WOL IN MODIEUZE UITVOERING
ONZE NAMEN
Wereldtentoonstelling te Brussel ook rendez-vous
van meesterwerken der beeldende kunst
Ook het platteland
leverde vele
namen op
DE NACHTVIOOL
Luchtig uniform
TJlens tegen suptetmug
Êyf
Erbij
Broeken en brinken
Hoeve en have
Weense huis Altmann presenteerde een show (Van een 0T7zer redacteuren)
Kleine klucht Mieke
SPANNENDE WEDLOOP OP LEVEN EN DOOD
ZATERDAG 26 APRIL 1958
PAGINA TWEE
Zwarte sweater van cashmere met mo
dieus platliggend kraagje en met meer-
kleurig band afgezet.
HET MOET een fleurig gezicht ge
weest zijn, zo'n straat in de binnenstac
vol uithangtekens die de aandacht op
nering en bedrijf vestigden. En het ont
brak waarlijk niet aan afwisseling. On
ze vaderen deinsden niet voor vliegend®
ossen, gekroonde haringen en vergulde
reiswagens terug. Een Amsterdams huis
droeg zelfs de benaming „De gecapte
Aep" op het uithangbord prijkte een
aan, die een zotskap droeg.
DAAR huisnummers nog lang onbe
kend bleven, maakte de stedelijke ad
ministratie dankbaar van al die huis
namen gebruik. In de officiële stukken
werden ze gebezigd om de bewoners
aan te duiden en ook by de registratie
van verkopen bewezen ze goede dien
sten. Als het huis geen naam had moes
ten de belendende percelen uitkomst
brengen. Men leest dus in oude stukken
aanduidingen als „nevens de Vergulde
Bellaert" en „over de Drye Colven"
Niet zelden gaf men de ligging van een
pand door een aanduiding als „aghter
den Eenhoorn" aan. „Achter" werd dan
gebezigd om aan te geven dat het be
wuste huis verder van de stadskern
verwijderd stond. Op deze wyze kon
het gebéuren dat enkele familienamen
die met „Over" of „Achter" beginnen
ook al naar oude huisnamen terug gaan
Op het platteland, waar slechts de
grote hoeven namen droegen, moest een
andere methode gevolgd worden. Daar
ontstonden namen als Aan de Kerk, Bij
de Brug, Bij de Beek, Bij de Kerk, Op
de Acker, Op de Beek, Op de Camp, Op
't Einde, Over den Boom, Voor 't Bosch,
Achterberg, Agter de Bosch, Overak-
ker, Overbeek, Overdiep, Overkamp,
Over 't Veld en Onderdelinden.
HET IS duidelijk, op deze wijze gaven
de dorpelingen de ligging der huizen
aan en de benamingen gingen op de be
woners over. Kampen, afgepaalde stuk
ken grond, akkers, weiden, tuinen,
boomgaarden, heuvels, dalen, alles kon
dienen om namen te vormen. Een be
langrijke rol in de naamgeving speelde
ook de broekgrond, laag drassig terrein,
zoals het langs rivieren en stromen
voorkomt. Vele dozijnen geslachtsnamen
zijn van deze broeken afgeleid, noemen
wij slechts Van den Broek, Ten Broeke,
Broekman, Broekmeier, Broeksmit,
Broekmulder, Biesbroek, Elsenbroeck,
Hazenbroek, Kortenbroek, Langen-
broek, Meulenbrouck, Nybroek, Ooster
broek, Overbroek, Rietbroek, Smalle
broek, Van Swartenbroeck, Uitenbroek,
Uit het Broek, Westbroek en Broek-
huy's. Een groot aandeel leverde ook
de brink, een met gras begroeid stuk
grond rond boerenwoningen. In het
oosten van ons land werd brink de aan
duiding van de dorpskom. Wie aan zo'n
brink woonde, werd Ten Brink, Van den
Brink of Brinkman genoemd. Verder
komt deze aanduiding in vele samen
stellingen voor: Brinkboer, Brinkhof,
Brinkhuis, Dambrink, Kraaienbrink,
Nijenbrink, Oostenbrink en meer in die
trant.
