Lion d'Or Burgemeester met een uitgestrekt en rijkgeschakeerd arbeidsveld Onze schakende lezers tegen Haarlems Schaakgenootschap Het boek het echte boek van Sinterklaas Het vreemde geheim van de baard van Sint Nieolaas Boeken Kalenders Vulpennen Boekhandel VEKO NIEUWE BOEKEN •fe in zakformaat DONDERDAG 2 0 NOVEMBER 1958 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 15 JHR. O. VAN NISPEN TOT PANNERDEN: Gemeente Hillegom huldigt hem bij zijn zilveren jubileum En nog meer boeken Verhaal voor de jeugd door Pierre Ego Boeren ondervinden te weinig waardering MODERNE OVERJASSEN Een jaar voor inbraak in Velsen Ongeluk of misdrijf Burgemeesters huldigen dikwijls, maar worden zelden gehuldigd. Want in de loopbaan van een burgemeester zijn jubilea uiterst zeldzaam. Daarom wordt het zilveren jubileum van deze ambtsdrager meestal aangegrepen om zijn verdiensten in het licht te stellen. Hillegom bereidt zich voor op de huldiging van zijn burgemeester, jhr. mr. dr. O. F. A. H. van Nispen tot Pannerden. Deze werd op 26-jarige leeftijd per 1 december 1933 benoemd tot burgemeester van zijn geboorteplaats Pannerden. Liever had jhr. Van Nispen tot Pannerden gezien, dat zijn jubileum slechts in besloten kring zóu worden gevierd. Maar een aantal inwoners van Hillegom heeft de burgemeester duidelijk te verstaan gegeven, dat hij zich niet aan een huldigingsbijeenkomst kan onttrekken. Uiteindelijk is de burgemeester voor de „eisen" van de inwoners gezwicht. Jhr. Van Nispen tot Pannerden werd op 14 april 1907 in Pannerden geboren. Hij studeerde rechten aan de Rijksuniversiteit in Leiden. In 1936 promoveerde hij aan de r.-k. Universiteit in Nijmegen op een proef schrift over: „De Wegenwet". De studies wezen in de richting van een ambtelijk- rechterlijke functie. Het is echter in het geheel niet verwonderlijk dat jhr. Van Nispen tot Pannerden spoedig na zijn aca demische studies met een bestuurlijke functie werd belast.. Zijn vader was burge meester van Pannerden en ontviel hem vrij vroeg. Hierdoor vervulde de zoon al op jeu^ige leeftijd bestuursfuncties. Zo was hij al OP 21-jarige leeftijd lid van het heemraad van de polder Herwen, Aerdt en Pannerden. De familie Van Nispen heeft in Pannerden uiteraard altijd een vooraan staande positie ingenomen. Dus stonden vele inwoners van deze gemeente er in 1933 niet vreemd tegenover, dat zij een burge meester van 26 jaar kregen een dorps genoot, met wie vele inwoners nog hadden schoolgegaan. Nadat jhr. Van Nispen tot Pannerden zich gedurende ruim drie jaren in zijn ge boorteplaats op bestuurlijk terrein had be kwaamd, volgde zijn benoeming per 15 juni 1937 tot burgemeester van Hillegom. Deze benoeming hield een erkenning van zijn capaciteiten in. Want de minister van Bin nenlandse Zaken gaf de dertigjarige bur gemeester bijzondere consignes mee naar diens post in Hillegom. In het. bestuurs apparaat moest orde op zaken worden ge steld: een aantrekkelijke opdracht voor een jonge ambtsdrager. In Hillegom echter nam men met ge mengde gevoelens van de benoeming ken nis. „Zo'n jonge man als burgemeester van een gemeente van ongeveer twaalfduizend zielen?" vroeg men zich af. De loco-burge meester, de heer P. Klaver, zei het duide lijk in de toespraak, waarmee hij jhr. Van Nispen welkom heette: „Hillegom is eigen lijk geen plaats voor een jonge burgemees ter als u. Er kunnen geen nieuwe werken worden uitgevoerd. De gemeente is nood lijdend en we moeten ons tot de uiterst noodzakelijke werken beperken." Geert normale tijd Jhr. Van Nispen heeft als burgemeester van Hillegom eigenlijk nog geen normale tijd meegemaakt. Toen hij pas