Fraaie nieuwe aanwinsten in het veertigjarig Openluchtmuseum FILATELIE- Interpellaties 20 Op en om het Binnenhof Belangstelling voor plattelandscultuur neemt gestadig toe Voorstel tot samenvoeging van Roermond en Maasniel Opnieuw recordaantal passagiers op Schiphol Tot september in Bussum geen P.v.d.A.-wethouder Dijkgraaf stond terecht wegens verduistering Dordtse hoffeesten ingezet Fonds voor kosten van tentoonstellingen Mannequin (met blote rug op foto) krijgt ongelijk NEDERLANDSE ANTILLEN NEDERLANDSE ANTILLEN ZATERDAG 12 JULI 1958 y HsLdiK'kte.s. Witte JurkJe* «fhorOc» S-miits.tes (Van een onzer redacteuren) ONZE EERSTE kennismaking met het Openluchtmuseum dateert al uit de lang- vervlogen dagen dat wij nog een klein eigenwijs jongetje met kuitkousjes waren. Dat was tijdens een zomers schoolreisje naar Arnhem en we herinneren ons nog levendig, hoe kwaad we waren op onze hoofdonderwijzer. Wie, zo mopperden wij, gaat er nu op zo'n uitstapje in een museum ronddwalen als er zwembaden, diergaar den en speeltuinen in overvloed bij de hand zijn? Maar de wil der ouderen was nog wet in die verre tijden en dus gingen we. Naar het prachtige park op de Waterberg aan de Noordrand van Arnhem, waar het toen nog bescheiden Openluchtmuseum een zeer noodlijdend bestaan leidde. Er waren een handvol molentjes en een paar boerde rijtjes, die ons, als prille schoolkinderen, maar matig interesseerden. We verveelden ons stierlijk en waren blij, toen eindelijk de rondgang volbracht was erf, we eruit mochten, de lokkende W esterbouwing tegemoet. TOCH IS er toen ergens in ons blasé stadsjongenszieltje waarschijnlijk iets blij ven hangen van deze eerste confrontatie met de plattelandscultuur. Want in de jaren die volgden zijn we ettelijke malen op de Waterberg teruggekeerd met steeds meer animo. Daar was in de eerste plaats dat verrukkelijke „los hoes" uit Twente met zijn wanden van leem en zijn vloer van hobbelige keien: een zeventiende- eeuwse keuterboerderij, welks schemer donkere interieur één groot vertrek, waarin mensen en beesten gezellig samen woonden onze kinderlijke fantasie aan het werk zette. Je zag dan als het ware het boerengezin weer voor je zitten, zoals het honderden jaren geleden 's winters om de schouw samenhokte en men elkaar de oeroude streeklegenden vertelde, ter wijl het vee achter in de donkere stal zachtjes aan de kettingen rammelde. En dan die koddige oude molentjes, waar je zo heerlijk tussen de hanebalken kon klimmen en waar alles nog doortrokken scheen van de prikkelende geur van vers gemalen koren OF DE TIENDUIZENDEN schoolkin deren, die nu ieder jaar het Openlucht museum bezoeken, dezelfde indrukken meenemen, wie zal het zeggen? Maar in elk geval verheugt het museum, dat mor gen zijn veertigste levensjaar voltooid heeft, zich vooral de laatste jaren in een stijgende belangstel ling van jong en oud. Voor de oorlog wa ren er gemiddeld niet meer dan enkele tienduizenden bezoe kers pet'seizoen; nu is .dat getal al tot ver over het kwart mil- joën'gestegen. En te recht, want deze folkloristische ver zameling is nog altijd uniek in haar soort in geheel West-Euro pa. En men hoeft heus geen fanatieke folkloreaanbidder of een wetenschappelijk vorser te wezen, om van dit alles te kun nen genieten. De boerderijen, molens en oude handwerk- bedrijfjes die hier bijeengebracht zijn, vertegenwoordigen namelijk niet slechts een kostbaar cultuur historisch bezit, zij vormen ook een pa norama van drie eeuwen boerenwel- varen, dat zelfs bij oppervlakkige ken nismaking in hoge mate boeiend èn amusant is. DAAR is bijvoor- beeld om dicht bij g huis te blijven, die vermaarde Kenne- mer bleekerij „Achter 't Nachtegaaltjen", die de Gouden Eeuw van de Haarlemse linnenindustrie nog meegemaakt