Lion d'Or
Burgemeester met een uitgestrekt
en rijkgeschakeerd arbeidsveld
Onze schakende lezers tegen
Haarlems Schaakgenootschap
Het boek het echte boek
van Sinterklaas
Het vreemde
geheim van
de baard van
Sint Nieolaas
Boeken
Kalenders
Vulpennen
Boekhandel VEKO
NIEUWE BOEKEN
•fe in zakformaat
DONDERDAG 2 0 NOVEMBER 1958
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
15
JHR. O. VAN NISPEN TOT PANNERDEN:
Gemeente Hillegom huldigt hem bij zijn zilveren jubileum
En nog meer boeken
Verhaal voor de jeugd
door Pierre Ego
Boeren ondervinden te
weinig waardering
MODERNE OVERJASSEN
Een jaar voor inbraak
in Velsen
Ongeluk of misdrijf
Burgemeesters huldigen dikwijls, maar worden zelden gehuldigd. Want in de
loopbaan van een burgemeester zijn jubilea uiterst zeldzaam. Daarom wordt het
zilveren jubileum van deze ambtsdrager meestal aangegrepen om zijn verdiensten
in het licht te stellen. Hillegom bereidt zich voor op de huldiging van zijn
burgemeester, jhr. mr. dr. O. F. A. H. van Nispen tot Pannerden. Deze werd op
26-jarige leeftijd per 1 december 1933 benoemd tot burgemeester van zijn
geboorteplaats Pannerden. Liever had jhr. Van Nispen tot Pannerden gezien, dat
zijn jubileum slechts in besloten kring zóu worden gevierd. Maar een aantal
inwoners van Hillegom heeft de burgemeester duidelijk te verstaan gegeven, dat
hij zich niet aan een huldigingsbijeenkomst kan onttrekken. Uiteindelijk is de
burgemeester voor de „eisen" van de inwoners gezwicht.
Jhr. Van Nispen tot Pannerden werd op
14 april 1907 in Pannerden geboren. Hij
studeerde rechten aan de Rijksuniversiteit
in Leiden. In 1936 promoveerde hij aan de
r.-k. Universiteit in Nijmegen op een proef
schrift over: „De Wegenwet". De studies
wezen in de richting van een ambtelijk-
rechterlijke functie. Het is echter in het
geheel niet verwonderlijk dat jhr. Van
Nispen tot Pannerden spoedig na zijn aca
demische studies met een bestuurlijke
functie werd belast.. Zijn vader was burge
meester van Pannerden en ontviel hem vrij
vroeg. Hierdoor vervulde de zoon al op
jeu^ige leeftijd bestuursfuncties. Zo was
hij al OP 21-jarige leeftijd lid van het
heemraad van de polder Herwen, Aerdt en
Pannerden. De familie Van Nispen heeft
in Pannerden uiteraard altijd een vooraan
staande positie ingenomen. Dus stonden
vele inwoners van deze gemeente er in 1933
niet vreemd tegenover, dat zij een burge
meester van 26 jaar kregen een dorps
genoot, met wie vele inwoners nog hadden
schoolgegaan.
Nadat jhr. Van Nispen tot Pannerden
zich gedurende ruim drie jaren in zijn ge
boorteplaats op bestuurlijk terrein had be
kwaamd, volgde zijn benoeming per 15 juni
1937 tot burgemeester van Hillegom. Deze
benoeming hield een erkenning van zijn
capaciteiten in. Want de minister van Bin
nenlandse Zaken gaf de dertigjarige bur
gemeester bijzondere consignes mee naar
diens post in Hillegom. In het. bestuurs
apparaat moest orde op zaken worden ge
steld: een aantrekkelijke opdracht voor een
jonge ambtsdrager.
In Hillegom echter nam men met ge
mengde gevoelens van de benoeming ken
nis. „Zo'n jonge man als burgemeester van
een gemeente van ongeveer twaalfduizend
zielen?" vroeg men zich af. De loco-burge
meester, de heer P. Klaver, zei het duide
lijk in de toespraak, waarmee hij jhr. Van
Nispen welkom heette: „Hillegom is eigen
lijk geen plaats voor een jonge burgemees
ter als u. Er kunnen geen nieuwe werken
worden uitgevoerd. De gemeente is nood
lijdend en we moeten ons tot de uiterst
noodzakelijke werken beperken."