was ge komen, ondervond hij de naweeën van de economische crisis, aan welke velen in de bollenstreek nog pijnlijke herinneringen bewaren. Daarna volgden de oorlogsjaren. Na de oorlog kon aanvankelijk de woning bouw moeilijk op gang komen. Toen ook deze moeilijkheden achter de rug waren, werden de bezuinigingsmaatregelen van kracht. Toch zou het onjuist zijn te stellen dat in de ambtsperiode van burgemeester Van Nispen weinig tot stand is gekomen. On danks de beperkende maatregelen, waar mee de burgemeester aan handen en voeten is gebonden, draagt de gemeente overal het stempel van activiteit. Nieuwe, aantrekke lijke wijken werden aangelegd, enkele nieuwe scholen werden gesticht, de nieuwe bollenbeurs werd eindelijk een feit. Bij de enkele voorbeelden moet ook de totstand koming van het medisch centrum worden genoemd. Plannen zijn thans in voorbereiding voor onder andere: de bouw van een katholieke technische school, van twee bejaarden tehuizen, de aanleg van het park Bakkum, de verbetering van enkele wegen en de sanering van oude bebouwingen. Op stapel staan plannen voor de nieuwe wijken Tres long en Elsbroek. In het laatste plan wor den beperkte mogelijkheden voor de vesti ging van industrieën geschapen. De burge meester heeft een belangrijk aandeel in de reeds tot stand gekomen werken en dé voor bereiding van nieuwe plannen. Van zijn beleid zal het mede afhangen, of bepaalde werken in een snel tempo kunnen worden gerealiseerd. Advertentie ZIJLSTRAAT 98 Telefoon 11706 Niet altijd beseft men dc grote invloed van de burgemeester. Hij is namelijk geen man, die de openbare mening bespeelt. Dc heer Van Nispen spreekt niet voor de tri bune. Hij Is een diplomaat, die de stilte van de bestuurskamers verkiest boven een spreekgestoelte, waar voor het front van het publiek spectaculaire eisen kunnen worden gesteld. Tactisch manoeuvreren is .jhr. Van Nispen toevertrouwd. In de ver gaderingen van de gemeenteraad komt dit tot uiting. „Als burgemeester moet men leiding geven en leiding aanvaarden. Met wethou ders en raadsleden moet een samenspel bestaan. In gezamenlijk overleg kan iets tot stand komen", aldus de burgemeester, die de sfeer in de gemeenteraad als gemoe delijk en vriendschappelijk typeerde. Dan zegt Tiij in weloverwogen bewoordin gen: „Langs de weg van geleidelijkheid kan iets goeds tot stand komen. Maar dik wijls verkiest men het succes van een politieke overwinning boven het uiteinde lijk resultaat." Vraagt men de burgemeester, of hij in Hillegom prettig heeft gewerkt, dan zal men onmiddellijk een bevestiging ontvan gen. „Het aantrekkelijke van dit ambt is, dat men een vertrouwenspositie in de gemeente inneemt. Het heeft ook zijn on prettige kant, want als men mensen niet aan een woning kan helpen, wordt de burgemeester daar dikwijls op aangezien". Naast het ambt van burgemeester ver vult jhr. Van Nispen een groot aantal functies. Hij is ondermeer voorzitter van de Koninklijke Algemene Vereniging voor Bloembollencultuur, voorzitter van de K.V.P.-fractie in de Provinciale Staten van Zuid-Holland, voorzitter van de school- artsendienst bollenstreek, voorzitter van het bouwdistrict Leiden en lid van de P.T.T.