Gomoelka probeert te schipperen Geen verschil tussen De Gaulle van 1946 en die van 1958 Fa. B. ENGELENBERG RONDE TAFEL ,/t Silver Sfoepke" Fonds voorgesteld voor alle kandidaten van het Congres Vrees Hij vermijdt kras oordeel over Tito <~Praatótoel 3 fA Van dag tot dag OFFICIËLE VERKOOP SIKKENS LAKKEN Veestapels verbeurd verklaard Eerste kernenergiecentrale van Zweden in 1960 gereed Altijd negatief - altijd de mythe van de chaos!" Londen stelt zijn hoop op de regering-Pflimlin Praktisch plan tegen het „kopen" van invloed Op de i, 0^'' Schuchter begin van lente in het zuiden van Zweden In het noorden nog vorst en bevroren meren Begrafenis van vermoorde Nederlandse DONDERDAG 22 MEI 1958 In een uitvoerige uiteenzetting heeft mi nister Staf de huidige situatie in de wes telijke verdediging getracht te motiveren door militair-politieke argumenten, die nagenoeg geen van alle verrassend nieuw bleken te zijn. Het uitgangspunt (de Sov jet-Unie maakt zich gereed om over de canse wereld het communisme te doen ze gevieren door middel van agressie) is even oud als de redenering, die van daaruit leidt naar een rechtvaardiging van de aanvaarding der risico's ener atoomoor log. Op één punt echter zeide de minister van Oorlog iets nieuws, namelijk daar, waar hij sprak over de gebleken noodzaak om de atoomoorlog te voorkomen. Hij ver klaarde dat „wij moeten voorkomen dat wij ooit in een positie worden gemanoeu vreerd, waarin wij zelf de atoomoorlog moeten ontketenen terwijl de omstandig heden zulks nog niet rechtvaardigen." De „gebleken noodzaak om de atoomoorlog te voorkomen" moet dus volgens de heer Staf aldus worden verstaan, dat deze noodzaak niet meer zou gelden „wanneer de omstandigheden deze oorlog recht vaardigen." Hij houdt blijkbaar rekening met de mogelijkheid, dat de ontketening van een atoomoorlog door de omstandig heden gerechtvaardigd zou kunnen zijn. Let wel, niet de „voering" van een atoom oorlog, doch de „ontketening." Hieruit zou volgen, dat het westen (door minister Staf gemakshalve doch enigszins verwarrend met .„wij" aangeduid) er in bepaalde omstandigheden niet tegen op zou zien, een atoomoorlog te beginnen en dat het defensiesysteem dus niet alleen op defensie, doch wel degelijk ook op aanval moet zijn afgestemd met gebruikmaking van alle vernietigende mogelijkheden, die de moderne oorlogstechniek daartoe le vert. Wanneer dit Inderdaad zo ls en wij moeten deze veronderstelling voor reke ning van minister Staf laten zou het begrijpelijk worden, dat de Sovjet-Unie in een opstelling van atoomraketten in West- Europa een directe bedreiging ziet. Mi nister Staf refereerde aan berichten, als zou de Sovjet-Unie reeds bezig zijn atoom- rakettenbases in de satellietlanden op te stellen, doch hij stelde het voor alsof het Westen ln antwoord daarop genoodzaakt Is, in West-Europa bases voor atoomraket ten te formeren. „Wij staan nu voor de noodzaak, deze nieuwe bedreiging te neu traliseren.door dergelijke bases in West- Europa op te stellen." Deze wijze van argumenteren lijkt ons enigszins doorzichtig en weinig overtui gend. Niet alleen is het plan tot opstel ling van deze bases in West-Duitsland en elders in West-Europa veel ouder dan de door de heer Staf aangehaalde berichten over de plaatsing van atoomraketten in de satelliet-landen, doch tevens ontbreekt hier volkomen de logica van defensieve noodzaak. Immers, kan men een dreiging van atoomraketten vlak achter het IJze ren Gordijn neutraliseren door aan de westelijke