pl fff Socialistische Eerste Kamerleden niet in oppositie ■FILATELIE Bij conflicten over de waarheid is vaak het gezag in geding TRAITAL 3 Spaans bezoek kerkelijk leven Op en om het Binnenhof 9 Amerikaanse Huis keurt de buitenlandse hulp goed Prof. J. A. van Hamel: „In de oorlog werd onwaarheid tot een filosofie en een systeem verheven" Examen doen? Jubileumgeschenk van 50 mille voor r.-k. Aannemersbond Jaarverslag G.O.V. jT 40 Vraag TRAITAL 3 Vier weken voor handlanger van „smokkelkoning" I.A.T.A.-deskundigen in Amsterdam bijeen V er betering van vliegvelden gaat te langzaam Stemming over de Europese hoofdstad op 23 juni ZATERDAG 17 MEI 1958 Find april arriveerde op Schiphol de mnrzitter van de synode der Spaanse evangelische Kerk. dr. Marin, die op uit nodiging van de vereniging „Het Evan- ffolie in Spanje" een tournee door ons land nvrikte om te spreken over de huidige situatie van het Spaanse protestantisme. Dr Marin bleek een sympathieke spre- b-Pi- te zijn, levendig, zoals men van een Snanjaard verwacht en doorgloeid van ~L onverwoestbaar lijkend geloofsopti- misme In de Duitse taal (hij heeft in Duitsland gestudeerd en is met een Duitse getrouwd) heeft hij lezingen in Leeuwar den Groningen. Amsterdam, Eindhoven, Utrecht Middelburg en Enschedé gehou den Hij schetste daarbij zijn landgenoten ais mensen, die leven onder de tirannie van de dood. Terecht heeft een buitenland se diplomaat gezegd, dat de Spanjaarden de bevrijdende lach niet kennen. Achter de dood ligt voor de Spanjaard het onge wisse Hij weet niet van de blijde bood schap zoals Paulus die heeft geformuleerd: Uw leven is met Christus verborgen bij ^De kleine protestantse minderheid ziet het als haar grote roeping om dit getui genis door te geven, maar zij moet dit doen onder de slechtst denkbare omstandig heden. slechter dan waar ook ter wereld. De protestantse kerken worden door de staat niet erkend, zelfs niet als religieuze verenigingen. Officieel worden zij geacht niet te bestaan. Toestemming tot het hou den van godsdienstoefeningen wordt dooi de'provinciale gouverneurs nooit gegeven tenminste schriftelijk niet en elke kerkdienst, gehouden in een gebouw dat geen enkel kenmerk van een kerk mag dragen, kan, voor lange tijd de laatste zijn. Franco zorgt er in elk geval voor dat de Spaanse protestanten geen gewoonte christenen worden. God zij dank" aldus dr. Marin. Ondanks de buitengewoon moeilijke omstandigheden (met name op het gebied van de huwelijkswetgeving) groeit het protestantisme van dag tot dag. In mijn woonplaats Barcelona, zo vertelde dr. Marin, waren er in 1945 nauwelijks dui zend protestanten. Hun aantal bedraagt thans achtduizend. Van 1945 tot 1951 moest ik diensten leiden in mijn studeerkamer, thans zijn er vijftien kerken. Deze groei is des te opmerkelijker omdat, als gevolg van de nieuwe onderwijswetten, de zeer goed aangeschreven protestantse scholen na de burgeroorlog niet mochten worden heropend. In 1956 werd het protestantse seminarie in Madrid door de overheid ge sloten. maar in Barcelona wordt toch de opleiding voortgezet en er melden zich veel jongelui met de bedoeling predikant te worden. Op humoristische wijze vertel de dr. Marin die drie morgens per week college geeft hoedde politie aan de deur van de pastorie aanklopte om een onder zoek naar de aard van de opleiding in te stellen. Protestantse bijbelvertalingen mogen in Spanje niet worden ingevoerd, gedrukt of verkocht, maar als smokkelwaar komen zij het land binnen en er bestaat grote be langstelling voor. Zelfs priesters, monni ken en nonnen vragen om een exemplaar. (Met het oog op de voortdurende behoefte aan bijbels voerde de Spaanse synode voorzitter enkele dagen geleden een be spreking met het Nederlands Bijbelgenoot schap, die een verheugend resultaat had). Met nadruk verklaarde dr. Marin, dat de Spaanse protestanten het rooms-katho- licisme