heeft. En kele decennia geleden werd het hele geval in Overveen steen voor steen afgebroken, naar Arnhem getransporteerd en daar weer in zijn oorspronkelijke staat opge bouwd. Hoewel dat „oorspronkelijk" toch ook weer betrekkelijk is, want in de laat ste periode van zijn bestaan als bedrijf werd ,,'t Nagtegaaltjen" getransformeerd tot een fijnwasserij en als zodanig is het later dan ook naar het Openluchtmuseum verhuisd. In de ruime hal van het ge bouwtje prijken nu dus drie enorme hou ten kuipen, die eigenlijk prototypen zijn van de moderne wasmachine. De was werd erin rondgeslingerd door buitenmodel hou ten „pulsators", die aangedreven werden door een ingewikkeld raderwerk van hou ten tandwielen met een rondzwoegend trekpaard als motor ZO ZIJN er in de loop der jaren vele antieke plattelandsbedrijfjes in het park 'Pgenomen met alles wat erbij placht te horen: de stroopkokerij, de Veluwse pa piermolen, waar het befaamde Oudhol landse papier „geschept" werd, het we vershuisje, de Marker scheepswerf met bvarshelling, een grutterij, een oude smid se en vele andere, waarvan er enkele nog m vol bedrijf te zien zijn. Een nieuwe aanwinst op dit gebied is 'en rustieke tingieterij met al haar primi- ieve gereedschappen en werktuigen. Een 'oekbinderij en drie andere ambachts- s''isjes zullen nog dit jaar gereedkomen, 'ok in de wagenloods en de wagenhal, tar tientallen fraai-bewerkte en be- -hilderde sjeezen, arren, speel- en feest- "igens opgesteld zijn naast rariteiten als 's eerste Amsterdamse paarden-omnibus o de laatste Arnhemse boevenwagen j'anwege zijn vier ventilatiepijpjes als „de Statendam" de geschiedenis ingegaan), zijn ''ei-schillende nieuwe aanwinsten te be wonderen. Jammer alleen, dat er voor de 'aatste categorie antieke vervoermiddelen n°g géén betere behuizing gevonden is dan de donkere, volgepropte wagenloods. SINDS HET MUSEUM in 1942 door toedoen van de Duitsers! een rijksin stelling werd (voordien werd het in stand gehouden door een particuliere vereni ging) is het budget ook wat ruimer ge worden, zodat men vele zeldzame objecten heeft kunnen aankopen. Dat gebeurt ech ter in principe alleen, wanneer zo'n zeld zaam pand met afbraak bedreigd wordt, want liever laat men deze dingen in de streek waar zij thuishoren, maar in dat geval komen onderhoud en restauratie voor rekening van de locale autoriteiten. Enkele malen is het voorgekomen, dat een gemeentebestuur, door het. Openluchtmu seum geattendeerd op de vervallen staat van een mooi oud boerenhuis, besloot, zo'n huis in kwestie op eigen kosten te laten opknappen om het aldus voor de gemeente te kunnen behouden. Ook op deze manier werkt het museum dus mee aan het kwe ken van meer waardering voor de oude plattelandscultuur. DIT JAAR is het bezit onder meer uit gebreid met een fraaie, vroeg-negentiende- eeuwse boerderij uit Giethoorn, een zo genaamde ..kamelenbult", waaromheen thans een miniatuur Giethoorns water landschap wordt aangelegd. Een der pronk stukken, de uit 1617 daterende Oudbeyer- landse herenboerderij „Jan Schillemans Stede", in ranke boerse renaissancestijl opgetrokken, nadert eveneens zijn voi- tooiing. Met zijn fraaie architectuur en zijn (voorlopig nog imcomplete) inventaris aan stijlmeubelen en gereedschappen vormt het een opmerkelijk monument van Nederlandse boerencultuur. Een van de grootste trekpleisters is stel lig de afdeling met de kostuumcollectie, in de oorlog goeddeels verdwenen, maar na de bevrijding door Cruys Voorbergh en zijn opvolger Duyvetter weer opgebouwd. Elke twee jaar wordt uit deze rijke ver zameling streekkostuums een bijzondere expositie ingericht, die dit jaar tot onder werp heeft de marktgang. In levendige tableaus zijn hier een tachtigtal levens grote poppen