OCQUM
discaucs
KLEINE MEDITATIE OVER DE BESTUIVING VAN PIjPBLOEMEN
Student zijn in Grenoble
ofwel: altijd te laat komen
GERUCHTEN GENOEG MAAR NOG GEEN KONINGIN
Voor de
EN HET HUWELIJKSLE VEN VAN DE WIJNGAA RDSLAK
ZATERDAG 21 JUNI 19 5 8
Erbi]
Larense kunstmoeders
-vaders in de bres
voor eenden
„Het onvolledige gezin"
Licht ontvlambaar
Actie tegen baldadigheid
reikt „adelbrieven" uit
„Bien, c'est entendu, dat is dus afgesproken, morgenmiddag, 2 uur, zie ik je in
Olympie, au revoiien met veel lawaai schiet Jacques op zijn scooter weg. Haastig
vlieg ik de trappen op van het gebouw waarin Grenoble haar juridische faculteit
huisvest, open zo zacht mogelijk de deur van het amfitheater, waar monsieur Bartoli
zijn papieren reeds staat te rangschikken op de katheder, en tracht zo onopvallend
mogelijk een plaatsje te bereiken. Ik had mij de moeite kunnen besparen, na mij
komen nog een twintigtal studenten achteloos binnen wandelen en enkelen bestaan
het zelfs rustig alle trappen naar beneden af te wandelen om vooraan nog een prettig
plaatsje te bemachtigen! Maar ondanks alle afleiding, die dit veroorzaakt, gaat mr. r-.k waar alles schreeuwend duur is De
Bartoli, zonder ook maar één moment het ritme van zijn betoog te vertragen, rustig twee uur, gedurende welke de maaltijd
voort zijn theorie over het Franse economische stelsel te ontwikkelen. geserveerd wordt, is het een komen en
gaan van studenten en de queue van wach-
tenden reikte soms wel tot op straat. Ge-
En hiermede zijn dan meteen de grote Jean-Pierre pp vas-tu; waar ga jij naar zenig ;s het natuurlijk niet, wel doelma-
verschillen tussen het Franse en het Ne- toe?" „Wel," zegt Jean-Pierre een beetje jjg jn hoog tempo wordt 'de, langs de
derlandse studentenleven aangeraakt. Ter- verbaasd, „naar onze vergadering natuur- toonbank schuivende student' van alles
wijl in Nederland de student in het alge- lijk. Je gaat toch zeker mee?" Nu begreep voorzjen) dan ZOekt hij een plaatsje er-
meen zijn vrienden op zijn kamer uitno- ik er niets meer van. „Ik dacht, dat die gens in de grotej volle en uiterst lawaaiige
digt of hen op hun kamer gaat opzoeken, al om half negen begon," —het was in- zaal en verorbert vlug zijn maal, de vol-
leeft de Franse student zoveel mogelijk middels ruim negen uur. „Mais bien sur, genden staan alweer naar zijn'plaatsje
buitenshuis. En in tegenstelling me.t Ne- dat is ook zo kom maar gauw mee, ik ben te hunkeren.
derland, waar men aan de universiteit zo- een beetje aan de late kant." En zonder Maar je komt wel altijd iedereen tegen
veel mogelijk de stijl tracht te handhaven, enige haast lopen wij dan gezellig pra- honderden en honderden studenten komen'
ksn men de Frsnse student wel eens een tend nssr de vergsderin^, W33i nog niet immers twee keer per dng hun iyissI
gebrek aan goede manieren verwijten. de helft aanwezig blijkt te zijn. halen. Van de jongens is dat begrijpelijk,
Altijd te laat oolï in Nec*erland eet de mannelijke stu-
Hoewel het hele universitaire leven een J dent veelal buitenshuis. Maar ook de Fran-
gebrek aan stijl vertoont is het toch het ]?n zo js het altijd gegaan. Alle Franse se meisjesstudent is zelden op haar kamer
tekort aan punctualiteit dat het meest invloeden hebben niet kunnen voorkomen, *e vinden.
