TALRIJKE NEDERLANDERS ONTVANGEN ONDERSCHEIDINGEN
0)
(fo<
's nachts pijn
PS
L A
Haagse burgemeester over
de relletjes op 1 april
5
Buitenlandse Zaken
en aldoor wakker
AKKERTJES"
helpen direct
Justitie
Binnenlandse Zaken
Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen
Jfeeé waó mv
ROOK MINDER
of stop er mee!
Marine
Volkshuisvesting en
B ouwnij verheid
„Jonge, onervaren adjunctinspecteur nam
verklaarbare, maar onjuiste beslissing
DINSDAG 29 APRIL 1958
In een Buitengewone Staatscourant zijn opgenomen de namen van hen,
die ter gelegenheid van de verjaardag van H.M. de Koningin zijn onder
scheiden. Deze Staatscourant bestaat uit vijfentwintig pagina's. Daar onze
plaatsruimte niet toelaat, alle gedecoreerden te vermelden, laten wij hier
een verkorte lijst volgen. De inwoners van Haarlem en van omliggende
gemeenten, die een onderscheiding ontvingen, zijn afzonderlijk vermeld.
Tot ridder in de orde van de Neder
landse Leeuw zijn benoemd: dr. J. G. de
Beus, ambassadeur te Moskou; D. G. E.
Middelburg, consul-generaal te Singapore;
dr. A. Pelt. laatstelijk directeur van het
Europees Bureau der Verenigde Naties, te
Genève; dr. ir. A. Sevenster, gezant te
Praag, mr. L. Th. Vervloet te 's-Gra-
venhage, mr. J. H. Kiewiet de Jonge te
Wassenaar, commissaris voor Nederland
bij de Centrale Commissie voor de Rijn
vaart; ir. K. Scholtens, directeur-generaal
van de Iraanse Aardolie-exploitatie- en
productiemaatschappij n.v. te Teheran.
Tot officier in de orde van Oranje-
Nassau zijn bevorderd: H. Becker-Erick-
sen, vice-consul te Moss; R. A. C. J. Har-
disson y Pizarroso, consul te Santa Cruz
de Tenerife; E. Mac-Pherson y Bonmati,
markies de la Vega de la Sagra, consul
te Cadix; mr. M. J. van der Plas, te
Caracas; C. H. J. Raad, citrusfruitexpor-
teur te Valencia; K. A. M. Spaens, voor
zitter van de Nederlandse Vereniging in
Finland, te Helsinki en B. T. Werring,
vice-consul, te Kristiansund.
Tot officier in de orde van Oranje-
Nassau zijn benoemd: jhr. dr. W. H. J.
van Asch van Wijck, permanent vertegen
woordiger van Nederland bij het Europees
Bureau der Verenigde Naties te Genève;
E. Blanksma te Hilversum, voormalig al
gemeen vertegenwoordiger van de Ver
enigde Deli Maatschappijen te Medan;
jhr. E. Boreel, ambassaderaad te Lissa
bon; prof. dr. H. Brugmans, voorzitter van
de Beweging van Europese Federalisten, te
's-Gravenhage; J. P. Engels, handelsraad
te Pretoria; mr. J. W. A. van Hattum, con
sul-generaal te Dusseldorp; mr. A. Holle
te Voorburg, voormalig voorzitter van de
directie van de Carpentier Alting Stich-
Dr. A. van Pelt, laatstelijk directeur
van het Europees bureau der Verenig
de Naties, ridder in de orde van de
Nederlandse Leeuw.
ting te Djakarta; H. Jonker, handelsraad
te Djakarta; H. G. Kaufmann, te New York.
directeur van Kaufmann's Huidenhandel
N.V., te Rotterdam; mr. J. de Leeuw, con
sul te Singapore; R. Marsman, districts
directeur van de Hollandse Bank Unie
N.V., te Caracas; E. A. Mootz, directielid
van de Allgemeine Deutsche Philips In
dustrie te Hamburg; ir. P. J. G. Pennings,
directeur van „Philips do Brasil" te Sao
Paolo; jhr. mr. J. A. de Ranitz, plaatsver
vangend hoofd van de Nederlandse perma
nente vertegenwoordiging bij de Noord-
Atlantische Raad en bij de Organisatie
voor Europese Economische Samenwerking
te Parijs; pater J. C. M. M. de Reeper,
van de Congregatie van Mill Hill, te Lon
den; mr. E. L. C. Schiff, ambassaderaad
van Nederland bij de Verenigde Naties te
New York; ir. V. J. C. Schmidt, directeur
van het Algemeen Proefstation der Alge
mene Vereniging van Rubberplanters ter
Oostkust van Sumatra, te Medan; mr. J. A.