Geert normale tijd
Jhr. Van Nispen heeft als burgemeester
van Hillegom eigenlijk nog geen normale
tijd meegemaakt. Toen hij pas was ge
komen, ondervond hij de naweeën van de
economische crisis, aan welke velen in de
bollenstreek nog pijnlijke herinneringen
bewaren. Daarna volgden de oorlogsjaren.
Na de oorlog kon aanvankelijk de woning
bouw moeilijk op gang komen. Toen ook
deze moeilijkheden achter de rug waren,
werden de bezuinigingsmaatregelen van
kracht.
Toch zou het onjuist zijn te stellen dat
in de ambtsperiode van burgemeester Van
Nispen weinig tot stand is gekomen. On
danks de beperkende maatregelen, waar
mee de burgemeester aan handen en voeten
is gebonden, draagt de gemeente overal het
stempel van activiteit. Nieuwe, aantrekke
lijke wijken werden aangelegd, enkele
nieuwe scholen werden gesticht, de nieuwe
bollenbeurs werd eindelijk een feit. Bij de
enkele voorbeelden moet ook de totstand
koming van het medisch centrum worden
genoemd.
Plannen zijn thans in voorbereiding voor
onder andere: de bouw van een katholieke
technische school, van twee bejaarden
tehuizen, de aanleg van het park Bakkum,
de verbetering van enkele wegen en de
sanering van oude bebouwingen. Op stapel
staan plannen voor de nieuwe wijken Tres
long en Elsbroek. In het laatste plan wor
den beperkte mogelijkheden voor de vesti
ging van industrieën geschapen. De burge
meester heeft een belangrijk aandeel in de
reeds tot stand gekomen werken en dé voor
bereiding van nieuwe plannen. Van zijn
beleid zal het mede afhangen, of bepaalde
werken in een snel tempo kunnen worden
gerealiseerd.
Advertentie
ZIJLSTRAAT 98 Telefoon 11706
Niet altijd beseft men dc grote invloed
van de burgemeester. Hij is namelijk geen
man, die de openbare mening bespeelt. Dc
heer Van Nispen spreekt niet voor de tri
bune. Hij Is een diplomaat, die de stilte van
de bestuurskamers verkiest boven een
spreekgestoelte, waar voor het front van
het publiek spectaculaire eisen kunnen
worden gesteld. Tactisch manoeuvreren is
.jhr. Van Nispen toevertrouwd. In de ver
gaderingen van de gemeenteraad komt dit
tot uiting.
„Als burgemeester moet men leiding
geven en leiding aanvaarden. Met wethou
ders en raadsleden moet een samenspel
bestaan. In gezamenlijk overleg kan iets
tot stand komen", aldus de burgemeester,
die de sfeer in de gemeenteraad als gemoe
delijk en vriendschappelijk typeerde.
Dan zegt Tiij in weloverwogen bewoordin
gen: „Langs de weg van geleidelijkheid
kan iets goeds tot stand komen. Maar dik
wijls verkiest men het succes van een
politieke overwinning boven het uiteinde
lijk resultaat."
Vraagt men de burgemeester, of hij in
Hillegom prettig heeft gewerkt, dan zal
men onmiddellijk een bevestiging ontvan
gen. „Het aantrekkelijke van dit ambt is,
dat men een vertrouwenspositie in de
gemeente inneemt. Het heeft ook zijn on
prettige kant, want als men mensen niet
aan een woning kan helpen, wordt de
burgemeester daar dikwijls op aangezien".
Naast het ambt van burgemeester ver
vult jhr. Van Nispen een groot aantal
functies. Hij is ondermeer voorzitter van de
Koninklijke Algemene Vereniging voor
Bloembollencultuur, voorzitter van de
K.V.P.-fractie in de Provinciale Staten van
Zuid-Holland, voorzitter van de school-
artsendienst bollenstreek, voorzitter van
het bouwdistrict Leiden en lid van de
P.T.T.-raad.
Veelzijdig en interessant
„Deze combinatie van functies maakt
mijn werkzaamheden veelzijdig en interes
sant," zegt de burgemeester. Een vraag is,
of hij niet al naar_ elders zou zijn vertrok
ken, als hij deze functies niet zou hebben
vervuld. Want men mag wel aannemen
dat de bestuurlijke kwaliteiten van de heer
Van Nispen niet onopgemerkt zijn geble
ven. In Hillegom moet men dus niet vreemd
opkijken, als de burgemeester binnen en
kele jaren elders een belangrijke post zou
bezetten. Voorlopig echter behoeft men
zijn vertrek niet te vrezen.
