VOORBEELDEN VAN AMERIKAANSE HUMOR
NAUM
GABO
DE KOUDE
ROMANTIEK
VAN PROSPER
MERIMEE
NIEUWE BOEKEN
in zakformaat
Erbij
door Donald V. Mehus M.A.
f 'C
Kroniek van de
regering van
Karei de Negende
ZATERDAG 10 MEI 19 5 8
PAGINA DRIE
JN EEN station van de Newyorkse ANDERE vertegenwoordigers van de daar van vele vormen: tekeningen, ge-
mnnrweP eebeurde eeni A™erikaanse humor zÖn film, radio en dichten, novellen en éénakters. Hier volgen
ondergrondse spOOiweg geoeurae eens televisie. Uitzendingen met Jack Benny of twee voorbeelden:
het volgende. Een jonge vrouw, die op Bob Hope evenals de televisie-komedies Student: „Is dit ijs zuiver?" Kelner: „Zo
de trein wachtte, wierp een muntstuk in £e£ifilton ^erl8' Dean M"tin Jan"y zuiver als het meisje van uw dromen."
fn anderen staan in Amerika zeer Student: „Geef mij een pakje sigaret
gen automaat voor kauwgom. Zij trok in aanzien. Vooral raadseluitzendingen zon- ten."
7 nder voorafgaande proeven, waaraan het
aan de hefboom, maar er kwam mets publiek deelneemt, vindt men erg leuk (de
uit Zij trok en schudde een beetje aan ..quiz"),
rukte nr>T enkele kerm Kort gelcden kwam bij Groucho Marx
niKte noz en Kei e Keien een man op de planken die wat wist te
het apparaat,
verwoed aan de hefboom, wierp weer vertellen over zijn verscheidene bezigheden woon."
een muntstukje in het apparaat, dan nog
een steeds met hetzelfde resultaat, de jonge man, ik doe maar wat mij bevalt
Professor: „Heeft u niet een broer, die
vorig jaar deze cursus volgde?" Student:
„Neen, professor, dat was ik. Ik volg de
cursus opnieuw." Professor: „Buiten
gewone gelijkenis werkelijk buitenge-
Tenslotte wendde zij zich verbitterd tot |0S mïïUe hee£
haar vriendin en zei: „Zeg, wat is dat
eigenlijk, een spaarkas?"
WISE-CRACK" noemen de Amerikanen
een dergelijk uit de situatie ontstaan ge
zegde, dat in zekere zin kan doorgaan
ONTBREEKT HET de Amerikaanse
humor wellicht aan diepte en metafysica,
dan brengt hij toch even veel gelach en
lijke filosofie! De gevangenissen zitten vol vrolijkheid als overal elders. Wat zegt
met lieden van uw slag. Oliver Goldsmith ook weer in zijn „The
Veel van de beste anekdotes, overmoedig, Vicar of Wakefield" over een partijtje? „Ik
onbekommerd en opbeurend, komen uit de zou niet kunnen zeggen of wij geestiger
Amerikaanse colleges en universiteiten, waren dan anders, maar in elk geval heb-
waar de studenten hun eigen humoristische ben wij meer gelachen en daar komt het
bladen uitgeven. De humor bedient zich tenslotte toch maar op aan".
voor de pendant van de Europese geestige vreemd.
opmerking, het „bon mot". „Ik kan aan
alles weerstand bieden, behalve aan de
verleiding!" zei Oscar Wilde eens. En van
George Bernard Shaw stamt het beroemde
gezegde: „De jeugd is iets heerlijks, maar
hoe jammer dat zij aan kinderen verspild
wordt."
Daar de humor het karakter van een
volk treffend van een vrolijke gezichtshoek
tekent, loont het misschien de moeite de
Amerikaanse humor in zijn essentieelste
uitingen te onderzoeken. Waarin ligt nu
juist°het verschil tussen Europese en Ame
rikaanse humor? In Amerika treft men,
juist zoals in Europa, alle soorten humor
aan, van de laagste tot de hoogste vormen.
