Islam in de wereld van vandaag
FILATELIE
PUZZEL No. 16
Exclusieve dessins
JOHNNIE
WALKER
Bankwerker gaf zich uit voor
controleur van de brandweer
KERKELIJK LEVEN
Spit, Spierpijn
Op en om het
Binnenhof
ZATERDAG 7 MAART 1959
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
13
GOOD SCOTCH WHISKY
Rechtbank wijst verzoek
van Von Hallstein af
Examens
HAARLEMSE POLITIERECHTER
Vier maanden gevangenis voor
diefstal en oplichting
Huëdgenezing
Puistjes verdrogen door Purol-poeder
Drie exposities in het
Stedelijk museum
Opdracht voor Haagse
beeldhouwster
In het laatste nummer van The Christian
Century schrijft Freeland Abbott over de
sociale veranderingen in de mohamme
daanse landen en de daaruit voortvloeiende
noodzakelijkheid om het geloof van de
islam te hervormen. Hij voorziet de moge
lijkheid van een „reformatie", niet onge
lijk aan die van de zestiende eeuw in
Europa.
Toch bezitten vergelijkingen met hervor
mingen uit de christelijke kerkgeschiedenis,
volgens de schrijver, slechts beperkte gel
digheid. Luther en Zwingli stonden aan het
hoofd van organisaties en werden erkend
als religieuze leidsmannen, die voor deze
leiding van hogerhand waren bestemd.
Mohammed was onvermurwbaar in zijn
verzet tegen een georganiseerde priester
stand, omdat hij alle nadruk wenste te
leggen op de rechtstreekse verhouding tus
sen de enkeling en God en omdat hij de
gevaren van een alleenheerschappij der
geestelijken wilde vermijden. Het gebrek
aan organisatie van de islam brengt mee
een gebrekkige religieuze opvoeding. In
Pakistan bijvoorbeeld is de godsdienstige
opvoeding van een kind vrijwel van geen
betekenis. Het leert de vorm der gebeden
door zijn ouders na te doen. Verder hoort
het de koran in het Arabisch voorlezen,
een taal, die het kind vermoedelijk niet
verstaat. Hoe, zo vraagt de schrijver, kan
een reformatie worden verwezenlijkt bij
het ontbreken van enigerlei godsdienstige
opleiding?
Belangrijker nog is misschien de vraag:
Wat is er te hervormen? Is het niet waar,
dat voor de moslems de koran Gods woord
vertegenwoordigt, onveranderd en onver
anderbaar? Als de koran onveranderlijk is
en in vroeger eeuwen al volledig geïnter
preteerd, hoe kan hij dan dienen als de
grondslag van een „reformatie"?
Vergelijkingen met de reformatie
De schrijver ziet enkele treffende paral
lellen tussen de godsdienstige beweging in
Europa van de zestiende eeuw en bewegin
gen in de hedendaagse islamitische wereld.
Drie fundamentele elementen leken te
hebben samengewerkt om het welslagen
van de protestantse reformatie te ver
zekeren: een zich ontplooiend nationalisme,
een groeiend zelfvertrouwen van leken in
het begrip van godsdienstige vraagstukken,
en, als derde element, de uitvinding van de
boekdrukkunst.
Advertentie
en reumatische pijnen
wrijft U eveneens weg met
Horizontaal woorden invullen van drie,
vijf, zeven en negen letters. De middelste
letters op de streepjes vormen, bij de
juiste oplossing, van boven naar beneden
gelezen, een zegswijze.
1 vaarwel, 2 scheidingslijn, 3 vertelling,
4 repetitie, 5 banier, 6 bereide dierenhuid,
7 hoofddeksel, 8 genieting, 9 blijdschap,
10 voorzitter, 11 afreis, 12 deel van een
fiets, 13 kropgezwel, 14 wijnsoort, 15 wild
dief, 16 met behoud van, 17 betrekkelijk
voornaamwoord, 18 ijverig, 19 gewicht,
20 tuchtroede, 21 drukte, bedrijvigheid,
22 maker van metselwerk, 23 geldhan
delaar, 24 medicinaal gewicht, 25 boom-
loot.
