„Goede heertje" staat terecht
VELPON lijmt alles Ceta-Bever vóór de Doe-het-Zelver
Vertrouwen tussen blanken en negers
in Leopoldstad is volkomen zoek
„Wilhelminagasthuis is ongeschikt als
universitair medisch centrum"
Nederlands Studentenorkest
verdedigde met instemming
Eschers tweede symfonie
België's kansen niettemin nog groot
In dagvaarding van 21 pagina's wordt
hem verduistering van ruim twee
miljoen ten laste gelegd
Comité opponeert tegen
Amsterdams plan
WOENSDAG 28 JANUARI 1959
Kandidaatstelling
Nieuw centraal station
in Den Haag
Nieuwe overeenkomst met
Noorwegen op atoomgebied
Luisterwacht verplicht
op kustvaarders
Twee critici beslissen wie
„de ring" krijgt
Anne Bijlsma kreeg eerste
prijs op celloconcours
Roof uit etalage
Rotterdam wenst een
universiteit
Maar geen duplicaat van
bestaande instellingen
Het proces tegen „het goede heertje" is begonnen. Vanochtend om half tien is de
51-jarige C. R. van H., de Amsterdamse boekhouder-kassier die in ruim tien jaar
ttfds een bedrag van 2.073.218 van de n.v. Berger en Co verduisterde en ver
moedelijk geheel opmaakte, voor de rechtbank te Amsterdam verschenen. Twee dagen
lang zal de president, mr. J. Coninck Liefsting, hem en een achttal getuigen over
deze gigantische verduistering ondervragen. Op de derde en laatste dag volgt het
requisitoir van mr. W. P. Bakhoven en het pleidooi van mr. J. de Jong,
De belangstelling voor dit proces was
enorm. De grote zaal in het Amsterdamse
Paleis van Justitie was geheel bezet door
belangstellende leden van de rechterlijke
macht, de balie, de politie, de pers en spe
ciale genodigden.
De publieke tribune kon niet meer dan
zestig mensen bevatten. De honderden an
deren moesten rechtsomkeert maken.
Daar de akoestiek in de zaal nogal te
wensen laat, had de president de Amster
damse pers vergunning verleend voor dit
speciale proces een geluidsinstallatie te
laten aanbrengen.
De verdachte kreeg een bijzondere plaats
toegewezen: een eigen stoel aan een eigen
tafeltje vlak voor de grote tafel van de
rechtbank. In de ruime verdachtenbank,
die uit drie oplopende banken bestaat,
mochten ditmaal twaalf verslaggevers
plaatsnemen. Andere verslaggevers en
tekenaars (fotografen werden niet toege
laten) zaten op de gewone persplaatsen
langs de zijmuren van de zaal.
De raadsman, mr. De Jong, wordt in dit
bijzondere proces bijgestaan door een
secretaresse, die het gesprokene stenogra
fisch opneemt.
Welke straf?
Aan „het goede heertje" wordt verduis
tering in dienstbetrekking ten laste gelegd,
waarvoor de maximum straf vier jaar be
draagt, en voorts valsheid in geschrifte,
waarvoor de wet een maximum van vijf
jaar stelt. Wanneer een verdachte in één
dagvaarding van meer dan een strafbaar
feit wordt beschuldigd, geldt als regel dat
hem als hoogste totale straf het maximum
van een der ten laste gelegde feiten plus
nog een derde daarvan kan worden op
gelegd, in dit geval dus vijf jaar plus een
derde daarvan: twintig maanden. „Het
goede heertje" staan dus ten hoogste zes
jaar en acht maanden te wachten.
De eerste drie getuigen zijn de heren
J. Brautigam en B. Klop van de rijks
accountantsdienst, die belast zijn geweest
met het uitzoeken van alle door verdachte
gepleegde vervalsingen en verduisteringen,
alsmede inspecteur W. van de Voort van
de Amsterdamse recherche. Morgen zullen
de overige vijf getuigen worden gehoord:
de bankdirecteur mr. F. H. J. K. Berger
uit Den Haag, de twee accountants uit
Breda J. Dragt en C. M. C. M. Jacobs, die
tien jaar lang de boeken van de benadeelde
n.v. hebben gecontroleerd maar de fraude
nimmer ontdekten, mr. G. E. F. M. van der
Schrieck, bankdirecteur uit Breda en ten
slotte J. Salm, directeur van n.v. F. Berger
en Co te Amsterdam.