G. baron de Vos van Steenwijk, gevol
machtigd minister aan de ambassade te
Parijs; mr. F. R. A. Walraven, administra
teur van het ministerie van Buitenlandse
Zaken; Th. C. A. Nass te 's-Gravenhage,
oud-rector van het lyceum der Carpen
tier Alfxngstichting te Djakarta en dr. J.
B. V. M. J. van de Mortel, consul-gene
raal der Nederlanden te Antwerpen.
Tot ridder in de orde van Oranje-Nassau
zijn benoemd: pastoor H. P. Alma te Ban
dung; A. Amoureus,, referendaris van het
ministerie van Buitenlandse Zaken; S. L.
de Beer, waarnemend consul te Tel Aviv;
C. P. de Boer, referendaris van het mini
sterie van Buitenlandse Zaken; E. J. H.
Burnett, vice-consul te Carlisle; J. Castro
Gacio, vice-consul te Gijón; A. Dragt,
hoofdcommies van het ministerie van Bui
tenlandse Zaken; dr. ir. H. C. Duyster,
commissaris van de „Société de Travaux
en Béton et Dragages", te Brussel; B. J.
Funnekotter, te Voorschoten, voormalig
hoofdadministrateur van de Tabaksonder-
neming „Djelboek" en „Soekokerto Ad-
jong" bij Djember; dr. J. J. J. Goslinga,
zendingsarts te Paloppo; E. E. Griffiths,
consul te Aden; C. J. J. Hardebeck, con
sul te Cochin; H. G. A. Hessels, te Soest,
voormalig hoofd van het boorbedrijf in In
donesië van de Bataafsche Petroleum
Maatschappij, te Pladju; J. C. Hölscher, te
Oegstgeest, voormalig administrateur van
de suikerfabriek „Pesantren", te Kediri
W. Houthoff, voorzitter van de beheerraad
der N.V. Houtwijk, te Antwerpen; W. A.
Ireland, vice-consul te Edinburgh; L.
Leeuwenburgh, hoofdcommies van het mi
nisterie van Buitenlandse Zaken; L. C. de
Lint, directeur der kanselarij aan de am
bassade te Bonn; J. P. H. Mahler, consul
te Bordeaux; mej. G. A. I. S. Mouwen,
kanselier aan de ambassade te Parijs;
ADVERTENTIE
G. R. Nelon, consul te Manéos; M.
Pineiro Riquelme, consul te Santan
der; mejuffrouw E. A. Ploegman,
oud-hoofdonderwijzeres te Bogor; L. Ch.
A. Rommelaar, te Nijmegen, voormalig di
recteur van de rubberfabriek „Ngagel", te
Surabaia; J. J. L. van Schaijk, adviseur
van de Nederlandse Kamer van Koophan
del te Bogota; dr. H. A. H. Schouten, re
ferendaris van het ministerie van Buiten
landse Zaken; mej. dr. E. A. Schroeder,
hoofd van de medische staf van het
Sumve-Hospitaal in het Mwanza district,
Brits Oost-Afrika; O. A. von Söhsten, con
sul te Joao Pessóa; pater J. van Steen,
missionaris te Bukalagi, Uganda; E. T. Tal,
vertegenwoordiger van de Nederlandse
Kamer van Koophandel in de Verenigde
Staten, te Milwaukee; A. Tricerri, vice-
consul te La Spezia; G. J. Vermeulen, te
Ede, laatstelijk werkzaam bij de diploma
tieke vertegenwoordiging der Nederlanden
te Djakarta; ir. H. Wanschers, bedrijfslei
der van de „Archipelago Brewery" en de
„Malayan Breweries", te Singapore; J. C.
Winterwerp, hoofdcommies van het mi
nisterie van Buitenlandse Zaken; mevrouw
J. E. Roll-Filet, voormalig directrice van
het bejaardentehuis „Roemer Visscher" te
Djatinegara; mej. G. Smid, directrice van
het bejaardentehuis „Tempelhof" te .Ban
dung; ds. W. van Wijngen, predikant te
Christchurch in Nieuw-Zeeland.
Tot commandeur in de orde van Oranje-
Nassau is benoemd: prof. mr. R. P. Cleve-
ringa, voorzitter van de Staatscommissie
inzake herziening van de Nederlandse Bur
gerlijke Wetgeving, wonende te Leiden.
Tot ridder in de orde van de Neder
landse Leeuw zijn benoemd: mr. F. M.
Westerouen van Meeteren, raadsheer in
de Hoge Raad der Nederlanden, wonende
te Wassenaar; mr. L. P. M. Loeff, advo
caat-generaal bij de Hoge Raad der Ne
derlanden; mr. W. P. Bakhoven, officier
van justitie, te Amsterdam; mr. U. J. W.
Sibmacher van Nooten, voorzitter van de
raad van beroep, te Rotterdam; mr. C. R.
