Achttien tentoonstellingen
onder één Fotokina-dak
NIGERIA - zal het geheel
sterker zijn dan de delen?
Het Franse optreden in Algerije
Plaatjeskijkeri en gros
L
Belangrijk constitutioneel architecten-
zverk in Londen
DINSDAG 30 SEPTEMBER 1958
HAARLEMS DAGBLAD
OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
7
Nieuwe leerkrachten aan
het Conservatorium
„AH-star-orkest" komt
naar Nederland
Nieuwe dirigent bij het
Gelders Orkest
Speciaal nummer van
„Vredesactie"
Conferentie over schrijvers
en hun privé-leven
Britse Cornet IV nu ook
luchtwaardig bevonden
Vrachtvliegtuig uit
Libanon vermist
Zweeds pleidooi in het
voogdijgeschil over
Elisabeth Boll
Prinses Beatrix woonde
rechtzitting bij
„At oomonder zeetank er'
Consultatieve status voor
drie Joodse organisaties
Randolph Churchill had een
onderhoud met Dulles
Aan het Amsterdams Conservatorium
is benoemd tot hoofdleraar saxofoon de
heer J. J. Klemann, tot leraar muziekge
schiedenis de heer M. van Duyn, tot lera
ren piano de dames J. E. Bettinck-de Rid
der, Debora Land, J. L. Vel en de heren
J. R. Kruyt, Joh. Röntgen.
(Van een onzer redacteuren)
HET GROTE bezwaar van de meeste
jaar- en vakbeurzen is, dat er teveel te
.jen valt. Ook de Fotokina 1958, zaterdag
hi Keulen begonnen, lijdt aan dal euvel.
£r js zoveel aanbod, dat zelfs de man-van-
het-vak het nauwelijks kan overzien, laat
staan critische vergelijkingen te maken
"njn alles wat er te koop i.<
Dat geldt ook voor het culturele deel
van de Fotokina. die maar liefst achttien
verschillende fototentoonstellingen om
val. Bij de bespreking van deze foto-over
had zullen wij dus slechts hier en daar
(Hl greep doen. Dat kan des te gereder,
omdat veel van het geëxposeerde met
•Hes respect voor de goede bedoelingen
min of meer tegenvalt. De beide collecties
foto en school'' en „Duitse jeugd foto
grafeert" bijvoorbeeld zijn van zeer mid
delmatig gehalte. Wij begrijpen, dat de
Duitsers trots zijn op het feit, dat de foto
grafie in hun land reeds op de lagere-
ichoolbanken ijverig beoefend wordt. Maar
om daarvan een beeld te geven, had men
met een kleine collectie van de beste
prestaties kunnen volstaan. Onder de hon
derden foto's in de afdeling „Jeugd foto
grafeert" geven er slechts enkele blijk van
ren originele visie. De grote meerderheid
bestaat uit onrijpe naaperij in Paris
Match-stijl, met. veel „suggestieve" on-,
scherpte. Dit. soort „nozemisme" in de fo
tografie dat bij de meeste beoefenaars
alleen maar dient, om een tekort aan tech
nisch kunnen te maskeren, ziet men tegen
woordig op alle „salons" en clubtentoon
stellingen. Op een wereldtentoonstelling
als de Fotokina hoort het zeker in deze
omvang eigenlijk niet thuis.
FRISSER en aanmerkelijk minder pre
tentieus zijn de foto's in de collectie „Hoe
wij leven", waarin de Europese jeugd, met
:nbegrip van die uit. enkele „Gordijnlan-
■en" in foto's iets vertelt over haar
vrijetijdsbesteding. Er zijn verbluffend-
tnappe actieplaten van kinderen bij hun
wilde straatspelletjes, van rappe kunst
rijders en van opgeschoten jongelui, in
diepe concentratie gebogen over een tafel
voetbalspel. Vier foto's van Hollandse jon
gens en meisjes zijn in deze keurcollectie
opgenomen, waarvan er één een Fotokina-
piaquette kreeg. Zijn maker, de 23-jarige
Groninger H. M. Heuvel, mag als beloning
een negendaagse reis door Duitsland ma
ken.
Het Amerikaanse weekblad Life toont
Dieren die zich „net als mensen" ge
dragen. vormen een der dankbaarste
onderwerpen voor de fotograaf die
naar leuke plaitjes zoekt. Op de ten
toonstelling „De lachende camera" op
de Fotokina zijlb er diverse voorbeel
den van te zien. Deze prent, „De toe
kijker" is van de Duitse fotograaf
Heinrich Goebel.
