UCGUia MEISJES IN DE TUINBOUW EMU NOLDE Verschuivingen der „elite"-sporten Voor de Weduwe vecht om de hoofdprijs van half miljoen mark Schotse vrouw vluchtte uit harem in Jemen ZATERDAG 14 JUNI 1958 Erbij *r PAGINA TWEE Nederlandse gastvrouw Muziek uit Straatsburg Drie dames te water VRIJETIJDSBESTEDING HERTSHOORNVARENS Een rode zuidwester op, een regenjas over haar spijkerbroek, zo treffen we een eerstejaars studente aan de Middelbare Tuinbouwschool voor Meisjes, Huis te Lande, te Rijswijk. Ze knielt op een plank in de siertuin en is verdiept in een secuur en vakkundig werkje: het poten van plantjes, die vorig jaar gestekt zijn. De regen valt in stromen en het lijkt dus dus niet de uitgelezen sfeer, maar we krijgen als antwoord op onze vraag: „Het valt nu zeker niet mee?" een opgewekt „We willen onze uren toch nuttig maken! Het schijnt op dit uur van de week nu (Van onze correspondent in Bonn) eenmaal altijd te regenen. Ik zet maar door, de tijd is nu gunstig voor dit werk." HET WORDT EENVOUDIG GEZEGD, niet overdreven stoer. Ik zie haar blik dwalen naar haar bemodderde handen en ze lacht me breed toe: „Dat boen ik er vanavond wel weer af. In het begin dacht ik wel eens: wat word je hier vies, maar je raakt er gauw genoeg aan gewend". Deze woorden lijken ons tekenend voor de mentaliteit van de leerlingen, die hier werken. Het zijn door en door gezonde jon ge mensen; ze kunnen wel tegen een stootje en ze hebben liefde voor het werk in de natuur. Dat merkten we ook een eind verder op 't drie hektaren grote en prach tige terrein rond Huis te Lande, waar een groepje van drie eerstejaars in windjacks en laarzen bezig is de randen van het gras veld af te steken. „Op het rooster staat twee uur buiten werken, nou boffen we niet met dit mooie weer", spot er een. En ze voegt er aan toe: „Och, dat beetje regen is wel gezond". De secretaresse, mejuffrouw G. van Lim- borch van der Meersch. die ons rondleidt, merkt op: „De buitenlessen gaan door, weer of geen weer, tenzij er een heel pak sneeuw ligt". Het leerplan omvat, behalve praktische lessen in bloemen-, groente- en fruitteelt, tuinaanleg en -onderhoud en bloemsier- kunst, ook een flinke dosis theorie. De op leiding duurt ruim drie jaar; een nieuw leerjaar begint in september. In dezelfde maand worden de praktische eindexamens afgenomen, in december de theoretische. Het derde jaar heeft verplicht praktijk van maart tot augustus op kwekerijen, bloe misterijen of in een hortus elders in Ne derland. „En wat zijn de mogelijkheden na het eindexamen?" Dat blijken er heel wat te zijn. Som migen gaan werken in proeftuinen of op laboratoria in Wageningen, afdelingen van de landbouwhogeschool, of bij de Planten- ziektekundige Dienst in dezelfde plaats. Of ze kunnen les geven op landbouwhuis- houdscholen (sinds vorig jaar is een cur sus in methodiek en psychologie aan de opleiding toegevoegd: zij, die lerares wil len worden, zijn verplicht een speciaal examen te doen). Over de hele wereld is veel vraag naar vrouwelijke krachten en de all round opleiding geeft mogelijkhe den in vele richtingen. Er zijn oud-leerlin gen, die bijvoorbeeld op een privé-buiten- plaats in Engeland werken en zelfs in Ca nada of de Verenigde Staten. Drie afge studeerden van vorig jaar werken thans op kwekerijen in Zweden en één meisje is met een familie mee naar Ethiopië om voor de tuin en de planten in huis en te vens voor de kinderen te zorgen. Anderen werken in grote bloemenzaken, vestigen zich zelf of specialiseren zich in bloembin- den en -schikken. Tenslotte bestaat ook nog de mogelijkheid leidster van school- of kindertuinen te worden. „Eén vak vinden we allemaal ontzet tend", zegt onze gastvrouw. „Het is na melijk verplicht het diploma typen te ha len dit om later een administratie te kunnen bijhouden". „Komen er hier veel stadsmeisjes?" „Ja, in verhouding meer dan uit land en tuinbouwkringen. En we hebben wel getrouwde vrouwen op onze cursus, die dit vak voor eigen praktijk willen leren