STEREOFONIE
(tiititenstadspwMemeii
Een Nederlands boek over
de rassendiscriminatie
OVEREENKOMSTEN
EN VERSCHILLEN
VAN HAARLEMSE
EN AMSTERDAMSE
Erbij
EEN „KAPITAAL"
PROBLEEM VOOR
ALLE BEZITTERS
VAN RADIO'S EN
GRAMMOFOONS
Parkeerprobleem
Bereikbaarheid
Staan radio, televisie en
grammofoon voor een
enorme omwenteling, of
is er enkel nog sprake
van een ietwat onrijpe
uit concurrentiezucht
te vroeg geannonceerde
vinding, die nodeloos
het muzikale publiek
in verwarring brengt?
Mooi bij de tijd
ZATERDAG 1 NOVEMBER 1958
PAGINA TWEE
v
-f \WWf <M'
x\Kv5^,3S!y >N^'
4*U'Ï
«'«Li ,-;
(Van een bijzondere medewerker)
DE FIRATO, de grote tentoonstelling in
Amsterdam waar men „alles" op het ge-
geluidsweergeving
weer tot het ver-
enerzijds een diep
vorderingen der tech-
helaas, een nauwe-
i'arring onder het
publiek. Deze Fira-
teken van de ste-
driedimensiona-
tentoonslellingslei-
van exposanten
het morgen zon-
kunnen stellen
tijd ten achter te
nog een Neder-
een of andere
elektrische geluidsbron binnen zijn muren
heeft. Theoretisch zijn niet alleen radio,
televisie en grammofoon bij de stereofo-
nie betrokken, maar even goed de tele
foon. de geluidsversterking in zalen en
nog veel meer. Daarom betekent de ste-
reofonie -- als ze werkelijk de waarde
heeft die men haar toeschrijft een dras-
WAT IS STEREOFONIE eigenlijk en desgewenst intiem genieten. Wij kunnen
wat wil zij? In beginsel is dat vrij gemak- er onze stoel dichtbij schuiven en het ge-
kelijk te zeggen. De natuur heeft ons uit- luidsvolume heel bescheiden aanpassen
gerust met twee ogen en twee oren. Niet aan onze persoonlijke behoefte, met een
om er één in reserve te hebben, maar om minimum aan stoornis voor anderen. De
„diepte^' te kunnen waarnemen. Houd
eens een potlood of uw wijsvinger op tien
centimeter vóór de punt van uw neus.
Knijp beurtelings linker en rechter oog
dicht. U ziet dan dat potlood of die vinger
heen en weer springen. U dacht, dat u met
beide ogen hetzelfde zag. In werkelijkheid
ziet u twee net even verschillende beel-
stereofönie echter vult. met haar in twee
hoeken opgestelde luidsprekers de hele ka
mer met een ware orkaan van klanken,
tot wanhoop van gezinsleden en buren die
niet óók wensen te luisteren. Goed. dit ge
luid is „echter" en heeft meer „cuepte
Maar als wij dat in onze toch al te ru
moerige wereld moeten betalen met nog
den. U kijkt met twee ogen als het ware veel méér lawaai, is de prijs te hoog.
om de voorwerpen heen. De combinatie Er zijn nog veel méér bezwaren en on-
van de twee beelden geeft de indruk van gemakken. Voor een gaaf resultaat is niet
diepte en is onder meer van beslissende alleen de plaats van belang waar de luid-
betekenis voor het schatten van afstanden.
Bij het horen gaat het net. zo. Geluid dat
ons bijvoorbeeld van links nadert, bereikt
eerst ons linker en daarna pas ons rechter
oor. De twee geluidsindrukken verschillen
een fractie van elkaar en juist daardoor
kunnen wij vaststellen, dat het geluid van
links komt. Door met twéé oren te luiste
ren. horen wij „diepte" in het geluid.