HOF was oorspronkelijk een omhein
de ruimte. We noemen de begraafplaats,
die oudtijds slechts rond de kerken te
vinden was, nog steeds een kerkhof.
Het woord hof ontwikkelde zich in vele
richtingen. Men kan thans in een hofje
wonen, zitting in een gerechtshof ne
men, doch ook aan het hof verkeren.
Een hofstede is echter een hoeve. Het
kon dus niet uitblijven dat het platte
land vele namen opleverde, die met
„hoef" en „hof" zijn samengesteld. Uit
ons oosten stamt de vormt „have". Naast
Verhoeven, Verhoef, Van 't Hoff en Ten
Hove kennen we dus ook de familie
namen Ten Have, Tenhaaff en Ver-
have. Aangezien in Duitsland Hof, Hube
en Hufe de benamingen van boeren
hoeven waren, kennen we de geslachts
namen Hofer, Huber en Hufer, die mei
Hoevenaar te vergelijke zijn. Zeer grool
is het aantal samenstellingen. Dit ligt
voor de hand: onze vaderen dienden
al die hoeven uit elkaar te houden en
kwamen dan tot benamingen als Berg
hoef, Achterhof, Middelhof, Noordhol
en Zuithoff, waarbij de ligging een rol
speelde. Groter in aantal zijn de sa
menstellingen, waarin persoonsnamen
verwerk zijn: Reinderhoff, Ottenhof
Uuldershof en dozijnen andere.
J. G. de Boer van der Ley
Dezer dagen bezochten we in het Victoriahotel te Amsterdam een zeer interessante
show, die gehouden werd door het Weense modehuis Altmann, een naam, die zich
vier geslachten lang grote bekendheid heeft verworven op het gebied van gebreide
kleding. Naast het tonen van pullovers, vesten en sportcombinaties in de meest
verfijnde materialen uitgevoerd, zoals Shetland, merino, lamswol en kashmir, werd
een zeer leerzame explicatie gegeven over de herkomst en verwerking van deze
wolsoorten. Want wat weten we hier eigenlijk van? Is het niet interessant te weten,
dat de Shetland afkomstig is van de schapen van de Shetlandeilanden en dat ze
haar goede kwaliteiten ontleent aan het feit, dat de schapen van de heuvels naar de
kust afdalen om zich daar te voeden met zeewier. Alleen de schapen, die dit voedsel
in hun menu hebben opgenomen mogen zich beroemen op een wol, die zeer licht in
gewicht is, warm, zacht en soepel. De merinowol, oorspronkelijk alleen uit Spanje
afkomstig, maar thans voornamelijk ïiit Australië, is de fijnste en langst vezelige
van de meer algemene wolsoorten.
De fijne zachte lamswol is van het jon
ge schaap tot zeven maanden oud en heeft
als bijzonderheid, dat de vacht voor de
eerste maal is afgeschoren, zodat één uit
einde van de vezel nog niet eerder is af
gesneden, en héél fijn en dun uitloopt,
waardoor lamswol nóg zachter aanvoelt.
De fijnste aller wolsoorten is het pro
duct van de Kashmir geit die op de hoog
vlakten leeft van Kashmir, Tibet en wes
telijk China. In dit onherbergzame en on
vruchtbare gebied gaat dit dier getooid
met een lange gooruitziende vacht van
hard en bijna onbruikbaar haar. Daaron
der gaat echter een tweede vacht schuil
van zeer fijn en flossig haar. Deze vacht
wordt eens in de twee jaar geplukt, en het
scheiden van de fijne en grove haren is
een grote kunst, die lange tijd alleen door
de Schotten bedreven werd. De firma
Altmann is deze kunst ook machtig gewor
den en oefent deze in eigen bedrijven uit.