of om later op dit gebied een baan te kunnen vinden". Er bestaat een enorme belangstelling voor de opleiding (waarvoor een voorop leiding van mulo of drie jaar middelbaar onderwijs vereist wordt). Tot 1960 zijn de cursussen reeds volgeboekt; toekomstige nieuwe leerlingen moeten dus op de wacht lijst. Er is plaats voor maximaal 24 leer lingen per klas. De vakanties vallen hier heel anders dan op andere scholen; het eerste leerjaar heeft dit in augustus, het tweede in juli. De meeste cursisten wonen in de omgeving en pension of thuis. Het zeer kleine internaat biedt plaats aan acht meisjes. De regen valt nu in een iets trager tem po en we maken de hele ronde langs ge bouwen en door tuinen en kassen. Via een vruchtboomboog belanden we in de kas sen, waar tropische bloemen als de stepha- notis ons met zoete geuren verwelkomen en exotische planten in een enorme ver scheidenheid bijeenstaan. Verrukt gaan we door dit dorado van schone vormen: spathiphyllum (familie van de Aarons- kelk), varens, orchideeën, bladercactus sen en klimop in een nieuwe variatie, die Curly Lock heet en waarvan de randen boerekoolachtig gekruld zijn. We bezoe ken andere kassen, waar komkommers tussen decoratief gevormde bladeren bengelen. Elders treffen we onder andere een grote mimosaboom aan. „Het eerste uur van de dag noemen we het onderhoudsuur dan heeft ieder Wei-beschermd bij de bijen Het „binnenwerk" in de kas haar eigen taak in de tropische kassen, de bloembakken, de siertuin of bij de verzen ding van groente en fruit naar de veiling", vertelt onze gastvrouw. „De roosters wis selen met de seizoenen". Onze wandeling voert ons naar een les in bloemenschikken er zijn juist bruidsboeketten aan de orde. Verderop zijn twee leerlingen bezig bloemkool te oogsten. „Wilt u een stukje steel?" vraagt een van hen en ze schilt met 'n handig ge baar een hompje af. „Dat smaakt rauw heel lekker". We nemen de proef op de som en constateren, dat de smaak iets weg heeft van een koolraap, maar dan sappi ger en lekkerder. Voort gaat de tocht langs privé tuintjes die de leerlingen met z'n tweeën geheel volgens eigen smaak hebben aangelegd, langs dieprode rabarber en prachtig scho ne kroppen sla naar de Oud-Hollandse kruidentuin. Daar oogst men roosmarijn, bonekruid, marjolein, dille, selderij, bies look en nog een heleboel meer heerlijk heden, die ons eten „karakter" geven. Dan betreden we het in 1954 voltooide gebouw met zijn lokalen voor schei-, na tuur- en plantkunde, bemestingsleer, eco nomie en tuinarchitectuur. In het hoofdge bouw bekijken we het dagverblijf met on der andere een grote pingpongtafel. Daar bevinden zich ook douches en kleedka mers en een uitgebreide bibliotheek. Een onderwijsinstelling als deze, waar uitsluitend tuinbouw wordt onderricht, is uniek in Europa. In 1907 richtte mejuf frouw Jacoba Hingst deze school op. De aanvankelijk particuliere instelling, die sinds 1922 onder het Departement van Landbouw, Visserij en Voedselvoorzie ning ressorteert, geniet thans rijkssubsi die. Vele jonge meisjes wordt de moge lijkheid geboden iets op het gebied van de tuinbouw te bereiken, dank zij een buiten gewoon aantrekkelijke opleiding, die het belachelijk lage schoolgeld van vijftig gul den per jaar kost. Tineke Raat HIER KOMT de hele wereld, zegt Gery de Groot, als we haar in het Amerikaanse paviljoen op de Expo '58 vragen naar het waarom van haar aanwezigheid. Zij is er als Nederlands meisje een van de twee honderdvijftig uitverkorenen om de be zoekers inlichtingen te geven. Ze heeft een intensieve opleiding gehad en weet nu al lerlei bijzonderheden te vertellen over Amerika's presentatie op de wereldten toonstelling. Met haar Amerikaanse colle ga's, waarbij alle achtenveertig staten vertegenwoordigd zijn, kan ze het geod vinden. Gery komt uit Wormerveer en telt twin tig lentes. We staan met plezier een tijdje naar haar te kijken, terwijl ze verbluffend snel van de ene op de andere taal over springt en de bezoekers met een zonnige lach