drink fris. Wandeling over de Randweg Haarlemse expositie in Bolsward Speeltuinbesturen klagen over de vernielzucht van de oudere jeugd Missie en zending op Nederlands Nieuw-Guinea VITALE UITVOERING VAN HAYDN'S „JAARGETIJD EN" Een muzikaal afscheid van romantische mogelijkheden Jacht over spoorsloten en weilanden naar de rest van het tracé Zij wensen meer politietoezicht HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 5 Albert de Klerk speelde in de Grote Kerk Soudometal gaat zich in Vlaardingen vestigen Tafeltennisdcmonstratie in Haarlemse Sportweek Examens drink Jongen, die bromfiets weg nam, werd snel gegrepen A. Boogaard benoemd tot rijksinspecteur l.o. te Leiden BRIEF AAN DE REDACTIE Avondvierdaagse KNBvLO P. van Diggelen 25 jaar in overheidsdienst Invalidewagen uit de Koningstraat vermist Orgelprogramma van donderdagmiddag Burgerlijke Stand van Haarlem WOENSDAG 4 JUNI 1958 Toen de orgelbouwer Christian Müller in 1738 het grote orgel in de Grote Kerk aan het Haarlemse stadsbestuur voltooid |-on overdragen, had hij een instrument geconstrueerd, dat voldeed aan het klank ideaal van de eerste helft van de acht tiende eeuw. Het was de klank van de muzikale barokstijl, die men ruim twee honderd jaar geleden van het orgel ver wachtte en waarop de dispositie was ge richt met haar grondstemmen en met haar naar verhouding vele vulstemmen, die als kunstmatige boventonen de karakteristie ke helderheid van timbre van het orgel bewerkten, het was deze klank, die Die trich Buxtehude bedoelde voor zijn orgel werken, die ook Johann Sebastiaan Bach koos voor zijn magistrale compositie en die eveneens door Georg Friedrich Handel werd toegepast bij het ten gehore brengen van zijn transparante concerten. Het Bavo- orgel was een representant van de tijd, waarin het zijn voltooiing beleefde. Maar de tijden veranderen en wij met hen. De tweede helft van de achttiende eeuw kwam met allerlei nieuwe stromin gen. Classicisme, rationalisme en de eer ste romantische gerichtheid ontwikkelde zich naast elkaar, doch het was uiteinde lijk de romantiek, die ging domineren en die haar stempel zou zetten op de gehele negentiende eeuw. Ook de kunst kwam in haar ban. De toonkunst werd zeker niet in de laatste plaats haar onderworpen die nares. Maar in de kerken stonden nog de oude barok-orgels en in hun voornaam en edel artistiek conservatisme weigerden zij elke onderwerping aan de romantiek. Ook het orgel in de Grote Kerk te Haarlem kon jarenlang zijn oorspronkelijk klankkarak ter bewaren, maar het bleef daardoor be perkt in zijn repertoire. Dit was echter een ber "°r. waarbij onze negentiende-eeuw- se v -rvaderen zich niet wilde neerleggen. Zij wilden ook op dit orgel romantische muziek horen en onder leiding van des kundige organisten is de dispositie van het orgel gewijzigd Dit betekende een verlies voor de barok klank, maar een winst voor de expressiviteit van het orgel, waarop nu ook „nieuwere" werken gespeeld kon den worden, zoals composities van Men delssohn, Schumann, Gernsheim, Merkel Liszt, ja zelfs van Franck, Widor en Guil- mant. Het is echter met orgelmuziek vaak eigenaardig gesteld. Zij wordt doorgaans gecomponeerd door organisten, wier inner lijke klankvoorstelling vrijwel identiek is geworden met de mogelijkheden van het door hen regelmatig bespeelde orgel. De consequentie hiervan is. dat een uitvoe ring op elk ander orgel gelijk staat met een bewerking. Wanneer bijvoorbeeld mu ziek van César Franck op het Bavo-orgel wordt gespeeld, is dit zeker het geval. Want met het „orkestrale" romantische orgel van de „St. Clothilde" te Parijs, waar Franck organist was, heeft het Haarlemse orgel weinig gemeen. Maar het heeft nog steeds de „romantische" registers die men er in de vorige eeuw in heeft aangebracht •n een bekwame, met artistiek inzicht en iijlbegrip begaafde organist kan met .ge bruik daarvan een voldoening schenkende uitvoering van Francks orgelmuziek op dit instrument geven. Maar hoelang zal dit nog mogelijk zijn? De restauratie, die voor de deur staat, be oogt een radicale terugkeer naar de oor spronkelijke dispositie. En dan zal het