stoort. Aan de universiteit te Leiden bv. daj- jk OVeral en altijd te vroeg was. Als Alles buitenshusi
waagt geen student het nog na de profes- na een uiterste prestatie van zelfbe-
sor binnen te komen, althans hij hoort het heersin0, ervan overtuigd was dat ik nu Franse studentenkamer is dan ook
niet te wagen. Een heel enkele keer ge- toch'wel als laatste zou arriveren dan meestal niet gezellig. Men kan er slapen
beurt het wel eens, maar dan zal die stu- moest ik gewoonlijk genoegen nemen met werken, maar meer ook niet. Vrienden
dent met een rood hoofd van schaamte zo het feit nummer drie of vier te zijn. ontmoeten en ontvangen doet men in een
onopgemerkt mogelijk trachten binnen te Wat het gezelligheidsleven betreft dit café of in het A-G--gebouw. In de grote
sluipen. In Grenoble echter, en aan de speelt zich vrijwel geheel buitenshuis af, rneiSjes- en jongensstudentenhuizen is het
meeste Franse universiteiten is dit even- pn ook voor dp maaltiiden verlaat de stu- 7elfs stnlct verboden bezoekers van ande
eens zo, is het heel normaal om, zelfs als Tent en'toerIn hrt gSÏÏS van de re kunne op de kamer te ontvangen,
je tien minuten te laat bent nog rustig een ^G WOrden tweemaal per dag warme ongezellig.'Ach, misschien alleen in Ne-
collegezaal binnen te stappen. maaltijden verzorgd, die. gesubsidieerd dedandse ogen. Wij zijn er immers zo aan
Maar dit is nog met alles. De studenten door de regering, zeer goedkoop zijn. Is g.e.w®nd' datde. kamer van een student
komen, hoewel er buiten kapstokken zijn, men lid van de studentenvereniging, dan j"jn koninkrijk is en dat hij altijd zal pro-
vaak in hun jassen binnen, die ze, na er kan men een maaltijd krijgen voor 75 ^ren haar gezellig mogelijk in te rich-
zich eerst omstandig uit geworsteld te francs dat is ongeveer gelijk aan 75 ten' Ma<ar het is tenslotte een kwestie van
hebben, gewoon naast zich op de bank cent waarliik niet veel voor een Frank- temperament. Een Frans student zou nooit
...1. T- .1. 11-1. .1 1. 1 L A f rtArl lil rl V> ft VA ft vw 4ft* ft ft *-* AM «in *-% n nn
De Expo is af, in alle bete
kenissen van het woord. Er
mankeert niets aan. Tenmin
ste niet aan de gebouwen, do
organisatie, de ontspanning en
de afwisseling. En toch voelen
de Belgen één gemis. Ze voel
den dat al toen koning Boude-
wijn de tentoonstelling open
de. Ze blijven dat voelen, wan
neer hij nu het ene of andere
paviljoen afzonderlijk bezoekt:
ze missen een koningin.
Sedert het begin van de vo-
neerleggen. Is de laatste minuut van het
college-uur in zicht en vertoont het betoog
van de professor nog geen tekenen van
een naderend einde, dan klappen velen de
monstratief hun schriften dicht en grijpen
naar jas en das. Wij hadden echter een
professor, die in zo'n geval met een dui
delijk genoegen nog gauw even een heel
nieuw hoofdstuk begon, zodat iedereen
wel verplicht was pen en schrift weer te
voorschijn te halen. Want eigenlijk is de
Franse student erg ijverig, hij loopt trouw
college en heeft graag zijn dictaten goed
in orde.
Verder, geheel in tegenstelling met on
ze ideeën over Franse kleding en Franse
smaak, loopt de student in Grenoble er
precies zo bij als het hem of haar het ge
makkelijkst is, elegantie of netheid doen
er minder toe. Al in september verschij
nen er meisjes in lange broek op college
en ze gaan, jongen en meisje gelijk, het
liefst het hele winter-semester gehuld in
dezelfde flinke ruime, vormeloze trui.
Maar het te laat komen is een euvel,
waar het hele studentenleven in Frankrijk
.mee behept is. Toen ik nog maar pas in
Frankrijk was, werd ik uitgenodigd om
in het gebouw van de Association Géné
rale des Etudiants de Grenoble de al
gemene studentenorganisatie aldaar, kort
weg de A.G. genoemd een vergadering
van het comité van de internationale
studentengroep bij te wonen.
Daar de Fransman later dan de ge
middelde Nederlander zijn avondeten ge
bruikt, vangen alle gebeurtenissen in de
avonduren nooit aan vóór half negen, ne
gen uur is echter gebruikelijker. Enfin,
deze vergadering zou dan om half negen
beginnen; met in het Nederlandse studen
tenleven toch al aardig verwaterde, niet
al te Hollandse stiptheid was ik er kwart
voor negen. Nu, ik was de enige.