Fotokina, in hal 3, zijn nu een aantal van
cehalve een aantal van haar beste kleuren
platen een collectie van honderd opnamen
door haar chef-fotografe Margaret Bourke-
White, die voor haar blad alle politieke
crises, oorlogen, revoltes en natuurrampen
der laatste twintig jaar vereeuwigd heeft.
Zij is het prototype van de razende repor
ter in nieuwe stijl. Kruipend over de slag
velden van Korea en hangend aan heli
kopters boven werkende vulkanen om
slechts twee van haar levensgevaarlijke
verrichtingen te noemen, maakte Mar-
garet Bourke-White de keiharde nieuws-
platen, die Life aan zijn wereldfaam ge
holpen hebben. Maar ook haar fascineren
de portretten van grote staatslieden (en
van doodgewone kleine luyden) zijn staal
tjes van uitzonderlijk fotografisch talent.
De markante foto's, op de Keulse expositie
bijeengebracht, doen dat talent alle recht
wedervaren.
DE VERZAMELING „Subjectieve foto
grafie" heeft ons daarentegen maar weinig
gedaan. Een heel enkele plaat in deze ra
riteitencollectie boeit door zijn ritmisch
vormen- en lijnenspel, maar de overgrote
meerderheid is naar onze smaak zinloos
experimenteel gebroddel. Stellig zijn er op
dit fotografische grensgebied treffende
dingen gemaakt, maar in de Fotokina-show
blijft het subjectivisme ver beneden de
middelmaat.
Van uitzonderlijk gehalte is de afdeling
waarin 25 vooraanstaande internatinonale
dierenfotografen hun werk tonen: docu
mentaire opnamenseries die een boeiend
beeld geven van de strijd om het bestaan
in de dierenwereld, variërend van de
broedzorg der insecten tot aan de minne
strijd van het grofwild.
DE MEEST GESLAAGDE show is naar
ons oordeel „De lachende camera", een col
lectie van zestig humoristische foto's uit
de archieven van het internationale pers-
fotografendom. Nu is humor in de foto
grafie, afgezien van het naar onze smaak
tamelijk vervelende „table top"-genre, een
zeer zeldzaam artikel, vooral omdat van de
meeste als „grappig" bedoelde foto's de
mop er veel te dik opgelegd wordt. Vrijwel
alles kan men namelijk in de fotografie
versieren" (de vakterm voor: in scène
zetten), behalve nu juist, de humor. Die
moet echt spontaan uit de foto naar voren
springen.
Op het tentoonstellingsbalkon van de
die zeldzaamheden te zien. De plaat van die
politieagent bijvoorbeeld, die van zijn
paard valt precies voor een reclamebord
met de tekst: „Leer autorijden".
Fotografengeluk zult ge zeggen. Maar de
man achter de camera heeft toch maar
bliksemsnel moeten reageren om dit ab
surde geval vast te leggen zoals het zich
in een fractie van een seconde voor hem
afspeelde.
Actualiteit en een soort wrange humor
Nog een grappige foto uit de collectie
„De lachende camera", Mens erger
je niet".
zijn verenigd in de foto. die een Duitse
journalist van de jongste overstromingen
in Oostenrijk maakte: een stuk van een
asfaltweg die op de achtergrond diep in
het kolkende water wegduikt, geflankeerd
door een bordje: „Verboden voor wiel
rijders".
Ook zelfspot is de fotojournalisten niet
vreemd. Een van hen vereeuwigde, als
symbool van zijn beroep, een brutaal rond
kijkende kraai, neergestreken op het spat
bord van een motorfiets met de aandui
ding „Pers".
SOMS ZORGT de combinatie van de
foto met het onderschrift voor een stukje
verrassende humor: een chimpansee, opge
wekt morrelend aan een fototoestel met
daarvóór, als modellen, twee charmante
jonge meisjes. „Persfotografie is een vrij
beroep" staat eronder.
En dan die close-op van een rijtje solda-
tenprofielen. Een man of zes in ceremo
nieel tenue, stram in de houding, van ter
zijde gezien. Alleen een man in het strakke
gelid kijkt verstolen opzij, recht in de lens
van de fotograaf. Kon het onderschrift an
ders luiden dan: „Eén oogje waag ik er
aan"?
ZO ZIJN er nog tal van verrassende
vondsten te doen in deze fotografische
moppenhoek. De meeste zijn misschien
toevalstreffers en het genre zelf hoort, vol
gens sommigen althans, eigenlijk niet eens
onder de „serieuze" lichtbeeldkunst thuis.