„De uitvoering van belangrijke werken
staat voor de deur. Met het oog op de uit
breiding van het dorp zijn nieuwe voor
zieningen noodzakelijk. V/ij hopen maar.
dat deze in de komende jaren hun beslag
krijgen. De aandacht van het gemeente
bestuur zal ondermeer gericht, moeten zijn
op de verfraaiing van het dorp," aldus de
burgemeester. De laatste maanden heeft
hij verscheidene stemmen over interge
meentelijke samenwerking in de bollen
streek gehoord. Tenslotte zegt hij daar
over: „Natuurlijk bestaan er mogelijkheden
om deze samenwerking te verstevigen.
Maar laat men dan eens uitscheiden
vooral geldt dit voor de onbevoegden
erover te praten, en tot daden komen. Ver
trouwen is een tere plant, die groeit in de
beschutte atmosfeer van het overleg, niet
in de openlucht op de tribune. Dan kunnen
er daden komen. Onze gemeente is daartoe
bereid."
Voor de vijfde keer zullen de lezers van onze krant de strijd aanbinden met
een Haarlemse schaakclub. Vier keer was dat Schaakclub Haarlem en ditmaal
wordt het het Verenigd Haarlems Schaakgenootschap, zoals men weet een fusie
tussen Schaakclub Haarlem en HaSG. De wedstrijd wordt gehouden op
dinsdag 25 november aanstaande in gebouw Zang en VriendschapJans
straat 70 in Haarlem. Al onze schakende lezers kunnen meedoen: jong en oud,
zwakke huisschakers, clubspelers en geroutineerden. Het aantal is onbeperkt.
Het V.H.S. draagt er zorg voor dat iedere deelnemende abonné een tegen
stander van ongeveer gelijke sterkte tegenover zich krijgt.
Er zijn ook dit jaar weer prijzen: één van het V.H.S. en één van de directie
van onze krant. Men kan zich van een plaats aan de wedstrijdtafel verzekeren
door het schrijven van een brief of een briefkaart aan: de sportredactie van
Haarlems Dagblad, Grote Houtstraat 93 in Haarlem, Men wordt verzocht op
de brief of briefkaart te vermelden: Schaakontmoeting en verder of men huis-
schaker is of competitiespeler. De inschrijving sluit, maandagochtend om
tien uur. Aanmeldingen die na dat tijdstip binnenkomen, moeten onverbid
delijk terzijde worden gelegd.
SSMon-jfó sum
BEST, ZEI HIJ, als jij het dan niet weet,
dan weet ik het wel. Ik geef Nel doodge
woon een stuk. zeep, Nico een zakagenda
en Oom Hilde'orand een das of nee, een
pocket maar, dat scheelt idem zoveel. Of
we geven hun allemaal een pocket, waar
om eigenlijk niet? En dat deden ze. Ze
gaven pockets en ze kregen pockets en de
hele Sinterklaaspret zou een heen en weer
zenden van louter pocketpakketten zijn ge
worden als ar zo hier en daar niet een
boek te koop was geweest. Met die poc
kets zei me dezer dagen een gerenom
meerde romanschrijver met die pockets
zit het zó en als het zo nog niet zit, dan
gaat het zo zitten: één plak paarderook-
vlees links, een plak cervelaatworst rechts,
een onsje Haagse er midden in, dat alles
tussen twee pockets gekleefd, een cello
faantje er om en de Sandwichreeks is
„gemaakt". Geen woord dus ditmaal over
pockets. En zei er één dal alleraardig
ste Poezenboekje dan bijvoorbeeld, dat
Maurits Dekker in de Zivarte Beertjes-
reeks van Bruna liet verschijnen? Dat is
natuurlijk heel iets anders, wat goed is
blijft goed, al zou het als rotboek in de
Hygiea-reeks verschijnen. Geef de pocket
wat des pockets is, maar blijf trouw aan
het boek. Nog is het er. Nog concerteert
het Concertgebouworkest niet in een cafe
taria, exposeert men Rembrandt niet in
een bioscoophal en is een boek een boek.
Snobisme? Wat kan men tegen snobs heb
ben, zolang men het met hen eens is?
Conservatisme? Ik voel alles voor conser
ven, als ze het verduurzamen waard zijn.
