Gomoelka probeert te
schipperen
Geen verschil tussen De Gaulle
van 1946 en die van 1958
Fa. B. ENGELENBERG
RONDE
TAFEL
,/t Silver Sfoepke"
Fonds voorgesteld voor alle
kandidaten van het Congres
Vrees
Hij vermijdt kras oordeel over Tito
<~Praatótoel
3
fA
Van dag tot dag
OFFICIËLE VERKOOP SIKKENS LAKKEN
Veestapels verbeurd
verklaard
Eerste kernenergiecentrale
van Zweden in 1960 gereed
Altijd negatief - altijd de mythe van de chaos!"
Londen stelt zijn hoop op
de regering-Pflimlin
Praktisch plan tegen het „kopen" van invloed
Op de
i, 0^''
Schuchter begin van lente
in het zuiden van Zweden
In het noorden nog vorst
en bevroren meren
Begrafenis van vermoorde
Nederlandse
DONDERDAG 22 MEI 1958
In een uitvoerige uiteenzetting heeft mi
nister Staf de huidige situatie in de wes
telijke verdediging getracht te motiveren
door militair-politieke argumenten, die
nagenoeg geen van alle verrassend nieuw
bleken te zijn. Het uitgangspunt (de Sov
jet-Unie maakt zich gereed om over de
canse wereld het communisme te doen ze
gevieren door middel van agressie) is even
oud als de redenering, die van daaruit
leidt naar een rechtvaardiging van de
aanvaarding der risico's ener atoomoor
log.
Op één punt echter zeide de minister
van Oorlog iets nieuws, namelijk daar,
waar hij sprak over de gebleken noodzaak
om de atoomoorlog te voorkomen. Hij ver
klaarde dat „wij moeten voorkomen dat
wij ooit in een positie worden gemanoeu
vreerd, waarin wij zelf de atoomoorlog
moeten ontketenen terwijl de omstandig
heden zulks nog niet rechtvaardigen." De
„gebleken noodzaak om de atoomoorlog
te voorkomen" moet dus volgens de heer
Staf aldus worden verstaan, dat deze
noodzaak niet meer zou gelden „wanneer
de omstandigheden deze oorlog recht
vaardigen." Hij houdt blijkbaar rekening
met de mogelijkheid, dat de ontketening
van een atoomoorlog door de omstandig
heden gerechtvaardigd zou kunnen zijn.
Let wel, niet de „voering" van een atoom
oorlog, doch de „ontketening."
Hieruit zou volgen, dat het westen (door
minister Staf gemakshalve doch enigszins
verwarrend met .„wij" aangeduid) er in
bepaalde omstandigheden niet tegen op
zou zien, een atoomoorlog te beginnen en
dat het defensiesysteem dus niet alleen op
defensie, doch wel degelijk ook op aanval
moet zijn afgestemd met gebruikmaking
van alle vernietigende mogelijkheden, die
de moderne oorlogstechniek daartoe le
vert.
Wanneer dit Inderdaad zo ls en wij
moeten deze veronderstelling voor reke
ning van minister Staf laten zou het
begrijpelijk worden, dat de Sovjet-Unie in
een opstelling van atoomraketten in West-
Europa een directe bedreiging ziet. Mi
nister Staf refereerde aan berichten, als
zou de Sovjet-Unie reeds bezig zijn atoom-
rakettenbases in de satellietlanden op te
stellen, doch hij stelde het voor alsof het
Westen ln antwoord daarop genoodzaakt
Is, in West-Europa bases voor atoomraket
ten te formeren. „Wij staan nu voor de
noodzaak, deze nieuwe bedreiging te neu
traliseren.door dergelijke bases in West-
Europa op te stellen."
Deze wijze van argumenteren lijkt ons
enigszins doorzichtig en weinig overtui
gend. Niet alleen is het plan tot opstel
ling van deze bases in West-Duitsland en
elders in West-Europa veel ouder dan de
door de heer Staf aangehaalde berichten
over de plaatsing van atoomraketten in
de satelliet-landen, doch tevens ontbreekt
hier volkomen de logica van defensieve
noodzaak. Immers, kan men een dreiging
van atoomraketten vlak achter het IJze
ren Gordijn neutraliseren door aan de
westelijke zijde eveneens dergelijke ra
ketten op te stellen? Het lijkt ons name
lijk toe, dat men daardoor de tegenstan
der onmiddellijk de doelen levert, waarop
hij zijn raketten kan richten, zonder te
voorkomen dat hij er gebruik van maakt.
