WYBERT
Sunil wast stralend wit
Vrijwel gehele Tweede Kamer
stemt in met wetsontwerp
De echte barbier van Sevilla
r
WITTER DAN DE
WITSTE MEEUW
en spaart uw linnenkast
^Hoe is het ontstaan?">
"AKKERTJES"
Van dag tot dag
-
Groter gevaar
Hier is met Sunil gewassen.dat hemels
blauwe Sunil, waarin al het wasgoed
stralend wit wordt, werkelijk stralend
wit!
Bleken en blauwen kunt u zelfs ver
geten, met Sunil hebt u minder was-
werk, minder te wringen, dus... minder
slijtage.
Waar Sunil de was doet, blijft alles
veel langer nieuw, ook wasmachine
en wringer varen er wel bij
m u*
j
Visser overleden door
gasverstikking
Faillissementen
Weduwen- en wezenvoorziening
V.V.D.-amendement wil tegemoetkoming aan
hen die nimmer gehuwd waren
Voornaamste bepalingen
der Weduwen- en Wezenwet
Op de
<~Praatótoel
Britse lichting van dit jaar
niet onder de wapens?
Dit woord:
TELEURSTELLEIS
v.
Vv wi^i>SDAG 25 FEBRUARI 1959
Het droevige ongeluk van dinsdagmid
dag, waarbij een jonge bewoonster van
een bungalow in de buurt van Aalst werd
gedood door een ontploffende straaljager,
doet opnieuw de gedachte rijzen dat de
onveiligheid van ons grondgebied reeds in
vredestijd een stijgende curve vertoont
ten gevolge van de aard der bewapening.
Bij de grote onveiligheid door de groeiende
verkeersintensiteit komt het toenemende
gevaar van vallende straaljagers zodat
de levensonzekerheid groter wordt met de
ontwikkeling van de vredes- en oorlogs
techniek.
Terw'd die technische ontwikkeling
enerzijds onafzienbare mogelijkheden le
vert om het leven veiliger en aangenamer
te maken, werkt zij aan de andere kant
dus volkomen tegen haar eigen opdracht
in. En dat speciaal in ons benauwde land,
dat geen ruimte biedt voor een veilig ge
bruik van snelheidsmonsters te land en in
de lucht.
De eis tot bescherming der burgerbevol
king in vredestijd is gemakkelijker te ver
vullen althans te eerbiedigen dan in
een eventuele oorlog, doch legt daartoe op
betrokkenen een zware verantwoordelijk
heid. Wat straaljagers betreft, dienen de
militaire overheden zich bewust te zijn van
de noodzaak, de mogelijkheid tot neer
storten in bewoond gebied zo klein mo
gelijk te houden en proefvluchten enkel te
doen uitvoeren boven zee of de nog aan
wezige woeste gebieden.
Wie de omgeving van Eindhoven kent,
weet dat deze snelgroeiende industriestad
zich heeft omgord met een wijd forensen-
gebied, dat zich uitstrekt tot aan de Bel
gische grens in het zuiden en verder naar
alle windstreken tot op vele kilometers
afstand van de stad. Dit gebied is meren
deels heide en dennebos, doch juist daarin
liggen de ontelbare landhuisjes, bunga
lows. villaatjes en huizenblokken van de
bij de industrie betrokken werkers. Dit ge
bied is zeker niet wat men noemt een
„woonkern" doch het is nog veel minder
„woest gebied" en een catastrofe als die
van gisteren zou daar nog veel meer on
heil hebben kunnen stichten dan reeds
gesticht is.
De proefvlucht van de straaljager, die
verschillende vliegoefeningen omvatte, had
zich zonder veel afstandsbezwaar kunnen
afspelen boven de grote percelen woeste
grond in de Peel of de terreinen bij
Sterksel, waar niemand woont en waar
een eventueel ongeluk minder rampzalig
zou verlopen.
