Sxmia Qas onze en danskunst COWBOYS VAN OUDE STEMPEL IN DE AUSTRALISCHE ALPEN Schetsen Iri, Spanje uit ZATERDAG 28 FEBRUARI 19 5 9 Erbij PAGINA DRIE V er schil IK 5PEEL SENSATIONEEL SPAANS PROCES WEGENS VIER MOORDEN OM 'N RING DE ZON KOMT OP in een strakke lucht, de stoep zijn gaan zitten om niets van het maar de aarde gloeit met alle kleuren, schouwspel te missen. Van het balkon van ons huis zien wij het landschap als een staalkaart, rood en De GROTE STEDEN hebben meer at- paars en oranjebruin van de grond, blon- tracties voor de reizigers. In Pamplona de kleuren van de graanvelden. Voor zover worden tijdens het feest van St. Fermin het oog reikt rotsen en akkers, met hier GGn weeklang iedere ochtend de stieren en daar een boom. Grote grijze oppervlak- 'n straten losgelaten. In Saragossa zijn ten scheiden de kleuren van elkaar. Dit verdeeld over kerken en kloosters, zesen zijn kale rotsen, langzaam door weer en veertig beroemde en minder beroemde wind vernietigd, waarop geen plant, zelfs Madonna's: Spanjaarden, die Saragossa niet de meest bescheiden grassoort, meer bezochten, scheppen tegen elkaar op wie groeit. Iedere onweersbui speelt weer aar- ^e meeste, de mooiste en de rijkste zag. de en puin mee. De Spaanse regering doet Aan de kust, in een rijkere streek, ligt een poging door herbebossing het langza- Barcelona, een stad van internationaal me verval tegen te gaan, maar de bomen formaat. Toch blijven af en toe vreemden lijken verloren in deze verlaten uitge- in ci.orP hangen, omdat ze, zoals wij, strektheid. Op nog geen dertig kilometer n0& nooit zoiets moois als dit land zagen, afstand begint Frankrijk, aan de noord- oï omdat ze zelden met zo een vanzelf- zijde van de Pyreneeën, maar aan niets sprekende gastvrijheid als door deze Span is merkbaar dat zo dichtbij een land ligt ^?.^de,n werden ontvangen. Maar het met grazige weiden en groene bossen, blijft de inwoners een raadsel. wat zoe- Soms rijdt een Franse auto voorbij ons ken JoH'e hier toch, wij zijn maar arme dorp. De inzittenden hebben zich heel de mensen, zegt Saturia vragend, weg al de ogen uitgekeken en zullen in deze streek eerder de associatie krijgen met een maanlandschap dan met hun eigen liefe lijke land. Wandelend door de omstreken zien wij dat de flora en de fauna het ka rakter hebben van het land, kleine plan ten met felle bloemetjes, die zich met veel stekels beschermen, strobloemen en dis tels. Een plant die ten noorden van de Pyreneeën weelderig groeit, met grote rose bloemen, leeft hier in het klein met hard blad en diep-paarse bloemetjes. Er zingen geen vogels, wel vliegen er grote troepen eksters en hopachtige vogels, soms ook aasgieren. Hier en daar werkt een boer, soms uren van zijn dorp af. Van verre kunnen wij Filippo horen zingen bij het werk. Drie muildieren trekken een lage kar in cir kels over het gedorste koren. De vele scherpe wieltjes onder de kar snijden het in kleine stukken. Filippo staat kaarsrecht de dieren te mennen, zich van tijd tot tijd in volle lengte uitrekkend om met de zweep een mep uit te delen. In een wolk van stof zingt en vloekt hij beurtelings: O Castagno, gevloekt zij de moeder die je voortbracht (tegen een muildier) en dan, zomaar in de ruimte: Waar was je je gezicht mee, liefste, dat het zo straalt als de zon? ALS FERNANDO, een zorgelijker man, de teugels overneemt, zingt die op zijn ma nier: Maar zij trouwde de rijke Diego en de arme blijft niets dan tristessa. Of hij improviseert een liedje: Signor Al calde, ik lust je grapjes niet! De vrouwen harken het stro bij elkaar. Zij gaan als Moorse vrouwen helemaal schuil in hun kleren, om hun huid tegen de zon te