opgesteld in de fraaie'streek- drachten. waarin de boeren en boerinnen uit de diverse gewesten ter markt trokken en nóg trekken. Deze uitgebreide collectie drachten en accessoires, ten dele door par ticulieren geschonken, ten dele door Prin ses Wilhelmina in bruikleen afgestaan, vertegenwoordigt een zeer hoge waarde. Sommige poppen dragen bijvoorbeeld al leen aan gouden „oorijzers" al een kapi taaltje van duizenden guldens. En zo fijn zijn vele van die sieraden bewerkt, dat geen moderne juwelier ze meer na zou kunnen maken. Geen wonder, dat deze afdeling door een bijzonder deugdelijk alarmsysteem tegen ongewenst bezoek ge vrijwaard is. Van de oudere objecten zijn de favo rieten nog steeds het pittoreske Zaanse en Markense buurtje, het grappige an tieke dorpsschooltje uit, Lhee (bij Dwin- gelo), waar de „plak" en de „ongeluks- Een der nieuwste aanwinsten van het museumpark is deze Oudbeyerlandse boerderij „Jan Schillemans Stede", waarvan het oudste gedeelte reeds uit 1537 dateert. In 1617 liet Reynhart van Aelswijn. heer van Brakel (bijge naamd de meelzak") het f raaie woon huis eraan vasthouwen. Sindsdien is het onafgebroken bewoond geweest tot de afbraak in 1952. Kort daarna werd het steen voor steen naar het Openluchtmuseum overgebracht, waar de wederopbouw dit voorjaar voltooid is. Bij de afbeelding links: In de eeuwenoude wasserij „Achter 't Nagtegaaltjen t'Overveen", die thans in het Openluchtmuseum prijkt, is ook deze antieke houten waslijst van bijna een meter hoogte te zien. Zij geeft een helder inzicht in de dessous van de voorvaderlijke linnenkast, waarin slaapmutsen en boezeroenen nog aan de orde van de dag waren. Wat flepjes en fijteltjes waren, hebben wij helaas niet meer kunnen ontdekken. vogel" nog tussen de fraai-bewerkte hou ten schooltassen prijken, en de Zwolse boerenherberg, waar ge in de propere ge lagkamer met een heerlijk glas koel gerste nat het Stof der Eeuwen weg kunt spoelen. Midden-Limburg ten oosten van de Maas zal door de exploitatie van de nieuwe mijn Beatrix een ingrijpende structuurverande ring ondergaan en zijn agrarisch karakter grotendeels verliezen. Opdat die structuur verandering in geordende banen geleid kan worden is op initiatief van Gedeputeerde Staten van Limburg een streekplan voor dit gebied vastgesteld. Roermond en Maas niel zullen samen het centrum van het nieuwe streekplangebied zijn en Gedepu teerde Staten menen, dat deze gemeenten daarom samengevoegd dienen te worden. De regering is het daarmee eens, zodat nu bij de Tweede Kamer een wetsontwerp is ingediend, waarin voorgesteld wordt Maas niel als gemeente op te heffen en bij Roer mond te voegen. Het wetsontwerp heeft de instemming van de gemeenteraad van Roermond, die van Maasniel kan zich er echter niet mee verenigen. Het luchtvervoer is de laatste weken van juni en de eerste tien dagen van juli sterk toegenomen. Dit blijkt uit de aantal len passagiers, die in die periode de loket ten van de aankomsthal en die van de ver trekhallen op Schiphol zijn gepasseerd. On 5 juli werd het record, dat sinds 28 juni op 4224 stond (waaiwan 4050 passagiers van de K.L.M.) verbeterd. Op die dag zijn 4.533 passagiers op Schiphol aangekomen of vertrokken. Het passagiersvervoer in het eerste kwartaal van dit jaar bleef beneden dat van de overeenkomstige maanden van 1957, maar mei gaf op Schiphol een sterke stijging te zien tegenover dezelfde maand van het vorig jaar. namelijk een toene ming van meer dan 8.000 luchtreizigers. Het totaal aantal luchtreizigers over de eerste zes maanden van dit jaar is hoger dan dat in het eerste halfjaar van 1957. In de gemeenteraadsvergadering van Bussum is met 14 tegen 6 stemmen een voorstel aangenomen van de K.V.P.-, V.V.D.