Welaan dan, hier volgt, met of zonder
ronservasnobisme, een en ander over het
boek, het echte boek.
Daar is van JAN GRESHOF de door dr.
G. W. Huygens samengestelde en door
Adriaan van der Veen ingeleide bloem
lezing uit zijn aforismen „Nachtschade",
die de uitgever Stols voortreffelijk ver
zorgde. Dat :s nu een boek van het genre
dat men met een hoofdletter zou moeten
schrijven. Een boek om naast zich op tafel
te leggen en er zich elke dag aan te ver
kwikken. Frankrijk had zijn Larochefou-
cauld, Duitsland zijn Nietzsche, Engeland
zijn Bacon, wij hebben in Jan Greshoff
ónze meester op de maxime. En als men
bedenkt dat aforismen de invallende slot
som zijn van een ellenlange gedachten-
reeks, de hèrgedestilleerde „esprit" in de
ampul van een enkele volzin, dan weet
men bij voorbaat dat men in deze bundel
„Nachtschade" Greshof regel voor regel
op z'n Greshoffiaanst kan ontmoeten.
Na Greshoff MARNIX GIJSEN. óók bij
Stols verschenen, in de gedaante ditmaal
van vijf novellen, die hij naar de eerste
daarvan „Mijn vriend, de moordenaar"
noemde. Ik laat nu de uitgever op het
stofomslag de schrijver zichzelf heeft la
ten „aankondigen" Gijsen ook hier aan
het woord: „Wat men ook van deze no
vellen moge denken, de auteur is van me
ning dat. hun geest identiek is en dat ze
de „held" vertonen als een soort besten
dige Laokoön, die wat ook de breedte
graad zij en wat ook het kader der hande
ling wezè, steeds vrij hopeloos verstrikt
zit in de vangarmen van twee boacon-
strictors: de mensheid en de maatschappij"
Kan het „Gijsener" vraagt men zich af.
Geen Gijsenaar zal zich deze bundel laten
ontgaan. Om even bij de Vlamingen te
blijven: van ANDRé DE SPLENTER -
zonder beding een der talentrijkste jonge
ren zag bij Nijgh Van Ditmar de ro
man „Vogelvrij" het licht, het verhaal van
een jeugd, déze jeugd, dat in zijn sober-
krachtige taal de fictie ver achter zich
laat. Zo werd en wordt er gedacht, ge
voeld, gehandeld, gewanhoopt, geloofd on
der de jongeren, want deze roman draagt
het waarmerk van de authenticiteit. Men
kan het ook anders horen en zien. rauwer
en meedogenlozer, zoals PIET VAN AKEN
in zijn geschiedenis van een jeugdgang-
sterbende, die hij „De wilde jaren" noem
de en die hij bij de Arbeiderspers liet ver
schijnen, waarin het laatste woord aan de
inkeer is. BRUNO WALSCHAP, de zoon
van Gerard, die ten duidelijkste bewijst
dat het niet altijd moeilijk en noodlottig
is om de schrijvende zoon van een grote
vader-auteur te zijn, heeft met zijn debuut
„Solo op het kerkhof" (Stols) het pleit met
één slag gewonnen: dit is schrijfkunst van
onverdacht gehalte, dit is een zo moedig
en verrassend rijp boek over de moderne
jeugd, dat men zich in het vervolg als de
naam Walschap valt zal moeten afvragen:
wélke Walschap, Gerard of Carla of Bru
no? Hier is hij zelf aan het woord: „Rigo,
dwaze jongen, laat de bejaarden het hoofd
schudden. Laat de weidenkenden zeggen
dat je een onoverantwoordelijk oorlogs
kind bent. En lach, Rigo, lach met .ie neus
voor de kleine mascotte van het geluk en
in je wilde hart de dure eed nooit te be
rusten."