„Ik acht dit argument onjuist," zegt de
heer Staf maar waarom hij het onjuist
acht, blijft onuitgesproken. „Ik kan niet
genoeg herhalen, dat al onze inspanningen
primair erop gericht moeten zijn 'n oorlog
te voorkomen", betoogt de heer Staf dan
nog eens nadrukkelijk. Deze leuze wordt
echter in zijn gehele betoog nergens geho
noreerd met .overtuigende bewijzen. De
vrees dat toch nog, ondanks alle argumen
ten, de kans van een uitgelokte aanval en
een daaropvolgende atoomoorlog niet vol
doende is doorgedrongen tot de militaire
organisatoren en dat zij nog steeds te wei
nig rekening houden met het reële doods
gevaar, dat een kwetsbaar stuk wereld
als West-Europa loopt bij iedere moderne
oorlogshandeling, is door minister Staf al
lerminst ontzenuwd, zelfs versterkt.
ADVERTENTIE
Doelstraat 39 - Haarlem - Tel. 13232
VERFROLLERS (schuimplastic)
Het gerechtshof te 's Hertogenbosch
heeft de landbouwers A. D. en G. V. uit
Eefde veroordeeld tot tien gulden boete
subsidiair vijf dagen hechtenis en ver
beurdverklaring van hun veestapel, waar
van hun de opbrengst moet worden uitbe
taald. Een en ander conform de eis van
ue Procureur-generaal.
Het hof behandelde deze zaak in op
bracht van de Hoge Raad, bij welke de
andbouwers cassatie hadden aangetekend
®n een gelijkluidend vonnis van het
hof te Arnhem. Zij hadden vee gehouden
zonder aangesloten te zijn bij de Provin
ciale Gezondheidsdienst voor Dieren.
In 1960 hoopt men in Zweden de eerste
kerncentrale voor warmte-energie gereed
te hebben. Enkele jaren later zal een
kernenergiestation 120.000 kw. leveren. In
1968 hoopt men op een winning van 250-
400.000 kw. en in 1970 zal de kernenergie
jaarlijks meer dan een miljoen kilowatt
leveren.
Er zullen steeds meer gelden voor we
tenschappelijk kernonderzoek ter beschik
king staan. Op de begroting 1956-57 werd
daarvoor ongeveer 28 miljoen gulden uit
getrokken. Een jaar later wei-den 55 mil
joen toegestaan en voor het jaar 1958-59
rekent men op 84 miljoen guiden.
De kernenergie zal geen goedkope ener
giebron zijn, maar Zweden wordt er in
grotere mate onafhankelijk door van olie
en steenkool. Bovendien behoeft men niet
meer met zo veel zorg te denken aan de
tijd dat de „witte steenkool" de water
kracht geheel zal zijn gebruikt. Zweden
zal over een niet al te lange tijd meer
elektriciteit nodig hebben dan door de ri
vieren kan worden opgewekt.
Zweden beschikt zelf over uranium. De
gevonden „ertsen" zijn weliswaar arm
aan dit kostbare goed, maar men ver
wacht toch de produktie van vijf op 120
ton per jaar te brengen. Hiermede zou de
behoefte tot 1970 gedekt kunnen worden.
Later hoopt men door bijprodukten een
lonender winning te kunnen opzetten. Be
halve uranium heeft men ook zwaar wa
ter nodig. Dit kan eveneens in Zweden
worden gemaakt.