af gelopen zijn met uitvoeringen van de wer ken van Franck en van alle componisten met romantische inslag. Een groot ge deelte der orgellitteratuur zal onbruikbaar worden voor vertolkingen op het Bavo- orgel en alleen oude muziek en moderne De bekende Europese electroden-fabriek Soudometal uit Brussel, waarvan in 1947 in Amsterdam een dochteronderneming werd opgericht, die in 1949 naar Scheve- ningen werd overgeplaatst, wordt nu naar Vlaardingen verplaatst. Het bedrijf in Scheveningen, dat nodig uitbreiding be hoefde, kreeg wat betreft de uitbreidings plannen. weinig of geen medewerking van het Haagse gemeentebestuur, reden waar om men uitzag naar een andere plaats in net Maas-Waterweggebied. Vlaardingen bleek bereid het bedrijf met open armen te ontvangen. Alles wijst er op dat deze doch teronderneming, waarvoor men plannen koestert deze in een Nederlandse n.v. om te zetten, in Vlaardingen een grote uitbreiding zal ondergaan. Aan de Industrieweg te Vlaardingen is met het oog daarop 5000 m2 ?rond gereserveerd, waarop als eerste aan loop een fabriekspand zal worden gebouwd, met een front-breedte van 31 meter en een diepte van 43'/2 meter, met daarachter twee aansluitende hallen van ieder 15 meter breed en 30 meter diep: met de mogelijk heid deze een uitbreiding te geven van 250 pet. Tot de bedrijfsruimte behoort ook oen laboratorium voor praktische research. In april 1959 zal dit pand aan de Industrie weg in gebruik worden genomen. Het is oen ontwerp van de Vlaardingse architect A. D. de Vos, en wordt gebouwd door Philips Bouwbedrijf c.v. uit Haarlem. De eerste paal zal vrijdag 6 juni door de Brus selse president-directeur, de heer D. La grange, worden geslagen. In het project: is voorlopig een half miljoen gulden geïn vesteerd. In het programma van de Haarlemse Sportweek is er zondag in het Krelage- huis een demonstratie-avond tafeltennis gegeven. Afgewisseld met een aantal judo specialisten zal een drietal bekende spelers demonstreren. Deze spelers zijn: Frans Schoofs, van de vereniging Nedlloyd te Amsterdam, Jan Hogendoorn, oudhouder van de NTTB-cup, en Jan Scheffer even eens van Nedlloyd uit Amsterdam. Deze avond begint om 8 uur. Utrecht. De heer J. A. Kanters is gepromoveero 'et doctor in de wis- en natuurkunde op het Proefschrift getiteld: „Het al of niet voorkomen vao glutamal-5 en asparal-4-resten in eiwitten". Groningen. Doctoraalexamen economische we ienschappen: H. Dobbe, Groningen (cum laude). Kandidaatsexamen geneeskunde Ila: dames W. Klein Lebbink. Vorden; J. Praamsma. Gronin- gjn; K.C. Wessels, Groningen: heren T. Feyling, Ldanger (Noorw.): K. B. L.vkken. Oslo (Noorw.): W- p. Oudendijk, Almelo; C.A. ter Weeme, Nede. kandidaatsexamen rechtsgeleerdheid: E. van Antwerpen, Meppel. werken van objectief muzikaal karakter zullen voorbeschikt blijven voor het Bavo- orgelrepertoire. Mogelijk zal daarom de orgelbespeling, die Albert de Klerk dins dagavond in de Grote Kerk gaf en waar bij nog de drie orgelkoralen van César Franck tot uitvoering kwamen, als een gedenkwaardige en misschien door veel orgelmuziekminnaars betreurde dag en door andere weer toegejuichte dag in de geschiedenis van het orgel vermeld blij ven: als de dag waarop voor het laatst in deze ruimte de mystiek van Franck's mu ziek haar meditatieve verstilling en haar hymnische vreugden aan de toehoorders kon geven, deze plaatsend voor het wonder van rijke harmonieën en melodische lyriek, vaak verweven in éen schoon lijnenspel. Onder de handen van Albert de Klerk heeft het orgel zich nog eenmaal in dienst gesteld van deze muziek en het heeft de klank van zijn tongwerken en labialen in doeltreffende orde daarvoor gegeven. Ja, ook deze uitvoering van Franck's ko ralen was een bewerking, een aanpassing en een benadering van de klank van het orgel van Cavaille Coll, die ook het instru ment bouwde, dat in de Haarlemse Con certzaal staat. Maar zij maakt in al haar gaafheid en zuivere expressie een diepe in druk en zij deed ons beseffen hoe buiten gewoon groot de verantwoordelijkheid is, die de restaurateurs van het orgel op zich genomen hebben. P. Zwaanswijk Advertentie