niet liefdeloos willen bestrijden, maar dat zij positief willen getuigen. „Wij haten de rooms-katholieke kerk niet. Wel bedreigt de haat onze kinderen, die wor den gedwongen om de godsdienstlessen van de priesters bij te wonen, onze sol daten, die de mis moeten bijwonen en daar moeten knielen en de jongelui, wier huwelijksplannen worden gedwarsboomd. Wij vragen u, Nederlandse geloofsgenoten, niet om te bidden of God ons kruis van ons neemt, maar of Hij wil geven dat wij het met vreugde dragen". Naar aanleiding van de voordracht, die dr. Marin in Amsterdam hield, schreef het rooms-katholieke dagblad De Tijd, dat men in de persoon van de spreker een geluk kige keuze had gedaan. „Zijn woorden spraken van wijze gematigdheid. Het deli cate onderwerp behandelde hij met rus tige objectiviteit. Kortom, een sympathiek optreden". Verder zegt het blad. dat, zoals het reeds vroeger heeft betoogd, de situatie in Spanje de kwestie der verdraagzaamheid aan de orde stelt. „Gezien zijn politieke, godsdienstige en culturele geschiedenis, zijn sociologische en confessionele struc tuur, vormt het land duidelijk een uitzon deringsgeval, een aspect van de kwestie, dat wij in sprekers uiteenzetting ongaarne hebben gemist. Als zodanig dient het te worden gehanteerd en het mag zeer zeker de religieuze vrede in andere landen niet verstoren. Desondanks is de wet, die in Spanje geen propaganda voor een andere dan de katholieke godsdienst toelaat, zon der meer onverdraagzaam. Gewetensvrij heid en vrijheid van getuigen-naar-buiten horen bij elkaar krachtens de natuur van de mens. Gezien de menselijke zwakheid brengt elk monopolie een risico met zich mee. Fanatici kunnen, zich daarop beroe pend, veel onheil stichten. Het is daarom onze oprechte wens, dat de protestanten- van-goeden-wil in Spanje spoedig vol- ledige vrijheid moge worden gegeven". Aldus De Tijd. Behalve de genoemde lezingen heeft dr. Marin twee hervormde kerkdiensten ge leid, werd hij als gast ontvangen tijdens de zittingen van de generale synode der gereformeerde kerken en heeft hij voor de theologische faculteit van de Rijks universiteit te Utrecht een rede gehouden over de theologische achtergronden van het evangelisatiewerk in een rooms-katho- liek gebied. WASHINGTON (Reuter) Het Ameri kaanse Huis van Afgevaardigden heeft woensdagavond met 259 tegen 134 stem men hulp aan het buitenland ten bedrage van 3.603 miljoen dollar voor het begro tingsjaar dat 1 juli begint, goedgekeurd. Alle pogingen om dit bedrag te verlagen leden schipbreuk. Het wetsontwerp gaat nu naar de Senaat. President Eisenhower had aanvankelijk 339 miljoen dollar meer voor hulp aan het buitenland gewenst. De goedkeuring door het Huis kwam na een debat van drie dagen over de Amerikaanse buitenlandse politiek. Men verwacht niet dat de Senaat het be drag dat de regering voorstelt voor buiten landse hulp aanzienlijk zal besnoeien. Prof. J. A. van Hamel, oud-president van het Bijzonder Gerechtshof te Amsterdam en oud-hoogleraar aan de Amsterdamse Universiteit heeft in de aula dezer univer siteit, die hij ruim 60 jaar geleden voor het eerst betrad, op een herdenkings plechtigheid van het Amsterdams Studen ten Corps, een redevoering gehouden, waarin hij sprekende over waarheid en onwaarheid de zaak van majoor K. betrok. Het corps was hier bijeengekomen ter viering van zijn 107de dies natalis. Prol. Van Hamel sprak er als oud-lid van het corps. Hij memoreerde eerst hoe Pontius Pilatus al heeft geschreven: „Wat is waar heid?" en sloot daarop aan met een uit lating van Multatuli: „Niets is waar en misschien zelfs dit niet". Hij zei, over waai en onwaar te zullen spreken niet op filo sofisch, theologisch of abstract terrein, doen sociologisch. Als voorbeeld haagde hij de zaak tegen majoor K. aan. „Wij hebben gezien welke angstige strijd gevoerd moest worden, welke worsteling er was om de