ucauw V OOR J ULLI E DE DROOM VAN EEN VREEMD KONIJN Koude slaapkamers gevaarlijk voor baby's DE WERKENDE VROUW 1 PARIJSE HOEDJES LATEN ZICH NIET AAN DE WILGEN HANGEN HYACINT OP GLAS Erbij Voorde „Blijmoedig verwachten" Nonnen-activiteit ANTONIA RIBGE VERTELT VOOR RADIO EN TELEVISIE DE ENGELSE JEUGD OVER NEDERLANDSE TOESTANDEN De Zonnebloemen ZATERDAG 6 SEPTEMBER 1958 PAGINA DRIE (Van onze medische medewerker) steking krijgen". Op het jaarlijkse congres van de British Medical Association, het Engelse artsen- genootschap, werden door een bekende kinderarts, dr. Trevor Mann, verontrus tende mededelingen gedaan over de funes te gevolgen van te koude slaapkamers, in het bijzonder voor zeer jonge kinderen. Dr. Mann deelde mede, dat hij alleen reeds meer dan 100 sterfgevallen bij ba by's heeft verzameld, die allen het slacht offer zijn geworden van te grote afkoeling. Hij noemt de verschijnselen, die de ba by's bij te grote afkoeling vertonen: ijs kast-verschijnselen. De verschijnselen elektrisch worden meestal niet tijdig genoeg her kend, aldus waarschuwde dr. Mann de Over de gehele wereld neemt de vrouw een steeds belangrijkere plaats in het economische en sociale leven in. Het aan- tal werkende vrouwen neemt gestadig toe; in bijgaande grafiek geven wij een over zicht van de situatie zoals deze zich thans kamers. Op hetzelfde medische congres, laat berekenen. In de Europese landen waar dr. Mann zijn mededeling deed over gaat Oostenrijk aan de spits want de to- de sterfgevallen bij pasgeboren kinderen tale beroepsbevolking bestaat voor veer- door afkoeling, verklaarde een andere tig percent uit vrouwen. In de communis- dokter, dr. Guy Daynes: „we slapen in tische landen is het een onderdeel van de koude kamers, met de ramen open, ook binnenlandse politiek om de vrouwen als het vriest. Maar we zijn nog verbaasd, steeds meer in het produktieproces op te als onze kinderen kou vatten en longont- nemen. Uit de grafiek is te zien dat bijna WAAR VROUWEN WERKEN HET PERCENTAGE VROUWEN VAN OE TOTALE BEROEPSBEVOLKING 0 10 20 30 40 50 Thailand Sovjet-Unie Turkije Japan 0ostenri|k W-Duitsl. Frankrijk de helft van de Russische beroepsbevol- Enqeland Het is verstandig, een jong kind, ook al king uit vrouwen bestaat. Van deze vrou- is het ouder dan de baby's van zes weken, wen zijn er meer dan twee miljoen werk- waarover op het Engelse artsencongres zaam op een wetenschappelijke culturele gesproken werd, te beschermen tegen af- of onderwijsinstelling. Ongeveer 77.000 koeling. De kamer moet zo nodig, in herfst vrouwen doen in Rusland wetenschappe en winter verwarmd worden, bv. met een lijk werk terwijl hel aantal vrouwelijke Ver. Staten Zweden kacheltje. Petroleumverwar- technici en ingenieurs meer dan een half veroorzaakt vaak veel vochtige miljoen bedraagt. Het wereldrekord voor het aantal werkende vrouwen vinden wij ming RHtcr. „rfc„„ damp in de kamer en is daarom minder ,te(, uunt at Luerueuae vrouwen vmuen wij v,nktai™ geWCnSt- ^verwarming neemt veel zuur- in Joegoslavië. Van alle vrouwen in dit J b Stof weg uit de kamer. Bij wassen of ver- iand is n.l. 57% werkzaam in een beroep, een percentage dat uniek in de wereld is. au wangctj», x.ji, iuuc oflhonri K K- omgeving In de Verenigde Staten vinden wij op kleurtjes, juist zoals men deze zo gaarne hij een temperatuur lond de e£7ce drie vrouwen er één die in een beroep bij baby's ziet. Dan verliezen ze echter ^'0fu waar men werkt.. Bijna 60% van de Amerikaanse heel snel hun eetlust, ze worden slap, ma- 7°°ïj et kind uit het bedje wordt ge- werkende vrouwen is gehuwd. Bijna de De kinderen zien er juist goed gezond schonen van het kind is het zeker gewenst uit, ze hebben rose