Oplossingen voor donderdagochtend (al
leen per briefkaart!) inzenden aan een
van onze bureaus. Prijzen: 7,50, 5,
en 2,50.
OPLOSSING PUZZEL No. 15
Horizontaal: 1 pret, 5 egel, 9 egelvis, 11
peter, 13 arkel, 15 odol, 17 liga, 18 oer, 19
ges, 21 mom, 22 tornado, 25 roeli, 27 beeg-
den, 30 tor, 32 neo, 33 eis, 35 edel, 37 Rika,
38 lever, 40 nagel, 41 egalite, 42 atap, 43
Sont.
Verticaal: 2 retort, 3 egel, 4 ter, 5 Eva,
6 girl, 7 eskimo, 8 spook, 10 klamp, 12 Ede,
14 ego, 16 genegen, 19 groen, 20 saldo, 23
ore, 24 die, 26 stelt, 27 brevet, 28 neigen,
29 psalm, 31 ode, 34 Ike, 36 lega, 37 rato,
39 rap, 40 nis.
Prijswinnaars: 7,50 Irma Nieuwenhuis,
Veenenburgerlaan 60, Hillegom; f 5,
mevr. G. v. Poelje-v. Smaalen, Alb. Thym-
laan 20, Heemstede; 2,50: H. de Jong,
Ted. v. Berkhoutstraat 27 I, Haarlem.
De protestantse reformatie werd geken
merkt door zoveel nationalistische bezieling
en felheid, dat enkele geschiedschrijvers
haar godsdienstige aspecten hebben onder
schat en haar politieke kant de nadruk
hebben gegeven. Precies zo is het met de
hedendaagse wereld van de islam, zo meent
de schrijver. Deze wordt door een fel
nationalisme gekenmerkt, en, net als in
Europa, niet overal in dezelfde graad, noch
overal tegelijkertijd. Niettemin gaat er
nauwelijks een dag voorbij of onze kranten
berichten over gebeurtenissen, veroorzaakt
door nationalistische gevoelens bij de mo
hammedanen, hetzij in Marokko of Egypte,
Perzië of Turkije. Het is aan geen twijfel
onderhevig, dat veel van de nieuwe theo
logische bezinning van de islam, die thans
gaande is, wortelt in nationalistische ge
voelens.
De geest van de islam
Evenals de beweging in Europa is ook
deze islamitische beweging gericht op het
loslaten van zekere denkbeelden op sociaal
gebied. Zowel de middeleeuwse kerk als de
middeleeuwse islam hebben bijvoorbeeld
de woekerrente verboden, en om dezelfde
reden: omdat er zo weinig,gelegenheid voor
het lenen van geld was in het economisch
stelsel van die tijd (en, in het geval van de
islam, omdat een passage in de koran ver
schillend was uitgelegd door de metgezellen
van de profeet). Onder de druk van een
nieuw economisch stelsel heeft de kerk
haar opvatting over rente herzien. Dezelfde
neiging tot mildheid kan men thans in de
oslam waarnemen. Enkele leidende figuren
van de traditionele school bijvoorbeeld
stellen, dat een rente van een of anderhalf
percent helemaal niet onmohammedaans is.
Evenals het zestiende-eeuwse Europa de
nadruk op de geest van de wet zag toe
nemen, veel meer dan die op de letter, zo
proberen de mosles vandaag uit te ma
ken wanneer de geest voorrang heeft boven
de letter. Freeland Abbott noemt het op
vallend, dat een van de meest invloedrijke
boeken, die de moslems tegenwoordig lezen
The Spirit of Islam, De geest van de Islam,
is.
„Reformatie" op komst?
Het is ons, gezien de ons toegemeten
ruimte, onmogelijk het boeiende en inte
ressante, artikel van Abbott volledig weer
te geven. Daarom volgt hier alleen nog een
opmerking over een algemene nieuwe in
terpretatie van de islam en van de koran.
Indien er een dergelijke nieuwe uitleg op
komst is, moet zij toch wachten tot de
bevolking kan lezen en schrijven.