zijde eveneens dergelijke ra ketten op te stellen? Het lijkt ons name lijk toe, dat men daardoor de tegenstan der onmiddellijk de doelen levert, waarop hij zijn raketten kan richten, zonder te voorkomen dat hij er gebruik van maakt. „Ik acht dit argument onjuist," zegt de heer Staf maar waarom hij het onjuist acht, blijft onuitgesproken. „Ik kan niet genoeg herhalen, dat al onze inspanningen primair erop gericht moeten zijn 'n oorlog te voorkomen", betoogt de heer Staf dan nog eens nadrukkelijk. Deze leuze wordt echter in zijn gehele betoog nergens geho noreerd met .overtuigende bewijzen. De vrees dat toch nog, ondanks alle argumen ten, de kans van een uitgelokte aanval en een daaropvolgende atoomoorlog niet vol doende is doorgedrongen tot de militaire organisatoren en dat zij nog steeds te wei nig rekening houden met het reële doods gevaar, dat een kwetsbaar stuk wereld als West-Europa loopt bij iedere moderne oorlogshandeling, is door minister Staf al lerminst ontzenuwd, zelfs versterkt. ADVERTENTIE Doelstraat 39 - Haarlem - Tel. 13232 VERFROLLERS (schuimplastic) Het gerechtshof te 's Hertogenbosch heeft de landbouwers A. D. en G. V. uit Eefde veroordeeld tot tien gulden boete subsidiair vijf dagen hechtenis en ver beurdverklaring van hun veestapel, waar van hun de opbrengst moet worden uitbe taald. Een en ander conform de eis van ue Procureur-generaal. Het hof behandelde deze zaak in op bracht van de Hoge Raad, bij welke de andbouwers cassatie hadden aangetekend ®n een gelijkluidend vonnis van het hof te Arnhem. Zij hadden vee gehouden zonder aangesloten te zijn bij de Provin ciale Gezondheidsdienst voor Dieren. In 1960 hoopt men in Zweden de eerste kerncentrale voor warmte-energie gereed te hebben. Enkele jaren later zal een kernenergiestation 120.000 kw. leveren. In 1968 hoopt men op een winning van 250- 400.000 kw. en in 1970 zal de kernenergie jaarlijks meer dan een miljoen kilowatt leveren. Er zullen steeds meer gelden voor we tenschappelijk kernonderzoek ter beschik king staan. Op de begroting 1956-57 werd daarvoor ongeveer 28 miljoen gulden uit getrokken. Een jaar later wei-den 55 mil joen toegestaan en voor het jaar 1958-59 rekent men op 84 miljoen guiden. De kernenergie zal geen goedkope ener giebron zijn, maar Zweden wordt er in grotere mate onafhankelijk door van olie en steenkool. Bovendien behoeft men niet meer met zo veel zorg te denken aan de tijd dat de „witte steenkool" de water kracht geheel zal zijn gebruikt. Zweden zal over een niet al te lange tijd meer elektriciteit nodig hebben dan door de ri vieren kan worden opgewekt. Zweden beschikt zelf over uranium. De gevonden „ertsen" zijn weliswaar arm aan dit kostbare goed, maar men ver wacht toch de produktie van vijf op 120 ton per jaar te brengen. Hiermede zou de behoefte tot 1970 gedekt kunnen worden. Later hoopt men door bijprodukten een lonender winning te kunnen opzetten. Be halve uranium heeft men ook zwaar wa ter nodig. Dit kan eveneens in Zweden worden gemaakt. Van onze correspondent in Wenen) De Poolse partijsecretaris Gomoelka, die in Warschau is teruggekeerd van een reis door Bulgarije,. Hongarije en Roemenië, heeft in de hoofdsteden van deze satelliet staten geen scherpe veroordeling van Tito uitgesproken. Wel verklaarde hij her haaldelijk dat de Sovjet-Unie „het eerste en machtigste land van het socialisme" is, maar, in tegenstelling met andere commu nistische leiders, zei hij niet, dat het com munistische blok „onder de