- en prot. christelijke fracties om het aantal wethouders van vier terug te bren gen op drie. Tegen stemden de P.v.d.A. en de C.P.N. De K.V.P.-wethouder verliet vóór de stemming de zaal. In verband met het ontslagnemen van wethouder L. Bouma had de P. v. d. A. voor deze vacature tijdelijk kandidaat ge steld de fractievoorzitter P. Tjebbes. Voor de in september te houden wethoudersver kiezing zou men zich beraden over een kandidaat. Namens de drie fracties, die het voorstel hadden ingediend, werd verklaard dat dit uitsluitend op zakelijke gronden was ge schied, onder meer omdat de tijd voor een nieuwe wethouder te kort zou zijn om zich geheel in te werken. De officier van Justitie bij de rechtbank te Middelburg heeft een gevangenisstraf van één jaar,-, waarvan vier maanden voor waardelijk geëist tegen een 44-jarige land bouwer uit St. Jansteen in Zeeuws Vlaan deren. Als dijkgraaf van een waterschap had hij enkele duizenden guldens verduis terd door bomen te verkopen en het geld niet aan het waterschap af te dragen. Hij vluchtte daarna naar België, doch keerde na enkele dagen terug en meldde zich aan bij de politie. Voor de rechtbank verklaar de hij tot deze verduistering te zijn geko men omdat hij door slechte bedrijfsresul taten niet in staat was zijn verplichtingen na te komen. De rechtbank zal op 23 juli vonnis wijzen. Prof. mr. P. J. Oud heeft vrijdagavond in de Grote Kerk te Dordrecht een rede gehouden over de betekenis van de eerste vrije statenvergadering, die op 19 juli 1572 is gehouden en die in de Merwestad elk jaar feestelijk herdacht wordt. Met deze herdenkingssamenkomst in de histo rische Grote Kerk werden de Dordtse hof feesten, die dit jaar gehouden worden van 12 tot en met 19 juli, geopend. Het Begijnhof zal de komende weken weer feestterrein zijn. Het centrum van de stad is ter gelegenheid van het feest versierd en verlicht. Prof. Oud zei in zijn rede, dat de eerste vergadering van de vrije staten daarom zo belangrijk was, omdat toen de kiem werd gelegd van de gedachte, dat een volk eigen, onver vreemdbare rechten heeft en dat het te gen het gezag en overheid mag opstaan, indien dat gezag of die overheid zijn plichten tegenover het volk vergeet. De zelfde idee vindt men later terug in de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverkla ring en in de verklaring ovér de rechten van de mens van de Verenigde Naties. Hij noemde het bijeenroepen van de eerste vrije statenvergadering een moedige daad van de toenmalige Dordtse vroedschap. Minister Cals stelt voor te beginnen met 1958 per jaar vijftig duizend gul den uit te trekken voor tento •nstellingen in het Rijksmuseum te Amsterdam. Bij deze bedragen zullen dan worden gevoegd de eventuele baten van deze tentoonstel lingen (beschikbaar is nu al een bedrag van tweehonderdeenenveertig duizend gul den van de Rembrandttentoonstelling in 1956). De kosten van de tentoonstellingen zullen uit 't aldus gevormde fonds moeten worden bestreden. De president van de rechtbank te Am sterdam heeft uitspraak gedaan in het kort geding, dat door een Amsterdamse manne quin aanhangig was gemaakt tegen een Utrechtse matrassenfabriek. De fabriek had acht maanden lang voor reclamedoel einden een foto van de mannequin ge bezigd, waarop zij met een nogal vrij ver ontblote rug was afgebeeld. De mannequin had dit pas ontdekt toen de fabriek de af beelding ook ging gebruiken voor levens grote blikvangers in etalages en een buur man haar daar op attent maakte. In het kort geding eiste zij, dat de fabriek al deze „showcards" zou vernietigen. De president heeft deze eis echter afge wezen. „Wanneer er haar inderdaad zoveel aan gelegen zou zijn geweest alleen haar schouders of ten hoogste het bovendeel van de ontklede rug op de foto's zichtbaar te laten, dan