En omdat het kunnen lezen en schrijven
een noodzakelijke vereiste is van de mo
derne staat, is het heel wel mogelijk, dat
de ontplooiing van een politieke orde, die
het analfabetisme uitbant, hand in hand zal
gaan met een „reformatie" in het islami
tisch denken niet, zo verklaart de schrij
ver met nadruk, vanwege het vermogen te
lezen en te schrijven alleen, maar (evenals
in het Europa van de zestiende eeuw) van
wege het kunnen-lezen-en-schrijven. Ge
combineerd met vérstrekkende veranderin
gen op sociaal gebied.
Advertentie
Bom 1820
still going strong
BONN, (AFP) De rechtbank in Bonn
die de zaak tegen professor Von Hallstein
en Blankenhorn behandelt, heeft de be
schuldiging van de verdedigers dat de
rechter-bijzitter Hempelmann „partijdig"
zou zijn, verworpen. De verdedigers had
den geëist dat Hempelmann zich zou terug
trekken. Als deze eis was ingewilligd,
had men een nieuw proces moeten begin
nen.
Amsterdam. (Gem. Un.). Doctoraalexamen eco
nomie: P. Vroom en M. A. Kostel'jk, Amsterdam.
Doctoraalexamen politieke en sociale wetenschap
pen: A. C. Donker van Heel. Amsterdam. Docto
raalexamen bioiogie: B. Schippers. Amsterdam.
Leiden. Cum laude gepromoveerd tot doctor in
de wis- en natuurkunde A. Fuchs le Delft.
Delft. Kandidaatsexamen bouwkundig inge
nieur: F,. J. Jelles. Overveen. Ingenieursexamen
bouwkundig ingenieur: J. M. A. van Balen, 's-Her-
togenbosch: W. J. Godthelp, Winterswijk; W. I.
Haas. 's-Gravenhage; V. R. A. van Hezik, 's-Her-
togenbosch; G. S. Nassuth, Delft; J. W. du Pon,
Haarlem: K. van Santen. "s-Gravenhage; S. H.
Schaafsma, Groningen; A. J. P. Snijders, Delft.
Ingenieursexamen metaalkundig ingenieur: H.
Nieswaag (met lof), Schiedam.
Groningen. Doctoraalexamen geneeskunde: D.
Smit. Terschelling: H. F. Pasma. Bolsward; A. H.
Naber, Emmen. Artsexamen 1ste ged.): R. J. P.
van der Woude, Zutphen. Bevorderd tot arts: J.
M. Minderhoud. Groningen; A. E. C. Rookmaker,
Eelde; A. Verhagen, Groningen.
Advertentie
VOORDAAR 1959
Artegang 38/40
HAARLEM
„Ik ben controleur van de brandweer en
kom de lichtleidingen nakijken," zei een
26-jarige Beverwijkse bankwerker in de
cember tot talrijke huisvrouwen in zijn
woonplaats. Omstreeks twintig dames
moesten haar lichtgelovigheid letterlijk
betalen met de gulden, die de bankwerker
voor zijn „controle" vroeg. In dezelfde
maand stal de jongeman van een mede
kostganger 45 uit diens portefeuille.
Vrijdag stond hij terecht voor de Haar
lemse politierechter, mr. J. P. Petersen.
Het bleek, dat hij nog in een proeftijd liep
wegens diefstal met verbreking, waarvoor
hij is veroordeeld tot een maand voor
waardelijke gevangenisstraf. De officier
van Justitie, mr. J. Wiarda zei zelden zo'n
brutaliteit te hebben meegemaakt. Hij
eiste vier maanden gevangenisstraf met
aftrek van de twee maanden voorarrest.
Mr. J. Spreij drong er bij de rechter
op aan het te laten bij de preventieve
hechtenis. Mr. Petersen Veroordeelde ver
dachte tot drie maanden met aftrek, zo
dat hij nog een maand zal moeten uitzit-
Advertentie
Huidzuiverheid- Huidqezondheid
In de nieuwe vleugel van het Stedelijk
Museum in Amsterdam worden tot 6 april
twee exposities gehouden, respectievelijk
gewijd aan het werk van de in het najaar
van 1958 overleden schilder Bart van der
Leek en de Utrechtse architect G. Riet
veld. Drie grafici hebben als hommage
aan Rietveld elk een affiche voor zijn ex
positie in Amsterdam ontworpen, die
op de tentoonstelling hangen. Van een der
dit jaar door Rietveld ontworpen projec
ten, een bungalowpark met vijftig vakan
tiehuisjes in een duinkom in Schiermon
nikoog is een maquette op de expositie te
zien.