Nu is een microfoon, die in de concert
sprekers komen, maar ook de plaats waar
u zelf ten opzichte van die luidsprekers
gaat zitten. Tien tegen één zult. u uw ge
liefde plaatsje aan de haard of bij het
raam moeten opgeven, wilt u voor uw du
re geld niet een nog veel onevenwichtiger
geluid horen dan voorheen. Ook het zui
ver instellen van het „tweekanalige" toe
stel is veel moeilijker dan van het enkel
voudige. De stereofonische apparatuur is
voorts aanmerkelijk gevoeliger voor tril-
rechtsteeks aangaat.
zaal muziek opvangt om die via radio of
tische aanslag op ons aller beurzen. Ze grammofoon in onze huiskamer te bren- lingen, schokken, stampen op de vloer,
vormt een probleem dat bijna elk van ons gen< één oor. Zelfs wanneer men een hele Dan het platenrepertoire. Op het ogenblik
batterij microfoons opstelt, monden die zijn er zó weinig stereofonische platen,
normaal in één elektrisch „kanaal" uit. dat voor de verfijnde muziekliefhebber
Ook al luisteren wij naar onze radio met van werkelijke keuze geen sprake is. Alle
twéé oren, dan horen wij toch het resul- reclamefrasen ten spijt zal de keuze pas
taat van één oor. Stereofonie echter luis- werkelijk omvangrijk worden, als de ste-
tert al in de concertzaal met twéé oren. reofonie gemeengoed wordt. En dat. staat,
Dat wil zeggen: men gebruikt niet alleen ernstig te bezien. Hier is dus sprake van
twee microfoons of twee groepen micro- een vicieuze cirkel. Ten slotte: iedereen
foons, maar men brengt het resultaat weet, hoe kwetsbaar „gewone" langspeel-
daarvan ook langs twéé elektrische kana- platen al zijn. Stereofonische platen zijn
len (met twee versterkers, twee zenders, door hun „dubbelregistrerende groeven"
enzovoorts) naar onze huiskamer. Daar nog veel kwetsbaarder. Zorgeloze lieden
(Van een onzer redacteuren
ER BESTAAT een opmerkelijke over
eenkomst tussen de sledebouwkundige pro
blemen (met name die welke op de bin
nenstad betrekking hebben) èn hun oplos
sing van Amsterdam en Haarlem.
Wanneer men de uitgangspunten van
het Haarlemse Verkeersplan van 1954 ver
gelijkt met die van het een jaar later aan
de Amsterdamse gemeenteraad uitge
brachte rapport over de hoofdstedelijke
binnenstad, dat thans het gemeentebe
stuur tot richtlijn voor het te volgen be
leid dient, verneemt men heel wat gelijk
luidende klanken, al zijn er natuurlijk ver
schillen in intensiteit en omvang der
vraagstukken.
Zowel in Amsterdam als in Haarlem
gaat men uit van de noodzaak de binnen
stad te omsingelen met ringwegen en waar
mogelijk gemakkelijker bereikbaar te ma
ken. Men wil daarmee een tweeledig doel
dienen: voor het doorgaande verkeer, dat
in het centrum niets te maken heeft, moe
ten zodanig aantrekkelijke alternatiefwe
gen worden geschapen dat de weggebrui
kers deze zullen prefereren, aan de ande
re kant moet het verkeer dat wel in de
binnenstad een doel heeft in het centrum
zo goed mogelijk kunnen doorstromen.
Men is in beide steden tegenstander van
de afsluiting van straten voor het verkeer:
dat dient drukke winkelstraten uit eigen
belang te mijden. Op die manier voor
komt men ook een verstarring van de
„city" tot een museumstad, eerder wil
men de nalatenschap van historische
schoonheid meer onder de aandacht van
stadgenoot en vreemdeling brengen door
ze bewust deel te doen zijn van een levend
organisme.
