ALGERIJE IS FRANS PROEFTERREIN
VOOR PSYCHOLOGISCHE OORLOG
Buitenlandse getuigen in het
proces tegen kampbeulen
Cyprus-debat
in de UNO
Van dag tot dag
Leopold Ziegler
overleden
Kolonels van vijfde bureau ontwierpen
„antwoord op de revolutionaire
strijd van het communisme
ZIELKUNDIGEN
IN UNIFORM
'"Hoe is het ontstaand
3
j
TAFELKLEDEN
FANTASIEKLEDEN
v. DUIVENBODEN
„Knokploeg van Lemmer"
mishandelde politieman
Vroegere Tsjechoslowaak kwam over uit New York
Psychologie
Partijen tonen zich niet
bijzonder inschikkelijk
Khartoem verwijdert
imperiale soevenirs
Gordon en Kitchener eruit
de
^Praatótoel
VetihcJk
'deluxe'
Georgi Zaroebin overleden
VAN LOTJE GETIKT
WOENSDAG 26 NOVEMBER 1958
Het heeft ongetwijfeld algemene aan
dacht getrokken, dat minister Staf in de
Tweede Kamer een zeer progressief geluid
heeft doen horen, met name met betrek
king tot de mogelijke bouw van een Neder
landse atoomduikboot. Menigeen zal ge
schrokken zijn van de enorme kosten, die
een dergelijk type onderzeeboot zou op
slokken en de eerste reactie van velen
zal waarschijnlijk aan wrevel grenzen, om
dat de defensiekosten door dergelijke pro
jectielen tot het onvoorstelbare zouden
stijgen.
De tweede reactie dient echter enigszins
minder impulsief te zijn. Men moet nu
eenmaal rekening houden met het onweer
legbare feit, dat de techniek met snelle
pas vooruitgaat en dat een leger zijn doel
treffendheid slechts kan ontlenen aan een
zo groot mogelijke moderniteit. Het is de
minister niet euvel te duiden, dat hij peinst
over de manier waarop de defensiemacht
zo doeltreffend mogelijk kan worden ge
maakt en daarbij dient in aanmerking te
worden genomen dat de astronomische
bedragen gegrond zijn op de ontzaglijke
kosten die de moderne techniek nu een
maal eist.
Een andere vraag is echter, of Neder
land met de eventuele bouw van één, t«n
hoogste twee atoomduikboten iets toe
voegt aan de doeltreffendheid van zijn
strijdkracht. Een defensie die met der
gelijke indrukwekkende kosten gepaard
moet gaan. overschrijdt immers onmisken
baar de draagkracht van kleine naties,
zonder dat daartegenover het werkelijke
effect van hun nationale leger wordt ver
hoogd. Men kan immers een nationaal
leger niet meer apart, volgens de aan zijn
nationale beperking ontleende doeltref
fendheid beschouwen, doch moet het steeds
meer zien als een stukje van de legpuzzel,
die in zijn totaliteit de defensiemacht van
een eensgezinde alliantie vormt.
Of dat kleine Nederlandse stukje van de
puzzel een atoomduikboot nodig heeft om
in het grote geheel te passen, blijft een
vraag die vele twijfels oproept. Nederland
mag zich dan nog steeds als een zeevarende
natie beschouwen in het grote geheel
van de NAVO vormt de bijdrage van onze
marine een zeer bescheiden deel en als het
erom gaat dat deel zo effectief mogelijk te
maken, moet de opbouw van die nationale
marine zijn afgestemd op het totaal aan
strategische planning, dat de NAVO
schraagt.
De aanschaffing van kleinere, goed
kopere doch eveneens onmisbare marine
eenheden als bijdrage tot de operationele
zeestrijdkrachten van de NAVO zou Neder
land, gezien zijn mogelijkheden in allerlei
opzichten, beter passen. Wanneer aan de
bouw van een atoomduikboot de effectieve
organisatie van onze bijdrage tot de
NAVO-marine zou worden opgeofferd, zou
dat noch onze veiligheid, noch onze plicht
tegenover de NAVO dienen.
Daar komt nog bij, dat de bouw van een
atoomduikboot toch weer uitsluitend een
Amerikaanse aangelegenheid zou worden,
aangezien onze kennis en outillage daar
voor tekort schieten.