Van onze correspondent in Wenen)
De Poolse partijsecretaris Gomoelka, die
in Warschau is teruggekeerd van een reis
door Bulgarije,. Hongarije en Roemenië,
heeft in de hoofdsteden van deze satelliet
staten geen scherpe veroordeling van
Tito uitgesproken. Wel verklaarde hij her
haaldelijk dat de Sovjet-Unie „het eerste
en machtigste land van het socialisme" is,
maar, in tegenstelling met andere commu
nistische leiders, zei hij niet, dat het com
munistische blok „onder de leiding" van
Moskou moet staan. Hij vermeed dus te
zeggen, dat de Sovjet-Unie recht heeft op
het oppergezag over de communistische
wereldbeweging. Gomoelka heeft voor
zichtig en diplomatiek gesproken. Wanneer
hij Tito volledig had veroordeeld, dan zou
tevens het vonnis zijn geveld over zijn
eigen politiek.
Moskou lijkt de buitenlandse politiek
van zijn satellieten geheel te willen voor
schrijven. Dit plan is niet te rijmen met de
grootscheepse financiële hulp die Tito van
Amerika heeft aangenomen en waarvan
hij ook in de toekomst geen afstand zou
willen doen. Ook Warschau heeft tot twee
maal toe aanzienlijke financiële steun van
de Verenigde Staten ontvangen. Polen wil
Toen men in 1946 in Frankrijk bezig was
met een grondwet tot stand te brengen
nadat een eerste poging mislukt was door
de verwerping van de aanvankelijk ont
worpen grondwet, waarin aan de Nationale
Vergadering feitelijk geheel en al de op
permacht wordt toegekend, heeft generaal
De Gaulle niet onder stoelen of banken
gestoken, dat hij ook tegen het nieuwe
ontwerp, zoals dit tenslotte tot stand is
gekomen, zeer ernstige bezwaren had.
Merkwaardigheidshalve zij hier nu ver
meld, hoe De Gaulle niet alleen wat zijn
opvattingen, maar ook wat zijn optreden
betreft, precies dezelfde is gebleven. Van
de hand van Jacques Dumaine is enige
jaren geleden een bijzonder interessant
dagboek verschenen, geheten „Quai d'Or-
say". Dumaine was van 1945 tot 1951
directeur van het protocol van Buiten
landse Zaken. In die hoedanigheid heeft
hij heel wat vooraanstaande figuren,
Fransen en niet Fransen, op verschillende
wijzen van nabij meegemaakt en onder
meer heeft hij ook aanvankelijk te doen
gehad met De Gaulle. Dumaine, dit dient
wel te worden opgemerkt, had voor de
persoon van De Gaulle, niettegenstaande
wat deze voor Frankrijk gedurende de
ooi-log had weten te bereiken, niet zo'n
buitengewoon grote waardering, met
name niet wegens het gebrek aan tact,
dat de generaal ook volgens hem ken
merkt.
Terugkomende op het gebeurde met de
grondwet, haal ik thans aan dat in de
nacht van zondag 29 september 1946 op
maandag 30 september de Constituante
met overweldigende meerderheid de tekst
van de grondwet had goedgekeurd, die
vervolgens op 13 oktober aan een referen
dum is onderworpen, waarvan het resul
taat was, dat met ruim negen tegen ruim
acht miljoen stemmen het kiezerskorps
tenslotte zijn goedkeuring aan de grond
wet hechtte. Onmiddellijk nu nadat de
Constituante zich met het ontwerp grond
wet had verenigd, hield De Gaulle te
Epinal een redevoering waarin hij ken
baar maakte tegenstander van de aange
nomen grondwet te zijn. In het dagboek
van Dumaine vindt men het volgende over
de bij die gelegenheid door De Gaulle ge
houden redevoering: „30 september
generaal De Gaulle heeft de redevoering
uitgesproken, waarop men te lang had ge
wacht om niet teleurgesteld te worden.
Men wist dat hij de aange
nomen grondwet zou critise-
ren. maar dat hij niet uitdruk
kelijk zou zeggen „neen" te
stemmen. Hij is scherp geweest
tegen de republikeinse volks
beweging (MRP), onverzoenlijk
ten opzichte van de commu
nisten. Maar hij heeft slechts
voor de helft slag geleverd. Hij
gaat met de gedragslijn van
geen enkele partij akkoord en
zoals gewoonlijk blijft hij ne
gatief. Hij houdt altijd vast
aan de myte van de komende
warboel en wil de man blijven
.die onontbeerlijk is bij de
nadering van een catastrofe".
