Oecumenisch Concilie
PUZZEL No. DER TIEN
FILATELIE.
JOHNNIE
WALKER
Verordening arbeidstijden landbouw
in strijd met algemeen belang
Kerkelijk leven
Op en om het
Binnenhof
MÊt
ZATERDAG 14 FEBRUARI 1959
HAARLEMS DAGBLAD
OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
11
Leiding van legerplaats
gecritiseerd
Lening van 6 miljoen
dollar aan Indonesië
Voor havenverbetering
Melkbezorging in hoge
bouw in studie
AFWIJZING VAN DE S.E.R.
Drieling in Middelburg
fTOftCCf|gp
Examens
De beslissing van Paus Joannes XXIII
om een oecumenisch concilie bijeen te roe
pen blijft nog steeds het belangrijkste
nieuws van het kerkelijk erf. Van alle
kanten komen ons commentaren onder
ogen op dit besluit, dat op 25 januari te
Rome werd bekend gemaakt. De vorige
week reeds maakten wij van een en ander
melding (vooral positieve reacties) maar
ook deze keer willen wij in onze rubriek,
wegens de actualiteit van het onderwerp,
uw aandacht vragen voor dit opzienbaren
de nieuws. Wij wilden dit doen door twee
protestantse autoriteiten aan het woord
te laten, die, vanuit hun visie, meenden te
hoeten waarschuwen voor een al te groot
optimisme.
Dr. Visser 't Hooft
De secretaris-generaal van de Wereld
raad van Kerken, dr. Visser 't Hooft, heeft
naar aanleiding van de pauselijke afkondi
ging de volgende verklaring afgelegd.
„De tijding, dat Paus Joannes XXIII be
sloten heeft een Oecumenisch Concilie bij
een te roepen, is van bijzondere betekenis
voor de Wereldraad van Kerken omdat zij
vergezeld gaat van de uitspraak, dat dit
concilie onder meer ten doel heeft de af
zonderlijke gemeenschappen uit te nodigen
om de eenheid te zoeken, waarnaar zovele
zielen in alle delen van de wereld vurig
verlangen.
De Wereldraad van Kerken is in het
leven geroepen om de kerken te helpen bij
het manifesteren van de wezenlijke een
heid van de Kerk van Christus en koestert
derhalve een diepgaande belangstelling
voor alle initiatieven welke genomen wor
den om de eenheid te bevorderen, hetzij
deze afkomstig zijn van een van de kerken,
die lid zijn van de raad, hetzij van een niet
bij hen aangesloten kerk.
Veel hangt evenwel af van de wijze
waarop het concilie zal worden bijeenge
roepen en van de geest, waarin het vraag
stuk van de christelijke eenheid zal wor
den benaderd. De eerste nieuwsberichten
spraken van gezamenlijk zoeken naar de
basis van een terugkeer naar eenheid. La
tere berichten gewagen slechts van een
uitnodiging, gericht tot de gescheiden ge
meenschappen om eenheid te zoeken. Het
verschil tussen deze twee uitingen is aan
zienlijk. Voordat nadere uitleggingen op dit
punt zijn gegeven, zijn wij niet bij machte
met enige zekerheid te spreken. De We
reldraad heeft altijd voorgestaan en zal
dit bij voortduring doen de werkwijze
waardoor de kerken elkaar in een confe
rentie ontmoeten teneinde met eenstem
migheid te beslissen welke stappen gedaan
moeten worden in de richting van de her
eniging der kerken.
Met andere woorden, de vraag is: hoe
oecumenisch zal het concilie zijn in samen
stelling en naar de geest? Wij kunnen
slechts de hoop uiten, dat de rooms-katho-
lieke kerk de noodzakelijke consequenties
zal trekken uit de 'ontwikkeling van de
oecumenische beweging gedurende de laat
ste veertig jaar. Alle christenen, van welke
confessie zij ook mogen zijn, hopen en bid
den, dat deze historische gebeurtenis mag
worden gebruikt voor de bevordering van
de zaak van die christelijke eenheid, waar
voor onze Heer heeft gebeden".
Prof. Courvoisier
Professor Jacques Courvoisier, rector van
de universiteit van Genève en hoogleraar
in de kerkgeschiedenis aan de theologische
faculteit, heeft in het dagblad „Journal de
Genève" commentaar gegeven op het pau
selijk besluit.
