Fraaie nieuwe aanwinsten in het
veertigjarig Openluchtmuseum
FILATELIE-
Interpellaties
20
Op en om het
Binnenhof
Belangstelling voor plattelandscultuur
neemt gestadig toe
Voorstel tot samenvoeging
van Roermond en Maasniel
Opnieuw recordaantal
passagiers op Schiphol
Tot september in Bussum
geen P.v.d.A.-wethouder
Dijkgraaf stond terecht
wegens verduistering
Dordtse hoffeesten ingezet
Fonds voor kosten van
tentoonstellingen
Mannequin (met blote rug
op foto) krijgt ongelijk
NEDERLANDSE ANTILLEN
NEDERLANDSE ANTILLEN
ZATERDAG 12 JULI 1958
y
HsLdiK'kte.s.
Witte JurkJe*
«fhorOc»
S-miits.tes
(Van een onzer redacteuren)
ONZE EERSTE kennismaking met het
Openluchtmuseum dateert al uit de lang-
vervlogen dagen dat wij nog een klein
eigenwijs jongetje met kuitkousjes waren.
Dat was tijdens een zomers schoolreisje
naar Arnhem en we herinneren ons nog
levendig, hoe kwaad we waren op onze
hoofdonderwijzer. Wie, zo mopperden wij,
gaat er nu op zo'n uitstapje in een museum
ronddwalen als er zwembaden, diergaar
den en speeltuinen in overvloed bij de
hand zijn?
Maar de wil der ouderen was nog wet
in die verre tijden en dus gingen we. Naar
het prachtige park op de Waterberg aan
de Noordrand van Arnhem, waar het toen
nog bescheiden Openluchtmuseum een zeer
noodlijdend bestaan leidde. Er waren een
handvol molentjes en een paar boerde
rijtjes, die ons, als prille schoolkinderen,
maar matig interesseerden. We verveelden
ons stierlijk en waren blij, toen eindelijk
de rondgang volbracht was erf, we eruit
mochten, de lokkende W esterbouwing
tegemoet.
TOCH IS er toen ergens in ons blasé
stadsjongenszieltje waarschijnlijk iets blij
ven hangen van deze eerste confrontatie
met de plattelandscultuur. Want in de
jaren die volgden zijn we ettelijke malen
op de Waterberg teruggekeerd met steeds
meer animo. Daar was in de eerste plaats
dat verrukkelijke „los hoes" uit Twente
met zijn wanden van leem en zijn vloer
van hobbelige keien: een zeventiende-
eeuwse keuterboerderij, welks schemer
donkere interieur één groot vertrek,
waarin mensen en beesten gezellig samen
woonden onze kinderlijke fantasie aan
het werk zette. Je zag dan als het ware
het boerengezin weer voor je zitten, zoals
het honderden jaren geleden 's winters
om de schouw samenhokte en men elkaar
de oeroude streeklegenden vertelde, ter
wijl het vee achter in de donkere stal
zachtjes aan de kettingen rammelde. En
dan die koddige oude molentjes, waar je
zo heerlijk tussen de hanebalken kon
klimmen en waar alles nog doortrokken
scheen van de prikkelende geur van vers
gemalen koren
OF DE TIENDUIZENDEN schoolkin
deren, die nu ieder jaar het Openlucht
museum bezoeken, dezelfde indrukken
meenemen, wie zal het zeggen? Maar in
elk geval verheugt
het museum, dat mor
gen zijn veertigste
levensjaar voltooid
heeft, zich vooral de
laatste jaren in een
stijgende belangstel
ling van jong en oud.