Desondanks schamen wij ons niet te be
kennen, dat wij deze kleine collectie „gek
ke plaatjes" een verkwikking vonden na
de honderden diepzinnige socialerige en
„artfs.Uekë"' voortbrengselen vam :de se
rieuze fotografie waarmee de Fqtokina 1958
volhangt. Wij zouden zélfs dé gedachte
willen opperen, dat onze hedendaagse foto
grafie, net als de litteratuur, misschien
wel wat al te ernstig en zwaar op de hands
is en dat zij bij een vrolijk opkikkertje
zo nu en dan alleen maar gebaat zou zijn.
Het „All-Star-orkest" van Sammy Price
»1 tijdens een tournee door Europa ook
?en aantal uitvoeringen geven in ons land
Op 12, 13, 16 en 25 oktober speelt het tien
man sterke orkest (met onder meer de
trombonist J. Higginbotham, de trompet
tist Doc Cheatham, de drummer J. C
Haerd en de zangeres Taffy Douglas) res
pectievelijk in het Concertgebouw te Am
sterdam. de Brabanthal in Den Bosch, Ti-
voli in Utrecht en in Enschede.
Met ingang van het concertseizoen 1959/
I960 is voor een periode van drie jaar
als dirigent aan het Gelders Orkest Carl
Caraguly gecontracteerd, die als vaste di
rigent verbonden is aan een orkest jn Ber-
?en en nu in Stockholm woont. Deze acht
envijftigjarige dirigent is een groot Sibe-
liuskenner. Hij is Hongaar van geboorte.
Per 1 januari krijgt het Gelders Orkest
ook een nieuwe tweede concertmeester,
namelijk Anton Koene, die thans aan het
Nederlands Kamerorkest van Szymon
Goldberg is verbonden. Wat het concert-
Programma voor dit seizoen betreft, tre
den als gastdirigenten op, Carl Caraguly,
Bernard Haitink en Willem van Otterloo.
Tot de solisten behoren Eduardo del Pueyo,
Alexander Uninsky en het duo Krebbers-
Olof.
De Haarlemse advocaat mr. J. H. van
Wijk heeft deze zomer een bezoek aan
Tunis gebracht en vandaar uit gegevens
verzameld voor een speciaal nummer van
het pacifistische blad „Vredesactie", gewijd
aan de oorlog in Algerije. Wat hij zag cn
vernam is aanleiding geworden tot 'n met
verontwaardiging geladen serie artikelen,
waarin het Franse optreden in Algerije
fel gehekeld wordt. Het nummer wordt
ingeleid met een groot artikel van de
hand van de Tunesische president Habib
Bourguiba, die de aandacht vestigt op de
verdrijving van duizenden bewoners van
de grensstreek tussen zijn land en Alge
rije om over een breedte van vijftig kilo
meter een niemandsland te doen ontstaan
ter voorkoming van infiltratie van het
Algerijnse Bevrijdingsfront uit Tunesië.
Bourguiba, die altijd als een der gema-
tigdste tegenstanders van de Franse Noord-
afrikaanse politiek bekend heeft gestaan,
schrijft hierin ondermeer:
„Er is een landstreek in Noord-Afrika
tussen Tunesië en Marokko, Algerije ge
heten. Daar zijn tien miljoen menselijke
wezens overgeleverd aan wilde beesten,
zonder barmhartigheid en zonder genade.
Dat. alles vindt plaats terwijl de gehele
wereld het weet en ziet. Enkele honderden
kilometers van Italië, nog geen twee uur
vliegen van Frankrijk, een uur vliegen van
Spanje, worden tien miljoen mensen be
dreigd met volledige vernietiging, onder
worpen aan alle middelen van de tirannie
en de onderdrukking;, opdat zij zichzelf
prijsgeven, opdat zij Fransen willen wor
den en Algerije Frankrijk zal zijn. Het is
niet meer mogelijk over dergelijke dingen
te zwijgen. Tunesië en Marokko staan niet
meer alleen. Zij kwamen tot daden omdat
hun volken zich één voelen met het volk
van Algerije. De gehele wereld en in de
eerste plaats de vrije wereld begint te be
grijpen dat deze oorlog, dat deze duivelse
methoden, dat deze misdaad en deze
schande, die indruisen tegen de menselijke
waarden, niet alleen Frankrijk schaden,
of deze vrije wereld, maar een smaad zijn
voor de gehele mensheid...."
