Tweede Kamer verwierp motie
van PvdA over Nieuw-Guinea
Pindakaas
tfDPS jonge klare!
Kunsthars
„Buitenpost van het Westen in de
srij'd tegen het communisme",
verklaart dr. Drees
adstwu
&p de
Kruiningen wil hogere
vergoeding rampschade
Spaanse documentaire door
Wereldomroep aangeboden
Van Gogh collectie in de
Verenigde Staten
Drukbezochte receptie
van Bioscoopbond
Prof. G. M. Verrijn Stuarl
SER-voorzitter
PONDERDAG 2 OKTOBER 1958
o
j -■■■
Advertentie
\sz>
<~Pracit1stoel
Advertentie
maar langs de officiële weg inlichtingen
moesten vragen.
„Dat antwoord is niet gegeven", inter
rumpeerde minister Staf.
„Dan liegt de een of de ander", conclu
deerde mr. Burger.
„Dat antwoord is wèl gegeven," riep de
heer Schouwenaar.
Ook de staatssecretaris van Marine, de
heer Moorman, interrumpeerde. Het was
opeens rumoerig in de Kamer. Mr. Burger
maakte zich kwaad omdat een brutaal ant
woord was gegeven op een informatie naar
een „officiële mededeling". Minister Staf
en staatssecretaris Moorman zaten met
hun vinger in de lucht ten teken dat zij
wilden interrumperen, want de zware stem
van mr. Burger maakte hun opmerkingen
onverstaanbaar. Minister Zijlstra bracht de
microfoon op de ministerstafel naar minis
ter Staf, die tenslotte kon zeggen dat het
particuliere tijdschrift schreef over een
„officiële mededeling", maar dat het geen
officiële mededeling van zijn departement
was.
Mr. Burger kreeg toch de indruk dat het
departement van Defensie niet scheutig
was met inlichtingen aan de Kamerleden.
„Het departement had er niets mee te
maken", zei minister Staf.
„Dan is het antwoord toch niet hoffelijk
geweest", concludeerde mr. Burger.
„Maar dat antwoord is niet gegeven", zei
minister Staf weer.
„Het is wèl", hield de heer Schouwenaar
vol.
Dat spelletje van 't is niet, 't is wel had
nog lang kunnen duren, maar de voorzitter
sloot het incident, waarna de rust in de
Kamer terugkeerde.
De Raad van State heeft een conflict
tussen het gemeentebestuur van Kruinin-
gen en de minister van Financiën behan
deld over de uitkering van de vergoeding
der stormrampschade. De gemeente
Kruiningen moest in november 1953, toen
het zeewater nauwelijks uit de gemeente
was geweerd en de herstelwerkzaamhe
den nog moesten beginnen, reeds opgeven
hoe groot de rampschade was. Deze opga
ve, die op een zeer globale raming geba
seerd kon zijn, bleek achteraf veel te laag.
De minister van Financiën, geadviseerd
door provinciale waterstaat van Zeeland,
was echter niet bereid een hogere uitke-
i'ing te verstrekken, dan de aanvankelijk
geraamde 73.000,-.
Burgemeester A. Schipper verklaarde,
dat de totale kosten rond een miljoen heb
ben bedragen. Er moesten „onrustbaren
de hoeveelheden onbruikbaar materiaal"
worden afgevoerd. Er waren 545.000 nieu
we klinkerkeien nodig. De rioleringen ble
ken zo volgeslibt met zand, dat vaak aan
schoonmaken niet te denken viel en nieu
we buizen moesten worden gelegd. Het
"Op eenvoudige wijze terugbrengen in de
oude staat" was in vele gevallen theorie.
De burgemeester meende dat de gemeen
te niet alleen aansprakelijk kan worden
gesteld voor de hoge kosten.
De Raad van State zal later advies aan
de Koningin uitbrengen.
Vincent naar Tokio
Advertentie
Uw levenslust bewaren met
De Italiaanse filmster Guillietta Ma-
sina, die men zich ongetwijfeld uit
„La Strada" en „De nachten van Ca-
biria" herinnert, is donkerblond
in Amsterdam aangekomen, waar zij
de première van „Fortunella" zal bij
wonen. Men ziet haar op de foto met
haar echtgenoot, de regisseur Frederico
Fellini, verwelkomd op Schiphol door
de directeur van de maatschappij Stan
daardfilm, diens echtgenote en de Ita
liaanse vertegenwoordiger. Ook in Den
Haag en Rotterdam zal Guillietta Ma-
sina. met haar aanwezigheid de ken
nismaking met „Fortunella" opluiste
ren. Over een paar weken komt de
nieuwste film van het samenwerkende
echtpaar gereed, die in ons land „De
gevangenen" zal heten.
