DE TULPENBOL
M
E
L
K
W
E
G
BLOEIENDE BOLLENVELDEN
OOK IN ENGELAND
Concert van vogels in het Bloemendaalse Bos
ZATERDAG 3 MEI 1958
Erbij
PAGINA DRIE
Aedré Maiirois
V oor jaarsattractie
Bij de foto's
HET GEBEURDE tussen de
twee grote oorlogen. Ik was toen
reserve-officier van het Franse
leger en ingedeeld bij een infan-
terie-regiment. Op een goede
•morgen trof ik tussen mijn post
een brief van het ministerie van
Oorlog aan, waarin mij gevraagd
werd of ik bereid zou zijn gedu
rende twee weken van de maand
december een speciale cursus te
volgen, welke gegeven zou wor
den op de militaire academie.
Het bijwonen van deze cursus
was wel niet verplicht, zo schreef
men mij, maar het zou mij ze
ker interesseren. Ik ging eerst
maar eens naar het ministerie
om nadere informaties in te win
nen. De cursus werd georgani
seerd, zo vertelde men mij, door
het tweede Bureau van de Gene
rale Staf, met andere woorden
door de Franse tegenpool van de
Britse Geheime Dienst.
Ik zei, dat ik mij er geenszins
competent toe achtte, waarop
mij echter te verstaan werd ge
geven, dat zij enkele mensen met
verbeeldingskracht wilden heb
ben, zodat het raadzaam leek ook
enkele schrijvers te recruteren.
Ik begon er langzamerhand wel
iets voor t.e voelen. Geheime
diensten worden omgeven door
een pikante waas van geheimzin
nigheid. Bovendien noemde men
ook een paar namen en ik be
greep daaruit, dat enkele van
mijn vrienden er bij zouden zijn.
De kolonel, die de cursus leidde,
heette Cadieu en werkte op het
Tweede Bureau, een rustige man
die precies leek op de traditione
le slaperige detective, die echter
achter zijn brilleglazen één en al
aandacht is en een scherp op
merker. Hij vertelde ons, dat wij
dienst zouden doen als onder oor
logsomstandigheden. De activi
teiten van de verschillende
diensttakken zouden door hem
gecoördineerd worden. Hij vroeg
mij of ik misschien geïnteres
seerd zou zijn in de censuur van
'brieven.
Zijn er dan brieven te censu
reren?
Natuurlijk, zei hij, want vier
maanden lang hebben enkele
van uw vrienden en hij noem
de de namen van drie romanciers
en twee bekende dramaturgen
allerlei Intriges in hun correspon
dentie verzonnen. De meeste brie
ven zijn onschadelijk en hebben
slechts betrekking op hun parti
culiere leven of hun werk als
schrijver. Andere staan echter in
verband met de misdadige acti
viteiten van buitenlandse agen
ten. Al de post zal u overhandigd
worden om te censureren. Het
is de taak van de censors om de
verdachte dingen te ontdekken en
dan de hogere autoriteiten te
waarschuwen. U zult het recht
verkrijgen, zo u over iemand in
twijfel mocht verkeren, een on
derzoek te laten instellen door de
Süreté Générale of een andere
speciale dienst. Verder zal een
laboratorium te uwer beschik
king staan met chemici, die ge
specialiseerd zijn in onzichtbare
inkt.
Maar die cursus zal slechts
vijftien dagen duren. Heeft een
echt complot geen langere tijd
nodig om afgewikkeld te worden?
Dat hoeft niet, zei de kolonel.
Bovendien zult u iedere twee uur
een nieuw pak brieven ontvan
gen, zodat iedere dag voor vier
zal tellen.
DE VOLGENDE OCHTEND
werd mij een plaats aangewezen
achter een grote tafel in één der
kantoren van de militaire acade
mie. Er lagen hondei-den brieven
voor mij. Enkele andere officie
ren maakten deel uit van ons ge
zelschap. Onze chef was majoor
Dupré, ingenieur van professie
en bijzonder intelligent. Ik begon
te lezen. Het was amusant, amu
santer in ieder geval dan norma
le brieven geweest zouden zijn.