Men wachtte met het binnenbrengen van
de verdachte tot iedereen gezeten was en
de leden van de rechtbank hun plaatsen
achter de groene tafel hadden ingenomen.
Gekleed in een smetteloos grijs pak werd
hij de zaal binnengeleid: een lange slanke
man met golvend haar, grijs aan de slapen.
De president deelde mede dat met uit
zondering van advocaten niemand de zaal
mocht verlaten of zelfs maar opstaan voor
de zitting feschorst werd.
Dagvaarding van 21 pagina's
Daarna las de officier van Justitie, mr.
W. P. Bakhoven, de 21 pagina's tellende
dagvaarding voor. In een inleiding zei hij,
dat wanneer in Nederland een eenvoudige
boekhouder kans ziet ruim twee miljoen
gulden te verduisteren, het belang daarvan
ver uitgaat boven de persoon van ver
dachte. Voorts memoreerde hij, dat de
schade voor de n.v. Berger en Co nog veel
groter is dan f 2.073.218 omdat men daar
feitelijk nog de over dit bedrag gederfde
interest moet bijtellen.
De officier had slechts een deel van de
gepleegde feiten ten laste gelegd. „Als ik
alles had ten laste gelegd, zou de dag
vaarding de honderd bladzijden verre
hebben overschreden".
Allereerst liet daarna de president een
woord van lof horen voor de politie en
soeciaal voor de thans gepensioneerde
commissaris van politie G. Dijkstra, die
het eerste onderzoek heeft geleid.
„Gewone oplichter
Voorts sprak de president zijn waar
dering uit voor het rapport van de twee
•■'iksaccountants en voor al het werk, dat
de rechter-commissaris heeft verricht.
„Doordat het verduisterde bedrag zo
hoog is", vervolgde de president, „is deze
zaak spectaculair geworden, maar zij moet
niet worden scheefgetrokken. Deze ver
dachte heeft in het verleden in diverse
kringen en lang niet altijd de beste, popu
lariteit verkregen, maar in wezen is hjj
niet anders dan het type. dat wii hier in
de rechtszaal eigenlijk iedere week te zien
krijgen, een man voor wie wii criminolo
gisch heel weinig belangstelling kunnen
hebben. De psychiater dr. Tammenoms
Bakker zegt over hem dat hij een habituele
oplichter is: spraakzaam en zonder
schaamtegevoel. Hij heeft nog binnen
pretjes over het gebeurde. De psychiater
acht hem volkomen toerekenbaar".
Omstandigheden mee
„Toen ik deze zaak doorlas moest ik
telkens aan de watersnoodramp denken",
vervolgde de president. „Toen zei ook
iedereen: hoe is dat mogelijk geweest? Het
Vanmorgen zijn in de achttien kamer-
ieskringen kandidaten gesteld voor de
-erkiezing van leden van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal. In het stad
huis te Haarlem bestond gelegenheid kan
didatenlijsten in te dienen voor de kies
kring Haarlem.
Om twaalf uur waren tien lijsten bin
nengekomen en later werd nog verwacht
de lijst van de Boerenpartij.
Ingekomen waren kandidatenlijsten van:
Partij van de Arbeid, K.V.P., C.H.U., A.R.,
V.V.D., C.P.N., Bruggroep (Comm.), P.S.P.,
Staatkundig Ger. Partij, Gereformeerd
P.V.
is begonnen met een heel simpel verduis-
teringetje van 750, dat niet ontdekt is.
Dat was het gaatje in de dijk, waardoor
het water begon te siepelen. Door onbe
kwaamheid en domheid is een situatie om
de verdachte ontstaan, waarbij elke con
trole ontbrak en niemand zag wat zo voor
de hand lag: dat er geld verdween. De
omstandigheden hebben deze man bij zijn
misdadige handelingen zeer meegezeten".