IN DE UITWERKING van deze algeme
ne beleidslijnen zijn er echter ook vrij gro
te verschillen op te merken tussen de Am
sterdamse en de Haarlemse aanpak van
het binnenstadprobleem. Nu kan dat het
gevolg zijn van de omstandigheid, dat het
Amsterdamse rapport over de binnenstad
een aantal elementen voor een structuur
plan behelst, waarop Haarlem nog steeds
wacht. Een andere belangrijke factor is,
dat de Amsterdamse „city" zowel door
haar oppervlakte als door haar structuur
aanzienlijk meer ruimtelijke mogelijkheden
openlaat dan de Haarlemse.
In Amsterdam spreekt men bijvoor
beeld veel over de dislokatie van ver-
keersaantrekkende elementen in de bin
nenstad. Genoemd kunnen worden: de ver
plaatsing van het bodecentrum naar de
Zeeburgerdijk. waardoor de Nieuwe Zijds
Voorburgwal als verkeersader aan bete
kenis kon winnen, de verplaatsing van een
aantal grote kantoren naar de Wibaut-
straat, de bouw van het Gemeenschappe
lijk Administratiekantoor aan het Bos en
Lommerplein, drie uit vele voorbeelden.
Men vergete echter niet dat de Amster
damse „city" dat is alles wat zich be
vindt tussen IJ en Singelgracht (de ring
van Nassaukade, Stadhouderskade en
Mauritskade) met de onmiddellijk daar
aan grenzende te saneren wijken als de
Pijp en de Dapperbuurt oneindig meer
mogelijkheden voor die dislokatie bieden
dan in Haarlem te vinden zijn. Een be
langrijk deel van de Amsterdamse binnen
stad is trouwens wederopbouwgebied. De
vroegere joodse wijken worden getrans
formeerd in een nieuw kwartier met rui
me straten en purkeergelegenheden, wel
ke gegroepeerd worden om de tunneltra
verse. In de Muiderstraat en Weesper-
straat is daarmee een bescheiden begin
gemaakt, maar de financiële belemmerin
gen verhinderen een spectaculaire voort
gang. Dat. weerhoudt ook vele bedrijven
thans reeds ervan een vestiging in 't oos
telijk deel van de „city" te kiezen: de
overheid moet altijd enorme investeringen
doen alvorens ook pai-ticulieren de aan
trekkelijkheid van nieuwbouw in een ge
saneerde omgeving inzien. Eerder is ves
tiging trouwens ook niet mogelijk. Vast
staat dat een potentiële belangstelling ver
ondersteld kan worden, want talloze be
drijven zijn thans in de city veel te krap
behuisd.
DE PARKEERPLAATSEN vormen tus
sen Amstel- en Spaarnestad een tweede
verschil. Hoewel het parkeerprobleem ook
in de Haarlemse binnenstad wel degelijk
zichtbaar is, kan zeker nog niet gesproken
worden van een „benauwend vraagstuk".
In Amsterdam is het dat wel, op alle
werkdagen van de week. Het opmerkelij
ke echter is dat in het Haarlemse Ver
keersplan in de oude binnenstad drie gro
te open ruimten zijn ontworpen als par
keergelegenheid, namelijk één bij de zui
delijke oost-westtraverse ter hoogte van
het Nieuw Heiligland, een bij de noorde
lijke dwarsverbinding ter hoogte van het
Schapenplein en tenslotte nog het Doelen
plein bij het toekomstige politiebureau. In
Amsterdam is men niet tvan zins drasti
sche oplossingen te zoeken voor de toene
mende dispariteit tussen het aantal perso
nenauto's en de parkeerruimte. Dit zou
het stedebouwkundig monument, dat Am
sterdam is, op ontoelaatbare wijze aan
tasten.
waarvan sommige reeds tot stand zijn ge
komen, zijn langs de Singelgracht gepro
jecteerd. Wethouder Van 't Huil hoopt dat
het particulier initiatief zal voorzien in de
bouw van parkeergarages.
