VOORBEELDEN VAN AMERIKAANSE HUMOR NAUM GABO DE KOUDE ROMANTIEK VAN PROSPER MERIMEE NIEUWE BOEKEN in zakformaat Erbij door Donald V. Mehus M.A. f 'C Kroniek van de regering van Karei de Negende ZATERDAG 10 MEI 19 5 8 PAGINA DRIE JN EEN station van de Newyorkse ANDERE vertegenwoordigers van de daar van vele vormen: tekeningen, ge- mnnrweP eebeurde eeni A™erikaanse humor zÖn film, radio en dichten, novellen en éénakters. Hier volgen ondergrondse spOOiweg geoeurae eens televisie. Uitzendingen met Jack Benny of twee voorbeelden: het volgende. Een jonge vrouw, die op Bob Hope evenals de televisie-komedies Student: „Is dit ijs zuiver?" Kelner: „Zo de trein wachtte, wierp een muntstuk in £e£ifilton ^erl8' Dean M"tin Jan"y zuiver als het meisje van uw dromen." fn anderen staan in Amerika zeer Student: „Geef mij een pakje sigaret gen automaat voor kauwgom. Zij trok in aanzien. Vooral raadseluitzendingen zon- ten." 7 nder voorafgaande proeven, waaraan het aan de hefboom, maar er kwam mets publiek deelneemt, vindt men erg leuk (de uit Zij trok en schudde een beetje aan ..quiz"), rukte nr>T enkele kerm Kort gelcden kwam bij Groucho Marx niKte noz en Kei e Keien een man op de planken die wat wist te het apparaat, verwoed aan de hefboom, wierp weer vertellen over zijn verscheidene bezigheden woon." een muntstukje in het apparaat, dan nog een steeds met hetzelfde resultaat, de jonge man, ik doe maar wat mij bevalt Professor: „Heeft u niet een broer, die vorig jaar deze cursus volgde?" Student: „Neen, professor, dat was ik. Ik volg de cursus opnieuw." Professor: „Buiten gewone gelijkenis werkelijk buitenge- Tenslotte wendde zij zich verbitterd tot |0S mïïUe hee£ haar vriendin en zei: „Zeg, wat is dat eigenlijk, een spaarkas?" WISE-CRACK" noemen de Amerikanen een dergelijk uit de situatie ontstaan ge zegde, dat in zekere zin kan doorgaan ONTBREEKT HET de Amerikaanse humor wellicht aan diepte en metafysica, dan brengt hij toch even veel gelach en lijke filosofie! De gevangenissen zitten vol vrolijkheid als overal elders. Wat zegt met lieden van uw slag. Oliver Goldsmith ook weer in zijn „The Veel van de beste anekdotes, overmoedig, Vicar of Wakefield" over een partijtje? „Ik onbekommerd en opbeurend, komen uit de zou niet kunnen zeggen of wij geestiger Amerikaanse colleges en universiteiten, waren dan anders, maar in elk geval heb- waar de studenten hun eigen humoristische ben wij meer gelachen en daar komt het bladen uitgeven. De humor bedient zich tenslotte toch maar op aan". voor de pendant van de Europese geestige vreemd. opmerking, het „bon mot". „Ik kan aan alles weerstand bieden, behalve aan de verleiding!" zei Oscar Wilde eens. En van George Bernard Shaw stamt het beroemde gezegde: „De jeugd is iets heerlijks, maar hoe jammer dat zij aan kinderen verspild wordt." Daar de humor het karakter van een volk treffend van een vrolijke gezichtshoek tekent, loont het misschien de moeite de Amerikaanse humor in zijn essentieelste uitingen te onderzoeken. Waarin ligt nu juist°het verschil tussen Europese en Ame rikaanse humor? In Amerika treft men, juist zoals in Europa, alle soorten humor aan, van de laagste tot de hoogste vormen. In zover men tenminste een onderscheid kan opmerken, gaat het, ruw gezien, om het volgende. Stamt de Europese humor, in zijn beste en echtste vorm, inzonderheid in de literatuur, eerder van intellectuele huize, geestig en fijn, niet zelden toespe lingen makend op politieke of ideologische problemen, of toch ten minste de zin van het leven rakend, is de humor van de Nieuwe Wereld vrolijker, hartelijker, men zou kunnen zeggen opgewekter, vrijer van overgeleverde banden en opvattingen, meer geneigd de dingen te zien zoals zij op het eerste gezicht inderdaad zijn. Zulke humor heeft betrekking op de verscheidene sociale