Inspecteur Van der Voort bevestigde dat
in de elf jaren, waarin het geld verduis
terd is, de verdachte wekelijks chèques,
totaal 607, had laten tekenen door twee
directeuren maar ook en verreweg de
meeste door de drie procuratiehouders. Hij
liet die chèques bij de Kasvereniging of de
Kasassociatie innen, deponeerde het ge-
inde bedrag in de kas van Berger en Co,
maar later nam hij dat geld terug. Op de
dagafschriften van de Kasassociatie ra
deerde hij het woordje „dispositie" weg en
boekte het bedrag op andere posten. In al
die jaren is het nooit voorgekomen dat de
procuratiehouders, aan wie verdachte een
chèque ter tekening voorlegde, hem vroe
gen waarom hij al dat geld nódig had.
1955 was het topjaar. De verdachte ver
duisterde dat jaar totaal I 425.670.
„Uit nood begonnen
Nadat de zitting een uur had geduurd
begon het verhoor van de verdachte. Hij
zei in 1947 uit nood met de verduistering
te zijn begonnen. De president releveerde
de voorgeschiedenis: verdachte was reeds
vóór en ook in de oorlog lid van de N.S.B.,
maar niet bijzonder actief. Hij werd na de
bevrijding niet geïnterneerd, maar de offi
cier-fiscaal legde hem een boete van 750
op. Hij was toen niet getrouwd. Geruime
tijd was hij zonder werk geweest. Daarom
nam hij toen hij bij Berger kwam. geld uit
de kas en betaalde er de boete mee.
„Mijn indruk van uw boeken is, dat ze
een buitengewoon slordige indruk maken",
aldus de president. „Heeft ooit één van de
directeuren of procuratiehouders er een
blik in geslagen?"
„Nooit, Edelachtbare".
„Dat was mijn indruk ook. Het is u goed
uitgekomen, dat de functies van boek
houder en kassier gecombineerd waren. Als
ze gescheiden waren geweest, had u met
een ander moeten samenzweren en dat is
niet zo gemakkelijk".
(De zitting duurt voort)
Het overleg tussen de minister van Fi
nanciën en de n.v. Nederlandsche Spoor
wegen met betrekking tot de bouw van
een nieuw centraal station in het Bezui-
denhoutkwartier te Den Haag heeft zich,
naar wij vernemen, gunstig ontwikkeld.
Omtrent de hoofdzaken van het plan be
staat overeenstemming tussen de Spoor
wegen en het Haagse gemeentebestuur.
Nederland en Noorwegen hebben een
nieuwe overeenkomst gesloten inzake de
samenwerking op het gebied van de atoom
energie. De overeenkomst is in de kantine
van het in aanbouw zijnde Reactor Cen
trum te Petten getekend. Zij komt in de
plaats van de tot nu toe bestaande overeen
komst en zal per 1 juli 1959 van kracht
worden.
Sedert 1951 bestaat er een belangrijke
samenwerking op het terrein van het
speurwerk in de atoomenergie tussen het
Noorse I.F.A. en het R.C.N. De gewijzigde
overeenkomst vervangt de beide bestaande
overeenkomsten die de samenwerking tot
nog toe regelden en vormt er tevens een
voorzetting van. Door de wijzigingen is
deze samenwerking aangepast aan de om
standigheid, dat het R.C.N. binnenkort zelf
in Petten de beschikking zal hebben over
een modern geoutilleerd centrum voor
speurwerk. Tot dusverre vond de samen
werking uitsluitend plaats in het Jener
(Joint Establishment for Nuclear Energy
Research) rondom de zwaarwaterreactor
(JEEP) te Kjeller. In de toekomst zullen
gemeenschappelijke projecten, zowel in
Kjeller als in Petten, worden uitgevoerd.
De hoge flux reactor, die dit jaar critisch
zal worden, zal daarbij zeer belangrijke
diensten bewijzen.
Naasf dé uitvoering van gemeeiïschappe-
lijke projecten in Nederland en in Noor
wegen, regelt de nieuwe overeenkomst de
algemene uitwisseling van kennis en er
varing, de harmonisatie van de speurwerk
programma's der beide instituten en rech
ten op uitvindingen.
In zes pianomagazijnen in Amsterdam
is dinsdag een begin gemaakt met de
eerste voorronde van de landelijke
pianowedstrijd voor de jeugd, geor
ganiseerd door de Nederlandse Bond
van Piano- en Orgelhandelaren. Op de
foto ziet men een aantal kandidaatjes
achter de vleugel. De eerste voorronde
van deze wedstrijd in Haarlem heeft
op 17 februari plaats en in Beverwijk
op een nog nader te bepalen datum.
