samenkomst is het niet. Men moet voor de reis naar Juba, de hoofdstad van Zuid-Soedan, die aan de Kongo en Oeganda grenst, een vergunning in Khartoem halen. Nog steeds zijn de zuidelijke provincies, waar drieëneenhalf miljoen Afrikaanse negers wonen, de „ge sloten districten" uit de Britse tijd, door de Britten geïsoleerd om de primitieve bevol king te beschermen tegen uitbuiting door Europeanen of ontwikkelde Noordsoedane- zen. De uitwerking is averechts. Uit de broeikas der Britse protectie geraakten de zwarte naakte Nilo-Hamiten der Afrikaan se savannes, moerassen en regenwouden plotseling in de tocht der Arabische on afhankelijkheid. Een schielijke overgang: de rijzige Dinka, misschien christen, vermoedelijk heiden, die door Juba flaneert, alleen maar dan ook uitsluitend gekleed in een deukhoed met een spiegeltje in de bol, waarin hij op gezette tijden stralend van blijdschap zijn donker aanschijn bekijkt, moet als goed Uit de dorre woestijn naar Afrika's groene rijkdom Soedanees burger stelling nemen inzake Eisenhower-plan of Bagdad-pact. De Shil- loeks, wier instinct tot zelfverfraaiing tot uitslaan der eigen ondertanden noopt slechts hun vreemde koning draagt al zijn tanden en heeft dochters die erg nors zijn, omdat zij uit traditie niet mogen trouwen worden als loyale Arabieren geacht een kolossale hekel aan Israel te hebben. De Nuer-krijger, die de helft van de dag aan zijn door koemest geschraagde coiffure besteedt, behoort van verontwaardiging over te koken over de Franse onderdruk king van Algerije. Vervelend genoeg voor Khartoem doet dit alles de Shilloeks, Nuers, Dinka's, Koe- koe's, en al die andere Afrikaanse vee houders, jagers en vissers, hoegenaamd Het zwarte zuiden: de politierechter doet uitspraak niets. Zij hebben slechts een eensgezinde hekel aan Khartoem zelf, aan de ontwik kelder noordelingen, die hen besturen, aan de hele Arabische islam met al zijn mina retten. Vooral in Oost-Afrika betekent het woord Arabier maar één ding: slavernij. Miljoenen Afrikanen zijn er een paar hon derd jaar lang rillend van angst de bossen voor in gevlucht. Die berinnering huivert vandaag in Juba na in een grondeloos wantrouwen tegen alle bedoelingen van Khartoem. De zuidelijke provincies, die net zo weinig bij Khartoem of Omdoerman passen als Nieuw-Guinea bij Djakarta of Algerije bij Parijs, voelen zich vandaag volstrekt niet onafhankelijk, maar integen deel gekoloniseerd. Zulks tot wanhoop van de goedbedoelende en bekwamere onder de noordelijke administrateurs, die menen dat de zuiderlingen hun paar dozijn talen beter voor het Arabisch kunnen inruilen, dat hun snelste ontwikkelingskans binnen de groot-Soedanese onafhankelijkheid ligt. Er is nauwelijks één zuiderling, die het ge looft. Nog geen twee jaar terug kwam het zuiden zo mgar, irv.opstand, ,tegei\.;.q}c rege ring. Er viéleh ftan Weerszijden nonderden doden. Van werkelijke verzoening is sinds dien nog geen- sprake. Tevergeefs doen de nationale partijen moeite in het zuiden meer aanhang te verwerven. Bij de jongste verkiezingen werden er in de 45 zuidelijke districten 36 zuidelijke kandidaten gekozen van de federale en liberale partijen. En de verkiezingsvanen zeiden het duidelijk: zelf bestuur, federatie, Arabisch een vreemde taal, niets te Nasseren, niets te Arabische Liga'en. De noordelijken die af en toe uit hun rol vallend, over „achterlijke heidenen" spreken of de schuld (niet altijd geheel ten onrechte) bij missie of zending zoeken willen niets van federatie weten, daar zij vrezen, dat dit een eerste stap naar onaf hankelijkheid van het zuiden of zelfs aan sluiting bij Oeganda zou betekenen. Moge lijk, maar bij die uitspraak tuimelen er ineens een hele