Mr. Van Wijk. die het zwijgen in het
Westen over de toestand in Algerije ver
klaart uit de behoefte aan olie uit de Sa
hara nu het Nabije Oosten te kwetsbaar
is geworden, heeft tal van verbitterde
vluchtelingen gesproken en in vrijwel elk
gesprek keerde de weeklacht terug over
door de Franse para's gedode mannen
verkrachte (en vaak daarna gedode)
meisjes en vrouwen, opgejaagde kinderen
en verbrande woonsteden. Naast artikelen
over de psychologie der Franse parachu
tisten. die inmiddels samen een kwart
miljoen man vormen, overgenomen uit het
Franse dagblad „I'Express", bevat het
nummer van Vredesactie ook nog een in
teressant vraaggesprek tussen mr. Van
Wijk en leiders van het Algerijnse Bevrij
dingsfront. Als overtuigd antimilitarist
wierp hij in zo'n vraaggesprek een Alge
rijns leider tegen: „Ik geloof niet in deze
keus: of bukken óf dit geweld. Ik heb
voor ogen de strijd, die Ghandi voerde in
Afrika en India. Hij heeft met eenzelfde
soort geweld te maken als gij", waarop
geantwoord werd: „Dat is niet te verge
lijken. Ghandi had te maken met de En
gelsen. Wij hebben te maken met de Fran
sen. De Engelsen kunnen luisteren naar de
geschiedenis, zij kunnen zich aanpassen;
zij passen zich aan. De Fransen niet. Zij
veranderen niet. zij passen zich niet aan.
zij luisteren alleen naar geweld". Tegen
werping: „Let dan eens op Tunesië en Ma
rokko. Daar zijn toch nog andere mogelijk
heden gebleken. Slechts een paar jaar ge
leden was het geweld van de Fransen daar
precies hetzelfde als in Algerije, dezelfde
bloedbaden, dezelfde uitbarstingen van de
Europeanen". Antwoord: „Ook die ver
gelijking gaat niet op. Want wij zijn tot
Frans grondgebied verklaard, wij zijn in
gelijfd. Tunesië en Marokko zijn altijd
protectoraten gebleven. Dat maakte alles
toch anders. De staatsrechtelijke en vol-
kenrechtelijker argumenten waren ster
ker". Vraag: „Is dat zo? Is niet het ver
overen en het inlijven van een land zon
der enige rekening te houden met de wen
sen of de rechten der bevolking vee) meer
in strijd met het volkenrecht?" Antwoord:
„Dat kan wel, maar de Fransen kunnen
voorlopig nog steeds volhouden, dat alles
wat in Algerije gebeurt een binnenlandse
aangelegenheid is. Er is volkenrechtelijk
niemand, althans geen Algerijn, die dat
kan tegenspreken. De Fransen zijn op dat
punt fanatieker dan ooit. Een paar weken
geleden schrijft de regering van Tunesië
naar Algiers over een telefoonregeling
tussen beide landen: dus Tunesië en Al
gerije. Antwoord: het schrijven kan niet
in behandeling worden genomen want Al
gerije bestaat niet. Dat is Frankrijk".
Mr. Van Wijk geeft voorts gegevens van
de Rode Halve Maan, volgens welke er
in Tunesië 135.000 Algerijnse vluchtelingen
zijn en in Marokko 90.000. De regeringen
der beide landen hebben de grootste moei
te met het opvangen van deze legers have
lozen. De schrijver voegt dan ook aan zijn
artikelen een oproep toe om gebruikte
kleding te zenden aan het „Croissant Rou
ge Algérien, 94 Rue de Serbie, Tunis" of
giften op het gironummer 445129 van de
penningmeester der A.N.V.A. te Rotter
dam met de uitdrukkelijke vermolding:
„Algerijnse vluchtelingen".
De internationale P.E.N.-club houdt de
zer dagen in Parijs een conferentie over
het thema: „De schrijver en het recht op
niet-openbaarheid van zijn privé-leven".
Victor E. van Vriesland, voorzitter van de
Nederlandse afdeling van deze internatio
nale vereniging van schrijvers, merkte in
een referaat op, dat indiscretie over het
leven van schrijvers vaak tot een betere
kennis over henzelf en hun werk heeft bij
gedragen.