Het vierde eeuwgetij van de dood van
keizer Karei V wordt in de Spaans-spre
kende wereld op grootse wijze herdacht.
In verband hiermee heeft de Wereldom
roep een uitvoerig documentair program
ma samengesteld met als titel „Karei V
en de Lage Landen".
In dit programma zijn historische gege
vens verwerkt uit de archieven van o.a.
Amsterdam, Utrecht, Den Bosch en Maas
tricht over bezoeken aan deze steden van
Karei V tijdens acht reizen, die hij naar
de Noordelijke Nederlanden heeft ge
maakt.
Dit programma, samengesteld door
Kees Middelhoff en bewerkt door me
vrouw Virtudes Luque, zal ais een Neder
landse bijdrage aan verschillende om-
roepstations in Spanje en enkele Zuid-
Amerikaanse landen worden aangeboden.
Een grote verzameling schilderijen en
tekeningen van Vincent van Gogh is
woensdag uit Amsterdam in New York
aangekomen. De werken zullen in San
Francisco, Los Angeles, Portland en
Seattle tot 6 april worden geëxposeerd.
In de zalen van Carlton heeft de Neder
landse Bioscoopbond woensdagmiddag een
receptie aangericht ter gelegenheid van
zijn veertigjarig bestaan. Zeer velen heb
ben van de gelegenheid gebruik gemaakt
het bestuur van de Bond te complimente
ren. Voorzitter Miedema vooral ontving
vele gelukwensen in verband met de hem
verleende koninklijke onderscheiding.
Mr. D. Bijderdijk voerde namens de mi
nister van Binnenlahdse Zaken en Publie
ke Bedrijfsorganisatie het woord.
„De Nederlandse bioscoopbond heeft"
aldus spreker „een erezuil opgericht
door de stichting van het Bio-vakantieoord
dat voor ons volk een begrip is en waar
van nu in Arnhem een speciaal zuster
oord verrijst." „De bond is groot gewor
den door zijn specifiek Nederlandse deug
den: energie, durf, ondernemingslust en
naastenliefde".
's Avonds verenigden zich bestuur en leden
van de bond in de Cinetone-studio's, waar
een groot feest was georganiseerd, dat tot
in de nacht voortduurde. Vanmorgen is
de herdenking van hel jubileum voortge
zet met de eerste steenlegging van het re-
validiteitscentrum te Renkum, waarvoor
de gelden uit de jaarlijkse collectes in de
bioscopen zijn bijeengebracht, vermeerderd
met een door de Nederlandse Bioscoop
bond geschonken bedrag. Vanavond is in
het City-theater te Amsterdam het sluit
stuk: een galavoorstelling, welke door
prins Bernhard en de prinsessen Beatrix
en Irene bijgewoond zal worden.
Nee mensen, ik zeg het ronduit: ik vind,
die zending van honderddertig kunstwer
ken van Vincent van Gogh naar Tokio on
verantwoord-
Kijk ik wil het nog niet eens hebben
over culturele uitwisseling. Wij hebben
vijftien jaar geleden geleerd elegante Ja
panse buigingen te maken en in ruil daar
voor zouden we dan nu om te beginnen
honderddertig Van Gogh's sturen Ik be
doel maar, och die buigingen, die kósten
niets meer, tóén wel, maar nu dan niet, je
kunt ze altijd wel weer es ophalen. Maar
honderddertig Van Goghs. Tsjonge, dat is
me wat! En dan lees je wel dat ze stevig
verpakt via de Noordpool naar Tokio zijn
verzonden, maar ik vraag me maar af, wat
doet een stevige verpakking tegen een
klein foutje in een weerbericht? Vóór je 't
weet is er zelfs geen ijsbeer meer die de
kans krijgt om ons hoogste culturele goed
nog te besnuffelen.
Nou ja hoor ik zeggen de zaak is
voor 5'/s miljoen verzekerd. Maar m'n
beste man, wat is heden ten dage nog vijf
en een half miljoen? We schrikken niet
eens meer van anderhalf miljard!