leiding" van Moskou moet staan. Hij vermeed dus te zeggen, dat de Sovjet-Unie recht heeft op het oppergezag over de communistische wereldbeweging. Gomoelka heeft voor zichtig en diplomatiek gesproken. Wanneer hij Tito volledig had veroordeeld, dan zou tevens het vonnis zijn geveld over zijn eigen politiek. Moskou lijkt de buitenlandse politiek van zijn satellieten geheel te willen voor schrijven. Dit plan is niet te rijmen met de grootscheepse financiële hulp die Tito van Amerika heeft aangenomen en waarvan hij ook in de toekomst geen afstand zou willen doen. Ook Warschau heeft tot twee maal toe aanzienlijke financiële steun van de Verenigde Staten ontvangen. Polen wil Toen men in 1946 in Frankrijk bezig was met een grondwet tot stand te brengen nadat een eerste poging mislukt was door de verwerping van de aanvankelijk ont worpen grondwet, waarin aan de Nationale Vergadering feitelijk geheel en al de op permacht wordt toegekend, heeft generaal De Gaulle niet onder stoelen of banken gestoken, dat hij ook tegen het nieuwe ontwerp, zoals dit tenslotte tot stand is gekomen, zeer ernstige bezwaren had. Merkwaardigheidshalve zij hier nu ver meld, hoe De Gaulle niet alleen wat zijn opvattingen, maar ook wat zijn optreden betreft, precies dezelfde is gebleven. Van de hand van Jacques Dumaine is enige jaren geleden een bijzonder interessant dagboek verschenen, geheten „Quai d'Or- say". Dumaine was van 1945 tot 1951 directeur van het protocol van Buiten landse Zaken. In die hoedanigheid heeft hij heel wat vooraanstaande figuren, Fransen en niet Fransen, op verschillende wijzen van nabij meegemaakt en onder meer heeft hij ook aanvankelijk te doen gehad met De Gaulle. Dumaine, dit dient wel te worden opgemerkt, had voor de persoon van De Gaulle, niettegenstaande wat deze voor Frankrijk gedurende de ooi-log had weten te bereiken, niet zo'n buitengewoon grote waardering, met name niet wegens het gebrek aan tact, dat de generaal ook volgens hem ken merkt. Terugkomende op het gebeurde met de grondwet, haal ik thans aan dat in de nacht van zondag 29 september 1946 op maandag 30 september de Constituante met overweldigende meerderheid de tekst van de grondwet had goedgekeurd, die vervolgens op 13 oktober aan een referen dum is onderworpen, waarvan het resul taat was, dat met ruim negen tegen ruim acht miljoen stemmen het kiezerskorps tenslotte zijn goedkeuring aan de grond wet hechtte. Onmiddellijk nu nadat de Constituante zich met het ontwerp grond wet had verenigd, hield De Gaulle te Epinal een redevoering waarin hij ken baar maakte tegenstander van de aange nomen grondwet te zijn. In het dagboek van Dumaine vindt men het volgende over de bij die gelegenheid door De Gaulle ge houden redevoering: „30 september generaal De Gaulle heeft de redevoering uitgesproken, waarop men te lang had ge wacht om niet teleurgesteld te worden. Men wist dat hij de aange nomen grondwet zou critise- ren. maar dat hij niet uitdruk kelijk zou zeggen „neen" te stemmen. Hij is scherp geweest tegen de republikeinse volks beweging (MRP), onverzoenlijk ten opzichte van de commu nisten. Maar hij heeft slechts voor de helft slag geleverd. Hij gaat met de gedragslijn van geen enkele partij akkoord en zoals gewoonlijk blijft hij ne gatief. Hij houdt altijd vast aan de myte van de komende warboel en wil de man blijven .die onontbeerlijk is bij de nadering van een catastrofe". Me dunkt, tussen de gene raal De Gaulle van 30 septem ber 1946 en die van 19 mei 1958 is