Het is te hopen dat de militaire over
heid niet te gauw met het argument van
de onvermijdelijkheid komt en terdege let
op de kleine nuances. Ons land is nu een
maal klein en Oorlog moet daarom in het
kleine even consciëntieus zijn als in het
grotere vooral omdat in feite de defen
sie er toch is om de bevolking te bescher
men tegen bestaansgevaren.
Advertentie
Rokershoest
wordt voorkomen
en bestreden met
Advertentie
Neem meteen
het voordelige
reuzenpak
In de kaartenhut van de aKtwijk 104. de
„Vrouw Dirkje", is het stoffelijk overschot
aangetroffen van de 24-jarige Amster
damse vissersman W. Plat. Hij was maan
dagavond naar IJmuiden gegaan om daar
een kosthuis te zoeken. Hij slaagde niet en
kroop daarom in de kaartenhut van de
„Vrouw Dirkje"; hij stak de butagaskachel
aan en ging slapen. Waarschijnlijk is de
vlam door zuurstofgebrek gedoofd, waar
na de hut vol gas kwam te staan. Toen de
wachtsman 's morgens kwam kijken, trof
hij de heer Plat levensloos aan. De over
ledene was een opvarende van de trawler
Medan, IJmuiden 57.
De arrondissements-rechtbank te Haar
lem heeft op dinsdag 24 februari 1959r-in
staat van faillissement verklaard: Frederik
Vrijhof sr., opkoper, wanende te IJmuiden
gem. Velsen, Van Galenstraat 13. Rechter
commissaris: mr. J. P. Petersen. Curator:
mr. W. Boers, advocaat en procureur te
Overveen, Prins Mauritslaan 113.
Wegens gebrek aan actief werd op dins
dag 24 februari 1959 opgeheven het fail
lissement van: Antonius Cornelis van
Kampen, automonteur, wonende te Haar
lem, Jan Luijkenstraat 65 I. Rechter-Com-
missaris: mr. N. Reeling Brouwer. Cura
tor: mr. J. Spreij, advocaat en procureur
te Haarlem, Ged. Oude Gracht 65.
Bij vonnis van de arrondissements
rechtbank te Haarlem, d.d. 24 februari 1959
is na gedaan verzet, vernietigd het vonnis
dier rechtbank van 3 februari 1959 waarbij
Jelle Johannes Heij, laatst gewoond heb
bende te Aalsmeer, Azaleastraat 17, thans
wonende te Amsterdam, in staat van fail
lissement werd verklaard, met benoeming
van mr. J. Jansonius, advocaat en procu
reur te Haarlem, tot curator.
(Van onze Kamerver slag gever
Bijna algemeen heeft de Tweede Kamer gisteren haar instemming betuigd met het
wetsontwerp voor een weduwen- en wezenvoorziening. Alleen de heer Van Dis (St.
Geref.) was er principieel tegen, omdat er sprake is van een verzekering. Er werden
wel wensen uitgesproken ter verbetering van de regeling, maar de grote meerderheid
wilde thans aan het wetsontwerp niet tornen, omdat daarvan uitstel voor onbepaalde
tijd het gevolg zou zijn. Op grond van een toezegging van de regering rekent men er
echter op de wet in 1961 geheel te kunnen herzien, wanneer men er enige ervaring
mee heeft opgedaan. Daarom is er nu geen kans op aanneming van het amendement
van de V.V.D., volgens hetwelk de verzekerde, die op de leeftijd van 65 jaar ongehuwd
is en nimmer gehuwd is geweest, een bedrag uitgekeerd zou krygen, gelijk aan tien
maal de laatst verschuldigde jaarpremie.
Als gevolg van de kabinetscrisis van 11
december liep de weduwen- en wezenver
zekering gevaar niet per 1 januari 1960 tot
stand te zullen komen als men had moeten
wachten op het nieuwe kabinet, dat na de
verkiezingen van 12 maart zal worden ge
vormd, en als daarna in de Tweede Kamer
en de Eerste Kamer de normale gang van
zaken zou worden gevolgd.