De schrijvers hadden enkele
:door-
buitengewoon goede verhalen
verzonnen. Wij rond de tafel wis
selden indrukken uit en wachtten
gespannen op een volgende zen
ding. Kolonel Cadieu, die eens
kwam kijken, vond echter dat
wij te vrolijk deden en niet vol
doende op onze hoede waren voor
mogelijke spionnen.
Weest voorzichtig, zei hij, of
er zal iets afschuwelijks met u
gebeuren.'Vergeet niet, dat u
verantwoordelijk bent voor de
veiligheid van een leger.
Ik zocht, eergelijk gezegd, gedu
rig naar aanwijzingen voor een
geheime boodschap. Maar ik was
tot dat moment slechts liefdes
brieven, zakenepistels en familie
babbeltjes tegen gekomen. Eén
brief uit de derde zending trof
mij echter plotseling. Enkele uren
voordien had ik een nogal saaie
brief van een visser aan een
vriend van hem gelezen. Hij had
een bepaald aantal karpers ge
vangen en zo en zo veel andere
vissoorten. Hij had lang uitgewijd
over het aas, dat hij gebruikte,
en vroeg zijn vriend om advies.
Dit keer had ik een tweede brief
in mijn handen, klaarblijkelijk
twee dagen later geschreven,
waarin hij wederom uitwijdde
over zijn vangsten. Als ik er nóg
één tegenkom, zo nam ik mij
voor, zal ik om een onderzoek
vragen. En inderdaad, in het vier
de pakket brieven van die dag
bevond zich wederom een brief
van de visser. Ik liep regelrecht
naar mijn chef.
Ik geloof dat ik iets op het
spoor ben, mijnheer. Waarom zou
een man iedere keer, dat hij een
vis vangt, dit aan zijn vriend
schrijven?
Waarom zou hij dat niét doen?
vroeg majoor Dupré.
Omdat het maar tijdverlies is
en zonde van de postzegels. Kijkt
u verder trouwens maar eens
naar het poststempel. De brie
ven komen uit Villeneuve St.
Georges, een belangrijk spoor
wegknooppunt. Zou het niet mo
gelijk zijn, dat de getallen het
aantal treinen aanduiden, dat ge
durende de betrokken dag is ge
passeerd en de naam van de vis
sen het soort treinen, zoals goe
derentreinen, troepentreinen en
treinen voor veevervoer bijvoor
beeld?
U bent kennelijk een lezer van
detectiveboeken! U heeft echter
gelijk. Dat is tenminste mogelijk.
We zullen een onderzoek laten in
stellen. Wat wilt u weten?
Het aantal treinen, dat maan
dag en dinsdag het station van
Villeneuve gepasseerd is.
DE VOLGENDE MORGEN kwam
het antwoord van het hoofdkwar
tier. Het aantal treinen kwam
precies overeen met het aantal
vissen, dat gevangen was. Wij
gaven direkt de naam en het
adres van betrokkene door: laat
die man arresteren!
Zeer spoedig daarna werden wij
door kolonel Cadieu gecompli
menteerd. Onze waakzaamheid
en ons initiatief, zo zeide hij, zou
tot de arrestatie geleid hebben,
niet alleen van één spion, maar
van vele leden van een omvang
rijke organisatie.
U ziet dus, zei de kolonel, dat
censuur geenszins een nutteloze
zaak is. Het berooft de vijand
van zijn meest eenvoudige com
municatiemiddel. Neemt u er
echter nu niet uw gemak van! Er
zijn nog steeds zeer gevaarlijke
mensen op vrije voeten en zo u
er niet in mocht slagen die te ont
dekken, zult u daar zwaar voor
moeten boeten'
MIJN ONTDEKKING had mijn
positie aanzienlijk verbeterd. De
meeste officieren, die van het
censuurbureau deel uitmaakten,
hadden reeds lange tijd gewerkt
bij de inlichtingendienst. Ik was
een nieuwkomer en een amateur.