C. Wijckerheld Bisdom, advocaat en pro
cureur te 's-Gravenhage; mr. G. J. Lijck-
lama a Nijeholt, advocaat en procureur te
Rotterdam: mr. O. W. van Ewijk, raad
adviseur bij het ministerie van Justitie te
's-Gravenhage, te Wassenaar.
Tot officier in de orde van Oranje-Nas
sau zijn benoemd: J. P. J. van Loon, pas
toor te 's-Hertogenbosch; E. V. H. Steeg-
mans, pastoor.te Meerssen (L.); J. P. An-
tonissen, emeritus-pastoor te Breda; M.
Th. M. H. Mahler, abt van de St. Paulus-
abdij der Benedictijnen te Oosterhout
(N.B.); ds. J. A. Kwint, predikant van de
Nederlandse Hervormde Kerk te 's-Gra
venhage; ds. D. Scheele, predikant van de
Gereformeerde Kerk te Assen; M. van Cre-
veld, voorzitter van de Kerkeraad van de
Nederlands Israëlitische Hoofdsynagoge te
Amsterdam; J. J. Snoeck Henkemans, ad
ministrateur van het ministerie van Justi
tie; A. S. Fogteloo, inspecteur Korps Rijks
politie Groningen, te Haren; mevr. A.
Fischer-Van Rossem, geneesheer-directeur
van de Rijksasielen voor Psychopaten te
Avereest; J. F. H. M. V. Mentrop, hoofd
directeur van de strafgestichten te Norg
(Dr.); mr. J. A. E. Rink, oud-voorzitter van
de Raad voor de Kinderbescherming te
Middelburg; mr. J. W. L. M. Bredius, voor
zitter van de R.K. Vereniging „Liefdewerk
voor Kinderbescherming" te Amsterdam.
Tot ridder in de orde van Oranje Nassau
zijn benoemd: Th. E. B. G. Thuis, pastoor
te Deventer; ds. G. J. Sanders, predikant
van de Nederlandse Hervormde Kerk te
Assen; ds. A. C. Diederiks, emeritus—pre
dikant van de Nederlandse Hervormde
Kerk, wonende te Hilversum; ds. J. L. de
Wolf, predikant van de Nederlandse Her
vormde Kerk te Enschede; ds. J. D. Stege-
man, emeritus-predikant van de Neder
landse Hervormde Kerk te Aalten (Gld.);
dr. L. van der Zanden, emeritus-predikant
van de Gereformeerde Kerk, wonende te
's-Gravenhage; G. H. Rahusen, eerste pen
ningmeester van de Algemene Doopsgezin
de Sociëteit te Amsterdam, wonende te
Bussum; G. Veenstra, oud-directeur van
de arbeidskolonie „Het Hogeland" te Beek
bergen; B. H. E. Berentzen, penningmees
ter van de R.K. Reclasseringsvereniging,
te Amsterdam; B. J. W. Drion, notaris te
Breda; G. G. M. Verhagen, secretaris van
de Vereniging van Gerechtsdeurwaarders,
wonende te 's-Gravenhage; K. F. Odeker-
ken, erelid en vrijwillig medewerker van
de afdeling Maastricht van de R.K. Re
classeringsvereniging, wonende te Maas
tricht; J. J. Mulders, organist van de Ne
derlandse Hervormde Kerk te Nieuwen-
dam, gemeente Amsterdam, wonende te
Bussum.
Tot commandeur in de orde van Oranje-
Nassau is by bevordering benoemd H. F.
M. baron van Voorst tot Voorst, lid van de
Raad van State, te 's-Gravenhage.
Tot commandeur in de orde van Oranje-
Nassau is benoemd mr. R. Pollema, lid van
de Eerste Kamer, te Leeuwarden.
Tot ridder in de orde van de Nederland
se Leeuw zijn benoemd: mr. W. A. Offer-
haus, Commissaris der Koningin in de
provincie Groningen; mr. C. Th. E. graaf
van Lynden van Sandenburg, Commissa
ris der Koningin in de provincie Utrecht;
en de Tweede-Kamerleden J. M. Peters
te Roosteren; J. M. Willems te Oisterwijk:
mr. H. K. J. Beernink te Rijswijk (Z.-H.);
G. J. N. M. Ruygers te Rijswijk (Z.-H.);
R. Zegering Hadders te Emmen en H. Kik
kert te Zeist; A. Hogeweg, wethouder der
gemeente Rotterdam; A. Schout, lid van
Gedeputeerde Staten van Zeeland, te Vlis-
singen; J. Veltman, lid van Gedeputeerde
Staten van Utrecht, te Utrecht; G. J. Steg-
gink, lid van Gedeputeerde Staten van
Overijsel te Hengelo en prof. mr. P. Borst,
adviseur van de Federatie van Werk
geversorganisaties in het Boekdrukkers-
bedrijf.