wangetjes, fijn rode in een koude omgeving Italië Nederland Belgie Australië Canada Spanje 0 10 20 30 40 50 ken een vermoeide indruk, bewegen niet \f. 1 7^ elektrisch kacheltje aan- van de werkende Amerikaanse vrou- werkende vrouw alle richtingen uit want of nauwelijks en de baby's voelen koud A ,Vhe ']TeT V°°r varwar_ wen verdient minder dan 1000 dollar per hier vinden wij meer dan 800 vrouwelijke aan. Hun lichaamstemperatuur kan be- T.!."' 7, Z/ 7 m^n/r z0Jg v00r jaar. He grootste deel van de totaal c.a. 2.0 taxichauffeurs, 18 vrouwelijke machinis- langrijk onder de normale lichaamstem- °at "et Kinctje in beü goeü warm mujoen werkende Amerikaanse vrouwen ten, 860 advocates, 12 vrouwelijke chirur- peratuur dalen. Vooral kinderen in de eer- g®ir °p ™Gt kru'K®n aa" nat werkt op kantoor of fabriek. Van de Ne- gen en meer dan 300 vrouwelijke chauf- ste levensweken zijn gevoelig voor lang- Hii I trnit nij tii LtLa' derlandse vrouwelijke beroepsbevolking is feurs van zeer zware vrachtwagens! Dat +s~ 1S— aldus pn e chtflb" ca21% ongehuwd. Nemen wij echter alle vrouwen goede zakenlieden zijn toont de &K SXLZX vrouwen van Nederland dan Franse vrouw, want het land telt bijna durige, overmatige afkoeling, waarschuwde dr. Mann. aaiovuw vvut ui iuuiui. i 1 *1 H7 4 vu u uuifc i' r UfbOC UI U, LULULL ILL I icL HULL Gelijk bekend is onze lichaamstempera- 1"'t7 en want menige Drana- zien wij dat siechts lO'/o van hen in een een gelijk aantal vrouwelijke tuur nagenoeg constant. De tempera tuur van de gezonde mens en van het kind schommelt rond de 37 gr. Een bepaald gebied in de overgang van hersenen naar ruggemerg regelt de constante lichaams temperatuur. Bij pasgeboren kinderen en bij baby's in de eerste levensweken is dit warmte-centrum nog niet altijd tot volle- dige ontwikkeling gekomen. Hèt kindje gewenst. Echter, zorg er voor, dat er geen wond is het gevolg van de zorg van ouders, hun kind te verwarmen met een kruik. Wikkel de kruik dus in een kruikenhoes en daarna nog eens afzonderlijk in een deken- plooi, dus niet direct tegen het kind aan. Als de weersomstandigheden het toela ten, kan men het raam openlaten, want frisse lucht in een kinderkamer is zeker beroep werkzaam is. In Frankrijk kan de lijke bedrijfshoofden! en manne- kan de lichaamstemperatuur bij grote veranderingen in de omgeving, niet con- koude windstroom langs het kind kan ont staan. Sluit het raam, voordat het kind uit stant rond de 37 gr. houden. Bij kinderen jje£ genomen wordt. Maar bij strenge die te vroeg geboren zijn, is dit gevaar nog vorst moet men de ramen sluiten, al zijn groter. Juist bij een te vroeg geboren kind cr mensen die menen, dat men het kind op moet men er zorg voor dragen, dat het in deze wijze kan harden. De jonge baby is een goede, warme omgeving, van rond 24 gr. blijft. Zo'n te vroeg geboren kindje wordt daarom verzorgd in een couveuse, in een kastje van glas of plastic, waarin men de temperatuur (en de vochtigheids toestand van de lucht) constant kan hou- aan, laat ze altijd nog wat mogelijkheid den. echter nog zo teer, dat men het kind tegen vorst, koude windstromen zoveel mogelijk moet beschermen. (Van onze Parijse medewerkster) Het kón natuurlijk ook niet uitblijven. Een week of wat geleden heb ik u ver- In Engeland, minder dan in ons land, be staat de gewoonte van de zeer koude slaap- „Blijmoedig verwachten" is de titel van een 25 c.m. langspeelplaat, waarop de Haagse arts mevr. H. Fortuin-Blitz, me disch leidster van het dr. Jan Rutgers- huis en organisatrice van cursussen voor a.s. moeders, de toekomstige moeder door middel van voorlichting en oefeningen voorbereid op de aanstaande grote ge beurtenis: de bevalling. Deze