HONDERD JAAR DARWINISME
behandeling met warmte en stralen
maar niet met geneesmiddelen
PHYSISCHE
THERAPIE
ZIEKELIJKE GELEERDE SCHIEP IN MOEITE
EN PIJN ZIJN VERMAARDE EVOLUTIELEER
Wekelijks toegevoegd aan alle edities van
Haarlems Dqgplad/Qprechte Huarlemsche Courant
Biografie van dr. J. Z. Baruch
voor Afghaansen
KLEINIGHEDEN spelen vaak een
beslissende rol in een mensenleven. Een
treffend voorbeeld daarvan is Charles
Darwin, de „ontdekker" van de evolutie
leer en een der geniaalste geleerden van
de vorige eeuw. Hij vond zijn levensdoel
dank zij een pol je meikevers, hem ge
schonken door een medestudent. Zonder
dat nietige geschenk was Darwin waar
schijnlijk een respectabele, maar vol
strekt onbelangrijke dorpspredikant ge
worden en de wereld, zou nooit van
hem gehoord hebben.
DE GESCHIEDENIS begint in de twin- voorspraak van Henslow, een aanbod om
tiger jaren van de vorige eeuw, toen de als bioloog maar op eigen kosten
jonge Charles, na een mislukte studie in met de wetenschappelijke expeditie van
de medicijnen in Edinburgh (hij kon geen de „Beagle" onder leiding van kapitein
bloed zien) naar Cambridge verhuisde, Fitzroy mee te gaan. De bezwaren van va-
waar hij zich aan het befaamde Christ's
College liet inschrijven als theologisch
student. Telg uit een oud geslacht van
landeigenaren, wijsgeren en artsen, was
hij ruimschoots gezegend met aardse goe
deren zowel als met een scherp verstand:
een gevaarlijke combinatie voor een jon
ge, levenslustige student. Maar tot zijn
eer moet gezegd worden, dat hij ook in
zijn studentikoze vermaken maat wist te
houden en nooit aan de bacchanalen van
zijn collega's meedeed. Maar een ijveri
ge zwoeger was hij toch ook niet, want de
colleges boeiden hem maar matig. Daar
kwam bij, dat hij als kind al twijfel koes
terde omtrent de theologische dogma's en
ook aan de diepte van zijn eigen geloof
en in openhartige gesprekken met andere
theologanten bleek hem, dat velen van de
zen er net zo over dachten. Op den duur
begon hij de colleges te mijden en inplaats
daarvan lange wandelingen te maken door
de omgeving van Cambridge, waar het
gezang der vogels en de liefelijke natuur
hem weer enigszins met zichzelf en het le
ven verzoenden, zoals hij in zijn dagboek
schreef. Zijn liefste vermaak vreemd
voor een zo gevoelig mens was echter
de jacht en in zijn drie jaren te Cambridge
heeft hij heel wat patrijzen en ander wild
voor zijn vriendenkring aangedragen.
Op een van die tochten kwam hij in con
tact met een groepje jongelui, die een an
der soort jacht bedreven: het verzame
len van kevers en torren. Dat was een ge
liefkoosde hobby onder de jeugd van Cam
bridge en menige student had een collec
tie van duizenden insecten. Zeldzame ex
emplaren gingen vaak voor vele ponden
van hand tot hand en de beter-gesitueerde
jongelui hielden er zelfs gehuurde insec
tenzoekers op na, die vaak een beter dag
loon kregen dan zij ooit als landarbeiders
verdienen konden. Darwins kennismaking
met deze liefhebbers onder het genot van
een goed glas bier in een koele herberg,
was van de prettigste soort. Hij kreeg zelfs
een potje met kevers cadeau en sloot zich
hals over kop bij het clubje aan. Al spoe
dig was hij een van de vurigste torrenja
gers.