beschermen en zo bleek te blij ven als de dames in de stad. Een boer biedt ons water aan. Wij hebben geen dorst, maar nemen toch een slok uit zijn kruik. Het verwondert ons al niet meer als een wildvreemde hier ons water aanbiedt, zelfs op een dag dat het stroomt van de regen. Men wil niet in de eerste plaats onze dorst lessen maar maakt een gebaar van vriendschap, lijkt het, zoals dat in Holland met een kop koffie gebeurt. Deze boer is een der zonen var het dorp, die zijn for tuin in het buitenland heeft gezocht. Voor de oorlog werkte hij als spoorwegarbei- der op het Gare du Nord en nu denkt hij in de Australische Alpen de jon- DRIE Nederlandse critici van de dans- kends te vertellen valt dat het verant- kunst Joop Schultink, Willem Boswin- woord is, er een dik boek van ruim twee kei en David Koning hebben gezamen- honderd bladzijden aan te wijden. Maar lijk een boek over „Het Nederlands Ballet" wie die vraag ontkennend zou willen be- geschreven, dat door de uitgeverij J. H. antwoorden, onderschat het enthousiasme, Gottmer te Haarlem en Antwerpen in de waarvan niet alleen de medewerkers en handel is gebracht. Men begrijpe dit goed: medewerksters aan Het Nederlands Ballet niet over het ballet in Nederland, al komt zelf, maar ook verscheidene critici van dat er uit de aard der zaak nu en dan wel de hedendaagse balletkunst ten aanzien bij ter sprake, maar in het bijzonder over van deze presentatieve Nederlandse gro p de dansgroep die de naam ,.Iiet Nederlands sedert haar oprichting vervuld zijn ge- Ballet" draagt. Men zou zich met enig recht kunnen af vragen of er over een balletgezelschap, dat in zijn huidige vorm nog geen volle vijf jaar en met zijn voorlopers mee nauwe lijks tien jaar bestaat, zoveel belangwek- ALS DE SNEEUW smelt, ver nieuwt het leven zich. Dan priemt met weemoed terug aan die tijd toen hij ge zon ™GGdogenloos in de blan- met hard werken ook goed verdiende. ke sneeuwmassa. Bergstroompjes, Saturia is met een mandje eten van het ontdaan van hun kluisters kla- dorp komen lopen en spreidt de middag- \eTe" naar beneden. Regenboog maaltijd uit in de schaduw, in de greppel foielle" dartelen in de sti oom van de weg. Bonen, sla en brood als ge- versnellingen. De vogels begin- woonlijk, met een slok wijn en een slok "en te zinSGn- °e grote dooi is water. Als een auto voorbijrijdt, dekt ieder begonnen. Dan komt, diep be- haastig de borden toe en duikt in elkaar "GCJen in de dalen, het vee op tot de stofwolk achter de wagen weer is trek" Dan heerst er grote bednj- gaan liggen. Er gaat maar weinig verkeer VI§heid op de boerderijen. Het over deze weg, al is het een hoofdweg vee moet immers naar boven! Ik van Pamplona naar Barcelona, de verbin- vertoef op Khancoban, een dei- ding tussen noordkust en Middellandse- grootste „cattle stations in het zeekust. De weg kan soms uren verlaten grensgebied van Victoria en blijven, zoals wij liftend ondervonden, Nieuw-Zuid-Wales waar men soms komt er een vrachtwagen met fruit behalve veel paarden v'jfduizend voor Frankrijk langs, een paffige heer in SGhaPtm en vijfentwintighonderd een Mercedes, of een zwarte Cadillac vol stuks ™"dvee houdt. Sn ieder paters jaar, als de lente begint, brengen 'Een'enkele keer stopt een buitenlander de cowboys van Khancoban bijna bij het dorp. Hij parkeert zijn auto bene- tweeduizend runderen naar de den, gaat langzaam de weg omhoog over zeventienhondeid meter hoger liggende weiden in de alpen, het „Dak van Australië". NA GEBRANDMERKT te zijn vertrekken de dieren in kudden keien en paardevijgen, loopt in vijf minu ten de twee straten van het dorp door, drinkt een glaasje in Bar Moderne en keert