Maar goed de boel is dan goed en wel
in Tokio aangekomen. Ben ik ook niet dol
opOp Tokio bedoel ik. In 1923 woedde er
een typhoon die de stad grotendeels ver
woestte. Wie zegt me dat er na vijf-en-der
tig jaar niet nóg es zo'n natuurramp komt.
Je stikt er nog steeds in de houten gebou
wen. Dan heb je nog dat gerommel in het
Verre Oosten. Wordt Japan daarbij be
trokken dan moet je niet denken dat ser
geant Koetjepof, of brigadier Macdinges
zich tijdig zal realiseren: daar mot ik niet
wezen met me waterstofboel, want die
Van Goghs hangen er.
De kunstwerken gaan ook nog naar
Kioto. Nou was het daar tot het begin van
deze eeuw één en al schone kunsten wat
de klok sloeg. In 1931 echter werden de al
daar werkende kunstenaars, vooral de ke-
ramiek-metaalbewerkers, ingeschakeld in
de machine-, instrument- en.chemische
industrieën. Dat was dus negen jaar voor
de narigheid losbarstte. Nou?! Zou in
het ergste noodgeval de luitenant Goi Mah
Jong in zijn met trotyl, of hoe heet dat
goedje, volgepropte zelfmoorddekker, ook
maar één moment overwegen zich niet met
zijn afgedankte toekomst op Kioto te
smijten omdat Van GoghKom nou!
Nee, wanneer kunstzinnige Japanners
dan toch zo voor Van Gogh voelen, laten
ze dan naar de „Hoge Veluwe" komen, of
naar het „Stedelijk" in Amsterdam, dan
kunnen ze daar hun hart ophalen; wij
praten dan niet meer over die buigingen
van vroeger, want wie daar nou nog op
kijkt is maar een kniesoor.
Maar om. nou nóg weer Van Goghs daar
heen te sturenLaten we dat nou niet
doen-
Echt niet.
Jan van Ee$
Er is een verbazingwekken
de wisselwerking, leidend tot
een frappante doelmatigheid,
te constateren tussen de mens
en zijn omgeving. Een wissel
werking die strekt tot een on
feilbare vervulling van mense
lijke en materiële functies,
welke in elkander grijpen als
de tanden van een koekoeks
klok.
Natuurlijk is dit een volzin
die, hoe fraai ook, onmogelijk
kan worden begrepen wan-
nneer men ze niet zelf gecon
strueerd heeft. Vandaar, dat
een verduidelijkend voorbeeld
onmisbaar mag heten.
Welnu: zij houdt de be
wering in dat alles, wat de
mens in de loop zijner historie
ter beschikking is gekomen
aan hulpmiddelen van be
staan, gebruiksklaar versche
nen is op het moment dat de
ontwikkeling der mensheid
de behoefte daartoe geschapen
had.
Het welsprekendste voor
beeld daarvan is zeker dat
gene, wat wij „plestik" plegen
te noemen de grondstof die
de wereld vult met goedkope,
duurzame, kleurige, lichte,
gemakkelijk te vervaardigen
gebruiksartikelen, speelgoe
deren en dekmateriaal. Wan
neer „plestik" in het jaar
1567 zou zijn uitgevonden, zou
niemand hebben geweten wat
ermee aan te vangen. Doch
deze wonderlijke stof ver
scheen op aarde in een tijds
gewricht, toen de mentaliteit
en de levensgewoonten der
mensen behoefte aan iets
lichts, goedkoops, eenvoudigs
en kleurigs hadden tevoor-
schijngeroepen.
De moderne mens moet met
één handomdraai een bruik
baar en functioneel artikel
kunnen maken. Hij heeft geen
geduld meer om urenlang te
peuteren, te hakken, te snij-'
den en te prutsen, doch wil
als een goochelaar de comfor
tabele middelen des levens te-
voor-schijn kloppen uit het
niets.
Wanneer men plestik als
„niets" beschouwt, en de hen
del van een machine als een
toverstok, dan goochelt de
mens van- vandaag naar
hartelust.
Het overhalen van zo'n
hendel, waardoor een onaf
zienbare reeks van keurig af
gewerkte gebruiksvoorwerpen
tevoorschijn rolt, zou een
middeleeuwse monnik weinig
vreugde hebben bezorgd. Hij
was een mens die tien jaar
met het puntje van zijn tong
tussen de tanden op de hoofd
letter H kon blijven zitten
priegelen maar daar had hij
dan ook de langzame middel
eeuwen voor.