-raad. Veelzijdig en interessant „Deze combinatie van functies maakt mijn werkzaamheden veelzijdig en interes sant," zegt de burgemeester. Een vraag is, of hij niet al naar_ elders zou zijn vertrok ken, als hij deze functies niet zou hebben vervuld. Want men mag wel aannemen dat de bestuurlijke kwaliteiten van de heer Van Nispen niet onopgemerkt zijn geble ven. In Hillegom moet men dus niet vreemd opkijken, als de burgemeester binnen en kele jaren elders een belangrijke post zou bezetten. Voorlopig echter behoeft men zijn vertrek niet te vrezen. „De uitvoering van belangrijke werken staat voor de deur. Met het oog op de uit breiding van het dorp zijn nieuwe voor zieningen noodzakelijk. V/ij hopen maar. dat deze in de komende jaren hun beslag krijgen. De aandacht van het gemeente bestuur zal ondermeer gericht, moeten zijn op de verfraaiing van het dorp," aldus de burgemeester. De laatste maanden heeft hij verscheidene stemmen over interge meentelijke samenwerking in de bollen streek gehoord. Tenslotte zegt hij daar over: „Natuurlijk bestaan er mogelijkheden om deze samenwerking te verstevigen. Maar laat men dan eens uitscheiden vooral geldt dit voor de onbevoegden erover te praten, en tot daden komen. Ver trouwen is een tere plant, die groeit in de beschutte atmosfeer van het overleg, niet in de openlucht op de tribune. Dan kunnen er daden komen. Onze gemeente is daartoe bereid." Voor de vijfde keer zullen de lezers van onze krant de strijd aanbinden met een Haarlemse schaakclub. Vier keer was dat Schaakclub Haarlem en ditmaal wordt het het Verenigd Haarlems Schaakgenootschap, zoals men weet een fusie tussen Schaakclub Haarlem en HaSG. De wedstrijd wordt gehouden op dinsdag 25 november aanstaande in gebouw Zang en VriendschapJans straat 70 in Haarlem. Al onze schakende lezers kunnen meedoen: jong en oud, zwakke huisschakers, clubspelers en geroutineerden. Het aantal is onbeperkt. Het V.H.S. draagt er zorg voor dat iedere deelnemende abonné een tegen stander van ongeveer gelijke sterkte tegenover zich krijgt. Er zijn ook dit jaar weer prijzen: één van het V.H.S. en één van de directie van onze krant. Men kan zich van een plaats aan de wedstrijdtafel verzekeren door het schrijven van een brief of een briefkaart aan: de sportredactie van Haarlems Dagblad, Grote Houtstraat 93 in Haarlem, Men wordt verzocht op de brief of briefkaart te vermelden: Schaakontmoeting en verder of men huis- schaker is of competitiespeler. De inschrijving sluit, maandagochtend om tien uur. Aanmeldingen die na dat tijdstip binnenkomen, moeten onverbid delijk terzijde worden gelegd. SSMon-jfó sum BEST, ZEI HIJ, als jij het dan niet weet, dan weet ik het wel. Ik geef Nel doodge woon een stuk. zeep, Nico een zakagenda en Oom Hilde'orand een das of nee, een pocket maar, dat scheelt idem zoveel. Of we geven hun allemaal een pocket, waar om eigenlijk niet? En dat deden ze. Ze gaven pockets en ze kregen pockets en de hele Sinterklaaspret zou een heen en weer zenden van louter pocketpakketten zijn ge worden als ar zo hier en daar niet een boek te koop was geweest. Met die poc kets zei me dezer dagen een gerenom meerde romanschrijver met die pockets zit het zó en als het zo nog niet zit, dan gaat het zo zitten: één plak paarderook- vlees links, een plak cervelaatworst rechts, een onsje Haagse er midden in, dat alles tussen twee pockets gekleefd, een cello faantje er om en de Sandwichreeks is „gemaakt". Geen woord dus ditmaal over pockets. En zei er één dal alleraardig ste Poezenboekje dan bijvoorbeeld, dat Maurits Dekker in de Zivarte Beertjes- reeks van Bruna liet verschijnen? Dat is natuurlijk heel iets anders, wat goed is blijft goed, al zou het als rotboek in de Hygiea-reeks verschijnen. Geef de pocket wat des pockets is, maar blijf trouw aan het boek. Nog is het er. Nog concerteert het Concertgebouworkest niet in een cafe taria, exposeert men Rembrandt niet in een bioscoophal en is een boek een boek. Snobisme? Wat kan men tegen snobs heb ben, zolang men het met hen eens is? Conservatisme? Ik voel alles voor