Hffll
1.8 5 Om
Vrijwel onbekend bergdorpje in de Franse Alpen
werd een vermaard wintersportcentrum
Erbij
fO n /f*ooê M
DE UITGESTREKTE PISTE VAN DE SOLAISE, EEN
MAGNIFIEK TRAININGS- EN WED5TFIJDTERREIN
ZATERDAG 24 JANUARI 1959
PAGINA VI
voorname gasten, die
overwinteren in de vele
luxueuze hotels en vraag
baak voor de dorpsbe
woners, die niet allemaal
de geweldige groei van
dit bergplaatsje in de
laatste jaren hebben
kunnen bijhouden. Dok
ter Pétri laat bij al die
Syndicat d'lnitiative, die
als een vorst door het
dichtgesneeuwde dorp
stapt en die op de uitge
strekte skivlakte regeert
als een absoluut mo
narch. Aan zijn enige
dorpsagent, die zijn uni
formjasje met drie ridder
ordes bij voorkeur los-
drukte graag wat over
aan zijn medewerkers.
Aan Charles Diebold, di
recteur van het plaatse
lijk V.V.V.-kantoor, het
jes over een hevig ge
blokt zomerhemd draagt,
die nors doet tegen de
buitenlanders, maar die
bij officiële ontvangsten
1 20
/4v Pourm
V416 J788v
V
Col do v'
Col do
f Po'*' 2658 XJ?6STs
Pro loboor Co"1* 2U
Protesno»
r />pANKRIJK^y S Lt '|pj§j|
Lon.l.bouVg
(0Ó0 i 2P00
I Termlgnon T\ j \;i :K
™iw»L? -,f®
frrs geven hoogten Inmefers
ZWITSER
LAND
'•-/ ITALIË
«MC vt
LYOM
CHAMBÉRV
VAL V
COeMOBLC 'i
j puv
TUCIJM
FRANKRIJK
r*
DOKTER FRéDéRIC PETRI
heeft het druk. Eigenlijk
veel te druk. Maar hij
verdient goed, woont in
een riante villa, heeft
plezier in het werk en
staat in hoog aanzien, bij
de dorpsbewoners van
Val d'lsère en bij de dui
zenden wintersporttoe
risten, die steeds weer
de naam van de grijze
dokter tegenkomen. Dok
ter Pétri is behalve arts,
ook nog burgemeester
van dit kleine dorpje in
de Franse Alpen, oud
voorzitter en adviseur
van de Club des Sports,
enthousiast skiër, gast
heer voor de tientallen
een berglift naar de Solaise (2551 meter)
en twee skiliftjes aan te leggen. De rest
werd in samenwerking met de V.V.V. ge
bruikt voor een intensieve propaganda. Er
verschenen fraaie foldertjes, waarin alle
aanlokkelijkheden van Val d'lsère, Savoie,
France werden opgesomd. In de reisbu
reaus in heel Europa kwamen affiches te
hangen van meisjes, die losjesweg met de
ski's over de schouder (in kleuren) mooi
liepen te wezen op een hoogte van acht
tienhonderd vijftig meter.En toen ging
men wachten op de dingen, die komen zou
den. De burgemeester de heer Pétri,
wachtte. De veldwachter wachtte. De heer
Charles Diebold wachtte. De hotelhou
ders wachtten.
Het duurde niet eens zo gek lang. voor
dat de eerste gasten kwamen. Nu een jaar
Savoie
of tien geleden kon men al over een „ecnt"
seizoen spreken, dat van half december tot
aan Pasen liep. De inwoners van Val
d'lsère pasten zich wonderlijk goed aan.
Zij bemoeiden zich namelijk nergens mee.
Zij lieten alles aan hun burgemeester, hun
V.V.V.-directeur en hun hoteliers over en
ze meldden zich tegen het eind van de
Een van de twee enorme, gele sneeuw
ruimers, die zich in de morgen met moeite
een pad baant, door het dichtgesneeuwde
Val d'lsère.
morgen schijnt de brandend hete zon weer,
morgen is Val d'lsère het Val d'lsère van
de foldertjes. Morgen
En zij allen hebben vaak gelijk. Het
weer blijft ten hoogste een paar dagen
slecht. De sneeuwbuien, die altijd uit het
westen komen, blazen het dal een nieuwe
metersdikke vacht sneeuw binnen, de paar
caféhouders staan zichtbaar tevreden ach
ter hun tapkasten, bij Gogo is het stamp
vol en in de hotels kunnen de kamermeis
jes pas tegen de middag de kamers gaan
opruimen omdat de gasten tot het middag
uur in bed blijven.