LONDEN (Reuter/ANP). De eerste
„Cornet IV" van de Britse de Havilland
vliegtuigenfabrieken heeft maandag het
bewijs van Lichtvaardigheid gekregen. Dit
toestel, dat op 27 april voor het eerst
vloog, zal morgen worden overgedragen
aan de „British Overseas Airways Corpo
ration", die negentien toestellen van dit
type heeft besteld. Verwacht wordt dat
binnenkort nog enige machines van dit
type aan de BOAC zullen worden over
gedragen. Wanneer de BOAC drie „Cornet
IV" vliegtuigen heeft kan zij een begin
maken met het uitvoeren van lijndiensten
tussen Londen en New York.
De „Pan American", die, zoals bekend
is, Boeing 707 verkeersvliegtuigen met
straalmotoren heeft besteld, zal op 26 okto
ber aanstaande haar eerste dienst met
vliegtuigen van dit type openen tussen
Parijs en New York. De BOAC heeft tot
dusverre nog geen datum voor het openen
van haar „Cornet IV"-diensten op New
York bekendgemaakt. Wel heeft zij laten
weten dat dit vóór begin december zal zijn.
In Engeland houdt men er rekening mede
dat de BOAC het plan heeft nog vóór de
26ste oktober de eerste transatlantische
luchtdienst met verkeersvliegtuigen met
straalmotoren te openen, daarmede de eer
voor de Engelsen opeisend.
De „Cornet IV" is, zoals de fabrikante
verklaart, 's werelds eerste volkomen ont
wikkelde verkeersvliegtuig met straal
motoren. Het toestel is, gelijk men zich zal
herinneren, ontstaan nadat met de „Cornet
I" (die op 1 juli 1949 voor het eerst vloog)
een paar zeer ernstige ongelukken waren
gebeurd .tengevolge van het optreden van
metaalvermoeidheid.
Nadat de oorzaak van die ongelukken
was vastgesteld, zijn de „Cornet I" vlieg
tuigen uit de dienst genomen. Sommige
daarvan zijn zodanig veranderd en verbe
terd dat zij in gebruik werden genomen
als „Cornet II"-toestellen door de Engelse
luchtmacht.
Sedert het verongelukken van enige „Co
rnet I"-toestellen heeft de Havilland-vlieg-
tuigenfabriek haar nieuwe ontwerp aan
uitgebreide proeven onderworpen en een
proefmodel gebouwd dat als „Cornet III"
vele vluchten heeft gemaakt. Het eerste
„Cornet IV"-toestel heeft onlangs vluch
ten gemaakt naar de Verenigde Staten en
naar Hongkong.
De „Comet IV", die voor de lange afstand
is bedoeld, kan zestig tot eenentachtig pas
sagiers vervoeren, al naar gelang de in
richting van de kajuit. Het maximumstart-
gewicht bedraagt ruim zeventig ton, maxi
male lading ruim negen ton. Het toestel
zal ruim zesenveertighonderd kilometer
zonder tussenlanding kunnen afleggen, een
kruissnelheid hebben van rond achthon
derd kilometer per uur en op een hoogte
van gemiddeld elfduizend meter.
Behalve de BOAC heeft de Argentijnse
luchtvaartmaatschappij Aerolinas Argenti-
nas een aantal „Cornets" besteld.
ROME (UPI) De verkeerstoren van
het vliegveld Ciampino bij Rome heeft
maandagmiddag gerapporteerd geen radio
verbinding meer gekregen te hebben met
een viermotorige AVRO „York" van de
Libanese luchtvaartmaatschappij. Het toe
stel was van Beiroet onderweg naar Rome
met een bemanning van vijf koppen en
een lading vracht. Het laatste heeft dc
piloot, zijn toestel gemeld toen het boven
het Griekse eiland Rhodos vloog, en dat
was maandagochtend vroeg.
Prinses Beatrix heeft maandagmiddag
in Den Haag de voortzetting van het
ZweedsNederlandse voogdijgeschil in 't
Vredespaleis bijgewoond. De Nederlandse
raadsman, prof. mr. I. Kisch, had zijn
pleidooi vorige week afgesloten. Het woord
was thans aan de Zweden. De Belgische
Senator prof. Henri Rolin, die als raads
man voor Zweden optrad, begon zijn plei
dooi met woorden van lof voor het bril
jante pleidooi van prof. Kisch, die echter
„een nogal eenzijdige visie op deze ge
compliceerde zaak" gegeven zou hebben.
Zo had prof. Rolin zich erover verbaasd,
dat in het Nederlandse pleidooi met geen
woord melding wordt gemaakt van het
feit. dat de vader van het meisje reeds op
18 maart 1954 voogdij voorziening in Zwe
den had .aangevraagd. Pas later heeft de
heer Boll zich beroepen op de Nederlandse
wet. die hem van rechtswege tot voogd
verklaarde.