In zover men tenminste een onderscheid
kan opmerken, gaat het, ruw gezien, om
het volgende. Stamt de Europese humor, in
zijn beste en echtste vorm, inzonderheid in
de literatuur, eerder van intellectuele
huize, geestig en fijn, niet zelden toespe
lingen makend op politieke of ideologische
problemen, of toch ten minste de zin van
het leven rakend, is de humor van de
Nieuwe Wereld vrolijker, hartelijker, men
zou kunnen zeggen opgewekter, vrijer van
overgeleverde banden en opvattingen, meer
geneigd de dingen te zien zoals zij op het
eerste gezicht inderdaad zijn. Zulke humor
heeft betrekking op de verscheidene sociale
klassen of beroepen en op de nationale
minderheden van het land, maar vaker
nog schetst hij eenvoudig een beeld van de
dominerende sociale groep van Amerika,
de middenstand.
Men kan zeggen dat er in Amerika een
rijkdom aan verschillende soorten humor
bestaat, zoals een brede stroom die steeds
aanwast. Hij heeft veel bronnen, drukt zich
op veel wijzen uit en is werkelijk een
aspect van het Amerikaanse leven. Zoals
overal ter wereld komt veel van die humor
uit het volk, uit zijn gesprekken en per
soonlijke omgang, uit zijn dagelijks leven
thuis, bij het werk en in de school. In
mindere mate kan men ook humor vinden
in de litteratuur en in de politiek. Hij
speelt in de werken van de hedendaagse
Amerikaanse litteratuur eerder een toeval
lige rol, in elk geval heeft hij nu niet meer
hetzelfde belang dat hij had in het oeuvre
van Mark Twain of van andere humoristen
uit de negentiende eeuw. De redenen hier
voor zouden wel het onderwerp van een
uitvoeriger onderzoek kunnen uitmaken.
Laten wij in de eerste plaats daarvan
een kleine vergelijking maken tussen Euro
pese en Amerikaanse humor, vooral op het
gebied van de politiek. Als voorbeeld aan
Europese zijde geven wij de volgende ge
beurtenis. Kort na de tweede wereldoorlog
werd een Russische vluchteling in een
kamp in West-Duitsland ondervraagd:
„Waar bent u geboren??" „In St. Peters-
burg". „Waar woonde u na de revolutie
van 1917?" „In Petrograd". „Waar
woonde u gedurende de tweede wereld
oorlog?" „In Leningrad". „En waar
zoudt u nu graag willen wonen?" „In
St. Petersburg".
Hoewel de echte Amerikaanse humor
zich zelden op zulke onverbloemde wijze
wijze met politiek en ideologie inlaat, trad
hij toch in zulke omstandigheden tijdens
een der laatste kiescampagnes aan het
licht. Een kandidaat laakte zijn tegenstan
der omdat die (volgens hem op ongepaste
wijze) uitspraken over serieuze problemen
met humor gekruid had. De tegenstander
antwoordde dat hij van mening was dat
men vrolijk de strijd moet aangaan, daar
de politiek toch al zo'n ernstig probleem
is. Hij verduidelijkte zijn standpunt als
volgt. „Iemand vroeg mij wat ik daarover
denk. Toen schoot mij de geschiedenis te
binnen van de man die, tijdens een aanval
op een karavaan in het Wilde Westen van
eertijds, door de Indianen in de rug werd
geschoten. Een tijdje later kwamen enige
cavaleristen langs daar en vonden de arme
kerel bewusteloos, met twee pijlen tussen
de schouderbladen. Zij wekten zijn levens
geesten op met whisky. Toen hij weer een
beetje kon fluisteren vroegen zij hem of
hij geen erge pijn leed. „Reken maar," zei
hij, „vooral als ik lach!"