Tot officier in de orde van Oranje-Nas
sau ztfn benoemd: ir. W. E. Eggink, plv.
hoofdinspecteur voor het brandweerwezen
bij het Ministerie van Binnenlandsee Za
ken; C. Burger, voorzitter van het Bedrijf
schap voor het Slagersbedrijf te Amster
dam (bij bevordering); A. M. M. Kieboom,
Dr. J. G. de Beus, ambassadeur te Mos
kou, ridder in de orde van de
Nederlandse Leeuw
hoofdadministrateur ter provinciale griffie
van Noordbrabant; J. E. Boddens Hosang,
burgemeester van Doetinchem; mr. J. Bool,
secretaris der gemeente Leiden; J. van Oei,
secretaris der gemeente Delft; J. M. P. J.
Verstegen, directeur van de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten, te 's-Graven
hage; mr. W. Bakhuis Roozeboom, admini
strateur ter gemeentesecretarie van Am
sterdam; dr. J. de Nooy, wethouder van
Utrecht; mejuffrouw IJ. IJsselstein, hoofd
administrateur ter provinciale griffie van
Friesland; R. Kamman, secretaris der ge
meente Hengelo (O.); mevrouw A. J. Aar-
sen-Jansen en J. de Wilde, wethouders der
gemeente Groningen; J. J. Haije, hoofd
commissaris van gemeentepolitie te Gro
ningen; mr. B. Kolff, burgemeester van
Vlissingen en mr. P. S. Bakker, secretaris
van het Produktschap voor Vee en Vlees.
Tot ridder in de orde van Oranje-Nassau
zjjn benoemd: H. J. van den Berg, inspec
teur bij de Algemene Rekenkamer, te
's-Gravenhage; A. L. J. V. van der Snoek,
referendaris bij de Pensioenraad, te 's-Gra-
venhage J. H. Th. Rademaker, referendaris
bij de Stichting Administratie Indone
sische Pensioenen te 's-Gravenhage; L.
Roefs, burgemeester van Deurne; J. P.
Godwaldt, burgemeester van Etten en
Leur; W. A. Dille, directeur van publieke
werken te Helmond; C. J. F. Slootmans,
archivaris der gemeente Bergen op Zoom:
H. J. Langman, burgemeester van Zelhem;
A. J. Winterink, raadslid der gemeente
Rheden, wonende te Velp; W. bai'on Van
Tuyll van Serooskerken, raadslid der ge
meente Nijkerk; G. W. H. Hermsen, wet
houder van Bemmel; H. A. C. Banning,
burgemeester van Leidschendam; H. van
Es, wethouder van Dordrecht; H. van Gijn
te Dordrecht; S. W. Hagedoorn, comman
dant van de brandweer te Leiden; H. de
Vos, wethouder van Zwijndrecht; B. Maat,
administrateur ter gemeentesecretarie te
Vlaardingen; J. J. Maandag, commissaris
van gemeentepolitie te Wassenaar; mejuf
frouw M. S. van Deth, hoofdinspectrice bij
de gemeentepolitie te 's-Gravenhage; F. J.
Schijf, technisch hoofdambtenaar bij ge
meentewerken van 's-Gravenhage: me
vrouw H. Straalman-Kremer, wethouder
van Hilversum; P. Brand, wethouder van
Zaandijk; D. Jongkind, raadslid der ge
meente Aalsmeer; C. N. van Dijk, onder
havenmeester, plv. havenmeester der ge
meente Amsterdam; M. A. Schmidt, hoofd
ambtenaar Publieke Werken te Amster
dam; mevrouw E. J. van den Broecke-De
Man, raadslid van Aardenburg en lid van
Provinciale Staten van Zeeland; A. M. den
Boer, wethouder van Zierikzee; S. A. N.
van Oeveren te Wolphaartsdijk; A. H. Ver
meulen, burgemeester van Dreischor; C.
L. Schreuders, burgemeester der gemeen
ten Benschop, Hoenkoop en Polsbroek; ir.
J. D. M. Bardet te Utrecht; mr. G. A. Bon
tekoe, burgemeester van Ooststellingwerf;
Tot ridder in de orde van de Nederland
se Leeuw zjjn benoemd: prof. dr. C. J.
van der Klaauw, hoogleraar te Leiden;
prof. dr. H. W. Julius, hoogleraar te
Utrecht; prof. dr. E. Huizinga, hoogleraar
te Groningen; prof. dr. A. Sizoo, hoog
leraar te Amsterdam; prof. dr. L. C.
Michels, hoogleraar te Nijmegen; prof. ir.