Dat de vader later, na de eerste uitspraak
van de „Regeringsratt". het hoogste admi
nistratieve gerechtshof in Zweden, op
eigen verzoek door de rechtbank in Dor
drecht van de voogdij was ontheven,
klopte volgens prof. Rolin ook niet, want
het Nederlandse wetboek zegt. dat een
dergelijk verzoek alleen door de raad van
de kinderbescherming kan worden inge
diend.
Volgens Rolin hield het op twee juni
1954 door de Amsterdamse politierechter
genomen besluit, waarbij de Dordrechtse
notaris J. A. Idema tot toeziend voogd
over Elisabeth Boll werd benoemd, een
erkenning in van het feit, dat het meisje
haar wettelijke woonplaats in Zweden had.
„Volgens de Nederlandse wet is de wet
telijke woonplaats van Elisabeth feitelijk
ten huize van mevrouw IdemaPostema.
Doch volgens de Zweedse wet wordt haar
domicilie door dat van haar ouders bepaald
en dat. is in Zweden", aldus Rolin. die hier
aan toevoegde, „dit kan belangrijke juri
dische gevolgen hebben".
Hierop zette het hoofd van de afdeling
juridische aangelegenheden van 't Zweed
se ministerie van Buitenlandse Zaken,
Sture Petren, uiteen, dat de Zweedse kin-
derwe.tgeving ten doel heeft zowel de be
langen van het kind, als die van de maat
schappij te verzekeren en dat haar be
palingen bindend waren.
„In het geval van Elisabeth Boll is de
uiteindelijke beslissing genomen door de
twee hoogste Zweedse gerechtshoven en
zij werd in goed vertrouwen, en met vol
ledig bewustzijn van de ermede gepaard-
gaande verantwoordelijkheid, getroffen",
aldus Petren.
Na deze verklaring werd de zitting tot
dinsdag verdaagd.
Prinses Beatrix heeft de gehele zitting,
die twee uur duurde, bijgewoond.
(Van onze correspondent in Londen)
De politieke atmosfeer van Lagos, de
hoofdstad van Nigeria, was maandag ge
deeltelijk overgeheveld naar het hart van
Londen, waar Afrikaanse studenten luid
keels demonstreerden voor het indruk
wekkende Lancaster House, waar de con
ferentie, welke Nigeria een nieuwe grond
wet moet geven, haar werkzaamheden is
begonnen. Dit is de voorzetting van de ge
deeltelijk mislukte conferentie van vorige
zomer en de vijfde sinds 1953. Deze keer
hoopt men. dat het de laatste zal zijn,
welke voldoende obstakels uit de weg zal
moeten ruimen om op 2 april 1960 de onaf
hankelijkheid van de federatie van Nigeria
binnen het Britse Gemenebest te kunnen
uitroepen.
Dit zal een feit van grote betekenis kun
nen worden, niet alleen voor Nigeria en
Zwart Afrika zelf, maar ook voor het vrije
Westen, omdat de destructieve krachten,
welke elders vaak een rol spelen, Nigeria
nog nauwelijks schijnen te hebben aange
tast.
Nigeria bezit de grootste concentratie
van zuiver Afrikaanse volken in de gehele
wereld. Het heeft 34 miljoen inwoners,
waarvan de helft in het reusachtige noor
delijke gebied woont. Wegens zijn aard
rijkskundige ligging, zijn economische mo
gelijkheden er is ook pas olie gevonden
en de bereidheid om een politieke de
mocratie te verwezenlijken in een land met
vele stammen, ziet Nigeria zichzelf als de
unieke leider van alle Afrikaanse naties
ten zuiden van de Sahara. Het pan-Afri-
kanisme leeft er sterk. Men droomt reeds
van de oprichting van de Verenigde Sta
ten van West-Afrika als eerste stap naar
de zelfstandigmaking van de overige Afri
kaanse volken. De politieke leiders van
Nigeria willen niets met Nassers inspiraties
te maken hebben en zullen zich verzetten
tegen pogingen tot Afrikaanse eenwording
onder zijn leiding. De kwestie is gelukkig
nog niet actueel, maar men moet niet ver
geten, dat de Nigeriaanse politici op dit
ogenblik alles doen om het Britse moeder
land ervan te overtuigen, dat het met hen
geen risico' loopt!