Op bijna algemeen verlangen van de
Kamer heeft minister-president Beel zich
bereid verklaard het wetsontwerp met de
Kamer te behandelen, als geen ingrijpende
amendementen zouden worden ingediend,
want hij zou niet in staat zijn zich in korte
tijd degelijk in de materie in te werken. Als
minister-president van een tijdelijk kabi
net wilde hij bovendien het nieuwe kabinet
niet binden aan belangrijke beslissingen.
Daarom zagen de heren De Kort (K.V.P.),
Van Eibergen (A.R.) en Van Lier (P.v.d.A.)
van het indienen van amendementen af, al
vonden zij de grens van 50 jaar voor een
weduwenuitkering onbevredigend. Beter
achtten zij, evenals mevrouw Stoffels-Van
Haaften (V.V.D.), een grens van 45 jaar,
waardoor het grootste deel van pijnlijke
grensgevallen zich niet zou voordoen. Bo
vendien wilde de heer Van Mastrigt (C.H.
U.) laten onderzoeken of het mogelijk is een
weduwe dan reeds bij het bereiken van de
leeftijd van 60 jaar de A.O.W.-uitkering te
verlenen in plaats van het weduwen-
pensioen.
Toen Rossini in 1816 op tekst
van de Beaumarchais zijn
„Barbier van Sevilla" compo
neerde, genoten de haarsnij
ders uit die stad al een Euro
pese vermaardheid. Hun mees
terschap op scheermes en
schaar was onovertroffen; hun
zangtalenten waren echter niet
minder bekend. Anderhalve
eeuw geleden zeepten zij hun
klanten in of trokken zij
hun kiezen onder het zingen
van de Canto Jondo, een fasci
nerend Andalusisch volkslied,
waarvan men niet zeker weet
of het van Spaanse of Moorse
herkomst is.
Nog heden ten dage kan men
hetzelfde lied horen, wanneer
men zich onder het mes waagt
van een kapper in het zigeu
nerkwartier. Het wordt ook
als begeleiding van de arbeid
gezongen in de Barrio de Santa
Cruz, die stralend-witte woon
wijk waar de mensen juist op
de dag van uw bezoek hun
huizen een frisse beurt schij
nen te hebben gegeven. Een
van deze zingende kappei-s is
(of liever was) de tweeëntwin-
tigjarige Antonio Nunez-Tor-
rez. Hij had de reputatie zich
nooit teveel door zijn zang te
laten meeslepen, zodat ieder
een zich met vertrouwen door
hem liet behandelen, overtuigd
er zonder bloedige schrammen
te zullen afkomen. De kunst
van het tandentrekken be
heerste hij eveneens als de
beste chirurgijn van weleer:
spelenderwijs ontdeed hij op
marktdagen de boeren en
boerinnen van hun wrakke
laatste gebitsx-esten. De slacht
offers vertelden dan later in
het dorp, dat hij het toch maar
heel wat beter kon dan die
In de hoofdstad van Andalusië, Sevilla, is kort geleden een
wedstrijd gehouden voor zingende kappers. Het ging erom
iemand te vinden, die de titelrol kon zingen in de beroemde
opera van Rossini, die door de Italiaanse televisie zou worden
uitgezonden. Maar daarnaast moest hij ook een uitstekend
vakman zijn.
nieuwerwetse artsen met hun
kostbaar instrumentarium. U
begrijpt, hoop ik, dat ik hier
slechts navertel en geen ver
kapte propaganda tracht te
maken voor illegale tandheel
kundige praktijken.
Hoewel Antonio ij del genoeg
was om prat te gaan op zijn
zangtalenten, gingen zijn toe
komstdromen nooit in de rich
ting van een carrière aan de
opera. Als hij al plannen
maakte, dan betroffen zij de
modernisering en vergroting
van zijn salon: hij fantaseex-de
in aantallen scheerstoelen,
nooit in aantallen ovaties. Het
is zelfs zeer de vraag of hij
ooit van Rossini had gehoord.