Voor de oorlog wa
ren er gemiddeld
niet meer dan enkele
tienduizenden bezoe
kers pet'seizoen; nu
is .dat getal al tot ver
over het kwart mil-
joën'gestegen. En te
recht, want deze
folkloristische ver
zameling is nog altijd
uniek in haar soort
in geheel West-Euro
pa. En men hoeft
heus geen fanatieke
folkloreaanbidder of
een wetenschappelijk
vorser te wezen, om
van dit alles te kun
nen genieten. De
boerderijen, molens
en oude handwerk-
bedrijfjes die hier
bijeengebracht zijn,
vertegenwoordigen
namelijk niet slechts
een kostbaar cultuur
historisch bezit, zij
vormen ook een pa
norama van drie
eeuwen boerenwel-
varen, dat zelfs bij
oppervlakkige ken
nismaking in hoge
mate boeiend èn
amusant is.
DAAR is bijvoor-
beeld om dicht bij g
huis te blijven, die
vermaarde Kenne-
mer bleekerij „Achter 't Nachtegaaltjen",
die de Gouden Eeuw van de Haarlemse
linnenindustrie nog meegemaakt heeft. En
kele decennia geleden werd het hele geval
in Overveen steen voor steen afgebroken,
naar Arnhem getransporteerd en daar
weer in zijn oorspronkelijke staat opge
bouwd. Hoewel dat „oorspronkelijk" toch
ook weer betrekkelijk is, want in de laat
ste periode van zijn bestaan als bedrijf
werd ,,'t Nagtegaaltjen" getransformeerd
tot een fijnwasserij en als zodanig is het
later dan ook naar het Openluchtmuseum
verhuisd. In de ruime hal van het ge
bouwtje prijken nu dus drie enorme hou
ten kuipen, die eigenlijk prototypen zijn
van de moderne wasmachine. De was werd
erin rondgeslingerd door buitenmodel hou
ten „pulsators", die aangedreven werden
door een ingewikkeld raderwerk van hou
ten tandwielen met een rondzwoegend
trekpaard als motor
ZO ZIJN er in de loop der jaren vele
antieke plattelandsbedrijfjes in het park
'Pgenomen met alles wat erbij placht te
horen: de stroopkokerij, de Veluwse pa
piermolen, waar het befaamde Oudhol
landse papier „geschept" werd, het we
vershuisje, de Marker scheepswerf met
bvarshelling, een grutterij, een oude smid
se en vele andere, waarvan er enkele nog
m vol bedrijf te zien zijn.
Een nieuwe aanwinst op dit gebied is
'en rustieke tingieterij met al haar primi-
ieve gereedschappen en werktuigen. Een
'oekbinderij en drie andere ambachts-
s''isjes zullen nog dit jaar gereedkomen,
'ok in de wagenloods en de wagenhal,
tar tientallen fraai-bewerkte en be-
-hilderde sjeezen, arren, speel- en feest-
"igens opgesteld zijn naast rariteiten als
's eerste Amsterdamse paarden-omnibus
o de laatste Arnhemse boevenwagen
j'anwege zijn vier ventilatiepijpjes als „de
Statendam" de geschiedenis ingegaan), zijn
''ei-schillende nieuwe aanwinsten te be
wonderen. Jammer alleen, dat er voor de
'aatste categorie antieke vervoermiddelen
n°g géén betere behuizing gevonden is
dan de donkere, volgepropte wagenloods.
SINDS HET MUSEUM in 1942 door
toedoen van de Duitsers! een rijksin
stelling werd (voordien werd het in stand
gehouden door een particuliere vereni
ging) is het budget ook wat ruimer ge
worden, zodat men vele zeldzame objecten
heeft kunnen aankopen. Dat gebeurt ech
ter in principe alleen, wanneer zo'n zeld
zaam pand met afbraak bedreigd wordt,
want liever laat men deze dingen in de
streek waar zij thuishoren, maar in dat
geval komen onderhoud en restauratie
voor rekening van de locale autoriteiten.
Enkele malen is het voorgekomen, dat een
gemeentebestuur, door het. Openluchtmu
seum geattendeerd op de vervallen staat
van een mooi oud boerenhuis, besloot, zo'n
huis in kwestie op eigen kosten te laten
opknappen om het aldus voor de gemeente
te kunnen behouden. Ook op deze manier
werkt het museum dus mee aan het kwe
ken van meer waardering voor de oude
plattelandscultuur.