DEZE VREEMDE HOBBY had op zich
zelf niet veel invloed op Charles' geest,
want evenals de andere verzamelaars ver
genoegde hij zich ermee de gevangen ke
vers op te prikken en te catalogiseren.
Verder interesseerden de insecten hem
niets, maar wel ontdekte hij, via de nie
tige diertjes, in zichzelf een grote belang
stelling voor „het wonder der natuur"
en het duurde dan ook niet lang, of hij
ging de colleges van de botanicus Hens
low volgen. Deze stelde belang in de in
telligente jongeman en raadde hem aan
ook geologie te gaan studeren, maar daar
voelde Darwin aanvankelijk niets voor.
Pas na veel aandringen van Henslow gaf
hij zich met tegenzin gewonnen,
maar een ijverige student heeft Adam
Sedgwick, Cambridge's vermaarde geo
loog nooit aan hem gehad. Sedgwick heeft de ^gf. eerste ontwerp voor zijn grote theo-
dat Darwin nooit vergeven en werd later rje> dat ajje soorten uit een beperkt aan-
der Darwin waren snel weggepraat en in
december 1831 scheepte Charles zich in op
de „Beagle" voor de vermaarde wereld
reis van vijf jaar, die de basis zou leggen
voor Darwins latere levenswerk over de
afstammingsleer. Aan boord was hij con
stant zeeziek, maar geen ogenblik gunde
hij zichzelf rust op de lange, vermoeien
de reis. Zelfs in de hel van de tropische
zomer zat hij nachten achtereen in zijn
gloeiendhete hut aantekeningen uit te wer
ken en materiaal te registreren. Uit die
tijd heeft Darwin waarschijnlijk de slo
pende nerveuze maagkwaal overgehou
den, die hem voor de rest van zijn leven
tot een halve invalide maakte. In een van
zijn brieven uit de laatste periode van zijn
leven zegt hij dan ook: „In bijna veertig
jaar heb ik me helaas niet één dag een
volkomen gezond mens gevoeld." Wel een
trieste paradox van de man, die de onont
koombare wet van de „overleving der
sterksten" trachtte te bewijzen!
OOK DARWINS GEZIN hij trouwde
in 1839 met zijn nicht Emma Wedgwood,
die hem negen kinderen schonk was
een voortdurende bron van zorgen. Twee
van zijn dochters stierven jong, de overi
ge kinderen waren teer en ziekelijk.
Charles zelf was zo zwak, dat hij soms
maanden achtereen slechts een tot ander
half uur per dag kon werken. „Dat was
de grootste straf voor hem," onthult Em
ma in haar dagboek, „want werken was
zijn enige passie." Hun huwelijk was
nochtans zeer gelukkig en Emma was
hem een grote steun. Zijn werk echter
boeide haar maar matig. Eens, toen hij
haar meegenomen had naar een lezing
voor een geleerd genootschap, vroeg hij
haar na afloop: „Heb ik je erg verveeld
met mijn voordracht?" „Och, niet meer
dan de anderen, denk ik," zei Emma en
Darwin schaterde het uit. Maar hij heeft
zijn vrouw nooit meer meegenomen naar
'wetenschappelijke bijeenkomsten.
DE REIS van de Beagle is inderdaad
beslissend geweest in Darwins leven. Aan
de kusten van Zuid-Amerika en Australië
merkte hij overeenkomsten op tussen con
tinentale dieren en hun soortgenoten op
de omliggende eilanden, maar ook tur-sen
levende wezens en fossielen, die hem aan
het denken brachten over de verspreiding
en het ontstaan van de verschillende die
ren- en plantensoorten. Daaruit resulteer-
kritiek in de vriendenkring zonder
schade doorstaat. Alleen, soms kreunend
van pijn, volbrengt Charles het titanen-
werk. Het kost hem veertien jaar.