Wij leven sneller .beweeg
lijker, met. méér opdrachten
dan het produceren van één
H. Wij moeten twintig mon
nikenlevens tegelijk leven
om ons levensalfabet te kun
nen afmaken en ziedaar het
plestik. Het is ons uit de
hemel gegeven, in ruil voor
het geduld dat ten hemel ge
varen is.
Men behoeft geen profeet te
zijn om het plestik een grootse
toekomst te voorspellen
een toekomst van gebruiks
wijzen die onuitputtelijk en
verbazingwekkend zal zijn.
Wanneer men alle voor
werpen en voorzieningen, die
in onze dagen reeds in ples
tik worden uitgevoerd, buiten
beschouwing laat, dienen zich
desalniettemin voor de hand
liggende toepassingen aan, die
het leven in het algemeen en
het bestaan van velen onzer
in het bijzonder danig zouden
vergemakkelijken en veraan
genamen.
Op die wijze zou het plestik
dus een bij uitstek humani
taire functie in onze samen
leving gaan vervullen, waar
door de hemelse afkomst er
van nog duidelijker in het oog
zou springen.
Zo zou ik het plestik willen
gebruiken om alle menselijke
figuren, die door hun afkomst,
functie of beroep gedoemd
zijn zich te gedragen alsof zij
dode poppen zijn, te ver
vangen. Alle mensen die om
wille van hun dagelijks brood
verplicht zijn een overwegend
deel van hun bestaan roerloos
en onbeweeglijk tot decor te
dienen, kunnen uit die gruwe
lijke tortuur worden verlost
en op nuttiger, produktiever
wijze worden ingezet in de
maatschappelijke machinerie.
De voordelen van plestikken
figuren op plaatsen die thans
door levende mensen worden
ingenomen, vallen navrant op.
Ten eerste: schildwachten
voor paleizen, ministeries van
Oorlogen, kazernementen en
wat dies meer zij. Wanneer
men deze decoratieve doch
overigens volmaakt nutteloze
functionarissen zou ver
vangen door uit één stuk ge
perste kunsthars-figuren, zou
men echte mensen verlossen
uit een enerverende en
volmaakt tegennatuurlijke
dwangpositie. Men zou enorm
besparen op de textielreke-
ning, aangezien de uniformen
en uitrustingen eveneens uit
plestik zouden worden mee-
geperst in de voorgeschreven
kleuren en dus volkomen
weerbestendig zouden zijn.
Met een eenvoudig ingebouwd
mekaniekje kan men de ples
tik figuren hun plestik ge
weren laten presenteren bij
nadering van de daarvoor in
aanmerking komende hoog
waardigheidsbekleders, men
kan door middel van foto-
elektrische cellen zelfs defen
sieve handelingen organi
seren bij nadering van degene,
wiens mogelijke nadering de
oorspronkelijke reden is ge
weest van het plaatsen van
schildwachten: namelijk de
Vijand.
Ofschoon: men kan aan
nemen, dat de Vijand nooit
tracht te naderen op een
wijze ,die in het geijkte decor
past, zodat ook een echte
schildwacht nooit komt in de
situatie, die uitgangspunt van
zijn eigen plaatsing is ge
weest.
Ten tweede: erewachten.
De besparing aan textiel is
hierbij nog indrukwekkender.
De roerloosheid kan tot het
volmaakte worden opgevoerd,
en onberispelijkheid in kle
ding en houding wordt su
bliem.
Ten derde: in het algemeen
alle figuren in staatsiekledij
en gala, wier enige functie
wordt gevormd door het be-
wegenloos staan in Ridder
zalen, naast en achter troon
zetels, bij deuren, op de ach
terzijde van calèches, naast
spreekgestoelten of op parade
podia.
De besparing aan textiel
wordt hierbij onvoorstelbaar
en de volmaaktheid in de uit
oefening van functies impo
nerend. Vliegen op neuzen,
zenuwjeuk of andere aandoe
ningen hebben volgens de
resultaten van proefnemingen
bij plestik geen enkel gevolg,
waardoor een niveau van
decoratieve supprematie wordt
bereikt dat de ware liefheb
bers van het traditionele en
decoratieve tot vreugde zal
ontroeren.