fris „iris" is geen nieuw merk! alle goede koolzuurhoudende, alcoholvrije dranken zijn fris-dranken! Burgemeester mr. O. P. F. M. Cremers zal op maandag 23 juni in het stadhuis te Bolsward een tentoonstelling openen, be vattende werken van Haarlemmers uit de afgelopen vijf eeuwen, /^an de voorberei ding heeft de directeur van het Frans Hals museum, de heer H. P. Baard, zijn mede werking verleend en de tentoonstelling duurt tot en met 31 augustus. Bolsward heeft een prachtig raadhuis uit het begin van de zeventiende eeuw, waarin de laatste jaren in de zomermaan den kunsttentoonstellingen worden gehou den. Op het ogenblik is de oud-Haarlem mer mr .J. A. Geukers burgemeester van Bolsward en deze heeft zich in verbinding gesteld met de heer Baard met verzoek Wij hebben gistermiddag een hele weg voor ons alleen gehad. En daar moest van geprofiteerd worden, want binnen een tijdsverloop dat officieel altijd „afzien baar" genoemd wordt, zal deze weg een drukke verkeersader zijn: de westelijke randweg van Haarlem. Een wandeling over het gereedgekomen gedeelte is weer eens een heel andere manier om van de Wagenweg naar de Zijlweg te komen. Op de plek, waar men vroeger met de tram uit Zandvoort op de Leidsevaart afdaalde, hetgeen we altijd een kunstwerk hebben gevonden, ziet men thans enerzijds de nieuwe brug over de vaart in haar laatste bouwstadium cn anderzijds het spoorweg viaduct over de nieuwe randweg, die in wa terstaatstermen terecht óók als kunstwer ken worden aangeduid. Over het laatste reed de trein, alsof dat altijd al zo geweest was. Maar als om eraan te herinneren, dat het niet altijd zo geweest is, ziet men haaks op de verhoogde spoorbaan het overblijfsel van het tramviaduct en de naar Aerdenhout afbuigende afrit, waarop men zich eens in de coupé, waarin het verboden was te spuwen, helemaal ont spande omdat men zijn recreatie tegemoet- reed. De randweg, neemt daar zijn draai naar het noorden en mén volgt, een menig te herinneringen achter zich latend aan die trambaan, die nu een zielloos stukje sla perdijk is geworden. Een nieuwe weg brengt verrassingen met zich mee: wij hebben nooit beseft, dat het Oosterduinkwartier zó dicht bij de kruising van de Leidsevaart en de Zand- voortselaan lag. Wij wandelden langs de Lorentzkade en hoorden van een aldaar in de berm gravend man, dat er van die ge meentelijke hulpbrug naar het Ooster duinkwartier wel niets zal komen. „Dat krijgen ze bij de waterstaat nooit voor el kaar", meende hij. Op het stuk randweg na de kruising met de Pijlslaan, aan welks breedte men weer eens gewaar wordt hoezeer ook bij deze weg de besteding is beperkt, kwamen wij een dragline tegen. Met forse zwaaien wierp deze een vrachtauto vol, die bij elke hap op zijn wielen stond te schudden. Toen de vrachtauto helemaal vol was gestort en de chauffeur naar de draglinemachinist knikte, waarop de draglincmachinist een gebaar van „niettedanke" scheen te ma ken liepen wij op de cabine van de graafmachine toe. De machinist zette juist de motor af en toen wij hem aanspraken, haalde hij een der speciaal voor hem ge construeerde geluidsstoppertjes uit een zijner oren. „Goedenmiddag", zeiden wij opnieuw, maar toen wij hem vragen wil den stellen verklaarde hij alleen de meest nabije bushalte te weten, want hij was Amsterdammer en vond het werk nogal eentonig. Wij gaven hem niettemin een pe permuntje en wandelden verder. Achter ons kwam een nieuwe vrachtauto in zijn draaicirkel staan en de dragline zwiepte weer driftig heen en weer. Het gaf ons vol doening te weten dat de machinist van dat ontzagwekkende ding nu een pepermuntje van ons in de mond had. Rechts van ons lag Haarlem, links de tuinderijen met op de achtergrond de prachtig kleurende bossen van Overveen. De weg splitste zich weer even in twee ba nen bij de kruising met de Vlaamse weg. Van de kunstwerken ten behoeve van de tuinders valt vooral het kleine viaduct over het Houtmanpad en de Brouwersvaart op en we zijn even in de tunnel afgedaald om de glinsterende vaart met de Grote Kerk aan de horizon in deze betonnen om lijsting te zien. Het lieve Houtmanpaadje heeft aldus