HET IS DUS VERKEERD de Amster
damse binnenstad als het uitsluitende do
mein van de voetganger voor te stellen,
al wordt het stadsbeeld vooral in de mid
daguren wel door talrijke voetgangers ge
kenmerkt. Men kan in dit opzicht het best
aan Brooklyn denken, waar de overgrote
massa der lutomobilisten de voertuigen
op een parkeerplaats achterlaat, maar
desondanks nog een druk rijverkeer over
blijft.
WIJ VROEGEN de wethouder eveneens
naar zijn oordeel over de bereikbaarheid
van de binnenstad. Mr. van 't Huil gaf
toe dat het daarmee juist aan de Haarlem
se kant niet zo best is gesteld. Haarlem
merstraat. Rozengracht en Leidsestraat
zijn als verkeersaders ten enenmale on
voldoende. De verbetering wordt ook in
dit geval belemmerd door het tekort aan
financiële middelen der gemeenten. Am
sterdam houdt in elk geval vast aan zijn
plan voor een doorbraak door de Haar
lemmer Houttuinen als onderdeel van een
basisweg, waarop zowel de Hemtunnel als
de IJ tunnel zullen aansluiten als de twee
ringwegen om de „city".
Voor de verbetering van de Rozengracht
is een afdoende oplossing nog niet gevon
den. Eventueel zou de Elandsgracht in de
richting van 't Spui kunnen worden door
getrokken, maar men raakt dan toch weer
onmiddellijk aan de '-oor Amsterdam zo
typerende en in de gehele wereld unieke
schoonheid der grachten. Wel is zeker dat
de doortrekking van de Elandsgracht te
vens een ontlasting zou betekenen van de
Leidsestraat, waar men bovendien het
fietsverkeer door het aanwijzen van een
alternatiefverbinding via wat. smallere pa
rallelstraten zou kunnen verminderen. Een
verbreding van de Leidsestraat is dan niet
meer nodig, waardoor de sfeer van deze
karakteristieke Amsterdamse winkel
straat behouden zal blijven.
REKENT MEN in Amsterdam enerzijds
op een nog steeds sterkere uitbreiding dei-
binnenstad, ook al omdat men die als
woonwijk voor thans nog ongeveer hon
derdveertigduizend personen niet wil op
geven, aan de andere kant wordt een deel
van de „city"-functie niettemin door de
centra in de nieuwe tuinsteden overgeno
men. Met de Burgemeester De Vlugtlaan
in Slotermeer is dat nog niet zo duidelijk
het geval geweest, omdat het bedrijfsle
ven de betekenis en de omvang der na
oorlogse stadsuitbreiding onderschatte.
Toch bezit Slotermeer een bloeiende win
kelstand, waarbij men niet moet vergeten
dat. in de nieuwe stadswijken de omvang
en aard van de winkelstand op de behoefte
kunnen worden afgestemd. Een zeer be
langrijk wijkcentrum zal echter in Osdorp
'n tuinstad van vijftig tot zestig duizend
inwoners'— ontstaan. Het grootwinkelbe
drijf hee'ft. voor dé stichting vaïi een
„shoppingcentre" reeds zoveel belang
stelling aan de dag gelegd, dat men om
trent de ontwikkeling van dit stadsdeel
grote verwachtingen mag koesteren. Os
dorp nu ligt niet zover van Haarlem ver
wijderd en de Amsterdamse wethouder
Van 't Huil zinspeelde er dan ook op. dat
de ontwikkeling in Amsterdams „Verre
Westen" ook voor Haarlemmers niet onin
teressant zou kunnen zijn. Wij voor ons
verstaan deze hoofdstedelijke vitaliteit lie
ver als een aansporing voor de Haarlemse
middenstand, zowel in het centrum als in
de buitenwijken, tot nog grotere activiteit,
op het punt van etalages, sortering, dienst
betoon en commerciële attracties. Het
verleden heeft bewezen dat de Amster
damse uitdaging door de Haarlemse win
keliers met succes kan worden aanvaard.
moeten wij dan intussen ook twéé ontvang
toestellen althans twee gescheiden ver
sterkers en twee luidsprekers gebruiken,
om het effect van diepte te behouden.