Me dunkt, tussen de gene
raal De Gaulle van 30 septem
ber 1946 en die van 19 mei 1958
is werkelijk geen verschil!
Dr. E. van Raalte
van deze hulp evenmin afstand doen, al
was het alleen maar, om niet volledig aan
Moskou te zijn overgeleverd. Gomoelka is
wel zo diplomatiek om Moskou niet te prik
kelen en hij probeert te schipperen. In
enkele onderdelen heeft hij wel woorden
van zwakke critiek op Joegoslavië gevon
den, maar hij tracht en dat is zijn
hoofddoel een zekere onafhankelijkheid
jegens Moskou te bewaren, niet alleen door
het aanvaarden van de Amerikaanse hulp,
maar ook door het handhaven van datgene,
wat hij heeft bereikt en wat hij Polens
„eigen weg" noemt: betere betrekkingen
met de kerk, opheffing van de meeste kol
chozen en het toelaten van het particulier
initiatief op het gebied van nijverheid en
handel.
Steun aan Krocsjtsjev?
Gomoelka en Tito vermijden het zich
uitdrukkelijk op Kroesjtsjev te beroepen,
maar het lijkt dat zij op diens politiek van
verzoening steunen en binnen het com
munisme zoveel mogelijk hun eigen weg
trachten te gaan. In Polen lijkt er tussen
Gomoelka en zijn partij geen breuk te
bestaan. Het officiële partij-orgaan „Tri-
boena Loedoe" schrijft, dat Gomoelka's
politiek juist is en dat het onmogelijk is
„terug te gaan tot de fouten en methoden
uit het verleden".
ADVERTENTIE
GEEN MINUUT KUNT U BUITEN
EEN GOED HORLOGE
Het is een trouwe makker in dit
jachtige leven, waarin iedere seconde
wordt uitgebuit.
Een goed betrouwbaar horloge van de
allerbeste merken, o.a.: ZENTRA -
INDUS - PONTIAC - REMOVA -
OMEGA en voor iedere beurs heeft
De kleine zaak met de grootste keuze
Gr. Houtstr. 49 - Tel. 20049 - Haarlem
(Van onze correspondent in Londen)
In dit uur van nood staat Groot-Brittan-
nië dichter bij Frankrijk dan lang het ge
val is geweest. Hoewel erkennende, dat
De Gaulle wellicht de enige figuur is, die
de toestand kan redden, hoopt men, dat
hij buiten spel zal blijven wegens de risi
co's voor de democratie en het westelijke
bondgenootschap. Alle hoop is gesteld op
de regering-Pflimlin, die in elk geval heeft
getoond krachtig te kunnen optreden. Er
bestaat volgens sommigen zelfs kans op
een vrij snelle oplossing in Algerije. De
redenering, die de liberale Manchester
Guardian volgt, is dat de opstandige ge
neraals, misschien eerder dan men denkt,
genoeg krijgen van de uit politici bestaan
de Comité's van openbaar welzijn. Dat
zou het ogenblik zijn om het centrale ge
zag over het leger en over de Europese
delen van Algerije te herstellen.
Over het algemeen staan ook de Brit
ten wantrouwend tegenover de bewering
van De Gaulle, dat hij slechts op wettige
wijze aan de macht wil komen, omdat Hit-
Ier en Mussolini daarin op dezelfde wijze
zijn geslaagd. De Times acht het merk
waardig, dat De Gaulle de opstand dei-
generaals goedkeurt en beweert dat hij
slechts de wettige weg aanvaardt. Overi
gens erkent men, dat De Gaulle, hoe vaag
ook in zijn uitingen, een tussenfiguur is,
die, indien hij aan de macht zou zijn, nog
vele kanten uitkan. Maar zal Frankrijk
bereid zijn hem de volmachten te geven
die hij vraagt? De Gaulle's dubbelzinnig
heid maakt de toestand, volgens de Brit
se waarnemers, niet beter. Niemand twij
felt aan De Gaulle's oprechtheid, maar
de luide steun, die hij ontvangt van extre
me reactionairen maakt hem verdacht.