Maar zoals gezegd werd, het duurt
meestal niet zo lang. Als de wind gaat lig
gen stromen de skiërs weer naar de piste
om hun urenlang durende spel van stijgen
en dalen te hervatten. En dan ook krijgt
dokter-burgemeester Pétri het weer druk.
De inwoners van Val d'lsère zelf manke
ren vrijwel nooit iets. Daarvoor is de lucht
te gezond. Een enkele keer wil een wat
oudere man het nog wel eens aan de lever
hebben maar een eenvoudig dieet is
meestal genoeg om hem van zijn kwaal
af te helpen. De begraafplaats bij de kerk
telt maar enkele tientallen eenvoudige
kruisen.
DOKTER PéTRI heeft het echter druk
met het oehandelen van gebroken en ge
kneusde benen, want er gaat af en toe nog
wel eens een vakantieganger ongeoefend
op de ski's staan. En dat gaat in negen
van de tien gevallen fout, zo vertelden oris
de skileraren. En zij hebben gelijk. Want
dagelijks zagen wij een van hen met een
rood sleetje naar boven gaan. En dan wist
eeri ieder, dat er ver van de bewoonde we
reld weer iets gebeurd was. Dat klopte
meestal wel, want na een half uur kwam
die skileraar dan voorzichtig naar bene
den glijden met achter zich aan dat sleetje,
waarin zich dan een kreunende vakan
tieganger bevond, die de een of andere
verkeerde manoeuvre had gemaakt.
Dan is er weer werk aan de winkel voor
de dokter. Voor zijn fraaie houten huis
staan de gebroken ski's rechtop in de
sneeuw. In zijn behandelkamer liggen de
stukgeknipte skibroeken op een hoop in
de hoek. Ik heb het druk, zegt hij. Ze
breken veel tegenwoordig, alles gaat maar
op de ski's staan. Maar ik vind het best.
Met Pasen is het werk gedaan. Dan ga ik
uitrusten, skiën, in Noorwegen."
altijd bij de buffetten is
te vinden. Aan meester
Costerq, die zelfs in het
drukste seizoen zijn kalm
te bewaart en zijn kinder
tjes les blijft geven, aan
de oude pastoor Charv
en aan al die andere
mensen, die dikwijls ge
boren, maar zeker ge
togen zijn in dat hoogge
legen vlekje, geklemd
tussen drie koiossale
bergen, dat alleen op
zeer gedetailleerde land
kaarten voorkomt. Val
d'lsère, waar een onzer
redacteuren en onze fo
tograaf de hieronder uit
gewerkte wintersport-in
drukken opdeden.
kaarslicht. In de skilift tapt men moppen.
Bij Gogo is men er al helemaal in ge
traind. Zodra het licht uitfloept, grijpt de
eigenaar, een dunne, zwarte Parijse jon
gen, die opkijkt wanneer men Jacques
roept, blindelings naar een aantal flessen
met in de hals een kaars en even latei-
danst en bakt men verder. Bakken inder
daad. want bij Gogo heeft men een naam
op te houden op het gebied van pannekoe
ken bakken. In een afgeschermd hokje
naast de dansvloer begint een rood meisje
omstreeks vier uur met dit karwei, dat
zij in de loop van een paar jaar tot een
kunst heeft verheven. Niet minder dan
vierentwintig soorten pannekoeken kan
men bij haar bestellen. Zij dient ze op
met een zwier, die men haar in de beste
Parijse hotels niet zal kunnen verbeteren
en de gasten waarderen een zeer geslaagd
baksel altijd met een warm applaus, waar
van het meisje nog iets roder wordt.
Buiten is en blijft het dan donker. De
sneeuwstraatjes zijn leeg en in de winkels
veegt men de modderige vloer aan. Bij
„Valsport" bijvoorbeeld, waar men de
hele dag bezig is met het verhuren en re
pareren van ski's en schoenen. Drie man
hebben er een goede boterham aan. Van
december tot in het voorjaar. Dan gaat de
zaak dicht. Maurice, Jean en Francois
gaan met vakantie. Naar de Rivièra of
naar Biarritz, want dat kan eraf. In no
vember komen ze pas weer terug.