Nóg een Vlaming schreef zich uit over
het jeugdprobleem: WARD RUYSLINCK:
zijn tweede roman „Wierook en Tranen"
(zijn debuut „De ontaarde slapers" besprak
ik uitvoerig) vormt een der eerste delen
van de nieuwe Ad Multosreeks van de
Uitgeverij A. Manteau innerlijk en ui
terlijk een boek mét een hoofdletter. In de
zelfde serie verscheen voor de litteraire
fijnproevers een unieke biografie van de
veelomstreden Italiaanse schrijver en dra
maturg CURZIO MALAPARTE, door
Franco Vegliani geschreven aan de hand
van gegevens, die de auteur hem op zijn
sterfbed in urenlange gesprekken toever
trouwde een levensverhaal, waarin men
hoofdstuk na hoofdstuk de schrijver van
„De huid" en „Kapot" herkent als de ge
boren nonconformist. JOHAN DAISNE is
in deze van distinctie getuigende reeks
vertegenwoordigd door de derde druk van
zijn eminente roman „De man die zijn haar
kort liet knippen". Zijn „Trap van steen en
wolken" beleefde al iets eerder bij dezelf
de uitgever een vijfde druk terecht,
want dit jeugdboek was het werk van een
vernieuwer, wiens proza wezenlijke trek
ken aan de Vlaamse letterkunde en wiens
levensgevoel een afmeting aan onze heden
daagse „geestesgesteldheid" toevoegde.
Dat is dan nog maar een gering deel van
de boeken, waaraan ik. vooruitlopend op
een uitvoeriger bespreking, een kort com
mentaar verschuldigd meen te zijn ten be
hoeve van de bezige Sinterklazen. Daar is
immers nog de nieuwe roman „Marmou-
zet" (Leopold Uitgeversmaatschappij) van
MIEP DIEKMAN, geschreven naar het: heet
voor jeugdige mensen, maar van een kwa
liteit die zelfs stokouden verjongt. Want
deze tweede roman is een goed boek, een
boek vol levenstroost., levensvervulling en
levenszin, geheel in overeenstemming met
de verwachtingen, die ik in een vroegere
kroniek ten aanzien van deze auteur ken
baar maakte. CONNY SLUYSMANS heeft
zich gehaast haar debuut (waarover ik on
langs schreef) te overtreffen met een
nieuwe roman: „De laatste tranen" bij de
zelfde uitgever een in zijn liefdestra
giek, die levenstragiek is, alleszins ver
dienstelijk boek, dat haar talent bevestigt.
En dan verscheen bij Querido jie derde
roman van H. J. OOLBEKKINK, voor de
lezers van deze rubriek geen onbekende.
„Met de krant naar bed" is een journa
listenroman (afgezien dan van de liefde)
en als zodanig een merkwaardige „milieu
schildering", waaraan het karikaturale
een ironisch accent geeft. JOS PANHUY-
SEN zag zich door zijn benijdenswaardige
schrijftucht in staat, gesteld kort na zijn
„Wandel niet in het water" bij Stols met
een roman „Ik kom niet terug" voor den
dag te komen, die in de innerlijke sterkte
en milde menselijkheid van zijn beschou
welijke schrijftrant zijn vorig werk in alle
opzichten evenaart, zo niet overtreft. In
„Slachtoffer zonder keus" (uitgegeven door
de n.v. Van Munster) komt de zeventig
jarige FRANcOIS PAUWELS. wiens per
soon en werk achteraf een gelukwens dub
bel en dwars waard zijn, nogmaals op voor
de gedeclasseerden en betoont hij zijn
trouw aan zijn littteraire genre: het ge-
romanciëerde pleidooi.
Ten slotte dan nog een notitie over „God
in Frankrijk" (eveneens door Stols in de
handel gebracht). Daarin reconstrueert AB
VISSER, evenals in de voorafgaande ro
man „De vlag halfstok" (n.v. Arbeiders
pers) zijn herinneringen. Wie het artiesten
dorp Cagnes nog niet kent, vindt het hier
in kleuren en geuren geschilderd, met een
levendigheid die de proef op de som le
vert dat de traditionele roman nog lang
niet heeft uitgediend. Hoeveel hedendaagse
schrijvers kunnen zich wat natuurlijkheid
van stijl en perfectie van vorm met een
ras-auteur als Ab Visser meten? Hij kreeg
dezer dagen de Groningse Hendrik de
Vriesprijs, die hij ten volle verdiende. Dat
S. Vestdijk zijn „Glinsterend pantser" ver
volgde in „Open boek" en „De arme Hein-
rich" (De Bezige Bij) en aan zijn Anton
Wachterserie een deel toevoegde onder de
titel „De vrije vogel en zijn kooien" (Nijgh
en Van Ditmar) vermeld ik alleen pro me-
moiie Ik hoop er uitvoerig op terug te
komen bijna duizend bladzijden Vest
dijk, dat is meer dan de ijverigste Sinter
klaasbode if kan.