P. Landberg, hoogleraar te Delft; douai
rière dr. F. F. baron van Heeckeren van
Wassenaar, geboren gravin Marie von Al-
denburg-Bentinck, presidente van het be
stuur der Stichting Twickel, wonende te
Ambt-Delden en prof. T. Keuzenkamp te
's-Gravenhage.
Tot officier in de orde van Oranje-Nas
sau z(jn benoemd: mr. J. de Bruijn, direc
teur-afdelingschef bij het ministex-ie van
onderwijs, kunsten en wetenschappen; L.
F. Kleiterp, hoofdinspecteur van het lager
onderwijs, wonende te Groningen; J. Ma-
chielsen, inspecteur van. het lager onder
wijs in Leiden; A. A. Lamberts, inspecteur
voor de lichamelijke opvoeding te 's-Gra
venhage; A. J. Anes, directeur van een
kweekschool op geïnformeerde grondslag
te Amsterdam; C. J. Knook, directeur van
de rijkskweekschool voor onderwijzers te
Alkmaar; C. J. A. Vincks, oud-directeur
van de r.-k. kweekschool te 's-Hei-togen-
bosch, wonende te Tilburg; dr. A. F. Mon-
na, administrateur A bij het ministerie
van onderwijs, Kunsten en Wetenschap
pen; A. J. S. van Dam, inspecteur van het
gymnasiaal en het middelbaar onderwijs
te 's-Gravenhage; C. A. Elich, oud-rector
van het gemeentelyceum te Eindhoven;
mejuffrouw M. J. M. van Mackelenbergh,
rectrix van het St. Maria lyceum te 's-Her
togenbosch; dr. C. Mensch, rector van het
Winkler Prins-lyceum te Veendam; dr. T.
J. Poppema, directeur van de christelijke
h.b.s. te Groningen; dr. W. E. Noordman,
oud-directeur van de h.b.s. A te Nijmegen;
R. Ph. Hennequin, inspecteur van het nij
verheidsonderwijs te 's-Gravenhage; R.
Hansman, administrateur bij het minis
terie van onderwijs, kunsten en weten
schappen; P. J. Maas, vooi'zitter van de
Vereniging voor katholiek nijverheids
onderwijs St. Joseph te Rotterdam; dr. S.
Verweij, directeur van de zeevaartschool
van het Zeemanshuis te Amstei'dam; dr.
D. J. Wansink, directeur van de school
voor maatschappelijk werk te Hengelo (O.;)
mr. J. H. des Tombe, secretaris van het
college van curatoren der rijksuniversiteit
te Utrecht; A. W. C. Dudok de Wit, pen
ningmeester van de Stichting Woudscho-
ton ter bevordering van het Christelijk
ADVERTENTIE
1
1
H. van Ek, burgemeester van Achtkarspe-
len; mr. W. M. Oppedijk van Veen, burge
meester van Tietjerksteradeel; P. Brou
wer, wethouder van Dokkum; W. de Bruin,
wethouder van Kollumerland en Nieuw-
kruisland, wonende te Oudwoude; L. Bot-
tema, wethouder van Utingeradeel; C. Sla-
ger, burgemeester van Zwollerkerspel; J.
Vunderink, wethouder van Enschede; G.
v. d. Most, directeur van het openbare
slachthuis te Hengelo (O.); D. Boswinkel
te Vriezenveen; J. van der Leest, wethou
der van Uithuizermeeden; J. G. Kral,
raadslid van Vlagtwedde; A. Enter, wet
houder van Winsum; H. Sikkens, lid van
Provinciale Staten van Drenthe en burge
meester van Gasselte; mr. A. H. M. Jans
sen, burgemeester van Venray; L. M. Kir-
kels, burgemeester van Horn en Beegden;
mr. H. J. Boijens, burgemeester van Ey-
gelshoven; L. Vranken, wethouder van
Heer; P. A. H. M. Peeters, secretaris van
Hoensbroek en G. H. Hoijtink, wethouder
van Alkmaar, oud-directeur van ae Stich
ting voor Geestelijke Volksgezondheid in
Noordholland.
Louis A. van Gasteren, toneelspeler,
ridder in de order van Oranje-Nassau.
Godsdienstig leven in de Nederlandse
Studentenwereld te Zeist; F. B. L. M. Jan-
sens, hoofdcommissaris van de vei'kenners
van de Katholieke Jeugdbeweging, wonen
de te Esch (N.-B.); J. H. Ter Haar, direc
teur van het Nederlands Schriftelijk Stu
diecentrum te Culemborg; prof. dr. W. A
P. Smit, letterkundige te Utrecht; J. A. L.
Bom, hoofdarchitect bij de Rijksdienst
voor de Monumentenzorg, wonende te
Voorbux-g; L. A. Stroink, voorzitter van de
Oudheidkamer Twente te Enschedé.