Daar geen enkel klein land zich in een
eventuele oorlog zelf verdedigen kan, is
het streven naar „afgerondheid" van zijn
strijdmacht een illusie. Als men rekening
houdt met wat Nederland in het NAVO-
defensiebeleid kan doen, komt men tot een
taakverdeling die voor ons land zeker niet
de zelfstandige nroduktie van de militaire
top-apparatuur inhoudt.
Als men zou uitgaan van de vraag, hoe
de geallieerden van de NAVO een doel
treffend duikbootwapen kunnen opbouwen,
zou de medewerking van alle aangesloten
landen zeker niet bestaan in het opschroe
ven van hun nationale prestiges en zou
er geen sprake moeten zijn van „Neder
landse", „Duitse" of „Belgische" atoom
duikboten, doch van NAVO-duikboten,
vervaardigd met gezamenlijke en efficiënt
verdeelde inspanning.
Advertentie
VOOR
vanaf 9.50 naar
Ged. Oude Gracht 108-110 - Haarlem
Telefoon 17165
Voor de rechtbank te Zwolle stonden
drie jongemannen terecht, die in de nacht
van 12 op 13 september in een café in de
Noordoostpolder een politieman hadden
mishandeld. Zij namen hem zijn gummi
stok af en mishandelden hem daarmee.
Het publiek ontzette de politieman, maar
de drie aanvllers die diep in het glaasje
hadden gekeken, waren echter door het
dolle heen. De politieman loste ter waar
schuwing een schot in de lucht en toen dit
niet hielp schoot hij een der vechtersba
zen in een been.
De officier van Justitie zei in zijn re-
quistoir dat de jongemannen in hun woon
plaats bekend staan als „de knokploeg van
Lemmer". Zij zijn meermalen wegens
mishandeling en huisvredebreuk veroor
deeld. De officier eiste gevangenisstraffen
van tien, acht en zes maanden, waarvan
de helft voorwaardelijk. Op 9 december
zal de rechtbank uitspraak doen.
(Van onze correspondent in Bonn)
De Newyorkse journalist Ivan Herben
getuigde gisteren in het proces tegen de
ex-concentratiekampbewakers Sorge en
Schubert. „Ik ben niet gekomen om me
te wreken", zei de vroegere Tsjechoslo
waak Herben. „Ik wil alleen de vrienden
die in Sachsenhausen zijn omgekomen door
mijn verklaringen de laatste eer bewijzen
en hun de genoegdoening verschaffen, dat
er aardse gerechtigheid bestaat".
Herben was in december 1939 te Praag
gearresteerd als tegenstander van het na
zisme en bleef tot 1945 in Sachsenhausen.
Hij verklaarde dat een hoge militair uit
een der Baltische landen, eens attaché in
Warschau begin 1942 door Schubert was
doodgetrapt. Sorge joeg, volgens Herben,
UBERLINGEN (DPA) De cultuur-
en godsdienstfilosoof Leopold Ziegler is
dinsdag te Ueberlingen aan het Bodenmeer
op 77-jarige leeftijd overleden.
Ziegler heeft een aantal cultuurhistori
sche werken geschreven waarvan de
voornaamste zijn „Gestaltwandel der
Götter" (gedaanteverwisseling van de
goden). „Das heilige Reich der Deut-
schen" (het heilige rijk van de Duit
sers) en „Menschwerdung" (menswor-
wording). Hierin geeft hij een analyse van
het verval der huidige cultuur maar ook
middelen tot herstel.
Aanvankelijk was hij voorstander van een
„religie zonder god". Later werd hij aan
hanger van een ondogmatisch Christen
dom. Hij heeft ook een plan opgesteld
voor een Europese universiteit. In 1929
kreeg hij de Goethe-prijs en in 1951 het
eredoctotaat in de theologie aan de uni
versiteit van Marburg.