In het oude gebouw wordt tot 13 april
een expositie gehouden van het werk van
de in 1946 overleden Franse schilder Le
Fauconnier, wiens stijl van invloed is ge-
wees op het ontstaan van de Bergense
school omstreeks 1900. In 1914 kwam hij
naar ons land. Zijn werk heeft in de pe
riode 1914-1925 grote betekenis gehad in
de Nederlandse schilderkunst.
ten, nog afgezien van de maand voorwaar
delijk, die hij nog te goed heeft.
Gevecht tussen buren
Zes getuigen, van wie er vier tevens als
verdachten verschenen, kwamen de poli
tierechter toelichten wat er allemaal was
gebeurd tijdens een gevecht tussen buren
op een septemberavond in Zandvoort.
Eerst stond een 46-jarige kassier te
recht. Hij had een zestigjarige buurvrouw
en haar 29-jarige dochter met een stuk
hout geslagen. Naar hij beweerde uit zelf
verdediging. De dochter riep haar man,
een 33-jarige bankbediende te hulp. Ook
diens broer en nog andere buren kwamen
er bij. De kassier greep een tuinschep en
de bankbediende ging hem tot in zijn huis
achterna om hem de schep afhandig te ma
ken. Een uur voor het gevecht begon, had
de jongste vrouw de kassier een natte
dweil in het gezicht gegooid. De aanlei
ding tot het geharrewar was een poort
deur. De kassier wilde dat de deur steeds
gesloten werd, de buren dachten er an
ders over. Een dag na het gevecht had
de kassier de „steen des aanstoots" ver
wijderd.
De officier van Justitie eiste tegen de
kassier wegens mishandeling 25 boete
subs, vijf dagen en twee weken voorwaar
delijk met een proeftijd van twee jaar.
Mr. Petersen veroordeelde hem tot 60
boete. Tegen de bankbediende, zijn vrouw
en zijn broer eiste mr. Wiarda dezelfde
straf. De politierechter legde hen elk een
boete van 30 subs, negen dagen op.
Agressieve dronkeman
Tegen een vijftigjarige Heemsteedse
schilder, die wegens bedreiging terecht
stond, luidde de eis zes maanden met af
trek, waarvan twee maanden voorwaarde
lijk en een proeftijd van drie jaar met toe
zicht van het consultatiebureau voor alco
holisten.
Verdachte woont in bij een dame en
haar eenentwintigjarige kleindochter.
Toen hij op 14 januari weer eens dronken
thuis gekomen was, rende verdachte naar
boven en nam tegenover het meisje een
dreigende houding aan. De vrouw van de
schilder kwam achter hem aan en moest
hem vast houden om te voorkomen, dat
er ongelukken zouden gebeuren. Hij was
al eens eerder agressief tegen de mede
bewoners opgetreden. De man is reeds
veertien keer veroordeeld, waarvan zeven
keer voor dronkemansdelicten.
Mr. J. A. M. Thijssen zei, dat zijn cliënt
een ontwenningskuur wil ondergaan. De
vrouw van verdachte is een echtschei
dingsprocedure begonnen en haar zal zo
goed als zeker het driejarig zoontje wor
den toegewezen. Dit vindt de schilder voor
zichzelf al een zware straf. Pleiter drong
er op aan de straf te beperken tot de pre
ventieve hechtenis van ruim zes weken.
Mr. Petersen veroordeelde verdachte
tot vijf maanden gevangenisstraf waarvan
twee voorwaardelijk, met aftrek en een
proeftijd van. twee jaar met toezicht van
het consultatiebureau voor alcoholisten.