Tegen dv verbouwing van het Wilhelmi
nagasthuis- te Amsterdam tot universi
teitsziekenhuis wordt geopponeerd door
het enkele weken geleden gevormde „Co
mité- Universitair Medisch Centrum" on
der voorzitterschap van de medicus P. A.
Hfeeres, geneesheer-directeur van het St.
Elisabethsgasthuis te Haarlem en be
stuurslid van de stichting „Het Neder
lands Ziekenhuiswezen". Dokter Heeres
heeft in een te Amsterdam gehouden pers
conferentie uiteengezet waarom het co
mité zich opnieuw met een brief heeft ge
wend tot de medische faculteit der ge
meenteuniversiteit. Hij zei dat voor de
bouw van een medisch centrum ruimte
nodig is. Naar zijn mening is het 14 ha
grote terrein van het W.G., zelfs na af
braak Vén óen aantalaangrenzende wo
ningen in de Kinkerbuürt, onvoldoende
voor de vestiging van een modern medisch
universitair centrum, dat met alle spe
cialismen en sub-specialismen centraal
voor Nederland dient te zijn. Bij de stich
ting van een nieuw medisch centrum in
een tijd dat de geneeskunde zich storm
achtig ontwikkelt, zelfs zozeer dat men al
bouwende reeds achterop raakt, dient re
kening te worden gehouden met de toe
komstige generatie, aldus dokter Heeres.
Behalve de ziekenafdelingen en de labo
ratoria moeten er mogelijkheden zijn voor
recreatie en huisvesting, zowel voor de
docenten en studenten als voor het perso
neel. Naar schatting is hiervoor een ter
rein van 35 ha voldoende. Een dergelijk
terrein is overal te vinden in Amsterdam,
behalve in de binnenstad.
Het comité wenst te voorkomen, „dat
de roemruchte medische faculteit zich op
sluit in een te nauw keurslijf, het Wilhel
minagasthuis, zeer ten nadele van zich
zelf en vooral van de Amsterdammers en
de toekomstige generatie". Het heeft zich
tot de leden van de faculteit gewend, om
dat er zich naar zijn mening sedert het
raadsbesluit in 1957 enkele nieuwe feiten
hebben voorgedaan. De minister van On
derwijs zou namelijk in overweging heb
ben gegeven „wegens ruimtegebrek in
het gekozen terrein de afdelingen psychia
trie en infectieziekten buiten het te stich
ten medisch centrum te laten." Voorts zou
het departement van O. K. en W. de af
braak van de huizen in de Kinkerbuurt niet
wensen te financieren. Tenslotte zal de af
braak van deze woningen ten gevolge van
de woningnood veel later geschieden dan
aanvankelijk was voorzien.
Het comité meent te weten dat ook de
regering verbaasd is geweest over het
ontwerp tot verbouwing van het W.G. en
dat de meningen binnen de medische fa
culteit verdeeld zijn. De comitéleden ho
pen nu op een spoedige bespreking met
deze faculteit.
Het comité wordt voornamelijk ge
vormd door medici van buiten Amster
dam, door oud-docenten der gemeente
universiteit en enkele bouwtechnici.
De gemeenteraad zal zich binnenkort
moeten uitspreken over het voteren van
enkele miljoenen voor de eerste fase van
de verbouwing van het W.G.: de bouw van
een nieuwe kinderkliniek.
Testament Else Mauhs
Wederom heeft het Nederlands Studen
tenorkest op zijn jaarlijkse tournee ten
bate van de in moeilijke omstandigheden
verkerende studiegenoten, Haarlem in het
concertschema opgenomen. Zo had gisteren
in de Concertzaal reeds het achtste optre
den plaats in een reeks die elf concerten
omvat binnen twaalf dagen. Hierna komen
alleen nog Utrecht, Rotterdam en Amster
dam aan de beurt. Nochtans heeft het uit
vierenzeventig studenten bestaande ensem
ble onder leiding van zijn dirigent Jan
Brussen met ongebroken elan gemusiceerd
voor een vrijwel,^uitverkocht huis.