Gelaten wandelde ik maar weer naar
huis, maar wie kom ik op Place Grenette
tegen? Jean-Pierre, de voorzitter zelf van
het comité! Ik schiet op hem af: „Hé,
In het Gooise dorp Laren hebben alle
boekhandelaren hun winkels openge
zet voor het verzamelen van handte
keningen. Door middel van een petitie
wil men in het kunstenaarsdorp het
gemeentebestuur laten weten, dat men
ontstemd is over het besluit van B. en
W. geen eenden toe te laten in de zo
genaamde Koesweerd, een rustiek vij
vertje op de aloude Brink. Een eend
streek enkele weken geleden zo maar
eens neer in de vijver en verbleef er
niet langer dan een paar dagen, on
danks de verrassend grote belangstel
ling en gastvrijheid, die het dier in La
ren ten deel viel. Toch bleek het ver
dwaalde eendje zoiets als een missie te
hebben vervuld, want enkele dagen na
zijn verblijf zwommen er niet minder
dan 22 soortgenoten in de vijver. En
kele èendenbezitters hadden er" hun
dieren zelfs heen gebracht en een café
houder kocht een hele koppel om dit in
de Koesweerd de vrijheid te geven.
Men vond het gesnater en geploeter
van de eenden in de vijver een aller
aardigste verlevendiging van de Brink.
Omdat vernieling van de grasmat werd
gevreesd door de grote belangstelling
die de bevolking voor de eenden aan
de dag legt, stuurden B. en W. de poli
tie eind vorige week naar de eenden-
bezitters om deze te sommeren de vij
ver te doen ontruimen. Maar het be
sluit van het gemeentebestuur blijkt
bij de ingezetenen allerminst in goede
aarde te vallen. Men wil de dieren niet
meer missen.
het geduld hebben om te genieten van een
avondlang praten met één goede vriend.
In zijn stamcafé is het een komen en gaan.
Er worden korte flitsende gesprekken ge
houden of hevige en felle debatten. Nieuw
aangekomenen komen met nieuwe ge
zichtspunten, of geven het gesprek een
heel andere wending. Verveelt het, dan is
er altijd wel iemand te vinden, die mee
wil naar de bioscoop of iets anders wil on
dernemen. En heeft hij er genoeg van dan
gaat hij naar zijn kamer, waar niemand
hem zal komen storen, ook niet als hij
doodziek zon zijn want vrijwel niemand
De Vereniging van directeuren van over
heidsorganen voor sociale arbeid zal op
25 en 26 juni in het Provinciehuis in Arn
hem haar algemene vergadering houden,
waarop zal worden gesproken over het on
volledige gezin. Hierover zijn pre-advie-
zen uitgebracht door mevrouw dr. F. T.
Diemer-Lindeboom, mejuffrouw L. Hijmans,
gecommitteerde voor de ontwikkelings
gebieden bij Humanitas, de heer C. X.
ylansma,-adjunct-directeur van de -- ge
meentelijke dienst voor SoCiale Zaken in
Haarlem, en drs. C. van Raalte, sociaal
psycholoog bij de gemeentelijke dienst
voor Sociale Belangen in Den Haag. De
heer Jansma heeft in het pre-advies een
verhandeling geschreven over „De ge
meentelijke dienst voor sociale zaken en
het onvolledige gezin."
In de gemeenteraad van Parijs heeft het
raadslid Edouard Tercinet een verordening
voorgesteld, krachtens welke de Parijse
vrouwen uitsluitend onbrandbare lingerie
mogen dragen. Jaarlijks zouden honderden
vrouwen ernstige brandwonden oplopen als
gevolg van het feit dat zij lingerie van
bijzonder licht ontvlambaar materiaal
dragen.
Het hof danste. De koning
ook. En de prinsessen.
rige winter heeft het in Brus
sel gegonsd van geruchten.
In de oude, deftige buurt
van het Quartier Leopold, waar
de adellijke douarières hun
soirées en jours even getrouw
Margrieten zijn er
nu te kust en te
keur en in verschil
lende soorten; spe
ciaal de overblij
vende zullen u wel
voldoen. Chrysan
themum maximum
dient u deze herfst
te bestellen. Het
zijn zeer sterke
tuinplanten, die
vooral met hun
platte bloemen goed
tot hun recht ko
men als u blauwe
riddersporen op de
achtergrond poot.