conser ven, als ze het verduurzamen waard zijn. Welaan dan, hier volgt, met of zonder ronservasnobisme, een en ander over het boek, het echte boek. Daar is van JAN GRESHOF de door dr. G. W. Huygens samengestelde en door Adriaan van der Veen ingeleide bloem lezing uit zijn aforismen „Nachtschade", die de uitgever Stols voortreffelijk ver zorgde. Dat :s nu een boek van het genre dat men met een hoofdletter zou moeten schrijven. Een boek om naast zich op tafel te leggen en er zich elke dag aan te ver kwikken. Frankrijk had zijn Larochefou- cauld, Duitsland zijn Nietzsche, Engeland zijn Bacon, wij hebben in Jan Greshoff ónze meester op de maxime. En als men bedenkt dat aforismen de invallende slot som zijn van een ellenlange gedachten- reeks, de hèrgedestilleerde „esprit" in de ampul van een enkele volzin, dan weet men bij voorbaat dat men in deze bundel „Nachtschade" Greshof regel voor regel op z'n Greshoffiaanst kan ontmoeten. Na Greshoff MARNIX GIJSEN. óók bij Stols verschenen, in de gedaante ditmaal van vijf novellen, die hij naar de eerste daarvan „Mijn vriend, de moordenaar" noemde. Ik laat nu de uitgever op het stofomslag de schrijver zichzelf heeft la ten „aankondigen" Gijsen ook hier aan het woord: „Wat men ook van deze no vellen moge denken, de auteur is van me ning dat. hun geest identiek is en dat ze de „held" vertonen als een soort besten dige Laokoön, die wat ook de breedte graad zij en wat ook het kader der hande ling wezè, steeds vrij hopeloos verstrikt zit in de vangarmen van twee boacon- strictors: de mensheid en de maatschappij" Kan het „Gijsener" vraagt men zich af. Geen Gijsenaar zal zich deze bundel laten ontgaan. Om even bij de Vlamingen te blijven: van ANDRé DE SPLENTER - zonder beding een der talentrijkste jonge ren zag bij Nijgh Van Ditmar de ro man „Vogelvrij" het licht, het verhaal van een jeugd, déze jeugd, dat in zijn sober- krachtige taal de fictie ver achter zich laat. Zo werd en wordt er gedacht, ge voeld, gehandeld, gewanhoopt, geloofd on der de jongeren, want deze roman draagt het waarmerk van de authenticiteit. Men kan het ook anders horen en zien. rauwer en meedogenlozer, zoals PIET VAN AKEN in zijn geschiedenis van een jeugdgang- sterbende, die hij „De wilde jaren" noem de en die hij bij de Arbeiderspers liet ver schijnen, waarin het laatste woord aan de inkeer is. BRUNO WALSCHAP, de zoon van Gerard, die ten duidelijkste bewijst dat het niet altijd moeilijk en noodlottig is om de schrijvende zoon van een grote vader-auteur te zijn, heeft met zijn debuut „Solo op het kerkhof" (Stols) het pleit met één slag gewonnen: dit is schrijfkunst van onverdacht gehalte, dit is een zo moedig en verrassend rijp boek over de moderne jeugd, dat men zich in het vervolg als de naam Walschap valt zal moeten afvragen: wélke Walschap, Gerard of Carla of Bru no? Hier is hij zelf aan het woord: „Rigo, dwaze jongen, laat de bejaarden het hoofd schudden. Laat de weidenkenden zeggen dat je een onoverantwoordelijk oorlogs kind bent. En lach, Rigo, lach met .ie neus voor de kleine mascotte van het geluk en in je wilde hart de dure eed nooit te be rusten." Nóg een Vlaming schreef zich uit over het jeugdprobleem: WARD RUYSLINCK: zijn tweede roman „Wierook en Tranen" (zijn debuut „De ontaarde slapers" besprak ik uitvoerig) vormt een der eerste delen van de nieuwe Ad Multosreeks van de Uitgeverij A. Manteau innerlijk en ui terlijk een boek mét een hoofdletter. In de zelfde serie verscheen voor de litteraire fijnproevers een unieke biografie van de veelomstreden Italiaanse schrijver en dra maturg CURZIO MALAPARTE, door Franco Vegliani