In de herfst van verleden
jaar begon de Italiaanse tele
visie een gx-ootse Rossini-her-
denking voor te bereiden. Zijn
opera's zouden worden uitge
voerd in een bezetting als
nooit tevoren en voor de „Bar
bier van Sevilla" kreeg men
het denkbeeld de titelrol te
laten zingen door een echte
kapper uit die stad. Het was
natuurlijk een gok, want de
kosten, die eraan verbonden
waren alleen al om de juis
te man te vinden konden
niet anders dan enorm zijn.
De originaliteit van het plan
gold echter zo zwaar, dat men
die er graag voor over had.
Men begon met schriftelijk
contact te zoeken met muzi
kale kringen in Sevilla en ge
lukkig waren de Spanjaarden,
die eigenlijk alles liever mor
gen doen, direct enthousiast.
Zij gingen met ongewone gron
digheid te werk de natio
nale trots was in het geding en
zij zouden eens even tonen wat
zij konden organiseren. Alle
barbiers van de stad werden
opgewekt deel te nemen aan
een zangconcoux-s, waarbij
tevens als bijzondere eis gold,
dat niet alleen zou worden ge
let op zang-technisch vakman
schap, maar eveneens op spe
ciale scheertalenten.
Het is een fantastisch feest
geworden. De jury was met
grote zorg gekozen uit voor
aanstaande kunstcritici, be-
roemde stierenvechters, dan-
sei-s en componisten. Televisie
deskundigen uit Italië woon
den deze zeldzame wedstrijd
bij. De zaal bood wel een heel
andex-e aanblik dan normaal
bij een muziekfeest: er was
een rij hypex-moderne scheer
stoelen opgesteld en honderd
Sevillaanse vrijwilligers ston
den met stoppelbaarden gereed
om zich aan de zang- en
scheerpx-oef te onderwerpen.
Tientallen kappers hadden
voor het concours ingeschre
ven en de jongste onder hen
was Antonio Nunez-Torrez uit
de zigeunerwijk Triana. In
tegenstelling tot zijn oudere en
meer ervaren collega's had hij
niet de minste last van plan
kenkoorts. Hij deed pi-ecies
hetzelfde als in zijn eigen, niet
al te fxasse, scheersalon: zeepte
in, liet het scheei-mes met on
feilbare streken over de wan
gen van de vrijwilliger gaan
en zong. Hij had slechts enkele
minuten gelegenheid gekregen
met het orkest te repeteren,
maar het ging allemaal zo
vanzelf, het kwam er zo na
tuurlijk uit. dat hij zijn presta
tie zelf eigenlijk helemaal niet
de moeite waard vond. Onder
het zingen en scheren had hij
zelfs niet gezien, dat eén com
missie van deftige heren aan
dachtig zat te luisteren en hij
werd hun aanwezigheid pas
gewaai-, nadat juist uit die
hoek de geestdriftigste bijval
kwam. En hij stond meer dan
verwonderd te kijken, toen een
van de bijzitters, een televisie
man, op hem afstormde, hem
in vervoering op de schouders
van zijn smoezelig jasje sloeg
en riep: „Dat is het! Dat is
het!"
Langzaam stierf het ovatio
neel applaus weg. Antonio had
wat onwennig naar links en
rechts gebogen en kwam nu
weer tot zichzelf. Zijn taak
was nog niet afgelopen: met
een zwierig gebaar ontdeed hij
zijn scheerklant van de hem
voorgebonden handdoek en
zwaaide die volgens de eisen
van het vak enige malen voor
diens gezicht heen en weer.
I-Iet was een handeling vol
Spaanse grandezza en weer
barstte het applaus los.
„Dat is het," had de tele-
visiedeskundige gezegd en dat
werd het ook. Nadat alle deel
nemers met meer of minder
succes waren opgetreden, hoef
de de jury niet lang in bex-aad
te gaan, Het oordeel viel met
algemene stemmen: Antonio
Nunez-Torrez was dé Figaro
van Sevilla.