V)
(Van onze reisredacteur
ALGIERS, november. „Hoe stem ik „ja"?Ik begeef mij naar het
stembureau. Ik neem twee stembiljetten, een wit en een paars. Ik neem een
envelop. Ik ga naar het stemhokje. Hier kan niemand mij zien. Ik doe het witte
stembiljet in de envelop en gooi het paarse weg. Ik heb „ja" gestemd. Ik ben
gelukkig. Want nu ben ik honderd percent Fransman". Ziedaar de handleiding
voor het referendum, dat het Franse leger op de muren van Algerije had geplakt,
voor alle zekerheid geïllustreerd met een serie foto's van een van blijdschap
stralende Ahmed Ben Oui Oui, die het precies voordeed. Het lijkt overbodig te
verhalen, dat er geen handleiding naast hing hoe men „nee" moest stemmen.
Dat diende men zelf uit te vinden. Maar het is wel tekenend voor de methoden,
die door het Franse leger, of liever gezegd: de psychologen van het vijfde
bureau, zijn aangewend om bij het referendum ruim tachtig percent van de
Algerijnse kiezers naar de stembussen te krijgen en 96.6 percent „ja" te doen
stemmen. Het wantrouwen van de sceptische buitenstaander inzake stembus
knoeierijen is daarbij zo goed als zeker ongegrond geweest. Formele vervalsingen
zijn noch door de talrijke buitenlandse correspondenten, noch door de volkomen
onverdachte controlecommissie van de oud-ambassadeur Hoppenot geconstateerd.
Er waren andere middelen. Zeker heeft een zeer groot deel der Algerijnen de
buik vol van de oorlog en, al of niet nationalist, een groot persoonlijk vertrouwen
in De Gaulle gehad. Zeker hebben tallozen in het militaire transport naar en de
militaire bewaking van de stembureaus een stille pressie gevoeld en voor alle
zekerheid het vileine paarse biljet (een ongelukskleur) weggegooid. Zeker hebben
primitieve bevolkingsgroepen eenvoudig geen benul gehad waar het om ging en
de dichtstbijzijnde officier gevraagd hoe te stemmen. Klaar het concerteren van al
die stemmen tot het machtig koor van „ja's" is vooral het werk geweest van de
kolonels-psychologen van het vijfde bureau.
Niet alleen omdat er in Algerije weer
verkiezingen voor de deur staan is het fas
cinerend kennis te maken met deze ge-
uniformeerde zielkundigen. Want in de
psychologische actie die zij leiden, zien zij
niets minder dan het antwoord op de revo
lutionaire strijd die wordt gevoerd door
het internationale communisme, en dat is
een recept waarnaar het Westen al jaren
tevergeefs zoekt. Deze Franse officieren,
verbijsterd door het echec in Indochina,
waar zij militaire overwinningen en poli
tieke nederlagen leden, geschokt door het
geen er in Tsjechoslowakije en China is
gebeurd, beangstigd door het onweer
staanbaar opdringen van het communisme
in Azië en Afrika, hebben zich van 1954
tot 1956 aan een diepgaande studie van de
marxistische leerstellingen en methoden
gezet.
Zij hebben Marx, Lenin, Stalin en Mao
Tse Toeng herlezen en zich Lenins variatie
op Clausewitz: „de vrede is de voortzetting
van de oorlog met andere middelen" in het
hoofd geprent. Zij hebben van de Russi
sche psychologen geleerd welke impulsen
men op het menselijk onderbewustzijn kan
afsturen om hem in een bepaalde richting
te stuwen en van de Russische sociologen
dat de twintigste-eeuwer een eenzame in
de massa is, die men kan her-collectivi
seren. Zij hebben een aantal marxistische
methodes aan hun doelstellingen aangepast,
een aantal slechts, want zij zeggen zeer
goed in te zien dat het marxisme uit
gaand van de stelling dat de mens materie
is, de hersenen een machine vormen, dat
er geen absolute waarheid, g'oed of kwaad
bestaat en dat de mens geen morele waar
de heeft praktijken gebruikt, die moei
lijk kunnen worden aangewend ter ver
dediging van een beschaving die op chris
telijke en humanistische idealen berust.
Derhalve, zeggen zij, geen dwang, geen
marteling, geen „psychische ingrepen" op
het individu. (Voorzover deze pijnlijke de
tails in Algerije te signaleren zijn geweest,
moeten zij blijkbaar op rekening van an
dere militaire diensten geschreven worden.)