Dit feit nu betekent al dadelijk een in de
dubbele betekenis van het woord „kapi
taal" bezwaar tegen de stereofonie. Ze
vraagt een dubbele apparatuur (zelfs al zit
die in één kast) en kost globaal bezien
dus ook dubbel zoveel geld. In de radio
'experimenteert man al vele jaren met ste
reofonie. Ze is daar betrekkelijk gemakke
lijk te verwezenlijken, omdat in vrij veel
woningen reeds een 'wcede ontvangtoestel
aanwezig is. Toch zijn de financiële en
praktische bezwaren zó groot, dat van vor
deringen der stereofonie op radioterrein
nauwelijks kan worden gesproken.
DIE DURE LESSEN der praktijk ma
ken het op zichzelf al vreemd, dat de gram
mofoonindustrie zich thans zo hartstoch
telijk op de stereofonie werpt. Ook daar is
men er al vele jaren mee bezig. Niet lang
na de eerste wereldoorlog werd een gram
mofoon geconstrueerd, die met twéé weer
gevers zo'n dubbel geluidsbeeld probeerde
te geven. De moderne, elektrische oplos
sing is vee! beter. Maar ze kan zich uiter
aard niet onttrekken aan een dubbele ap
paratuur. in de concertzaal zowel als in
de huiskamer. En lonen de „diepte"-re-
sultaten werkelijk die dubbele moeite en
kosten?
De oudsten onder ons kennen uit hun
jeugd de stereoscoop, een toestel waarmee
Maar wit dan wel? De Amsterds
wethouder van Openbare Werken en Stads
ontwikkeling, mr. G. van 't Hull, met wie
wij een gesprek hadden over dit onder
werp, hoopt dat binnen niet te lange tijd
evenwicht zal zijn bereikt tussen de moei
ten en het tijdverlies welke het zoe
ken naar een parkeerplaats in de binnen
stad met zich brengt èn het financiële of
fer dat een automobilist zich zou moeten
getroosten om zijn wagen aan de rand van
de binnenstad op een parkeerplaats ach
ter te laten. Deze parkeergelegenheden,
Het is een verheugend verschijnsel, dat meer en meer commerciële onder
nemingen bij belangrijke jubileums gelegenheidswerken laten verschijnen, die
van artistieke en cultuurhistorische betekenis zijn. Hoewel het element der
reclame er een overwegende rol in speelt, kan men zich toch dankbaar gestemd
voelen door het fotoalbum, dat de firma Jacobus Boelen ter ere van haar 225-
jariq bestaan deed uitkomen. Enkele proeven van de illustraties der ontwikke
ling van Amsterdam sinds het eerste kwartaal van de achttiende eeuw be
geleiden ons artikel, waarin actuele verkeer svraagstukken van de hoofdstad
aan de orde worden gesteld. Wij kozen daartoe een reproduktie van een gravure
door H. de Leth (waarvan het origineel in het bezit is van het Koninklijk Oud
heidkundig Genootschap) van het IJ, welk vaarwater men tevens ziet zoals het
zich heden ten dage aan ons kan voordoen.