DIT JAAR is het bezit onder meer uit
gebreid met een fraaie, vroeg-negentiende-
eeuwse boerderij uit Giethoorn, een zo
genaamde ..kamelenbult", waaromheen
thans een miniatuur Giethoorns water
landschap wordt aangelegd. Een der pronk
stukken, de uit 1617 daterende Oudbeyer-
landse herenboerderij „Jan Schillemans
Stede", in ranke boerse renaissancestijl
opgetrokken, nadert eveneens zijn voi-
tooiing. Met zijn fraaie architectuur en
zijn (voorlopig nog imcomplete) inventaris
aan stijlmeubelen en gereedschappen
vormt het een opmerkelijk monument van
Nederlandse boerencultuur.
Een van de grootste trekpleisters is stel
lig de afdeling met de kostuumcollectie,
in de oorlog goeddeels verdwenen, maar
na de bevrijding door Cruys Voorbergh en
zijn opvolger Duyvetter weer opgebouwd.
Elke twee jaar wordt uit deze rijke ver
zameling streekkostuums een bijzondere
expositie ingericht, die dit jaar tot onder
werp heeft de marktgang. In levendige
tableaus zijn hier een tachtigtal levens
grote poppen opgesteld in de fraaie'streek-
drachten. waarin de boeren en boerinnen
uit de diverse gewesten ter markt trokken
en nóg trekken. Deze uitgebreide collectie
drachten en accessoires, ten dele door par
ticulieren geschonken, ten dele door Prin
ses Wilhelmina in bruikleen afgestaan,
vertegenwoordigt een zeer hoge waarde.
Sommige poppen dragen bijvoorbeeld al
leen aan gouden „oorijzers" al een kapi
taaltje van duizenden guldens. En zo fijn
zijn vele van die sieraden bewerkt, dat
geen moderne juwelier ze meer na zou
kunnen maken. Geen wonder, dat deze
afdeling door een bijzonder deugdelijk
alarmsysteem tegen ongewenst bezoek ge
vrijwaard is.
Van de oudere objecten zijn de favo
rieten nog steeds het pittoreske Zaanse
en Markense buurtje, het grappige an
tieke dorpsschooltje uit, Lhee (bij Dwin-
gelo), waar de „plak" en de „ongeluks-
Een der nieuwste aanwinsten van het
museumpark is deze Oudbeyerlandse
boerderij „Jan Schillemans Stede",
waarvan het oudste gedeelte reeds uit
1537 dateert. In 1617 liet Reynhart van
Aelswijn. heer van Brakel (bijge
naamd de meelzak") het f raaie woon
huis eraan vasthouwen. Sindsdien is
het onafgebroken bewoond geweest
tot de afbraak in 1952. Kort daarna
werd het steen voor steen naar het
Openluchtmuseum overgebracht, waar
de wederopbouw dit voorjaar
voltooid is.
Bij de afbeelding links:
In de eeuwenoude wasserij „Achter 't
Nagtegaaltjen t'Overveen", die thans
in het Openluchtmuseum prijkt, is ook
deze antieke houten waslijst van bijna
een meter hoogte te zien. Zij geeft een
helder inzicht in de dessous van de
voorvaderlijke linnenkast, waarin
slaapmutsen en boezeroenen nog aan
de orde van de dag waren. Wat flepjes
en fijteltjes waren, hebben wij helaas
niet meer kunnen ontdekken.
vogel" nog tussen de fraai-bewerkte hou
ten schooltassen prijken, en de Zwolse
boerenherberg, waar ge in de propere ge
lagkamer met een heerlijk glas koel gerste
nat het Stof der Eeuwen weg kunt spoelen.