AFSCHEID VAN DE KAMER
Woensdag is, geheel onvoorziene om
standigheden daargelaten, de tegenwoor
dige Tweede Kamer voor het laatst in het
openbaar bijeengekomen. Voorzitter Kor-
tenhorst gaf dit aanleiding, in het alge
meen de Kamer, voor zij straks op 19
maart ontbonden wordt, uit te luiden
en dit in het bijzonder te doen met be
trekking tot tien afgevaardigden. De tien
namelijk van wie, doordat zij bij de aan
staande verkiezing niet meer op de kandi
datenlijsten voorkomen, vaststaat dat zij
in de nieuw samen te stellen Kamer niet
zullen terugkeren. Met inbegrip van dit
tiental, zo merkte de voorzitter nog op,
zal men na 12 maart van de honderd le
den, die de Tweede Kamer in 1946 telde,
een-en zestig niet meer en ten hoogste ne-
gen-en-dertig nog wél op het Binnenhof
zien zetelen. Het heet wel eens, dat ons
kiesstelsel onder meer tengevolge zou heb
ben, dat er te weinig „vernieuwing" in de
volksvertegenwoordiging bereikt wordt.
De zoeven vermelde cijfers tonen, dunkt
me, heel duidelijk aan, dat men ook in
dezen weer eens te maken heeft met een
slechts op fantasie, geenszins op de nuch
tere werkelijkheid berustende voorstelling
van zaken.
„Eenzaam èn alleen"
Met enige dichterlijke fantasie heeft,
naar ik dezer dagen hoorde verluiden, een
van de bekwaamste ambtenaren op Bui
tenlandse Zaken, in bovenstaande variant
op de titel van een heden ten dage in ons
land zeer bekend boek, uitgedrukt hoe
sommigen op genoemd departement (en
ook hij) thans Nederland's positie in de
internationale samenleving zien in ver
band met Nieuw-Guinea. Tot kort geleden
waren we te dien opzichte wel eenzaam,
maar tenminste in zoverre niet alleen, dat
er reden scheen te bestaan om te mogen
aannemen, dat Amerika en Australië in
stemden met het Nederlandse standpunt
dat genoemd gebiedsdeel in geen geval on
der Indonesische souvereiniteit zou dienen
te komen. Nadat echter de Indonesische
minister van Buitenlandse Zaken bij zijn
bezoek aan Australië van de Australische
regering heeft vernomen, dat deze er geen
bezwaar tegen zou hebben, indien Neder
land en Indonesië langs geheel en al vreed
zame weg zouden overeenkomen dat
Nieuw-Guinea aan Indonesië zou worden
afgestaan, kon de vraag rijzen of bedoel
de Australische uitlating toch niet van een
ietwat andere zienswijze getuigt. Heb ik
het wel, dan zijn er heel wat op het Plein,
die mét minister Luns de opvatting koes
teren, dat er van enige wijziging in het
Australische standpunt geen sprake is.
Daarentegen zijn er echter ook wel onder
de functionarissen van Buitenlandse Za
ken, die de indruk hebben, dat eerder de
boven aangehaalde karakteristiek met be
trekking tot het officiële Nederlands be
leid inzake Nieuw-Guinea op zijn plaats
is.
Vreemde dingen
Op de laatste dag, waarop de Tweede
Kamer, vóór de burgerij ter stembus op
trekt, vergaderd heeft, zijn er enige
vreemde dingen gebeurd.
Het begon er mee, dat minister Zijlstra
op het allerlaatste ogenblik trachtte te be
reiken, dat de interpellatie-Nederhorst
over de steenkolencrisis niet zou door
gaan. Voor zijn daartoe strekkend verzoek
voerde de minister aan, dat er binnen de
Raad van Ministers van de Kolen- en
Staal-Gemeenschap nog onderhandelingen
en nader overleg gaande zijn, zodat er
verschillende punten waren die hij bij het
interpellatie-debat onaangeroerd moest
laten, wilde hij de Nederlandse onderhan
delingspositie niet eventueel benadelen.