te woord staat of het nu een vraag naar een folder, naar een bepaalde afde ling of naar een zoekgeraakt kind betreft. De eerste dag was ze nog geen half uur bezig of ze moest al een moeder helpen haar spruit op te sporen. Te Hannover is de voorlaatste zitting gehouden in het Lotto-proces, waarbij de 44-jarige weduwe mevrouw Wenke een half miljoen mark eist, dat haar is ont gaan door fraude van een loterijagent. In de Westduitse Lotto kan men iedere week spelen. Men kruist op een formulier met 49 getallen er zes aan en betaalt per ko lommetje een halve mark. Iedere week komen er op deze wijze miljoenen binnen. De eerste prijs van een half miljoen is voor hem of haar, die de door een notaris gecontroleerde aangewezen zes getallen goed heeft geraden. Tweede en derde prij zen van tien tot honderdduizend mark ko men ook voor. Mevrouw Wenke streepte op 28 maart de getallen 22.28.30.34.38 en 46 aan, bracht haar formulier naar de Lotto-agent in haar woonplaats Hameln en hoorde 's zon dagsavonds, dat zij alle zes getallen goed had en dat betekende dus een half miljoen mark. Tot haar ontzetting weigerde de Lottomaatschappij te Hannover haar het geld uit te betalen, omdat de agent te Ha meln fraude had gepleegd. Hij had van het uit drie delen bestaande formu lier er één weliswaar, zoals voorgeschre ven, aan mevrouw Wenke teruggegeven, maar de andere twee, die hij aan het hoofdkantoor had moeten sturen, had hij weggegooid. Het door mevrouw Wenke be taalde deelnemersgeld van een paar kwart jes had hij in zijn eigen zak gestoken. Dat had hij, zo kwam uit, bij duizenden deelnemers gedaan in de verwachting, dat zij toch niets zouden winnen. De maatschappij te Hannover dacht veertien dagen over het geval-Wenke na en weigerde tenslotte te betalen. De ad- vokaat van mevrouw Wenke zei, dat de miljoenen Lottospelers men kan zeg gen dat de helft van de Westduitse bevol king iedere week meedoet niet kunnen controleren wat er met hun formulieren gebeurt. De maatschappij moet zijns in ziens zorgen voor een goede controle. De uitspraak is op maandag bepaald en het schijnt dat mevrouw Wenke een redelijke kans heeft. De belangstelling voor deze uitspraak is groot, niet in het minst omdat aan deze wekelijkse loterij, waardoor iede re week weer een tiental mensen in de bondsrepubliek in een slag rijk worden, zovelen deelnemen. De opbrengst beloopt per week aan deelnemersgelden vijftien tot zestien miljoen mark. Het geld komt ten goede aan sport en dergelijke. Een vijfentwintigjarige Schotse vrouw, de vrouw van een Arabier, heeft verslag uitgebracht over haar ervaringen in de harem van de koning van Yemen. Deze dame, mevrouw Rita Nasir, was in de harem gekomen, toen zij zich bij haar echt genoot had gevoegd, die in Yemen werk zaam was. Aanvankelijk leefde zij in een hotel in Yemen, niet ver van het paleis van de Koning. Op zekere dag werd haar door de Koning gelast een bezoek te komen bren gen aan het paleis. Mevrouw Nasir voldeed aan dit bevel. Bij de Koning gekomen, zo vertelde mevrouw Nasir, vroeg hij me hoe het ging met mijn kinderen en wat ik van het land dacht. Hij beval vervolgens dat ik in het paleis moest blijven, onder het voorwendsel dat hij de plaats waar ik tot nu toe woonde niet geschikt achtte, omdat er teveel mannen warén. Volgens Ahmed Nasir, haar man, is zij er in geslaagd uit het paleis te ontsnappen door een chauffeur om te kopen, die haar met een wagen naar het Britse protecto raat Aden heeft gebracht. Mevrouw Nasir zei dat zich in de harem twee vrouwen en „ongeveer tweehonderd" bijvrouwen be vonden. Deze vrouwen zijn „zeer gelukkig", zij verkleden zich twee tot driemaal per dag en brengen veel van hun tijd door met het maken van hun eigen kleding. Verder praten zij veel over de vorst", aldus me vrouw Nasir. Mevrouw Nasir, die Arabisch spreekt, zei goed behandeld te zijn. Zij voelde zich al die tijd echter slecht op haar gemak, omdat zij niet wist wat de Koning precies met haar van plan was. Verder had zij zo