waarheid naar voren te brengen, om het onderscheid tussen waarheid en onwaar heid duidelijk af te tekenen en te zorgen, dat onwaarheid het onderspit delft", zei hij „We hebben gezien, dat de bevolking wak ker kan worden en geprikkeld kan zijn wanneer ze meent dat de waarheid in ge vaar is, omdat iedereen het gevoel heeft, dat in waarheid een geweldige kracht ligt voor de samenleving en de beschaving. Dat die kracht altijd moet overwinnen is niet zo vanzelfsprekend". „Gevaarlijke waarheid' Prof. Van Hamel betoogde daarna, dat de waarheid gevaarlijke en ongewenste facetten kan hebben, hetgeen hij illustreer de met een pennevrucht van de toneel schrijver Ibsen „De wilde Eend", waarin de hoofdpersoon grote ellende veroorzaakt door steeds de waarheid vodrop te stéllen. „Ik heb als jong advocaat 50 jaar geleden in een soortgelijk geding als tegen majooi K. een rol gespeeld. Die zaak heeft toe< grote beroering gewekt. Een eenvoudig? dorpeling moest zich verdedigen tegen een plaatselijke gezagsautoriteit door wie hi.i beweerde mishandeld te zijn en inderdaad mishandeld was", aldus prof. Van Hamel „Ook toen openbaarde zich de tegenstel ling: die van de waarheid contra het ge zag, het prestige van de overheid en van de openbare orde". Gezag in het geding Anatole France citerende vertelde prof Van Hamel iets over de geestelijke moei lijkheden, die een rechter doormaakt wan neer hij gesteld wordt voor de vraag: zal ik veroordelen op de getuigenis van een agent, die ik niet geloof of zal ik de ver dachte vrijspreken en de agent dus open lijk in het ongelijk stellen? Anatole France beschrijft een geval, waarin de rechter besluit: „Ik mag die agent niet afvallen want dan val ik het hele corps van de hoofstad, de politie, het gehele maat schappelijk bestel af". „Dus veroordeelde hij de man op grond van de redenatie, die ik u hier heb aan gegeven", zei prof. Van Hamel. Eind vo rige eeuw is in de zaak-Dreyfus hetzelfde gebeurd. Ook daar was bij het conflict tus sen waarheid en onwaarheid het gezag van de hele samenleving en de eer van do magistratuur on het spel komen te staan maar ook daar heeft tenslotte de waarheid gezegevierd. Nogmaals het geding van 50 jaar gele den vergelijkend met de zaak van majoor K. constateerde prof. Van Hamel op één punt een opmerkelijk verschil met thans Oorlog maakte zwart wit „Het schijnt mtf toe alsof ik destijds vlugger algemene instemming vond voor de strijd naar de waarheid, dan nu geschied i$. Tegenwoordig is er een aanvankelijke aarzeling en terughoudendheid te consta teren". Prof. Hamel achtte dit verschijnsel ech ter wel verklaarbaar. In de halve eeuw, die achter ons ligt heeft de menselijke geest heel wat te verduren gehad en is de vat baarheid voor het verschil tussen waar heid en onwaarheid zwaar op de proef ge steld. De mensheid is ondergedompeld in een zee van onwaarheid en wel speciaal tijdens de twee wereldoorlogen. Men zag in de oorlog hoe organen van openbare mening, die men zijn hele leven vertrouwen geschonken had, in onwaarheid gingen leven. De menselijke geest heeft vooral in de tweede wereldoorlog een schok ondergaan, toen onwaarheid tot een filo sofie en een systeem werd verheven. De fascistische levensbeschouwing hield in, dat waarheid een voorbijgaand levensidee was en volgens de leer van Hitler en Mus solini werd daarvoor de collectieve psy chologie in de plaats gesteld. Met massa suggestie werd zwart wit gemaakt, door voortdurend herhalen van onwaarheid en overdijving. Macht en succes waren het doel en het is een verschrikkelijke erva ring geweest dat in die jaren geheel op dit stramien gewerkt werd. De waarheid kreeg een deuk. Het verschil tussen waarheid en onwaarheid was toen volkomen weggeval len. Iedereen loog zonder zich daarvoor een ogenblik te generen, wanneer het ging om het verzet te verdedigen tegen de bezetting Handigheid werd een