ook alweer zijn romantiek ver loren. Maar het gaat hier per slot niet om dc minnende paartjes die hier 's avonds langs de hoge heg schuifelen, maar om de tuinders en die kunnen erdoor met schuilen vol groenten. Boringen Nog even en wij waren aan de Zijlweg. Het was goed, dat dit stuk randweg, dat wij nog slechts als een forse streep op de kaart hadden gekend, zelf te hebben be wandeld. De westelijke randweg liep ten noorden van de Zijlweg echt nog niet door, maar wij wèl. Wij liepen dus een weiland in, langs een paard dat ook niet kon ver moeden, dat het van een stuk tracé liep te grazen, recht op de spoordijk van de lijn naar Zandvoort aan. Dit stuk is zelfs nog niet aanbesteed, maar dat wil niet zeg gen dat er niets gebeurt. Want aan de spoorsloot stond een auto van de firma H. Haitjema uit Dedemsvaart geparkeerd en aan de overkant van de spoorsloot ston den een paar mannen van Haitjema bij een driepoot en een krachtig schuddende motor. Zij verrichtten twee proefboringen op dertig meter van elkaar (en dat kan best de breedte van het tracé wezen, af gezien van alle bestedingsbeperking). Via een geboorde schacht lieten zij een „puls" in de grond zakken en af en toe haalden zij op. Dan liet een man de in houd van de puls in een gegraven goot lo pen en hij kwam er onmiddellijk met een potje bij dat hij met modderig water vul de en zorgvuldig dichtschroefde. „Dat gaat naar het Rijksbureau," sprak hij veelbetekenend. Verheugd, op deze voorbereidingen voor een nieuw kunstwerk te zijn gestuit, ver volgden wij het uitgezette tracé. Daartoe moesten wij, naar links en rechts goed op lettend, de spoorbaan overklimmen en aan de andere zijde over een sloot sprin gen. Toen waren wij ineens in de riante Waldeck Pyrmontlaan en in de tuinen links en rechts zagen wij aardige mensen onder kleurige parasolletjes zitten. Maar midden in het plantsoen werd óók al voorbereidend werk gedaan. Er stond een sondeerwagen van de Technische Ho geschool in Delft, afdeling weg- en water bouwkunde, die een boor tot op 32 meter diepte door de kleilaag in het zand dreef om de weerstand ervan te onderzoeken. „Tja," als je hier wilt gaan heien om een viaduct bij de Julianalaan te maken, dan moet je die dingen weten,'! ,zei ops een der sondeermannen. Wij waren dus nog steeds op het tracé, staken de Julianalaan over en wandelden rechtdoor de Willem de Zwijgerlaan in. Daar liepen we bij de bocht naar dc Domp- vloedslaan tenslotte vast op een hek. Maar het tracé had ons in zijn greep. Wij klom men erover en slenterd -r, een weiland in, naar een boer, die er in volle gemoeds rust een koe zat te melken. „Komt de weg door uw land?" vroegen wij aarzelend. ,,'k Weet er niks van," zei de boer ver baasd. Als het dan wel zo was, wilden wij hem niet inlichten. We zijn hard weggelopen. Zulke dingen moeten de instanties maar doen. Dinsdagavond om half tien zag een 23- jarige Haarlemmer, die op bezoek was bij een kennis in de Kleine Houtstraat, dat een jongen er met zijn voor de deur neer gezette bromfiets vandoorging. Hij rende naar buiten en zette de achtervolging in. De jongen gooide de brommer bij de hoek van de Lange Hofstraat neer, spurtte ver der, deed bij de Korte Hofstraat zijn schoe nen uit om sneller uit de voeten te kun nen komen, maar werd even later toch ingehaald. Er ontstond een vechtpartij, rnaar toen de inmiddels gewaarschuwde radio-autodienst arriveerde gaf de vluch teling zich gewonnen. Bij het verhoor vertelde de jongen, die zeventien jaar oud bleek te zijn. dat hij de bromfiets alleen maar weggepakt had om een tochtje te maken, waarna hij de brom mer weer op zijn plaats wilde terugzetten. zijn medewerking te verlenen aan de in richting van een tentoonstelling, gewijd aan Haarlem. Als toeristisch centrum is Bolsward zeer belangrijk en het is te beschouwen als een voorpost van het westen van óns land. Er komen daar veel toeristen uit Scandina vië voor zij naar het zuiden trekken en ook wordt Bolsward druk bezocht door Ne derlanders, die dit bekende Friese stadje dat in het begin van 700 gesticht is, in hun vakantieprogramma opnemen. Het stad huis wordt 'n monument