werkelijk geen verschil! Dr. E. van Raalte van deze hulp evenmin afstand doen, al was het alleen maar, om niet volledig aan Moskou te zijn overgeleverd. Gomoelka is wel zo diplomatiek om Moskou niet te prik kelen en hij probeert te schipperen. In enkele onderdelen heeft hij wel woorden van zwakke critiek op Joegoslavië gevon den, maar hij tracht en dat is zijn hoofddoel een zekere onafhankelijkheid jegens Moskou te bewaren, niet alleen door het aanvaarden van de Amerikaanse hulp, maar ook door het handhaven van datgene, wat hij heeft bereikt en wat hij Polens „eigen weg" noemt: betere betrekkingen met de kerk, opheffing van de meeste kol chozen en het toelaten van het particulier initiatief op het gebied van nijverheid en handel. Steun aan Krocsjtsjev? Gomoelka en Tito vermijden het zich uitdrukkelijk op Kroesjtsjev te beroepen, maar het lijkt dat zij op diens politiek van verzoening steunen en binnen het com munisme zoveel mogelijk hun eigen weg trachten te gaan. In Polen lijkt er tussen Gomoelka en zijn partij geen breuk te bestaan. Het officiële partij-orgaan „Tri- boena Loedoe" schrijft, dat Gomoelka's politiek juist is en dat het onmogelijk is „terug te gaan tot de fouten en methoden uit het verleden". ADVERTENTIE GEEN MINUUT KUNT U BUITEN EEN GOED HORLOGE Het is een trouwe makker in dit jachtige leven, waarin iedere seconde wordt uitgebuit. Een goed betrouwbaar horloge van de allerbeste merken, o.a.: ZENTRA - INDUS - PONTIAC - REMOVA - OMEGA en voor iedere beurs heeft De kleine zaak met de grootste keuze Gr. Houtstr. 49 - Tel. 20049 - Haarlem (Van onze correspondent in Londen) In dit uur van nood staat Groot-Brittan- nië dichter bij Frankrijk dan lang het ge val is geweest. Hoewel erkennende, dat De Gaulle wellicht de enige figuur is, die de toestand kan redden, hoopt men, dat hij buiten spel zal blijven wegens de risi co's voor de democratie en het westelijke bondgenootschap. Alle hoop is gesteld op de regering-Pflimlin, die in elk geval heeft getoond krachtig te kunnen optreden. Er bestaat volgens sommigen zelfs kans op een vrij snelle oplossing in Algerije. De redenering, die de liberale Manchester Guardian volgt, is dat de opstandige ge neraals, misschien eerder dan men denkt, genoeg krijgen van de uit politici bestaan de Comité's van openbaar welzijn. Dat zou het ogenblik zijn om het centrale ge zag over het leger en over de Europese delen van Algerije te herstellen. Over het algemeen staan ook de Brit ten wantrouwend tegenover de bewering van De Gaulle, dat hij slechts op wettige wijze aan de macht wil komen, omdat Hit- Ier en Mussolini daarin op dezelfde wijze zijn geslaagd. De Times acht het merk waardig, dat De Gaulle de opstand dei- generaals goedkeurt en beweert dat hij slechts de wettige weg aanvaardt. Overi gens erkent men, dat De Gaulle, hoe vaag ook in zijn uitingen, een tussenfiguur is, die, indien hij aan de macht zou zijn, nog vele kanten uitkan. Maar zal Frankrijk bereid zijn hem de volmachten te geven die hij vraagt? De Gaulle's dubbelzinnig heid maakt de toestand, volgens de Brit se waarnemers, niet beter. Niemand twij felt aan De Gaulle's oprechtheid, maar de luide steun, die hij ontvangt van extre me reactionairen maakt hem verdacht. De kernvraag blijft, of de regering-Pflim lin, die zich in het defensief zo goed ver weert, in staat zal zijn met dezelfde voort varendheid iets positiefs te verrichten. Voor iedereen is het duidelijk, dat er snel iets moet gebeuren. Men acht het in elk