Er werd op plezierige wijze „.stemming
gemaakt" met de Simple Symphony" vari
Benjamin Britten voor strijkorkest. Het is
een pretentieloos werkje, door Britten ge
modelleerd op schetsen, die hij eens als
tienjarige op schrift had gezet. De gemoe
delijke humor, gekruid met enkele instru
mentale effecten, maakten het bij uitstek
geschikt als openingsnummer van de avond
De pittige uitvoering behaalde een ver
diend succes. Men heeft Hubert Barwahser
eerste solofluitist van het Concertgebouw
orkest, uitgenodigd aan deze tournee mee
te werken. Zijn gave toonvorming en vlek
keloze techniek garandeerden een hoog
staande uitvoering van Mozarts Fluitcon
cert in. D, al ,was de voordracht niet van
een zekere gladheid vrij te pleiten.
Evenals andere jaren bevatte het pro
gramma ook thans een werk van een Ne
derlandse componist. Het betrof ditkeer
md gek ome*
icKt door ei
1 rft'Prl '"ttip
(Van onze correspondent in BriLSsel)
De enquêtecommissie van het Belgische
parlement, die een onderzoek heeft inge
steld naar de oorzaken van de onlusten in
Leopoldstad, zal deze week naar België
terugkeren. De voorzitter van de commis
sie, dr. André Dequae, oud-minister van
Kongo, heeft te Leopoldstad verklaard
dat de commissie „koffers vol" docu
menten heeft verzameld en voornamelijk
over de betrekkingen tussen blanken en
negers veel heeft geleerd. Naar uit Leo
poldstad wordt gemeld, is het vertrouwen
tussen blanken en negers volkomen zoek.
De kleine gemeenschap van 25.000 blan
ken voelt er zich bedreigd door de bewo
ners der inlanderswijken, die samen
350.000 tot 400.000 zielen tellen. Men kent
het aantal inlanders dat in Leopoldstad
en omgeving verblijft niet precies, omdat
een groot aantal negers uit de rimboe zon
der verblijfsvergunning in de stad leeft,
dikwijls op kosten van familieleden. Van
hun kant voelen de negers zich evenmin
veilig, daar zij weten dat alle blanken ge
wapend zijn, en omdat de parachutisten
die zich in Leopoldstad bevinden, geduch
te en eventueel hardhandig optredende
soldaten zijn.
Het gouvernement-generaal van Kongo
staat voor een zware taak, om, nu de rust
is hersteld, de politieke beloften die de
Belgische regering en koning Boudewijn
hebben gedaan, in te lossen. Er moeten
provinciale raden worden opgericht, in de
zes provincies van Kongo, waar het de
mocratische bestel is beperkt tot vrij ge
kozen gemeenteraden in Leopoldstad,
Elisabethstad en Jadotstad. Die zes pro
vincieraden moeten in maart 1960 hun
taak beginnen. In geheel Kongo, zowel in
de kleine plaatsen als in de rimboe moe
ten verkiezingen worden gehouden, daar
de meerderheid van de provinciale raad
zal worden benoemd door een college, sa
mengesteld uit de gekozen gemeente
raadsleden en leden van de gewestelijke
raden.
Niet onmogelijk
In de eerste plaats moet echter het ver
trouwen worden hersteld. Dat is in de
eerstkomende maanden de voornaamste
taak van de Belgische overheid in Kongo.
Die taak is moeilijk, maar niet onmoge
lijk. Het is namelijk opgevallen dat de on
lusten tot enkele steden beperkt bleven en
de „weermacht", zoals het Kongolees le
ger wordt genoemd, alleen in Neder-Kon-
go diende op te treden, ondermeer te Leo
poldstad en Matadi. Er zijn bovendien
heel wat negers die het optreden van de
opstandige nationalistische Abako-bewe-
ging hebben afgekeurd. Dat geen stations,
geen treinen of binnenschepen werden ver
woest is te danken aan de discipline waar
van het inheemse personeel van de Otra-
co de Openbare organisatie van het
transport in Kongo blijk gaf. De negers
van de Otraco leverden zelfs leden van de
Abakobeweging aan de inlandse stadspo
litie uit. Negelbedienden hebben hun Euro
pese meesters beschermd en inheemse
christenen beschermden blanke missiona
rissen en nonnen die in de inlanderswij
ken wonen. Van een „nationale" opstand
tegen de blanken in Kongo is vooralsnog
geen sprake geweest. Het is echter een
dringende zaak om de nationalistische be
wegingen de wind uit de zeilen te nemen
door politieke hervormingen.