van Noord-Neder landse renaissance genoemd en trekt de aandacht door het fraaie interieur en een toren van een bijzondere constructie. Op de tentoonstelling zullen ongeveer honderd werken te zien zijn, namelijk schilderijen, aquarellen, zilverwerk en beeldhouwwerk. De heer Baard heeft me dewerking ontvangen van het Rijksmu seum, het Mauritshuis, het Bisschoppe lijk en Teylers museum, beide te Haar lem, en uit het Frans Halsmuseum zullen vierendertig werken ruim twee maanden in Bolsward te zien zijn. Het is niet ge makkelijk werken uit de musea te krij gen in de zomermaanden, omdat dan het bezoek het grootst is. Voor de Bolswardse tentoonstelling heeft men toch veel me dewerking ontvangen en een verzameling wordt verkregen, die een indruk geeft van de kunst uit Haarlem in de laatste vijf eeuwen. De heer Baard stelt een catalogus sa men, waarin de burgemeesters van Haar lem en Bolsward ook een artikel zullen schrijven. Bij Koninklijk Besluit is met ingang van 1 september benoemd tot rijksinspecteur voor het lager onderwijs in de inspectie Leiden de heer A. Boogaard uit Rotter dam, thans leraar aan de Rijkskweekschool in Haarlem. De heer Boogaard volgt in Leiden de heer J. Machielsen op, die per 1 september met pensioen gaat. De heer Boogaard is in 1914 geboren en is onderwijzer geweest aan verscheidene lagere en uloscholen in Rotterdam. Daarna is hij hoofdbestuurslid geweest van de Ne derlandse Onderwijzersvereniging. In sep tember 1.957 werd hij benoemd tot leraar 'opvoedkunde aan de Rijkskweekschool iri Haarlem. De heer Boogaard is een vooral in ulo-kringen zeer bekende figuur. Er zijn tekenen die erop wijzen, dat de jeugdbaldadigheid in Haarlem in veront rustende mate toeneemt. Beschadiging en vernieling van eigendommen, straat schenderijen en het ongeoorloofd zich op houden op afgesloten terreinen zijn vrij wel aan de orde van de dag. Afgezien van de klachten van particulieren hebben vooral tal van speeltuinen te lijden van deze activiteiten van groepjes opgescho ten knapen. Meer dan eens moesten speel tuinbesturen ervaren, dat hun vaak na ja ren van zuinig beleid verkregen bezit, bin nen enkele uren aan dit jeugdvandalismc ten offer viel. Hekken worden zonder par don stukgetrapt, bestratingen opgebroken cn tegels bi; tientallen tegelijk verdonke remaand om nog maar niet te spreken van de spcclwerktuigen, die door gewelddadig gebruik onklaar zyn gemaakt of moedwil lig onherstelbaar werden vernield. Tegen- OAer dit ergerlijk optreden van de jeugdi ge vernielers staan de besturen van de speeltuinen vrijwel machteloos. De mees te tuinen zijn na het sluitingsuur zonder toezicht en bij wijze van spreken „aan de heidenen overgeleverd". Menig tuinop- zichter vraagt zich 's avonds bij het slui ten van de hekken in alle ernst af, welke herstellingen of erger hem de volgende dag te wachten staan. Een bijzonder onaangename kennisma king met de werkzaamheid van zo'n stel opgeschoten lanterfanters had onlangs het bestuur van de speeltuin „Te Zaanen", ge legen aan de Anthonie Fokkerlaan in Haarlem-Noord. Op één enkele avond za gen de „heren" kans een schuurtje af te breken, het zich daarin bevindende ser viesgoed in gruzelementen te smijten, een aantal ruiten van het clubhuis in te gooien en een ballonlamp stuk te slaan. De speel tuin „Weltevreden" aan de Spaarndamse- weg kan er ook over meepraten. Toen een van de bestuursleden toevallig op een avond na sluitingstijd op de tuin kwam werd hij onaangenaam verrast door de aanblik van een tegel plateau dat over een oppervlak te van verscheidene vierkante meters was opgebroken terwijl van de ongeveer ze ventig ontbrekende tegels geen spoor was te bekennen. Een van de aardigste trekpleisters van de speeltuin „Het Vondelkwartier" aan de Vergierdeweg in Oud-Schoten, de kabel baan, waarvoor dikwijls tientallen kinde ren in de rij staan, staat op non-actief nadat een groep zich vervelende slungels in een onbewaakt ogenblik dit speelwerk- tuig tot doelwit van hun vernielzucht had den gekozen. Deze gevallen van opzette lijke beschadiging van een anders eigen dom kunnen nog met tal van voorbeelden worden aangevuld. Brief aan hoofdcommissaris Een en ander is voor het bestuur van het Haarlemse Speeltuin Verbond aanleiding geweest zich schriftelijk tot de hoofdcom missaris van politie iu Haarlem te wen den. In dit schrijven vestigt het verbonds- bestuur de aandacht op de stijging van het aantal gevallen van vandalisme door zekere In uw artikel „Overzees gebied" onder de rubriek „Van dag tot dag" j.l. 30 mei toont u zich lichtelijk geïrriteerd over het in het Parlementaire N.G.