klassen of beroepen en op de nationale minderheden van het land, maar vaker nog schetst hij eenvoudig een beeld van de dominerende sociale groep van Amerika, de middenstand. Men kan zeggen dat er in Amerika een rijkdom aan verschillende soorten humor bestaat, zoals een brede stroom die steeds aanwast. Hij heeft veel bronnen, drukt zich op veel wijzen uit en is werkelijk een aspect van het Amerikaanse leven. Zoals overal ter wereld komt veel van die humor uit het volk, uit zijn gesprekken en per soonlijke omgang, uit zijn dagelijks leven thuis, bij het werk en in de school. In mindere mate kan men ook humor vinden in de litteratuur en in de politiek. Hij speelt in de werken van de hedendaagse Amerikaanse litteratuur eerder een toeval lige rol, in elk geval heeft hij nu niet meer hetzelfde belang dat hij had in het oeuvre van Mark Twain of van andere humoristen uit de negentiende eeuw. De redenen hier voor zouden wel het onderwerp van een uitvoeriger onderzoek kunnen uitmaken. Laten wij in de eerste plaats daarvan een kleine vergelijking maken tussen Euro pese en Amerikaanse humor, vooral op het gebied van de politiek. Als voorbeeld aan Europese zijde geven wij de volgende ge beurtenis. Kort na de tweede wereldoorlog werd een Russische vluchteling in een kamp in West-Duitsland ondervraagd: „Waar bent u geboren??" „In St. Peters- burg". „Waar woonde u na de revolutie van 1917?" „In Petrograd". „Waar woonde u gedurende de tweede wereld oorlog?" „In Leningrad". „En waar zoudt u nu graag willen wonen?" „In St. Petersburg". Hoewel de echte Amerikaanse humor zich zelden op zulke onverbloemde wijze wijze met politiek en ideologie inlaat, trad hij toch in zulke omstandigheden tijdens een der laatste kiescampagnes aan het licht. Een kandidaat laakte zijn tegenstan der omdat die (volgens hem op ongepaste wijze) uitspraken over serieuze problemen met humor gekruid had. De tegenstander antwoordde dat hij van mening was dat men vrolijk de strijd moet aangaan, daar de politiek toch al zo'n ernstig probleem is. Hij verduidelijkte zijn standpunt als volgt. „Iemand vroeg mij wat ik daarover denk. Toen schoot mij de geschiedenis te binnen van de man die, tijdens een aanval op een karavaan in het Wilde Westen van eertijds, door de Indianen in de rug werd geschoten. Een tijdje later kwamen enige cavaleristen langs daar en vonden de arme kerel bewusteloos, met twee pijlen tussen de schouderbladen. Zij wekten zijn levens geesten op met whisky. Toen hij weer een beetje kon fluisteren vroegen zij hem of hij geen erge pijn leed. „Reken maar," zei hij, „vooral als ik lach!" Legato: gebonden Con moto: met beweging Abaltimento: neerslag bij het dirigeren Da capo: van het begin af pT> r'rLL CCd&Ji# Triller Con fuoco: met vuur TOT 18 MEI is in het Mu seum Boymans te Rotterdam een tentoonstelling van de schepper van het enorme sie raad aan het warenhuis De Bijenkorf in die stad: Naum Gabo, te zien. Een boom uil staal, noemt Herbert Read, één der gezaghebbers op het gebied der beeldende kunsten in deze tijd, het. Want Gabo heeft naar eigen zeggen voor zijn conceptie de oplossing gevon den in de organische structuur van de plantenwereld. Gabo moest namelijk uitgaan van zekere materiële vereisten. Zijn conceptie werd bepaald door technische mogelijkheden van beperkte aard. Het daar van uitgaan is hem niet Gabo, wiens naam eigenlijk Naum Neemia Pevs ner is; behoort met zijn broer Antoine Pevsner tot de grond leggers van het „constructivis me" de beweging, die vol gens Gabo door middel van constructieve technieken de krachten, die in de natuur ver borgen liggen, aan het licht wil brengen en psychische gebeur tenissen verwezenlijken. De benaming „constructivis me" werd gegeven door critici. De kunstenaars zelve noemden bun beweging „realistisch". Dat was