De kernvraag blijft, of de regering-Pflim
lin, die zich in het defensief zo goed ver
weert, in staat zal zijn met dezelfde voort
varendheid iets positiefs te verrichten.
Voor iedereen is het duidelijk, dat er snel
iets moet gebeuren. Men acht het in elk
geval belangrijk, dat De Gaulle, doordat
hij gedwongen is, voorzichtig te manoeu
vreren, de Fransen tenminste tijd heeft
gelaten tot nadenken. Men vraagt zich be
zorgd af hoe lang de pauze zal duren. Het
grote gevaar is, volgens Britse waarne
mers, dat de crisis zich voortsleept en dat
een scheuring in de regering zou kunnen
optreden, waardoor de beweging om „met
de generaals te spreken" veld zou kunnen
winnen.
(Van onze correspondent in Washington)
Philip L. Graham, de uitgever van de
Washington Post, heeft een plan geopperd
de integriteit te bevorderen van het Ame
rikaanse Congres. Als gevolg daarvan is
een actie op touw gezet om tachtig mil
joen bijeen te brengen. Het liefst ontvan
gen de organisatoren kleine bijdragen van
een zo groot mogelijk aantal Amerikanen.
Die tachtig miljoen wil men verdelen on
der de kandidaten voor de Congresverkie
zingen van deze herfst. Men zal daarbij
geen onderscheid maken tussen Democra
ten en Republikeinen. Op die manier wil
men aan alle kandidaten de middelen ver
schaffen om een verkiezingscampagne te
voeren. Voor het geld, dat de kandidaten
op deze manier ontvangen, behoeven zij
zich tegenover niemand verplicht te voe
len. Hierin ligt de grote betekenis van de
ze actie. Of zij zal slagen, kan men nog
niet zeggen, maar in elk geval krijgen ve
le Amerikanen, die tot dusverre scham-
ADVERTENTIE
voor sla on slaatjes
vers geprobeerd
'I; pot 62 een 'li pot slechts 98 ct.
perden over bepaalde praktijken bij ver
kiezingen, een kans de campagnes te sa
neren en om de integriteit van de volks
vertegenwoordiging te verbeteren.
Tot dusverre waren de verkiezingskan
didaten als zij zelf geen geld hadden
voor hun campagne hoofdzakelijk aange
wezen op Bijdragen van vrienden of van
hen, die zich hun vrienden noemden. Dit
bracht een Congreslid, na het winnen van
een kiesstrijd, dikwijls in ;een afhankelij
ke positie. Zo'n Congreslid had vaak te
veel verplichtingen aan zijn geldschieters
en de bijdragen waren soms alleen ge
schonken, omdat de gever hoopte op die
manier invloed te verwerven in het Con
gres.
In Gi-oot-Brittannië bestaan wetten, die
het „kopen" van invloed in het parlement,
uiterst moeilijk maken. In Amerika wa
ren de beperkingen, die het Congres vast
stelde, nooit doeltreffend omdat de Con
gresleden te zeer afhankelijk waren van
dergelijke steun. Voor velen zou het poli
tieke zelfmoord betekenen daar paal en
perk aan te stellen. Plet fonds dat men
thans wil vormen ten bate van alle kan
didaten, zou nog geen afdoend middel zijn
om kwade verkiezingspraktijken tegen te
gaan. Extra bijdragen om een grootser
televisie- of radio-campagne te voeren
dan de tegenstander, zouden nog altijd
welkom zijn, maar indien het plan van
Graham siaagt, moet men dat toch een
wezenlijke bijdrage achten tot zuivering
van de verkiezingsethiek.
Het valt te vrezen dat eer
lang een ernstig probleem op
vele redactiebureaus zal rij
zen, wanneer zal moeten wor
den gekozen tussen twee. zeer
belangwekkende alternatie
ven: moeten wij blijven voort
gaan met als nieuws te ver
melden dat een zekere heer
Townsend met de Engelse
prinses Margaret heeft ge
dineerd, ja of neen?
Dit feit heeft nu namelijk
al voor de derde maal plaats
gegrepen en telkens wordt er
boosaardig aan toegevoegd,
dat de koningin-moeder niet
mee aanzat. Doch als dat zo
doorgaat en de twee onder
havige persoonlijkheden er
een gewoonte van maken, sa
men het avondeten te gebrui
ken, wordt de berichtgeving
ontegenzeggelijk eentonig.