geval belangrijk, dat De Gaulle, doordat hij gedwongen is, voorzichtig te manoeu vreren, de Fransen tenminste tijd heeft gelaten tot nadenken. Men vraagt zich be zorgd af hoe lang de pauze zal duren. Het grote gevaar is, volgens Britse waarne mers, dat de crisis zich voortsleept en dat een scheuring in de regering zou kunnen optreden, waardoor de beweging om „met de generaals te spreken" veld zou kunnen winnen. (Van onze correspondent in Washington) Philip L. Graham, de uitgever van de Washington Post, heeft een plan geopperd de integriteit te bevorderen van het Ame rikaanse Congres. Als gevolg daarvan is een actie op touw gezet om tachtig mil joen bijeen te brengen. Het liefst ontvan gen de organisatoren kleine bijdragen van een zo groot mogelijk aantal Amerikanen. Die tachtig miljoen wil men verdelen on der de kandidaten voor de Congresverkie zingen van deze herfst. Men zal daarbij geen onderscheid maken tussen Democra ten en Republikeinen. Op die manier wil men aan alle kandidaten de middelen ver schaffen om een verkiezingscampagne te voeren. Voor het geld, dat de kandidaten op deze manier ontvangen, behoeven zij zich tegenover niemand verplicht te voe len. Hierin ligt de grote betekenis van de ze actie. Of zij zal slagen, kan men nog niet zeggen, maar in elk geval krijgen ve le Amerikanen, die tot dusverre scham- ADVERTENTIE voor sla on slaatjes vers geprobeerd 'I; pot 62 een 'li pot slechts 98 ct. perden over bepaalde praktijken bij ver kiezingen, een kans de campagnes te sa neren en om de integriteit van de volks vertegenwoordiging te verbeteren. Tot dusverre waren de verkiezingskan didaten als zij zelf geen geld hadden voor hun campagne hoofdzakelijk aange wezen op Bijdragen van vrienden of van hen, die zich hun vrienden noemden. Dit bracht een Congreslid, na het winnen van een kiesstrijd, dikwijls in ;een afhankelij ke positie. Zo'n Congreslid had vaak te veel verplichtingen aan zijn geldschieters en de bijdragen waren soms alleen ge schonken, omdat de gever hoopte op die manier invloed te verwerven in het Con gres. In Gi-oot-Brittannië bestaan wetten, die het „kopen" van invloed in het parlement, uiterst moeilijk maken. In Amerika wa ren de beperkingen, die het Congres vast stelde, nooit doeltreffend omdat de Con gresleden te zeer afhankelijk waren van dergelijke steun. Voor velen zou het poli tieke zelfmoord betekenen daar paal en perk aan te stellen. Plet fonds dat men thans wil vormen ten bate van alle kan didaten, zou nog geen afdoend middel zijn om kwade verkiezingspraktijken tegen te gaan. Extra bijdragen om een grootser televisie- of radio-campagne te voeren dan de tegenstander, zouden nog altijd welkom zijn, maar indien het plan van Graham siaagt, moet men dat toch een wezenlijke bijdrage achten tot zuivering van de verkiezingsethiek. Het valt te vrezen dat eer lang een ernstig probleem op vele redactiebureaus zal rij zen, wanneer zal moeten wor den gekozen tussen twee. zeer belangwekkende alternatie ven: moeten wij blijven voort gaan met als nieuws te ver melden dat een zekere heer Townsend met de Engelse prinses Margaret heeft ge dineerd, ja of neen? Dit feit heeft nu namelijk al voor de derde maal plaats gegrepen en telkens wordt er boosaardig aan toegevoegd, dat de koningin-moeder niet mee aanzat. Doch als dat zo doorgaat en de twee onder havige persoonlijkheden er een gewoonte van maken, sa men het avondeten te gebrui ken, wordt de berichtgeving ontegenzeggelijk eentonig. „Peter Townsend heeft