Waar bestaat dit „antwoord op de revo
lutionaire strijd van het communisme" dan
wél uit? Zeer in het kort uit de gedachte,
dat iedere handeling in het Westen op poli
tiek, militair, economisch, cultureel, sociaal,
zelfs recreatief terrein van invloed is, of
kan zijn, op de strijd tegen het commu
nisme en derhalve georganiseerd en ge
bundeld moet worden in een alles over
koepelende psychologische oorlogvoering,
die geen ogenblik aflaat. Immers ook de
communistische leerstelling zegt, dat vrede,
warme of koude oorlog slechts fasen van
de strijd zijn. Dat is het uitgangspunt van
deze officieren van het Franse vijfde bu
reau, die onder leiding van de kolonel
Goussaud, een briljant officier, uit een
jezuïtisch milieu, in Algerije sinds twee
jaar hun proefterrein hebben gevonden.
Mocht men hen tegenwerpen, dat het F.L.N.
geen communistische tegenstander is, dan
zeggen zij (want zij kennen hun Lenin) dat
de nationalistische worsteling van de ge
koloniseerde volken ook een fase is in de
strijd voor een socialistische wereld. Wat is
hun doel? Zij achten de militaire acties in
Algerije van secundair belang, zij vallen de
Algerijnse bevolking winnen. Hoe gaan zij
te werk?
Ten eerste hebben zij een beslissende
stem bij alle militaire, politieke, economi
sche en sociale acties, die zij zo ncaig om
vormen om het gewenste psychologische
effect te bereiken (waarbij zij wel eens
vreemde blunders slaan, want zij vonden
en vinden het bombardement op Sakiet een
bijzonder geslaagde onderneming). Maar
vooral pogen zij een rechtstreekse politieke
penetratie van de bevolking. Daartoe heb
ben zij een aangepaste versie ontworpen
van hetgeen in de communistische landen
de „parallelle hiërarchieën" heet. Daar is
iedere burger lid van een aantal evenwijdige
organisaties, die zijn beroep, zijn kinderen,
zijn liefhebberijen betreffen, organisaties
die op ieder niveau (dorp, stad, district,
staat) door het corresponderend partij
orgaan worden gecontroleerd. Hetgeen tot
gevolg heeft dat het individu op ieder
ogenblik en bij alles wat hij doet, gevormd
en gecontroleerd wordt door de partij.
Het vijfde bureau in Algerije nu heeft
ten eerste aangehaakt bij bestaande orga
nisaties, vooral bij de basisvorm, de
„douar", het dorp dat hier meer is dan een
dorp, namelijk haast een „clan", een hechte
organische gemeenschap. Het vijfde bureau
heeft zijn vertakkingen in vrijwel alle
douars in de persoon van de „chef de
douar". Het penetreert of organiseert ver
der de jeugdbeweging door iedere zes
maanden vijfhonderd speciaal gevormde
jeugdleiders te plaatsen. Het dringt door
tot het voorheen strikt verboden terrein
der mohammedaanse vrouwen met socio-
medische teams van een Europese en twee
mohammedaansen. De actie begint met een
poging vertrouwen te winnen door con
crete sociale daden: bouw van scholen, kli
nieken, huizen, distributie van kleren en
voedsel, organisatie van sport, lessen in
kinderverzorging, koken en naaien aan de
vrouwen, bij wie het succes het grootst is,
omdat er een aanzienlijke belofte tot eman
cipatie insteekt. Men gaat dan voort, onder
dekking van deze sociale activiteiten, de
eerste politieke informatie binnen te. smok
kelen: wat wil en doet het F.L.N., wat
heeft het te bieden? Dood, terreur, armoe.
Wat wil en kan Frankrijk? Gezondheid,
vrede, welvaart.
Met grootscheepse en fijnvertakte mede
werking van het leger en de Franse sol
daten geven zich veelal met hart en ziel
over aan de sociale taak heeft deze psy
chologische actie in Algerije inderdaad
successen geboekt, daar doet het belang
rijk aandeel van de bescherming of de stil
zwijgende pressie der immer aanwezige
wapens niets aan af.