Dat blauw en dat
wit doen het uit
stekend met elkaar.
De overjarige
soorten zijn volko
men winterhard en
groeien alleen een
beetje weelderig. De
te groot geworden
pollen moet u in de
late herfst opnemen
en ze in delen split
sen: elk deel kan
later afzonderlijk
geplant worden. De
sterke soorten
groeien vrijwel in
alle grondsoorten,
maar ze verlangen
wel een zonnige
plaats en zijn dank-
houden als generaties gele
den, wist men er alles van.
Allerlei namen circuleerden.
Maar zeker waren de dames
toch minstens van dat ene:
Vóór april zou er iets gebeu
ren. Misschien wel op het hof
bal. dat koning Boudewijn tij
dens het eerste Expo-weekend
voor zesduizend genodigden
zou geven. En waarop meer
dan een dozijn buitenlandse
prinsessen zouden zijn.
Het leek wel of heel de Bel
gische pers, gesteund door de
Franse bladen, koning Boude
wijns keuze wilde vex-gemak-
kelijken door artikelenreeksen
te publiceren over alle huw
bare prinsessen van Europa,
uitvoerig toegelicht met foto's
en beschrijvingen van hun
kwaliteiten.
Het hofbal danste. De koning
ook. En de prinsessen niet
minder. Al kregen de zesdui
zend genodigden zelf verder
weinig plaats.
En iedex-een bleef even
wijs. Het hof had vanwege
dé drukke geruchten al offici
eel verklaai'd. dat er geen ver
lovingsaankondiging viel te
verwachten. En desondanks
hoopte men. Men hoopt nog
Maar er zijn heel wat lie
den, die beweren, dat inder
daad koning Boudewijns toe
komstige vrouw op dit bal was.
Ze weten zelfs een naam te
noemen, die tot dusver vrijwel
onbekend was en zeker niet
bij de vroegere huwelijkskan
didaten was vermeld: prinses
Marie Thérése van Bourbon-
Parma!
Zij was op het bal, samen
met haar broer prins Hugues
en haar zusje, dat de bijzon
der dichterlijke naam van prin-
3s Marie-des-Neigjes draagt.
Een slanke, donkere schoon
heid van bijna vijfentwintig
lentes, dat zou de uitverkoi-ene
van koning Boudewijn zijn.
Prinses Marie-Théi'èse stamt
uit een zijtak van de Franse
koninklijke Bourbonfamilie,
die via Spanje in Italië te
rechtkwam, daar een tijdlang
over Parma en andere stuk
ken van Italië heerste en thans
in Frankrijk is gevestigd.
De Boux-bon-Pax-mafamilie
is geparenteerd met verschil
lende Europese vorstelijke fa
milies. Groothertogin Char
lotte van Luxemburg is bij
voorbeeld gehuwd met prins
Felix van Bourbon-Parma,
een oom van prinses Marie-
Thérèse. Daax-door is die al
een aangetrouwd nichtje van
koning Boudewijns oudste zus
ter, prinses Josephine Char
lotte, die prins Jean van- Lu-
xembux-g trouwde.
Ex-keizerin Zita van Oos
tenrijk, de echtgenote van
Oostenrijks laatste keizer Ka-
rel, is ook een Boux-bon-
Pai-ma en een tante van de
prinses. Prinses Marie-Thé-
x-èses vader, prins Xavier van
Bourbon-Parma verwierf in
de eerste wereldoorlog bekend
heid, toen hij samen met zijn
broer Sixtus, met wie hij in
het Belgische leger als oorlogs
vrijwilliger diende, omdat
Frankrijk toen nog geen Bour-
tot vx-edesbemiddeling. Hij
trachtte toen voor Oostenrijk,
waar zijn schoonbroeder Karei
x-egeerde, een afzonderlijke
vrede te verkrijgen van de
geallieerden. Maar dat mis
lukte.
Prinses Marie-Thérèse inte
resseert zich voor hetzelfde
en is zo'n goede huisvrouw,
dat een Luxemburgse -prinses
een van haar nichtjes
eens heeft gezegd: „Marie-
Thérèse kan alles, die heeft
geen dienstbode nodig!"