terug, langs de oude zwarte vrouwen, die ook weieens een nieuw onderwerp van ge- A sprek willen hebben en met breiwerk op tf" mmstG tweehonderdvijf- tig stuks onder de hoede van enige cowboys, zodra het bericht komt dat de sneeuw is gaan smel ten. Ik mocht mee. Bij het krie ken van de dag braken we op. In het donker van de nanacht hadden we ontbeten. Toen wij reden over de verlaten vlakte, begon de zon zich boven de Al pen te verheffen. De lucht was stil en koel. Gevijven reden we met de kudde. Het bergpad was nauw en kronkelig. Een lange dag lag voor ons. Veertien mijl naar boven moesten wij afleggen over de flanken van steile ber gen, door ravijnen vol struikge was en over beboste kammen. Terry Greene, manager van Khancoban, zijn lange zweep over de schouder, telde de dieren bij het verlaten van de boerderij. Het was of de beesten aanvanke lijk aarzelden, als waren zij nog onzeker omtrent het doel van de reis. Archie MacCallum reed ook mee, de eerste drijver met een halve eeuw ervaring in dit berg land. Verder waren er Ernie Board eens kampioen „buck- jumping" (rijden op ongetemde paarden) en Bill Pender, een kleine veeboer uit de streek. Zodra we gaan klimmen en in bosachtig terrein komen, begin nen de zwepen te knallen. De echo, vele malen weerkaatst, sterft weg tussen de bomen. Langzaam gaat het vee voort. Weinig geloei nu. Ergens strui kelt een paard over een boom stronk. Een cowboy schreeuwt luidt, als een koe zich loswerkt van de kudde. Een hond snelt blaffend toe en drijft het dier terug. Prima helpers, die hon den. Stuk voor stuk presteren ze evenveel als twee a drie cow boys. Ze sparen ons paarden, die honden, zegt Terry Greene. MERKWAARDIGERWIJS zijn het niet de echte veehonden, die in de alpen helpen drijven. De LONDEN (UPI) Peterborough de chroniqueur van de Londense „Daily Telegraph", heeft van een Engelse di plomaat een kenschetsing gehoord van het verschil tussen de Engelse en de Russische pers, zoals hem dat tvas ver teld door een Rus. „Veronderstel", zei de Rus, „dat u en ik een hardloopwedstrijd houden en u wint. In uw krant zou staan: de Rus sische en Britse ambassadeurs hebben gisteren hardgelopen. De Britse ambas sadeur heeft gewonnen. Maar in de „Pravda" zou het bericht luiden: Gis teren is een hardloopwedstrijd tussen diplomaten gehouden. De Russische ambassadeur eindigde als tweede. De Engelse ambassadeur kwam net voor de laatste man over de streep". VOO n. ALLE GEZINDTEN echte Queensland Blue Heelers zijn namelijk te aggressief voor zo'n bergtocht, hoewel zij in de vlakte uitstekend voldoen. Vee in de bergen moet rustig worden gehouden tijdens de trek. Anders blijven de dieren op een gegeven ogenblik staan en dan krijgt mens noch hond ze meer in beweging. Daarom gebruiken de cowboys van Khancoban „kelpies" in Australië gefokte schapenhonden. Archie MacCallum vertelt, op de hem eigen langzame manier, over de honden. „Het allerbeste" zegt hij „is een kruising tussen een Blue Heeler en een kelpie. De echte veehond bijt meer dan hij blaft. Maar zo'n schapenhond bestrijkt een groot terrein en houdt de kudde voort durend op gang. Die bespaart je paardevlees! Als je eens wist wat één man met een paar honden kan bereiken.." Luide schreeuwt hij dan een bevel tot zijn hond. Een slim, klein, levendig, bruin, ruigharig dier. Een bastaard- kelpie. Altijd in draf, altijd actief. Bo (zo heet Archie's hond) rent het struikgewas in, springt over boomstammen en baant zich een weg, waar geen ruiter zulks kan doen. Later op de dag loopt Bo kreupel. Zijn voetzolen zijn ge wond, maar hij blijft actief, trouw en gewillig. Het vee houdt rekening met Bo en zijn kornui ten. Het