C. E. Dinaux
V
Dat ondanks alles en in tegenstelling tot wat
zeer vele hedendaagse romanschrijvers willen
doen geloven, het. leven nog zeer veel biedt waar
over men hartelijk kan lachen, blijkt onomstote
lijk uit het nieuwe boek van Dorothy Erskine en
Patrick Dennis: The pink hotel, dat een open
hartig beeld geeft van wat zich zoal afspeelt in
een duur seizoenhotel in Florida, dat door een
stel allesbehalve burgerlijke figuren wordt be
volkt. Wie de auteurs nog uit vroegere werken
kent (The crystal boat en Auntie Mame) weet bij
voorbaat al dat de lachspieren danig op de proef
gesteld zullen worden.
Lachen doet men ook wel om wat men in Grle-
che sucht Griechin van de sinds kort vermaarde
toneelschrijver Friedrich Dürrenmatt tegenkomt.
Het geeft een groteske beschrijving van de tragi
komische liefdesaffaire tussen twee zonderlinge
zielen, de een naief en buiten de tijd levende,
de ander geraffineerd een scherpe diagnose
an onze wereld, die tot nadenken stenit.
De avond voor Sint Nieolaas naar Ne
derland scheep zou gaan werd de Goed
heiligman ziek. Hij lad in zijn mooie bed
met goud ingelegde randen en staarde
mistroostig naar het prachtige baldakijn,
dat zijn Pieten nog die morgen een goede
beurt hadden gegeven Ik weet niet wat
mij mankeert, zei Sint Nieolaas, maar ik
voel me niet helemaal lekker.
Zal ik de dokter roepen. Sint? vroeg
de oudste Piet.
Dat moest je maar doen, antwoordde
Sint Nieolaas.
De oudste Piet spoedde ziéh heen. Hij
snelde door de straten van Madrid
hoofdstad van Spanje en haalde de duur
ste dokter, die er te vinden was. Ook in
Spanje zeggen ze, zijn de duurste dokters
de beste. De dokter liet zich meteen in een
auto naar het bed van Sint Nieolaas rij
den. Hij onderzocht de Sint op alle ziek
tes, die hij kende en hij probeerde ook of
hij misschien nog een onbekende ziekte
kon vinden, waaraan hij dan zijn naam
mocht, geven. Tenslotte stelde hij vast dat
Sint Nieolaas ziek was. U bent ziek, zei
hij.
Hij schreef een paar woorden op een pa
piertje en liet dat de oudste Piet naar de
apotheek brengen. Daarna stapte hij in
zijn auto en reed naar huis.
Alles goed en wel, zei Sint Nieolaas,
toen de oudste Piet van de apotheek terug
kwam, maar wat mankeer ik nu eigen-
lUkL-HeefLdie-.dok.tei- -nu. helemaal- niet-ge-
zegd of het erg is en hoe lang ik in bed
moet blijven?
Hij heeft gezegd: u bent ziek! en
toen is hij weggegaan, antwoordde de
oudste Piet.
Maar maakt hij me beter? vroeg Sint
Nieolaas.
Sint Nieolaas kwam zuchtend overeind,
sloeg de lakens terug, steunde op het kus
sen en hapte in de grote eetlepel met medi
cijn die de oudste Piet hem aanreikte.
O, wat is dat bitter! riep Sint Nieolaas.
Meteen voelde hij een vreemd, kriebelig
gevoel aan zijn kin. Hij zag de ogen van de
oudste Piet groter en groter worden van
verbazing en ineens.gleed zijn baard
naast hem op de grond.
Lieve help! riep Sint Nieolaas.
Daar lag de baard De mooie zilveren ha
ren, waar Sint Nieolaas altijd zo trots op
was, kringelden doelloos over de grond. De
fraaie, krullen lagen verlept op elkander.
Het was of de baard nooit aan Sints kin
had vastgezeten, of hij een bloknootvel-
letje was geweest. Ritss, je trekt het zo af.
Zo leek het ook met die baard. Sint Nieo
laas streek verdwaasd over zijn nu lege
kin en Piets ogen vulden zich met ranen.
O Sint Nieolaas. zei Piet. wat bent u
nu lelijk.
Geef me mijn warme wollen das, die
ik altijd in Holland gebruik als het erg
koud is, riep Sint Nieolaas. Gauw!