„Welke bisschoppen zullen worden uit
genodigd?", vraagt Courvoisier. „Slechts
die van de Roomse christenheid, zoals het
geval was bij het Vaticaanse concilie van
1870? In dat 'geval zou het concilie slechts
in naam oecumenisch zijn en niet in wer
kelijkheid.
Bovendien heeft men ons doen weten,
dat men er naar zal streven om met ver
tegenwoordigers van kerken, die van Rome
zijn gescheiden middelen te zoeken tot ver
wezenlijking van de eenheid van alle
christenen. In dat geval moet het eerst
worden gedacht aan de bisschoppen van
de Orthodoxe gemeenschap en deze komen
van kei-ken, die men in de overgrote meer
derheid aantreft aan de andere kant van
het ijzeren gordijn. Of zij naar een concilie
als dit zouden kunnen komen is nog een
probleem, zij het slechts van een politiek
oogpunt uit bezien. Indien zij niet in staat
mochten zijn om het concilie bij te wonen,
zouden de Oosterse patriarchen en de kerk
van Griekenland dan niet in een pijnlijke
minderheidspositie worden gelaten, teza
men met de kerken, die uit hen zijn voort
gekomen?"
Professor Courvoisier zegt, dat indien de
orthodoxen in staat zouden zijn te komen
dit op zichzelf een geheel nieuwe houding
tegenover hen zou betekenen van de kant
van Rome, omdat we uit de geschiedenis
weten, dat degenen, die werden uitgeno
digd bij vorige concilies niet kwamen ten
gevolge van de toon van de tot hen ge
richte uitnodiging. De schrijver wijst erop,
dat de Oosterse kerken de Paus erkennen
als patriarch van het westen, maar niet
als hoofd van de universele of katholieke
kerk. Het is bovendien nog de vraag of de
orthodoxe kerken het oecumenisch karak
ter van dit concilie zullen toegeven, aan
gezien voor hen een oecumenisch concilie
de laatste en opperste autoriteit van de
kerk is.
De krijgsraad te 's Hertogenbosch heeft
een wachtmeester en twee soldaten van
de legerplaats Oirschot vrijgesproken van
de hun ten laste gelegde diefstal van een
fiets. De behandeling van deze zaak was
zowel vóór de auditeur-militair, kapitein
mr. Duyx, als de president, majoor mr.
Bijvoet, aanleiding tot het uiten van cri-
tiek op de leiding van de legerplaats. De
krijgsraad heeft reeds zeer veel van dit
soort gevallen behandeld van „mentale
slordigheid" die haar oorzaak vindt bij de
leiding van de legerplaats. „Er slingeren
in dit kampement honderden fietsen onbe
heerd rond. Er worden wel maatregelen
tegen genomen, doch niemand komt ze na
of controleert de naleving er van," zo werd
opgemerkt.
Toen de wachtmeester verklaarde, dat
hij de fiets waardeloos achtte en zijn daad
volkomen in het openbaar had bedreven,
antwoordde de president, dat daarmede
wel duidelijk werd aangetoond, „hoezeer
dit ziekteverschijnsel reeds is ingewor
teld." De auditeur-militair voelde er on
der deze omstandigheden niets voor, deze
verdachten schuldig verklaard te zien. Hij
eiste vrijspraak.
Over de mogelijke reactie van protes
tants-georiënteerde kerken merkt de hoog
leraar op, dat de berichten over het initia
tief van de Paus spreken van een uitnodi
ging tot de „bisschoppen van de gehele
wereld." Hij vraagt of de Anglicaanse bis
schoppen hier ook bij inbegrepen zijn, en
zo ja, dan lijkt het nauwelijks voorstelbaar,
dat Rome hen als zodanig zou erkennen,
dat wil zeggen hun bisschopswijding als
geldig erkennen, iets wat tot nu steeds ge
weigerd is.
Aan de andere kant wijst dr. Courvoisier
erop, dat een ontmoeting als deze vreemd
zou schijnen zonder hen. Toch zou het voor
hen even vreemd zijn een uitnodiging te
aanvaarden, welke het gemis aan erken
ning zou inhouden van de geldigheid van
hun ambt. „Indien de Anglicanen er aan
wezig zouden zijn, in welke bevoegdheid
zouden zij komen?", zo vraagt hij.
Doelend op de mogelijke reacties van
Calvinisten, Lutheranen en andere pro
testanten, merkt prof Courvoisier op, dat
zij het episcopaat niet kennen in zijn zo
genoemde katholieke vorm, maar dat zij
moeilijkheden zouden kunnen krijgen, wan
neer zij zouden merken, dat de realiteit van
hun kerken als zodanig op de een of an
dere manier zou worden erkend. De room
se theologie beschouwt hen slechts als so
ciologische enormiteiten, aldus de schrij
ver, en hij uit de vrees, dat de geldigheid
van hun geestelijke ambten en van de wij
dingen tot de ambten zou worden ontkend.