De prijs van Kashmir is zeer hoog en dit
is begrijpelijk als men bedenkt welk een
moeilijke weg de vezel moet afleggen,
voor hij, soms pas na één jaar, op de
plaats van bestemming komt. En dan
krijgen we nog het hele productieproces
van het sorteren op fijnheid en kleur, het
wassen en de verdere verwerking tot het
product van aflevering: een vest, swea
ter of mantel van cashmere, een luxueus
kledingstuk bij uitstek.
Opvallend in de collectie was de prach
tige pasvorm, verkregen doordat alles in
vorm gebreid was en de ragfijne naden,
die slechts zelfkanten samenvoegden. De
knoopsgaten waren met helanca nylon
band verwerkt, dat met het breisel mee
kan rekken en geen neiging vertoont om
te gaan krimpen of lubberen.
Naast de eenvoudige klassieke modellen
met het hoge of rolboordje waren veel
„Hoe lang heeft men nodig om werke
lijk alles op de Brusselse Expo te heb
ben gezien?" Die vraag wordt nogal eens
aan de van de wereldtentoonstelling te
ruggekeerde bezoeker gesteld. Ze is in
haar algemeenheid moeilijk te beantwoor
den. Een globale berekening, gebaseerd
op een bezoek van een uur aan elk dei-
exposerende landen en instellingen, zou
op ruim drieënvijftig uur uitkomen, maar
dan ziet men voorbij aan de omstandig
heid, dat België over tal van gespeciali
seerde paviljoenen is verdeeld, waarvan
sommige zeer de moeite lonen. Dan zijn
er nog tal van commerciële exposanten,
die evenzeer als de meeste landen hun
best hebben gedaan de goedkope reclame
te vermijden en de nadruk te leggen op
de voorlichting en de toekomstige tech
nische ontwikkeling. Zelfs in een bij uit
stek op de cultuur georiënteerde stand als
die van de bekende Franse uitgeverij La-
rousse heeft men het gebruik van de tech
niek niet geschuwd. Evenals in het pavil
joen van de UNO geeft daar een „elek
tronisch geheugen" antwoord op tal van
vragen, variërend van „Hoe sla ik een
spijker in de muur?" tot „Welke opera
van Saint-Saëns werd voor het eerst in het
buitenland opgevoerd?"
Met dergelijke paviljoens mee en met
de vergeeflijke zwakheden in „Vrolijk Bel
gië" en het attractiepark moet men zeker
een „bezoektijd" van zeventig, tachtig
uur voor de gehele tentoonstelling aanhou
den en zelfs dan blijft men aan de krap
pe kant. Hieruit mag men nu ook weer
niet de gevolgtrekking maken, dat bij de
Expo het „alles of niets" geldt. Ook het
bezoek van een dag kan zeer goede indruk
ken achterlaten, mits men zo verstandig
is zelf een selectie te maken van wat men
beslist wil zien en zich voorneemt geen
spijt te krijgen over alles wat men heeft
gemist.
Liefhebbers van de beeldende kunst
moeten wij echter met klem ontraden een
bezoek aan de Expo te combineren met
dat aan de tentoonstelling: Vijftig jaar
moderne kunst, welke tot 21 juli in een
der grote paleizen wordt gehouden. Dat
levert zeker een verstoring van de gees
telijke spijsvertering op en de kans is niet
uitgesloten dat deze alleen reeds bereikt
wordt door de driehonderd meesterwerken
uit de periode van Cézanne tot Karei Ap
pel, welke hier zijn bijeengebracht. Ge
lukkig kan men van tijd tot tijd door een
nooduitgang discreet verdwijnen.