serie koloniale apen uit de smetteloos blanke mouw van de Bandoeng- moraal. De Noordsoedanees, die gilt van verontwaardiging over Algerije, vergeet onvoorzichtig, dat hij morgen aan de dag een nauwkeurig evenbeeld Van de Alge rijnse tragedie in eigen land voor eigen neus kan krijgen, wanneer het zuiden nog eens in opstand komt en de onderdrukking minder vlot verloopt. „Mislukte aanpassing van een bevolkingsgroep, binnen kunst matige grenzen gedwongen, vereend met een ongelijksoortige meerderheid.men hoort de afgevaardigden der ex-koloniale mogendheden al gniffelen bij zo'n weer- wraakkans in een UNO-debat. Welke Euro peaan gnuifde niet toen op de Afro-Azia- tische solidariteitsconferentie in Cairo waar de gekleurde afgevaardigden het wereld-monopolie der politieke moraal voor zich opeisten en blote rancunes een bijzonder smal lendendoekje van idealisme droegen de Somali's plotseling hun Ethiopische mede-afgevaardigden voor im perialistische rotte vis scholden. Op gevaar af de beschuldiging te horen, dat de blanke imperialisten de gekleurde broeders tegen elkaar opzetten, blijf ik ge loven dat zulke conflicten in, of tussen jonge, gekleurde staten een onvermijde lijke, 'èn gezonde, etappe in hun ontwik keling zijn. Zij zullen er op den duur uit leren dat de scheidslijn blankbruin niet de enige bron van het kwaad der wereld is; dat er natuurlijke belangengroepen tegenstellingen zijn, die alle Bandoengse vereenvoudigingen doorkruisen. Zulke on derlinge botsingen worden met de dag tal rijker. Het sluimerende conflict in Soedan is er één van. De botsing tussen Arabisch bruin en Afrikaans zwart is ook elders op dit grote vasteland voelbaar. Meer en meer Afrikaanse nationalisten-leiders laten ho ren, dat zij weliswaar tuk zijn op onaf hankelijkheid, maar geenszins van plan daarvoor bij de heer Nasser in het krijt te geraken. Zij willen hun eigen boontjes doppen en voelen weinig voor een over- heersende Arabische positie in Afrika. Een verheugend verschijnsel, want er is hier en daar in Afrika nog ruimte en tijd voor het Westen om de in Azië gemaakte fouten te voorkomen. Betekent dit dat men vol leedvermaak moet hopen op een burgeroorlog in Soe dan? Natuurlijk niet. Noch de sympathieke Noordsoedanezen, die zoveel matiging aan de dag hebben gelegd (de recente verras sende stembuszege van de pro-westerse Oemma-partij is daar een hernieuwd be wijs van), noch de simpele primitieven uit het zuiden, die bij al hun eigenaardige gewoonten de natuurlijke waardigheid en de gulle lach van Afrika bezitten, zou men eèn bloedige uitêerizetting'toewensen' Men kan slechts hopen, dat de Noordsoedanezen blijvend en geduldig zullen beseffen, dat Soedan geen Arabisch, islamitisch land is, maar een Afro-Arabische, multi-religieuze staat. Het zou een lesje in verdraagzaam heid kunnen zijn. ADVERTENTIE is onze GF,RO-afdeIing. Als u daar rondkijkt, ziet u steeds iets anders, dal u boeit, dat u zal bevallen. Geen won der GERO-artikelen in uw huis zijn een kostbaar bezit. Wij kunnen u alles op dit gebied laten zien. De kleine zaak met de grootste keuze Grote. Houtstraat 49 - Telefoon 20049 Oppervlakkig beschouwd is de mensheid in te delen in twee grote groepen: de ene categorie omvat de lieden, die altijd dromen van avonturen en er nimmer een beleven; de andere groep wordt gevormd door hen, die argeloos door het leven stappen en voortdurend verwikkeld raken in opzien barende, interessante beleve nissen. Dit alles heeft met leeftijd blijkbaar niets te maken. De avonturen besluipen hun uit verkorenen zonder aanzien des persoons zij kiezen de avon turiers uit op een volkomen willekeurige, ongeregelde wij ze. Het uiterlijk doet er even min iets toe. Men ontmoet