Waar ligt de fout?
En hier rijst de vraag die alle Belgische
verantwoordelijke kringen bezig houdt
hebben wij ons vergist toen wij de nadruk
legden op de sociale en economische ont
wikkeling van Kongo, waarbij de politie
ke opbouw op de tweede plaats moest ko
men? Niemand betwist het feit dat Kon
go op het gebied van onderwijs, gezond
heidszorg en woningbouw een van de
meest vooruitstrevende Afrikaanse lan
den is. Bovendien zijn de industrie en de
landbouw zo sterk gegroeid dat het land
zijn budget en een groot deel van zijn in
vesteringen zelf kan financieren, door de
uitvoerrechten op koper, cobalt, uranium
en andere waardevolle delfstoffen, alsme
de door invoerrechten en door belastin
gen. Het tienjarenplan werd gefinancierd
door leningen die voor gelijke delen wer
den opgenomen m Kongo, in België en op
de Amerikaanse of Zwitserse kapitaal
markten intellectuele negers, die aan
de universiteit van Leopoldstad hebben
gestudeerd er zijn thans 350 studenten
en die andere Afrikaanse gebieden be
zochten, erkennen dat zij het onder het
Belgisch bestuur beter hebben dan hun
rasgenoten in Liberia of Ghana. Waar ligt
dan de fout?
Gezagscrisis
In de jongste jaren zijn in Kongo, van
Brussel uit, arbeidersvakbonden, politie
ke groeperingen en culturele organisaties-
opgericht en sommige blanken hebben ge
meend dat zij de negers moesten samen
brengen in politieke partijen, zoals dat in
België het geval is. Het overbrengen van
de Belgische schoolstrijd naar Kongo was
een andere grote vergissing. Toen de ne
gers merkten dat de blanken onderling
veel meer verdeeld zijn, dan zij vermoed
den, bleef de gezagscrisis niet uit. Te Leo
poldstad en in België zijn ook Belgische
idealisten aan het werk gegaan. Zij oor
deelden dat de politieke ontvoogding van
Kongo in een anti-kolonialistische wereld
sneller tot stand gebracht diende te wor
den. Al die twisten die geen rekening
hielden met het feit, dat er in Leopold
stad slechts een zeer kleine minderheid
van negers is die enige verantwoordelijk
heid zou kunnen dragen waren koren op
de molen van enkele inlandse leiders, zoals
Kasavubu, overigens een oud-leerling van
de rooms-katholieke paters.
De juiste man
De geleidelijke politieke ontvoogding
van Kongo zal dus slagen in de mate
waarin het Belgisch bestuui zelf zijn ge
zag weet te herstellen. Men heeft de in
druk dat de huidige minister van Kongo,
dr. Maurice van Hemelrijck de juiste man
op de juiste plaats is. Hij heeft het ge
waagd tegen het getij op te roeien en een
politieke commissie in het leven te roepen
om de sedert generaties slepende school
kwestie in België op te lossen. Hij slaag
de. Zijn praktisch en nuchter verstand zet
hij nu in om in Kongo de vrede te her
stellen, een opgave die heel wat ingewik
kelder is en heel wat meer diplomatie
vergt dan de oplossing van een Belgische
ruzie. Het heeft in ieder geval een gun
stige indruk gewekt dat hij als voornaam
ste verantwoordelijke voor de- regerings
verklaring over Kongo en voor de belofte
dat Kongo onafhankelijk gaat worden,
naar Belgisch Afrika is vertrokken om de
nieuwe Belgische politiek nader te preci
seren. Zulks op een ogenblik dat de ge
moederen van de blanken en negers nog
alles behalve zijn gekalmeerd. Wanneer
het spel intelligent wordt gespeeld is Bel
gië's kans in Kongo zeker nog-groot. Het
ziet er stellig niet naar uit dat Kongo een
nieuw Algerije of Kenya gaat worden.