geschreven aan de hand van gegevens, die de auteur hem op zijn sterfbed in urenlange gesprekken toever trouwde een levensverhaal, waarin men hoofdstuk na hoofdstuk de schrijver van „De huid" en „Kapot" herkent als de ge boren nonconformist. JOHAN DAISNE is in deze van distinctie getuigende reeks vertegenwoordigd door de derde druk van zijn eminente roman „De man die zijn haar kort liet knippen". Zijn „Trap van steen en wolken" beleefde al iets eerder bij dezelf de uitgever een vijfde druk terecht, want dit jeugdboek was het werk van een vernieuwer, wiens proza wezenlijke trek ken aan de Vlaamse letterkunde en wiens levensgevoel een afmeting aan onze heden daagse „geestesgesteldheid" toevoegde. Dat is dan nog maar een gering deel van de boeken, waaraan ik. vooruitlopend op een uitvoeriger bespreking, een kort com mentaar verschuldigd meen te zijn ten be hoeve van de bezige Sinterklazen. Daar is immers nog de nieuwe roman „Marmou- zet" (Leopold Uitgeversmaatschappij) van MIEP DIEKMAN, geschreven naar het: heet voor jeugdige mensen, maar van een kwa liteit die zelfs stokouden verjongt. Want deze tweede roman is een goed boek, een boek vol levenstroost., levensvervulling en levenszin, geheel in overeenstemming met de verwachtingen, die ik in een vroegere kroniek ten aanzien van deze auteur ken baar maakte. CONNY SLUYSMANS heeft zich gehaast haar debuut (waarover ik on langs schreef) te overtreffen met een nieuwe roman: „De laatste tranen" bij de zelfde uitgever een in zijn liefdestra giek, die levenstragiek is, alleszins ver dienstelijk boek, dat haar talent bevestigt. En dan verscheen bij Querido jie derde roman van H. J. OOLBEKKINK, voor de lezers van deze rubriek geen onbekende. „Met de krant naar bed" is een journa listenroman (afgezien dan van de liefde) en als zodanig een merkwaardige „milieu schildering", waaraan het karikaturale een ironisch accent geeft. JOS PANHUY- SEN zag zich door zijn benijdenswaardige schrijftucht in staat, gesteld kort na zijn „Wandel niet in het water" bij Stols met een roman „Ik kom niet terug" voor den dag te komen, die in de innerlijke sterkte en milde menselijkheid van zijn beschou welijke schrijftrant zijn vorig werk in alle opzichten evenaart, zo niet overtreft. In „Slachtoffer zonder keus" (uitgegeven door de n.v. Van Munster) komt de zeventig jarige FRANcOIS PAUWELS. wiens per soon en werk achteraf een gelukwens dub bel en dwars waard zijn, nogmaals op voor de gedeclasseerden en betoont hij zijn trouw aan zijn littteraire genre: het ge- romanciëerde pleidooi. Ten slotte dan nog een notitie over „God in Frankrijk" (eveneens door Stols in de handel gebracht). Daarin reconstrueert AB VISSER, evenals in de voorafgaande ro man „De vlag halfstok" (n.v. Arbeiders pers) zijn herinneringen. Wie het artiesten dorp Cagnes nog niet kent, vindt het hier in kleuren en geuren geschilderd, met een levendigheid die de proef op de som le vert dat de traditionele roman nog lang niet heeft uitgediend. Hoeveel hedendaagse schrijvers kunnen zich wat natuurlijkheid van stijl en perfectie van vorm met een ras-auteur als Ab Visser meten? Hij kreeg dezer dagen de Groningse Hendrik de Vriesprijs, die hij ten volle verdiende. Dat S. Vestdijk zijn „Glinsterend pantser" ver volgde in „Open boek" en „De arme Hein- rich" (De Bezige Bij) en aan zijn Anton Wachterserie een deel toevoegde onder de titel „De vrije vogel en zijn kooien" (Nijgh en Van Ditmar) vermeld ik alleen pro me- moiie Ik hoop er uitvoerig op terug te komen bijna duizend bladzijden Vest dijk, dat is meer dan de ijverigste Sinter klaasbode if kan. C. E. Dinaux V Dat ondanks