's Avonds, nog een beetje
beduusd door de ongewone er
varing, lepelde hij minder
schrokkerig dan gewoonlijk
zijn gazpacho naar binnen. Zag
hij al iets van een gouden toe
komst? Of dacht hij met wee
moed aan zijn droom van de
scheerstoexen?
Zijn optreden voor de Ita
liaanse televisie is een groot
succes geworden. Maar dat is
nog slechts een begin. De
Spaanse kranten hebben hele
pagina's aan hem gewijd; een
Nunez-uurtje voor de Spaanse
radio is door de critiek uitste
kend ontvangen. De volgende
beslissing, die hij zal moeten
nemen, zal bepalend kunnen
zijn voor zijn carrière. Twee
Amerikaanse filmmaatschap
pijen hebben hem namelijk
aanbiedingen gedaan en onze
jonge kapper, in wiens zigeu
nerbloed een flink stuk zake
lijk instinct zit, is bezig de
hoge heren deskundig tegen
elkaar uit te spelen.
U moet maar eens goed op
letten: binnenkort kunt u in de
bioscoop Vittorio de Sicca of
een andere filmberoemdheid
onder het nies zien van een
jonge knaap, die uit volle borst
de cavatine „Figaro qua, Fi
garo la" zingt
J. J. F. Kemming
Het indienen van een amendement door
de V.V.D. was eigenlijk in strijd met de
afspraak tussen de Kamer en minister Beel,
maar mevrouw Stoffels-Van Haaften deed
het toch, omdat zij van mening was dat
het de wet niet ingrijpend aantast. Alles
kan verder ongewijzigd blijven en het
nieuwe kabinet kan te zijner tijd eer. wets
wijziging indienen tot het doen vervallen
van het amendement, gepaard gaande met
een vooi-stel tot verlaging van de belasting
voor ongehuwden.
„Hard en wreed" noemen oudere, onge
huwde vrouwen de wet", verklaarde de
heer VanLeeuwen (V.V.D.), „vooral zij
die premie moeten betalen en niet in loon
dienst zijn, maar als zelfstandige afhanke
lijk zijn van andere bronnen van inkomsten
en het niet gemakkelijk in het leven heb
ben." Voorlopig wilde ook hij de wet snel
aangenomen zien. maar voor het probleem
van de ongehuwden moet er zijns inziens
een oplossing komen.
De meerderheid van de Kamer stond op
het standpunt, dat de vrijgezellen nxet moe
ten worden ..uitgesloten van de premie
plicht, want de solidariteit vereist dat zij
deelnemen aan een algemene volksverzeke
ring. Men achtte het echter wel noodzake
lijk dat de vrijgezellenbelasting wordt ver
laagd. Overigens merkte de heer Van
Lier (P.v.d.A.) op, dat de jonge vrijge
zellen premie moeten betalen voor het
risico dat hun moeder weduwe wordt.
Er is voorts nog aandacht gevraagd voor
de positie van de invalide wees en zijn
verzorgers. Vandaag antwoordt minister
president Beel op de diverse beschouwin
gen. Het is de bedoeling dat er over het
amendement van de V.V.D. en het wets
ontwerp volgende week woensdag wordt
gestemd.
Door de beperkte behandeling van het
wetsontwerp zonder amendering, waartoe
de Kamer heeft besloten in overleg met de
minister, is de mogelijkheid ontslaan dat
de weduwen- en wezenvoorziening nog
vóór 1 januari 1960 in werking treedt, maar
daaromti-ent staat nog niets vast. In ieder
geval is wel bij herhaling verklaard dat
1 januari 1960 de uiterste termijn moet zijn.