plaat, die aan de ene zijde een voorlichtend praatje en aan de andere zijde enkele ontspannings- en ademha lingsoefeningen bevat, is bedoeld als leidraad en hulp om de bevalling zo har monisch mogelijk te doen verlopen. tot beweging. Bedenk ook, dat jonge kin deren het beste op een harde onderlaag, zonder kussentje slapen. Maar vooral, hebt U een probleem met Uw baby, vraag Uw huisarts of de dokter van de zuigelingen zorg. Zij zullen U met raad en daad terzij de staan. Zes nonnen hebben voor een gerechtshof in Goeloe (Oeganda) verslag uitgebracht van de wijze, waarop zij, na angstige nach ten van uren lang waken, zich van een Afrikaanse inbreker meester wisten te ma ken. Zij lagen nacht na nacht op hem te wachten, want hun klooster had erge last gehad van steeds maar herhaalde in braken. Toen hij dan eindelijk opnieuw het kloos ter binnendrong, zaten de nonnen achter modisten-specialisten-chapauteurs hun te- een deur op hem te loeren. Een van de genoffensief nu geopend. beide syndicaten in Parijs van hoofdtooi en hoofddeksel is gevoerd. Maar in het openbaar zijn er natuurlijk nog wel andere argumenten in stelling gebracht om de Parisiennes opnieuw van het nut en vooral teld over de resultaten van een inter- de estethische, en niet te vergeten, sociale zin van de hoed te overtuigen. Een hoed met een voile, veertjes of bloemetjes kan, zo luidde 't publieke plei dooi, vaak 'n kunstproduktje op zichzelf zijn. Een hoed, aldus hebben de chapeautiers hun tot afvalligheid neigende clientèle ook nog voorgehouden, heeft bovendien een zekere sociale functie te vervullen. In be paalde kringen heeft men nooit, en in andere milieus weer altijd een hoofddeksel willen dragen. En die maatschappelijke grenzen veeg je, zelfs op commando van duizend coiffeurs inspires, zo dan toch maar niet uit. Het mag intussen worden gezegd dat dit appèl niet geheel zonder antwoord is ge bleven. Monsieur Claude Terrail, de direc teur-eigenaar van het duurste en meest- geklede restaurant van Parijs. Ie Tour d'Argent, heeft het vrouwelijk deel van zijn publiek al discretelijk doen begrijpen, dat hij de herverschijning van hoofddeksels in zijn etablissement ten zeerste waar deren zou. Des woensdags zullen bij hem de dames blootshoofds zelfs niet eens meer worden toegelaten. Kleed ook jonge kinderen niet te vast rmUonaal kapperscongres in Pari/s op het allerhoogste niveau letterlijk en figuurlijk waar de coiffure bombée" tot punt één van het program van actie werd geproclameerd. Een compositie van krulletjes, lokjes en andere natuurlijke of toegevoegde haar- versiersels, die bij de demonstraties soms een bijzonder aanvallige in druk maakte, maar toch ook een schaduw zijde had. Want zó kunstig waren die coifures, dat ze in hun onder- en boven bouw dreigden te worden ondermijnd, zo dra men daar bovendien nog een hoed op zou willen planten. Zodat die heren opper- kappers dan direct ook nog maar even stilzwijgend verordonneerden, dat voor lopig de hoofddeksels in de kasten en aan de kapstokken konden blijven. .Schoenmaker houd je bij je leest en kapper bij je haren", zo hebben de Parijse nonnen wist hem het mes te ontfutselen, waarmee hij haar bedreigde. Ze kreeg een lelijke snee in de hand. Het hele klooster werd wakker van het lawaai. Het gevecht, dat in de keuken plaats vond, duurde enige tijd, maar na een hevige worsteling werd de inbreker overmeesterd. De kordate nonnen bonden zijn handen vast. Nog verzette hij zich, maar de nonnen wierpen hem op de keu kenvloer en twee van de diksten gingen boven op hem zitten. Toen gaf hij zich gewonnen. „Ieder zijn eigen domein", zo zijn ze (nogal bits) uitgevallen. Met de lengte van de haren en hun