erkent de heerschappij der honden. Gewillig, wetende dat de honden alomtegenwoordig zijn, vervolgt het zijn weg. De hond regeert. Bo allereerst. Wederom knallen de drie meter lange zwepen. Het lijken geweer schoten. Opnieuw duiken de hon den in net struikgewas. Kort daarna zijn er moeilijkheden in de achterhoede. Een paar koeien zijn afgedwaald en bevinden zich nabij een gevaarlijke, geheel overgroeide kloof. Knallende zwepen. De kleine hond heeft dit bevel niet nodig. Hij is reeds bezig om de zwervers terug te brengen in het gelid. Man en hond begrijpen elkaar. Archie praat tot zijn hond op dezelfde toon, die hij tegen mij bezigt. Het is, alsof Bo een vier voetig verlengstuk is van Archie. Bo drijft het vee als een cowboy met jarenlange ervaring. Die heeft Archie ook. Archie, wiens gezicht getaand is en het stempel draagt van het land. is tevreden met Bo en Bo is het met Archie, ze begrijpen elkaar en horen bei den bij het land. WE ZIJN inmiddels bij een der moeilijkste gedeelten van ons traject, de weg naar Bradney's Gap, gekomen. Hier en daar be draagt de helling van het spoor dertig graden. We stijgen vijfhon derd vijf tig meter over een af stand van twee kilometer. We bevinden ons op drieduizend voet hoogte. Het bos verkrijgt een ander karakter. Het zonlicht speelt door de boomtoppen op de grond en op de ruggen van het vee. Een mooi spel van licht en schaduw. De paarden aarzelen soms en hijgen onder de last ik kwam aan de kop en we red den het, de honden en ik. Maar één zo'n ervaring is voor mij vol doende! Een sterke stier of een pas gevangen wild paard, dat red ik wel. Zo'n stormende troep hoornvee, dat haal ik geen twee de keer". weest. Voor zover het de drie dansrecen- senten betreft, die in dit boek aan het woord zijn, spreekt die geestdrift uit elke bladzijde. Daardoor is het mogelijk dat men geboeid en met genoegen want geestdrift is aanstekelijk Joop Schul- tinks minutieuze verslag leest over de ge schiedenis van de groep en hetgeen aan de stichting ervan vooraf ging. En om de zelfde reden volgt men met gelijke belang stelling Boswinkels analyse van het reper toire, evenals de bijdrage van Koning, die het onderwerp „De dansers en danseressen van Het Nederlands Ballet" voor zijn reke ning heeft genomen zonder dat hij het gebied van zijn beschouwingen door dit onderwerp echter al te zeer heeft laten be perken. „Hier passen enige persoonlijke opmer kingen over Sonia Gaskell, de artistieke leidster" staat ergens in het door Schultink verzorgde gedeelte van het boek. Als we een goed Holland woord voor „understa tement" hadden, zou dat hierbij meer dan ooit te pas komen. Want niet alleen in het hoofdstuk, dat op die zin volgt, maar in het hele boek zijn maar weinig bladzijden te vinden waarop géén opmerkingen persoonlijke en minder persoonlijke over Sonia Gaskell voorkomen. Sonia Gas kell de initiatiefneemster, Sonia Gaskell de danspedagoge, Sonia Gaskell de artis tieke leidster, Sonia Gaskell de choreo grafedeze begrippen vormen het leid motief van het boek en dat opzichzelf is misschien een grotere hulde aan de per soonlijkheid en het werk van mevrouw Gaskell dan die welke de schrijvers in woorden hebben kunnen uitdrukken. Zij Kosciusko, sneeuwblank. Dan zie heeft deze drie auteurs, die uit hoofde van ik ook de eerste sneeuwgom- hun oorspronkelijke taak een critische bomen. We zijn op vijfduizend houding ten opzichte van haar prestaties Australische veedrijvers proberen goede vrienden te worden met de vaak onstuimige stieren. NA BRADNEY'S GAP is de terreingesteldheid in den beginne minder zwaar. Eerst dalen we iets naar Khancoban Creek, dan _T i „t i - j weer