tussen 1917 en 1920. Men boude voor ogen dat deze kun stenaars niet dachten aan uit beelding maar aan „verbeel ding" van dat wat in hun, in onze tijd, de cultuur bepaalt. Read ziet die beschaving als voornamelijk mechanisch. Wie in deze richting zijn kunst be palen wil, kan vele richtingen op, bleek het. De Fransman Léger schilderde mensen en stillevens als machines. De Ita liaanse futuristen waren voor al geoccupeerd door beweging. Zij gebruikten bij hun verbeel dingen meestal aan de zicht bare natuur ontleende moti - ven naast wel vertrouwde tekens. Het meest boeiende in Gabo's werk is voor mij ook beweging. De suggestie daar van echter wordt opgeroepen naar voorbeeld van ruimte- meetkundige constructies, die wij meestal gewoon waren ir. het vlak van de constructie tekening te bekijken, maar die door nieuwe materialen, zoals plastic, tastbaarder aan ons kunnen verschijnen.De schoon heid van verschillende van Gabo's constructies behoeft niet vreemd te zijn aan hen, die de schoonheid van de stereometrie, die verhel derd kan worden in de be schrijvende meetkunde, leerden onderscheiden. Wij kwamen namelijk al iets van de schoon heid van Gabo's werken tegen in onze glazen stuiters, die voor de kinderen van vandaag z'n gewoon bezit zijn gewor den. Ook konden we die schoonheid ontmoeten in foto's, gemaakt in het donker naar bewegende lichtpunten. Er zijn in de catalogus van Gabo's ex positie afbeeldingen van zijn werken, die daar wel aan herinneren. De beweging in stereometrische constructies, moet ik nog opmerken, voelen we als zodanig wanneer het gaat om de constructie van het vlak, dat bijvoorbeeld een vol gens een bepaalde orde wente lende lijn doorloopt. Gabo heeft wel geëxperimenteerd met in werkelijkheid bewegen de vormen. We ontmoeten op de tentoonstelling twee aan de wand draaiende schilderijtjes van overigens nogal povere aard, wat betreft het schilde ren. Ook Gabo's meer statische plastieken of constructies boeien mij persoonlijk minder. Het is te begrijpen dat zijn constructies wel abstract ge noemd zullen worden. Zij zijn het in wezen voor mij niet, daar ze iets reëels, beweging van, één en ander, uitbeelden. Dit eist naar mijn gevoel van zijn constructies dat deze glan zend, welonderhouden blijven. Zodra de blik van de toeschou wer zou blijven haken aan een slijtageplek, is de indruk weg en mag men mogelijk nog van iets abstracs spreken. Anders is dat met de meer statische zaken, waarin de constructieve verbeelding duidelijk zichtbaar is. Gabo werd in 1890 te Briansk geboren. Hij studeerde eerst medicijnen in Rusland, later in Duitsland te München. waar hij overging naar de polytech nische school. Betrekkelijk kort al nadat zijn belangstel ling voor kunst ontwaakte, kwam hij tot zijn eerste con structies. Kort. na de Russische revolutie konden nieuwe rich tingen in de kunst gemakke lijk opbloeien. Later bleek het geestelijk klimaat verstikkend of beter gezegd toch misschien bevriezend. En de Pevsners zijn gelijk verscheidene confraters naar het westen: eerst naar Berlijn, vervolgens naar Parijs en daarna naar Engeland ge gaan. Sedert. 1946 is Gabo in de Verenigde Staten woonachtig. In 1955 kreeg hij de opdracht voor zijn constructie aan Breuers Bijenkorf. De tentoonstelling komt ook nog in het Stedelijk Museum te Amsterdam van 24 mei tot 23 juni, maar is in Rotterdam door de aanwezigheid van de constructie aan het genoemde warenhuis eigenlijk vollediger te noemen. Bob Buys de oude litteratuur de oude litteratuur de oude litteratuur de oude litteratuur besteedt Mérimée nog vijf pagina's aan een historische verhandeling over de zi geuners in Spanje en hun taal. Toen hij dat verhaal schreef, was hij al geen litte rator van beroep meer. Hij was het in zijn jeugd geweest, maar onder het bewind van koning Louis Philippe