De oudste Piet bracht Sint de wollen das
en Sint Nieolaas knoopte hem over zijn
kin om toch maar niemand te laten zien
dat hij geen baard had. Piet zelf schoof
voorzichtig de afgevallen baard onder
het bed. Geef mij dat flesje eens aan,
Piet gaf Sint het flesje.
O jij domme., jij uilskuiken van een
Piet! riep Sint Nieolaas. Kan je dan niet
lezen? Heb je niet gelezen wat erop staat?
Wat staat er? vroeg de oudste Piet be
vend.
Sint Nieolaas overhandigde Piet het
flesje „Uitwendig" stond er met grote let
ters. „Drankje. Niet om op te drinken".
Ik had het niet op moeten drinken. Ik
had het op moeten smeren, riep Sint Nieo
laas.
Maar waarop Sint? vroeg Piet. Waar
op met uw permissie
Dat weet ik niet, zei Sint Nieolaas.
Dat weet. de dokter, zei Piet.
Nu ben ik nog zieker dan ik al ben, zei
Sint Nieolaas. Ga onmiddellijk de deur uit
en haal de doker.
En de oudste Piet rende weer door de
straten van Madrid de hoofdstad van
Spanje en de dokter stapte in zijn auto
en reed in vliegende vaart naar Sint Nieo
laas en hij schreef een nieuw recept en hij
liet er duidelijk bij zetten waar Sint Ni-
colaas het moest smeren en hij zei, dat hij
het erg druk had en dat hij Sint Nieolaas
zijn baard ook niet kon teruggeven, maar
dat hij wel graag wilde weten óf er een
nieuwe baard aan de Sint zijn kin kwam
'groeien, anders kon hij zijn naam ge
ven aan de ziekte van de baard van Sint
Nieolaas.
Hij liet de Sint in wanhoop achter, want
hoe kwam de Sint aan een. mooie golven
de baard nog voor hij in Holland arriveer
de..?
Het heeft er toen even naar uitgezien,
dat Sint Nieolaas helemaal niet naar Ne
derland zou gaan. Hij was al gauw weer
op de been, maar hij durfde zich aan nié
mand meer te vertonen. En in Holland zou
hij duizenden kinderen moeten bezoeken
en duizenden handen schudden en overal
moeten zeggen: Ik heb mijn baard wel
niet, maar ik ben toch Sint Nieolaas. Piet
heeft me het drankje verkeerd ingegeven,
zie je.
Nee, dat kon hij niet. Maar iedere dag
dat hij zijn reis uitstelde, werd het hem
angstiger te moede als hij aan de teleurstel
ling dacht van al die duizenden kinderen
in Nederland. Toen heeft Sint Nieolaas een
wijs besluit genomen. Hij heeft zich inge
scheept. Hij is op weg gegaan. Maar voor
hij met zijn stoomboot de haven van Span
je uitvoer, liet hij zich in een rijtuig met
gesloten gordijntjes naar een kapper
brengen en die kapper bezwoer Sint Nieo
laas, dat hij het aan niemand (dan aan
mij) zou zeggen en die kapper heeft Sint
Nieolaas een valse baard aangemeten, die
er net zo mooi uitzag als de echte. Die
baard kringelde ook, hij zat vol krullen,
het was een genot om er door te strijken,
zo zacht.
Met zijn valse baard is Sint Nieolaas
toen op zijn schimmel naar de stoomboot
gegaan. Zo verscheen hij in Nederland.
En als je Sint Nieolaas ontmoet en je kijkt
goed naar hem, misschien dat je dan ziet
dat hij geen echte baard heeft. Maar laat
het alsjeblieft niet aan de Goedheiligman
merken. De échte Sint is hij toch!
Advertentie
Voorzitter Landbouwschap
„De boer wordt opgejaagd op een ma
nier, die doet denken aan het vroegere,
algemeen verafschuwde jaagsysteem in
de mijnen. Al meer dan een eeuw lang
zijn de boerenorganisaties doende hun pro-
duktiekosten te verlagen, ieder jaar weer
tonen zij het Nederlandse volk, dat zij
weer goedkoper werken, maar nooit hoor
je een woord van waardering voor dit
structuurbeleid. Integendeel, zegt men:
het kan nog wel goedkoper. Men vergeet
daarbij, dat een door de eeuwen heen ge
groeide boerderij economisch heel andere
produktie-omstandigheden heeft, dan een
fabriek of een scheepswerf. Zelden of
nooit waardering ondervinden is uiterst
onaangenaam, men wordt er korzelig
van", dit zei woensdag de heer H. D. Lou-
wes, voorzitter van het Landbouwschap
tijdens een bestuurvergadering.