Legato: gebonden
Con moto: met beweging
Abaltimento: neerslag bij het dirigeren
Da capo: van het begin af
pT>
r'rLL CCd&Ji#
Triller
Con fuoco: met vuur
TOT 18 MEI is in het Mu
seum Boymans te Rotterdam
een tentoonstelling van de
schepper van het enorme sie
raad aan het warenhuis De
Bijenkorf in die stad: Naum
Gabo, te zien. Een boom uil
staal, noemt Herbert Read, één
der gezaghebbers op het gebied
der beeldende kunsten in deze
tijd, het. Want Gabo heeft
naar eigen zeggen voor zijn
conceptie de oplossing gevon
den in de organische structuur
van de plantenwereld. Gabo
moest namelijk uitgaan van
zekere materiële vereisten.
Zijn conceptie werd bepaald
door technische mogelijkheden
van beperkte aard. Het daar
van uitgaan is hem niet
Gabo, wiens naam
eigenlijk Naum Neemia Pevs
ner is; behoort met zijn broer
Antoine Pevsner tot de grond
leggers van het „constructivis
me" de beweging, die vol
gens Gabo door middel van
constructieve technieken de
krachten, die in de natuur ver
borgen liggen, aan het licht wil
brengen en psychische gebeur
tenissen verwezenlijken.
De benaming „constructivis
me" werd gegeven door critici.
De kunstenaars zelve noemden
bun beweging „realistisch". Dat
was tussen 1917 en 1920. Men
boude voor ogen dat deze kun
stenaars niet dachten aan uit
beelding maar aan „verbeel
ding" van dat wat in hun, in
onze tijd, de cultuur bepaalt.
Read ziet die beschaving als
voornamelijk mechanisch. Wie
in deze richting zijn kunst be
palen wil, kan vele richtingen
op, bleek het. De Fransman
Léger schilderde mensen en
stillevens als machines. De Ita
liaanse futuristen waren voor
al geoccupeerd door beweging.
Zij gebruikten bij hun verbeel
dingen meestal aan de zicht
bare natuur ontleende moti -
ven naast wel vertrouwde
tekens. Het meest boeiende in
Gabo's werk is voor mij ook
beweging. De suggestie daar
van echter wordt opgeroepen
naar voorbeeld van ruimte-
meetkundige constructies, die
wij meestal gewoon waren ir.
het vlak van de constructie
tekening te bekijken, maar die
door nieuwe materialen, zoals
plastic, tastbaarder aan ons
kunnen verschijnen.De schoon
heid van verschillende van
Gabo's constructies behoeft
niet vreemd te zijn aan hen,
die de schoonheid van de
stereometrie, die verhel
derd kan worden in de be
schrijvende meetkunde, leerden
onderscheiden. Wij kwamen
namelijk al iets van de schoon
heid van Gabo's werken tegen
in onze glazen stuiters, die
voor de kinderen van vandaag
z'n gewoon bezit zijn gewor
den. Ook konden we die
schoonheid ontmoeten in foto's,
gemaakt in het donker naar
bewegende lichtpunten. Er zijn
in de catalogus van Gabo's ex
positie afbeeldingen van zijn
werken, die daar wel aan
herinneren. De beweging in
stereometrische constructies,
moet ik nog opmerken, voelen
we als zodanig wanneer het
gaat om de constructie van het
vlak, dat bijvoorbeeld een vol
gens een bepaalde orde wente
lende lijn doorloopt. Gabo
heeft wel geëxperimenteerd
met in werkelijkheid bewegen
de vormen. We ontmoeten op
de tentoonstelling twee aan de
wand draaiende schilderijtjes
van overigens nogal povere
aard, wat betreft het schilde
ren. Ook Gabo's meer statische
plastieken of constructies
boeien mij persoonlijk minder.
Het is te begrijpen dat zijn
constructies wel abstract ge
noemd zullen worden. Zij zijn
het in wezen voor mij niet,
daar ze iets reëels, beweging
van, één en ander, uitbeelden.