WASHINGTON (UPI) Het Ameri
kaanse „Development Loan Fund" heeft
vandaag machtiging gegeven tot een lening
van zes miljoen dollar aan Indonesië voor
de verbetering van havens.
De lening zal gebruikt worden voor de
ontwikkeling en de verbetering van zeven
havens, voor de aanleg van de waterbe
voorrading in zes havens en voor de aanleg
van installaties voor het laden en lossen
van schepen in vier havens.
Er wordt op het ogenblik onderhandeld
over de rente en de bepalingen voor de te
rugbetaling van de lening.
Advertentie
GOOD SCOTCH WHISKY
Born 1820
still going strong
Advertentie
mp.: J.H. van den Bosch Co.-Postbus 8054-Amsterdam
I-Iet bestuur van het Bedrijfschap voor
de detailhandel in melk en melké en zui-
velprodukten heeft besloten 500 ter be
schikking te stellen voor een onderzoek
naar de aan de melkbezorging in de hoge
bouw verbonden lichamelijke inspanning.
Het onderzoek zal worden verricht door
het Instituut voor Praeventieve Genees
kunde te Leiden. Men hoopt een inzicht
te krijgen in de arbeidsbelasting van de
melkbezorgers in de hoge bouw en men
wil tevens vaststellen, in hoeverre deze
arbeidsbelasting medisch verantwoord is.
De Sociaal-Economische Raad heeft in
zijn vrijdagmorgen gehouden openbare
vergadering met zesendertig tegen zes
stemmen uitgesproken dat goedkeuring
aan de door het Landbouwschap uitge
vaardigde verordening over de arbeids-
en rusttijden in de landbouw moet wor
den onthouden wegens strijd met het al
gemeen belang. Deze uitspraak was het
resultaat van een stemming over de eer
ste conclusie in het ontwerp-advies van de
sociale commissie van de S.E.R. over de
ze verordening. Deze conclusie luidde:
een deel van de raad heeft tegen de in
de verordening tot de werknemer gerich
te (straf) sancties zodanige bedenkingen,
dat naar het oordeel van dat deel aan die
verordening goedkeuring wegens strijd
met het algemeen belang moet worden
onthouden.
Voor de verordening stemden de heren
Chr. van den Heuvel, drs. J. P. de Heij,
drs. N. A. Vaandrager, mr. V. G. M. Ma-
rijnen, prof. dr. A. H. M. Albregts en Th.
S. J. Hooij.
De bespreking van het ontwerp-advies
over deze verordening werd ingeleid door
de voorzitter van de vaste subcommissie
arbeidswetgeving der sociale commissie
van de raad, prof. mr. W. F. de Gaay
Fortman. Hij wees erop dat de staatsse
cretaris van sociale zaken over de door
het Landbouwschap vastgestelde verorde
ning advies heeft gevraagd. Met name
over de volgende punten: 1. het verbinden
van een straf- of tuchtsanctie aan over
treding door de werknemer van in de ver
ordening omschreven verplichtingen.
Hiertoe behoren ook verplichtingen, wel
ker inhoud in hoofdzaak door de werk
gever wordt bepaald.
Gevraagd 34 woor
den waarin de letters
„en" volgens de fi
guur voorkomen. 1.
misnoegd, 2. in meer
derheid, 3. ter-aarde
bestelling, 4. loon, 5.
artis, 6. werktuig ter
bepaling van neerslag
7. scheidingssteen, 8.
arts, 9. aanstelling, 10.
luchtverversing. 11,
helpster in een gezin,
12. kamer op een
bovenverdieping, 13.
landgoed,14. ve.rslag
met bijbehorende
voorstellen, 15. het
bekennen, 16. iemand,
die aanspraak maakt
op een functie, 17.
bergen in Z Tirol, 18.
insectenkenner, 19.
eendrachtig, 20.
tuchtkolonie, 21. faam
22. eerlang, 23 nood
zakelijk, 24. gedwon
gen tehuis, 25: ver
frissend, 26. onbera
den, 27. geurig, 28. opstanding, 29. welvoeg
lijk, 30. dementi, 31. bond, 32. medemens,
33. boetedoening, 34. magnesium-sulfaat.