alles en in tegenstelling tot wat zeer vele hedendaagse romanschrijvers willen doen geloven, het. leven nog zeer veel biedt waar over men hartelijk kan lachen, blijkt onomstote lijk uit het nieuwe boek van Dorothy Erskine en Patrick Dennis: The pink hotel, dat een open hartig beeld geeft van wat zich zoal afspeelt in een duur seizoenhotel in Florida, dat door een stel allesbehalve burgerlijke figuren wordt be volkt. Wie de auteurs nog uit vroegere werken kent (The crystal boat en Auntie Mame) weet bij voorbaat al dat de lachspieren danig op de proef gesteld zullen worden. Lachen doet men ook wel om wat men in Grle- che sucht Griechin van de sinds kort vermaarde toneelschrijver Friedrich Dürrenmatt tegenkomt. Het geeft een groteske beschrijving van de tragi komische liefdesaffaire tussen twee zonderlinge zielen, de een naief en buiten de tijd levende, de ander geraffineerd een scherpe diagnose an onze wereld, die tot nadenken stenit. De avond voor Sint Nieolaas naar Ne derland scheep zou gaan werd de Goed heiligman ziek. Hij lad in zijn mooie bed met goud ingelegde randen en staarde mistroostig naar het prachtige baldakijn, dat zijn Pieten nog die morgen een goede beurt hadden gegeven Ik weet niet wat mij mankeert, zei Sint Nieolaas, maar ik voel me niet helemaal lekker. Zal ik de dokter roepen. Sint? vroeg de oudste Piet. Dat moest je maar doen, antwoordde Sint Nieolaas. De oudste Piet spoedde ziéh heen. Hij snelde door de straten van Madrid hoofdstad van Spanje en haalde de duur ste dokter, die er te vinden was. Ook in Spanje zeggen ze, zijn de duurste dokters de beste. De dokter liet zich meteen in een auto naar het bed van Sint Nieolaas rij den. Hij onderzocht de Sint op alle ziek tes, die hij kende en hij probeerde ook of hij misschien nog een onbekende ziekte kon vinden, waaraan hij dan zijn naam mocht, geven. Tenslotte stelde hij vast dat Sint Nieolaas ziek was. U bent ziek, zei hij. Hij schreef een paar woorden op een pa piertje en liet dat de oudste Piet naar de apotheek brengen. Daarna stapte hij in zijn auto en reed naar huis. Alles goed en wel, zei Sint Nieolaas, toen de oudste Piet van de apotheek terug kwam, maar wat mankeer ik nu eigen- lUkL-HeefLdie-.dok.tei- -nu. helemaal- niet-ge- zegd of het erg is en hoe lang ik in bed moet blijven? Hij heeft gezegd: u bent ziek! en toen is hij weggegaan, antwoordde de oudste Piet. Maar maakt hij me beter? vroeg Sint Nieolaas. Sint Nieolaas kwam zuchtend overeind, sloeg de lakens terug, steunde op het kus sen en hapte in de grote eetlepel met medi cijn die de oudste Piet hem aanreikte. O, wat is dat bitter! riep Sint Nieolaas. Meteen voelde hij een vreemd, kriebelig gevoel aan zijn kin. Hij zag de ogen van de oudste Piet groter en groter worden van verbazing en ineens.gleed zijn baard naast hem op de grond. Lieve help! riep Sint Nieolaas. Daar lag de baard De mooie zilveren ha ren, waar Sint Nieolaas altijd zo trots op was, kringelden doelloos over de grond. De fraaie, krullen lagen verlept op elkander. Het was of de baard nooit aan Sints kin had vastgezeten, of hij een bloknootvel- letje was geweest. Ritss, je trekt het zo af. Zo leek het ook met die baard. Sint Nieo laas streek verdwaasd over zijn nu lege kin en Piets ogen vulden zich met ranen. O Sint Nieolaas. zei Piet. wat bent u nu lelijk. Geef me mijn warme wollen das, die ik altijd in Holland gebruik als het erg koud is, riep Sint Nieolaas. Gauw! De oudste Piet bracht Sint de wollen das en Sint Nieolaas knoopte hem over zijn kin om toch maar niemand te laten zien dat hij geen baard had. Piet zelf schoof voorzichtig de afgevallen