kleuren, zullen wij ons niet bemoeien. En we hebben zèlfs onze de heer Gilbert Orcel, een man van het vak, De maarschalk van het hoeden-offensief, monden gehouden toen gij, coiffeurs, het onzalig denkbeeld lanceerdet, de pruiken dit jaar weer in de mode te brengen. Maar ge gaat dan toch wel even té ver over de schreef, indien ge met uw verbod van de hoed ons nu ook nog de boterham uit de mond dreigt te stoten. Ik stel me voor, dat ongeveer in deze geest, binnenskamers, de dialoog tussen de EEN VRIENDELIJK GEZICHT, heldere ogen, die direct alles in zich opnemen, achter een bril met een blauw mon tuur, een grote hei-rood gestifte, lachende mond en kort geknipt grijs gekruld haar. Dat is Antonia Rid ge: iedereen zal haar zo zien, als ze in Haarlem op een terrasje zit en ijs eet. Dat is het uiterlijk. Wanneer men echter met haar praat en zij haar ervaringen als schrijfster vertelt, verandert alles. Haar hele gezicht gaat lachen. Naast haar mond en ogen verschijnen rimpeltjes. Antonia Ridge is in de vijftig. Men luistert; naar haar stem, die soms zó vlug vertelt, dat het gesprek vaak moeilijk te volgen is. Met haar handen smal met lange vingers maakt ze kleine bewegingen. Het is net of ze op die manier de tekst wil illustreren. WAAROM ga ik met Antonia Ridge praten? Omdat zij een Engelse schrijfster is, die in haar eigen land veel over Holland schrijft en praat. Antonia Ridge werd in Amsterdam geboren. Haar moeder was een Nederlandse, haar vader had de Engelse nationaliteit. Op initiatief van haar kinderen „mamma kon zo fijn 's zondags in bed verhaaltjes vertellen" ging zij schrijven. „Ik geloof wel dat ik mag zeggen, dat ik verstandig geweest ben, toen ik die raad opvolgde. Mijn bekendste boekje is „Cousin Jan" geworden". Dat is een Hollandse naam. Gaat het over een Nederlands jongetje? „Ja, ik vertel hoe negen kleinkinderen uit allerlei delen van Europa naar Amsterdam komen om daar de zestigste verjaardag van hun oma te vieren. Jan is het enige kleinkind, dat al in Amsterdam woont. De rest van het kroost is uit Duitsland, Engeland en Frankrijk af komstig". Antonia Ridge kent geen landsgrenzen. „Kijk", zegt ze, wijzend naar een jongetje op een autoped, „zo'n kindje kun je op het ogenblik overal zien. En ze zullen haast overal om hetzelfde voorval plezier of verdriet hebben. Heus, er is niet zoveel verschil tussen een Frans, Duits of Engels jongetje. Waarschijnlijk wordt dit boekje daarom ook in Frankrijk, Engeland, Duitsland, Zweden en Finland gelezen. Maar toch ben ik niet daardoor zo populair geworden. Dat deden de radio en televisie. Ik ben bij de radio begonnen. Nu leid ik elke dag behalve op zaterdag en zondag het uur voor de vrouw bij de B.B.C. in het lichte programma. Dat is enig". Haar ogen beginnen te stralen. Het zou me niets verwonderd hebben, als ze op dit moment net zoals kinderen doen, die zich ergens op verheugen in haar handen had geklapt. Ze doet het echter niet, maar ze gaat wel even verzitten als ze erover begint te praten. „Ik vertel voor de radio en nu ook voor de televisie dingen, die specifiek voor Holland zijn, omdat ik me zoveel grappigs uit mijn jeugd in Nederland herinner. Soms als ik voor het raam zat in Engeland en naar buiten keek, waar de straten glommen, omdat het zo regende, was het net alsof ik ineens het gezellige theelichtje van mijn oma in Holland weer zag. Ik ben die weemoedige stemming gewoon eens gaan op schrijven en heb van mijn heimwee naar mijn theelichtje ver teld. Zo kwam mijn eerste verhaaltje voor de radio. En ik doe het nog steeds, want ik houd ervan. Het is, als ik voor de micro foon sta, net alsof ik weer écht bij mijn oma ben. alsof ik weer écht bang word voor