Hij kwam tot deze ontboezeming bij de
bespreking over de garantieprijs van de
melk. Nu deze garantieprijs anders is uit
gevallen, dan het Landbouwschap heeft
voorgesteld, zou het volgens opvatting
van het merendeel der bestuurleden bil
lijk zijn. indien differentiatie van deze ga
rantieprijs zou worden toegepast. De duur
Advertentie
van teddy velours, heerlijk warm
en niet zwaar op de schouders.
Speciale prijs 49.75
Gen. Cronjéstr. 1 a-1 b - Tel. 53334
35 jaar het vertrouwde adres
met service in de ruimste zin
producerende bedrijven komen aan de ga
rantie te kort. Het wordt onder deze om-
standigneden als billijk gezien de garan
tie voor goedkoop producerende bedrij
ven (bijvoorbeeld in Friesland en Noord
holland) iets af te romen, waardoor aan de
noodgedwongen duurder werkende melk
producenten een kleine toeslag zou kun
nen worden gegeven De hoofdafdeling
veehouderij ziet voor dit jaar echter geen
technisch mogelijke oplossing voor een
garantieprijs-differentiatie. Het bestuur
schaarde zich vrijwel unaniem achter de
ze opvatting.
Een 28-jarige Amsterdamse timmerman
is door het gerechtshof te Amsterdam
veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf
wegens poging tot diefstal, gepaard gaan
de met geweldpleging. De rechtbank te
Haarlem had hem eveneens tot een jaar
veroordeeld.
De timmerman heeft in maart van dit
jaar ingebroken in eèn garage te Velsen.
vermoedelijk met de bedoeling zich toe
gang te verschaffen tot de aangrenzende
kantoorruimte. Dit plan werd verijdeld
door de komst van de bedrijfsleider, die
door de inbreker werd aangevallen. Deze
wist daarna in het nachtelijk duister te
ontkomen, maar met behulp van foto
materiaal en speurhonden kon hij als de
dader worden aangewezen. Tijdens de zit
ting van het gerechtshof had hij hard
nekkig ontkend zich aan de inbraak te
hebben schuldig gemaakt.
Advertentie
HOTEL
CAFé
RESTAURANT
serveert u een voortreffelijk diner
De 29-jarige A A. en de 39-jarige vrouw
M. A. P. zijn ter beschikking gesteld van
de Rotterdamse Justitie, omdat zij ervan
worden verdacht de hand te hebben gehad
in de dood van de echtgenoot van de
vrouw, de 39-jarige administrateur L. P.
van W., op 19 november 1954. De vrouw
heeft een gedeeltelijke bekentenis afge
legd.
Toen de man vier jaar geleden om het
leven kwam leek de dood veroorzaakt te
zijn door een va] uit een raam. De man,
een hartpatiënt, had voor het raam een
luchtje geschept en zou eruit gevallen
zijn. De vrouw was wakker geworden,
doordat een raam in de wind stond te
klapperen, vertelde zij. De recherche
heeft thans evenwel vastgesteld, dat het in
die nacht niet heeft gewaaid, zodat men
aan de verklaringen van de vrouw is
gaan twijfelen.
Een nader verhoor heeft ertoe geleid,
dat de recherche zei redenèn te hebben
om aan te nemen, dat het slachtoffer met
een hamer is neergeslagen en toen uit het
venster is geworpen.
De vrouw zou de 29-jarige A. A., die
toen bij haar en haar echtgenoot inwoon
de, daarvan de schuld hebben gegeven.
De man onkent hardnekkig iedere schuld.
Een in de buurt wonende P.T.T.-ambte-
naar, die nog laat dienst had gedaan,
meent die nacht een gil en een plof te heb
ben gehoord, juist toen een vliegtuig zou
zijn overgevlogen. Dit is weer aanleiding
geweest de hulp van de Rijksluchtvaart
dienst in te roepen om na te gaan of inder
daad die nacht een vliegtuig is overgeko
men. Dan zou het juiste tijdstip van het
ongeval of misdrijf vast komen te staan.
De recherche meent voldoende aanwij
zingen te hebben vergaard om de zaak ter
verdere afdoening in handen van de justi
tie te kunnen stellen.