Dan, als de Grote Theorie bijna rond is,
krijgt hij een brief van een jonge, onbe
kende bioloog, Wallace, die zijn oordeel
vraagt over een nieuwe, door hem ontwik
kelde theorie. Met stijgende verbijstering
leest Darwin de zes volgekrabbelde kant
jes: dit is, geniaal samengevat, zijn éigen
theorie over het ontstaan der soorten. Wal
lace is hem vóór geweest! Dan is alle
moeite dus tevergeefs geweest. Maar
neen: Wallace, geconfronteerd met oude
brieven en aantekeningen van Darwin, is
sportief genoeg om de eer aan zijn oudere
collega te laten. Hij verklaart zich zelfs
bereid, met Charles samen te werken, wat
deze dankbaar accepteert. Maar ook de
oude vrienden dringen op spoed aan: er
zijn meer kapers op de kust, die hetzelfde
spoor volgen. Darwin broedt nu al meer
dan twintig jaar op zijn evolutieleer. Hij
moet nu eindelijk eens voor de draad ko
men!
EN DAT GEBEURT. Op 1 juli 1858, pre
cies honderd jaar geleden dus, hoort een
verbijsterd auditorium op de jaarverga
dering van de deftige Linnean Society in
Londen de hoofdlijnen van de wereld
schokkende theorie ontvouwen. Niet door
Darwin zelf, die, óp van de spanning, aan
zijn bed gekluisterd is, maar door een
vriend, de hooggeleerde Hooker, wiens
reputatie als wetenschapsman onaantast
baar is. Het gezelschap is zo overdon
derd, dat het alleen maar mompelen kan;
tot een discussie komt het niet.
KORTE TIJD LATER verschijnt Dar
wins levenswerk in boekvorm, een lijvig
foliant dat hij „The origin of species" ge
doopt heeft en waarin al zijn gedachten
over het ontstaan der soorten door natuur
lijke selectie, de strijd om het bestaan en
het overleven der sterksten", met het zeer
omvangrijke bewijsmateriaal zijn neerge
legd. De eerste druk is op de dag van ver
schijning uitverkocht, de tweede en der
de druk vliegen eveneens weg. Nog drie
Engelse, vier Franse, vijf Duitse, drie
Russische en drie Amerikaanse, alsmede
tenminste een Nederlandse, een Italiaan
se en een Zweedse edities volgen. De we
reld schreeuwt om Darwins denkbeelden.
Maar naast lof, bijvoorbeeld van Tho
mas Henry Huxley, die een prijzend ar
tikel van ruim drie kolom in de gezag
hebbende Times schrijft, is er ook veel
felle kritiek. Vooral van de kerk, die de
evolutieleer als een ergerlijke aantijging
van de Schrift ziet. De bijbel immers leert,
dat God de levende wezens schiep als con-
HET ONDERWERP van het proef
schrift van dr. J. Z. Baruch, die 26 juni
gepromoveerd is tot doctor in de genees
kunde aan de gemeentelijke Universiteit
te Amsterdam, luidt „De physische the
rapie temidden van de geneeskundige
voorzieningen". De physische therapie is
die vorm van behandeling in de genees
kunde, die geen gebruik maakt van medi
camenten, maar wel van bestralingen,
waterbehandeling, modderbaden en oefe
ningen.
Dr. J. Z. Baruch heeft de ontwikkeling
van de physische therapie als zelfstandige
wijze van medisch handelen en behande
ling geschetst, naast en tegenover de ge-
de tegenstanders om hun doel te bereiken.
Een hoogtepunt bereikt hun actie op een
congres van de British Association te Ox
ford in juni 1860, waar een lange rij van
sprekers pro en contra Darwin het woord
zullen voeren. De grote troef van de oppo
sitie is Samuel („Soapy Sam") Wilber-
force, de bisschop van Oxford in hoogst
eigen persoon. Meer dan een uur lang ful
mineert deze kerkvorst geruggesteund
door een gehoorzame claque van enkele
honderden lagere geestelijken tegen
de verderfelijke dwaalleer, terwijl hij
alle duivelen der vervloeking over Dar
win en zijn vrienden afroept. Huxley roept
hij toe: „Wie van uw voorouders claimt
gij als aapmens, uw grootvader of uw
grootmoeder?" Het is een vernietigende
rede, briljant, druipend van cynisme en
van edele verontwaardiging. En als de bis
schop tenslotte triomfantelijk lachend het
rostrum verlaat, heeft men het gevoel dat
Darwin nu wel kan inpakken.