Sinterklaas of écht hard wegloop nadat ik op Luilak belletje heb getrokken". Nu zelfs, op dit moment, dat Antonia Ridge op de Grote Markt op een terras een ijsje eet, want zij houdt van Haarlem, beleeft ze nogeens haar herinneringen. Het is een grappig idee, dat door haar luisteraars en kijkers in Finland, Zweden, Zwitser land, Noorwegen, Nieuw-Zeeland, Duitsland en Frankrijk zo veel weten over Holland, meer misschien wel dan menige huis vrouw hier. Zij bewerkte bijvoorbeeld ook voor de televisie het sprookje van Jantje, die door zijn duim in de dijk te houden, het water tegen hield. In dit programma vertelde ze dan meteen over de rampen, die het water in Nederland al veroorzaakte. Dus niet alleen de grappige kanten van het leven in ons land belicht zij. Haar laatste grote succes, niet alleen voor de En gelse televisie, gebaseerd op onze Jan-Klaassen-poppenkast op de Dam in Amsterdam: „Ik kreeg hierop enorm veel brieven van allerlei kinderen, ook uit het buitenland". reikt en het glas vol witte wortels zit. Dan „Ziet v nu wel?" zegt ze dan lachend: „Elk kind houdt kunt u het in de warme kamer plaatsen. van Jan Klaassen of het nou in Frankrijk, Engeland, Duits- Dat kan al be§in' december het geval zijn land of gewoon in Amsterdam woont.' bii de vroeg blMicnd» Eva H. G. Kromdijk is er voorts in geslaagd óók enkele bressen te slaan in het front van diplomatie, cinema en journalistiek. Zo hebben de echtgenote van de Amerikaanse ambassadeur, mrs. Houghton, de chroniqueuse van de New York Herald Tribune, Maguy Nolan, en de beide filmsterren Arletty en Danielle Dar- rieux reeds gezamenlijk besloten het hoe- denverbod der Figaro's dit seizoen verder met voeten te treden. En op deze mondaine stoottroepen beginnen nu steeds meer en bredere colonnes te volgen. Mevrouw Derval, de vrouw van de machtige directeur van de Folies Bergère, heeft de stoute schoenen aangetrokken om bij haar hoedenspecialist vierentwintig kwieke modelletjes te bestellen. En de niet minder vermaarde kampioene van de (kunst)-ijsbaan Sonja Henie, wier hoedjes nog maar kortgeleden, in Parijs bijna even veel aandacht trokken als haar sierlijk- gevormde benen, heeft een bestelling van een klein miljoen (francs) geplaatst. Nu de Parisiennes dus wel weer (bijna) over de brug schijnen te zijn, begint men ook in het buitenland een aanvankelijke schroom te overwinnen. En zo mocht het Franse syndicaat der hoedenkoningen al het zoete genoegen smaken dat ook de export naar Amerika kon worden hei-vat. Niettemin vinden alle modellen uit Parijs zo toch maar geen aftrek in den vreemde. De meest excentrieke creaties, waarin soms struikgewasjes met vogeltjes ver werkt worden, blijven over het algemeen voor de locale markt gereserveerd. Het vervroegen van hyacinten op gla zen is een prettig werkje, het is er nu de goede tijd voor. Bestel de bollen nu maar zo spoedig mogelijk. Als ze tijdens de kerstdagen moeten dienen kunt u gepre pareerde bollen bestellen; ze hebben van de bollenkweker een speciale behandeling ondergaan, waardoor het mogelijk is ge worden hen zo vroeg in bloei te kweken. Denk er om: voor vroege bloei dient men ook vroegbloeiende soorten te bestellen. Er zijn speciale hyacintenglazen in de handel, tegenwoordig ook groeidozen waar een glas in zit. Het glas wordt met. gewoon leidingwater gevuld. Hoe hoog? De meningen lopen uiteen; de een zegt: niet hoger dan tot precies onder de bol. De onderkant van de bol mag het water dus nog net niet raken. Anderen bez-eiken uit stekende resultaten als de onderkant van de bol het water nog net even raakt. Zet dat glas met die bol niet direkt in het vol le licht in de normaal verwarmde kamer; ze moeten eerst een