Maar na de „arrestatie" van dé
visser beschouwde majoor Dupré
mij als zijn assistent. Ik voelde
mij kinderlijk plezierig. Iedereen
feliciteert zichzelf altijd als hij
iets goeds gepresteerd heeft, dat
niet in de lijn van zijn eigen werk
en beroep ligt". Mijn geluk zou
echter niet lang duren.
De tweede dag bracht één van
de censors mij een brief, die uit
Nederland afkomstig was. Een
Hollandse firma berichtte een
Fransman dat zij een partij tul
penbollen zou sturen. Het beti'of
een zeldzame, nieuwe soort.
Zwart met rode stippen. Een
afbeelding in kleuren was bijge
sloten.
Ja? zei ik. Denk je dat er wat
mis is?
Ik weet het niet. Het zou kun
nen. Die brief komt uit het bui
tenland.
Wel, .je hebt het adres van die
Fransman, laat een onderzoek
naar hem instellen.- Je kunt ook
het laboratorium die plaat laten
onderzoeken.
Het antwoord kwam spoedig. Al
les scheen in orde te.zijn. Het la
boratorium had niets verdachts
gevonden. De Fransman was al
jaren lang in bloembollen gespe
cialiseerd.
De douane zal trouwens het
pakje wel open maken en kijken
wat er in zit, zei ik.
Men moet niet de voorzorgs
maatregelen van de censuur
overdrijven, zei de majoor. Ik ken
een Amerikaans marineofficier,
die tegen het einde van de oorlog
in grote moeilijkheden kwam,
omdat hij voor zijn kinderen een
boek over mythologie schreef. De
censor wilde dat niet geloven.
Achter de verhalen van Orfeus,
Euridyce en Medea ging niet iets
geheims schuil. De goede man
was volkomen betrouwbaar. My
thologie was nu eenmaal zijn
liefhebberij. Maar al die tijd
werd hij geschaduwd en hij voel
de, dat niemand hem vertrouw
de.
Misschien zou het verstandiger
geweest zijn, zei ik, om in oor
logstijd niet over mythologie te
schrijven en als men dat tóch zou
willen doen, in de marge onweer
legbare verklaringen te krabbe
len ten behoeve van de censor!
Op dit moment weerklonk een
heftige explosie. Het vertrek vul
de zich met rook. De stoelen,
waarop de majoor en ik gezeten
waren, maakten een luchtsprong.
Niemand werd gelukkig gewond,
maar er heerste een grote ver
warring. Wat was het geweest?
Een poging om iemand van het
leven te beroven? Een bom van
een anarchist?
Kolonel Cadieu betrad op dat mo
ment het vertrek. Er lag een bre
de glimlach op zijn gelaat.
Ik heb u verteld, dat er iets
zou gebeuren, als u niet op uw
hoede zou zijn. Deze ontploffing
kwam om zo te zeggen van de
tulpenbol, die u zijn bestemming
hebt laten bereiken.
Maar waarom? vroeg majoor
Dupré. Wij hébben een onderzoek
laten instellen.
U hebt laten nagaan of de man
een bonafide handelaar was. Ja,
dat bleek hij te zijn. Al tien jaar
lang. maar hij was toch een spi
on. Verder nam u zonder meer
aan, dat het pakje de douane zou
passeren. Dat is echter niet ge
beurd. Het pakje werd via gehei
me kanalen verstuurd. Het stond
allemaal in een andere brief, die
u veronachtzaamd hebt. Ik heb
u nu een lesje geleerd!
VELE JAREN LATER, na de
oorlog, ontmoette ik majoor Du
pré. Herinnert u zich die tulpen
bol en de explosie? vroeg hij. D
les is onbetaalbaar voor mij ge
weest. Sij het begin van de oor
log stond ikaan het hoofd van
een censuurbureau en ik kreeg
.een geval onder ogen, dat pre
cies hetzelfde was. Dit keer was
mijn onderzoek, dank zij de les
van kolonel Cadieu, veel zorgvul
diger. De importeurs van de tijd
bommen konden worden gegre
pen.