had zij, door zich slechts gedeel telijk te ontkleden de grens, daarvan kun nen bepalen", aldus de president. De mannequin had zich beroepen op een overeenkomst met de fotograaf, die zij het vorig jaar toestond de foto te maken. Bij gebruik voor advententiedoeleinden zou de ontklede rug met tekst bedrukt worden. Dat geschiedde echter alleen in de eerste advertentie, die in een damesweekblad werd afgedrukt. Op de showcards is de rug echter zichtbaar tot dat gedeelte waar hij ophoudt rug te zijn en er staat geen tekst op. De mannequin stelde, dat men haar nu zou kunnen herkennen en dat daarmede haar reputatie en haar positie als manne quin in gevaar zouden komen. De presi dent meende dat dit niet het geval is, om dat men haar dan ook zou hebben kunnen herkennen van de eerste advertentie. De fotograaf, die evenals de mannequin 50.ontving, had afstand gedaan van de foto en bezat dus geen auteursrechten meer. Dat dit gedaan is op voorwaarde, dat de rug steeds met tekst bedrukt zou worden, heeft de mannequin volgens de president niet aangetoond of aannemelijk gemaakt. Advertentie Vlak voor het scheiden van de markt, d.w.z. voor de aanvang van het zomer reces, heeft de Tweede Kamer liefst drie interpellaties gehouden, nadat zij tot dien, sinds het begin van dit zittingsjaar, overigens nog slechts vier keer had ge ïnterpelleerd. Laat ik hieraan onmiddel lijk toevoegen, dat niet zo zeer op het al lerlaatst plots extra-grote begeerte was ontstaan om de .regering al interpellerend aan de tand te voelen als wel dat de opeenhoping van j.l. woensdag veel meer een gevolg van toevallige samenloop van omstandigheden was. Het recht van interpellatie is een van de belangrijke middelen, die de volksverte genwoordiging ter beschikking staan om ministers te nopen verantwoording ten op zichte van hun beleid af te leggen. Een van de middelen, want op nog velerlei an dere wijze kan dit gebeuren en in het bij zonder verschaft vooral het jaarlijkse be- grotings-debat ruimschoots gelegenheid om de loden van het Kabinet, bij wijze van spreken, het hemd van het lijf te vragen. Men begrijpe mij wel: daarbij is het hele maal niet steeds de bedoeling om de mi nisters in hun hemd te doen staan! Maar wel gaat het er om, ook ter gelegenheid van de behandeling van do begrotings-ont- werpen, zich te laten inlichten, helemaal niet alleen over hetgeen er precies met de aangevraagde gelden moet of kan ge beuren, doch tevens over het in de vooraf gaande periode door de minister in kwes tie gevoerde beleid. Het leeuwendeel van de begrotings-discussies pleegt echter tus sen omstreeks oktober en Nieuwjaar plaats te vinden, zodat in de overige tijd van een parlementair zittingsjaar het ter verantwoording roepen van ministers nog op andere wijze moet kunnen gebeuren. Dit kan ook, b.v. in geval over een be paald 'stuk regeringsbeleid een nota ter tafel komt, wat in de laatste jaren nog al eens gebeurt en dan is er verder onder meer de toepassing van het interpellatie- recht. Terloops stip ik even aan, dat de Kamerleden individueel, nu al sinds meer dan een halve eeuw (1906), schriftelijk of mondeling met vragen voor den dag kun nen komen. Ongetwijfeld dient dit even eens voor uitoefening van het zgn. parle mentaire controle-recht, te weten het recht om toezicht uit te oefenen op wat de regering doet en nalaat, alsook op het waarom daarvan. Maar die vragen van individuele Kamerleden verschaffen, al thans in grote lijnen genomen, geenszins aan de Kamer in haar geheel gelegenheid om de minister over het onderwerp waar op de vragen betrekking hebben, aan de tand te voelen. En vandaar dat ingeval er een aangelegenheid is die van meer alge mene betekenis te achten valt, alsook eventueel wanneer eerst een afgevaardig de