heden voor de vijfhonderddrieën- twintigste maal met prinses Margaret gedineerd. De ko ningin-moeder was niet bij het diner aanwezig". Vindt u dat nog opwindend nieuws? Ik wil geen toespe lingen maken noch boze ge ruchten verspreiden, doch welke moeder laat staan koningin-moeder zou er nog over denken wantrouwig mee te dineren, als twee ge lieven enkele honderden ma len samen hebben zitten eten? De eerste keer zou het mis schien zin gehad hebben, of schoon ik met de beste wil van de wereld niet kan inzien waarom een diner met zijn drietjes minder stof voor het wereldnieuws zou kunnen op werpen dan een etentje vis-a- vis. Een mens moet nu eenmaal Iedere dag eten en zelfs ten aanzien van vorstelijke per sonen kan dat onmogelijk een verrassend verschijnsel wor den genoemd. De nieuwswaar de zit dus blijkbaar in het samen eten. Welnu, het leven in een heel groot Clarence House lijkt mij toch al niet ïeer afwisselend voor een meisje, dat niet eens de dage lijkse werkzaamheden mag aanpakken, waarmee meisjes zich meestal zoethouden tot zij trouwen. Wanneer men bovendien moet afwachten tot de toe komstige levenspartner per koninklijke koerier kant en klaar wordt thuisbezorgd net als een nieuwe jurk verpakt in de goedkeuring van een heel parlement en ge ijkt aan de historische waarde van de oude adel, dan moet zo'n leventje in Clarence House het wel zeer bizonder hebben van kleine lichtpunt jes. Een gezamenlijk dineetje zonder toezicht is ongetwijfeld een van die lichtpuntjes en al wordt het dan telkens weer gevolgd door de zware scha duwen van ophefmakende krantenkoppen en boze hof- dignitarissen, toch kan ik me voorstellen dat het dineetje zélf die rompslomp tenvolle waard is. „Peter Townsend heeft voor de zevenhonderdéénennegen- tigste keer met prinses Mar garet gedineerd Tegen die tijd lijkt mij het punt be naderd, waarop men zou kun nen zeggen dat de liefde het gewonnen heeft van de boze wereld der conventie. Een ganse natie van Engels sprekende mannen en vrouwen heeft zich met al haar tradi ties en heilighuisjes opge worpen tussen de twee, die op een of andere manier de cohesie der romantiek hebben ondervonden en zich con sequent daaraan in elkan ders richting hebben bewogen. Een ganse natie met alle drukpersen en inktvoorraden staat als een muur tussen twee mensen, die niets an ders hebben gedaan dan el kanders genegenheid win nen. Een ganse natie, die blijkbaar geen enkele an dere nuttige bezigheid in de wereld meer heeft en zich dus met alle kracht heeft ge worpen op handhaving van pruikentijdse preutsheden, windt zich weer op over het derde dineetje, over het vierde, over het vijfde. Maar eens moet het di neetje het winnen van het trotse uithoudingsvermogen ener nationale zelfbewust heid. Het hoeveelste? Merkwaardig, dat mensen de wereld kunnen overwin nen door niets anders te doen dan eenvoudig aan tafel te zitten en te eten zonder moeder. Het kost geeni nspanning. Het kost geen geduld ook. Men behoeft slechts honger te hebben en dat, waarde lezers, hebben ook vorstelijke personen iedere dag. Men behoeft zich slechts tegen over elkander aan tafel te zetten en de spijzen te nutti gen, die worden opgediend. Het is een constatering, die stof tot grootse ideeën levert. Het zou namelijk best kunnen zijn, dat de jachtige inspanningen en nerveuze acties van vele mensen, om te bereiken wat zij zich voor ogen hebben gesteld, juist vertragend werken op hun succes. Er wordt te weinig geduldig gewacht. Men heeft het