Daarin schuilt veeleer respect dan on
derschatting voor dit artistieke arsenaal,
dat juist op beklemmende wijze demon
streert, hoezeer de wereld niet alleen een
geweldige technische, wetenschappelijke
en economische vooruitgang heeft door
gemaakt, maar dat deze ontwikkeling ge
paard is gegaan met een adequate ont
plooiing van geestelijke energie in kunst
zinnig opzicht. Alles wat na het impressio
nisme van Cézanne, Van Gogh en Seurat
Jumper van fijne merino wol met geheel
nieuw ajour dessin en flatteuze kraag.
modellen mét een klein liggend kraagje
uitgevoerd. Een geheel nieuwe versie-
ringswijze werd aangeduid met de naam
intarsia, een ingebreid patroon, dat steek
voor steek op de naalden wordt gelegd en
afgeknoopt, en extra veel produktietijd
vraagt. Op zo'n manier kunnen er prach
tige effecten bereikt worden, die over eni
ge tijd misschien ook in ons land geappre
cieerd zullen worden.
Katy
Meneer en mevrouw Van Baren moes
ten door familieomstandigheden een dag
de stad uit. Het leek eerst een puzzel de
drie spruiten onder te brengen, maar me
vrouw Van Laar die enige huizen verder
op woonde, loste, goedhartig als altijd,
het probleem gauw op: Mieke, Hans en
Corrie mochten die dag bij haar te gast
zijn en 's avonds zou mevrouw Van Ba
ren hen bij thuiskomst weer halen. De kin
deren vonden het een feest. Mevrouw Van
Laar was een alleenstaande vrouw, een
weduwe zonder kinderen, maar de jeugd
uit de buurt was dol op haar;, zaterdags
middags stond haar bel niet 'stil, ze wilden
wel allemaal boodschappen voor haar
doen, want achter ieder boodschapje stak
een heerlijk snoepje.
Het was wel vreemd de eigen deur voor
bij te lopen en je boterhammen te gaan
eten bij mevrouw Van Laar, ze zaten met
hun drieën eerst wat onwennig aan de ta
fel, maar om half zes was alle schroom
weggevallen en ze lieten zich de maaltijd
met de heerlijke pudding best smaken.
Toen stelde „tante Van Laar" voor een
spelletje te doen; ze had nog van vroeger
het z.g. vlooienspel in de kast. Het drietal
vond het enig en tante speelde ook mee.
De leuke, gekleurde „vlooien" wipten over
de tafel en sprongen nu en dan onder een
luid „hoera!" in de pot. De klok sloeg ne
gen uur. Daar werd gebeld. Vader en moe
der kwamen hun kinderen halen. Onder
veel rumoer en door-elkaar vertellen kre
gen de ouders het verslag van de fijne
dag. Intussen ruimde Mieke, de jongste,
acht jaar, het spel op maar, o schrik, er
was een rondje weg! Het was werkelijk
nergens te vinden. „Nu" zei mevrouw Van
Laar „misschien vind ik het morgen wel
op de grond". De kinderen namen harte
lijk afscheid en gingen naar huis. De vol
gende morgen, het was nog vroeg, vond
Mieke plotseling het rondje op het matje
bij de voordeur. Ze was dolblij, trok de deur
open en zie, daar stond toevallig mevrouw
Van Laar ook al buiten. Ze rekende juist
af met de melkboer. Maar, waarom keek
ze helemaal niet verheugd, ja, in tegen
deel, zelfs een beetje strak, toen Mieke
enthousiast riep: „Mevrouw Van Laar, we
hebben uw vlooi gevonden!"