De belangrijkste slotsom van het referen
dum was trouwens het bewijs hoezeer het
Franse leger „aanwezig" is in Algerije. En
na een uur met de gepassioneerde kolonel
Goussaud krijgt men haast neiging in zijn
recept te geloven. Maar dan keert de twij
fel terug. Want ten eerste rijst de vraag
hoe diep en duurzaam deze kunstmatige
psychologische penetratie in Algerije zal
zijn. Marx leert ook omtrent werkelijke
grondoorzaken van zulke conflicten, al wil
len de Franse officieren die bij hem enige
methodiek hebben geleend, daar niet aan
Men betrapt hen trouwens op andere intel
lectuele hink-partijen. De methodes van
het marxisme behoren onvervreemdbaar
bij zijn uitgangspunten en doelstellingen.
Iedere allesomvattende, van bovenaf gelei
de psychologische actie is in strijd met het
wezen van de liberale democratie. Pleegt
de eerste ontucht met de tweede, dan heet
de onvermijdelijke bastaard, die er uit
voorkomt: fascisme. En men moet niet ver
geten dat deze Franse officieren hun actie
niet tot Algerije beperkt willen zien.
Advertentie
eens een rooms-katholieke Tsjechoslo-
waakse geestelijke in het niemandsland
om het kamp door de pet van deze ge
vangene in de gevaarlijke zone te gooien
en het slachtoffer te bevelen zijn hoofd
deksel terug te halen. De geestelijke werd
neergeschoten, maar herstelde. Sorge
kwam door dit voorval in moeilijkheden,
omdat de geestelijke recht kon doen gel
den op een bijzondere behandeling, krach
tens voorspraak van de toenmalige Ita
liaanse minister van Buitenlandse Zaken
Ciano bij de Duitsers. Een commissie heeft
dit geval destijds nauwkeurig onderzocht.
Schubert had, volgens Herben in 1942 een
Tsjechische jongeman, die het voorschrift
„zich zittend aankleden is verboden" had
overtreden, tijdens zware vorst met koud
water bespoten, waarna de jongen was
overleden.
Belgische getuigenis
De Belgische hoogleraar professor dr.
Florent Peeters, die voor de oorlog het
boek „Het bruine bolsjewisme" uitgaf en
die van 1942 tot 1945 in Sachsenhausen ver
bleef, vertelde dat Schubert eens acht
Joodse gevangenen had doodgetrapt.
Sorge rukte, volgens de hoogleraar in
het kampziekenhuis het verband van won
den. Een der gevangenen was daardoor
dood gebloed. Professor Peeters eindigde
zijn verklaringen aldus: „Ik zou willen
verklaren, dat ik geen enkel ressentiment
meer heb noch tegen deze verdachten, noch
tegen het Duitse volk.
NEW YORK (UPI) Een Britse woord
voerder heeft de UNO voorgehouden dat
voor het ogenblik elke poging om een op
lossing voor lange termijn af te dwingen
op Cyprus, zal uitlopen op burgeroorlog,
of ergex-. De Britse minister van staat
Commander Allan Noble drong er bij de
politieke commissie op aan het plan van
pi-emier Macmillan, dat er op gericht is
de toestand op Cyprus geleidelijk te nor
maliseren in een pex-iode van zeven jaar,
te aanvaarden.
„Een burgeroorlog zou op zijn beurt lei
den tot verdeling van Cyrpus en misschien
naar een intex-nationaal conflict in de Mid
dellandse Zee", aldus waarschuwde Noble.
Griekenland verlangt onafhankelijkheid
voor Cyrpus en de Griekse minister van
Buitenlandse Zaken Avex-off beloofde dat
de rechten van de Turkse minderheid op
het eiland gewaarborgd zullen worden.
Griekenland vexiangt tevens de oprichting
van een uit vijf naties bestaande com
missie van goede diensten, die moet hel
pen de onafhankelijkheid tot stand te
brengen.
Turkije beweert dat een onafhankelijk
Cyprus slechts een dekmantel is voor een
uiteindelijke unie met Griekenland. De
Tui-kse minister van Buitenlandse Zaken
Zorloe verklaarde dat de Griekse en Turk
se Cyprioten nooit als een volk kunnen le
ven. „Wil men het principe van zelfbe
schikking toepassen, dan moet het op bei
de bevolkingsgroepen worden toegepast.
Wil men onafhankelijkheid erkennen, dan
moet dat gedaan worden voor elk van die
groepen
De Bxritse en Tui'kse uitnodigingen om
te onderhandelen vei-werpend, sprak de
Griekse minister de beschuldiging uit dat
de twee landen pogen Griekenland in een
val verdeling van Cyprus te lokken.