verleerd, rustig en roer loos niets te doen, behalve de dingen, die iedereen doet: zo als dineren. In kan mij een heldere voorstelling maken van Cla rence House, met die kleine ronde tafel vol kaarslicht onder de kristallen luchters. Een oase van geduld en kalmte middeni n een brui sende Engelse wereld van achterklap en gekwetste adel. Een geurige schotel, twee borden en twee mensen, die tegenover elkander zit ten in de eenzaamheid van een kamer van veel te grote afmetingen, waarvan de eindeloze wanden echter ver doezeld zijn in de schemer en waarin die kleine ronde tafel een lichtend middel punt vormt. Een etentje bij kaarslicht het zoveelste. En morgen weer de kranten, die nauw keurig optellen. En bezorgde gezichten aan het hof, laatdunkende op merkingen in het oor van een koningin, stille wenken van statige dames achter de troon, pijnlijke conferenties waarbij de nationale eer en de traditie fluisterend wor den genoemd. Strenge gezichten op por tretten aan de wand. Bakke baarden en pruiken, conscen- tieus geschilderd, waarnaar men eerbiedig moet opzien. En toch, na een dag van dat alles, vanavond weer dat kleine korte etentje, nummer zoveel, alsof er niets meer op de wereld bestaat dan een kleine ronde tafel met porse lein en zilver, een een fel boeket bloemen in het mid den. Zo bezien, lijkt het mij een kwestie van efficiëncy en redelijkheid om na dit derde dineetje met tellen op te hou den en onze aandacht te schenken aan andere zaken, waarvan het tellen en ver melden enig belang van we reldformaat zou kunnen heb ben. Wat mij betreft, mag Cla rence House spoedig een gro tere tafel nodig hebben eerst voor de bruiloftsgasten en dan later voor de kleine gasten. Want ook die zullen iedere avond geweldige honger heb ben. J. L. Koeien De kennis met wie ik meereed naar de Brusselse Expo had zijn zoontje van tien meegenomen, een pittig blond kereltje dat onderweg over raketten en ruimtevaart babbelde zoals wij vroeger over knikkers of een opwind-treint je. „Die jongen weet meer van atomen en spoetniks af dan ik", zei z'n vader, die een bloeiende conservenfabriek heeft maar nog altijd tobt over het feit, dat die hele onder neming gebouwd is op niet meer dan zes jaren lagere school. „Jij wordt later een hele knappe inge nieur, hè Freddie?" zei hij bezwerend tot zijn oogappel. ,Ja vader", antwoordde Freddie ge dwee. Je kon merken dat het voor hem een routine-vraagje was en hij dook met een weer in de laatste aflevering van een stripverhaal over vliegende schotels. Aan de grens verwisselde hij deze lectuur voor de foldertjes, die een beeldschone Expo- gastvrouw mij in de licht trillende hand had gedrukt en nog voor we in Antwerpen waren had Freddie ons uitvoerig ingelicht over de technische wonderen, die we te zien zouden krijgen. Een uurtje later beleefden wij het alle maal in werkelijkheid. Stonden we nietig onder de machtige bollen van het Ato- mium, zagen we kleurentelevisie in het Amerikaanse paviljoen en dwaalden we door de Nederlandse inzending met de in genieuze waterwerken, de afdeling voor lanbouw en veeteelt, compleet met koei en, varkens en kippen, en de vele andere aspecten van ons goede vaderland. Al met al een fraai paviljoen waar we echt wel een beetje trots op mogen zijn. Niet alleen omdat het, dankzij de Hollandse degelijk heid, precies op tijd klaar was, maar voor al omdat het een eerlijk brokje Nederland is dat daar, omzoomd door duizenden bloe men, een welverdiend applaus krijgt van bezoekers uit alle