Het Kaartenhuis in Dixie (Blanken en
negers in Amerika's „Deep South") door
mr. H. L. Leffelaar, bij Scheltema en Hol-
kema te Amsterdam verschenen. Een ver
klaring behoeft geen verontschuldiging te
zijn en de schrijver heeft slechts gepro
beerd enig licht te werpen op dg vermoe
delijke gronden van de rassendiscrimina
tie in de zuidelijke Amerikaanse staten,
zonder te streven naar vergoelijking of
aanvaarding. Na zijn boek over het Ame
rikaanse negerprobleem gelezen te heb
ben is men niet minder dan voordien ge
neigd deze rassendiscriminatie te rang
schikken onder het hoofdstuk misdadige
domheden, doch wel heeft men enig inzicht
bij gewonnen ten aanzien van de verwon
derlijke taaiheid, waarmee deze misdadi
ge domheid zich heeft kunnen handhaven
en de levenskracht, waarmee zij wortel
heeft weten te schieten. Mr. Leffelaar
heeft lang genoeg in de Verenigde Staten
gewoond om feiten en gegevens te verza
melen over het onderwerp en niet lang ge
noeg om zijn objectiviteit in de „Southern
way of life" te verliezen. Het is niet ver
bazingwekkend, dat geen enkele Ameri
kaan in staat is een juist beeld te schilde
ren van de karakteristiek en de oorsprong
der negerdiscriminatie en haar gevolgen,
aangezien zij verweven is met datgene
wat in zijn leven als Amerikaan tot het
onwaarneembare is geïntegreerd. Boeken
van niet-Amerikanen lijden echter vaak
aan het euvel, dat zij niet ver en niet diep
genoeg in de ziel van de „Deep South'
weten door te dringen en dus van opper
vlakkige verschijnselen te zware feiten
maken, die het beeld verwringen. Mr. Lef
felaar heeft een zeer lofwaardige poging
gedaan dit euvel te omzeilen en zich open
gehouden voor actuele zowel als histori
sche indrukken, zonder deze verbandloos
te interpreteren. Het behoeft geen betoog
dat juist dit in verband brengen van his
torie en actualiteit een zeer moeilijke en
omvangrijke taak was, die de schrijver
voor het grote probleem der beknoptheid
en volledigheid plaatste. Het kan moeilijk
worden gezegd, dat deze taak volledig en
feilloos werd uitgevoerd. De opdracht
bleek te zwaar en daardoor heeft het boek
een gebrek aan lijn en helderheid, waar
mee de leesbaarheid en het boeiende ele
ment schade leden. Niettemin zullen de
genen, die door actuele gebeurtenissen op
het negervraagstuk zijn geattendeerd, er
een stimulans voor verdere belangstelling
in vinden, terwijl de velen, die reeds in
de probleemstelling thuis waren, er onge
twijfeld talrijke nieuwe en verduidelijken
de elementen in zullen aantreffen, die hun
menselijke bewogenheid verder zullen be
krachtigen.
men „dieptebeelden" kon zien door er
een dubbele fotografie in te plaatsen, op
genomen door een camera met twee len
zen. Deze stereoscoop is bijna zo oud als
de popularisering van de fotografie zelf.
De kosten en het ongemak, vergeleken bij
het „gewoon" bekijken van foto's, waren
echter oorzaak, dat de stereoscoop in de
moderne fotografie nog nauwelijks een rol
speelt. Niemand kan met zekerheid voor
spellen. of de thans als wereldsensatie
aangediende stereofonische grammofoon,
het lot van de stereoscoop zal delen. Maai
de kansen zijn groot, dat ook hier de extra
kosten de praktische bezwaren en het on
gemak de voordelen zullen overtreffen.
Wie aan stereofonie wil beginnen, dient
er rekening mee te houden, dat hij be
neden de duizend gulden nauwelijks klaar
komt. Althans wanneer hij aan zijn ste
reofonische grammofoon dezelfde verfijn
de geluidseisen stelt als thans normaal ge
worden zijn. Naar schatting worden de
stereofonische grammofoonplaten in de
handel vijfentwintig percent duurder dan
„gewone" langspeelplaten. Maar aange
zien de groeven óf verdubbeld moeten wor
den. óf breder zullen zijn omdat ze dooi
de pick-up aan twee kanten worden „afge
tast", gaan er in de regel veel minder mi
nuten muziek op een plaat en is dus het
werkelijke prijsverschil veel groter.
Nog noodlottiger dan de prijs lijken ons
voor de kansen van de stereofonische
grammofoon intussen de praktische be
zwaren en het ongemak. Voor één luid
spreker of één radiotoestel is altijd wel
een hoekje te vinden. Maar hoevelen heb
ben in onze tijd van woningnood en slech
te behuizing gelegenheid de twee geluids
producenten op de vereiste afstand
(meestal ten minste drie meter) en in de
juiste verhouding tot elkaar op te stellen?