Midden-Limburg ten oosten van de Maas
zal door de exploitatie van de nieuwe mijn
Beatrix een ingrijpende structuurverande
ring ondergaan en zijn agrarisch karakter
grotendeels verliezen. Opdat die structuur
verandering in geordende banen geleid kan
worden is op initiatief van Gedeputeerde
Staten van Limburg een streekplan voor
dit gebied vastgesteld. Roermond en Maas
niel zullen samen het centrum van het
nieuwe streekplangebied zijn en Gedepu
teerde Staten menen, dat deze gemeenten
daarom samengevoegd dienen te worden.
De regering is het daarmee eens, zodat nu
bij de Tweede Kamer een wetsontwerp is
ingediend, waarin voorgesteld wordt Maas
niel als gemeente op te heffen en bij Roer
mond te voegen. Het wetsontwerp heeft de
instemming van de gemeenteraad van
Roermond, die van Maasniel kan zich er
echter niet mee verenigen.
Het luchtvervoer is de laatste weken
van juni en de eerste tien dagen van juli
sterk toegenomen. Dit blijkt uit de aantal
len passagiers, die in die periode de loket
ten van de aankomsthal en die van de ver
trekhallen op Schiphol zijn gepasseerd.
On 5 juli werd het record, dat sinds 28 juni
op 4224 stond (waaiwan 4050 passagiers
van de K.L.M.) verbeterd. Op die dag zijn
4.533 passagiers op Schiphol aangekomen
of vertrokken.
Het passagiersvervoer in het eerste
kwartaal van dit jaar bleef beneden dat
van de overeenkomstige maanden van
1957, maar mei gaf op Schiphol een sterke
stijging te zien tegenover dezelfde maand
van het vorig jaar. namelijk een toene
ming van meer dan 8.000 luchtreizigers.
Het totaal aantal luchtreizigers over de
eerste zes maanden van dit jaar is hoger
dan dat in het eerste halfjaar van 1957.
In de gemeenteraadsvergadering van
Bussum is met 14 tegen 6 stemmen een
voorstel aangenomen van de K.V.P.-,
V.V.D.- en prot. christelijke fracties om het
aantal wethouders van vier terug te bren
gen op drie. Tegen stemden de P.v.d.A. en
de C.P.N. De K.V.P.-wethouder verliet
vóór de stemming de zaal.
In verband met het ontslagnemen van
wethouder L. Bouma had de P. v. d. A.
voor deze vacature tijdelijk kandidaat ge
steld de fractievoorzitter P. Tjebbes. Voor
de in september te houden wethoudersver
kiezing zou men zich beraden over een
kandidaat.
Namens de drie fracties, die het voorstel
hadden ingediend, werd verklaard dat dit
uitsluitend op zakelijke gronden was ge
schied, onder meer omdat de tijd voor een
nieuwe wethouder te kort zou zijn om zich
geheel in te werken.
De officier van Justitie bij de rechtbank te
Middelburg heeft een gevangenisstraf van
één jaar,-, waarvan vier maanden voor
waardelijk geëist tegen een 44-jarige land
bouwer uit St. Jansteen in Zeeuws Vlaan
deren. Als dijkgraaf van een waterschap
had hij enkele duizenden guldens verduis
terd door bomen te verkopen en het geld
niet aan het waterschap af te dragen. Hij
vluchtte daarna naar België, doch keerde
na enkele dagen terug en meldde zich aan
bij de politie. Voor de rechtbank verklaar
de hij tot deze verduistering te zijn geko
men omdat hij door slechte bedrijfsresul
taten niet in staat was zijn verplichtingen
na te komen. De rechtbank zal op 23 juli
vonnis wijzen.
Prof. mr. P. J. Oud heeft vrijdagavond
in de Grote Kerk te Dordrecht een rede
gehouden over de betekenis van de eerste
vrije statenvergadering, die op 19 juli
1572 is gehouden en die in de Merwestad
elk jaar feestelijk herdacht wordt. Met
deze herdenkingssamenkomst in de histo
rische Grote Kerk werden de Dordtse hof
feesten, die dit jaar gehouden worden van
12 tot en met 19 juli, geopend.