-rapport gecon stateerde tegengestelde standpunt van de Zending en de Missie op N.G., ten aanzien van de voertaal aldaar. De Zending zou voor Maleis en Nederlands naast elkaar, en de Missie enkel voor het Nederlands geporteerd zijn. U stelt de vraag, wat bei den dan feitelijk met dit probleem uit staande hebben. Met het strijdvoeren over vi'aagstukken, die direct met de verant woordelijkheid van het Koloniale bewind verbonden zijn, zouden Zending en Missie buiten hun boekje gaan van de eigen directe opdracht om een bepaalde geloofs overtuiging te moeten verkondigen. In welke taal dit gebeuren moet, zou nergens in de boodschap van het Evangelie dwin gend voorgeschreven zijn. Tot zover een samenvatting van uw gedachtengang op dit punt. Inderdaad, de Bijbel schrijft geen bepaalde taal voor om speciaal daarin de Evangelieboodschap door te geven. Wel Tien jaar geleden ondernam de organist en koordirigent Simon C. Jansen de taak om Haarlems christelijk gemengd koor „Door Zang Vriendschap" op te werken tot de levenskrachtige oratoriumvereni ging, die het sindsdien geworden is. Hij begon zijn activiteit en zo mede zijn rol in het Haarlemse muziekleven met „De Jaargetijden" van Haydn. Zonder dat daar nu speciaal gewag van gemaakt werd, heeft het koor dit tweede lustrum dinsdagavond in de Haarlemse Concertzaal herdacht met een herhaling van hetzelfde werk, waarmee het zijn „renaissance" inzette. Zo kon men deze manifestatie zien als een belangrijke mijl paal. die uiteraard deed terugdenken aan de afgelegde weg, aan de groei van het koor en ook aan die van de dirigent. Veel. heel veel zelfs van wat wij verwachtten toen wij Simon C. Jansen voor hel eerst bij „Door Zang Vriendschap" aan het werk zagen, is werkelijkheid geworden. Er staat nu een mooi volklinkend koor, dat onder Jansens leiding geleerd heeft ste vig ritmisch en onder voortdurende hoog spanning te zingen. Het mag dan waar zijn dat het lenige gebaar niet de sterkste zijde is van het talent van de dirigent, maar hoe dan ook, hij bereikt door zijn accuratesse een respectabele samenzang, waarin steeds de bezieling van een warm en gevoelig temperament leeft. Bovendien was het ditkeer bijzonder opvallend, hoe evenwichtig, delicaat genuanceerd en klankschoon het begeleidend Noordhol lands Philharmonisch Orkest onder zijn leiding speelde. Het lust mij niet om spijkers op laag water te gaan zoeken betreffende deze briljante kooruitvoering, die voor de zo- veeiste keer het bewijs leverde dat Haydn een groot meester was, die evenals de beste Nederlandse genreschilders uit de Gouden Eeuw het waarachtige leven boven de aristocratische vormelijkheid wist te stellen en het daarom waagde uitgelaten volksfeesten in zijn werk te pas te bren gen, waarvan hij kon verwachten, dat zijn tijdgenoten er de neus voor zouden op trekken. Wat dan ook het geval was, want het heeft nogal een tijd geduurd eer „De Jaargetijden" integraal op de oratorium programma's verscheen, uitgezonderd de première van 1801. De laatste twee delen „Herfst" en „Winter" werden als contra bande beschouwd. Maar men heeft er na derhand van leren genieten, zoals wij op picturaal gebied de hoogste waardering hebben voor een ruige Hals en een gees tige Jan Steen, die ook de poëzie ontdek ten in het alledaagse. De solisten, de sopraan Annette de la Bije, de tenor Arjan Blanken en de bas Herman Schey, beijverden zich om door levendige voordacht de algemene tendens van de uitvoering te dienen. Want samen vattend kan gezegd worden, dat wij heb ben kunnen genieten van een vitale inter pretatie van het meesterwerk. Deze vitali teit, uitgaande van de leider, die nu tien