Daarnaast heeft de prinses
een ietwat minder huisvrou
welij ke hartstocht voor de
vliegerij. Prins Xavier heeft
een privé-vliegtuig en Marie-
Théx'èse heeft daarvoor een
vliegbx'evet. Al vindt ze, dat
ze er veel te voorzichtig mee
moet vliegen van haar vader!
MARGRIETEN IN PUL EN TUIN
baar voor wat oude stalmest. Bevat de
gx-ond voldoende humus dan kan men ook
goede resultaten bereiken met de bekende
tuin- en gazonkorrelmest. Per vierkante
meter heeft men voldoende aan ongeveer
dertig gram. Margrieten zijn mooie snij
bloemen. Vooral in een stenen kan of
stenen pul zullen ze uitstekend voldoen.
Gebruik er zo veel mogelijk eigen groen
bij; het is ook wel aardig als er wat gras
sen tussen geschikt worden; bloeiende
grassen zijn er nu genoeg te vinden.
Het Comité Nationale Campagne tegen
Baldadigheid is vandaag begonnen met de
uitgifte van zogenaamde-„adelbrieven voor
de burgex-". Deze adelbrieven geven de
houders ervan een belangrijke reduktie op
de toegangsprijs tot een aantal toeristische
evenementen en plekjes natuurschoon,
ver'spx-eid door het gehele land.
Het comité, dat zich beijvert om door
voorlichting aan de jeugd en ouderen de
omvangrijke schade, die jaarlijks wordt
aangericht door baldadigheid te reduceren,
stelt deze adelbrieven tegen geringe ver
goeding ter beschikking. Een ieder, die
zulk een adelbrief wil bezitten, verplicht
zich „als natuurvriend liefde te hebben
voor alles wat leeft en groeit en als be
schaafd Nederlander respect te hebben
voor de eigendommen van anderen". Doel
van het comité is een fonds te vormen ten
bate van instellingen en organisaties, die
de bestrijding van de baldadigheid posi
tief helpen bevorderen.
Op de hieronder in onze wekelijkse gram
mofoonrubriek besproken plaat is een recital
door de pianist Alexander Uninsky vastgelegd,
die de Sonate in b. de Spaanse rapsodie, So-
netto 104 del Petrarca en drie Paganini-études
van Franz Liszt speelt.
FRANZ LISZT's beste werken weten
het knagen van de tand des tijds nog
steeds te weerstaan. De volksmenner,
die in opera-potpourri's en dubieuze
transcripties met het toetsenbord jong
leerde, is een historische figuur gewor
den en sinds lang is de bewondering
voor deze zijde van zijn talent overge
gaan op andere goochelaax-s, wier drib
bels met het leer thans bijna voor even
geniaal worden aangezien als eertijds
door zijn tijdgenoten de duivelskunsten
van de hartveroverende abbé op het
ivoor. Die werken echter waarin de
barokke fantasie zin geeft aan de
pianotechnische trucage zijn ook nu nog
een uitdaging voor de executant en
kunnen door hem tot een muzikale er
varing voor de luistex-aar gemaakt
worden. Wél lijkt mij de marge waar
binnen dit mogelijk is veel geringer
dan vroeger omdat de virtuositeit, die
als drijfveer voor zijn componeren bij
Liszt toch altijd zeer belangrijk was,
zich in zijn muziek gemakkelijk kan
isoleren van de feitelijke „inhoud" en
anderzijds omdat die inhoud oninteres
sant is, tenzij de uitvoerder haar voel
baar kan maken door een tot in details
verzorgde herschepping van de klinken
de figuren die haar bepalen.
Onlangs schreef ik al over de uit
voering van vier Hongaarse Rapsodieën
door de pianist György Cziffra, die in
een vuurwerk van virtuositeit deze
stukken weer uit het domein van de
litteratuur voor draaiorgel heeft terug
gehaald naar het gebied van de piano
muziek (His Master's Voice, F ALP 480).