Het Begijnhof zal de komende weken
weer feestterrein zijn. Het centrum van
de stad is ter gelegenheid van het feest
versierd en verlicht. Prof. Oud zei in zijn
rede, dat de eerste vergadering van de
vrije staten daarom zo belangrijk was,
omdat toen de kiem werd gelegd van de
gedachte, dat een volk eigen, onver
vreemdbare rechten heeft en dat het te
gen het gezag en overheid mag opstaan,
indien dat gezag of die overheid zijn
plichten tegenover het volk vergeet. De
zelfde idee vindt men later terug in de
Amerikaanse Onafhankelijkheidsverkla
ring en in de verklaring ovér de rechten
van de mens van de Verenigde Naties. Hij
noemde het bijeenroepen van de eerste
vrije statenvergadering een moedige daad
van de toenmalige Dordtse vroedschap.
Minister Cals stelt voor te beginnen
met 1958 per jaar vijftig duizend gul
den uit te trekken voor tento •nstellingen
in het Rijksmuseum te Amsterdam. Bij
deze bedragen zullen dan worden gevoegd
de eventuele baten van deze tentoonstel
lingen (beschikbaar is nu al een bedrag
van tweehonderdeenenveertig duizend gul
den van de Rembrandttentoonstelling in
1956). De kosten van de tentoonstellingen
zullen uit 't aldus gevormde fonds moeten
worden bestreden.
De president van de rechtbank te Am
sterdam heeft uitspraak gedaan in het kort
geding, dat door een Amsterdamse manne
quin aanhangig was gemaakt tegen een
Utrechtse matrassenfabriek. De fabriek
had acht maanden lang voor reclamedoel
einden een foto van de mannequin ge
bezigd, waarop zij met een nogal vrij ver
ontblote rug was afgebeeld. De mannequin
had dit pas ontdekt toen de fabriek de af
beelding ook ging gebruiken voor levens
grote blikvangers in etalages en een buur
man haar daar op attent maakte. In het
kort geding eiste zij, dat de fabriek al deze
„showcards" zou vernietigen.
De president heeft deze eis echter afge
wezen. „Wanneer er haar inderdaad zoveel
aan gelegen zou zijn geweest alleen haar
schouders of ten hoogste het bovendeel van
de ontklede rug op de foto's zichtbaar te
laten, dan had zij, door zich slechts gedeel
telijk te ontkleden de grens, daarvan kun
nen bepalen", aldus de president.
De mannequin had zich beroepen op een
overeenkomst met de fotograaf, die zij het
vorig jaar toestond de foto te maken. Bij
gebruik voor advententiedoeleinden zou de
ontklede rug met tekst bedrukt worden.
Dat geschiedde echter alleen in de eerste
advertentie, die in een damesweekblad
werd afgedrukt. Op de showcards is de rug
echter zichtbaar tot dat gedeelte waar hij
ophoudt rug te zijn en er staat geen tekst
op. De mannequin stelde, dat men haar
nu zou kunnen herkennen en dat daarmede
haar reputatie en haar positie als manne
quin in gevaar zouden komen. De presi
dent meende dat dit niet het geval is, om
dat men haar dan ook zou hebben kunnen
herkennen van de eerste advertentie.
De fotograaf, die evenals de mannequin
50.ontving, had afstand gedaan van de
foto en bezat dus geen auteursrechten
meer. Dat dit gedaan is op voorwaarde,
dat de rug steeds met tekst bedrukt zou
worden, heeft de mannequin volgens de
president niet aangetoond of aannemelijk
gemaakt.