Volgens het wetsontwerp voor een we
duwen- en wezenverzekering ontvangt een
weduwe een pensioen indien zij ten tijde
van het overlijden van haar echtgenoot:
de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt of
overschreden; of een of meer kinderen be
neden 18 jaar te verzorgen heeft; of inva
lide is. De leeftijdsgrens is 45 jaar voor de
gevallen, waarin de weduwe, wanneer het
jongste kind 18 jaar wordt, gedurende de
laatstverlopen vijf jaren in het genot van
weduwenpensioen is geweest. Bij het be
reiken van de leeftijd van 65 jaar vervalt
het weduwenpensioen. De A. O.W. komt
er voor in de plaats.
Het weduwenpensioen bedi-aagt 1326
gulden per jaar voor een weduwe zonder
kinderen en 1968 gulden per jaar voor een
weduwe met kinderen. Voor halfwezen
wordt normale kinderbijslag verleend.
Volle wezen tot 10 jaar krijgen een pen
sioen van 438 gulden per jaar en volle we
zen tot 16 jaar krijgen een pensioen van
660 gulden per jaar. Volle wezen van 16 tot
27 jaar, die in het genot van het wezen
pensioen zijn of blijven, omdat zij stude-
ren of invalide zijn. krijgen totaal 864 gul
den per jaar. Bij verpieging in een gezin
wordt voor de volle wezen ook kinderbij
slag vei-] eend.
De bedragen van het weduwen- en we
zenpensioen stijgen als ook de A.O.W.-uit
kering wordt verhoogd.
Jonge weduwen, die ten tijde van het
overlijden van haar echtgenoot nog geen
recht hebben op weduwenpensioen, ont
vangen een uitkering gedurende zes maan
den indien zij jonger zijn dan 27 jaar.
Is de weduwe op de dag van het overlij
den van haar echtgenoot 27 jaar of ouder,
dan wordt de termijn van zes maanden
voor elk vol jaar dat zij ouder is dan 26
jaai-, met een maand verlengd. De duur
van de tijdelijke uitkering bedraagt ten
hoogste twee jaai\
De premieplicht begint op 15-jarige leef
tijd en eindigt bij het bereiken van de leef
tijd van 65 jaar. De premie wordt geheven
over ten hoogste hetzelfde bedrag als voor
de A.O.W. Kleine zelfstandigen betalen
slechts een deel van de premie, evenals
dat het geval is met de A.O.W.
Geschat wordt dat een premie nodig zal
Eureka
Minstens zo blij als de trouwe Archi
medes was ik, toen ik bij mijn ontwaken
na twee m.aanden, niet in bad zo als hij,
maar in bed, mijn vinding deed.
Ik heb het echt gevonden. Dat is het nou
waar we de laatste halve eeuw overheen
gekeken hebben. Blind hebben we ons ge
staard en zijn dat blijven doen op motoren,
bioscopen, radio, vliegtuigen, raketten,
ruimteschepen en noem maar op. Allemaal
tot je dienst; maar zijn we er gelukkiger
mee? Ik heb een vriend die twintig jaar
lang samen met zijn vrouw gespaard en
geploeterd heeft om zich een knus gezellig
home te verwerven. „Nou hebben we 't",
zegt ie, „en nou zitten we 's avonds op de
gezelligste uurtjes van de dag, van acht
tot half elf, in het stikkedonker naar een
lelijk kassie van een halve meter in het
kubiek te turen". En gelijk heeft ie. We zit
ten met mudden vol gebakken peren. Voor
ik mijn winterslaap van twee volle maan
den inging las ik in de bladen dat we op
dit aardoppervlak vertoeven met twee
miljard achthonderd miljoen broertjes en
zusjes m.et de belofte dat dit respectabele
aantal over een dikke vijftig jaar verdub
beld zal zijn. Waar moet dat heen, vraag
ik, of liever vroeg ik me af. Want nu
weet ik het.
Hooggeleerden, hier is het ei van Co
lumbus, zaliger nagedachtenis.
Ik heb het aan den lijve ondervonden.
Twee maanden geleden ging ik, noodge
dwongen, onder zeil. Geen kranten, geen
tijdschriften, geen radio en geen televisie,
om van de telefoon nog te zwijgen. „Ont-
soannen moet je!", zei een koor van me
dici. En ik ontspande, ik yogi'de, ik lag
vrijwel voortdurend, zoal niet in een
droomloze slaap, dan toch in een zalige
resignatie.