Tot ridder in de orde van Oranje-Nas
sau zyn benoemd: R. J. van Wesemael,
oud-gemeentelijk inspecteur van het on
derwijs te Amsterdam; J. Bakker, direc
teur van de school voor individueel onder
wijs Duodecimo te Hilversum; H. J. A
Bezems, hoofd van een lagere school te
Tilburg; J. L. H. van Cruchten, hoofd van
een bijzondere lagere jongensschoot te
Echt; H. A. Grizell, oud-hoofd van de
openbare lagere school te Eerbeek; H. de
Jong, oud-hoofd van de chx-istelijke lagere
school te Schaesberg; A. Lever, oud-hoofd
van de Rehoboth-school te Den Helder; J.
K. de Raad, hoofdambtenaar bij de hoofd
inspectie van het lager onderwijs te 's-Gra
venhage; A. J. Sarneel, secretaris van het
Katholiek Pedagogisch Centrum en van
het Katholiek Pedagogisch Bureau te Eind
hoven; mejuffrouw E. M. Spoormaker,
oud-directrice van een christelijke school
te Amsterdam: K. H. Sportel, hoofd van
de openbare lagere school tè Nieuw-
Scheemda: dr. A. Bosker te Groningen; dr.
W. J. A. Schouten, leraar aan het christe
lijk lyceum te Ax-nhem; J. J. J. de Kroon,
conrector van het Möller-lyceum te Ber
gen op Zoom; J. J. G. Loevendie, conrector
aan het St. Carolus Borromeus-College te
Helmond; L. van der Meer, conroctor van
het r.-k. lyceum voor het Gooi te Hilver
sum; A. van Gelderen, leraar stenografie
te Amsterdam; J. C. van der Lecq, leraar
aan het christelijk lyceum te Zwolle; W. H.
Kalb, dix-ecteur van de tweede lagere tech
nische school te Eindhoven; J. Laan, direc
teur van de lagere technische school te
Veendam; L. C. H. de Jong, directeur van
de school voor grafische vakken te
Utrecht; A. S. Meeuwesse, oud-directeur
van de avondvakschool en ondervoorzitter
van de r.-k. jeugdcentrale te Utrecht;
mejuffrouw J. Koning, directrice van de
Eerste Christelijke Industrie- en Huis
houdschool te Utrecht; mevrouw E. M. F.
van Ree-Van der Vloed, oud-secretaresse
van de Christelijke Huishoudschool te
Hai'derwijk; mevrouw A. C. Struyk-Van
Schuppen, lid van het dagelijks bestuur
van de Bond van Verenigingen voor en
instellingen tot bevoi'dering van christe
lijk nijverheids-, land- en tuinbouwonder-
wijs te Apeldoorn; A. J. Willink, secretaris
van het bestuur van de vereniging Tech
nische School voor Winterswijk; G. Pels,
wetenschappelijk ambtenaar aan de Ster
renwacht te Leiden; mevrouw E. A. C.
Meijlink, secretaresse van de Commissie
Opleiding Kernfysica en Kernenergie te
Voorburg; E. J. Heij, adjunct-directeur
van het Koninklijk Technicum Polytech
nisch Bureau Nederland-Arnhem; J. A. C.
de Brouwer, oud-voorzitter van het Ka
tholiek Beraad Mannelijke Jeugd te Eind
hoven; J. de Bruin, leider van het clubhuis
De Mussen te 's-Gravenhage; W. H. Si
mons, president van de St. Josephs-Gezel-
len Vereniging te Amsterdam; ds. N. O.
Steenbeek, voorzitter van de Nederlandse
Jeugdgemeenschap te Amersfoort; mr. A.
W. Kist, directeur van de Stichting Oud-
Poelgeest te Oegstgeest; mejuffrouw O. M
de Meester, directrice van de openbare
leeszaal en bibliotheek te Middelburg; D.
G. van Geest, hoofdcommies A bij het
ministerie van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen; A. Bovenberg, oud-secre-
Hans Henkemans, componist-pianist,
ridder in de orde van Oranje-Nassau.
taris van de Christelijke Koi'fbalbond te
Schiedam', J; J. H. Custer, voorzitter van
de Technische Commissie en bestuurslid
van de Nederlandse Katholieke Gymnas-
tiekbond te Eindhoven; A. van Wieringen,
oud-vooi'zitter van de Amsterdamse Turn
bond; H. W. H. Herberts te Eist; C. A.
Müller, oud-directeur/hoofdredacteur van
de „Bredasche Coui'ant"; L. H. A. Frequin,
hoofdredacteur van de „Gelderlander-
Pers" te Nijmegen; S. H. A. M. Zoetmul
der, hoofdredacteur van het „Eindhovens
Dagblad" te Eindhoven; Laurens A. Bogt-
man, lieder- en orstoriumzangex'. wonen
de te Hilversum: Hans Henkemans. com
ponist-pianist, wonende te Bergen (N.-H.);
Jan van Epenhuijsen. dirigent van de Gro
ninger Orkestvereniging te Groningen:
Ben van Eijsselsteijn. letterkundige en
journalist, wonende te Rijswijk fZ.-HJ.