NICOSIA (Reuter) In Limassol is
gistei-en een negentienjarige Griekse Cy
prioot doodgeschoten, die poogde te ont
vluchten, nadat hij door Bi'itse veilig
heidstroepen was aangehouden. Twee
Turkse leden van de resei've-politie wer
den door verdwaalde kogels getroffen.
Een hunner is in het ziekenhuis overleden.
De Tux-kse ondergrondse organisatie
T.M.T. heeft in pamfletten verklaard dat
zij in de bres zal staan voor haar besluit,
dat Grieken en Turken niet tezamen op
Cyprus kunnen leven. Naar aanleiding
van het door do EOKA afgekondigde be
stand heeft gouverneur sir Hugh Foot en
kele beperkingen van de bewegingsvrij
heid opgeheven. De beperkingen worden
weer ingesteld zodra de vex-zetsbewe-
ging haar gewelddaden hervat.
CAIRO (Reuter) De Soedanese rege
ring heeft besloten de standbeelden te
Khartoem van generaal Charles Goi'don
en veldmaarschalk Lord Kitchener te ver
wijdden. Zij zullen blijkens een bericht
van het aan de egyptische regering ondei--
geschikte „persbureau voor het Nabije-
Oosten", in een museum worden ge
plaatst.
Generaal Gordon, destijds ook gouver
neur van Soedan, werd in 1885 gedood tij
dens de opstand van „El Mahdi". De
voor het ontzet van hem en zijn gax-ni-
zoen onderweg zijnde troepen kwamen te
laat, om hem voor dit lot te behoeden.
Veldmaax-schalk Lord Kitchener voei'de
het bevel over het Egyptische leger, dat in
1898 de opstand van de „Mahdi" neer
sloeg. Kitchener werd een der militaire
grondleggers van het Britse imperium. Hij
kwam in 1915 om het leven, toen de Britse
kruizer „Hampshire", waarmede hij op
weg was naar Rusland, waar hij een op
dracht moest vervullen, op een Duitse
mijn liep en zonk.
PARIJS, (Reuter) De voormalige Soe
danese pemier Abdoellah Khalil heeft, in
een te Ómdoerman gehouden gesprek met
een correspondent van het Franse dag
blad „Le Monde'in anwoord op een
vraag verklaard de staatsgreep van ge
neraal Abboed volledig goed te keuren. Hij
voegde hieraan toe: „Trouwens, ik wist,
wat er gebeuren zou. Generaal Abboed
heeft het land voor het binnendringen van
buitenlandse invloeden behoed, iets, wat
juist de laatste tijd aan de dag was getre
den". Khalil zei ook te menen, dat het nieu
we Soedanese bewind gaarne hulp van zo
wel Oost als West zou aanvaarden, mits
hieraan geen voorwaarden zouden worden
verbonden.
Sfeer
Toen ik de wachtkamer van de tand
arts binnenkwam, zat er slechts één man,
die kennelijk blij was, dat hij gezelschap
kreeg.
Aanvankelijk zat hij met zijn ellebogen
op zijn knieën, maar toen ik de deur ach
ter me sloot, kwam hij overeind, knikte
me wat droevig toe en sprak somber: „Een
echte nare sfeer hè, in alle wachtkamers".
En hij blikte hierbij omhoog, alsof de
sfeer als een lampion aan het plafond be
vestigd was.
„Wat is sfeer eigenlijk", vervolgde hij
een beetje schoolmeesterachtig, „hebt u
daar wel eens over nagedacht?"
„Tja", peinsde ik hardop, „wat is het
eigenlijk? Je kunt kolen scheppen en sfeer
scheppen het eerste is per mud ver
krijgbaar en het laatste niet. Doel:
lichamelijke en geestelijke warmte".