jaar zijn energie en zijn kunde aan „Door Zang Vriendschap" spendeert, belooft nog veel voor de toekomst. Jos. de Klerk wordt aangedrongen op een duidelijke taal, die spreekt' tot „verstand en hart Vandaar dat mannen als Adriani en Kruyt dan ook met klem aandrongen op bestu dering en handhaving, waar mogelijk, van de streektalen. Het probleem voor N.G. is echter de tientallen streektalen, gedurig door slechts zeer kleine gemeenschappen gesproken. Daarom zond het Ned. Bijbel genootschap van 1936'40 dr. J. Held naar N.G., met de opdracht om na te gaan of eventueel één of meerdere talen van een eigen gebied tot algemene taal verheven zou kunnen worden en deze dan te ge bruiken in de sfeer van kerk en school. (Dit dus in verband met Bijbelvertaling, taal in de godsdienstoefening, de voertaal op de scholen). Dr. Held heeft echter moeten consta teren, dat dit niet mogelijk was. Daarom werd door de Zending (en naar ik meen ook door de Missie, hoewel hier het taal probleem voor kerkelijk gebruik enigszins anders ligt) doelbewust gekoerst in de richting van Maleis als lingua franca voor kerk en school. Een lijn, die men feitelijk allang volgde. Geheel in overeenstemming met het Gouvernement. Waar Zending cn Missie het allergrootste aantal scholen op N.G. in beheer had (en heeft) was het van groot belang, dat in deze dus volkomen gelijke gedragslijnen werden gevolgd. Het moet voor ieder duidelijk zijn, dat het taalvraagstuk, speciaal in de vorm, waarin het op N.G. naar voren komt, Zending en Missie wel degelijk raakt, ook in het meest essentiële vlak van haar directe opdracht en arbeid. Indien in de naoorlogse periode hier echter andere factoren in werking treden en verschil van inzicht ontstaat, dan ligt de oorzaak hiervan voornamelijk in de andere verhouding, waarin N.G. tot het overige deel van het voormalige Ned.- Indië is komen te staan. Een opzettelijke en algemene invoering van het Nederlands als lingua franca (om gangstaal) zou de meest ingrijpende con sequenties inhouden voor Zending en Missie in haar kerkelijke en schoolarbeid. Het zou een artikel op zichzelf vragen om hier iets dieper op in te gaan. Kerk en Missie staan dan ook in haar volste recht als zij zich over dit vraagstuk bezinnen en aan de discussie hierover deelnemen. Om hier zonder meer een verwijt aan Zending en Missie te maken, lijkt mij tè simplistisch geredeneerd, tenzij bepaalde feiten naar voren gebracht worden ter illustratie en fundering van dit verwijt. Op N.G. draagt de Overheid te veel ge zamenlijk met Zending en Missie verant woordelijkheden, vooral op het terrein van de school, dan dat men aan Zending en Missie zonder meer het recht zou mogen ontzeggen om zich mede te bezinnen in zake het taalprobleem, tenslotte niet het minst ook, omdat de taal op school onder wezen, van zo'n grote invloed is voor de omgangstaal in de prediking en in de ziel zorg van Kerk en Missie. EI. v. d. BRINK, pred. van Makassar (met verlof). elementen onder de Haarlemse jeugd. Als speeltuinen, die daar in de laatste tijd in het bijzonder schade van hebben onder vonden, worden genoemd „DVS" aan de Vondelweg, „Weltevreden" aan de Spaarndamseweg, „Het Centrum" op het Wilsonplein, „Te Zaanen" aan de Anthonie Fokkerlaan en „WIK" aan de Oudeweg in Haarlem-oost. Het bestuur van het EI.S.V. wijst erop, dat de op de tuinen aangebrachte bordjes met „verboden toegang voor onbevoeg den" meermalen in dubbele zin met de voeten worden, getreden. Het verbond ver zoekt daarom met klem het toezicht door de politie in de buurten, waar speeltuinen zijn gevestigd, te willen verscherpen. Voorts brengt het verbondsbestuur on der de aandacht, dat meer dan eens is ge bleken dat, wanneer een politieagent door iemand van de speeltuinleiding of door omwonenden attent werd gemaakt op de aanwezigheid van jongelui op de gesloten tuin, door de desbetreffende agent of te lankmoedig of in het geheel niet tegen deze ongewenste bezoekers werd opgetre den. Naar wij van de zijde van het Haarlems Speeltuin Verbond nog vernemen heeft de Haarlemse politie naar aanleiding van de gerezen klachten inmiddels een diepgaand