Met iets van tegenzin sloeg ik m'n eer
ste krant open na die twee maanden. Twee
maanden is heus een lange tijd, maar wat
vond ik? Geen verandering. Alsof ik niet
wèggeweest was. Amerika, wéér met een
balletje van enige miljoenen naar de een
of andere verre sfeer, weer enige oplichte-
rijtjes van tienduizenden guldens, en Mac-
millan die zoals eens Chamberlain een ge
vaarlijke broer bezoekt, waarschijnlijk ook
met een paraplu omdat ie het weer niet
vertrouwt, en verder, alles bij het ouwe.
Ik heb niks gemist.
Nou bedoel ik maar dit ik maak het
niet te lang ivant zó ver „bij" ben ik nog
niet maar dus voor ik het vergeet:
Hooggeleerden! Maak een wolkje dat je
over de aarde zendt en laat de mensen
met. z'n allen een paar jaar in-dutten, zoals
ik dat twee maanden deed, en we zijn er.
Je komt weer helemaal fris tegenover de
dingen te staan, en bovenal, het zou een
oplossing zijn voor het grote probleem
dezer tijden: het bevolkingsaanwasbéleid,
om het nou maar es netjes uit te drukken.
Denk er ernstig over na, hooggeleerden,
en laat es wat horen. Ik ga in die tussen
tijd nog een tukkie doen.
Jan van Ees
Adrwrtentie
Deze maand geen
"verloren" dagen F
"Die" dagen kunnen zo zwaar
wegen maar er zijn toch
"Akkertjes"! met geneeskrachtig
micro-poeder, die nare dagen
minder naar maken, hoofdpijn,
vermoeidheid en loom gevoel
verdrijven. Ja, voor verstandige
vrouwen zijn er alleen nog maar
"gewone" dagen met "Akker
tjes", die snellere pijnverdrijvers.
flitsen uw klachten weg
zijn van 1,15 percent van het premieplich
tig inkomen.
Wanneer de weduwen- en wezenverzeke
ring in werking treedt, zullen in het alge
meen de verschillende bijslagen op we-
duwenrenten ingevolge de Ongevallen
wetten en de Invaliditeitswet vervallen.
Op het ogenblik van inwerkingtreding
van de wet komen alle weduwen en wezen
direct voor 'n uitkering in aanmerking in
dien zij aan de daarvoorgestelde voor
waarden voldoen. Alle weduwen van 60
tot en met 64 jaar zullen echter in ieder ge
val weduwenpensioen krijgen ongeacht de
leeftijd waarop zij weduwe werden of hun
jongste kind 18 jaar werd.
LONDEN (Reuter) Politieke waarne
mers verwachten, dat de Britse regering
woensdag zal bekendmaken, dat 70.000
jongemannen van 19 jaar, die dit jaar zou
den worden opgeroepen om hun dienst
plicht te vervullen, thuis kunnen blijven.
De regering zou hiertoe hebben besloten
omdat steeds meer vrijwilligers zich mel
den voor leger, vloot en luchtmacht.
Het woord leur kwam vroeger voor
in een aantal vaste verbindingen die
behalve te leur stellen thans alle ver
ouderd zijn. Men zeide: te leur komen
te leur gaan en te leur lopen voor: ver
loren gaan; te leur vallen voor: geen
succes hebben. Te leur gaan hebben
wij nog over in te loor gaan en daaruit
blijkt ook de oorspronkelijke beteke
nis: verlies. Het daarbij behorende
werkwoord is verliezen, waarvan de
verleden tijd luidt: verloor. Zo is de r
in het woord leur te verklaren.
Er is een ander woord leur, dat ver
want is met lor en dat: vod, prul bete
kent. Het daarbij behoi-ende werk-
woord is leuren: langs de huizen gaan
om iets te verkopen.