deugd. In die geest heeft de burgerij jarenlang geleefd". Prof. Van Hamel achtte de taak van die genen, die daarin verandering moeten brengen, een moeilijke. „Zij hebben de wonden te likken die nog niet zijn dicht gegroeid", zei hij. Ook in de tegenwoordige tijd bestaan nog allerlei bronnen, die de vatbaarheid voor het verschil tussen waarheid en on waarheid aantasten, „omdat wij thans leven in een tijd van massa-gezag en mas sale beweging, omdat onze wereld thans verkeert in een koude oorlog tussen ver schillende kampen, tussen west en oost. maar ook tussen blank en zwart. Met on verzettelijke eenzijdigheid worden onware of ware feiten opgedist, wordt gespecu leerd op de angst, op de vermoeidheid van de geest en op de sensatiezucht. In d? grootste felheid laait de strijd weer op en weten zelfs de best bedoelenden niet meer precies wat waar is en wat niet". Prof. Van Hamel besloot zijn rede met een opwekking tot de studenten steeds naar de waarheid te blijven zoeken, omdat op onwaarheid de beschaving niet gebouwd kan worden, „evenmin als op bajonetten ADVFPTFKTTF Bent U enige dagen voor die tijd reeds onrustig, neem dan Mijn- hardt's Zenuwtabletten, dan on dervindt reeds van te vpren hoe rustig, beheerst en heider- denkend U er door wordt en blijft. In het Koninklijk Instituut voor de Tro pen te Amsterdam is het veertigjarig be staan van de R.K. Aannemers- en Pa troonsbond gevierd. Als geschenk van de leden kreeg de bond een chèque van ruim vijftig mille voor de vorming van een fonds waaruit de stichting van een aannemersopleiding op hogere technische grondslag bekostigd zal worden. Het ligt in de bedoeling aan de technische hogere school in Tilburg in september met deze cursus te beginnen. Minister Witte prees de bond voor het werk dat deze in de afgelopen vier decen nia gedaan heeft. „Zijn inzichten lopen vaak parallel met die van de overheid." De bewindsman zei dat de aannemers en bouwpatroons terecht trots mogen zijn op hun aandeel in het steeds groter wordende kwantum gereed gekomen bouwwerken en vond dat het record van 88.000 woningen vorig jaar, „waarmee we de koploper Duitsland in Europa op de voet volgen", ook een-grote prestatie was van het bouw bedrijf. De minister deelde mede, dat de Konin gin de vice-voorzitter van de bond, de heer J. A. Dessing uit Rotterdam, had be noemd tot ridder in de orde van Oranje Nassau. De bisschop van Haarlem reikte daarna de pauselijke onderscheiding van ridder in de orde van St. Sylvester uit aan de bondspenningmeester, ir. W. J. H. Thu- nissen uit Breda. Prof. dr. W. Asselbergs hield de feest rede over het onderwerp „bouwen en la ten leven". De voorzitter van de bond, de heer J. P. A. Nelissen uit Haarlem gaf in een rede een beeld van de economische belangrijk heid van 'de bouwnijverheid, die vorig jaar een omzet had van vier miljard gulden en 800 miljoen aan bouwmaterialen invoer de op een totale import van 15 miljard. Daaruit bleek volgens hem duidelijk, dat deze bedrijfstak voor de Nederlandse eco nomie aangemerkt moet worden als een van de basisindustrieën. Hij meende dat het bouwbedrijf, wil het in de toekomst voldoen aan de eisen welke de nationale huishouding in zijn streven naar behoud van ons welvaartspeil zal stellen, van zijn kant de zekerheid van een meer gelijk matige productieomvang behoeft. Een af wisselend „hollen en stilstaan" noemde hij fataal. Volgens het jaarverslag van de stich ting de Groninger Orkestvereniging over 1956-1957 bleef ook dit jaar de zeer gewen ste uitbreiding achterwege. De plannen tot ontwikkeling van de G.O.V. in een nieuwe vorm, zulks in samenwerking met Dren te, zijn nog steeds in een stadium van voorbereding. In de omvang der werk zaamheden van het orkest kwam prak tisch geen wijziging. In de stad Gronin gen werden achtentwintig abonnements concerten, acht volksconcerten, twee zo- merconcerten, zes