omhooe Ergens in de buurt voet ho°gte- No§ Gven sPant het moesten aannemen, met meer dan gewone dondert een waterval, die alle vee zich in. Een korte maar steile belangstelling voor die prestaties weten andere geluiden overstemt Dan helling, steiler dan alle vooraf- te bezielen, zoals zij ook de leden van haar gaatdeweg weeded omhoog gaande. Diep beneden ons, door groep heeft bezield. En dat is zeker geen Bii een kreek houden we halt De een blauwachtige nevel heen, zie geringe triomf. zon is hoog aan de hemel Het ik een smaragdgroene vlek. De Toch wil dit niet zeggen, dat het boek vee staat met de benen in het weidegronden van Khancoban, één lange aaneenschakeling van vleiende koele water Terry laat vuur ma uitgangspunt van onze trek. opmerkingen aan het adres van mevrouw Ook in Axistralië hebben de cowboys hun rodeo's, waarbij het aangename van het ruiterfeest wordt verenigd met de noodzaak om wilde paarden te temmen. hunner berijders. De honden blaffen scherper, bevelender. Ge staag klimt het vee omhoog. Een rijke, zich traag bewegende stroom leven, die geleidelijk over Bradney's Gap verdwijnt. Wat noopt de dieren tot klimmen? Raadselachtig. Misschien louter een verbazingwekkende vitaliteit, de wil om voort te bestaan en voort te gaan. Boven geven wij de kudde een wijle rust. De dieren zijn te moe om te vreten. Ernie Board springt uit de zadel. Hij stopt een pijp, met de trage bewegingen, die de cowboy kenmerken. Leunende tegen zijn paard vertelt hij, hoe hij eens moederziel alleen met 'n paar honden zo'n drijftocht on dernam. „Wat noordelijker! Een duivels spoor. Steil omhoog, maar ik kreeg ze boven. Toen begon het spul. De beesten werden wild. Gingen er van door. Stormden de weg op, die daar het spoor kruis te. Ooit een dolle kudde gezien? Als een stoomwals. Ik probeerde aan de kop te komen, maar zij blokkeerden de weg. Als er toen een auto gekomen wasmaar Gaskell is. Het is niet geschreven door een drietal blinde vereerders, die de balletleid ster eens helemaal in de bloemetjes hebben willen zetten. Het bevat wel degelijk ook NOG VIER MIJL! schreeuwt °p™^ki"gten' die de waardering voor de Terry mij in het voorbijrijden balletleidster op bepaalde punten strikt toe. Ik zet mijn paard aan. Het afbakenen. Maar juist dat maakt de be- ue laaisie jaren wurui er 111 uie i. kouder nu, geen zon. een te" bergen (op het „Dak van Austra- schrale bries. Maar dan zijn we, Wjg* J» VQOr dit gboek een geluk. het Nederlands ken. Een simpel maal. De thee smaakt ons voortreffelijk. Water van de Snowy Mountains op deze besneeuwde bergtoppen ont springen drie grote rivieren (de Murray, de Snowy River en de Murrumbidgee) en tal van beken. De laatste jaren wordt er in die lië") hard gewerkt aan grootse eindelijk, op vlak terrein. Een projecten van irrigatie en elektri- gevoel van opluchting komt over Blf/L^ndens'^^ ficatie. Thans wonen en zwoegen ons allen, over mensen en dieren g»* wLn op de diensten daar meer mensen dan vroeger. Archie's onvermoeibare hnnH slag heeft kunnen leggen op ae diensten hond Maar het is, alsof de alpen alles viert het feest van de behouden hebben geabsorbeerd: mensen, aankomst door zich eens lekker machines, voertuigen. Nog kan uit te rollen. Het vee ruiken de men er dagen rijden zonder een dieren het sappige gras van menselijk wezen tegen te komen. Pretty Plain, waar zij de zomer Na het middagmaal begin het zulen doorbrengen? - stelt zich zwaarste deel van de trek, tegen een lange rij open zet er een de „Lange Spoor" op. Een pad sukkeldrafje in. Drijven is niet van vier kilometer, dat boven meer nodl§- tweeduizend voet hoger is dan Als we dan bij Pretty Plain