Inzenden vóór donderdagochtend aan één
van onze bureaus. Prijzen 7,50, 5,
en 2,50.
Inzendingen uitsluitend per briefkaart.
Oplossing van puzzel no. 12
Horizontaal: 1. lasso, 3. slank, 7. tergend,
9. eter, 10. trio, 11. alp, 13. Aken. 14. open,
1
f
n
18e
n
2
e
n
19
f
n
3
F.
n
20
f
n
4
e
n
21
f
n
6
E
n
>22
f
n
b
E
n
23
f
N
e
N
24
f
n
8
E
n
25
f
m
yE
n
26
=-
f
m
iü
e
n
27
f
n
-J .1
1!
e
n
28
f
n
12
f
n
29
f
n
13
E
n
30
e
n
14
E
n
31
f
N
1b
e
N
32
e
n
lb
e
n
33
f
n
17
e
N
"f
U
16. ter, 19. gans, 21. mand, 22. stengel, 23.
trede, 24. akker.
Verticaal: 1. lover, 2. ster, 4. lont, 5.
kolom, 6. egel, 7. telkens, 8. drietal, 11. ant,
12. por, 15. agent, 17. eens, 18. odeur, 20.
stad, 21. melk.
Prijswinnaars: G. Aalberts, Leiasevaart
92, Vogelenzang, 7,50; G. Vollenga, Mid-
tuindorplaan 3, Haarlem, 5,—; 1. J. Phi-
lippo, Eggestraat 10, Haarlem, f 2,50.
2. Het onderscheid in sanctie tussen be-
drijfsgenoten in de landbouw enerzijds en
degenen die landbouwarbeid verrichten of
doen verrichten anders dan in een land
bouwonderneming anderzijds; overtredin
gen van de eerste groep zijn nl. tuchtrech
telijk, die van de tweede categorie straf
rechtelijk gesanctioneerd.
Ten aanzien van het eerste punt blijken
er uit het ontwerp-advies drie meningen:
een deel van de raad heeft tegen de in
de verordening tot de werknemer gerich
te sancties zodanige bedenkingen dat naar
het oordeel van dit deel van de raad aan
die verordening goedkeuring wegens strijd
met het algemeen belang moet worden
onthouden. Een ander deel van de raad
deelt, blijkens het ontwerp-advies, niet de
ernstige bedenkingen die tegen het door
het Landbouwschap gekozen sanctiesys
teem worden geuit, en tenslotte weer een
ander deel van de raad deelt wel de be
denkingen tegen de verordening van het
Landbouwschap, maar acht deze niet van
zodanige aard dat tot strijd met het alge
meen belang kan worden geconcludeerd.
Professor De Gaay Fortman zei, dat
men de ontwikkeling van de publiekrech
telijke bedrijfsorganisatie een slechte
dienst heeft bewezen door een regeling
door te zetten, waarvan men wist dat ze
een deel van de bedrijfsgenoten niet zou
bevredigen. Naar zijn mening behoort de
overheid geen dingen strafbaar te stellen
die in de praktijk van het leven niet straf
baar zijn. Hij achtte het een gezond be
ginsel geen strafbare feiten te creëren als
de noodzaak daartoe niet aanwezig is.
Van arbeiderszijde is op de verordening
veel critiek gekomen. De heer Lageveen
achtte de verordening in strijd met het
algemeen belang. Het gaat hier om ar
beidsbeschermende maatregelen. Als men
de arbeider strafbaar verklaart, als deze
niet wil overwerken, dan moet men ook
de werkgever strafbaar verklaren, als d
ze ten onrechte zou hebben laten overwer
ken.
De heer W. Lelieveld vond het een zwak
argument van de voorstanders, dat het
met de strafsancties wel zal meevallen.
Hoewel deze spreker de regeling onwen
selijk vond. was hij er nog niet van over
tuigd, dat zij in strijd met het algemeen
belang was. De heer C. J. van Mastrigt
was van mening, dat men hier een onjuis
te weg was ingeslagen door naast de ci
vielrechtelijke en tuchtrechtelijke sanctie
te plaatsen. Hij kon de noodzaak van een
dergelijke maatregel niet zien. Drs. J. P.
de Hey koesterde de hoop dat het Land
bouwschap de verordening zou wijzigen,
als gebleken zou zijn dat de raad ernstige
bezwaren had.