na zijn individuele vragen met een kluitje in het riet is gestuurd, het houden van een interpellatie de juiste methode is. In het algemeen wordt er tot interpelle ren overgegaan wanneer er reden schijnt te bestaan voor ongerustheid, respectieve lijk ontevredenheid, hetzij over gevoerd hetzij over te verwachten beleid. Intus sen komt het een heel enkele keer wel eens voor, dat een interpellatie dienst doet om de regering gelegenheid te ver schaffen zich te midden van de volksver tegenwoordiging over een onderwerp, dat haar zelf na ter harte gaat. uit te spreken. In zulk een geval loopt dus uit de aard der zaak de interpellant allerminst met enigerlei boze voornemens ten opzichte van de te interpelleren minister rond en ge beurt het nogal eens dat er eerst achter de schermen een contact met de bewinds man in kwestie heeft plaats gevonden, dat dan aanwijzingen kan opleveren dat de in terpellatie bepaald welkom zal zijn. Om de ene gemeenschappelijke Europese zetel Een voorbeeld van een aldus op touw gezette interpellatie was die waarbij prof. Romme (K.V.P.) woensdagavond optrad en wel met de duidelijke bedoeling om van de ministerstafel nog eens uitdrukkelijk verkondigd te kunnen krijgen, dat de Ne derlandse regering zonder enige aarzeling haar standpunt blijft handhaven dat er èèn zetel moet komen voor de Europese gemeenschappen. In het samenspel tus sen de interpellant en de woordvoerder van de regering, staatssecretaris v. d. Beugel, is nog eens met bijzondere nadruk op de voorgrond geplaatst, dat de Euro pese verdragen bepaald ook als onafwijs bare verplichting voorschrijven, dat de ge meenschappen met haar verschillende or ganen in een en dezelfde stad gezeteld zullen zijn. De heer v. d. Beugel verzuim de allerminst de gelegenheid aan te grij pen om te verklaren hoezeer de Neder landse regering betreurt, dat de regerin gen van de zes landen, die nota bene wel in de verdragen regelingen hebben kun nen treffen over een hele reeks van in grijpende en moeilijke aangelegenheden, nog altijd maar niet in staat zijn geble ken het eens te worden over het toch werkelijk heel wat eenvoudiger probleem van de zetel. Er is in het korte debat, waaraan ook mr. v. d. Goes van Naters (P.v.d.A.) nog even deelnam, tevens nog eens onderstreept, dat en waarom men er van Nederlandse zijde niet aan denkt om te zullen instemmen met een slechts voorlopige zetel-vaststelling, laat staan met een beslissing om dan maar een uit weg te zoeken door voorshands zetel-ver deling te aanvaarden, dat wil zeggen om de gemeenschappen elk tijdelijk een eigen zetel te laten hebben. Eenstemmig ver enigde de Kamer zich met een motie waarin dit alles is vervat. Die motie was, gegeven het standpunt van de Nederland se regering, met het oog op haar beleid helemaal niet nodig. Maar het nut van zulk een uitspraak zou misschien op een gegeven ogenblik kunnen zijn, dat mede de stem van het Nederlandse Parlement bij een mettertijd in een door de gemeen schappen te treffen beslissing, enig ge wicht in de schaal zou leggen. Trouwens de motie, zo is meteen uitdrukkelijk be paald, moet ter kennis worden gebracht van het Europees parlement en verder zo wel van de regeringen als van de parle menten van de vijf andere staten, leden der Europese gemeenschappen. Om pre cies te zijn moet ik er wel even op wijzen, dat volgens de bewoordingen van de mo tie die ter-kennis-brenging, wat Frankrijk aangaat, slechts zal dienen te gebeuren van de voorzitters van het Franse parle ment. Blijkbaar hadden de opstellers van de motie dit laatste er met opzet in gezet nu het Franse parlement zelf voor geruime tijd op reces is! Wanneer men bedenkt, dat zulks vooral gevolg is van allerlei pressie die in beginsel nu niet bepaald bij uitstek