jeugdconcerten en acht concerten van bijzondere aard gegeven. Verder verzorgde het orkest in de stad Groningen nog acht begeleidingen en wer den er vierenveertig concerten in verschei dene plaatsen in het noorden des lands ge geven. Bovendien, nam .de G.O.V. achttien opera-uitvoeringen van „Forum" voor haar rekening. ADVERTENTIE Aan U de keus op welke wijze U Molenaarfs Kindermeel wilt klaar maken ZELF KOKEN (het Molenaar's Kinder meel in de van ouds be kende verpakking). De oude, beproefde me thode. De pap wordt in een pannetje aangemaakt en door U zelf gaar ge kookt. controle* zegels geven recht op onze fraaie eetlepel ^f cmeille papbord BORDKLAAR (het Molenaar's Kinder meel pak met de rode band). Het meel wordt recht streeks uit het pak in de melk op het bord ge strooid en met een vork opgeklopt. Het kinder meel werd reeds in de fabriek gaar gekookt. De dokter zegt: Borstvoeding, en daarna: ADVERTENTIE Roos verdwijnt met anti-roos Traital 3 bevat het pas-ontdekte apelium met de sterke van roos bevrijdende eigenschappen. Na 6 wekelijkse haarwassingen is de roos verdwenen. Hij had bijna zijn „grote baasin handen der komiezen gespeeld Het smokkelen van Nederlandse boter naar België is weer sterk toegenomen. „Het loont weer", zeggen de mannen van het zwarte gilde, want sinds kortgeleden is de prijs van de Nederlandse roomboter aanmerkelijk gedaald en is er op een kilo boter in België een rijksdaalder te ver dienen. Voor de groten in het „vak", zoals ..De Spin", die maandelijks 20.000 kilo over de grens brengt, betekent dit een winst van ongeveer 40.000 per maand. De grens- kommiezen in het Zeeuwsch-Vlaanderen zijn meer op hun qui vive dan ooit. Maar de smokkelaars, die gepakt worden, zijn meestal slechts pionnen in het grote smok- kelschaakspel. De „koning" ontspringt vrij wel de dans en blijft achter de schermen aan de touwtjes trekken. Dat bleek deze week weer tijdens de zitting van de econo mische politierechter te Middelburg, waar de 26-jarige huisbewaarder C. de N. uit Knokke terechtstond, een pion. wiens spel uit is. Met ruwe hand zal de smokkelko ning hem van het schaakbord vegen, om dat hij „de zaak" ontrouw werd en „De Spin" zelfs bijna in handen van de kom miezen had gespeeld. Hi.i was er de oor zaak van, dat op 16 april bij Aardenburg een smokkelauto met. aan het stuur „de grote baas" tegen een boom vloog. „Ze noemen hem „De Spin" of ook wel „De Zwarte", verklaarde de huisbewaarder tegenover de politierechter, „maar verder ken ik hem ook niet...." „De Spin" had hem gevraagd die smokkelrit mee te ma ken om als uitkijk te fungeren. De N. die geld nodig had. stemde daarin toe. In Aardenburg moest hij in de auto blij ven zitten om uit te kijken, terwijl een partij boter aan de achterzijde werd inge laden. Plotseling rook „De Spin" onraad. Hij sprong achter het stuur en reed met grote snelheid weg in de richting van de Belgische grens,1"' „Laat me eruit", smeekte de huisbe waarder, toen de wagen met roekeloze snelheid over de weg gierde. Maar „De Spin" drukte het gaspedaal nog dieper in. Toen greep N. in zijn angst het stuur. De auto vloog met een daverende klap tegen een boom. De mannen slaagden erin de zwaar gehavende auto naar het erf van een boerderij te slepen, waar men ijlings probeerde de zaak weer aan het draaien te krijgen. Toevallig woonde tegenover de boerderij een douaneman, die de zaak niet vertrouw de en zijn collega's waarschuwde. Dezen waren snel ter plaatse en wisten De N. in te rekenen. Maar „De Spin" was niet van zins zijn huid zo gemakkelijk te verkopen. Hij nam de benen, dook in het ijskoude water van een kreek, wist aan de over kant te komen en zo te ontsnappen. De politierechter veroordeelde de huis bewaarder com form de eis tot vier weken gevangenisstraf. Bij de behandeling van de begroting van Buitenlandse Zaken in de Eerste Kamer was verreweg het belangwekkendste