baard onder het bed. Geef mij dat flesje eens aan, Piet gaf Sint het flesje. O jij domme., jij uilskuiken van een Piet! riep Sint Nieolaas. Kan je dan niet lezen? Heb je niet gelezen wat erop staat? Wat staat er? vroeg de oudste Piet be vend. Sint Nieolaas overhandigde Piet het flesje „Uitwendig" stond er met grote let ters. „Drankje. Niet om op te drinken". Ik had het niet op moeten drinken. Ik had het op moeten smeren, riep Sint Nieo laas. Maar waarop Sint? vroeg Piet. Waar op met uw permissie Dat weet ik niet, zei Sint Nieolaas. Dat weet. de dokter, zei Piet. Nu ben ik nog zieker dan ik al ben, zei Sint Nieolaas. Ga onmiddellijk de deur uit en haal de doker. En de oudste Piet rende weer door de straten van Madrid de hoofdstad van Spanje en de dokter stapte in zijn auto en reed in vliegende vaart naar Sint Nieo laas en hij schreef een nieuw recept en hij liet er duidelijk bij zetten waar Sint Ni- colaas het moest smeren en hij zei, dat hij het erg druk had en dat hij Sint Nieolaas zijn baard ook niet kon teruggeven, maar dat hij wel graag wilde weten óf er een nieuwe baard aan de Sint zijn kin kwam 'groeien, anders kon hij zijn naam ge ven aan de ziekte van de baard van Sint Nieolaas. Hij liet de Sint in wanhoop achter, want hoe kwam de Sint aan een. mooie golven de baard nog voor hij in Holland arriveer de..? Het heeft er toen even naar uitgezien, dat Sint Nieolaas helemaal niet naar Ne derland zou gaan. Hij was al gauw weer op de been, maar hij durfde zich aan nié mand meer te vertonen. En in Holland zou hij duizenden kinderen moeten bezoeken en duizenden handen schudden en overal moeten zeggen: Ik heb mijn baard wel niet, maar ik ben toch Sint Nieolaas. Piet heeft me het drankje verkeerd ingegeven, zie je. Nee, dat kon hij niet. Maar iedere dag dat hij zijn reis uitstelde, werd het hem angstiger te moede als hij aan de teleurstel ling dacht van al die duizenden kinderen in Nederland. Toen heeft Sint Nieolaas een wijs besluit genomen. Hij heeft zich inge scheept. Hij is op weg gegaan. Maar voor hij met zijn stoomboot de haven van Span je uitvoer, liet hij zich in een rijtuig met gesloten gordijntjes naar een kapper brengen en die kapper bezwoer Sint Nieo laas, dat hij het aan niemand (dan aan mij) zou zeggen en die kapper heeft Sint Nieolaas een valse baard aangemeten, die er net zo mooi uitzag als de echte. Die baard kringelde ook, hij zat vol krullen, het was een genot om er door te strijken, zo zacht. Met zijn valse baard is Sint Nieolaas toen op zijn schimmel naar de stoomboot gegaan. Zo verscheen hij in Nederland. En als je Sint Nieolaas ontmoet en je kijkt goed naar hem, misschien dat je dan ziet dat hij geen echte baard heeft. Maar laat het alsjeblieft niet aan de Goedheiligman merken. De échte Sint is hij toch! Advertentie Voorzitter Landbouwschap „De boer wordt opgejaagd op een ma nier, die doet denken aan het vroegere, algemeen verafschuwde jaagsysteem in de mijnen. Al meer dan een eeuw lang zijn de boerenorganisaties doende hun pro- duktiekosten te verlagen, ieder jaar weer tonen zij het Nederlandse volk, dat zij weer goedkoper werken, maar nooit hoor je een woord van waardering voor dit structuurbeleid. Integendeel, zegt men: het kan nog wel goedkoper. Men vergeet daarbij, dat een door de eeuwen heen ge groeide boerderij economisch heel andere produktie-omstandigheden heeft, dan een fabriek of een scheepswerf. Zelden of nooit waardering ondervinden is uiterst onaangenaam, men wordt er korzelig van", dit zei woensdag de heer H. D. Lou- wes, voorzitter van het Landbouwschap tijdens een bestuurvergadering. Hij kwam tot deze ontboezeming bij de bespreking over de garantieprijs van de melk. Nu deze garantieprijs anders is uit gevallen, dan het Landbouwschap heeft voorgesteld, zou het volgens opvatting van het merendeel der bestuurleden bil lijk zijn. indien differentiatie van deze ga rantieprijs zou worden toegepast. De duur Advertentie van teddy velours, heerlijk warm en niet zwaar op de schouders. Speciale prijs 49.75 Gen. Cronjéstr. 