Ervaring is een goede leer
school, zei ik.
Getekend Benjamin Franklin,
zei de majoor.
En Kolonel Cadieu, voegde ik
er aan toe.
WIJ, NEDERLANDERS, zijn zo geneigd
om te veronderstellen, dat wij hét bloe-
menland bij uitnemendheid zijn. Inder
daad, ons land neemt een leidende plaats
in op het gebied van bloembollencultuur,
van heesterteelt, van snijbloemen. Onze
kwekers zijn bijzonder kundig en vreem
delingen kunnen het moeilijk evenaren,
laat staan voorbijstreven. Toch neemt dit
alles niet weg, dat er méér landen zijn,
waar de bloemkwekerij een hoge stand
heeft bereikt, waar de belangstelling voor
mooie en goede bloemen groot is en waar
men waarde hecht aan veel bloemen in
tuin en huis. Eén dier landen is ongetwij
feld Engeland: we behoeven maar te wij
zen op de bekende tuinaanleg met die
prachtige boordbedden, welke mits
goed aangelegd, beplant en ingezaaid
één ononderbroken tapijt van kleurscha
keringen geven. Deze wijze van tuinindo-
ling is tegenwoordig ook ten onzent de
meest gangbare en niet ten onrechte.
Wanneer de maand mei is aangebroken
en het voorjaar niet al te laat is, kan de
bloemenliefhebber in Engeland zijn hart
ophalen. Allerwege prijken de Londense
parken om maar dicht bij huis te blij
ven in hun fraaiste voorjaarspakjes en
zelfs de etalages van de City worden op
gefleurd met de fijnste voorjaarsbloemen.
Met een zucht van verlichting laat de
grootstedeling de sombere winter achter
zich. Bankgebouwen en zelfs regerings
bureaus fleuren de vensters op met bax-
ken vol geraniums of azalea's, rode en
blauwe hortensia's, of niet rode en purpei e
cineraria's. Befaamd zijn de tulpenbedden
van Regent's Park en de seringen van
Kensington Gardens, een weelde van kleu
ren ziet men in de Thames Embankment
Gardens, waar men elke gelegenheid dan
aangrijpt om buiten zijn lunch te ge
bruiken.
Vooral Kew Gardens trekt door zijn
ongelooflijk fraaie seringen, naast de meer
bescheidener magnolia's, veel publiek. De
liefhébber kan hier te kust en te keur
planten en bloemen ontdekken: meer dan
twintig kilometer tuinpad kan hij afwan
delen op de ruim honderdtien hectare tuin
grond. In Wisley is het weer anders. In
het heuvelachtige parklandschap zijn de
bloemen zódanig geplant, dat het de in
druk wekt als of zij er van nature thuis
horen. Het zijn de tuinen van de
koninklijke tuinbouwmaatschappij, ge
sticht in 1904 en begonnen met ruim
twee hectare en thans uitgebreid tot ruim
tachtig hectare. Het is als opleidingscen
trum het belangrijkste centrum van prak
tische tuinbouw in Engeland.
Dan is er Hampton Court Palace, óók
eei#heerlijke omgeving in de maand mei.
En men vergete niet de.... bollenvelden!
Want die kan men in Engeland óók zien!
Vooral in Lincolshire en Cambridgeshire,
waar veel tulpen staan. Bloemenliefheb
bers kunnen daar op hun vrije dagen een
tocht van niet minder dan zestig kilometer
door de bollenvelden maken. Maar het top
punt van bloemenpracht moet voor de
kenner toch wel de jaarlijkse bloementen
toonstelling te Chelsey-Londen zijn. De
Brit noemt het „de beroemdste bloemen
tentoonstelling ter wereld". In hoeverre dit
juist is, laten we maar in het midden. Een
feit is het in elk geval wél, dat men er
dingen op 't gebied der floralia te zien krijgt
welke men op andere tentoonstellingen
vergeefs zal zoeken. Over een oppervlakte
van tien hectaren vindt men de prachtig
ste rotstuinen met weelderige tapijten van
muurplanten als het ware behangen. Wa
tervallen en beekjes zijn er, zoals men ze
in de natuur aantreft. Planten uit Bermuda
en Zuid-Afrika, vers per vliegtuig aange
voerd, begonia's met een doorsnede van
twintig centimeter, meer dan manshoge
riddersporen, schoonheden van her en dei-
bijeengebracht. Voor hen, die willen weten
hoe men een gezellige en fraaie eigen tuin
(en daar houden de Engelsen van) moet
aanleggen, is hier veel te leren.