ars resultaat van een opdracht door een
farmaceutisch concern. De directeur van
de Nederlandse afdeling hiervan, zelf een
amateur-cellist, wil hiermee een bijdrage
leveren tot een wedergeboorte van het
mecenaat, dat volgens hem uit de particu
liere sector, waaruit het eertijds voort
kwam, moet worden overgenomen door de
industrie. Teneinde in de leemte aan
hedendaagse werken te voorzien op het
repertoire der amateur-symfonie-orkesten
wendde hij zich tot Rudolf Escher met het
verzoek een werk te componeren, dat zon
der kinderachtige simplificaties de musi
cerende amateur een dankbaar studie
object zou zijn. Uit deze opdracht is
Eschers tweede symfonie ontstaan, aan het
Nederlands Studentenorkest en zi.in diri
gent Jan Brussen opgedragen. De overtui
gende uitvoering, die zij er van gegeven
hebben, bewees dat Escher erin geslaagd
is een volwassen compositie te schrijven
die een groep geschoolde muzikale ama
teurs zich eigen kan maken. Tevens is het
stuk een aanwinst van de Nederlandse
orkestlitteratuur in het algemeen, zodat
men moet hopen dat ook de professionele
orkesten het op hun repertoire zullen
paatsen. Escher is zijn polymelodische uit
drukkingswijze trouw gebleven, die blijk
baar voor hem de meest eigen muzikale
syntaxis vormt: de inventie bloeit op in een
lijnenspel waarin de samenklank schijn
baar onvoorzien is. Het hoogtepunt leek
mij bij eerste aanhoren het derde
deel, op onnaspeurlijke wijze samengesteld
uit een combinatie van melodieflarden,
slagwerkeffecten en ostinate ruisklanken.
In een samengaan van chromatische span
ningen met een uiterste concentratie in de
stemvoering ligt trouwens de grote kracht
van het "gehele werk. In deel I geeft de
componist blijk van zijn vermogen tot het
geleidelijk opbouwen van een, geheel uit
't spanningsverloop der melodieën groeien
de climax. In deel II combineert hij een
markante, enigszins voor de jazz georiën
teerde, ritmiek met een eanonische tech-
niek.In het laatste deel breidt hei meer
stemmige weefsel zich uit op een negen
maal herhaald basthema tot een monumen
tale afsluiting. De uitvoering gaf er blijk
van, dat de executanten voor wie deze
muziek bestemd is, er volledig voor in
stonden.
Een beminneijk dessert was hierna de
tweede symfonie van Schubert: de zoet
gevooisde wendingen van de Weense lyri
cus besloten de avond op charmante wijze.
Sas Bunge
Staatsblad 696 bevat een wijziging van
het Schepenbesluit, Voorgeschreven wordt
thans, dat de kustvaarders doorlopend een
luisterwacht op de brug moeten hebben
teneinde te luisteren naar het nieuw in
gevoerde radio-telefonie noodsein, zoals
vastgesteld in de conventie van Göthe-
borg. Een tweede wijziging behelst de in
voering van automatische opblaasbare
reddingsvlotten, die in plaats komen van
sloepen.
JALAPA (AFP) De Nederlandse cellist
Anne Bijlsma uit het orkest van de Neder
landse Opera in Amsterdam heeft Dinsdag
samen met de Tsjech Joseph Chuchro en
de Zwitser Rama Jucker de eerste plaats
bezet op het tweede internationale cello
concours dat in Japala in Mexico is ge-
'iS houden'- Eerevoorzittér van de jury was
de beroemde cellist Paplo Casals.
Straatrover. In Musselkanaal heeft
een man dinsdagavond twee bejaarde da
mes beroofd. Hij kwam de twee fietsende
vrouwen op de bromfiets achterop en hield
hen staande om de weg te vragen. Onver-
De actrice Else Mauhs heeft in haar
testament, dat dinsdag is geopend, aan mej.
G Alingh Brugmans en de heer Cor van
der Lugt Melsert het verzoek gedaan te
zamen de gouden Theo Mann-Bouwmees-
terring bij haar overlijden in bewaring te
nemen en deze ring te willen overhandi
gen aan een door hen aan te wijzen daar
voor in aanmerking komende toneelspeel
ster.