Dit eist naar mijn gevoel van
zijn constructies dat deze glan
zend, welonderhouden blijven.
Zodra de blik van de toeschou
wer zou blijven haken aan een
slijtageplek, is de indruk weg
en mag men mogelijk nog van
iets abstracs spreken. Anders
is dat met de meer statische
zaken, waarin de constructieve
verbeelding duidelijk zichtbaar
is.
Gabo werd in 1890 te Briansk
geboren. Hij studeerde eerst
medicijnen in Rusland, later in
Duitsland te München. waar
hij overging naar de polytech
nische school. Betrekkelijk
kort al nadat zijn belangstel
ling voor kunst ontwaakte,
kwam hij tot zijn eerste con
structies. Kort. na de Russische
revolutie konden nieuwe rich
tingen in de kunst gemakke
lijk opbloeien. Later bleek het
geestelijk klimaat verstikkend
of beter gezegd toch misschien
bevriezend. En de Pevsners zijn
gelijk verscheidene confraters
naar het westen: eerst naar
Berlijn, vervolgens naar Parijs
en daarna naar Engeland ge
gaan. Sedert. 1946 is Gabo in de
Verenigde Staten woonachtig.
In 1955 kreeg hij de opdracht
voor zijn constructie aan
Breuers Bijenkorf.
De tentoonstelling komt ook
nog in het Stedelijk Museum
te Amsterdam van 24 mei tot
23 juni, maar is in Rotterdam
door de aanwezigheid van de
constructie aan het genoemde
warenhuis eigenlijk vollediger
te noemen.
Bob Buys
de oude litteratuur de oude litteratuur de oude litteratuur de oude litteratuur
besteedt Mérimée nog vijf pagina's aan
een historische verhandeling over de zi
geuners in Spanje en hun taal. Toen hij
dat verhaal schreef, was hij al geen litte
rator van beroep meer. Hij was het in zijn
jeugd geweest, maar onder het bewind
van koning Louis Philippe inspecteur van
de historische monumenten geworden
een benijdenswaardige baan, die hem ge
legenheid tot veel reizen naar alle hoeken
van het land bood, een interessant werk
dat soms dankbaar was, als het niet door
ambtenarij of het onbegrip van gemeen
telijke autoriteiten in de war werd ge
stuurd. Hij kan in die functie beschouwd
worden als de grondlegger van de traditie
van monumentenzorg in Frankrijk, maai
bij heeft ook hier geen erg goede naam
nagelaten, doordat hij meer of minder
verantwoordelijk is voor een aantal res
tauraties, die naar tegenwoordige smaak
veel te vrijmoedig waren. Zijn eigen op
vattingen over restauratie waren niet. ver
verwijderd van de hedendaagse, maar
sommigen van de architecten, die de wer
ken uitvoerden, pasten liever hun eigen
ideeën toe zo Viollet-le-Duc, die onder
ambtelijke verantwoordelijkheid van Mé
rimée de facade van de kathedraal van
Vézelay en het kasteel Pierrefonds heeft
bewerkt.
In ieder geval, Mérimée verrichtte dat
werk met alle toewijding en men zou
kunnen denken dat het slot van Carmen
alleen van zijn historische en wetenschap
pelijke belangstelling getuigde, als er niet
andere voorbeelden te over waren in zijn
werk van misplaatste laatste regels of
conclusies. Een van zijn toneelstukken
besluit een geschiedenis van hartstochten
en moorden met de dialoog: „Seigneur, le
souper est prêt et la piece est finie. Ah!
cela est différent". Een ander stuk, be
handelende een vreselijk geval van bloed
schande in Peru, eindigt ermee dat een
van de acteurs zich tot het publiek richt
en zegt: „Le père est poignardé, la fille
sera mangée (want zij is het bos in ge
vlucht). Excusez les fautes de l'auteur".