Voor en na de Chelsea Flower Show
worden er weer bloemententoonstellingen
in de Society's Hall in Westminster ge
houden. Dat dit alles mogelijk is, moet
een gevolg zijn van de grote liefde, welke
men in brede lagen der Engelse bevolking
koestert voor bloemen en tuinen.
De Londense bloemententoonstelling roept
herinneringen aan de oude Engelse jaar
markten op.
De schoonheid van Kew Gardens.
Een tulpenveld in Lincolnshire, de Engelse
bollenstreekDe bloeitijd is de eerste
helft van deze maand.
WIJ KUNNEN het er over eens zijn,
dat de lente van 1958 dank zij het over
wegend koude weer niet bijster enthou
siast van stapel loopt. Laat echter an
derzijds het defaitistische denkbeeld,
als zou er door al die polaire lucht en
de bijbehorende buien, buiten toch
niets te beleven zijn, vooral niet bij u
post vatten! Want er is wel degelijk
iets, zelfs heel veel. Alleen voltrekt het
zich allemaal veel trager dan we het
in andere jaren gewend zijn. Maak dus
rustig uw wandelingen, wanneer u iets
van de lente wilt meebeleven en ver
man u vooral ook eens om in de vroe
ge morgenuren in het bos naar de vo
gels te gaan luisteren. Goed, in deze
tijd van het jaar laten de meeste zich
wel op allerlei uren van de dag horen,
maar het grote en altijd weer indruk
wekkende concert heeft toch onveran
derlijk kort na zonsopkomst plaats.
Er kwam een kind naar boven uit de nacht.
De stilte sprak niet. Plotseling
stond daar het teken van zijn hoofd
boven de donkere waterspiegel.
Het keek mij aan met ogen zwaai
en zwart van da volstrekte koude
waarin het zich verloren had,
twee sterren vol verduisterd licht,
begeerte die de tijd ternauwernood
had ingeademd of een rukwind sloeg
haar jonge warmte uit elkaar.
En achter deze blindgeworden pijn
opende zich de hemel. Kinderhoofd na hoofd,
een uitgebluste melkweg, hing daar stil
te overnachten in het universum.
Onder mijn voeten viel de aarde weg,
er bleef geen houvast over dan mijn armen
die ver boven mijn leven uit
zich naar de toppen van de ruimte rekten
en hielden in de koude stand
totdat hun kracht was opgebrand.
Maurits Mok
Vooral wanneer u de moeite neemt
meer dan één keer dezelfde ochtend
wandeling te maken, zal het u opvallen
dat u bepaalde vogelsoorten telkens
weer op dezelfde plaats hoort (en even
tueel ziet). Neem bijvoorbeeld de vin
ken, die hun levendige „slag" met on
uitputtelijke energie laten horen. Net
of ze hun handtekening zetten met no
ten, een heel rijtje korte toontjes voor
de letters en dan tot besluit een felle,
dikke streep eronder in de vorm van
een wat langer aangehouden en zeer
luide noot. Het zijn altijd de manne
tjes, die op deze manier duidelijk blijk
geven van hun aanwezigheid. Èn
altijd op één en dezelfde plaats, zijnde
het cèntrata punt van wat zij als hun
grondgebied, hun territorium, beschou
wen. Want de vinkenman is een heers
zuchtig en onverdraagzaam heerschap.
Nadat hij eenmaal een klein bosgebied
als het zijne heeft uigekozen, duldt hij
daar geen indringers-soortgenoten.