Mevrouw Mauhs had deze bepaling in
haar in 1949 gemaakt testament doen op
nemen aldus de tekst voor het geval
zi.i zou overlijden voordat door haar aan
de bedoeling is voldaan, die mevrouw Theo
Mann-Bouwmeester had, toen zij Else
Mauhs de ring overhandigde. In 1911, toen
mevrouw Theo Mann-Bouwmeester veer
tig jaar aan het toneel verbonden was,
werd haar de ring overhandigd. In een
daarbij behorende oorkonde stond, dat zij
deze ring aan een opvolgster zou over
dragen, die zij daartoe waardig achtte.
In 1934 overhandigde zij deze wisselring
aan de begaafdste Nederlandse actrice,
Else Mauhs.
Mej. Brugmans, die sedert enkele jaren
filmcritica is, maar voordien drie en twin
tig jaar toneelcritieken heeft geschreven,
heeft zich in principe bereid verklaard het
verzoek te willen accepteren, evenals de
heer Van der Lugt Melsert.
Opgeschrikt door het loeien van de
alarminstallatie werden de juwelier D. en
zijn vrouw, wonende aan de Nieuwstraat
te Hengelo, vannacht omstreeeks halfdrie
gewekt. Zij hoorden ook een auto snel
wegrijden. Beneden gekomen bemerkten
ze, dat de spiegelruit van de etalage was
ingeslagen en dat een aantal kostbare
sieraden was verdwenen. De waarde be
draagt ongeveer 6000 gulden.
Een aantal gouden voorwerpen werd op
het trottoir teruggevonden. De juwelier is
niet verzekerd.
B. en W. van Rotterdam hebben in een
nota aan de regering de wenselijkheid van
een Rotterdamse universiteit bepleit-
De burgemeester, mr. G. E. van Walsum,
heeft in een toelichting op deze nota ver
klaard, dat men niet een duplicaat wil van
bestaande instellingen van hoger onder
wijs. Rotterdam wenst een zodanige
universiteit, dat daar elementen van
het hoger onderwijs tot hun recht
kunnen komen, die dat elders niet kunnen.
Men wenst een ontwikkeling, die leidt tot
verhoging van het Nederlandse weten
schappelijk potentieel.
Wat de financiering betreft acht men het
ondenkbaar iat Rotterdam op eigen kracht
de bijzonder zware lasten zou kunnen dra
gen. „Wanneer wij zien. aldus de burge
meester, dat Amsterdam bezig is het zover
te krijgen, dat de regering de geldelijke
lasten van zijn universiteit gaat overne
men, dan zou het dwaasheid zijn als Rot
terdam zelf zou trachten een universiteit
te financieren. Het zou ook niet eerlijk
zijn eerst de zaak zelf ter hand te nemen
en later te gaan verlangen, dat de regering
de financiële lasten overneemt. Rotterdam
staat op het standpunt, dat de hoofdlast
door het rijk gedragen zal moeten worden.
Overigens kan een Gemeentebestuur in
financieel opzicht niet verder reiken dan
de mogelijkheden, door het rijk geboden.
Mr. Van Walsum achtte het noodzakelijk
dat voor iedereen, die in Rotterdam of
omgeving woont, de mogelijkheid aanwezig
moet zijn om onderwijs in universitaire
zin te ontvangen. Voorts weegt volgens de
burgemeester ook zwaar, dat een stad als
Rotterdam gericht is naar het economische
en daardoor een zekere eenzijdigheid
krijgt. Zij zou er volgens hem in hoge mate
mee gediend zijn, als zij niet enkel een
concentratie werd van economische activi
teiten, maar tevens van wetenschapsbe
oefening. Voor het op hoger peil brengen
van het culturele leven acht de burgemees
ter de stichting van een universiteit van
het allergrootste belang. De aanwezigheid
van wetenschapsbeoefenaars zou volgens
hem het karakter van de stad wijzigen,
waardoor aan de samenleving een wezen
lijke dienst zou worden bewezen.
De universiteit, die Rotterdam voorstaat,
is er een middelbare grootte. Dit heeft het
voordeel, dat er meer contact komt'tussen
docent en student en tussen hen onder
ling, een contact dat bij de grote universi-
hoeds deed hij een greep in een van de
fietstassen, en verdween met een handtasje teiten maar al te gemakkelijk in gevaar
waarin zich twee portemonnaies bevonden, wordt gebracht-