Maar dan bestijgt I-Iuxley het spreekge
stoelte, rustig, bijna nonchalant. Kalm en
helder zet hij eerst de bedoelingen van
Darwins leer uiteen om dan de bisschop
van antwoord te dienen. Met citaten uit
diens eigen rede bewijst hij. dat de bis
schop a. vooringenomen is, b. niet het
flauwste begrip heeft van zelfs de grond-
(Zie verder laatste kolom)
Dr. J. Z. BARUCH studeerde genees
kunde aan de gemeente-Universiteit te
Amsterdam, daarna werkte hij nog in
enkele universiteits-ziekenhuizen te Pa
rijs. Sinds 1948 is hij verbonden aan het
Amsterdams Centrum voor reuma-
tiekbestrijaing, waar hij het hoofd is
van de afdeling voor fysische thera
pie en tevens de leiding heeft van de
sociaal-statistische onderzoekingen.
Hij publiceerde talrijke bijdragen in
Nederlandse, Amerikaanse, Canadese,
Franse en Belgische medische tijdschrif
ten. Ook bracht hij enkele rapporten
uit onder andere over revalidatie. Daar
naast publiceert hij regelmatig popu-
lair-wetenschappelijke medische arti
kelen. Hij is ook medewerker van en
kele buitenlandse dagbladen en als csjifir
arts lid van de Buitenlandse Pers Ver
eniging. Dr. Baruch is docent aan de
Huwelijksscholen.
Sinds 1953 is hij lid van de gemeente
raad van Amsterdam als hoedanig hij
deel uitmaakt van diverse plaatselijke
en landelijke commissies op sociaal-
medisch terrein. In 1957 werd hij be
noemd tot lid van het college van par-
nassim, het dagelijks bestuur van de
Portugees-Israëlietische gemeente te
Amsterdam
De oorlogsjaren bracht hij gedeelte
lijk in Frankrijk door. Voor zijn ver
zetswerk werd hij 14 juli 1949 gedeco
reerd met de „Medaille de la Reconnais
sance frangaise". Voor de Raad van
Europa zal dr. Baruch enkele maanden
in Engeland gaan doorbrengen en rap
port uitbrengen over enkele facetten van
de revalidatie en de reumatiekbestrij-
ding aldaar.
Zelfs de grote stad met haar grauwe hui-
zenmc.ssa's vertoont een stralend gezicht
als er een streepje zon over de gevels ligt
en vrolijke vakantiegangers in fleurige
-om.erkled.ing door haar straten flaneren.
een van zijn vurigste bestrijders.
Toch verwaarloosde Charles „uit angst
voor vaders critiek" ook zijn studie in
de godgeleerdheid niet. In 1831 behaalde
tal grondvormen, ja, misschien zelfs uit
één enkele oersoort zijn voorgekomen.