Advertentie
Vlak voor het scheiden van de markt,
d.w.z. voor de aanvang van het zomer
reces, heeft de Tweede Kamer liefst drie
interpellaties gehouden, nadat zij tot
dien, sinds het begin van dit zittingsjaar,
overigens nog slechts vier keer had ge
ïnterpelleerd. Laat ik hieraan onmiddel
lijk toevoegen, dat niet zo zeer op het al
lerlaatst plots extra-grote begeerte was
ontstaan om de .regering al interpellerend
aan de tand te voelen als wel dat de
opeenhoping van j.l. woensdag veel meer
een gevolg van toevallige samenloop van
omstandigheden was.
Het recht van interpellatie is een van de
belangrijke middelen, die de volksverte
genwoordiging ter beschikking staan om
ministers te nopen verantwoording ten op
zichte van hun beleid af te leggen. Een
van de middelen, want op nog velerlei an
dere wijze kan dit gebeuren en in het bij
zonder verschaft vooral het jaarlijkse be-
grotings-debat ruimschoots gelegenheid om
de loden van het Kabinet, bij wijze van
spreken, het hemd van het lijf te vragen.
Men begrijpe mij wel: daarbij is het hele
maal niet steeds de bedoeling om de mi
nisters in hun hemd te doen staan! Maar
wel gaat het er om, ook ter gelegenheid
van de behandeling van do begrotings-ont-
werpen, zich te laten inlichten, helemaal
niet alleen over hetgeen er precies met
de aangevraagde gelden moet of kan ge
beuren, doch tevens over het in de vooraf
gaande periode door de minister in kwes
tie gevoerde beleid. Het leeuwendeel van
de begrotings-discussies pleegt echter tus
sen omstreeks oktober en Nieuwjaar
plaats te vinden, zodat in de overige tijd
van een parlementair zittingsjaar het ter
verantwoording roepen van ministers nog
op andere wijze moet kunnen gebeuren.
Dit kan ook, b.v. in geval over een be
paald 'stuk regeringsbeleid een nota ter
tafel komt, wat in de laatste jaren nog al
eens gebeurt en dan is er verder onder
meer de toepassing van het interpellatie-
recht. Terloops stip ik even aan, dat de
Kamerleden individueel, nu al sinds meer
dan een halve eeuw (1906), schriftelijk of
mondeling met vragen voor den dag kun
nen komen. Ongetwijfeld dient dit even
eens voor uitoefening van het zgn. parle
mentaire controle-recht, te weten het
recht om toezicht uit te oefenen op wat
de regering doet en nalaat, alsook op het
waarom daarvan. Maar die vragen van
individuele Kamerleden verschaffen, al
thans in grote lijnen genomen, geenszins
aan de Kamer in haar geheel gelegenheid
om de minister over het onderwerp waar
op de vragen betrekking hebben, aan de
tand te voelen. En vandaar dat ingeval er
een aangelegenheid is die van meer alge
mene betekenis te achten valt, alsook
eventueel wanneer eerst een afgevaardig
de na zijn individuele vragen met een
kluitje in het riet is gestuurd, het houden
van een interpellatie de juiste methode is.
In het algemeen wordt er tot interpelle
ren overgegaan wanneer er reden schijnt
te bestaan voor ongerustheid, respectieve
lijk ontevredenheid, hetzij over gevoerd
hetzij over te verwachten beleid. Intus
sen komt het een heel enkele keer wel
eens voor, dat een interpellatie dienst
doet om de regering gelegenheid te ver
schaffen zich te midden van de volksver
tegenwoordiging over een onderwerp, dat
haar zelf na ter harte gaat. uit te spreken.
In zulk een geval loopt dus uit de aard
der zaak de interpellant allerminst met
enigerlei boze voornemens ten opzichte van
de te interpelleren minister rond en ge
beurt het nogal eens dat er eerst achter
de schermen een contact met de bewinds
man in kwestie heeft plaats gevonden, dat
dan aanwijzingen kan opleveren dat de in
terpellatie bepaald welkom zal zijn.