Mies van Oss
is gekomen: het fauvisme met Matisse,
het kubisme van Braque, het futurisme,
het impressionisme met Picasso, Chagall,
Nolde, Kokoschka, Mare, Beckmann, het
constructivisme van Fernand Léger, het
suprematisme van een Malévitch, de me
tafysische opvattingen van een De Chiri-
co, dadaïsme, surrealisme, socialistisch
rjulisme, de nonfiguratieven tenslotte,
verschijnen hier niet langer als meer of
minder geslaagde curiosa, waarvan de
aanvaardbaarheid geheel afhankelijk is
van de persoon van de kunstenaar, maal
ais uitdrukkingsvormen van een veran
derende wereld. Al deze stromingen, zo
vaak als modeverschijnselen gedood
verfd, demonstreren in Brussel in hun on
derlinge samenhang en beïnvloeding het
fresco van een bewogen tijdvak, waarin
ook de kunstenaar steeds dieper ging gra
ven naar de zin van leven en streven, zich
meer rekenschap ging geven van artistie
ke waarheden, hetgeen soms minder re
sultaat. in esthetisch opzicht niet uitsloot,
juist omdat hij zelf schrok van de toene
mende onrust en levensangst, welke de
zichtbare werkelijkheid te bieden had.
Alle in Brussel vertegenwoordigde rich
tingen en stijlvormen zijn in hun beste
toonbeelden vertegenwoordigd. De Neder
landers nemen daarbij een redelijke plaats
in met bijdragen van Vincent van Gogh,
Mari Andriessen, Charley Toorop, Her
man Kruyder en Karei Appel maar na
tionale onderscheidingen hebben vrijwel
geen zin op dit internationale rendez-vous
der beeldende kunst, waar zovele mees
ters verenigd zijn.
Niet ver van deze bij uitstek Europese
kunst heeft men in het vooral van binnen
prachtige Kongopaleis andermaal gele
genheid door middel van de volkskunst
der Kongolezen het wezen van de mens
te leren kennen. In het halfduister kan
men zich bij de doffe roffel van de tam
tam buigen over de beelden en maskers,
werkstukken van volslagen onbekend ge
bleven zwarte mensen, die een bijna hui
veringwekkend menselijk leed en mense
lijke angst verraden: inderdaad zijn de
figuren, die smart en onheil verbeelden,
ver in de meerderheid tegenover de vro
lijker expressies. Deze overeenkomst tus
sen de beroemde kunstenaars van onze
tijd en de meestal in kommerrijke omstan
digheden vegeterende onbekende neger
uit het Afrika van vroeger, tilt de Brus
selse Expo '58, naar de bedoeling der or
ganisatoren, ver uit boven een geslaagde
demonstratie van technische verworven
heden: zij leert de mens iets van zichzelf
terugvinden en begrijpen. En daarvoor
neemt men graag veel loze opschik op de
koop toe.
Binnenkort zullen onze gastvrouwen in
de lucht gekleed gaan in een nieuw uni
form.. Het klassieke streng getailleerde
pakje is vervangen door een tailleur, dat
op gematigde wijze is aangepast aan de
Hesperis matronalis pleegt men ook
wel de nachtviool te noemen of de bloem
van Damascus; vermoedelijk omdat de
mooie witte bloemen tegen de avond en
in de nacht zo'n heerlijke geur versprei
den. Er zijn soorten met witte en met li
la bloemen: de witte vallen in het donker
het best op. U kunt nu al wat jonge plan
ten bij de bloemist bestellen. Ze zullen nog
deze zomer bloeien. U kunt ze ook gemak
kelijk zelf uit zaad opkweken. In mei en
juni in de volle grond van de tuin zaaien.
Stop het zaad niet te diep in de grond; het
is al voldoende als de zaadjes juist onder
de oppervlakte zitten. Ongeveer zes we
ken na opkomst moeten de plantjes op een
afzonderlijk bedje overgezet worden; ze
komen dan op een onderlinge afstand van
vijftien centimeter. Als het dan in de late
herfst met de zomerbloemen is gedaan,
kunnen zij er voor in de plaats komen.
Hesperis verlangt een licht schaduwplek
je; althans zo dat ze op het heetst van de
dag een weinig beschermd staan. Als u
elke zomer zaait zult u jaarlijks volop bloe
men hebben. Het gewas kan wel een hoog
te van ongeveer tachtig centimeter be
reiken.