Nigeria is omge
ven door Frans
grondgebied, maar
het gelooft dat de
sconomische en so
ciale banden tus
sen de Westafri-
kaanse volken op
den duur sterker
zullen blijken dan
van de Franse ge
bieden met Parijs.
Men verwacht
eveneens, dat het
onafhankelijke
Ghana, dal nog
sputtert tegen
Westafrikaanse
aaneensluiting, om
economische rede
nen daartoe zal
overgaan. De
Westafrikaanse
Statenbond is op
dit moment wel
een héél ambitieus
orogramma, vooral
als men bedenkt,
dat het ondanks
alle hoopvolle
woorden, welke gisteren bij de opening
van de Nigeriaconferentie gesproken zijn.
nog wel heel wat voeten in de aarde zal
hebben voor er in Nigeria zélf van wer
kelijke eenheid sprake zal zijn.
Maar alle sprekers wilden, dat de onder
linge geschillen op zij gezet zouden worden
ter wille van een snelle verkrijging der
onafhankelijkheid.
Het vraagstuk dat de conferentie be
heerst, is, zoals ook uit de agitatie op
straat bleek, centralisatie of regionalisme.
In meerderheid stellen de politieke leiders,
nationale eenheid boven alles. Maar of dit
een farce is, zal dezer dagen wel blijken.
De minderheden vrezen namelijk dictatuur
van het centrum en eisen waarborgen, zo
als de oprichting van regionale politie.
Een andere eis in dit verband, gesteund
door het opperhoofd Awolowo. de premier
van het zo actieve West-Nigeria, is verdere
verbrokkeling door de oprichting van nog
drie nieuwe staten binnen de federatie, een
voorstel dat verworpen is door de onder
Britse leiding staande minderhedencom-
missie, wier rapport thans voor de confe
rentie ligt. Deze wilde handhaving van de
bestaande indeling. De congrespartij van
het mohammedaanse noorden, de belang
rijkste politieke groepering in de federa
tie, is het daarmee eens. Het touwtrek
ken op de conferentie gaat tussen degenen,
die de inwendige vraagstukken willen op
lossen vóór Nigeria's onafhankelijkheid en
hen, die bereid zijn tot later te wachten.
Awolowo betoogde, dat er nog tijd genoeg
is dit nü te doen. Zijn uitspraak, dat het
niet aangaat om een schip te water te
laten en pas in het midden van de oceaan
te onderzoeken of het zeewaardig is, werd
met instemming begroet!
De gematigde actiegroep, waarvan hij de
leider is, propageert uitbreiding van het
algemene kiesrecht tot de vrouwen van het
noorden, dat zich daartegen om godsdien
stige redene verzet.
Stambesef
Tijdens de openingsplechtigheid in de
muziekzaal van deze vroegere vorstelijke
residentie, waar eens Chopin piano speel
de voor koningin Victoria, bezongen de
Afrikaanse leiders in redevoeringen van
hoog gehalte, het beginsel van de politieke
democratie. Kenners van Nigeria betwij
felen echter of zij in staat zijn dit te ver
wezenlijken. Het stambesef, dat ook de
grondslag vormt voor de politieke partijen,
is namelijk nog steeds sterker dan het na
tionale bewustzijn en nationale leuzen,
welke thans worden aangeheven, vormen
vaak een dekmantel voor groepsaspiraties.
De vraag is daarom of na de onafhanke
lijkheid werkelijke samenwerking tussen
de partijen mogelijk zal zijn, of dat de lei
der, die de top bereikt, zal trachten zich
van rivalen te ontdoen.
Vandaar dat dit een uiterst moeilijke
conferentie wordt, waarvan het vooral van
de Engelsen zal afhangen of een systeem
zal kunnen worden gevonden, dat de ont
wikkeling van een gezonde democratie
mogelijk maakt.
(Reuter) De inwoners van Nigeria zijn
verdeeld over vele stammen of stamgroe
pen, die zich door gewoonten, tradities en
talen onderscheiden. De grootste hiervan
zijn de Hausa en de Fulani, die het reus
achtige noordelijke gewest bewonen, de
Yoruba in het westelijke gewest en de Ibos
in het oostelijke gewest. Zelfs binnen deze
voornaamste talengroepen bestaat grote
verscheidenheid. De volken van zuidelijk
Kameroen zijn verwant met de Bantoes.