Om de ene gemeenschappelijke
Europese zetel
Een voorbeeld van een aldus op touw
gezette interpellatie was die waarbij prof.
Romme (K.V.P.) woensdagavond optrad
en wel met de duidelijke bedoeling om van
de ministerstafel nog eens uitdrukkelijk
verkondigd te kunnen krijgen, dat de Ne
derlandse regering zonder enige aarzeling
haar standpunt blijft handhaven dat er
èèn zetel moet komen voor de Europese
gemeenschappen. In het samenspel tus
sen de interpellant en de woordvoerder
van de regering, staatssecretaris v. d.
Beugel, is nog eens met bijzondere nadruk
op de voorgrond geplaatst, dat de Euro
pese verdragen bepaald ook als onafwijs
bare verplichting voorschrijven, dat de ge
meenschappen met haar verschillende or
ganen in een en dezelfde stad gezeteld
zullen zijn. De heer v. d. Beugel verzuim
de allerminst de gelegenheid aan te grij
pen om te verklaren hoezeer de Neder
landse regering betreurt, dat de regerin
gen van de zes landen, die nota bene wel
in de verdragen regelingen hebben kun
nen treffen over een hele reeks van in
grijpende en moeilijke aangelegenheden,
nog altijd maar niet in staat zijn geble
ken het eens te worden over het toch
werkelijk heel wat eenvoudiger probleem
van de zetel. Er is in het korte debat,
waaraan ook mr. v. d. Goes van Naters
(P.v.d.A.) nog even deelnam, tevens nog
eens onderstreept, dat en waarom men
er van Nederlandse zijde niet aan denkt
om te zullen instemmen met een slechts
voorlopige zetel-vaststelling, laat staan
met een beslissing om dan maar een uit
weg te zoeken door voorshands zetel-ver
deling te aanvaarden, dat wil zeggen om
de gemeenschappen elk tijdelijk een eigen
zetel te laten hebben. Eenstemmig ver
enigde de Kamer zich met een motie
waarin dit alles is vervat. Die motie was,
gegeven het standpunt van de Nederland
se regering, met het oog op haar beleid
helemaal niet nodig. Maar het nut van
zulk een uitspraak zou misschien op een
gegeven ogenblik kunnen zijn, dat mede
de stem van het Nederlandse Parlement
bij een mettertijd in een door de gemeen
schappen te treffen beslissing, enig ge
wicht in de schaal zou leggen. Trouwens
de motie, zo is meteen uitdrukkelijk be
paald, moet ter kennis worden gebracht
van het Europees parlement en verder zo
wel van de regeringen als van de parle
menten van de vijf andere staten, leden
der Europese gemeenschappen. Om pre
cies te zijn moet ik er wel even op wijzen,
dat volgens de bewoordingen van de mo
tie die ter-kennis-brenging, wat Frankrijk
aangaat, slechts zal dienen te gebeuren
van de voorzitters van het Franse parle
ment.
Blijkbaar hadden de opstellers van de
motie dit laatste er met opzet in gezet nu
het Franse parlement zelf voor geruime
tijd op reces is! Wanneer men bedenkt,
dat zulks vooral gevolg is van allerlei
pressie die in beginsel nu niet bepaald bij
uitstek parlementair-democratisch kan
neten. Daarom had mijns inziens Mr. v.
d. Goes van Naters wel gelijk toen hij, zon
der dit overigens allemaal uit te spreken,
aanried deze afzonderlijke formulering
te laten varen. Hieraan is echter tenslot
te geen gevolg gegeven. Het moet mij van
het hart, dat ik daarin enigermate een
schoonheidsfout zie. Meteen zij echter
grif erkend, dat niettemin verreweg van
overwegend belang is, dat de Nederland
se regering en de Nederlandse Tweede
Kamer tezamen eendrachtig nog eens
voor het boven weergegeven standpunt
hebben gepleit.