Een hypothese, die zo ongehoord was,
dat Darwin haar zelf nog nauwelijks durf-
hij, zij het met moeite, zijn graad. Maar de doordenken. Maar later, en vooral tij
toen al stond het voor hem vast, dat hij dens zijn onderzoekingen op de Galapagos-
nooit op de kansel zou staan. Gods vrije eilanden, meende hij steeds meer bewij-
natuur is mijn arbeidsveld, placht hij te zen v00r zijn stelling te vinden. Toch zou
zeggen „en met Zijn hulp zal ik daar het nog tot 1842 duren zes jaar na de
mijn levensdoel vinden." terugkeer van de Beagle! voor hij iets
Het lot was hem gunstig gezind, want van zjjn veronderstellingen openbaar zou
reeds enkele maanden na zijn kandidaats- maken. Dat gebeurt in zijn studie „De
examen kreeg hij, ongetwijfeld dankzij de
Dr. A. Schierbeek heeft ter gelegen
heid van de Darwinherdenking op 1 juli
een boek geschreven: „Darwin's werk
en persoonlijkheid". Het is deze week
bij de Wereld-Bibliotheek te Amster
dam verschenen. Het is een vlot-ge-
schreven, prettig leesbaar werkje met
een uitvoerige biografische schets en
een samenvatting van de hoofdzaken
uit „Het ontstaan der soorten" - zodanig
gepopulariseerd dat Darwins denkbeel
den ook voor leken begrijpelijk zijn.
Van harte aanbevolen!
structuur en de verspreiding van koraal
riffen", een boekje van amper dertig pa
gina's, dat in kort bestek al de ganse
kern van zijn latere evolutieleer bevat.
Toch wekt het geen opschudding, zoals
Darwin gevreesd heeft; misschien omdat
het alleen over micro-organismen gaat.
In de jaren die volgen, werkt Darwin
verder aan de voltooiing van zijn grootste
conceptie, moeizaam worstelend tegen zijn
zwakke gezondheid, zijn twijfel aan zich
zelf, de moeilijkheden in het gezin. Lang
zaam groeit de theorie uit, nóg langer vergt
het verzamelen van het bewijsmateriaal.
Het kaartenhuis van losse gedachten
wordt een stevig bouwwerk, op hechte
fundamenten, dat de eerste stormen der
stante, onveranderlijke soorten en nu
heeft Darwin de euvele moed om Gods
schepping terzijde te schuiven met de be
wering, dat de dieren en planten voort
durend tot in hun meest-kenmerkende
eigenschappen veranderen en dus als het
ware zichzelf herscheppen. Maar het ergst
van alles is, dat deze hoovaardige beweert,
dat de mens, geschapen naar Gods even
beeld, zou afstammen van de apen. Wie
heeft ooit zulke godslasterlijke dingen dur
ven verkondigen?
DARWIN HAD een dergelijke reactie
natuurlijk voorzien en dat was een van
de redenen, dat hij zo lang geaarzeld heeft
om zijn leer te publiceren. Hierbij moet
opgemerkt worden, dat hij nooit beweerd
heeft, dat de mens van de apen afstamt,
maar alleen dat zij „wellicht" in voorhis
torische tijden één gemeenschappelijke
voorvader gehad hebben een standpunt
dat nog altijd gehuldigd wordt en dat la
ter, door de vondst van diverse fossiele
prehistorische skeletten tenvolle bevestigd
is. Maar met zulke subtiele kleinigheden
wensen zijn critici zich niet op te houden.
Darwin moet te vuur en te zwaard ver
nietigd worden en geen middel schuwen
bruikelijke vorm van behandeling met
medicamenten. De physische therapie
heeft pas een goede ontwikkeling kunnen
doormaken, toen via het Ziekenfondsbe-
sluit van 1941 ook leden van de ziekenfond
sen recht kregen op deze wijze van behan
deling. De sociale kanten van de physi
sche therapie nemen in dit proefschrift,
waarvan prof. dr. A. Querido, hoogleraar
in de sociale geneeskunde promotor is, een
ruime plaats in.
In enkele inleidende hoofdstukken houdt
dr. Baruch zich bezig met de overeen
komst en verschillen van gebruikelijke be
handeling met medicamenten en die met
bestralingen met hoogtezon, warme of kou
de baden, modderbaden en oefeningen, zo
als die geschieden bij de physische thera
pie. De physische therapie maakt meer
gebruik van de kx-achten zoals die in de
natuur aanwezig zijn (zonbehandeling,
minerale baden) maar is toch geen na
tuurgeneeskunde. Want ook de energie uit
de natuur zelf wordt gegeven via appara
ten en via technische hulpmiddelen.