soms mensen, die de zuivere personificatie van de spreek woordelijke buitenman schij nen te zijn, prooi voor gooche me jongens en meisjes, bereid om uitgeschud en bedrogen te worden en later blijkt dat zij hun leven hebben doorge bracht met het vangen van tijgers in Bengalen of het be studeren van de levens- en doodgewoonten der koppen snellers in Nieuw-Guinea. Een ander maal kan men te doen krijgen met mensen die eruit zien alsof zij van de ene amoureuze belevenis in de an dere vallen en het volle leven met gulzige teugen bij dag en bij avond genieten, terwijl zij in werkelijkheid met vakantie zijn van het seminarium of de functie van lekenbroeder bij de voortplanting des geloofs bekleden. Mensenkennis kan hierbij niet helpen het gevaar voor schromelijke vergissingen blijft altijd bestaan en men doet er goed aan, niet te snel met een oordeel of een waardering te zijn Als deze regels totnutoe over „mensen" handelden, betekent dat geenszins dat daarbij de vrouwen niet ter sprake zou den komen. Vrouwen zijn eveneens mensen, zoals men weet, en het verschijnsel der uiterlijke misleiding doet zich ook bij haar zeer regelmatig voor. Welke man heeft in zijn leven niet de vrouw ontmoet, die hem inspireerde tot visioe nen van romantische onmaat schappelijkheid, schakingen, zwerftochten door woeste stre ken, wonen in boomhutten en nuttigen van vruchten des velds, dat alles gekruid met de Spaanse peper ener vlammen de liefde? De vrouw, die ten slotte slechts één samengesteld verlangen bleek te hebben, na melijk een man met een spaar bankboekje, een drietal nette kinderen, een ijskast en een televisie? Maar eveneens waren in dit bestaan de vrouwen rond, die de schijn weten te wekken, zo juist voor een wijle de non nensluier te hebben afgelegd en die de burgerlijke man, wiens ideaal gelegen was in de vroomheid, het spaarbank boekje en het drietal nette kinderen, meesleept in een roekeloos avontuur van wer velend, dansend en lachend gedoe, waarin hij duizelig mee draait en meestal halverwege amechtig afscheid neemt? Dit alles is geconstateerd. Doch misschien is het te op pervlakkig beschouwd en ligt de verklaring in de veran derlijkheid der mensen, die op een goed moment zich plotse ling herboren voelen worden onder een of andere ondefi nieerbare impuls en dan uit de huid van hun tradities kruipen, om het tegenoverge stelde te gaan doen van wat ze altijd gedaan hebben. Misschien is het nooit te voren te zeggen zelfs niet door degene die het onderwerp vormt of een mens zichzelf zal blijven, dan wel een ander worden zal. Misschien maken de mensen elkander, zonder dat zij de bedoeling hebben dat te doen, of zonder dat zij we ten wat het worden zal. Want tenslotte leeft de mens, als enkeling in de eenzaamheid van zijn ik-cirkeltje, bij de gratie der impulsen van buiten en volgens de reacties in zijn binnenste. Wellicht wordt een groot avontuur gemaakt dooi de reacties, op een overvloed van saaiheid die hem omringt. En misschien ontstaat de bra ve burger als een produkt van wilde avonturen, die uitge raasd zijn in een stilstaand meer van bevrediging. Wie weet? Doch zeker is, dat de velen die langs ons gaan in de stra ten, in de parken, op de wegen, onpeilbaar zijn en onkenbaar achter de maskers hunner uit gestreken gezichten. De stijve huisvader met de dreinende kinderen aan het hek van het hertenkamp is misschien clown in een Wild-West-circus geweest en de gezette vrouw achter de volgeladen kinder wagen heeft wellicht jongelie den in zielsellende naar het Vreemdelingenlegioen gedre ven. En als hij geen clown en zij geen verleidster is geweest, dan hadden zij het kunnen zijn wanneer in hun leven de impuls gekomen was, die de vonk deed overspringen