Wat de „Chronique du règne de Charles
IX" betreft, de roman die hier aan de orde
is, daar loopt het af met twee vragen naar
het vervolg van het verhaal, die de auteur
aan de lezer voorlegt, met de toevoeging
dat deze laatste 't zeker aardig zal vinden
ze zelfs te beantwoorden en zo de roman
naar zijn eigen smaak te beëindigen. Der-
de oude litteratuur
PROSPER MéRIMéE heeft, behalve een
reputatie in de litteratuur die op „Carmen"
en enkele andere van zijn novellen berust,
TOT DE BESTE vertegenwoordigers van geen erg goede naam nagelaten in het
uitstekende en typisch Amerikaanse humor buitenland misschien nog een betere dan
rekent men de „cartoons" (de spotprenten in Frankrijk, zolang men hem alleen als
dus) en de „comic strips" (de beeldver- de „meester van de perfecte vorm" kent.
halen). Die verschijnen overal in de Ver- Hij was een groot vrouwenjager en gaf
enigde Staten sinds vele jaren, de laatste zich bovendien graag over aan de activiteit
tijd ook in Europa, in kranten en week- die bekend staat als vuilbekken. Dat neemt
bladen. Deze humor heeft het vooral op de sommigen tegen hem in, maar doet zijn
familiekring en het gezelschapsleven en op naam toch minder schade dan dat hij, als
het werk of het kantoor gemunt. De teke- liberaal begonnen, in de laatste twintig
ningen in de „Saturday Evening Post" ver- jaar van zijn leven kind aan huis was bij
tegenwoordigen de onmiskenbare Ameri- keizer Napoleon III en bekend stond als
kaanse humor. De „cartoons" en de andere een tegenstander van alle liberale maat-
bijdragen in het tijdschrift „The New Yor- regelen, die in de laatste jaren van het
ker" worden ook zeer op prijs gesteld, maar keizerlijk bewind noodgedwongen genomen
zijn over het algemeen wel wat minder werden. Hij had de keizerin al gekend
doorzichtig. toen zij nog Eugénie de Montijo was, in
Typische voorbeelden uit de „Saturday Spanje, hetgeen een zekere passende be-
Evening Post" zijn de volgende. Vijf heren leefdheid had kunnen verontschuldigen,
zitten, verdiept in een ernstige discussie, maar niet zijn aanvaarding van een plaats
aan tafel. Eén van hen zegt: „Daar zitten in de senaat. Zijn nieuwe beginselen wer-
wij nu vier intelligente mannen vijf den hem des te meer kwalijk genomen,
als je John meerekent!" doordat velen hem een onaangenaam mens
Twee dames in de bioscoop. Op het vonden, met zijn hoge stijve optreden,
scherm is een overstroming te zien, een waarin hij het voorbeeld van de Engelse
huis drijft stroomafwaarts, meegesleurd gentleman meende te volgen. Anderen
door de golven, en uit onweerswolken hebben uitgelegd dat hij zo deed om zijn
stortregent het. Dan zegt één dame tot haar uiterst kwetsbare gevoeligheid te sparen,
buurvrouw: „Dat vind ik nu onprettig aan maar dat wordt natuurlijk bijna altijd ge-
films. In het boek was het slechts een zegd als iemand zich koud voordoet,
lekke kraan." Mérimée was zeker niet ongevoelig en hij
had zelfs wel hart, wat nog iets anders is.
Maar het is evenzeer zeker, dat hij pro
beerde zich daar -zo min mogelijk door te
laten leiden en veel meer plezier had in
zichzelf als de harteloze meester van alle
situaties. Stendhal, met wie hij twintig
jaar lang bevriend was, tot diens dood, zei
al van hem dat hij zonder twijfel veel
talent had, maar misschien weinig hart.