„Peter Townsend heeft heden
voor de vijfhonderddrieën-
twintigste maal met prinses
Margaret gedineerd. De ko
ningin-moeder was niet bij
het diner aanwezig".
Vindt u dat nog opwindend
nieuws? Ik wil geen toespe
lingen maken noch boze ge
ruchten verspreiden, doch
welke moeder laat staan
koningin-moeder zou er
nog over denken wantrouwig
mee te dineren, als twee ge
lieven enkele honderden ma
len samen hebben zitten eten?
De eerste keer zou het mis
schien zin gehad hebben, of
schoon ik met de beste wil
van de wereld niet kan inzien
waarom een diner met zijn
drietjes minder stof voor het
wereldnieuws zou kunnen op
werpen dan een etentje vis-a-
vis.
Een mens moet nu eenmaal
Iedere dag eten en zelfs ten
aanzien van vorstelijke per
sonen kan dat onmogelijk een
verrassend verschijnsel wor
den genoemd. De nieuwswaar
de zit dus blijkbaar in het
samen eten. Welnu, het leven
in een heel groot Clarence
House lijkt mij toch al niet
ïeer afwisselend voor een
meisje, dat niet eens de dage
lijkse werkzaamheden mag
aanpakken, waarmee meisjes
zich meestal zoethouden tot
zij trouwen.
Wanneer men bovendien
moet afwachten tot de toe
komstige levenspartner per
koninklijke koerier kant en
klaar wordt thuisbezorgd
net als een nieuwe jurk
verpakt in de goedkeuring
van een heel parlement en ge
ijkt aan de historische waarde
van de oude adel, dan moet
zo'n leventje in Clarence
House het wel zeer bizonder
hebben van kleine lichtpunt
jes.
Een gezamenlijk dineetje
zonder toezicht is ongetwijfeld
een van die lichtpuntjes en al
wordt het dan telkens weer
gevolgd door de zware scha
duwen van ophefmakende
krantenkoppen en boze hof-
dignitarissen, toch kan ik me
voorstellen dat het dineetje
zélf die rompslomp tenvolle
waard is.
„Peter Townsend heeft voor
de zevenhonderdéénennegen-
tigste keer met prinses Mar
garet gedineerd Tegen
die tijd lijkt mij het punt be
naderd, waarop men zou kun
nen zeggen dat de liefde het
gewonnen heeft van de boze
wereld der conventie.
Een ganse natie van Engels
sprekende mannen en vrouwen
heeft zich met al haar tradi
ties en heilighuisjes opge
worpen tussen de twee, die op
een of andere manier de
cohesie der romantiek hebben
ondervonden en zich con
sequent daaraan in elkan
ders richting hebben bewogen.
Een ganse natie met alle
drukpersen en inktvoorraden
staat als een muur tussen
twee mensen, die niets an
ders hebben gedaan dan el
kanders genegenheid win
nen. Een ganse natie, die
blijkbaar geen enkele an
dere nuttige bezigheid in de
wereld meer heeft en zich
dus met alle kracht heeft ge
worpen op handhaving van
pruikentijdse preutsheden,
windt zich weer op over het
derde dineetje, over het
vierde, over het vijfde.
Maar eens moet het di
neetje het winnen van het
trotse uithoudingsvermogen
ener nationale zelfbewust
heid.
Het hoeveelste?
Merkwaardig, dat mensen
de wereld kunnen overwin
nen door niets anders te
doen dan eenvoudig aan tafel
te zitten en te eten zonder
moeder.
Het kost geeni nspanning.
Het kost geen geduld ook.
Men behoeft slechts honger
te hebben en dat, waarde
lezers, hebben ook vorstelijke
personen iedere dag. Men
behoeft zich slechts tegen
over elkander aan tafel te
zetten en de spijzen te nutti
gen, die worden opgediend.
Het is een constatering, die
stof tot grootse ideeën levert.