de strijd, die er zich in verband met het rege ringsbeleid inzake Nieuw-Guinea afspeel de. Nadat in januari de fractie van de Partij van de Arbeid reeds onomwonden getoond had, toen bij monde van mr. In 't Veld, ten opzichte van het vraagstuk Nieuw-Guinea een ander beleid voor te staan dan dat van het kabinet, is j.l. dins dag en woensdag wederom van die zijde een soortgelijke houding aangenomen. Thans deed dit niet de fractieleider, maar mr. De Niet, welke zelf over Indische ervaring beschikt. Zowel minister Luns als de anti-revolutionaire afgevaardigde de heer Algera en, in een uitstekend be toog, de V.V.D.'er mr. Van Riel verweten hem, dat hij in gebreke was gebleven aan te geven, wat er dan wel moet gebeuren indien de door de regering ingeslagen en gevolgde politieke gedragslijn zo verkeerd is. Daaraan konden de hier genoemde sprekers bovendien toevoegen, dat, naar een reeks van nuchtere, nog eens in her innering gebrachte feiten, duidelijk lieten zien, voor zulk een eenzijdig schuldbesef als volgens mr. De Niet op Nederland moest rusten toch waarlijk geen reden bestond. En tenslotte kreeg de woord voerder van de fractie van de P.v.d.A tegen zich uitgespeeld, dat de door hem geschetste, in het verleden begane zonden, onder meer, ja in de eerste plaats voor rekening van zijn eigen geestverwanten kwamen, te weten minister-president Dr. Drees en de overige ministers uit de socia listische gelederen, welke in en sinds 1948 deel van de verschillende kabinetten had den uitgemaakt. De heer Algera bracht verder nog onder de aandacht van de socialistische fractie, dat zij, blijkens haar houding, in deze aangelegenheid geheel en al tegenover het kabinet stond. Dit alles bracht mr. De Niet duchtig in de war. Hij wist niet goed meer, hoe er uit te komen en zocht zijn enige redding in een hoogst merkwaardige uitleg van het van de ministerstafel af verkondigde standpunt. Dat zou dan, zo gaf hij te kennen, hierop neerkomen, dat minister Luns en zijn ambtgenoten, met wie nog vrij kort ge leden over Nieuw-Guinea in het geheel niet te praten viel en die ook niet wensten, dat over dat onderwerp de Verenigde Naties zouden praten, nu wel bereid ble ken, ja als onvermijdelijk nodig beschouw den zo wel in N.A.T.O. verband alsook elders de kwestie Nieuw-Guinea mee punt van beraad te doen uitmaken. Eerlijk ge zegd had de heer Algra schoon gelijk, toen de uitleg van mr. De Niet over de beteke nis van het bteoog van minister Luns, zo, alsof de regering thans aardig op weg scheen in het Nieuw-Guinea-schuitje van de P.v.d.A. te stappen, kant noch wal raakte. Bepaald niet in de haak vond de anti revolutionaire senator, dat een fractie als die van de P.v.d.A. met nota bene vier oud-ministers in haar midden, waaronder een vroegere Minister-President (te weten, ir. H. Vos, mr. J. In 't Veld, mr. J. A. Jonk man en prof. W. Schermerhorn) thans over het vroegere regeringsbeleid ook zo ge ducht de staf had gebroken, terwijl dan juist die socialisten zelf mee hun aandeel in de verantwoordelijkheid hadden gehad. Nu greep, op het allerlaatst, de aan voerder van de fractie in en het moet ge zegd, dat mr. In 't Veld heel wat goed maakte van het stuntelig gedoe in tweede aanleg van mr. De Niet. Terecht stelde genoemde oud-minister op de voorgrond, dat hij en zijn overige ambtgenoten van weleer er niet aan dachten hun mede verantwoordelijkheid te ontkennen te recht noemde hij het tevens onjuist, dat zij de hoofdverantwoordelijken zouden zijn geweest. In het licht echter van alle nu bekende factoren waren zij tot het inzicht gekomen, dat er destijds van Nederlandse zijde, mede door hen dus, fouten waren begaan. Erkenning van ongelijk is waar lijk geen schande, zo liet hij hierop vol gen. Gelijk in januari kreeg men wederom te horen, dat het geenszins de bedoeling van de fractie van de P.v.d.A. was het kabinet het vertrouwen wegens