Geheel verschillend is wel de wijze,
waarop Alexander Uninsky de retoriek
van Liszt voor ons vertaalt (Philips S
04034 L). Eigenlijk blijft er van één van
de grote attx-acties (voor velen de enige)
van Liszt's pianomuziek weinig over:
ik bedoel het plezier aan de geslaagde
stunt, het spelenderwijs bedreven tra-
pezewerk. In' tegenstelling met wat
geldt voor andere componisten, name
lijk dat door het gevoel van vanzelf
sprekendheid in de uitvoering de ruim
te geschapen wordt voor een echt-
muzikale impressie, wil men bij Liszt
eens af en toe de adem inhouden, de
piano roodgloeiend zien worden, de
neiging hebben zo maar eens te applau
disseren als de speler veilig door een
i-azende stroomversnelling van gebro
ken akkoorden, octaafpassages en dub
bele tertsen is heengekomen. Uninsky
heeft, lijkt me, niets van de muzikale
torero, die de edele strijd met zulk een
superieux-e élégance speelt dat hij niet
alleen de stier maar ook het publiek
aan zijn voeten ki-ijgt. Zijn toucher is
prachtig, zijn techniek feilloos, de klank
van een Scarlatti-achtige helderheid,
de totaalindruk sec, maar zeker niet
dor. Uit de voordracht van menige me
lodische frase, uit de wijze waarop het
detail in het geheel geplaatst is, spreekt
een musicus, in wiens wezen echter
misschien iets te weinig extravagantie
schuilt om het juiste gebaar te vinden,
waarmee deze muziek geacteerd moet
worden. In zeker opzicht heeft ook de
voordracht hieronder te lijden, omdat
bijvoorbeeld een grandioos werk als de
Sonate in b - ruim een half uur durend
zonder onderbreking - toch aan span
kracht verliest als de uitersten van in
tensiteit en volume vermeden worden.
Een uitvoering die, bij alle voortref
felijke kwaliteiten, naar mijn mening
juist niet het niveau haalt waarop van
een bijzondere vertolking gesproken
kan worden.
Sas Bunge
.ik beloofde mijnen medischen
student, behalve de schatten van de
Breezaap, ook nog bloeiende exem
plaren van Aristolochia Clematitis,
op den weg tusschen Zomerzorg en
Velzerend
.DIT SCHREEF Hildebrand in zijn „Ca
mera Obscura" en hij gaf hiermee duide
lijk te kennen, dat Aristolochia clematitis
ofwel de Pijpbloem op zijn minst een be
zienswaardigheid, maar misschien ook
wel een hele bijzondex-heid was. Dat bij
zondere is er vandaag de dag in Kenne-
merland wel af, want deze zelfde nog al
tijd zeer bezienswaardige pijpbloem is nu
op vex-schillende plaatsen in rijke hoeveel
heden, van de Vogelenzangse duinen tot
die van Wijk aan Zee, te vinden. En de
oude vindplaats van Nicolaas Beets aan
de Bergweg (ter hoogte van de Blauwe
Trappen) floreert nog als voorheen.
Een merkwaardige plant overigens, die
pijpbloem. Om te beginnen hoort ze van
ouder op ouder helemaal niet bij ons
thuis. Ze is afkomstig uit Zuid-Europa, de
Levant en gebieden bij de Zwarte Zee,
maar heeft in de loop der tijden steeds
noordelijker en westelijker nieuwe vesti
gingen gesticht, waar ze het niet alleen
opperbest naar haar zin blijkt te hebben,
maar soms zelfs tot plotselinge en zeer
omvangrijke uitbreidingen komt. In de
laatste decennia tussen Beverwijk on Wijk
aan Zee bijvoorbeeld. Natuurlijk is er
naar aanleiding van zo'n ver van haar honk
groeiende plant nogal eens gespeurd naar
haar mogelijke herkomst. Het meest waar
schijnlijk lijkt op het ogenblik, dat de plan
ten „ontsnapt" zouden kunnen zijn uit de
kruidhoven van oude kasten of/en kloos
ters. F. W. van Eeden (de vader van Fre-
derik) ging zelfs zo ver, te veronderstel
len dat „onze" pijpbloem door kx-uisrid-
ders zou zijn aangevoerd waarbij we
mogen bedenken dat Van Eeden wel vaak
x-aak, maar niet altijd juist fantaseerde...