Jos. L. A. Panhuijsen. lettei'kundige en
journalist, wonende te 's-Gx-avenhage;
Louis A. van Gastei-en. -toneelspeler, -wo
nende te Amsterdam; P. Arntzenius. kunst
schilder. wonende te 's-Gi'avenhage; Johan
N. Buning. kunstschilder, wonende të Am
sterdam; G. M. E. Bellefroid, cei'amist en
kunstschilder, wonende te Maastricht;
Bert Haanstra, filmregisseur, wonende te
Amsterdam; mr. A. F. Kamp. voorzitter
van het Kunstenaai'scentrum Bei'gen
(N.-H.), wonende aldaar; Peter Diamand,
secretaris van het Holland Festival te Am-
stei'dam: A. Bicker Caarten, hoofdambte
naar bij de Rijksdienst voor de Monumen
tenzorg te 's-Gravenhage, wonende te
Leiden; mevrouw J. Hilfman-Van Dam,
vertegenwoox-diger voor Nederland van de
Bond van Kunstkringen in Indonesië, wo
nende te Amsterdam; dr. M. J. Premsela,
wonende te Amsterdam.
ADVERTENTIE
Bl| apotheker en. drogist
Tot ridder in dc orde van de Nederlandse
Leeuw zyn benoemd: vice-admiraal C. H.
Brouwer; vice-admiraal H. H. L. Pröpper;
genex-aal-majoor der mai'iniers H. O. Roms-
winckel.
Tot officier in de orde van Oranje-Nas
sau met de zwaarden zyn benoemd: de ge
pensioneerd commandeur M. C. van Gron-
delle; kapitein-terijzee J. D. van der Star;
kapitein-ter-zee J. B. Reiche; kapiten-ter-
zee van de technische dienst W. Beets (bij
bevordering); kapitein-luitenant-ter-zee A.
J. Marcus; kapitein-luitenant-ter-zee A. J.
de Graaff; kapitein-luitenant-ter-zee van
de technische dienst N. G. J. W. van Marle;
kapitein-luitenant-ter-zee-arts A. Bakkes.
Tot ridder in de orde van Oranje-Nassau
met de zwaarden zijn benoemd: luitenant
ter-zee der 1ste klasse J. H. Thesingh; lui
tenant-ter-zee der 1ste klasse W. A. J. P.
Valkenier; luitenant-ter-zee der 1ste klasse
A. Ehbel; luitenant-ter-zee van de techni
sche dienst der 1ste klasse J. E. Zietse; lui-
tenant-tei--zee van de elekti'onische dienst
der 1ste klasse C. J. Weeda; luitenant-ter
zee van administratie der 1ste klasse K. T.
Bremer; luitenant-ter-zee van speciale
diensten der 1ste klasse H. H. Gerlings;
luitenant-ter-zee van speciale diensten der
1ste klasse T. Kasemier; luitenant-ter-zee
van vakdiensten der 2de klasse, oudste ca
tegorie, C. N. de Rijk; luitenant-ter-zee van
vakdiensten der 2de klasse, oudste catego
rie, J. F. Jansen.
Tot ridder in de orde van Oranje-Nassau
zijn benoemd: de referendaris bij het Mini-
sterig van Marine M. de Jonge en de refe
rendaris H. Taekema; de technisch hoofd
ambtenaar 1ste klasse G. R. van den Broe-
ke; de ambtenaar A voor hydrografische
opnemingswerkzaamheden bij het loodswe
zen, de betonning, bebakening en verlich
ting te Vlissingen J. J. Iiellinga.
Tot officier in de orde van Oranje-Nas
sau zijn benoemd: C. J. Booster te 's-Gra
venhage, hoofdadministrateur bij het Mini
sterie van Volkshuisvesting en Bouwnij-
vex'heid; ir. J. P. Heedex-ik te Leusden, in
genieur van het ingenieursbureau Dwars,
Heederik en Verhey Bouw- en Waterbouw
kunde, te Amersfoort; H. M. J. H. Kraaij-
vanger te Rotterdam, architect B.N.A.; J.
W. H. C. Pot te Amsterdam, architect
B.N.A.; drs. J. de Vries, directeur van de
N.V. Brederode's Bouwbedrijf te Utx-echt.
Tot ridder in de orde van Oranje-Nassau
zijn benoemd: J. Ph. van Exter, hoofd van
het bureau Constructies en Systemen van
de Stichting Ratiobouw; E. Israëls, firmant
van Gebr. Israëls, aannemersbedrijf te Al
melo; G. Th. Meijer te 's-Gravenhage,
bouwkundige; A. Th. Smeets te 's-Graven
hage, hoofdcommies bij het Ministerie van
Volkshuisvesting en Bouwnijverheid; G.