HET GEDRAG van vele
ziekteverwekkers vertoont
een vreemde gelijkenis met
dat van dappere verzets
lieden in oorlogstijd. Hoe
meedogenlozer de vijand
hen tracht uit te roeien,
des te sterker en gevaarlij
ker worden de overleven
den. Een typisch voorbeeld
daarvan vormt de bestrij
ding van de malariamug,
die wij voor de oorlog
nooit afdoende hebben kun
nen verdelgen. Toen echter
na de bevrijding hët DDT
en andere sterkwerkende
insecticiden beschikbaar
kwamen, voorspelden de
optimisten unaniem, dat nu
het laatste uur voor de ma
lariamuskiet geslagen had.
Inderdaad boekte men aan
vankelijk grote successen
met deze nieuwe middelen
In een paar jaar tijds wa
ren grote delen van Azië en
Zuid-Amerika, waar de ma
laria altijd het hevigst
huishield, vrijwel van mug
gen gezuiverd. Het succes
was echter slechts kort van
duur. Al heel spoedig
kwam de ziekte terug om
met voorheen ongekende
hevigheid toe te slaan. En
tegen deze nieuwe invasie
bleek geen kruid gewassen
te zijn.
Al heel gauw bleek, wat
de oorzaak van dit vreemde
verschijnsel was. In elke
muggenkolonie komen na
melijk enkele „bevoorrech
te" muggen voor, met een
geleerd woord „resistent"
geheten, die van nature be
stand zijn tegen het vergif
in verdelgingsmiddelen. Die
immuniteit is bovendien
erfelijk. Zolang men een
muggen, die bij toeval de
dodendans ontsprongen
zijn. Hoe meer muggen er
nu vernietigd worden, hoe
meer de overlevende resis-
tenten voor hun voortplan
ting op elkaar zullen zijn
aangewezen. Van geslacht
tot geslacht krijgt hun er
felijke eigenschap daardoor
steeds meer de overhand,
totdat zij tenslotte kenmer
kend geworden is voor het
gehele ras. Op die manier
ontstaat er geleidelijk
volkomen in overeenstem
ming met de erfelijkheids-
wetten van Mendel, de evo-
gedoemd zijn. Daarom is
men, onder leiding van de
Wereldgezondheidsorgani
satie, overal koortsachtig
aan het zoeken naar nieu
we, nog radicalere verdel
gingsmiddelen, terwijl ook
de oude methoden van
vóór het „DDT-tijdperk"
weer opgeld doen. Een
daarvan bestaat uit het
aanleggen van visvijvers in
de malariagebieden, want
vissen zijn de geduchtste
en ook de meest „handel
bare" vijanden van de mug
gen. In die vijvers legt de
malariamuskiet zijn broed-
een teruggrijpen op de
oude bestrijdingsmethoden
en afdoende zullen zij
dus ook nu niet zijn. Maar
wel hoopt men op deze
manier tijd te winnen om
de medische wetenschap in
staat te stellen nieuwe af-
weeracties te organiseren,
voordat het supermuggen-
ras geheel onkwetsbaar ge
worden zal zijn.
BESLISSEND in deze
spannende wedloop met de
tijd zal het zijn, of men er
in slagen zal tot de kern
van de zaak, de ziekte zelf,
nieuwe mode. Het sluit van voren strak
aan en de taille is van achteren zivak ge
accentueerd.
G. Kromdijk De licht marine blauwe tint is zeker
flatteuzer dan de vroegere grijsblauwe
kleur. Ook de regenmantels in dezelfde
tint vertonen het rechte silhouet en hebben
geen capuchon maar een grote kraag, die
bij winderig en regenachtig weer kan wor
den opgezet. Voor de tropen werd er geen
uniform, maar een frisse japon ontworpen,
heel simpel en recht van lijn en met een
ivitte kraag garnering.