Luid en agressief zit hij daarom onaf
gebroken zijn muzikale handtekening
te zetten, tot waarschuwing van ande
re mannetjesvinken, die mogelijk in
zijn territorium met de nestbouw zou
den willen beginnen. Komt er niette
min toch vreemd volk op zijn erf, dan
zal de rechtmatige (eerste) bezitter van
het gebied niet schromen om tot daden
over te gaan, hetgeen tot weinig zacht
zinnige gevechten kan leiden. Waaruit
men ziet, dat het niet alleen de men
sen zijn, die volkomen willekeurige
grenzen trekken en deze daarna met
hand en tand verdedigen...
Om na het aanhoren van de vogels
naar waarde te genieten van de bloe
men in het Bloemendaalse Bos, kunt
u niet beter doen dan naar dat gedeelte
gaan, waar u misschien als jongen ook
nog wel hebt gevoetbald of heerlijk wild
rovertje gespeeld. Alleen is dat plekje
sindsdien onherkenbaar en bijzonder
in zijn voordeel veranderd. Want het
kale, zandige terreintje temidden van
veel ondoordringbaar eikehakhout is
nu een aantrekkelijk stuk parkland
schap van de binnenduinkant gewor
den. Het heet Thijsse's Hof en de bloe
men van het' binnenduinbos zijn er te
kust en te keur. Op het ogenblik staan
de bosanemonen er boven hun sierlij
ke, diep ingesneden bladeren te bloeien,
dat het een lust is. Tenminste wanneer
het weer niet al te zeer tegenwerkt
warit bij kille regen of nog erger slui
ten de vriendelijke witte anemonen zich,
vertonen hun purper-lila achterzijden
en knikken om, zodat geen water het
kostbare stuifmeel kan bederven. En
over anemonen gesproken: ook de zeld
zaamheid, die gele anemoon heet, met
bloemen van de kleur als boterbloe
men, is onder het struikgewas van de
hof te bewonderen. Vreemd eigenlijk,
dat die prachtige wilde anemonen, zo
wel de witte als de gele, het in een
streek als de onze niet tot algemeen
verbreide tuinplanten hebben gebracht.
Hun wortelstokken zijn bij diverse kwe
kers te koop, zij aarden voortreffelijk
onder wat licht struikgewas op de Ken-
nemer zandgronden en desalniettemin
zijn ze met een lantarentje te zoeken
in de achterafhoekjes van onze tuinen.
Enfin, u kunt daar op korte termijn
verandering in brengen door tegen de
herfst tegelijk met uw bollen wat wilde
anemonen te bestellen.
Kijk intussen in Thijsse's Hof ook
eens naar die andere lentebloemen bij
uitstek: de primula's ofwel sleutelbloe
men. Vlakbij de grond is er het zachte
zwavelgeel van de stengelloze sleutel
bloem, en wat hoger lange stelen
staan de rijke trossen van de slanke
sleutelbloemen. Besteedt u er genoeg
aandacht aan, dan merkt u al spoedig
op, dat de ene plant een tikje andere
bloemen heeft dan de andere. In het ene
geval namelijk is er in het midden van
de bloem het uiteinde van een stampei-
te zien, in het andere een krans van
vijf korte meeldraden. Dat komt door
dat bij het ene bloemtype de stamper
lang is en de meeldraden diep in de
bloem zijn aangehecht, terwijl het an
dere type een korte stamper heeft bij
hoog vastzittende meeldraden.Nu is het
bij de sleutelbloemen zo, dat een stam
per, wil er vorming van goed kiembaar
zaad volgen, moet worden bestoven met
stuifmeel, dat in een andere bloem op
dezelfde hoogte werd voortgebracht.
Dus hoog bij hoog en laag bij laag.
Voeg hierbij het feit, dat de beide
bloemtypen nooit aan dezelfde plant
voorkomen en het zal u duidelijk zijn,
dat voor het ontstaan van dat goede
zaad wel kruisbestuiving dat wil zeg
gen bestuiving van de ene plant met
de andere moet plaats hebben. En
aldus geschiedt het dan ook.
Kees Hana