ZOU MéRIMéE NU, met dat talent, een
groter schrijver geworden zijn als hij meer
hart gehad had? Dat is niet onmogelijk,
hoewel hij dan ook schilder had kunnen
worden (hij tekende wel goed) of juist
alleen nog maar flaneur. Men kan zich
verbeelden dat hij de dingen, die hij
schreef, iets ernstiger opgevat zou hebben,
of meer behoefte ondervonden zou hebben
dingen die hij ernstig opvatte voor zijn
litteraire werk te gebruiken. Men herin
nert zich het zonderlinge slot van de
novelle Carmen: als het drama voltooid is,
gelijke dingen kunnen niet anders doen
denken dan dat de auteur zich tegen de
spotlachen van anderen heeft willen be
veiligen door te laten zien, dat hijzelf ook
zijn werk al niet ernstig opvatte en dus
juist niets aan zijn lezer wil overlaten. Zij
vertegenwoordigen het standpunt van de
intellectueel, die bij zichzelf denkt dat hij
het schrijven van verhaaltjes ook wel zou
kunnen nalaten.
DAT WIL NIET ZEGGEN dat deze kro
niek ook een roman beneden de maat is,
bij gebrek aan overtuiging. Het is zelfs
een heel goed leesbaar boek, nog iets meer
als men weet dat de auteur vijfentwintig
was toen hij het schreef, in 1828. Karei IX
is de Franse koning, die met zijn moeder
Catherina de Medici verantwoordelijk
gesteld moet worden voor het bloedbad
van de Bartholomeiisnacht in 1572. Méri
mée zal niet de beste historische autoriteit
zijn voor nauwkeurige ophelderingen over
die verantwoordelijkheid en heeft trou
wens ook enige andere historische vergis
singen begaan. Behalve zijn vergissingen
vindt men ook zijn voorkeuren en voor
oordelen in de roman. Hij hield van gru
welen: messen ferm in kelen of buiken
gezet en rondgedraaid, zodat er een mooi
gat ontstaat. In zoverre was zijn smaak
niet afwijkend van die van de romantiek
in bet algemeen, maar hij vatte zijn gru
welen anders op, met enige sympathie voor
degenen die ze bedreven en in ieder geval
zo dat degeen die ze vertelde nooit van de
geringste bewogenheid mocht blijkgeven.
De Bartholomeiisnacht keurde hij natuur
lijk toch weer niet goed: dat was massaal
moordenaarswerk, onverenigbaar met zijn
ideaal van de strakke Engelsman, die
alleen solitair, als een Spanjaard zou wil
len optreden. Tiaar in zoverre hadden die
gruwelen toch zijn sympathie, dat de -be
schrijving ervan hem een goede gelegen
heid gaf om te getuigen van zijn geringe
dunk van het menselijk ras, altijd mak
kelijk te winnen voor lafheid en wreed
heid.
Een andere reden voor Mérimée om de
Bartholomeiisnacht af te keuren was dat
hij zeer antiklerikaal gezind was, dat wil
zeggen dat hij de katholieke kerk verfoei
de en bij vergelijking een lichte sympathie
ondervond van het protestantisme. Het is
dus geen wonder, dat hij ons een protes
tantse hoofdpersoon Bernard de Mergy
aanbiedt om onze goedkeuring óp te
richten en ook tenminste te begrijpen dat
hij een sterk geïdealiseerd portret ontwerpt
van de admiraal De Coligny, de erkende
voorman van de protestanten aan het hof.
Het moet gezegd worden dat Bernard het
voordeel heeft uit een fatsoenlijke familie
te stammen (anders dan die van de Colig
ny een gefingeerde). Zijn broer George is
ook een uitstekende man, hoewel hij zich
tot het katholicisme bekeerd heeft. Daar
moet dan weer bij gezegd worden dat hij
dat alleen voor het gemak heeft gedaan
en eigenlijk van harte atheïst is. zoals hij
zijn broer vertelt. George is een van de
weinige Franse militairen, die weigert deel
te nemen aan de afslachting van de pro
testanten. Bernard, na een beroemde
duëllist gedood te hebben de minnaar ge
worden van diens wonderschone maitresse,
is een van de weinige protestanten die zich
niet weerloos de rol van slachtoffer laat
opdringen. Hij avlucht en meldt zich aan
voor de verdediging van de stad La Ro-
chelle, die nog in protestantse handen is.