B®ll«varde
hoteliers bijzonder blij om. In 1950 was er
ook al eens een kampioenschap gehouden
en al die belangstelling had ervoor ge
zorgd, dat Val d'lsère in de kranten en in
de geïllustreerde tijdschriften kwam te
staan. Het gevolg toen was, dat er tien
hotels bijkwamen en ook nu verwachtte
burgemeester Pétri wel weer een verrui
ming van zijn beddencapaciteit in het
dorp. Pistechef Maurice Fechet werd zelfs
een beetje zenuwachtig van al die drukte.
Hij keek bijna dreigender dan de grim
mige wolken, die zijn mooie sneeuwvlakte
in een uur tijd waarschijnlijk weer voor
een halve dag onbruikbaar zouden gaan
maken met een nieuwe laag verse sneeuw.
Je kunt er nooit van opaan, mopperde
hij. Van dat weer. Altijd is het hier
schitterend en juist nu gaat het weer sneeu
wen. En alsof hij een lang geleden geleerd
lesje opzei vertelde hij haastig: ^Mor-
gen is het weer goed, morgen kunt ge de
piste weer op, morgen schijnt de zon, mor
gen
En zo praten ze allemaal. Culet, Sylvain
Mattiss, Cohendoz en Jean Bavard, de ski
leraren, Ponchini, de Italiaanse eigenaar
van het enige levensmiddelenwinkeltje,
Christian de barman van het stille, dure
café in de Dorpsstraat, waar een glas
Pernod zevenhonderd francs kost.
Val d'lsère raakte er steeds meer in. Er
verrezen nieuwe, comfortabele hotels en
daardoor kwamen er weer meer toeristen.
Er werden twee theesalons geopend, waar
men alles kan krijgen behalve drinkbare
thee en er kwamen steeds meer fotowin
kels. Enkele Parijzenaars volgden name
lijk het uitstekende voorbeeld van hun col
lega Pichonnier en begonnen in het win
tersportplaatsje een fotozaak, die slechts
geopend is van december tot mei. Dan
gaat de boel dicht en trekken eigenaars en
EN DAT CAFé zal voorlopig stil blij
ven. In ieder geval zo lang burgemees
ter Pétri aan het hoofd van zijn gemeerte
staat. Hij wil Val d'lsère in de eerste
plaats Val d'lsère laten blijven. Ondanks
de toeristen, ondanks het geld. Men ziel
graag, dat Val d'lsère als het even kan ge
woon blijft. Zonder dure bars, zonder
nachtvertier. En tot nu toe blijken de be
zoekers dat te waarderen. Ze komen naar
dat dorpje in de Haute-Savoie voor de pu
re wintersport, voor het skiën en het
sleetjerijden, voor het zonnen en voor het
eten, maar vooral voor het slapen. Want
zelfs al had Val d'lsère ook des avonds
volop licht, dan nog zou het in de sneeuw-
(Zie verder volgende pagina)
VAL D'ISèRE. Tot vlak na de oorlog had
men zelfs in Frankrijk nauwelijks van dit
dorpje gehoord. De kindertjes in Parijs op
school leerden, dat de Isère begon in de
Alpen, de Tour-de-France-renners wisten,
dat er in die buurt een paar bergen lagen,
die men alleen staande op de pedalen kon
beklimmen en de vakantiegangers, die bij
toeval door het gehucht trokken, maakten
misschien een kiekje van het stokoude
kerkje, maar niemand dacht erover Val
d'lsère als doel van zijn reis te kiezen.
De paar honderd bewoners leefden er te
vreden en rustig. De meesten hadden een
paar koeien en varkens, de bossen leverden
de brandstof en van mei tot september viel
er daar hoog tussen de bergen nog wel
eens wat maïs te verbouwen.
De oorlog trok Val d'lsère voorbij. Soms
zag men een Duitse of een Italiaanse sol
daat, maar dat was dan ook alles. De paar
jongemannen, die er woonden, konden vrij
door het dorp lopen. Ze hoorden door de
altijd krakende radio, dat de vrede over
Europa was gekomen en ze merkten aan
het steeds groter wordende aantal vreem
delingen, dat men Val d'lsère en voor
al dan de wijde sneeuwvlaktes in de win
ter begon te ontdekken. Het Franse volk,
berooid uit de oorlog gekomen, had geen
geld meer om de toch altijd nog dure win
tersportcentrums in het buitenland te
gaan opzoeken. Zeker, er gingen nog wel
enkele families naar Oostenrijk, Zwitser
land en Italië, maar de meesten zochten
het toch dichter bij huis. Degenen, die het
best bij kas zaten, trokken in de winter
maanden en dan vooral omstreeks de
Kerst en nieuwjaar naar de Cöte d'Azur
waar men op een afstand van enkele tien
tallen kilometers van de palmen langs de
kust van de Rivièra zich kon overgeven
aan de genietingen van het skiën en het
sleetje rijden. Anderen kozen de barre Py
reneeën en ook de streek rond de hoogste
berg van Europa de Mont Blanc (4807
meter) kwam in trek, waarbij het cen
trum Chamonix al spoedig in en buiten
Frankrijk een zeer bekende klank kreeg.