DAAR KOMT NOG BIJ, dat de stereo
fonie alleen dan tot een redelijk effect
komt, als er een hoeveelheid geluid wordt
voortgebracht die in de meeste stadswo
ningen bedenkelijk op burengerucht gaat
lijken. Van onze vertrouwde radio en on
ze vertrouwde grammofoon kunnen wij
kunnen er maar beter van af blijven.
De stereoscopische film is al jaren ge
leden gestrand op het ongemak van de
rood-groene-bril, die men er in het bios
cooptheater voor moest opzetten. De sen
sationeel aangekondigde Cinerama (niet
eens een écht stereoscopische film) zal
na lange jaren en na de „Expo" -
straks eindelijk in één Nederlands theater
te zien zijn, maar maakt in de eerste twin
tig jaar door haar omvangrijke en kost
bare apparatuur geen kans gemeengoed
te worden. Hoezeer wij het werk van vin
dingrijke technici ook bewonderen, toch
vrezen wij. dat het met de stereofonie
de geluidstegenhanger van de stereoscopie
wel eens dezelfde weg op zou kunnen
gaan.
DOOR ONDERLINGE naijver hebben
de fabrikanten hun stereofonische gram
mofoons al gelanceerd, terwijl die tech
nisch nog niet rijp zijn voor algemeen ge
bruik. Zij hebben een wereldsensati_e wil
len maken van wat wellicht niet méér zal
blijken dan een (zeer rumoerige) storm
in een glas water. Zij verwijzen daarbij
naar de revolutie, die de langspeelplaat
tien jaar geleden betekende. De vergelij
king gaat mank. De langspeelplaat had
alle voordelen van het oude, plus vele
voordelen van het nieuwe. De stereofonie
brengt in de huiskamer voorlopig onein
dig meer bezwaren dan aantrekkelijkhe
den mee.
Toen de langspeelplaat haar intrede
deed, werden er op slag geen grammo
foons »-oor achtenzeventig toeren alléén
meer geproduceerd. Dat is nu heel anders.
Het is bijzonder tekenend, dat alle grote
fabrikanten hun eigen stereofonische
reclamefanfares ten spijt gewoon dóór
gaan met het aankondigen en produceren
van de vertrouwde éénkanalige appara
ten. Die vormen in de produktieschema's
voor 1959 zelfs de royale meerderheid. Dat
pleit allerminst voor de innerlijke over
tuiging. die d° stereofonie-profeten be
zielt. Maar het strookt geheel met de ra
diopraktijk, die er op goede gronden nog
niet aan denkt, de stereofonie te propa
geren.
Het is bijzonder jammer, dat een ontij
dige sensatie zoveel verwarring heeft ge
sticht onder honderdduizenden bezitters
van radio en grammofoon. Daarom is
een woord van geruststelling en waar
schuwing op zijn plaats. De ernstige mu
ziekliefhebber kan onbeA'reesd voortgaan
„gewone" langspeelplaten te kopen. Ze
zullen hem stellig nog lange jaren een
muzikaal genot bereiden dat ver uitgaat
boven de onvoldragen stereofonische pres
taties, die men hem hier en daar thans
als het non-plus-ultra wil voorspiegelen.
We zijn nu zover, dat iedere vrouw nerts
kan dragen, al is het dan geen hele mantel
van dit kostbare bont. Op de in de Gold
smith's Hall in het centrum van Londen
gehouden tentoonstelling „Van pendule tot
atoom" (georganiseerd door de Britse uur
werk industrie) heeft men dit luxueuze
horlogebandje kunnen zien, uit nerts ver
vaardigd. De draagster van dit bandje dat
ongeveer tien gulden moet kostenwordt
getoond door het fotomodel Wendy Ross