Helaas, George komt daar ook eens kijken
en wordt dodelijk gewond door een salvo
dat op commando van Bernard is afge
vuurd. De laatste scene is in het hospitaal,
waar George zonder aanstellerij en zonder
geestelijke sterft, onder de ogen van een
radeloze Bernard.
DEZE DINGEN en de andere die in het
boek staan helderen misschien niet veel op
van de menselijke natuur. De kaarten zijn
daarvoor met teveel overleg van tevoren
toegewezen, maar de ijzige toon van Mé
rimée werkt toch al zo goed, dat men er
weinig vals drama in onderscheidt, tegen
over veel bezienswaardige scènes in
mooie duidelijke kleuren. Het zou mis
schien inderdaad lachwekkend geweest
zijn, als Mérimée het allemaal ernstig op
gevat had. Dat doet hij niet, het gaat hem
er meer om het goede soort van de twee
Mergy's en het slechte soort van bijna
iedereen anders te betogen, dan om ons
nu juist deze gebeurtenissen te vertellen.
De roman is ook niet doorlopend geschre
ven, maar in bijna onafhankelijke hoofd
stukken, ieder een tableau met een zekere
demonstratieve waarde, die Mérimée nooit
te zwaar aangeeft. Daar zou men al uit
kunnen opmaken, dat hij eigenlijk geen
romancier was en voorbestemd om inspec
teur van monumentenzorg te worden en
terzijde nog enkele gesoigneerde novellen
te schrijven. Maar er zijn zoveel auteurs
die wel eigenlijke romanciers zijn en toch
alleen minder leesbare boeken dan deze
„Chronique" geschreven hebben, dat die
nakomende voorspelling niet veel betekent.
Beter kan men veronderstellen dat Mé
rimée juist zeer veel doorlopende romans
geschreven zou hebben, als hij er niet al
tijd zo bevreesd voor was geweest iets
geks te zeggen, dat hij het liever bij korte
stukken liet, die hij nauwkeurig in de
hand kon houden. De „Chronique" is er
na meer dan honderd jaar wel een beetje
gek gaan uitzien, maar niet meer dan een
beetje. Tenslotte kan men de manier van
leven, die Mérimée voorstaat, nog altijd in
overweging nemen, wat niet meer mogelijk
is bij vele van de romantici die met meer
hart begiftigd waren dan hij. Als hij een
warmere natuur geweest was, zou hij
zijn talent wel aan vele onleesbare wer
ken hebben kunnen besteden tenzij hij
dan ook weer veel meer talent gehad had,
maar dan zou hij langzamerhand een
tweede Stendhal geworden zijn en een
auteur van een andere orde.
S. M.
HET IS een in Amerika bekend feit, dat de
jongere generatie vaklieden van de kernfysica
en ruimtevaart niet alleen in hun jongelingsjaren
fervente lezers van „science-fiction"-verhalen
geweest zijn. maar dat zij ook nu nog deze lec
tuur met graagte ter hand nemen en dat nog
wel met de bedoeling om op hun gebied bij te
blijven! Een merkwaardige situatie, die men be
grijpen kan wanneer men bedenkt, dat zeer veel
van wat in de veertiger jaren door de groten on
der de ..science-fiction"-auteurs verzonnen werd,
leeds gerealiseerd of binnen afzienbare tijd rea
liseerbaar is. Het proces van de verovering van
de ruimte lijkt zijn oplossing te vinden via de
wegen die reeds tien jaren terug in de klassieke
„s.f." werden aangeduid. Het is echter niet te
hopen dat de toekomst zich zal ontwikkelen zo
als Isaac Asimov die in zijn Second Foundation.