inspecteur van de historische monumenten geworden een benijdenswaardige baan, die hem ge legenheid tot veel reizen naar alle hoeken van het land bood, een interessant werk dat soms dankbaar was, als het niet door ambtenarij of het onbegrip van gemeen telijke autoriteiten in de war werd ge stuurd. Hij kan in die functie beschouwd worden als de grondlegger van de traditie van monumentenzorg in Frankrijk, maai bij heeft ook hier geen erg goede naam nagelaten, doordat hij meer of minder verantwoordelijk is voor een aantal res tauraties, die naar tegenwoordige smaak veel te vrijmoedig waren. Zijn eigen op vattingen over restauratie waren niet. ver verwijderd van de hedendaagse, maar sommigen van de architecten, die de wer ken uitvoerden, pasten liever hun eigen ideeën toe zo Viollet-le-Duc, die onder ambtelijke verantwoordelijkheid van Mé rimée de facade van de kathedraal van Vézelay en het kasteel Pierrefonds heeft bewerkt. In ieder geval, Mérimée verrichtte dat werk met alle toewijding en men zou kunnen denken dat het slot van Carmen alleen van zijn historische en wetenschap pelijke belangstelling getuigde, als er niet andere voorbeelden te over waren in zijn werk van misplaatste laatste regels of conclusies. Een van zijn toneelstukken besluit een geschiedenis van hartstochten en moorden met de dialoog: „Seigneur, le souper est prêt et la piece est finie. Ah! cela est différent". Een ander stuk, be handelende een vreselijk geval van bloed schande in Peru, eindigt ermee dat een van de acteurs zich tot het publiek richt en zegt: „Le père est poignardé, la fille sera mangée (want zij is het bos in ge vlucht). Excusez les fautes de l'auteur". Wat de „Chronique du règne de Charles IX" betreft, de roman die hier aan de orde is, daar loopt het af met twee vragen naar het vervolg van het verhaal, die de auteur aan de lezer voorlegt, met de toevoeging dat deze laatste 't zeker aardig zal vinden ze zelfs te beantwoorden en zo de roman naar zijn eigen smaak te beëindigen. Der- de oude litteratuur PROSPER MéRIMéE heeft, behalve een reputatie in de litteratuur die op „Carmen" en enkele andere van zijn novellen berust, TOT DE BESTE vertegenwoordigers van geen erg goede naam nagelaten in het uitstekende en typisch Amerikaanse humor buitenland misschien nog een betere dan rekent men de „cartoons" (de spotprenten in Frankrijk, zolang men hem alleen als dus) en de „comic strips" (de beeldver- de „meester van de perfecte vorm" kent. halen). Die verschijnen overal in de Ver- Hij was een groot vrouwenjager en gaf enigde Staten sinds vele jaren, de laatste zich bovendien graag over aan de activiteit tijd ook in Europa, in kranten en week- die bekend staat als vuilbekken. Dat neemt bladen. Deze humor heeft het vooral op de sommigen tegen hem in, maar doet zijn familiekring en het gezelschapsleven en op naam toch minder schade dan dat hij, als het werk of het kantoor gemunt. De teke- liberaal begonnen, in de laatste twintig ningen in de „Saturday Evening Post" ver- jaar van zijn leven kind aan huis was bij tegenwoordigen de onmiskenbare Ameri- keizer Napoleon III en bekend stond als kaanse humor. De „cartoons" en de andere een tegenstander van alle liberale maat- bijdragen in het tijdschrift „The New Yor- regelen, die in de laatste jaren van het ker" worden ook zeer op prijs gesteld, maar keizerlijk bewind noodgedwongen genomen zijn over het algemeen wel wat minder werden. Hij had de keizerin al gekend doorzichtig. toen zij nog Eugénie de Montijo was, in Typische voorbeelden uit de „Saturday Spanje, hetgeen een zekere passende be- Evening Post" zijn de volgende. Vijf heren leefdheid had kunnen verontschuldigen, zitten, verdiept in een ernstige discussie, maar niet zijn aanvaarding van een plaats aan tafel. Eén van hen zegt: „Daar zitten in de