Drs. N. A. Vaandrager zei dat hier niet
in strijd met het algemeen wordt gehan
deld. Hij vroeg zich af wat men zich van
de ontwikkeling der p.b.o. voorstelt als
de bedrijfsorganen tot besluiteloosheid
worden gedoemd. Hij vond overigens deze
kwestie enorm opgeblazen.
Ten slotte werd tot stemming overge
gaan.
In het gasthuis te Middelburg heeft me
vrouw Lenselink jr uit Middelburg het le
ven geschonken aan een drieling: twee
jongens en een meisje. Het gezin, dat
reeds twee meisjes van respectievelijk
vier en twee jaar heeft, had in de afge
lopen maanden rekening gehouden met
de geboorte van een tweling. Het meisje,
Pieternelle Adriana, weegt evenals haar
broertje Arie Leendert 1.850 gram. Het
tweede jongetje, Jan Simon, weegt 2.100
gram.
VERLEDEN EN HEDEN
Het ontbreekt in ons land nog geenszins
aan mensen, die er op zijn minst in hun
hart spijt van hebben, dat sinds de grond
wetsherziening van 1917 de Evenredige
Vertegenwoordiging in de plaats is geko
men van het districten- en meerderheids
stelsel van weleer Nu geef ik grif toe, dat
de dikwerf spannende strijd, als het wa
re van man tegen man in een district,
waar het er om ging de volstrekte meer
derheid (meer dan de helft van het aan
tal uitgebrachte geldige stemmen) te be
halen, een bijzondere bekoring kon heb
ben, die in ons evenredigheidsstelsel, ont
breekt.
Niettemin is mijn rotsvaste overtuiging
dat, in het licht van een reeks van facto
ren, ons tegenwooidige kiesstelsel af
gezien nu van mogelijk enkele verbete
ringen op onderdelen de voorkeur ver
dient. Op de redenen, zowel van princi
piële als van praktische aard, welke m.i.
voor het hedendaagse systeem pleiten, ga
ik thans niet in. Ik volsta met op de voor
grond te plaatsen, dat ik in dat opzicht
toch bepaald niet kan gewagen van „die
goede oude tijd" In één opzicht echter,
met name ten aanzien van een begelei
dingsverschijnsel, zijn wij er, naar het mij
wil voorkomen, bepaald op achteruit ge
gaan. Het districtenstelsel noopte bij wij
ze van spreken tot gedachtenwisseling, tot
debat, tussen de partijen, die elkaar in een
district bestreden. Daardoor zagen de
kiezers zich in de gelegenheid gesteld
naar de over en weer aangevoerde argu
menten te luisteren; in de eerste plaats
voerden de elkaar een zetel in een dis
trict betwistende kandidaten veelal in kie
zersbijeenkomsten het woord en menig
maal namen dan ook nog anderen aan de
discussie deel. Thans pleegt dit niet tc
gebeuren. In de regel laten zich in de pro-
pagandavergaderingen alleen een of meer
kandidaten horen, die te samen op één
lijst staan. Daardoor plegen de verkie
zingsveldtochten in overwegende mate een
ietwat eenzijdig karakter te hebben.
Nu is, kort na elkaar, tot twee keer toe
een poging ondernomen om wél tot een
debat te komen, te weten, ergens in Lim
burg, waar oud-minister Suurhoff met
diens geestverwanten de voorman van de
katholieke mijnarbeiders, de heer Dohm,
tot een debatvergadering had uitge
daagd, en voorts was geprobeerd een ra
dio- en televisiedebat tussen oud-minister
Hofstra en zijn bestrijder in de Kamer,
de financiële deskundige van de K.V.P.-
fractie, dr. Lucas, belegd te krijgen. Jam
mer genoeg is dit in beide gevallen afge
wimpeld, doordat men van K.V.P.-zijde tot
zulk een debat niet bereid was. Als argu
ment voor die afwijzende houding heeft
de dagelijkse leiding van de Katholieke
Volkspartij aangevoerd dat de partijen
hun activiteiten op eigen kracht dienen
te voeren. De gronden voor dit dogma zijn
niet aangegeven. Maar ja, daarvoor is het
dan ook een dogma! Bewondering kan ik
hiervoor bepaald niet koesteren. Mogelijk
heeft de dagelijkse leiding van de K.V.P.
zelf wel de zwakheid daarvan aangevoeld.
Zo valt tenminste te verklaren, dat zij
nog een tweede reden voor bedoelde wei
gering heeft opgegeven. Zij wil, aldus heet
te het, in de huidige verkiezingsstrijd bij
de kiezers niet de onjuiste indruk wekken
dat de politieke tegenstellingen zo gering
zijn, dat zonder bezwaar geregeld geza
menlijke voorlichting kan worden gege
ven.