muggenkolonie intact laat,
verandert het aantal „re
sistente" muggen niet noe
menswaardig. Elke paring
van zo'n mug met een nor
male soortgenoot geeft na
melijk een broedsel, waar
in de mugjes van de niet-
resistente soort weer de
overweldigende meerder
heid vormen. Gaat men
echter dit natuurlijke even
wicht verstoren door een
kolonie bijvoorbeeld met
DDT te bespuiten, dan blij
ven alleen de resistente
muggen in leven, alsmede
een klein aantal normale
lutieleer van Darwin en
de theorie omtrent „de
overleving der sterksten"
een nieuw ras van „super-
muggen". Daartegen staan
wij met al onze strijdmid
delen machteloos zodat
het zich onbelemmerd kan
voortplanten met alle
gevolgen van dien.
NOG IS dat fatale sta
dium niet bereikt, maar als
wij de opmars der super
muskieten niet tijdig tot
staan brengen, dan zal de
strijd tegen de malaria wel
licht geheel tot mislukken
sel, waar de vissen verzot
op zijn. Stilstaande plassen
en poelen kunnen onscha
delijk gemaakt worden door
drooglegging, goede afvoer
of regelmatige bespuiting
met aardolie, dat zich in
een dun laagje op het wa
teroppervlak afzet. De lar
ven van de malariamug, die
vlak onder de waterspiegel
hangen en zich door een
miniatuur-schnorkel-appa-
raatje zuurstof verschaffen,
sterven dan onherroepelijk
de verstikkingsdood.
Deze maatregelen vor
men, zoals gezegd werd,
door te dringen. De mala
riamuskiet is namelijk
slechts de verspreider en
niet de verwekker van deze
gehele volken ondermij
nende kwaal. De ware boos
doener is een onzichtbaar
kleine parasiet, die de mug
uit het bloed van malaria
lijders opzuigt en die hij
vervolgens op andere men
sen en dieren overbrengt.
Lukt het ons om dat micro
scopische wezen tijdig tot
capituleren te brengen, dan
is er alle hoop, dat de mens
uit deze krachtmeting als
overwinnaar naar voren
treedt. Nog enkele jaren
respijt hebben wij volgens
de deskundigen, om het be
slissende eindoffensief
tegen de malaria voor te
bereiden. Lukt dat niet,
dan zal de kleine ziekte
verwekken naar de hui
dige maatstaven vrijwel
onuitroeibaar worden.
Het verschijnsel der re
sistentie demonstreert zich
overigens ook op ander
gebied en met name bij
de ziekteverwekkende bac
teriën. Penicilline en strep-
tomycine, nog slechts en
kele jaren geleden verivel-
komd als onfeilbare won
dermiddelen voor vele in
fectieziekten, hebben reeds
in diverse gevallen geleid
tot het ontstaan van super
bacillen, die alle aanslagen
op hun leven doorstaan.
Gelukkig zijn hier de ge
varen tijdig onderkend. De
artsen zijn tegenwoordig
dan ook heel wat voorzich
tiger geworden met het
voorschrijven van derge
lijke antibiotica, die trou
wens voor een deel reeds
door nog sterker werkende
middelen verdrongen zijn.
Waarbij zich evenwel in
feite precies dezelfde risi
co's aandienen!
H. Croesen ïïj
GEWOON WAAR ZEEWATER!!
leder mens opaarde
zou 1 miljoen gulden
kunnen ontvangen
als men het goud in
het zeewater vrij
kon maken
broom wordt gebruik
bjj de fabricage v. ben-
zine, geneesmiddelen
en chemische produk-
ten.Het zeewa ter be
vat ca.98%vd.wereld-
voorraadaan broom
het zeewater bevat ca.
23.000maalmeer
kunstmeststoffen dan
het jaarlijks wereldver-
bruikaan kunstmest
de zee bevat totaal
ca.2 miljard ton
uranium
'-il T V
Ikrrrzeewater bevat
ca.28mi|joen ton zout
1 knfzeew^ter bevat
ca.215ton ijzer