Hoewel de Britse handelsbetrekkingen
met delen van Nigeria verscheidene
eeuwen oud zijn, is het nog geen 50 jaar
geleden, dat de Britse regering het bestuur
over het land, als een enkel gebied, over
nam. Het was voornamelijk het voortdu
rende pogen van de Britse regering, aan
gespoord door de publieke opinie in het
moederland, om slavenhandel af te schaf
fen, welke haar er toe bracht, hoewel niet
van ganser harte, in de tweede helft van
de negentiende eeuw een zeer grote ver
antwoordelijkheid te aanvaarden. Pas in
1914 werden de kleine Britse kolonie La
gos, die in 1861 was bezet om een eind te
maken aan de uitvoer van slaven en ver
schillende protectoraten en handelsgebie
den. die door Britse handelaren en missio
narissen waren ontsloten, tezamengevoegd
onder een enkel bestuur, dat verantwoor
delijk was jegens het verenigd koninkrijk.
WASHINGTON (UPI) De Ameri
kaanse regering is bezig met plannen voor
de bouw van een door kernenergie aange
dreven onderzeetankschip, waarvan men
eind 1959 de kiel hoopt te leggen.
De directeur van het scheepvaartbu
reau, Clarence G. Morse, schatte de kos
ten van een dergelijk schip, dat een lading
van 22.000 ton zal kunnen vervoeren met
een snelheid van 20 knopen, op 40 a 50
miljoen dollar.
Hij zeide, dat een onderzeetanker van
40.000 ton met een snelheid van 40 knopen
ook mogelijk was, maar dat de bouwkos
ten te hoog zijn voor een winstgevende
exploitatie.
Een onderzeetanker is volgens Morse
veiliger dan bovenwaterschepen ingeval
van oorlog.
PARIJS, (UPI) Drie particuliere or
ganisaties, die tezamen de consultatieve
raad van Joodse organisaties omvatten, is
de „consultatieve status" toegekend door
de Raad van Europa in Straatsburg. De
consultatieve raad van Joodse organisa
ties (C.C.J.O.) deelde mede, dat deze bij
zondere status de organisaties het recht
verleent hun standpunten over kwesties
aangaande de rechten van de mens en bur
gerlijke en godsdienstige vrijheden aan de
Raad van Europa voor te leggen en op hun
beurt te worden geraadpleegd. De drie
organisaties van de C.C.J.O. zijn de „Al
liance Israélite Universelle" (Frank
rijk), de „American Jewish Committee"
en de Anglo-Jewish Association".
Randolph Churchill Sir Winston's
zoon die onlangs zoveel stof deed op
waaien door zijn weergave van een privé-
gesprek met premier Macmillan („Wij
staan achter Amerika"), heeft in de Lon-
dense Evening Standard een onderhoud
gepubliceerd, dat hij in New York met de
Amerikaanse minister van Buitenlandse
Zaken heeft gehad. Randolph zegt, dat
Dulles niet van plan is toe te geven inzake
de Chinese kusteilanden. Hij lijkt bereid
soepel te zijn. maar zal niet capituleren
met het pistool op de borst. „Vechten voor
Quemoy en Matsoe?" Natuurlijk zal
iedereen weglopen, zoals vandaag twintig
jaar geleden toen het om Tsjechoslowakije
ging, aldus Randolph. Maar Dulles en
Macmillan hebben de les geleerd. Dulles
is bereid tot onderhandelen, zodra commu
nistisch China het vuren staakt. Hoewel
het in het belang van de Verenigde Staten
is nationalistisch China er toe te bewegen,
de kusteilanden te demilitariseren, is de
Amerikaanse invloed beperkt. De Verenig
de Staten kunnen Tsjang Kai Tsjek niet
bevelen. Wel kunnen de Verenigde Staten
in het uiterste geval de militaire en finan
ciële hulp aan Formosa afsnijden, maar
dan is het risico, dat Tsjang's regering
wordt vernietigd door een communistische
staatsgreep, waarbij niet alleen Quemoy
en Matsoe, maar ook Formosa verloren
zouden gaan. Volgens Randolph ziet het er
daarom naar uit, dat Washington niet
verder kan gaan dan zijn goede diens'en
te gebruiken om Tsjang te bewegen, het
grootste deel van zijn troepen terug te
trekken van de kusteilanden. Als tegen
prestatie zouden dan de communisten hun
militaire concentraties langs de kust
moeten inkrimpen. Het is zeer wel moge
lijk, dat Tsjang een dergelijk Amerikaans
advies zal aanvaarden, omdat het werke
lijk niet in zijn belang is, dat een derde
deel van zijn strijdmacht is opgesloten op
Quemoy en Matsoe, aldus Randolph
Churchill.