1 a-1 b - Tel. 53334 35 jaar het vertrouwde adres met service in de ruimste zin producerende bedrijven komen aan de ga rantie te kort. Het wordt onder deze om- standigneden als billijk gezien de garan tie voor goedkoop producerende bedrij ven (bijvoorbeeld in Friesland en Noord holland) iets af te romen, waardoor aan de noodgedwongen duurder werkende melk producenten een kleine toeslag zou kun nen worden gegeven De hoofdafdeling veehouderij ziet voor dit jaar echter geen technisch mogelijke oplossing voor een garantieprijs-differentiatie. Het bestuur schaarde zich vrijwel unaniem achter de ze opvatting. Een 28-jarige Amsterdamse timmerman is door het gerechtshof te Amsterdam veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf wegens poging tot diefstal, gepaard gaan de met geweldpleging. De rechtbank te Haarlem had hem eveneens tot een jaar veroordeeld. De timmerman heeft in maart van dit jaar ingebroken in eèn garage te Velsen. vermoedelijk met de bedoeling zich toe gang te verschaffen tot de aangrenzende kantoorruimte. Dit plan werd verijdeld door de komst van de bedrijfsleider, die door de inbreker werd aangevallen. Deze wist daarna in het nachtelijk duister te ontkomen, maar met behulp van foto materiaal en speurhonden kon hij als de dader worden aangewezen. Tijdens de zit ting van het gerechtshof had hij hard nekkig ontkend zich aan de inbraak te hebben schuldig gemaakt. Advertentie HOTEL CAFé RESTAURANT serveert u een voortreffelijk diner De 29-jarige A A. en de 39-jarige vrouw M. A. P. zijn ter beschikking gesteld van de Rotterdamse Justitie, omdat zij ervan worden verdacht de hand te hebben gehad in de dood van de echtgenoot van de vrouw, de 39-jarige administrateur L. P. van W., op 19 november 1954. De vrouw heeft een gedeeltelijke bekentenis afge legd. Toen de man vier jaar geleden om het leven kwam leek de dood veroorzaakt te zijn door een va] uit een raam. De man, een hartpatiënt, had voor het raam een luchtje geschept en zou eruit gevallen zijn. De vrouw was wakker geworden, doordat een raam in de wind stond te klapperen, vertelde zij. De recherche heeft thans evenwel vastgesteld, dat het in die nacht niet heeft gewaaid, zodat men aan de verklaringen van de vrouw is gaan twijfelen. Een nader verhoor heeft ertoe geleid, dat de recherche zei redenèn te hebben om aan te nemen, dat het slachtoffer met een hamer is neergeslagen en toen uit het venster is geworpen. De vrouw zou de 29-jarige A. A., die toen bij haar en haar echtgenoot inwoon de, daarvan de schuld hebben gegeven. De man onkent hardnekkig iedere schuld. Een in de buurt wonende P.T.T.-ambte- naar, die nog laat dienst had gedaan, meent die nacht een gil en een plof te heb ben gehoord, juist toen een vliegtuig zou zijn overgevlogen. Dit is weer aanleiding geweest de hulp van de Rijksluchtvaart dienst in te roepen om na te gaan of inder daad die nacht een vliegtuig is overgeko men. Dan zou het juiste tijdstip van het ongeval of misdrijf vast komen te staan. De recherche meent voldoende aanwij zingen te hebben vergaard om de zaak ter verdere afdoening in handen van de justi tie te kunnen stellen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1958 | | pagina 15