Het zou namelijk best
kunnen zijn, dat de jachtige
inspanningen en nerveuze
acties van vele mensen, om te
bereiken wat zij zich voor
ogen hebben gesteld, juist
vertragend werken op hun
succes. Er wordt te weinig
geduldig gewacht. Men heeft
het verleerd, rustig en roer
loos niets te doen, behalve de
dingen, die iedereen doet: zo
als dineren.
In kan mij een heldere
voorstelling maken van Cla
rence House, met die kleine
ronde tafel vol kaarslicht
onder de kristallen luchters.
Een oase van geduld en
kalmte middeni n een brui
sende Engelse wereld van
achterklap en gekwetste adel.
Een geurige schotel, twee
borden en twee mensen,
die tegenover elkander zit
ten in de eenzaamheid van
een kamer van veel te grote
afmetingen, waarvan de
eindeloze wanden echter ver
doezeld zijn in de schemer
en waarin die kleine ronde
tafel een lichtend middel
punt vormt.
Een etentje bij kaarslicht
het zoveelste. En morgen
weer de kranten, die nauw
keurig optellen.
En bezorgde gezichten aan
het hof, laatdunkende op
merkingen in het oor van een
koningin, stille wenken van
statige dames achter de
troon, pijnlijke conferenties
waarbij de nationale eer en
de traditie fluisterend wor
den genoemd.
Strenge gezichten op por
tretten aan de wand. Bakke
baarden en pruiken, conscen-
tieus geschilderd, waarnaar
men eerbiedig moet opzien.
En toch, na een dag van dat
alles, vanavond weer dat
kleine korte etentje, nummer
zoveel, alsof er niets meer
op de wereld bestaat dan een
kleine ronde tafel met porse
lein en zilver, een een fel
boeket bloemen in het mid
den.
Zo bezien, lijkt het mij een
kwestie van efficiëncy en
redelijkheid om na dit derde
dineetje met tellen op te hou
den en onze aandacht te
schenken aan andere zaken,
waarvan het tellen en ver
melden enig belang van we
reldformaat zou kunnen heb
ben.
Wat mij betreft, mag Cla
rence House spoedig een gro
tere tafel nodig hebben
eerst voor de bruiloftsgasten
en dan later voor de kleine
gasten.
Want ook die zullen iedere
avond geweldige honger heb
ben. J. L.
Koeien
De kennis met wie ik meereed naar de
Brusselse Expo had zijn zoontje van tien
meegenomen, een pittig blond kereltje dat
onderweg over raketten en ruimtevaart
babbelde zoals wij vroeger over knikkers
of een opwind-treint je.
„Die jongen weet meer van atomen en
spoetniks af dan ik", zei z'n vader, die een
bloeiende conservenfabriek heeft maar nog
altijd tobt over het feit, dat die hele onder
neming gebouwd is op niet meer dan zes
jaren lagere school.
„Jij wordt later een hele knappe inge
nieur, hè Freddie?" zei hij bezwerend tot
zijn oogappel.
,Ja vader", antwoordde Freddie ge
dwee. Je kon merken dat het voor hem
een routine-vraagje was en hij dook met
een weer in de laatste aflevering van een
stripverhaal over vliegende schotels. Aan
de grens verwisselde hij deze lectuur voor
de foldertjes, die een beeldschone Expo-
gastvrouw mij in de licht trillende hand
had gedrukt en nog voor we in Antwerpen
waren had Freddie ons uitvoerig ingelicht
over de technische wonderen, die we te
zien zouden krijgen.
Een uurtje later beleefden wij het alle
maal in werkelijkheid. Stonden we nietig
onder de machtige bollen van het Ato-
mium, zagen we kleurentelevisie in het
Amerikaanse paviljoen en dwaalden we
door de Nederlandse inzending met de in
genieuze waterwerken, de afdeling voor
lanbouw en veeteelt, compleet met koei
en, varkens en kippen, en de vele andere
aspecten van ons goede vaderland. Al met
al een fraai paviljoen waar we echt wel
een beetje trots op mogen zijn. Niet alleen
omdat het, dankzij de Hollandse degelijk
heid, precies op tijd klaar was, maar voor
al omdat het een eerlijk brokje Nederland
is dat daar, omzoomd door duizenden bloe
men, een welverdiend applaus krijgt van
bezoekers uit alle delen van de wereld.