senaat. Zijn nieuwe beginselen wer- wij nu vier intelligente mannen vijf den hem des te meer kwalijk genomen, als je John meerekent!" doordat velen hem een onaangenaam mens Twee dames in de bioscoop. Op het vonden, met zijn hoge stijve optreden, scherm is een overstroming te zien, een waarin hij het voorbeeld van de Engelse huis drijft stroomafwaarts, meegesleurd gentleman meende te volgen. Anderen door de golven, en uit onweerswolken hebben uitgelegd dat hij zo deed om zijn stortregent het. Dan zegt één dame tot haar uiterst kwetsbare gevoeligheid te sparen, buurvrouw: „Dat vind ik nu onprettig aan maar dat wordt natuurlijk bijna altijd ge- films. In het boek was het slechts een zegd als iemand zich koud voordoet, lekke kraan." Mérimée was zeker niet ongevoelig en hij had zelfs wel hart, wat nog iets anders is. Maar het is evenzeer zeker, dat hij pro beerde zich daar -zo min mogelijk door te laten leiden en veel meer plezier had in zichzelf als de harteloze meester van alle situaties. Stendhal, met wie hij twintig jaar lang bevriend was, tot diens dood, zei al van hem dat hij zonder twijfel veel talent had, maar misschien weinig hart. ZOU MéRIMéE NU, met dat talent, een groter schrijver geworden zijn als hij meer hart gehad had? Dat is niet onmogelijk, hoewel hij dan ook schilder had kunnen worden (hij tekende wel goed) of juist alleen nog maar flaneur. Men kan zich verbeelden dat hij de dingen, die hij schreef, iets ernstiger opgevat zou hebben, of meer behoefte ondervonden zou hebben dingen die hij ernstig opvatte voor zijn litteraire werk te gebruiken. Men herin nert zich het zonderlinge slot van de novelle Carmen: als het drama voltooid is, gelijke dingen kunnen niet anders doen denken dan dat de auteur zich tegen de spotlachen van anderen heeft willen be veiligen door te laten zien, dat hijzelf ook zijn werk al niet ernstig opvatte en dus juist niets aan zijn lezer wil overlaten. Zij vertegenwoordigen het standpunt van de intellectueel, die bij zichzelf denkt dat hij het schrijven van verhaaltjes ook wel zou kunnen nalaten. DAT WIL NIET ZEGGEN dat deze kro niek ook een roman beneden de maat is, bij gebrek aan overtuiging. Het is zelfs een heel goed leesbaar boek, nog iets meer als men weet dat de auteur vijfentwintig was toen hij het schreef, in 1828. Karei IX is de Franse koning, die met zijn moeder Catherina de Medici verantwoordelijk gesteld moet worden voor het bloedbad van de Bartholomeiisnacht in 1572. Méri mée zal niet de beste historische autoriteit zijn voor nauwkeurige ophelderingen over die verantwoordelijkheid en heeft trou wens ook enige andere historische vergis singen begaan. Behalve zijn vergissingen vindt men ook zijn voorkeuren en voor oordelen in de roman. Hij hield van gru welen: messen ferm in kelen of buiken gezet en rondgedraaid, zodat er een mooi gat ontstaat. In zoverre was zijn smaak niet afwijkend van die van de romantiek in bet algemeen, maar hij vatte zijn gru welen anders op, met enige sympathie voor degenen die ze bedreven en in ieder geval zo dat degeen die ze vertelde nooit van de geringste bewogenheid mocht blijkgeven. De Bartholomeiisnacht keurde hij natuur lijk toch weer niet goed: dat was massaal moordenaarswerk, onverenigbaar met zijn ideaal van de strakke Engelsman, die alleen solitair, als een Spanjaard zou wil len optreden. Tiaar in zoverre hadden die gruwelen toch zijn sympathie, dat de -be schrijving ervan hem een goede gelegen heid gaf om te getuigen van zijn geringe dunk van het menselijk ras, altijd mak kelijk te winnen voor lafheid en wreed heid. Een andere reden voor Mérimée om de Bartholomeiisnacht af te keuren was dat hij zeer antiklerikaal gezind was, dat wil zeggen dat hij de katholieke kerk verfoei de en bij vergelijking een lichte sympathie ondervond van het