de Nieuw Guineapolitiek op te zeggen, maar dat het er om ging te samen met kabinet na te gaan, hoe de zich tussen Nederland en In donesië voordoende problemen op te los sen zouden zijn. Daartoe aldus het posi tieve, dat nu nog eens naar voren werd gebracht zou dan nuttig kunnen zijn een, met behulp van een derde, onpar tijdige, tussen Nederland en Indonesië te voeren „open" gesprek. Te weten open in die zin, dat geen van de twee partijen zich bij voorbaat reeds op een bepaald, punt bijvoorbeeld nooit afstand van de souve- reiniteit van Nieuw-Guinea, of, wat Indo nesië aangaat, vooropstelling, dat Indo nesië recht op de souvereiniteit over Nieuw-Guinea heeft zou vastleggen. „Wij willen wel praten, doch Indonesië wil niet", kon minister Luns hierop nog verklaren en dit aan de hand van de ont hulling, dat sinds eind vorige jaar enige malen door bevriende mogendheden, na aanvankelijk Indonesisch initiatief, bij ons gepolst was of wij bereid waren tot een gesprek, doch dan, na bevestigend ant woord van Den Haag, tenslotte Djakarta er geen lust (meer) in had. Op zichzelf zeer zeker een merkwaardige onthulling. Toch ware het mijns inziens verkeerd te menen, dat derhalve voor eën beleid, ge- lijk mr. In 't Veld met zijn naaste poli tieke vrienden voorstaan, geen plaats meel is. Denkbaar blijft, dat op een gegeven ogenblik, de Indonesische regering wel tot een „open" gesprek bereid zou zijn. Moge dan blijken, dat de Nederlandse regering er net zo „open" tegenover staat als mr. In 't Veld bepleitte. Het tijdstip voor zelfbeschikking door de Papoea's Sprekende over het Nederlandse stand punt, dat uiteindelijk de bevolking van Nieuw-Guinea over de status van het ge bied zelf zal kunnen beschikken, liet minister Luns zich ontvallen, na te heb ben gezegd, dat er geen termijn is of kan worden aangegeven, wanneer Nieuw- Guinea zich zal kunnen uitspreken: „de tijd zal wel eens komen.... misschien". Prompt besefte het gehoor, dat de minis ter van Buitenlandse Zaken aldus zijn eigen gedachten verried, te weten, dat in zijn ogen het tijdstip inzake toepassing van het zelfbeschikkingsrecht tot Sint Jut- temis kan en zal worden uitgesteld. Be grijpelijkerwijze hadden zijn ambtenaren hem in de koffiepauze duidelijk gemaakt, dat hij in zijn repliek goed zou doen de gewekte indruk ijlings weg te nemen. Van daar, dat hij daartoe een poging aan wendde en kwam verklaren, dat het zeker eens tot toepassing van het zelfbeschik kingsrecht zal komen, doch dat de regering nu nog niet, echter later misschien wel, wil zeggen, tegen wanneer dat tijdstip zal aanbreken. Voor zover de Papoea's zich over deze zaak druk mochten maken, was dit tenminste een troost voor hen. Prof. mr. Oud op het politieke oorlogspad De aanvoerder van de Volkspartij voor Vrijheid en Demokratie is er bepaald vroeg bij. Hij is thans reeds op het politieke oor logspad getrokken ten einde te bevorderen dat in 1960 de K.V.P. alsmede de Anti- Revolutionairen en de Christelijk-Histori- schen niet meer bereid zullen zijn te samen met de P.v.d.A. het regeringskasteel te gaan betrekken. De vraag kan rijzen, of de heer Oud wellicht niet beoogt die par tijen al ereder te bewegen om aan bedoel de samenwoning een eind te maken. Dat is natuurlijk zijn goed recht. Of hij daarin zal slagen is iets van geheel andere aard. Intussen doet hij zijn uiterste best nog maar steeds de indruk te doen postvatten, alsof alleen zijn partij in de kwesties be treffend" het Directoraat Materieel Land macht het bij het rechte eind zou hebben gehad. In dat verband ziet hij tegen niets op, ook niet tegen een heel inconsequent optreden. Tenslotte heeft hij met zijn fractiegenoten gestemd voor de motie- Vermeer, waardoor het is gekomen tot de instelling van een commissie van onder zoek door de Kamer. Inconsequent nu is allereerst, dat degene, die tenslotte wel bewust aan het tot