en de wufte romantiek deed binnen stromen in het vacuum, dat de vliedende burgerlijkheid ach terliet. Het is een koortsige gedach te, dat dit alles bij alle mensen op ieder moment mogelijk is. Neen, zeg niet dat ge stevig in uw burgermansschoenen staat en dat zeven kinderen en een nog niet afbetaalde stof zuiger u ketent aan uw leven tje van alledag. Want niemand is geketend en iedereen staat bloot aan de pijlen van het grote avontuur, dat zijn slacht offers zoekt en vindt met de willekeur van een verdwaal de kogel. Wie weet morgen al. En na dit alles gelezen te hebben, is het zaak het ver stand koel te houden en niet voorzichtig rond te speuren naar de mogelijkheden van een plotselinge, exploderende klap van het romantische leven, waardoor ge zoudt kun nen worden weggeslingerd in de jungle, waar de avonturen zich om uw benen slingeren als lianen en waar gerietrokte vrouwen met bloemen in het haar lonkend achter bomen gluren. Want wie zoekt, blijft wat hij is. Het avontuur is voor de ar- gelozen, die enkel verlangen op de rechte paden te blijven gaan en niets wensen buiten datgene wat ze hebben. Als ge een argeloos mens ontmoet, zoudt ge hem om zichtig kunnen volgen. En dan zoudt ge kunnen zien, dat hij plotseling in een aardspleet verdwijnt of door een engel naar de wolken wordt gevoerd, terwijl zijn argeloze gezicht oprechte verbazing en sterke wrevel uitdrukt. Wie het avontuur zoekt, wordt overgeslagen. En daar om beleven in onze tijd zo weinig stervelingen nog echte, daverende avonturen. J. L. IJ it gedroomd Als ik het juist zie (en ik zie het altijd juist, dat weet u toch?) dan is de openbare belangstelling voor de invullerij van rare vragen, de puzzelarij om hoge prijzen, het dingen naar de vette potten van dromen land, sterk aan het verminderen De rage van kijk-u-rijk en gis-niet-mis en dok-uw-gok is afnemende. De koorts is gezakt. De potten worden mager. En dro menland komt te ver achter de horizon te liggen. Ik geloof dat minister Samkalden de zaak rustig kan laten betijen. De dikke dames die heur frappante kennis van de subtiele onderscheiden in het Nederlandse taalgebruik voor tal van briefjes van dui zend te gelde maakten om heur dromen omtrent wasmachines en ijsboksen met nog een reisje naar de Riviera op de koop toe lot ware werkelijkheid te maken, verschij nen nauwelijks meer op het appèl om de meneer van de krant te vertellen dat het, bij Jove, nooit gokken maar zuivere we tenschap geweest is, die haar die zware ijskast in de omvangrijke schoot heeft ge worpen en de heren super-Neerlandici, die na rijp beraad aan het invullen sloegen om daarmee in de slappe was en de krant te komen, hebben zich blijkbaar teruggetrok ken in de stille anonimiteit van de weten schap. Ach, aan alle dromen kom,t een eind en wanneer men gedurende vele weken zijn kostbare kwartjes heeft bijgeplakt tenein de bij de wastobbe en over het keuken fornuis te dromen van bungalows in het groen en glanzende sleeën en iedere dag zoveel moorkoppen als de maagkleppen toelaten, en week na keek, een eindeloos- lijkende reeks vrijdagen lang, spat de droom kapot op een andere dikke dame of een andere taalgeleerde-uit-de-anonimi- teit, dan gaat men kwaad worden en nijdig en vilein; dan denkt men: beter géén kwartjes plakken voor dwaze dromen die tenslotte op voor-de-mal-houderijen gaan lijken, dan mij week na week groen te er geren omdat het alweer mis is; beter re- eel en droomloos de vaat doen en voor de 2341ste keer pappa's ondergoedjes door het zeepsop halen en aardappelen koken en bedden afhalen en opmaken en het vloer zeil boenen, dan mij een week lang blij maken met een puzzelmus die vrijdag toch weer morsdood, tussen de pruimenjam en