protestantisme. Het is dus geen wonder, dat hij ons een protes tantse hoofdpersoon Bernard de Mergy aanbiedt om onze goedkeuring óp te richten en ook tenminste te begrijpen dat hij een sterk geïdealiseerd portret ontwerpt van de admiraal De Coligny, de erkende voorman van de protestanten aan het hof. Het moet gezegd worden dat Bernard het voordeel heeft uit een fatsoenlijke familie te stammen (anders dan die van de Colig ny een gefingeerde). Zijn broer George is ook een uitstekende man, hoewel hij zich tot het katholicisme bekeerd heeft. Daar moet dan weer bij gezegd worden dat hij dat alleen voor het gemak heeft gedaan en eigenlijk van harte atheïst is. zoals hij zijn broer vertelt. George is een van de weinige Franse militairen, die weigert deel te nemen aan de afslachting van de pro testanten. Bernard, na een beroemde duëllist gedood te hebben de minnaar ge worden van diens wonderschone maitresse, is een van de weinige protestanten die zich niet weerloos de rol van slachtoffer laat opdringen. Hij avlucht en meldt zich aan voor de verdediging van de stad La Ro- chelle, die nog in protestantse handen is. Helaas, George komt daar ook eens kijken en wordt dodelijk gewond door een salvo dat op commando van Bernard is afge vuurd. De laatste scene is in het hospitaal, waar George zonder aanstellerij en zonder geestelijke sterft, onder de ogen van een radeloze Bernard. DEZE DINGEN en de andere die in het boek staan helderen misschien niet veel op van de menselijke natuur. De kaarten zijn daarvoor met teveel overleg van tevoren toegewezen, maar de ijzige toon van Mé rimée werkt toch al zo goed, dat men er weinig vals drama in onderscheidt, tegen over veel bezienswaardige scènes in mooie duidelijke kleuren. Het zou mis schien inderdaad lachwekkend geweest zijn, als Mérimée het allemaal ernstig op gevat had. Dat doet hij niet, het gaat hem er meer om het goede soort van de twee Mergy's en het slechte soort van bijna iedereen anders te betogen, dan om ons nu juist deze gebeurtenissen te vertellen. De roman is ook niet doorlopend geschre ven, maar in bijna onafhankelijke hoofd stukken, ieder een tableau met een zekere demonstratieve waarde, die Mérimée nooit te zwaar aangeeft. Daar zou men al uit kunnen opmaken, dat hij eigenlijk geen romancier was en voorbestemd om inspec teur van monumentenzorg te worden en terzijde nog enkele gesoigneerde novellen te schrijven. Maar er zijn zoveel auteurs die wel eigenlijke romanciers zijn en toch alleen minder leesbare boeken dan deze „Chronique" geschreven hebben, dat die nakomende voorspelling niet veel betekent. Beter kan men veronderstellen dat Mé rimée juist zeer veel doorlopende romans geschreven zou hebben, als hij er niet al tijd zo bevreesd voor was geweest iets geks te zeggen, dat hij het liever bij korte stukken liet, die hij nauwkeurig in de hand kon houden. De „Chronique" is er na meer dan honderd jaar wel een beetje gek gaan uitzien, maar niet meer dan een beetje. Tenslotte kan men de manier van leven, die Mérimée voorstaat, nog altijd in overweging nemen, wat niet meer mogelijk is bij vele van de romantici die met meer hart begiftigd waren dan hij. Als hij een warmere natuur geweest was, zou hij zijn talent wel aan vele onleesbare wer ken hebben kunnen besteden tenzij hij dan ook weer veel meer talent gehad had, maar dan zou hij langzamerhand een tweede Stendhal geworden zijn en een auteur van een andere orde. S. M. HET IS een in Amerika bekend feit, dat de jongere generatie vaklieden van de kernfysica en ruimtevaart niet alleen in hun jongelingsjaren fervente lezers van „science-fiction"-verhalen geweest zijn. maar dat zij ook nu nog deze lec tuur met graagte ter hand nemen en dat nog wel met de bedoeling om op hun gebied bij te blijven! Een merkwaardige situatie, die men be grijpen