donkere kastbehan- deling ondergaan. De donkere, luchtige, doch vorstvrije kamerkast is de aange wezen plek. Laat het glas daar staan tot dat de bleke neus van de bol een lengte van ongeveer zeven centimeter heeft be- - f Üyéttpmi»;it J mw>'< - Cs. <- ER WAS EENS een konijn, dat Ki heette. Het was een vreemd konijn, dat viel niet te ontkennen, want het had maar één oor. En als je één oor hebt, ben je geen gewóón konijn. Ki voelde zich daar overigens prima bij. Zijn broertjes en zusjes lachten hem weliswaar soms uit, maar daar stond hij boven. Beter één oor dan hele maal geen, dacht hij zeker. En als je het mij vraagt, had hij gelijk. Daarbij had Ki nog een achterneef je, dat hem niet uitlachte en dat een hele steun voor hem was. Dat achter neefje, dat naar de vi-olijke naam Krul letje luisterde, zei namelijk altijd: „Ki, jongen, ik wou dat ik jouw oor had. Van zo'n oor bestaat er geen tweede". Dat was de volle waarheid, want om dat Ki met zijn ene oor alles moest doen wat andere konijnen met twee oren de den, was het bijzonder ontwikkeld. Op een dag het was in de vakantie zaten de beide konijnen voor Ki's hol in de zon. Ze verveelden zich een beetje. Al hun vriendjws waren op reis met hun pa en moe of naar een konij nenkamp. Daarbij was het zo warm, zo warm: ze waren te sloom om een pootje te verzetten. „Ki", mompelde Krulletje, „zou jij wel een ooievaar willen zijn?" Ki deed één oog open. „Nee", zei hij kort. „ik hou niet van kikkers. Jij wel, Krul?" „Nee, ik hou ook niet van kikkers. Bij ons in de buurt woont er een. Het is toch zo'n vervelende kikker. Kwa ken èn springen, je wordt er dol van. Ik zou hem wel willen opeten. Maar konijnen lusten geen kikkers. Daarom zou ik wel een ooievaar willen zijn". „O", antwoordde Ki mat. Hij ge lóófde het wel. In zijn hart verlangde hij naar de school. Hij zou best weer eens een som willen maken, een heel moeilijke deelsom met rare getallen. „Zou ik ziek zijn?" vroeg hij aan Krulletje. „Ik zou wel een deelsom wil len maken. Ik ben vast erg ziek. Kijk eens, heb ik waterpokken?" Maar de ander keek niet. Puh, deed hij. Hij sliep. En toen voelde Ki zich toch zo verschrikkelijk eenzaam. Met 'n slapend Krulletje aan zijn zijde leek hem de vakantie troostelozer dan ooit. Juist wilde hij een beetje gaan huilen, toen er een reusachtig beest voor zijn pootjes neerstreek, een ooievaar. „Zo", zei het beest, „jij wilde toch zo graag een ooievaar zijn?" „Nee, nee", riep Ki, „ik niet. „Hij!" en hij wees op zijn slapende vriend. „Goed, dan is hij nu een ooievaar" vond de vogel en hij pikte Krulletje driemaal in zijn konijnebilletje. Toen was Krulletje een ooievaar. Meteen werd hij wakker. „Kom, Ki, nu gaan we dadelijk die kikker bij mij uit de buurt opeten", schetterde Krulletje. Hij had zo'n rare stem gekregen. Echt een ooievaars- stem. Ki werd er een beetje bang van. „Ga jij maar vast", zei hij. „Ik moet eerst een deelsom maken". „Deelsom, wat deelsom? Schrijf hem maar op mijn buik", bromde Krul en hij stak zijn mooie buik naar voren als of het een lei was. Toen maakte Ki met een klein stukje krijt, dat toeval lig naast hem in het zand lag, een deel som met rare getallen op de buik van de nieuwbakken ooievaar. Maar de som kwam niet uit. Dat was nu verve lend. „Ik heb een fout gemaakt. Even wachten, dan maak ik hem over", riep Ki zenuwachtig, maar daar had zijn vriend weinig zin in. Die had nu meer zin in kikkers. „Snel dan, anders ontsnapt hij mij, de schurk". Maar de som blééf niet uitkomen. Ten slotte streek Krulletje korzelig de veer tjes van zijn buik schoon. „Kom, we gaan, die som komt later wel",. En daar gingen ze, het konijn op de rug van de ooievaar, hoog hoog de lucht