stand komen dier com missie heeft meegewerkt, nu weer komt vertellen gelijk mr. Oud in zijn onlangs te Ede gehouden rede deed dat op deze wijze de zaak op de lange baan wordt ge schoven. Met dusdanige critiek valt even min goed te rijmen, dat twee fractiegeno ten van de heer Oud zitting in de commis sie hebben genomen. Enfin, zij zullen er ongetwijfeld alles opzetten om te berei ken, dat de commissie zal opschieten. Dr. E. van Raalte OOSTENRIJK. Ter gelegenheid van Moederdag 1058 werd een postzegel van 1.50 s. (zwartblauw) in omloop gebracht, waarop een moeder met haar kind is af gebeeld. De zegel is ontworpen door Adalbert Pilch en gegraveerd door Georg Wimmer. 5 mei was de eerste dag van uitgifte. ITALIë. Naar aanleiding van het eeuw feest van de verschijningen van de maagd Maria aan Bernadette Soubirous is een serie van twee waarden uitge komen. Het zijn een 15 lire (karmijn) en een 60 lire (blauw). Beide zegels ver tonen de zuil met Maria's beeld, die op de Piazza di Spagna te Rome staat. Op de achtergrond de basiliek van Lourdes. WEST-DUITSLAND. Op 22 mei geven de Westduitse posterijen een postzegel van 20 pf. (roodbruin) uit ter gelegen heid van het 800-jarig bestaan van de stad München. De zegel geeft een ge zicht op het oude stadsgedeelte. Hij is ontworpen door prof. Eduard Ege uit München en gegraveerd door Egon Falz uit Berlijn. VERENIGDE STATEN. In een oplage van 120 miljoen exemplaren verschijnt op 11 mei een postzegel van 3 c. (groen) voor het 100-jarig bestaan van de staat Minnesota. De zegel geeft een gezicht op één van de vele meren van deze staat. In Amsterdam heeft gedurende vier da gen de technische commissie van de I.A. T.A. (De interationale organisatie van de luchtvaartmaatschappijen) vergaderd, waarbij verscheidene actuele problemen, in het bijzonder ten aanzien van de bin nenkort in gebruik te nemen straalver- keersvliegtuigen, zijn behandeld. De tech nische deskundigen waren van oordeel, dat niet voldoende voortgang wordt ge maakt met de verwerklijking van de eisen welke aan de vliegvelden en vooral ten opzichte van de start- en landings banen moeten worden gesteld, nu zoveel zwaardere en snellere toestellen over an derhalf tot twee jaar op de diverse inter continentale routes zullen worden ingezet. De technische commissie van de I.A.T.A. is ook niet tevreden over de weinige voort gang, welke wordt gemaakt door de rege ringen ten aanzien van het uitzetten van een vast verbindingssysteem over de Noord-Atlantische route, hetgeen voor po sitiebepalingen en 't doorgeven van weer berichten dringend gewenst wordt geacht, voornamelijk met het oog op de veel gro tere snelheden (tot 900 km per uur), waar mede de nieuwe toestellen zullen vliegen. Een belangrijk punt van de agenda vormde ook de behoeften van de maat schappijen met betrekking tot een veel uitgebreider net van telex en radiotelex- verbindingen over de gehele wereld, in het bijzonder voor Europa, Afrika en Zuid- Oost-Azië. Op het ogenblik zijn ten be hoeve van de luchtvaartmaatschappijen in die drie gebieden 238 telex- en radiotelex- verbindingen in werking. De technische commissie van de I.A.T.A. heeft uitgere kend. dat wegens het sterk toenemende luchtverkeer in 1962 dit aantal zeker tot 550 van dergelijke verbindingen zal moe ten worden uitgebreid. STRAATSBURG (ANP) Het Europe se parlement heeft met 41 tegen 36 stem men bij drie onthoudingen besloten de voortzetting van het debat over de plaats van zetel der Europese instellingen uit te stellen tot de zitting. Op voorstel van het Nederlandse lid mr. P. A. Blaisse werd bepaald, dat het debat over de plaats van de zetel op zaterdag 21 en indien nodig ook op zondag 22 juni worden gehouden, waarna men dan op maandag 23 juni de finitief tot stemming zou overgaan. De zitting zou duren tot 28 juni.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1958 | | pagina 3