kan wanneer men bedenkt, dat zeer veel van wat in de veertiger jaren door de groten on der de ..science-fiction"-auteurs verzonnen werd, leeds gerealiseerd of binnen afzienbare tijd rea liseerbaar is. Het proces van de verovering van de ruimte lijkt zijn oplossing te vinden via de wegen die reeds tien jaren terug in de klassieke „s.f." werden aangeduid. Het is echter niet te hopen dat de toekomst zich zal ontwikkelen zo als Isaac Asimov die in zijn Second Foundation. Galactic Empire beschrijft. In dit boek heeft, de mensheid zich stevig op de Melkweg genesteld. Ondanks de grote vorderingen van de weten schap heeft men nog niets geleerd: de over de miljoenen nieuwe werelden verspreide lieden be ginnen elkaar te belagen. Het „Eerste Galacti sche Rijk" kraakt in zijn voegen door toenemend anarchisme en barbarij. Enige eminente beden, geleerden van formaat, beangstigd door het voor uitzicht op een langdurig vacuum in de inter stellaire beschaving, stichten een geheim genoot schap. dat zich ten doel stelt ten koste van alles de kosmos voor een chaos te behoeden. Aan spanning en interessante vergezichten ontbreekt het in dit hoek werkelijk niet. Het is allemaal wel zeer ver verwijderd van wat men het leven van alledag noemt. Toch zijn ook daarin de per sonen. situaties en milieus, die men als absurd, fantastisch of onbegrijpelijk kan bestempelen, beslist niet dun gezaaid. Michel de Saint Pierre beschrijft bijvoorbeeld in Les Aristocrates een soort mensen, de leden van de familie De Mon- brun, die ondanks hun normaal mens-van-hun- tijd-zijn in bun handelingen en karakters een zeer vreemd totaalbeeld opleveren. Een verbijs terend knap stuk werk leverde, zoals gewoonlijk, in dit opzicht Mary McCarthy, de schrijfster van A charmed life. In zekere zin had zij het gemak kelijk: de wereld van de bohémien, die zij in dit. boek op intelligente wijze doorvorst, ligt uiter aard reeds buiten of aan de rand van de brave burgermaatschappij en een huwelijk zoals tussen de hoofdpersonen van haar boek. een actrice en een toneelschrijver, is eveneens al een zaak waar van men in de meeste gevallen, wanneer men dat in een roman tegenkomt, met zeer grote stellig heid kan voorspellen dat het mis zal gaan. Maar desondanks kan men nieL zeggen, dat alles in dit werk volgens het geijkte" schema vlot langs de gebruikelijke wegen van de minste weerstand verloopt. Minder knap, maar beslist niet minderwaardig is Natbanael West's The day of the locust. De verdienste van dit boek ligt vooral in de gereser veerde. maar toch onverbloemde beschrijving van een ander brok bizar leven, namelijk dat van de Hollywood-zelfkant met de achtergrond van on gezonde en semi-commerciële erotiek. Diana Bar- rymoore, een juffrouw la Lilian Roth (van I'll cry tomorrow) produceerde met behulp van Ge rald Frank Too much, too soon, het relaas van haar vergooide leven, dat dank zij de enorme hoeveelheid sentimentaliteit en tragiek wel weer een zeer dankbaar en groot publiek zal vinden. Dat geldt ook altijd voor Robert Standish. een auteur van een geheel ander formaat. Deze heeft altijd wel een verhaal te vertellen, daarbij ge steund door zijn ruime kennis uit de eerste hand van verschillende oosterse landen, hetgeen ook zijn Elephant walk volkomen acceptabel maakt. Met humor en een zekere weemoed wordt in dit. boek het leven van een theeplanter in Ceylon in bet begin van deze eeuw getekend, een tijd toen er voor de Europeaan de mogelijkheden nog le gio waren. Een zeer fraai en boeiend beeld van de verhoudingen tussen de mensen in een kli maat en omgeving, waarin de zogenaamde be schaafde manieren zo niet volkomen dan toch zeer vaak grotendeels over boord gezet moesten worden om zich te kunnen handhaven. A. M.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1958 | | pagina 21