Nog daargelaten dat het hier helemaal
niet ging om „geregeld gezamenlijke voor
lichting" acht ik de logica van dit „ar
gument" verre te zoeken. Me dunkt, dat
juist als twee kemphanen, gelijk de beide
politici om wie het in laatstgenoemd ge
val ging, ten aanhore en ten aanschouwe
van de kiezers tegen elkaar zouden in
gaan, de kiezers een aardige kans zouden
krijgen, duidelijkei dan ooit een indruk te
kunnen verwerven vande beslaande po
litieke tegenstellingen. Vandaar dat het,
naar het mij wil voorkomen, bijzonder te
betreuren valt, dat het niet tot de beraam
de discussie is gekomen. En vandaar te
vens, dat het van heel wat beter, tevens
gezonder inzicht getuigt, dat de lijstaan
voerder van de V.V.D., prof. mr. Oud,
wèl bereid bleek de discussiedegen, via
de radio, te kruisen met oud-minister Sam-
kalden.
Marine-probleem
In de Tweede Kamer heeft er in de af
gelopen week, bij de behandeling van de
begroting van Oorlog, een gedachtenwis
seling plaats gevonden, waarin eveneens
zo nu en dan verleden en heden op de voor
grond kwamen te staan. Ik denk hier aan
de stelling van de heer Schouwenaar, dat
minister Staf en staatssecretaris Moor
man op het stuk van de Nederlandse ma
rine-bijdrage aan de gezamenlijke Noord-
atlanlische verdediging zich al te zeer
zouden laten leiden door „old glory", dooi
de oude roem van de Nederlandse vloot
en van ons land als zeevarende mogend
heid in vroeger eeuwen. Tegen die critiek
hebben de beide bewindslieden zich met
kracht verweerd. En wel door er op te wij
zen, dat indien men in de Nederlandse bij
drage, zoals die thans beraamd is, wijzi
ging zou aanbrengen, daarmee een ver
zwakking zou ontstaan van de Noordat-
lantische verdediging ter zee gelijk zij nu
is overeengekomen en vastgesteld. Met
andere woorden, volgens de minister en
volgens de staatssecretaris moet en kan
men het op Nederland rustend aandeel
in de gemeenschappelijke verdediging ter
zee bovenal in het internationaal verband
zien.
Intussen blijft het toch nog wel de vraag
of onze bondgenoten hunnerzijds, indien
niet eerst van Nederlandse zijde was aan
geboden, dat wij een vliegtuigmoeder
schip en twee kruisers ter beschikking zou
den stellen, daarom en niet wellicht om
iets anders gevraagd zouden hebben. Let
wel, ik gewaag hier alleen van een pro
bleem, roer slechts die vraag aan, zonder
mij in staat te achten er zelf ook een af
doend en deugdelijk antwoord op te geven.
Nieuw-Guinea
Evenmin trouwens vermag ik dit te doen
in verband met de vraag of minister Luns
inderdaad gegronde reden blijft behouden
tot voldoening over hetgeen hij te Washing
ton en in Londen heeft bereikt met betrek
king tot onze internationale situatie inza
ke Nieuw-Guinea. Het geeft immers toch
wel een beetje te denken, dat zowel Ame-
rika als Engeland bereid blijken Indone
sië aan allerlei wapenen te helpen, kortom
aan materieel dat eventueel, wanneer het
eens tot een gewapende botsing met ons
over genoemd gebiedsdeel zou komen,
voor ons een nadelige uitwerking zou kun
nen hebben. Helemaal begrijpelijk is de
houding van onze Amerikaanse en Britse
bondgenoten toch niet. Evenmin het heer
lijke optimisme, dat men nu reeds enige
malen in uitlatingen van de zijde van mi
nister Luns of van zijn departement heeft
kunnen beluisteren Zelfs zou er enige re
den kunnen bestaan om achter de zo
even gebezigde uitdrukking „heerlijk op
timisme" een paar vraagtekens te plaat
sen.