Interessant was nog de vraag van Prof.
Romme en het voor hem, naar aan te ne
men valt, waarschijnlijk allerminst ver
rassende antwoord van staatssecretaris
v.d. Beugel omtrent de bevoegdheid van
de instellingen zelf van de Europese ge
meenschappen om te beslissen aangaan
de de „plaats van haar werkzaamheden".
Indirect lag en ligt in deze uitlatingen een
aansporing besloten voor de Assemblee,
voor de Commissies, en voor het Gerechts
hof van de Europese Gemeenschappen om
nu eenvoudigweg uit te maken in welke
stad zij zich voor de verrichting van hun
werkzaamheden wensen neer te laten. In
dien inderdaad de hier genoemde organen
elk voor zich, in dat opzicht de knoop zou
den doorhakken en dan dezelfde stad als
„werkplaats" kiezen, zou daarmee in fei
te bereikt zijn wat de zes regeringen tot
nu toe in rechte niet voor elkaar hebben
weten te boksen!
Dr. E. van Raalte
OOSTENRIJK. In Wenen wordt van 17
tot 20 juli het 3de Oesterreichische San-
gerbundesfest gehoudenNaar aanlei
ding hiervan zal op 14 juli een veel
kleurige postzegel van 1.50s. worden
uitgegeven. De zegel vertoont het por-
txtr.xett-e
tret van de Oostenrijkse minnezanger
Walther von der Vogelweide 1170-
1230). Het ontwerp is van Franz Myn-
ni en de gravure van Maria Olinowetz.
Er zijn 5 miljoen exemplaren gedrukt.
De Portugese koloniën ANGOLA, S.
THOMAS EN PRINCIPE, GUINEE en
de KAAP VERDISCHE EILANDEN
hebben elk een postzegel het licht
doen zien voor de Wereldtentoonstel
ling te Brussel. Voor Angola is het een
1.5ó ang., voor de KaapVerdische eilan
den een 2 esc., voor Guinee een 2.50 esc.
en voor S. Thomas en Principe een 2.50
esc. Op alle vier de zegels is een we
reldbol, waarop de Portugese bezittin
gen zijn aangegeven, het embleem van
de Expo en het wapen van Portugal af
gebeeldElke zegel is in verschillende
kleuren uitgevoerd.
ANTILLEN. Dit is de serie van zes
nieuwe postzegels, welke in de loop
van deze maand op de Nederlandse An
tillen in omloop komt. Tot nu toe droe-
ST ÊUSTATIUS I I C
gen de postzegels van de Antillen alleen
de beeltenis van H.M. de KoninginDe
nieuwe serie draagt behalve deze beel
tenis ook afbeeldingen van elk van de
zes Antillen.
ZWEDEN. Honderd jaar geleden vond
een belangrijke gebeurtenis plaats in de
geschiedenis van de Zweedse staalfabri-
cage. De Zweed G. F. Göransson slaag
de er toen in voor de eerste maal in de
ivereld - op 18 juli 1858 - goed staal te
maken volgens de Bessemer methode.
Op 18 juli a.s. geven de Zweedse poste
rijen twee postzegels, 30 ore (blauw) en
1.70 kr. (bruin), uit, waarop een Besse-
mer-peer (een apparaat dat gebruikt
wordt bij de bereiding van staal uit
gietijzeris afgebeeld.
ARGENTINIë. Op 21 juni werd een ge
legenheidszegel verkrijgbaar gesteld ter
herinnering aan de onthulling van het
„Monument ter ere van de vlag" in de
waarde 40 centavos. Afgebeeld, is de
voorzijde van dit monument, dat is op
gericht in de stad Rosario, aan de voet
van de Andes. In het gedenkteken zijn
een aantal bas-reliëfs aangebracht, die
herinneren aan de Zuidamerikaans e
vrijheidsoorlog en de Argentijnse held
San MartinDp regel is idtgevoerd in de
kleuren hif