goed als geen vrijheid. „Over alles wat ik deed werd verslag uitgebracht", aldus me vrouw Nasir, die evenals haar haremgeno ten beschikte over een eigen kamertje. Make-up had mevrouw Nasir niet ge bruikt in de harem. Het was door de Ko ning verboden ook maar een veegje poeder of een lippenstift te gebruiken. DE FRANSE OMROEP zendt de vol gende week drie concerten van het Festi val van Straatsburg uit. Op zondagavond 15 juni om half negen is er een concert door het Orchestre National onder leiding van Charles Münch met medewerking van de violist Isaac Stern, waarbij wer ken van Bach, Florent, Schmitt, Prokov- jev en Albert Roussel op het programma staan. Het volgende concert, dat eveneens te ontvangen is via de golflengten 280 en 235 meter, wordt donderdagavond 19 juni door hetzelfde orkest onder dezelfde diri gent gegeven. Er komen werken van De bussy, Barraud, Boulez en Milhaud tot uit voering. Diezelfde avond geeft de zender- groep France I, Paris-Intern, 1829 meter, een programma van moderne muziek, waarop ook een compositie staat van de Nederlander P. Schat. Tijdens een gala-partij in Rome, georga niseerd door een jongerentijdschrift, zijn drie in gala geklede dames in een zwem bad geworpen dat zich op het dak van het gebouw bevindt. De dames werden geïdentificeerd als de dochter van een Cubaanse diplomaat, de actrice Aessandra Panaro en juffrouw Christinia Paoluzzi. Zij zouden in het wa ter zijn geworpen nadat de achttien-jarige dochter van een bekend Romeins professor vrijwillig het water had gekozen, waar schijnlijk om te zorgen voor kopij voor een tijdschrift, dat niet afkerig is van sen satie. TOT 7 JULI wordt in het Stede lijk Museum te Amsterdam een grote expositie gehouden van werk van Emil Nolde (1867-1956) één der bekende vertegenwoordigers van het Duitse expressionisme. De oorspronkelijke naam van de schilder was Hansen, zijn geboorteplaats was Nolde, dat dichtbij Denemarken ligt. Zijn verbondenheid aan de Noordoost- friese bodem zal hij hebben willen demonstreren in die in 1904 officieel er kende naamsverandering. In 1902 moet hij zich als vrijwerkend kunstenaar gevestigd hebben. In 1906 werd hij voor korte tijd lid van „Die Brücke" en daarna is hij meegegaan met zich afscheidende groepen. In 1926 werd hij doctor honoris causa van de Christian Albrechts Universiteit te Kiel en dat betekende een erkenning. Ons is verteld, dat Nolde het allesbehalve gemakke lijk heeft gehad en onder meer zijn geld met het tekenen van „kitsch"-prenten voor het blad „Die Jugend" verdiende. Voor zoiets moet men over een zekere handigheid en knapheid beschikken. Is Noldes ruwe, deformerende wijze van schilderen ten dele misschien daar een reactie op? Daar natuurlijk op deze expositie alleen Noldes kunst vertoond wordt, blijft deze vraag open. Deze kunst is in ieder geval een zeer Duitse: als schilder bezon hij zich op eigen landaard en meende'He mogen geloven dat hij op de door hem gewenste weg was. De opkomst van het nationaal socialisme, zo vertelde ons de heer Sand- berg, directeur van het museum, heeft hij even hoopvol aangezien, omdat hij meer waardering nog voor de geest van zijn werk verwachtte. Een naïveteit, die ik bij een Nederlander niet zou kunnen accepteren, maar die blijkbaar van Duitsers enigermate begrijpelijk wordt geacht. Noldes lelijke vergissing bleek alras, want in 1937 verscheen zijn werk op de tentoonstelling „Ontaarde Kunst". In 1941 verbood men hem te schilderen. In 1943 werd zijn Berlijnse woning met het grootste deel van zijn grafiek vernield. Ondanks zijn enorme tegenzin in de meeste van Noldes zo hevig Duitse schilderijen moet ik dat er kennen als een groot verlies. De beschavende beperkingen, die de techniek wel mee kan brengen, maakten Noldes grafische werk tot iets dat zijn grote bekendheid zeker rechtvaardigt. Belangrijk blijkt voor mijn persoonlijke appreciatie de beperking hierbij in de kleur. Fotografische reprodukties deden me allang voor de oorlog geïntrigeerd zijn in