Een in ons land weinig bekende vorm
van physische therapie is de behandeling
met behulp van minerale baden. Dr. Ba
ruch beschrijft de ervaringen die hij in Ti
berias in Israel opdeed, waar hij een half
jaar werkzaam was bij de zogenaamde
warme bronnen, waar reeds duizenden ja
ren lang patiënten met reumatiek en an-
dei-e kwalen hulp kwamen en komen zoe
ken. Nauwkeurige onderzoekingen van de
verschillende minerale bi-onnen hebben
vooral de laatste jaren aangetoond, dat zij
diverse, mogelijk werkzame bestanddelen
bevatten, zoals bijvoorbeeld radium. Het
geheim van de in de praktijk vaak succes
rijk gebleken werking van minerale ba
den en badplaatsen in zogenaamde Kuror-
te, is wetenschappelijk nog niet opgelost.
Maar, aldus dr. Baruch, men kan toch ge
bruik maken van de geneeski-achtige wer
king van de baden en bronnen, ook al is de
ze werking niet geheel en al te verklaren.
BIJ DE BEHANDELING van reumapa
tiënten bleek vooral de physische therapie
van grote betekenis te zijn. Diverse reu
matische aandoeningen worden met
hoogtezonkuren, modderbaden en derge
lijke bestreden. In ons land was het vooral
dr. Jan van Breemen, die de physische
therapie bij de reumapatiënten toepaste.
Geleidelijk zou uit de physische therapie
zich een nieuwe wetenschap ontwikkelen,
die van de reumathologie.
Behalve patiënten met reumatiek kun
nen ook andere patiënten met succes met
physische therapie worden behandeld.
Vooral na de tweede wereldoorlog bleek
er grote behoefte te bestaan aan deskun
digen, die zich zouden bezighouden met de
behandeling met physische therapie
van gewonden en invaliden. Met behulp
van bestralingen, baden en oefeningen
kunnen in vele gevallen immers gewonden
en invaliden gerevalideerd worden. Be
halve de specialist voor reumatologie
heeft zich juist de laatste jaren de revali
datiearts uit het oudere specialisme phy
sische therapie ontwikkeld.
Aan de Nederlandse universiteiten
wordt nog weinig of geen aandacht ge
schonken aan de physische thei-apie. Dr.
Baruch wijst erop, dat reeds in 1903 ge
poogd werd, de physische therapie ook te
laten onderrichten aan de universiteiten.
De conservatieve houding van de Neder
landse universiteiten, die physische thera
pie nog als te nauw verwant met natuur
geneeskunde of als een tegenstelling van
de behandeling met medicamenten be
schouwden, heeft ertoe geleid, dat in ons
land geen onderwijs aan de universiteiten
in de physische therapie wordt gegeven.
In dit opzicht steekt NedciTand wel ongun
stig af bij andere landen, zoals Engeland,
Amerika, Duitsland en België, waar de
medische studenten onderricht krijgen in
de physische therapie, evenals in de behan
deling met medicamenten.
Deze houding van de Nederlandse uni
versiteiten vormt ook een tegenstelling
met de praktijk. Want dagelijks worden
ook in ons land duizenden patiënten met
reuma, kinderverlamming en andere aan
doeningen met bestralingen, oefeningen
en baden behandeld, allemaal vormen van
physische therapie.
In Kaboel, de hoofdstad van Afgha
nistan, wordt door de moderne jonge vrou
wen een stille strijd gevoerd om afschaf
fing van de „poei'dah" een sluier, die
het gelaat van de vrouw verborgen houdt.