Spronkers te Rotterdam, voorzitter van de
woningbouwvereniging „Onze Woning" te
Rotterdam.
(Zie ook pagina 7)
De burgemeester van Den Haag, mr.
Kolfschoten, heeft in de gemeenteraad
mededelingen gedaan over het uitvoerig
onderzoek, dat is ingesteld naar de relle
tjes die zich op 1 april hebben voorgedaan,
toen 's middags 50 a 60 leerlingen van de
Koninklijke Academie voor Beeldende
Kunsten in optocht en onder medevocring
van een spandoek naar het vrouwenbeeld
zijn getrokken, dat naast De Bijenkorf aan
de Grote Marktstraat staat. Dit heeft ter
plaatse en later bij de politiepost op het
Buitenhof tot ernstige ongeregeldheden ge
leid.
De burgemeester stelde vast. dat de po
litie de taak en de plicht had, de ver-
keersorde op een spitsuur in de Grote
Marktstraat te handhaven en de doorstro
ming van het ter plaatse reeds gestremde
verkeer te herstellen. Hij laakte de hou
ding van de leerlingen, die zich niet heb
ben ontzien, de politie op ergerlijke en uit
dagende wijze te hinderen bij de oefening
van haar taak. Het wegrijden van politie
auto's werd belemmerd, politiepetten wer
den afgerukt en weggeslingerd; er is naar
de politie gespuwd en er zijn scheldwoor
den en beledigende uitdrukkingen gebezigd.
„Het is hieraan toe te schrijven", zei
mr. Kolfschoten, „dat de politie zich toen
gedwongen zag, enige malen de gummi
stok te gebruiken, hetgeen tot gevolg had,
dat zoals men in dergelijke gevallen
steeds kan ervaren bij een gedeelte van
de omstanders de emotie de overhand
kreeg over het verstand. Van enig exces
is echter in de Grote Marktstraat de ge
tuigenverklaringen laten daarover geen
twijfel geen sprake geweest".
Op het Buitenhof
Wat de daarna op het Buitenhof ontsta
ne moeilijkheden betreft, achtte de burge
meester echter de beslissing van de op dat
moment dienstdoende adjunct-inspecteur,
de politiemaatregelen door middel van sa
bels kracht te doen bijzetten bepaald niet
gelukkig en zeker achteraf gezien onjuist,
temeer, omdat de politiemannen, zonder
hogere leiding moesten optreden, daar de
chef van het bureau Buitenhof op dat
ogenblik nog niet van de Grote Markt
straat was tex-uggekeerd. „Dat de adjunct
inspecteur als de op dat ogenblik verant
woordelijke commandant in de voor zijn
gevoel dreigende situatie de beslissing nam
de omgeving van de politiepost schoon te
vegen, moge verklaax-baar zijn, de ernst
van de situatie wettigde althans op dat
ogenblik nog niet het gebx-uik van sabels.
Achteraf bezien is men hier vooral in psy
chologisch inzicht tekort geschoten", aldus
de burgemeester, die er op wees, dat bij
het uitspreken van een oordeel achteraf
de rechtvaax-digheid echter gebiedt, be
grip te tonen voor de omstandigheden,
waaronder gehandeld moest worden. „Dit
geldt ongetwijfeld voor deze jonge en nog
weinig ervaren adjunct-inspecteur, die
kennelijk alle consequenties van zijn be
slissing op een hachelijk ogenblik niet
heeft voorzien. Dit geldt evenzeer voor het
optreden van het politiepersoneel voor
het bureau Buitenhof, dat naar mijn in
druk tijdens het uitvoeren van de charges
aan de ruwe kant en hier en daar wellicht
al te fors is geweest", aldus de burge
meester, die echter begrip vroeg voor de
zeer moeilijke situatie. „Een aantal poli
tiemannen, door de gebeurtenissen tot het
uiterste geprikkeld een der getuigen
verklaarde letterlijk, dat het optreden der
studenten voor de politie om razend te
worden was vond een groep van recal
citrante personen tegenover zich, welke
zich niet aan de bevelen der politie stoor
de en zich misdroeg als een opstandige
menigte".
„Het omstandig onderzoek", zo .besloot
de burgemeester, „heeft geen feiten aan
het licht gebracht, welke disciplinaire cor
rectie der politie-ambtenaren als straf
maatregel zouden wettigen. Dat het ge
bruik van de sabel in dit geval, door een
samenloop van omstandigheden, te snel en
dus onjuist is geweest, betekent uiteraard
niet, dat dit gebruik onder alle omstandig
heden te veroordelen zou zijn".