in, op zoek naar de kikker, die te veel sprong en kwaakte. „Kijk, daar is het", juichte Krulle tje. „Daar is mijn ouderlijk hol. Moe der doet net de was. Dag mam, dag pap". Maar mam en pap Krul zagen niets. Ze hadden er geen idee van, dat hun kind in de gedaante van een ooievaar over hun oren vloog. Hoe konden ze ook! Nu naderde het tweetal de plas, waar de kikker woonde. Zijn gekwaak was reeds duidelijk te horen. „Dat zal niet lang meer duren", lach te Krulletje grimmig. „Pas op, ik ga dalen". Teken de stukken A, B en D twee keer over op het triplex en C één keer. Zaag het uit en lijm de twee stukken A tegen elkaar. Bij I. bevestig je aan elke kant een vleugelB ook met lijm. In de gaat jes 3. worden de twee wielen D ge lijmd en hoogteroer C wordt bij 2. vast gelijmd. Schilder het met plakkaatverf en vernis het met blanke lak. Maar het was al te laat. Ki had door d onverwachte zwenking van de vogel zijn evenwicht verloren en duikelde re gelrecht in het water. In een oogwenk was er niets meer van de hele Ki te zien. Alleen zijn oor zag je nog, want, dat was een fors oor en je moest wel bijzonder bijziende zijn, wilde je dat niet opmerken. Gelukkig had de ooievaar zeer goede ogen dat hebben ooievaars altijd en dus duurde het niet lang of hij had de drenkeling al weer opgepikt. Aan zijn oor. „Wat is het toch een prachtig oor", fluisterde Krulletje en hij keek er ja loers naar. „Ja, ja", bibberde Ki, die opeens de schrik om het hart sloeg, „ga jij nu maar naar je kikker. Ik wil mijn oor houden. Het heeft mij het leven gered". Maar er was geen kikker meer en ook geen plas en ook geen ooievaar. Alleen maar een klein konijntje, dat met zijn pootjes in het gras sloeg en alsmaar riep: „Ik wil mijn oor houden. Ik wil mijn oor houden". Ontsteld rees naast hem zijn vriend Krulletje ook. uit zijn slaap gewekt door deze smartelijke kreten. „Maar Ki", riep hij uit, „ben je niet lekker? Wat is er toch? Ik geloof wer kelijk, dat je waterpokken hebt. Je doet zo raar". Maar Ki had geen waterpokken en ook geen andere ziekte. Hij was in slaap getuimeld en hij had gedroomd, dat gekke konijn! „Ben je geen ooievaar?" vroeg hij huilerig aan zijn vriend. „Nee, jammer genoeg niet", ant woordde deze, want hij dacht aan de kikker. „O nee, o nee, ik ben erg blij, dat je geen ooievaar bent", vond Ki. „Ik was toch zo bang, dat je mijn oor af wilde pikken". „Jouw oor is mij heilig", zei ""-uUe- tje plechtig. „Ik ben er trots oj ik zo'n oor in de familie heb. I.oe kón je zoiets van mij denken?" „Ik weet niet". Verlegen snuffelde Ki aan een grassprietje. Toen vertelde hij zijn droom, van het begin tot het einde. „Dus die kikker hebben we niet ge kregen", stelde Krulletje vast, „dat is nu wel jammer. Het was zo'n mooie oplossing geweest. Enfin". Daarna ging hij weer een lange brief naar huis schrijven over het wonder bare oor van Ki, dat zelfs in dromen een rol speelde. En Ki maakte ondertussen een prach tige deelsom van wel een meter lang met de gekste getallen, maar die wèl uitkwam. En dat was maar goed ook, want deelsommen, die niet uitkomen, zijn heel erg verschrikkelijk. Christine Meyling Langs welke weg moet de wielren ner naar de finish? Marijke, met haar blote beentjes, loopt zingend over 't kiezelpad. Soms staat ze op haar teentjes, want aan elk boompje ziet ze wat De zonnebloemen zijn reusachtig, 't Is net, als knikken ze naar haar. Wat zijn die gouden blaadjes prachtig. Ze praten vast véél met elkaar! Wat heerlijk, dat ze bij óns groeien, 't Is net de zon, zoals je ziet. Ik denk toch wel, zolang die bloeien, Dan regent het toch zéker niet! Marianne van Raait

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1958 | | pagina 15