Misschien doet het denk
beeld enigszins vreemd aan,
doch men zal er spoedig aan
wennen en in enkele jaren
niet beter meer weten. En
wie er moeilijk aan wennen
zal, moge zich troosten met.
de rijke filosofische overwe
ging, dat het idee volkomen
past in het moderne, onont
koombare vernieuwingsver
schijnsel van bevrijding der
mensen uit het dwangbuis
van een anachronistisch con
servatisme, dat door het ge
zonde verstand en de zin van
realiteit is uitgehold tot een
dunne, dode laag van zinne
loze uiterlijkheid.
Voor het nog resterende gedeelte van de
zittingsperiode van de Sociaal-Economische
Raad, die eindigt op 31 maart 1960, is tot
voorzitter van de SER benoemd prof. mr.
dr. G. M. Verrijn Stuart te Amsterdam.
Prof. Verrijn Stuart, een zeer vooraan
staand econoom, die president-commissa
ris en oud-directeur is van de Amsterdam-
sche Bank, alsmede buitengewoon hoog
leraar aan de gemeentelijke universiteit
van Amsterdam, werd op 16 september
1893 in 's-Gravenhage geboren.
Na voltooiing van zijn gymnasiale studie
in Den Haag en Groningen studeerde Ver
rijn Stuart aan de universiteiten in Gro
ningen, Zürich en Genève rechtsweten
schappen.
In Groningen verwierf hij op stellingen
de meestertitel. In 1919 promoveerde hij
tot doctor aan de rijksuniversiteit te
Utrecht op een proefschrift: „Inleiding tot
de leer der waardevastheid van het geld".
Tevoren reeds was hij gedurende korte tijd
werkzaam geweest ais ambtenaar ter pro
vinciale griffie te Groningen welke functie
hij al spoedig verwisselde voor die van
plaatsvervangend agent van de Nederland-
sche Bank aldaar.
In 1919 kwam dr. Verrijn Stuart bij de
Rotterdamsche Bank. van welke instelling
hij weldra, na een zakenreis door het toen
malige Nederlands-Indië, directiesecretaris
werd. In 1922 werd hij, nauwelijks 29 jaar
oud, buitengewoon hoogleraar aan de Ne
derlandse Economische Hogeschool te Rot
terdam. Twee jaar later vertrok hij naar
Batavia, waar hij hoofddirecteur werd van
de Javasche Bank. Nog geen jaar later
deed de Nederlandse Economische Hoge
school opnieuw een beroep op dr. Verrijn
Stuart om haar te dienen als gewoon hoog
leraar voor het munt-, crediet- en bank
wezen en de handels- en verkeerspolitiek.
In 1934 volgde zijn benoeming tot hoog
leraar in de staathuishoudkunde en de sta
tistiek aan de universiteit te Utrecht, in
welk ambt hij zijn vader, prof. dr. C. A.
Verrijn Stuart opvolgde.
Van 1940 tot 1954 was prof. Verrijn
Stuart directeur van de Amsterdamsche
Bank, van welke instelling hij sinds 1955
president-commissaris is.
Publicaties
Van zijn publicaties is het tweedelige:
„Geld. crediet en bankwezen" het bekendst,
geworden. Verder verschenen van zijn
hand: „Het bankwezen in de Nederlandse
koloniën", „De conjunctuur in het econo
mische leven" en vele artikelen in „The
Economist", „Economisch-Statistische Be
richten" en „Weltwirtschaftliches Archiv".
Prof. Verrijn Stuart, die lid is van de
Koninklijke Nederlandse Academie van
Wetenschappen, is ridder in de orde van
de Nederlandse Leeuw, commandeur in de
orde van Oranje-Nassau, commandeur in
de huisorde van oranje en groot-officier
in de orde van Leopold II van België.
Als Kroonlid (sinds 1950) en lid van het
dagelijks bestuur van de SER (sedert 1952)
heeft prof. Verrijn Stuart steeds een werk
zaam aandeel gehad in de activiteiten van
dit college, waarvan twee belangrijke vaste
commissies, de commissie Benelux en de
commissie Vrijhandelsgebied, onder zijn
voorzitterschap staan.
(Van onze Kamerverslaggever)
Waarom ik \juuUhmc King Size
sigaretten prefereer? Het antwoord
is eenvoudig: ik vind, dat ze nooit
veranderen van kwaliteit en aroma.
Werkelijk, ze zijn alles wat je je in
een sigaret maar kunt wensen.
De motie van mr. Burger (P.v.d.A.), waarin van de regering wordt gevraagd de
Tweede Kamer, bij voorkeur door middel van een nota, in te lichten omtrent de
mogelijkheid van een Nederlands beheer over Nieuw Guinea in opdracht van de
Verenigde Naties, is gisteravond verworpen met 45 tegen 77 stemmen. Alleen de leden
van de P.v.d.A. stemden voor de motie. Uit de lange tekst van de motie had prof.