beneden. Een zeer steile helling (Khancoban s bergweiden) zijn, dus! De rit valt werkelijk niet begrijp da* Terry dit lapje mee. Geschreeuw, geblaf, zweep- grond de »Spons van Australië geknal. Telkens weer kan de kop niet vooruit. Gevallen boomstam men. Een week tevoren was het spoor gerapporteerd als „onbe gaanbaar". Mannen van Khan coban zijn vooruitgestuurd om de weg te effenen. Toch is hij nog slecht. Maar het vee móét ver der! Mannen en paarden, honden en zwepen komen tot volle inzet. Voort! Op vierduizend voet is de lucht merkbaar ijler. Dunner wordt het bos. We naderen de sneeuwgrens, waarboven als enige boom nog slechts de mooie gomboom groeit. Eensklaps ontrolt zich een heer lijk vergezicht. Voor het eerst sedert zonsopgang zie ik weer een horizon. Ver weg ligt Mount noemt, want in het midden liggen van enige internationale bekende gastcho- reografen, zoals Leonide Massine en David Lichine, want dit heeft de auteurs een on gezochte aanleiding gegeven om af en toe eens van het beschouwen onzer nationale balletgroep af te stappen en zich te ver diepen in buitenlandse gezelschappen en het werk van hun balletmeesters. De in- blokhut. We zadelen af. We ver- houd van het boek is daardoor rijker en zamelen hout om te koken en te afwisselender geworden dan anders mo- stoken. Na het maal komen de gelijk zou zijn geweest. Dat de schrijvers sterke verhalen, maar wie de zich overigens zelf wel bewust waren van de beperktheid van hun eigenlijke onder werp, blijkt uit de slotopmerking van Bos winkel: „Het instrument is zeer goed, maar het heeft nog wat weinig te tonenIn elk geval geeft de start alle reden in de goede afloop te geloven." Dit boek is dus allereerst de geschiede nis van een start, zij het danook van een start met goede vooruitzichten. Misschien is het daarvoor ietwat te „zwaar" opgezet. Maar zeer lezenswaardig is het ongetwij feld. En voortreffelijk geïllustreerd. C. Lector moerasachtige plekken. De paar den gaan er voorzichtig en on gaarne overheen. Hier ligt een smeltwaterton, tevens een bron van beekjes en kreekjes. Wij drijven het vee binnen de om heining. Iets verder staat onze maar wie werkelijkheid heeft meegemaakt, twijfelt of er overdrijving in steekt. In het vaak dichte geboomte is padvinderij een levende werke lijkheid voor geharde kampeerders. MADRID (Reuter/AFP) Madrid is acht dagen in de ban geweest van een sensationeel proces dat al „het proces van deze eeuw" is gedoopt. Het gaat te gen een rijke Spanjaard, die vier mensen vermoordde om een beleende diamanten ring en een brief terug te krijgen, die hem geschreven zou zijn door een Engelse. De Spanjaard is dinsdag ter dood veroordeeld. De geschiedenis zou zich als volgt heb ben afgespeeld: de vrouw in kwestie schreef de Spanjaard een brief met het verzoek de ring waarvan de waarde ge schat wordt op ongeveer 12.700 gulden uit de lommerd terug te halen. De man gaf de brief aan de pandjesbaas. Toen hij niet gauw genoeg antwoord kreeg, ging hij naar de woning van de pandjesbaas en schoot deze neer omdat hij de brief niet terugkreeg. Daarop ging hij naar de keuken en vermoordde het dienstmeisje met een mes. Even later kwam de vrouw van de pand jesbaas naar huis. De Spanjaard gaf zich uit voor belastinginspecteur en ging gezel lig met haar zitten luisteren naar de radio. Na een tijdje kreeg de vrouw echter ach terdocht. Hij bemerkte dit en knalde haar zonder meer neer. Twee dagen later ging de man die door zijn verdedigers een psychopaat ge noemd werd naar de lommerd waai de ring bewaard werd en schoot de com pagnon van de pandjesbaas dood.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1959 | | pagina 21