Zo langzamerhand werden steeds meer
stadjes en dorpjes in het uitvoerige pro
gramma van de gezamenlijke V.V.V.'s op
genomen.
De heer Jacques Mouflier, president du
Comité des Stations Franqaises de Sports
d'Hiver, ging zich er zelf mee bemoeien
en overal ontmoette hij burgemeesters,
winkeliers en voorzitters van plaatselijke
skiverenigingen, die allen dolgraag in het
belang van hun dorpje en daarbij voor
al in het belang van de portemonnaies van
de inwoners hun medewerking wilden
verlenen.
IN DE PAAR JAAR NA DE OORLOG
werd er een organisatie opgebouwd die on
Frans aandeed. Het gevolg van die samen
bundeling van krachten was, dat er in een
minimum aan tijd tientallen plaatsjes al
leen van de wintersport leefden, die geza
menlijk over twaalfhonderd hotels be
schikten en waarvan de bewoners na en
kele seizoenen al begrepen, dat zij door
gaan moesten, dat zij meer service moes
ten geven om de concurrentie van het bui
tenland en ook van de eigen landgenoten
het hoofd te kunnen bieden.
Daaronder was ook Val d'lsère. Burge
meester Pétri zag er wel wat in en ook
de winkeliers wilden alles doen om de toe
risten naar hun afgelegen plaatsje te lok
ken. Het liep allemaal onwaarschijnlijk
vlot Er werd een Syndicat d'Initiatieve
gesticht waarvan de heer Charles Die
bold de actieve voorzitter werd, er kwa
men enkele hotels, een Parijse fotograaf
opende een fotowinkeltje en men richtte
met hulp van buitenaf de Société des Télé-
phériques de Val d'lsère op (kapitaal ze
ventig miljoen franse francs) genoeg om
maand november bij de skischool als le
raar of bij de skilift als bediende. De ove
rige jonge mensen werden kelner, bar
man of pannekoekenbakster bij Gogo.
DE WINTERSPORTLIEFHEBBERS kwa
men dus. Eerst met een paar tegelijk, toen
met tientallen. Nu ziet de vaste bevol
king van zeshonderd mensen zich in het
seizoen en dan vooral omstreeks de
kerstdagen omringd door drie tot vier
duizend vreemdelingen, die niet uitgeke
ken raken op de Solaise, de Bellevarde en
de Dome en die dagelijks met hun ski's
naar de uitgestrekte pistes trekken.
Val d'lsère ligt gunstig. Weliswaar wat
ver weg, zo'n zeshonderdvijftig kilometer
van Parijs maar in ieder geval zo hoog,
dat er altijd sneeuw ligt. In december
sneeuwt het een paar dagen flink, waar
door het hele dal onder anderhalve meter
sneeuw komt te liggen. De grote, gele
sneeuwruimers van de dienst van publie
ke werken schuiven met veel moeite drie
straatjes schoon, de motoren van de ski
liften worden nog eens gesmeerd en dan
kan het feest beginnen. Voor het weer
hoeft men verder niet bang te zijn. In het
begin van januari komt er soms nog wel
eens een heftige storm opzetten, gepaard
met onwerkelijk dichte sneeuwbuien
maar meer dan een week is men in Val
d'lsère toch nog nooit geïsoleerd geweest
van de buitenwereld.
Trouwens al die sneeuw is de grote troef.
Op het schooltje leren de kinderen van
meester Costerq al, dat zij tegen de vreem
den altijd moeten zeggen, dat het weer
morgen nog beter zal zijn. Op het Bureau
des Touristes komen de drie meisjes en
de twee mannen, die het bevolken, direct
naderbij indien men klachten heeft over
het weer. Ze gebaren theatraal, ze zweren
dat zij het nog nooit zo slecht hebben mee
gemaakt en ze komen met verhalen aan
dragen, dat het zeker in dertig jaar niet
zo gesneeuwd heeft. Morgen is het mooi
weer, daar kunt ge verzekerd van zijn,
DE TIJD, DIE NOG OVERBLIJFT be
steedt de heer Pétri aan zijn gemeente.