Op het ogenblik lopen de Afghaanse ge
trouwde vrouwen, afgestudeei'de meisjes
zowel als dienstboden in een van hoofd tot
voeten reikende japon a „la ligne sac",
een „chedra" geheten, een zeer onpi-ak-
tisch kledingstuk, dat warm is in de zomer,
onmogelijk wanneer het regent, en altijd
ongemakkelijk om te dragen. De bedoe
ling ervan is om de aandacht van de jon
gemannen te voorkomen. Aan het comfort
van de draagsters wordt geen aandacht
geschonken.
Voor de Westerse vreemdeling is het een
voortdurende bron van verbazing en
misschien ook van vennaak, wanneer hij
(Vervolg van de vierde kolom)
beginselen der biologie en c. Darwins boek
niet eens gelezen kan hebben. Huxley ein
digt met de opmerking, dat hij „liever een
aap tot vooi'vader zou hebben dan een in
tellectuele prostitué gelijk Samuel Wilber-
force".
Een onbeschrijfelijk tumult breekt los
in de eivolle zaal. Lady Brewster maakt
zich onsterfelijk door luid gillend flauw te
vallen. De verzamelde geestelijkheid brult
hoogst ongeestelijke beledigingen, maar
de bisschop kan slechts witjes glimlachen.
Hij verlang geen wederwoord. De bijeen
komst eindigt in heilloze verwarring. Er
is niets bewezen of ontzenuwd, maar het
schandaal brengt Darwins naam op ieders
lippen. Een moderne i-eklamepsycholoog
had geen betere stunt kunnen verzinnen.
TOCH DUURT HET nog jaren, voordat
de verwoede strijd om de nieuwe leer ver
stild, en het Dai-winisme aanvaard is. Zij
is dat ook nu nog, hoewel nieuwe inzich
ten en onderzoekingen, vooral op het ge
bied van de erfelijkheidsvei-schijnselen
sindsdien wel aangetoond hebben, dat
„het ontstaan der soorten" zeker niet al
léén bepaald wordt door de natuurlijke
teeltkeus, die Darwin in het middelpunt
van zijn leer stelde. Doch die nieuwei'e in
zichten passen wonderwel in het schema
dat deze geniale geleerde een eeuw gele
den ontwierp en dat ondanks zijn zwakke
plekken en onvolkomenheden van onschat
bare waarde geweest is voor het natuur-
past. De meeste zakenlieden lopen thans
rond in colbertjassen en pantalons in
plaats van de traditionele kaftans, pof
broeken en bijbehoi-ende kledingstukken, onderzoek. In enkele tientallen jaren tijds
hetgeen de vrouwen niet is ontgaan. In hebben de plant- en dierkunde onder in-
werkelijkheid is er bijna niemand meer in vloed van Darwins theorieën, een veran-
Kaboel die voor handhaving van de „poer- dering ondergaan, zoals de wereld er nooit
dah" is. Men wijst erop dat in de Koran, een gekend heeft. Als Darwin in 1882 sterft
onder deze eeuwenoude gewaden ontdekt de bijbel, helemaal niet is aangegeven dat heeft zijn leer op bijna alle fronten getri-
wat er allemaal onder wordt gedragen,
een Westerse japon, nylonkousen en
schoenen met hoge hakken. Maar dat ziet
hij alleen dan wanneer de wind speels
met de in wijde plooien vallende „che
dra" speelt.
De mannen in Kaboel echter hebben
zich reeds aan de moderne tijden aange-
de vrouw de „chedra" moet di'agen. De
profeet Mohammed heeft slechts gezegd
dat een vi-ouw bescheiden moet blijven en
die lichaamsdelen moet bedekken, die de
man aanstoot zouden kunnen geven. En
de Afghanen betogen dat Mohammed met
„aanstoot gevende" lichaamsdelen beslist
het vrouwelijke gelaat niet bedoeld had.
omfeerd. De wetenschap heeft hem alge
meen erkend als een van haar belangi-ijk-
ste baanbrekers en zelfs de kerken begin
nen zich in het licht der feiten te verzoe
nen met het denkbeeld van een voortdu
rende veranderende planten- en dierenwe
reld.
H. Croesen