Molotov van de baan
Ofschoon de heren op het Plein er keu
rig in volharden zich niet uit te laten over
de vraag, hoe het zit met de verhalen over
een aanvankelijk van Russische zijde ge
koesterd plan om de tegenwoordige am
bassadeur van de Sovjet-Unie in Buiten-
Mongolië tot ambassadeur in Den Haag
te benoemen, schijnt thans wel te mogen
worden aangenomen, dat daarvan verder
niets komt. Te veronderstellen valt, dat
uiteindelijk van Nederlandse zijde ken
baar is gemaakt dat men in die, in zijn
eigen land nu eenmaal zo aangevochten
figuur, moeilijk iemand kon zien, die re
presentatief zou zijn voor de door de
machthebbers in de Sovjet-Unie gekoes
terde opvattingen en wensen. Overigens
zullen waarschijnlijk ook nog wel andere,
louter interne factoren er toe geleid heb
ben, dat de Russische regering zelf niet
meer van zins is de heer Molotov het ge
noegen te doen hem aan het hoofd van de
Russische ambassade in Nederland te
plaatsen.
Een merkwaardig jubileum
Dezer dagen vond er in de rookzaal van
de Tweede Kamer een aardige, iewat fees
telijke viering plaats. De parlementaire
pers was er te gast, omdat het op 15 fe
bruari precies een eeuw geleden is, dat in
de Tweede Kamer een echte parlementai
re perstribune in gebruik is genomen,
waarop van toen af aan het „gelijke mon
niken, gelijke kappen" gegolden heeft.
De openbaarheid van de vergaderingen
van de Tweede Kamer deed reeds in 1815
haar intree in de grondwet ook in dat
opzicht kwam de Eerste Kamer wat ach
teraf aanstrompelen, nl. pas in 1848!
Doch aanvankelijk was het aantal diena
ren van de pers, dat daar in volle onaf
hankelijkheid journalistieke arbeid kon
verrichten, nog maar zeer beperkt. Zon
der hier op het ogenblik verder de op
zichzelf boeiende geschiedenis van de ont
wikkeling van het instituut „parlementai
re pers" te gaan schetsen, wil ik alleen
aanstippen, dat tot 1859 toe, zeker in de
praktijk, ten opzichte van het verschaffen
van gelegenheid aan dagbladvertegen
woordigers om de Kamer te „verslaan",
enige bevoorrechting niet helemaal heeft
ontbroken. Daaraan kwam echter een
einde met de totstandkoming van de par
lementaire perstribune, die op 15 februa
ri 1859 in gebruik is genomen, naar overi
gens schrijver dezes een tweetal jaren ge
leden aan het licht heeft kunnen brengen.
Tot dien was namelijk niet ontdekt, wan
neer zich precies dat heuglijke feit had
voorgedaan. Thans staat dit, dankzij o.m.
een archivarisch onderzoek, wel onomsto
telijk vast. Van voorzitter Kortenhorst,
die tenslotte helaas door ongesteldheid ver
hinderd was als „feestredenaar" op te tre
den, iets dat hij als geen ander kan, was
het een gelukkige gedachte geweest om
het jubileum van de perstribune te her
denken. Zeker, het ging maar om een tri
bune tussen twee haakjes, haar heden
daagse inrichting is allerminst gelijk aan
die van honderd jaar geleden doch in
de grond van de zaak was het er om te
doen, op deze wijze iets van betekenis te
onderstrepen. Te weten, van welk een gro
te betekenis voor en in ons hele staats
bestel het is, dat de pers in 's lands ver
gaderzaal het hare vermag te doen in het
belang van het zo gezonde beginsel der
openbaarheid van wat er zich in de volks
vertegenwoordiging afspeelt.
Dr. E. van Raalte
LIECHTENSTEIN. De derde serie
met afbeeldingen van bomen zal op
15 april verschijnen in de waarden 20
rp. met een lorkeboom in Lawena, 50 rp.
met een steeneik op Alpila en 90 rp. met
een lindeboom in Schaan. De zegels zijn
ontworpen door Martin Frommelt uit
Vaduz en gedrukt bij de Zwitserse
drukkerij Courvoisier.
MONACO. Met de portretten van
prins Rainier en prinses Gracia zullen
in de loop van de maand mei twee
nieuwe luchtpostzegels worden uitge
geven in de waarden 300 fr. en 500 fr.
Voorts zal in die maand een postzegel
van 100 fr. verschijnen ter gelegenheid
van de opening van het hospitaalcom
plex „Polyclinique Princesse Grace".
GHANA. Voor de 150ste geboortedag
van Abraham Lincoln is een serie van
drie postzegels verkrijgbaar gesteld. De
reeks omvat de waarden 2y2 d., 1 s. 3 d.
en 2 s. 6 d., alle met hetzelfde ontwerp:
premier dr. Kwame Nkrumah, staande
voor het Lincoln Memorial te Washing
ton. Ongetande miniatuurvelletjes met
de drie zegels zijn eveneens uitgegeven.