In de „mairie" die slechts enkele jaren
oud is zit hij in een fraaie kamer ach
ter een kloek bureau zijn zaken te regelen.
Over een betere busverbinding met St.
Maurice, over een helikopterdienst met
Genève en over de aanleg van een nieuwe
skilift naar de Bellevarde bij voorbeeld.
Dat laatste is overigens enkele jaren ge
leden voor elkaar gekomen. Zoals er zo
veel voor elkaar kwam.
DE TOERISTEN LACHEN er maar wat
om als zij het merken. Maar meestal heb
ben zij het niet eens in de gaten. De film
avonden worden niet zo vaak bezocht. In
de eerste plaats is men tegen de avond wat
soezerig van het skiën en het overvloedi
ge, smakelijke avondmaal, maar boven
dien en dat is belangrijker valt een
paar keer in de week tegen een uur of
vijf het licht uit.
Dat is overigens een geschiedenis op
zichzelf. Pastoor Charv heeft het ons pro
beren uit te leggen, maar omdat het hem
zelf niét helemaal duidelijk was kunnen
wij slechts overbrengen, dat het iets met
de sneeuw te maken heeft, die als een zwa
re vracht op de elektriciteitsdraden valt.
Op een kwaad ogenblik raken de draden
elkaar, er ontstaat kortsluiting, er springt
een stop stuk en er valt een dichte duis
ternis over het dorpje. De skiërs, die in
de skilift zitten, mompelen een paar ver
wensingen, omdat ze een ongepaalde tijd
in de lucht moeten hangen en de overigen
gaan naar hun hotel, waar zij bij roman
tisch kaarslicht wachten tot het euvei ver
holpen is. Dat duurt meestal wel even. De
man, die een nieuwe stop moet indraaien
of een handel moet overhalen, is aldus
pastoor Charv niet altijd te vinden en in
die tussentijd behelpt het dorp zich met
DE EIGENLIJKE BEWONERS van Val
d'lsère laten al deze drukte langs zich
heengaan. Ze bemoeien zich weinig met
de buitenlanders als het niet hoeft en ze
zoeken hun eigen cafétje op, vlak bij de
kerk. En daar ook treft men elke avond
meester Costerq aan, moe. van het lesge
ven aan „zijn" kindertjes, moe ook van het
ombinden van de kleine ski's. Want dat is
een heel ritueel. De kinderen hebben alleen
des middags les. Van één tot half vijf. Dan
komen ze in hun rode, gele, blauwe en
zwarte windjackjes naar buiten, geven de
meester of de juffrouw een hand en pak
ken hun ski'tjes, die keurig op een rij voor
het raam van de school staan. Ze stappen
in de ski's, laten de meester de riempjes
vastmaken, geven nog een hand en sullen
het dorp in. Langzaam en onverstoorbaar.
Niet lettend op het leven om zich heen.
Het mondaine leven, zo langzamerhand.
MONDAIN JA, want Val d'lsère wordt
bekend. Er zijn nu onlangs Nederlandse en
Belgische skikampioenschappen gehou
den, die in de ogen van de inwoners welis
waar niet veel te betekenen hadden, maar
die toch een groot aantal buitenlanders
naar dit afgelegen stukje Frankrijk trok
ken. Onder de deelnemers bevond zich
Prinses Irene en daar waren de burge
meester en de directeur van het P.T.T.-
kantoor. de beheerder van de skilift en de
bedienden naar de hoofdstad om daar de
zaken voort te zetten.
Burgemeester Pétri moedigt die activi
teit aan. Hij is een meester in het omvan
gen van buitenlandse gasten en dat hij
daarbij wel eens een klein foutje m ;gkt
door bijvoorbeeld onze Prinses liene als
„la princesse de Belgiquë", aan te spre
ken wordt hem door zijn dorpsgenoten
graag vergeven. Omdat hij zo hard werkt.
En ze groeten hem eerbiedig, wanneer hij
tegen zessen het raadhuis verlaat. Veel
langer kan burgemeester Pétri daar ovet:-
gens niet blijven, want onder zijn kamer
bevindt zich de enige bioscoopzaal van lv" t
dorp, de Club, waar men in één week ze
ven verschillende films draait. Altham;
dat vermelden de aanplakbiljetten. In wer
kelijkheid zijn het echter twee rolprenten,
die om beurten met steeds verschillends
titels vertoond worden.
Zo vinden de automobilisten in Val d'lsère
na een van de hevige sneeuwbuien meestal
hun wagens terugbedekt met een meters
hoge sneeuwvracht. (Bovenste foto).