Galactic Empire beschrijft. In dit boek heeft, de
mensheid zich stevig op de Melkweg genesteld.
Ondanks de grote vorderingen van de weten
schap heeft men nog niets geleerd: de over de
miljoenen nieuwe werelden verspreide lieden be
ginnen elkaar te belagen. Het „Eerste Galacti
sche Rijk" kraakt in zijn voegen door toenemend
anarchisme en barbarij. Enige eminente beden,
geleerden van formaat, beangstigd door het voor
uitzicht op een langdurig vacuum in de inter
stellaire beschaving, stichten een geheim genoot
schap. dat zich ten doel stelt ten koste van alles
de kosmos voor een chaos te behoeden. Aan
spanning en interessante vergezichten ontbreekt
het in dit hoek werkelijk niet. Het is allemaal
wel zeer ver verwijderd van wat men het leven
van alledag noemt. Toch zijn ook daarin de per
sonen. situaties en milieus, die men als absurd,
fantastisch of onbegrijpelijk kan bestempelen,
beslist niet dun gezaaid. Michel de Saint Pierre
beschrijft bijvoorbeeld in Les Aristocrates een
soort mensen, de leden van de familie De Mon-
brun, die ondanks hun normaal mens-van-hun-
tijd-zijn in bun handelingen en karakters een
zeer vreemd totaalbeeld opleveren. Een verbijs
terend knap stuk werk leverde, zoals gewoonlijk,
in dit opzicht Mary McCarthy, de schrijfster van
A charmed life. In zekere zin had zij het gemak
kelijk: de wereld van de bohémien, die zij in dit.
boek op intelligente wijze doorvorst, ligt uiter
aard reeds buiten of aan de rand van de brave
burgermaatschappij en een huwelijk zoals tussen
de hoofdpersonen van haar boek. een actrice en
een toneelschrijver, is eveneens al een zaak waar
van men in de meeste gevallen, wanneer men dat
in een roman tegenkomt, met zeer grote stellig
heid kan voorspellen dat het mis zal gaan. Maar
desondanks kan men nieL zeggen, dat alles in dit
werk volgens het geijkte" schema vlot langs de
gebruikelijke wegen van de minste weerstand
verloopt.
Minder knap, maar beslist niet minderwaardig
is Natbanael West's The day of the locust. De
verdienste van dit boek ligt vooral in de gereser
veerde. maar toch onverbloemde beschrijving van
een ander brok bizar leven, namelijk dat van de
Hollywood-zelfkant met de achtergrond van on
gezonde en semi-commerciële erotiek. Diana Bar-
rymoore, een juffrouw la Lilian Roth (van I'll
cry tomorrow) produceerde met behulp van Ge
rald Frank Too much, too soon, het relaas van
haar vergooide leven, dat dank zij de enorme
hoeveelheid sentimentaliteit en tragiek wel weer
een zeer dankbaar en groot publiek zal vinden.
Dat geldt ook altijd voor Robert Standish. een
auteur van een geheel ander formaat. Deze heeft
altijd wel een verhaal te vertellen, daarbij ge
steund door zijn ruime kennis uit de eerste hand
van verschillende oosterse landen, hetgeen ook
zijn Elephant walk volkomen acceptabel maakt.
Met humor en een zekere weemoed wordt in dit.
boek het leven van een theeplanter in Ceylon in
bet begin van deze eeuw getekend, een tijd toen
er voor de Europeaan de mogelijkheden nog le
gio waren. Een zeer fraai en boeiend beeld van
de verhoudingen tussen de mensen in een kli
maat en omgeving, waarin de zogenaamde be
schaafde manieren zo niet volkomen dan toch
zeer vaak grotendeels over boord gezet moesten
worden om zich te kunnen handhaven. A. M.