Romme (K.V.P.) de indruk dat het zo ongeveer de bedoeling is van de P.v.d.A. op het
eiland Nieuw Guinea een bord te plaatsen: „Te koop, te huur, te leen of cadeau. Te
bevragen: mr. Burger, Wassenaar, Holland".
De P.v.d.A. klaagt over de onzekere po
sitie van Nieuw Guinea. Maar het inwin
nen van inlichtingen bij bevriende mogend
heden over wat zij de beste bestuursvorm
voor Nieuw Guinea zouden vinden, zoals de
motie wil, zou juist door dit initiatief van
Nederlandse zijde de twijfel aan de huidige
jmsitie versterken, aldus prof. Romme, die
zich niet aan de indruk kon onttrekken dat
ondergrond van de motie is, dat de
P.v.d.A. Nieuw Guinea kwijt wil.
Louter zakelijk beoordeeld, zag minister
president dr. Drees er wel voordelen in,
van Nieuw Guinea af te zien. Maar er zijn
n0g andere factoren, zei hij. Wij hebben de
verantwoordelijkheid voor de bevolking
van Nieuw Guinea, waarvan de positie van
belang is in de strijd van het communisme
tegen het westen. Door de grote invloed
van de communisten in Indonesië zou prijs
geven van Nieuw Guinea strijd tengevolge
hebben en het communisme tot aan de
grens van Australië in Nieuw Guinea
brengen.
Nieuw Guinea is in de strijd tegen het
communisme een buitenpost van het wes
ten. Nieuw Guinea is dus allerminst uit
sluitend een Nederlands belang, maar een
belang van het westen in het algemeen.
Wij hebben de verplichting, vervolgde dr.
Drees, naar wegen te zoeken om Nieuw
Guinea tot ontwikkeling te brengen en wij
moeten het zo in een internationale positie
stellen, dat het niet alleen een Nederlandse
zaak is. In dat opzicht zit de regering niet
stil. Er is samenwerking met Australië, dat
nooit een militair bondgenootschap sluit,
maar ook Engeland nooit in de steek heeft
gelaten. Amerika verzet zich principieel
tegen iedere gebiedsuitbreiding met geweld.
De Amerikaanse wapenleverantie aan In
donesië houdt in dat Amerika meer dan te
voren de morele verplichting heeft een
aanval van Indonesië op Nieuw Guinea te
voorkomen.
Met het betoog van dr. Drees konden
zich de heren Oud (V.V.D.), Bruins Slot
(A.R.) en Tilanus (C.H.U.) volkomen ver
enigen. Zij meenden dat de motie alleen
was ingediend als gevolg van de verdeeld
heid in de P.v.d.A. over Nieuw Guinea.
Maar de P.v.d.A. moet haar inwendige
moeilijkheden niet afreageren op de rege
ring door een nota te vragen over de be
stuursvorm voor Nieuw Guinea, zeiden zij.
Dr. Platteels verklaring
Dr. Drees verklaarde nog, dat de gouver
neur van Nieuw Guinea, dr. Platteel, heeft
meegedeeld niet te hebben gezegd, hetgeen
hem in de mond is gelegd in een Reuter-
bericht uit Port Moresby. De gouverneur
heeft bericht in het betreffende persge-
sprek, dat niet werd bijgewoond door een
vertegenwoordiger van Reuter, ontwijkend
te hebben geantwoord op een vraag over
de wenselijkheid van een Nederlands-
Australisch defensiepact.
,Jt Is wel, 't is niet
Er ontstond in de Kamer even enig ru
moer over de klacht, dat het departement
van Defensie geweigerd heeft de biblio
thecaresse van de Tweede Kamer in te
lichten over een officiële mededeling". In
een tijdschrift in de Engelse taal was ver
meld dat volgens een „officiële mede
deling" bepaalde marineplannen waren
aangekondigd. De marine-specialist, van
de P. v. d. A. in de Kamer, de heer Schou
wenaar, informeerde bij de bibliotheca
resse waar hij deze mededeling kon vin
den. Zij wist het niet en informeerde bij
het departement van Defensie. Daarop
kreeg zij ten antwoord dat de Kamerleden
Gladstone met of zonder Silk Filter
houdt de smaak waarvan U houdt.