Vanzelfsprekend geraakten we ook in het
Russische paviljoen, de grote trekpleister
van deze wereldtentoonstelling. Voor klei
ne jongens is het er een dorado, want niet
alleen kan je er getrouwe modellen van
raketten en kustmanen vinden, maar ook
hebben de Russen op meesterlijke wijze
gespeculeerd op de menselijke drift tot het
bemachtigen van zaken die je voor niks
krijgtDe boekjes, brochures en krantjes
over ruimtevaart en andere boeiende za
ken liggen er, in vele talen, zo voor het
grijpen en dankzij Freddie's activiteit ver
lieten we het paviljoen onder meevoering
van zeker een kilo papieren propaganda.
Toen we aan het einde van de middag
moe maar voldaan afscheid namen van
Expo '58 keerde mijn vriend zich nog een
maal om, wees met een breed gebaar naar
het machtige schouwspel van moderne
bouwwerken, fonteinen, watertrappen,
Atomium, en sprak tot zijn zoon:
„En wat vond je nou het allerleukste
van de tentoonstelling?"
Freddie liet zijn blik dwalen over de
paviljoenen, de Zwitserse zweefbaan, de
fantastische kermisattracties, de opstijgen
de raketten, toen zei hij met een klein
stemmetje:
„Het mooiste vond ik het'Nederlandse
paviljoen".
„Zeker omdat ze daar die mooie golven
maken", veronderstelde pa, die onmiddel
lijk de toekomstige waterbouwkundige
herkende.
„Nee, dat niet", zei Freddie onbestemd.
„Wat vond je er dan zo mooi?" drong
zijn vader aan.
„Nou, die stal met koeien", zei de jongen
dromerig, „Het waren hele lieve koeien.
Je kon ze gewoon aaien-:.."
Am. de Vita
ADVERTENTIE
Niet «e scherp, niet «e luur;
heerlijk pittigen— niet duur
(Van onze correspondent in Stockholm)
Hoofdschuddend lezen wij in de Neder
landse pers de temperaturen die uit Stock
holm worden gemeld. Die moeten afge
lezen zijn op een zeer beschut plekje. Het
Zweedse weerbericht van 20 mei ziet er
namelijk heel anders uit. Stockholm had
op 19 mei, 's avonds om 19 uur, weliswaar
dertien graden Celsius, maar in Gothen
burg was het elf graden Celsius en dat is
dan het zuiden van het langgestrekte land.
In het centrum, in Östersund, was het vijf
graden, in Haparanda één en in Kiruna en
het overige noorden ruim één graad en
over een maand hebben we al de langste
dag.
In het noorden liggen de meren nog
dicht. Zelfs de Botnische Golf is nog niet
geheel bevaarbaar. Er ligt nog zoveel
sneeuw, dat de rendieren nauwelijks
voedsel kunnen vinden. De sterke beesten
vinden onder de sneeuw nog net voldoen
de te eten, maar de tijd is aangebroken,
dat de dieren kalven. In de oneindige uit
gestrektheid is er niemand om te helpen
en de roofdieren, vooral de wolven, krij
gen een heerlijke kans.
In de buurt van Stockholm is de laatste
sneeuw gesmolten en gaan de knopjes van
het jonge groen open, maar overigens zijn
er nog weinig kleuren. In de luwte van
enkele villa's staan de narcissen in bloei.
Van tulpen of hyacinten is nog niets te be
kennen.
Regen heeft vele velden tot meren ge
maakt. In de voetbalcompetitie moesten
vele wedstrijden worden afgelast. Een ge
deelte van de rijksweg Stockholm-Malmö
moest worden gesloten wegens verzak
kingen. En het weerbericht is nog altijd
slecht!
De Nederlandse mevrouw Ritfeld, die
door een waanzinnige neger, te George
town door messteken om het leven werd
gebracht, is donderdagochtend in Para
maribo ter aarde besteld onder zeer gro
te belangstelling van de bevolking. De da
der, die de hand aan zichzelf sloeg, is in
Georgetown stervende.