de sjokelade-hagelslag op de ontbijttafel komt vallen. Want psychologisch zit de misrekening der puzzelheren hier: men heeft een paar honderd mensen de gelukkigste dag van hun leven bezorgd maar men heeft dui zenden en tienduizenden week na week bitter teleurgesteld. Men hèeft enige tien tallen lieden als taaigenieën voor volk en vaderland ten toon gesteld maar men heeft tienduizenden aan zich zelf onthuld als dommerikken die zich iedere week weer aan dezelfde steen stootten waarvoor zij nog nutteloze kwartjes hadden neergeteld bovendien. De vlam van gouddorst, die een half jaar geleden nog als een laaiende toorts boven het land stond en waar te velen als mug gen op het licht toegesneld kwamen heeft duizenden en duizenden dromenvleugels gezengd en is als een sputterende kaars aan het_ uitjjjeteren. De puzzeilust is tot ontiisï"verkeerd,"(T& geestdrift tot geirriteerde boosheid, de droom tot ontgoochelende werkelijkheid. Het goede volk van Nederland, is terugge keerd tot rijn spreekwoordelijke nuchter heid, de rage is uitgeraasd, de potten ver minderen zienderogen, een hoofdstuk der vaderlandse cultuurhistorie loopt ten einde. Hoeveel moorkoppen rijn aan al die ver geefse kwartjes teloor gegaan? Elias (Van onze correspondent in Londen Premier Macmillan heeft in het Lager huis gezegd, dat de oorzaak van het inci dent, waarbij een kernwapen in de Ver enigde Staten neerviel, spoedig vastgesteld was. Washington heeft Londen vrijwel onmiddellijk ingelicht over een nieuwe veiligheidsmethode, waardoor een herha ling van het voorval vrijwel wordt uitge sloten. Macmillan bevestigde, dat kern wapens door vliegtuigen boven Groot- Brittannië worden vervoerd bij speciale spreidingsoefening of bij oefenvluchten, waarbij het nodig is de wapens van het ene naar het andere vliegveld over te brengen. De vervoerde wapens zijn echter nóóit gereed voor onmiddellijk gebruik. Macmillan herhaalde dat uitgebreide hand grepen door de bemanning nodig zijn om een wapen voor explosie gereed te maken. Ze kunnen niet per ongeluk worden afge steld. Macmillan zei, dat de gevolgen van het incident in Amerika overeenkomstig de verwachting waren en dat er zeer wei nig schade is aangericht. Stopzetting van vluchten met kernwapens zou de oefening benadelen en ook de waterstofbom als af schrikkingsmiddel verzwakken. Aneurin Bevan, de woordvoerder van de oppositie voor de buitenlandse politiek, zei dat eerst was vastgesteld alsof het nood zakelijk was kernwapens in de lucht te hebben als middel tot afschrikking. Dit argument heeft me.i blijkbaar laten val len. Thans wordt gezegd, dat het nodig is voor oefendoeleinden. Macmillan antwoordde, dat het voor training nodig is, dat zowel de bom als het afstelapparaat wordt meegevoerd. De bom is in de lucht nooit scherp gesteld. Macmillan zei, dat er vaak grote hoeveel heden kernwapens op oefenvluchten mee gevoerd worden en dat het onverstandig zou zijn ze te lang te scheiden van het afstelapparaat. Hij doelde hiermede ken nelijk op een plotselinge noodtoestand. Oppositieleider Gaitskell vroeg waarom het nodig is de wapens bij oefenvluchten mee te nemen, indien deze nooit worden afgesteld. Macmillan zei dat in zoverre het toestellen betreft, die in Groot-Brittannië zijn gestationeerd, zo veel mogelijk imita- tiebommen worden gebruikt. De ongerustheid is door de gedachten- wisseling niet helemaal weggenomen. Er was nog een speciaal punt, waarop Mac millan beloofde later terug te komen. De vraag werd namelijk gesteld of er, indien een vliegtuig met een kernwapen aan boord in vlammen zou neerstorten, in dat geval geen radio-actief gas zou wor den verspreid.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1958 | | pagina 5