Behalve door haar vreemde herkomst
is de pijpbloem uw aandacht waard om
al hetgeen ze zowel boven als onder de
grond vertoont. Bekommer u overigens
om dat ondergx-ondse maar niet: het zijn
alleen lange worteluitlopers, waardoor de
planten hun groeiplaats sterk en soms snel
kunnen vergroten. Het bovengrondse ech
ter is nogal bijzonder. Daar zijn bijvoor
beeld de grote, prachtig hartvormige bla
deren, die op een wat eigenaardige manier
aan de stengel zitten, namelijk vrij dui
delijk in twee rijen. Op de knopen, waar
ook het blad staat ingeplant, zitten de
lichtgele bloemen in kleine kransen. Won
derlijke bloemen! Onderaan vertonen ze
een bolletje, dan volgt een nauw pijpje
en daarboven vex-breedt het bloemblad zich
een beetje aronskelkachtig. Met behulp van
een klein schaartje en een loep kunt u er
nog meer aan te zien krijgen. U moet dan
eens zo'n buisje van een jonge bloem open-
knipper? en de binnenkant vergroot bekij
ken. Honderden fijne haren staan daar
stijf omlaaggericht. En nu is er één ding
heel jammer: de Nederlandse pijpbloemen
kunnen zich maar in een uiterst spaar
zaam insectenbezoek verheugen. Hierdoor
is de kans, dat u dè grote merkwaai-dig-
heid, namelijk die van de glijvlakte op het
bloemblad, in werking ziet heel klein.
Voor hun bestuiving moeten de pijpbloe
men, die stamper en meeldraden in het
bolletje aan hun basis hei-bergen, het heb
ben van minuscule vliegjes of mugjes. En
die komen, zoals gezegd werd, zelden. Mis
schien zijn er wel heel speciale soorten
vliegen en muggen in het oorspronkelijke
gebied van de plant, die daar steeds voor
de bestuiving zorgen. Die zullen dan he
laas niet mee naar Nederland zijn geko
men...
Maar goed, als er eens zo'n klein insect
op het rechtopstaande bloempje begint te
lopen, komt het plotseling in een zone,
waar zijn poten geen enkel houvast meer
vinden. Onherroepelijk tuimelt het dan
naar omlaag, de bloembuis in en verder
naar beneden. En nu het wonder van de
bestuiving: de stamper is eei-der rijp dan
de meeldraden en het is voor hem te ho
pen dat er onder de bezoekers zijn die al
in andere pijpbloemen hebben rondge
kropen en daar van stuifmeel zijn voor
zien. Is een bestuiving aldus tot stand ge
komen, dan openen zich de stuifmeelvoor-
raden van de meeldraden en de vliegjes
raken opnieuw bepoederd. Maar er ge
beurt meer. De haren in de bloembuis ver
schrompelen èn de hele bloem buigt zich
omlaag, zodat de dieren welke eerst ge
vangen zaten nu bijna vanzelf uit de bloem
Een wijngaardslak op pad.
vallen en naar een volgende kunnen gaan!
En nu mag het zo zijn, dat u van dat vlie-
genbezoek vermoedelijk niets zult meema
ken, u kunt wél prachtig zien hoe de oude
bloemen naar omlaag zijn gericht en ook
dat de haartjes in hun binnenste ver
schrompeld zijn.
IN COMBINATIE met de pijpbloemen
van de Bergweg kunt u heel goed eens let
ten op een slak, die daar met talrijke soort
genoten rondkruipt ('s avonds, 's morgens
vroeg en bij regenachtig weer de hele
dag). Ze is zeer fors, fraai lichtbeige en
getekend met een fijn aderstelsel over haar
hele huid. Haar huis is meestal effen
grijsbeige en een paar maten groter dan
dat van de slakken in uw klimop-tegen-
het schuurtje. Maar dat zijn dan ook ge
wone, ordinaire tuinslakken en de slak
van de Bergweg (óók al door Hildebrand
in zijn Camera Obscura genoemd) is nie
mand minder dan de Wijngaai-dslak, de
karakol of karkol van de Limbux-gers, de
escargot van de Fx-ansen, wel toebereid
een grote lekkex-nij, maar ook in levenden
lijve uw belangstelling zeker waax-d. Voor
al in deze tijd van het jaar. Want bij zacht
zomerweer kunt u allicht eens getuige
zijn van de „huwelijksplechtigheden" der
wijngaardslakken, waarbij de partners
loodrecht tegen elkaar op kx-uipen en al
leen op hun staarten steunen. Het gaat in
een waar slakkentempo, zodat u het heel
rustig kunt bekijken. Vraag u alleen maar
niet af hoe deze trage dieren ooit in Ken-
nemexiand zijn verzeild geraakt, zo ver
van hun eigenlijke woongebied in Midden-
Europa. Want daar weten we niets van
en erover fantaseren is misschien wel
leuk, maar ook gevaarlijk!
Kees Hand