IRAK. De Dag van het leger was aan
leiding tot uitgifte van drie postzegels
in de waarden 3, 10 en 40 fils. De zegels
heben als ontwerp een soldaat die het
geweer presenteert vóór de Iraakse
vlag. Ze zijn gedrukt bij de Zwitserse
drukkerij Courvoisier.
ZWITSERLAND. Op 9 maart zullen
de jaarlijkse vier propaganda-postzegéls
in omloop worden gebracht en wel voor
de opening van het Zwitserse verkeers-
huis te Luzern op 1 juli a.s., voor de
NABAG, de nationale postzegeltentoon
stelling, die van 21 tot 30 augustus in
St. Gallen worden gehouden, voor de
dierenbescherming en voor het 400-
jarig bestaan van de universiteit van
Genève. Op de 5 rp. zijn verkeersmid
delen (vliegtuig, trein, autobus en
schip) afgebeeld, op de 10 rp. de lik-
torenbundel van St. Gallen en een post
hoorn. Een uil, een haas en een vis
komen voor op de 30 rp. en het univer
siteitsgebouw van Genève met op de
mmjmw 1
voorgrond de portretten van de stich
ter J. Calvijn en de eerste rector-mag-
nificus Th. de Bèze op de 50 rp. Voor de
NABAG zal ook een ongetand minia
tuurvelletje, bevattende een zegel van
10 en een van 20 rp. worden uitgegeven
met hetzelfde motief als de propaganda-
zegel van 10 rp. De verkoopprijs van
het blokje bedraagt 2 fr. (30 rp. 1.70
fr. toeslag).
ISRAEL. Ter herdenking van de
100ste geboortedag van een van de
grootste Joodse schrijvers Shalom-
Alekhem (1859-1916) zal binnenkort een
postzegel van 250 pruta (bruin en groen)
in circulatie worden gebracht. De zegel
vertoont het portret van de schrijver
en een facsimile van zijn handtekening.
Amsterdam. Gemeente Universiteit. Doctoraal
examen rechten: mej. C. H. van Nes en de heer
T. D. de Bruin, beiden te Amsterdam. Doctoraal
examen politieke en sociale wetenschappen: mej.
L. M.Klinkert, Amsterdam: W. Stokkink, Am
sterdam. Kandidaatsexamen politieke en sociale
wetenschappen: L. Brouwers, Amsterdam.
Amsterdam. Vrije Universiteit. Kandidaatsexa
men Engels: mej. E. C. M. Schreuder, Amster
dam. Kandidaatsexamen theologie: A. J.Verbeek,
Den Haag.
Leiden. Kandidaatsexamen geschiedenis: mej.
M. A. Aalders, Leiden. Kandidaatsexamen kunst
geschiedenis: mej. C. Westbroek Scheveningen.
Rotterdam. Nederl. Economische HoogeschooL
Kandidaatsexamen economische wetenschappen:
A. C. Kajim, Groenekan; P. A. Cornelisse, Rot
terdam. Doctoraalexamen economische weten
schappen: B. P. de Waal, Den Haag.
Rotterdam. Stichting Klinisch Hoger Onderwijs.
Semi-artsexamen: mevr. F. Hoeter-Netinga, Rot
terdam; W. J. van Best, De Bilt; E. J. de Boer,
Langbroek; H. S. Heslinga, Leeuwarden; A. C.
Voskamp, Rotterdam; J. D. de Vries, Beekber
en. Artsexamen: mej. J. M. Bruin, Amsterdam;
S. Cohen, Venlo; P. C. de Jong, Dordrecht; A.
Schuur, Rotterdam.
Nijmegen. Kandidaatsexamen Nederlands: R.
F. M. Boshouwers, Nijmegen.
Groningen. Kandidaatsexamen pedagogiek: J. J.
H. van der Ree, Groningen (cum laude). Kandi
daatsexamen economische wetenschappen: E. L.
G. Nieboer, Haren (Gr.). Doctoraalexamen ge
neeskunde: J. T. Bosker, S. Tj. Tjassens, beiden
te Groningen; J. H. Bakker, Hoogezand; J. van
Bochove en J. P. Stöcker, beiden te Paramaribo.
Bevorderd tot arts: C. A. E. Volckmann en K. J.
Hoving, beiden te Groningen; B. van der Sluis,
Schagen.