delen van de wereld. Vanzelfsprekend geraakten we ook in het Russische paviljoen, de grote trekpleister van deze wereldtentoonstelling. Voor klei ne jongens is het er een dorado, want niet alleen kan je er getrouwe modellen van raketten en kustmanen vinden, maar ook hebben de Russen op meesterlijke wijze gespeculeerd op de menselijke drift tot het bemachtigen van zaken die je voor niks krijgtDe boekjes, brochures en krantjes over ruimtevaart en andere boeiende za ken liggen er, in vele talen, zo voor het grijpen en dankzij Freddie's activiteit ver lieten we het paviljoen onder meevoering van zeker een kilo papieren propaganda. Toen we aan het einde van de middag moe maar voldaan afscheid namen van Expo '58 keerde mijn vriend zich nog een maal om, wees met een breed gebaar naar het machtige schouwspel van moderne bouwwerken, fonteinen, watertrappen, Atomium, en sprak tot zijn zoon: „En wat vond je nou het allerleukste van de tentoonstelling?" Freddie liet zijn blik dwalen over de paviljoenen, de Zwitserse zweefbaan, de fantastische kermisattracties, de opstijgen de raketten, toen zei hij met een klein stemmetje: „Het mooiste vond ik het'Nederlandse paviljoen". „Zeker omdat ze daar die mooie golven maken", veronderstelde pa, die onmiddel lijk de toekomstige waterbouwkundige herkende. „Nee, dat niet", zei Freddie onbestemd. „Wat vond je er dan zo mooi?" drong zijn vader aan. „Nou, die stal met koeien", zei de jongen dromerig, „Het waren hele lieve koeien. Je kon ze gewoon aaien-:.." Am. de Vita ADVERTENTIE Niet «e scherp, niet «e luur; heerlijk pittigen— niet duur (Van onze correspondent in Stockholm) Hoofdschuddend lezen wij in de Neder landse pers de temperaturen die uit Stock holm worden gemeld. Die moeten afge lezen zijn op een zeer beschut plekje. Het Zweedse weerbericht van 20 mei ziet er namelijk heel anders uit. Stockholm had op 19 mei, 's avonds om 19 uur, weliswaar dertien graden Celsius, maar in Gothen burg was het elf graden Celsius en dat is dan het zuiden van het langgestrekte land. In het centrum, in Östersund, was het vijf graden, in Haparanda één en in Kiruna en het overige noorden ruim één graad en over een maand hebben we al de langste dag. In het noorden liggen de meren nog dicht. Zelfs de Botnische Golf is nog niet geheel bevaarbaar. Er ligt nog zoveel sneeuw, dat de rendieren nauwelijks voedsel kunnen vinden. De sterke beesten vinden onder de sneeuw nog net voldoen de te eten, maar de tijd is aangebroken, dat de dieren kalven. In de oneindige uit gestrektheid is er niemand om te helpen en de roofdieren, vooral de wolven, krij gen een heerlijke kans. In de buurt van Stockholm is de laatste sneeuw gesmolten en gaan de knopjes van het jonge groen open, maar overigens zijn er nog weinig kleuren. In de luwte van enkele villa's staan de narcissen in bloei. Van tulpen of hyacinten is nog niets te be kennen. Regen heeft vele velden tot meren ge maakt. In de voetbalcompetitie moesten vele wedstrijden worden afgelast. Een ge deelte van de rijksweg Stockholm-Malmö moest worden gesloten wegens verzak kingen. En het weerbericht is nog altijd slecht! De Nederlandse mevrouw Ritfeld, die door een waanzinnige neger, te George town door messteken om het leven werd gebracht, is donderdagochtend in Para maribo ter aarde besteld onder zeer gro te belangstelling van de bevolking. De da der, die de hand aan zichzelf sloeg, is in Georgetown stervende.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1958 | | pagina 5