Noldes aquarellen. De voor mijn gevoel 'soms zelfs aan „kitsch" herinnerende kleur moet ik dan ook een tegen valler noemen. Enkele schilderijen echter, met name het landschap Nusa Lik, een portret van een man met grijze hoge hoed en een zelfportret met witte jas, vermochten me enthousiast te maken. En nu meen ik, dat aan deze werken veel meer universeel schilderkunstige waarden dan wel specifiek Duitse of Noordoostfriese ten grondslag liggen. Dat Nolde zich te Parijs bijvoorbeeld toch niet zo op zijn gemak voelde, is wel duidelijk uit werk, dat omtrent die tijd ontstond. Zijn mooiste werk werd elders gemaakt. Zelf zei hij niet artistiek door de exotische vormgeving op de Zuidzee-Eilanden beïnvloed te zijn en verder meende hij dat zijn houtplastieken wat betreft emotionele op vatting en uitvoering kenmerkend voor zijn Noordduitse afkomst zijn. Dat heeft me dan in ieder geval in het voor mij mooiste werk niet gehinderd. Bob Bays (Vervolg van pagina 1) gemaakt, dat deze binding een zekere af neming in de toekomst zal vertonen, maar dit is in strijd met wat we in de leeftijds groep van twaalf tot achtentwintig jaar zie gebeuren. Door het grote aantal lidmaat schappen van kerkelijk georiënteerde jeugdverenigingen doet het genoemde verschijnsel zich ook hier voor. De vrou wen tonen een grotere levensbeschouwelij ke binding, voor alle gezindten gaat dit op. IN NEDERLAND beoefenen één miljoen driehonderdduizend personen de een of andere sport in een vereniging. Sport kan dus als een zeer belangrijk facet van de vrijetijdsbesteding worden gezien en ze vervult als zodanig een belangrijke socia le functie. Voetbal is de meest populaire sport in Nederland en wordt door bijna de helft van alle mannelijke leden van sportverenigingen beoefend. Turnen komt op de tweede plaats en blijkt een meer vrouwelijke sport te zijn, want meer dan vijftig percent van alle vrouwen die aan sport doen turnen en dat tot op hoge leef tijd: van de vrouwen van veertig tot ne genvijftig turnt meer dan de helft. Er zijn nog steeds enkele zogenaamde elite-spor ten, zoals hockey, tennis en zeilen, die een hoge waardering in de samenleving genie ten. Men identificeert deze sporten name lijk met hun beoefenaren. Hoge contribu ties en kostbare uitrustingen vormen te vens een belemmering voor deelneming. Als typisch voorbeeld van een elite-sport kan men het pas na de tweede wereldoor log in Nederland beoefende volleybal zien. Dat begon op de middelbare scholen. Voetbal was in het begin van deze eeuw eveneens zo'n elite-sport. Doch toen brede lagen van de bevolking er zich voor gin gen interesseren, stapte de elite op andere sporten over. Door leidinggevenden wordt thans na de schooljaren nog maar zeer weinig gevoetbald, dit in scherpe tegen stelling tot de handarbeiders. Opvallend is tenslotte nog, dat in ons zo waterrijke land het juist de landarbeiders zijn die geen enkele interesse voor zwem men tonen. W. Langevèld Platycerium pleegt men hertgeweiva- rens of hertshoornvarens te noemen; ide ale kamerplanten, die echter wel een goe de en nauwkeurige verzorging verlangen. Er zijn verscheidene soorten: Platyce rium biffurcatum moet wel als de beste genoemd worden. De bloemist kweekt ze in potten. Het gaat nog beter in een stuk hol kurkschors binnenshuis. De plant dient dan met wortel en al in die kurkschors vast te groeien. Bind ze dus op en stop ze stevig vast met een mengsel van gehakt veenmos en varenwortels en stukjes oude koemest. Zorg voor een normaal verwarm de kamer en licht. Geen felle zomerzon, in plaats van kurkschors kan men ook wel gebruik maken van een hol berkestam metje. Hertgeweivarens kan men, als ze aan de muur vastgemaakt worden, niet zo gemakkelijk gieten, maar ze hebben niet zo veel water nodig. Wanneer ze één maal per week tien minuten in een teiltje met lauw water gelegd worden is dat vol doende. Laat ze in de gootsteen eerst even uitdruipen. G. Kromdyk

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1958 | | pagina 16