„TJ praat onzin", zei de man kribbig, u
omzeilt mijn vraag, ik vroeg u wat het
i sIk haalde mijn .schouders op, ik
kwam hier per slot niet om definities te
geven
„Het zit raar met die sfeer", hernam de
man, „als ik een biertje ga drinken, ga ik
nooit naar het café van Jansen, maar al
tend naar dat van Pïetersen toe. 't Gaat
bij mij niet alleen om dat biertje, snapt u
wel, maar je wil er toch ook wel een
beetje sféér bij hebben. Als man alléén
kom je dat tekort, 't Is meer een vrouwe
lijke aangelegenheid om sfeer te maken
met lampies en zo, maar daar schijnt het
toch ook weer niet uitsluitend jn te zitten,
want bij Jansen zijn óók lampies genoeg
Ik ben een rare man, ik denk vaak over
zulk soort dingen na. Je kunt sfeer niet
zien, niet vasthouden, niet ruiken en tóch
is het er. Het is niet iets, waarvan de één
zegt: „ja hoor, ik vóel het"; terwijl de
tweede zegt: „chut, niks an" en de derde
„waar dan??"
„Nee-nee", zei ik, „zoiets is het zéker
niet".
„Maar wat is het dan wél?" drensde de
man. „Soms denk ik wel eens, dat het in
jezelf zit, dat het iets met stemming te
maken heeft. Gisteravond was ik in een
miserabele bui en ik liep even bij mijn
zus an die kan sfeer maken! En wég
was de bui! Fluitend ging ik naar mijn
kosthuis terug. En nou vraag ik u: waar
zit 'm dat nou in?"
„Misschien wordt sfeer veroorzaakt door
warmte, muziek, harmonie, lichtspr ei-
ding waagde ik.
„Van muziek hou ik hélemaal niet en het
is me gauw te warm", riep de man vinnig.
„En in geld zit het evenmin; ik heb een
mevrouw gekend, die dure meubelen en
mooie juwelen had, maar er was geen
draad sfeer in huis. Nogmaals vraag ik u,
mevrouwtje: wat is sfeer?? U wéét het
niet!!!" En hij keek me ongeduldig aan.
„Ik zal het eens voor u opzoeken in het
woordenboek", zei ik verveeld.
Gelukkig werden we toen opgeschrikt
door het belletje en de man verdween met
zijn probleem.
Thuisgekomen, sloeg ik direct „sfeer"
in het woordenboek op en er stond: De
kring, waarbinnen iemands kundigheden
of macht zich bepalen.
Ik vraag me af, of hij er iets aan zal
hebben.
Marianne van Raait
Advertentie
CREAM CRACKERS
met het
geheel eigen
karakter. Per groot
pak 75 ct. Los 28 ct
per 100 gr. Ook zoutloos.
MOSKOU (Reuter/AFP) Georgi Za
roebin, een der Russische onderministers
van Buitenlandse Zaken, is op 58-jarige
leeftijd overleden aan een „ernstige ziek
te". Zaroebin is ambassadeur te Washing
ton, Ottawa en Londen geweest. Hij was
een der belangrijke Russische diplomaten
in en na de oorlog.
In januari van dit jaar keerde hij uit
Washington naar Moskou terug, enige da
gen nadat hij het eerste Amerikaans-Rus
sische culturele akkoord had getekend.
Zaroebin heeft aan talrijke internatio
nale confei'enties deelgenomen. Hij was in
1954 tegenwoox-dig bij het overleg tussen
de ministers van Buitenlandse Zaken der
„grote vier" te Berlijn en bij de confe
rentie van regeringsleiders te Genève in
1955.
Een der tientallen uitdrukkingen
waarmee men wil te kennen geven,
dat iemand mal, gek, niet wijs is of
een klap van de molen heeft gekre
gen, luidt: hij is van Lotje getikt. Dat
men Lotje met een hoofdletter pleegt
te schx-ijven, is een aanwijzing dat men
aan de meisjesnaam denkt. Het is
echter hoogst onwaarschijnlijk dat een
juffrouw Lotje iets met deze zegs
wijze te maken heeft. Men is er even
wel nog niet in geslaagd de uitdruk
king geheel te vei'klaren. Toch is er
een aanwijzing: af en toe leest men
ook: hij is van lorretje gepikt. Lorre
is de naam van de papegaai, de vogel
die te pas en te onpas zonder ze te be
grijpen de paar woorden uitspreekt die
men hem geleerd heeft. De dwaas doet
net als de papegaai. Ter vergelijking
haalt men de zegswijze aan: hij is van
het hondje gebeten voor; hij is hoog
moedig.
i «J