parlementair-democratisch kan neten. Daarom had mijns inziens Mr. v. d. Goes van Naters wel gelijk toen hij, zon der dit overigens allemaal uit te spreken, aanried deze afzonderlijke formulering te laten varen. Hieraan is echter tenslot te geen gevolg gegeven. Het moet mij van het hart, dat ik daarin enigermate een schoonheidsfout zie. Meteen zij echter grif erkend, dat niettemin verreweg van overwegend belang is, dat de Nederland se regering en de Nederlandse Tweede Kamer tezamen eendrachtig nog eens voor het boven weergegeven standpunt hebben gepleit. Interessant was nog de vraag van Prof. Romme en het voor hem, naar aan te ne men valt, waarschijnlijk allerminst ver rassende antwoord van staatssecretaris v.d. Beugel omtrent de bevoegdheid van de instellingen zelf van de Europese ge meenschappen om te beslissen aangaan de de „plaats van haar werkzaamheden". Indirect lag en ligt in deze uitlatingen een aansporing besloten voor de Assemblee, voor de Commissies, en voor het Gerechts hof van de Europese Gemeenschappen om nu eenvoudigweg uit te maken in welke stad zij zich voor de verrichting van hun werkzaamheden wensen neer te laten. In dien inderdaad de hier genoemde organen elk voor zich, in dat opzicht de knoop zou den doorhakken en dan dezelfde stad als „werkplaats" kiezen, zou daarmee in fei te bereikt zijn wat de zes regeringen tot nu toe in rechte niet voor elkaar hebben weten te boksen! Dr. E. van Raalte OOSTENRIJK. In Wenen wordt van 17 tot 20 juli het 3de Oesterreichische San- gerbundesfest gehoudenNaar aanlei ding hiervan zal op 14 juli een veel kleurige postzegel van 1.50s. worden uitgegeven. De zegel vertoont het por- txtr.xett-e tret van de Oostenrijkse minnezanger Walther von der Vogelweide 1170- 1230). Het ontwerp is van Franz Myn- ni en de gravure van Maria Olinowetz. Er zijn 5 miljoen exemplaren gedrukt. De Portugese koloniën ANGOLA, S. THOMAS EN PRINCIPE, GUINEE en de KAAP VERDISCHE EILANDEN hebben elk een postzegel het licht doen zien voor de Wereldtentoonstel ling te Brussel. Voor Angola is het een 1.5ó ang., voor de KaapVerdische eilan den een 2 esc., voor Guinee een 2.50 esc. en voor S. Thomas en Principe een 2.50 esc. Op alle vier de zegels is een we reldbol, waarop de Portugese bezittin gen zijn aangegeven, het embleem van de Expo en het wapen van Portugal af gebeeldElke zegel is in verschillende kleuren uitgevoerd. ANTILLEN. Dit is de serie van zes nieuwe postzegels, welke in de loop van deze maand op de Nederlandse An tillen in omloop komt. Tot nu toe droe- ST ÊUSTATIUS I I C gen de postzegels van de Antillen alleen de beeltenis van H.M. de KoninginDe nieuwe serie draagt behalve deze beel tenis ook afbeeldingen van elk van de zes Antillen. ZWEDEN. Honderd jaar geleden vond een belangrijke gebeurtenis plaats in de geschiedenis van de Zweedse staalfabri- cage. De Zweed G. F. Göransson slaag de er toen in voor de eerste maal in de ivereld - op 18 juli 1858 - goed staal te maken volgens de Bessemer methode. Op 18 juli a.s. geven de Zweedse poste rijen twee postzegels, 30 ore (blauw) en 1.70 kr. (bruin), uit, waarop een Besse- mer-peer (een apparaat dat gebruikt wordt bij de bereiding van staal uit gietijzeris afgebeeld. ARGENTINIë. Op 21 juni werd een ge legenheidszegel verkrijgbaar gesteld ter herinnering aan de onthulling van het „Monument ter ere van de vlag" in de waarde 40 centavos. Afgebeeld, is de voorzijde van dit monument, dat is op gericht in de stad Rosario, aan de voet van de Andes. In het gedenkteken zijn een aantal bas-reliëfs aangebracht, die herinneren aan de Zuidamerikaans e vrijheidsoorlog en de Argentijnse held San MartinDp regel is idtgevoerd in de kleuren hif

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1958 | | pagina 7