onderzoek ingesteld. Gisteravond is de Avondvierdaagse van de KNBvLO in Haarlem begonnen. Er verschenen 255 deelnemers (244 voor de eerste keer) aan de start, waaronder tien groepen. De 10 km. tocht ging langs de Brouwerskolk, de 17 km. tochts langs de boulevaard naar Zandvoort. Op zondag 1 juni was het vijfentwintig jaar geleden, dat de heer P. van Diggelen, wonende Benkoelenstraat 10 te Haarlem, in overheidsdienst trad. De heer Van Dig gelen, werkzaam als commies-A op het kantoor van de PEN-centrale te Velsen, heeft dit heuglijke feit dinsdag gevierd en is 's morgens door de directie van 't PEN te Bloemendaal op het hoofdkantoor ont vangen. waar hij door de economisch ad junct-directeur, de heer F. W. J. Straaken- broek werd gefeliciteerd en hem tevens de gebruikelijke gratificatie werd overhan digd. Van het Provinciaal bestuur ontving de heer Van Diggelen een bloemenhulde. Door zijn naaste collega's werd hij op de PEN-centrale te Velsen gehuldigd. Des middags recipieerde de heer Van Diggelen te zijnen huize, waar hij namens het jubi leumfonds van het PEN bij monde van de heer M. O. W. van Geijtenbeek werd ge complimenteerd. De 21-jarige Jan Rijkers, woonachtig in de Koningstraat boven de rijschool Hage- man, zette dinsdagavond om half acht zijn invalidewagentje voor het huis op het trottoir. Elij bleef de hele avond binnen, maar wilde om kwart over elf zijn hondje gaan uitlaten en toen bemerkte hij tot zijn schrik, dat het wagentje weg was. Zijn broer stapte onmiddellijk op zijn motor en doorkruiste de stad in alle richtingen in de hoop dat hij het pompwagentje zou vinden, maar al zijn moeite was vergeefs. De invalide jongeman kon vandaag al niet naar zijn werk, maar zijn broer zorgde ervoor, dat hij wat werk thuisbezorgd kreeg. De vraag, die de omwonenden zich stellen, is hoe het bij een zinnig mens kan opkomen, een invalide van zijn wagentje te beroven. Wei is het al eens een paar keer gebeurd, dat een niet meer zinnige bezoeker van een café er 's avonds laat mee ging rijden, maar daar kon dan meestal een stokje voor worden gestoken. Inmiddels is aangifte van de vermissing gedaan bij de politie. Het programma van de orgelbespeling op donderdagmiddag van drie tot vier uur in de Grote of St. Bavokerk te Haarlem door Albert de Klerk luidt: 1. Toccata e Canzona, Girolamo Frescobaldi; 2. a. Fan tasia octavi toni, Tomas de Santa Maria, b. Medio registro alto de primer tono, Francisco Peraza, c. Tiento de falzas de cuarto tono, Sebastian de Eleredia; 3. Prae- ludium und Fuge e moll, Dietrich Buxte hude; 4. Sonata V d moll, Carl Ph. Em. Bach; 5. a. Auf, auf, mein Merz, mit Freu- den, b. Wir wollen alle frÖhlich sein, c. Heut singt die liebe Christenheit, Ernst Pepping. BEVALLEN van een zoon: 31 mei: A. Visser-Brand, A. Reitsma-Bijtsma, D, Sie- mons-Poorter; 3 juni: M. H. Leeuwenstein- Van der Ouw, C. M. van der Noll-Lina, J. C. de Mol-Hulst. BEVALLEN van een dochter: 2 juni: A. M. de Smit-Graafland, V. M. Hulse- bosch-Redeker, J. M. Duivenvoorden-Gui- teneau; 3 juni: J. Wiegman-Zwaanswijk. ONDERTROUWD: 28 mei: A. J. van der Werff en J. J. T. Bos; 29 mei: J. Schoe- maker en A. Klein, J. W. Govers en C. H. Lucke, R. J. A. Ellenkamp en G. van Her wijnen, C. A. van de Stolpe en D. J. Horst, J. de Wilde en E. de Geus: 3 juni: H. van Beukei en A. E. van der Steeg, B P. Abe- ling en M. C. H. E. Leenderts, H. W W. Plantjé en N. van Wees, G. H. Born en M. de Bie, J. M. Wittkamper en C. G. van Wingerde. GETROUWD: 3 juni: A. P. M. Boots en A. C. Pannekeet, P. W. Muys en J. A. van der Klooster, A. van der Leij en D. Broer tjes, I. J. de Block en J. W. Souwer. OVERLEDEN: 31 mei: P. Piet, 61 j., Kamperlaan; J. Götzl-Odkolek, 67 j', Haze- paterslaan; G. A. Dekker-Ott, 59 j., Prin- sesselaan; A. Blokdijk-Valk, 66 j., Dinkel- straat; H. Jansen, 90 j., Marnixstraat; 1 juni: H. C. Vermolen, 66 j., Westerhout straat: 2 juni: J. H. J. Surendonk, 68 j„ Dr. Schaepmanstraat; A. J. Möhringer. 71 j. Overtonstraat; E. Sikkema, 46 j., Velser- straat: A. J. van Dokkum-Bruins, 85 j., Kijkduinstraat.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1958 | | pagina 9