De heer Nederhorst zag de juistheid van
's ministers standpunt in, dat de interpel
latie niet tot een dergelijke schade moest
leiden. Daarom verklaarde hij zich ter
stond bereid met het oog daarop zekere
beperking in acht te nemen. Dan bleef er
echter nog genoeg over, dat wel de moei
te waard was om thans zonder verder uit
stel in de Kamer te worden besproken. De
Kamervoorzitter toonde begrip voor die
opvatting te hebben. Hij verklaarde rond
uit, geen overtuigende argumenten te heb
ben gehoord om de interpellatie niet te
doen plaats vinden en dus kon hij de Ka
mer ook geen daartoe strekkend voorstel
doen. Uitdrukkelijk vroeg hij, of er soms
leden waren, die er anders over dachten.
Allen zwegen. En zo stond op dat ogenblik
minister Zijlstra in zijn verzet tegen de in
terpellatie eenzaam en alleen.
Edoch, later bij de gedachtenwisseling
tapten zowel de anti-revolutionaire afge
vaardigde Hazenbosch als de woordvoer
der van de K.V.P. fractie Janssen uit een
geheel ander vaatje. Dit was wel zeer ver
rassend alsook buitengewoon inconse
quent, nadat zij eerst met het doorgaan
van de interpellatie geheel akkoord waren
gegaan.
Het werd echter nog dwazer. Met name
toen een tweetal door de interpellant in
gediende moties in stemming moest ko
men. Kortheidshalve bepaal ik mij tot een
dier twee moties. Te weten tot die waarin
de Nederlandse regering werd gevraagd
te bevorderen, dat de Raad van Minis
ters der Europese Kolen- en Staal Ge
meenschap op korte termijn tot benoe
ming van de nieuwe leden van de Hoge
Autoriteit zou overgaan en dat die benoe
ming zou leiden tot versterking van de
positie en van het supranationaal karak
ter van dat orgaan. Juist aangezien op
dat punt genoemde Raad van Ministers tot
nu toe op hoogst bedenkelijke wijze in ge
breke is gebleven en omdat men elders
blijkbaar dat supranationale karakter
wil trachten te ondermijnen, kon het al
leen meer aanbeveling verdienen, indien
het Nederlandse parlement zich over de
ze aangelegenheid nog eens openlijk en
duidelijk zou uitspreken. De heer Hazen
bosch noemde de motie echter overbodig.
Hij liet zich ontvallen, dat ze alleen maar
publiciteitswaarde zou hebben. Maar juist
deswege is ook al vroeger door de Ne
derlandse Kamer eenstemmig een als het
ware tot andere staten-leden van de Euro
pese Gemeenschap gerichte motie aange
nomen, zodat het argument van de anti
revolutionaire afgevaardigde niets zei.
Het bontst maakte het intussen de heer
Janssen. Hij toch had aanvankelijk, heel
braaf, gezegd dat de houding van zijn
fractie ten aanzien van de moties zou af
hangen van... hetgeen de minister er over
zou zeggen. Wat nu zeide deze? Dat hij
tegen geen der beide moties bezwaar had.
Hij noemde ze niet overbodig en met be
trekking tot de motie inzake de benoeming
van nieuwe leden van de Hoge Autoriteit
zei hij zelfs: „Ik heb er geen bezwaar w-
gen; 'integendeel." Niettemin gaf hierna
de heer Janssen ter verklaring van het
feit, dat zijn fractie zou tegenstemmen
nota bene tegen iets, waar zij in het we
zen der zaak glad vóór was dat men
van de minister had gehoord, dat deze de
moties „overbodig" vond. Op het ogen
blik, waarop de heer Janssen zich wel een
bijzonder slecht luisteraar toonde, viel
waar te nemen, dat de minister met een
niet voor tweeërlei uitleg vatbaar gebaar
zijner beide handen kenbaar maakte,
stom verbaasd te zijn over wat hem nu,
geheel ten onrechte, in de mond werd ge
legd.
Aangezien overigens ook de fractie van
de V.V.D. aan het „tegen" de voorkeur
wenste te geven en eveneens de twee
communistische groepen (zij als tegen
standers van de Kolen- en Staal-Gemeen
schap) was het eind van het lied, dat bij
de stemming over de hier besproken mo
tie, de Partij van de Arbeid eenzaam en
alleen stond.
Opening der nieuwe zitting
Na deze opmerkingen over het einde, nu
nog iets over het komende begin. Een
kort persbericht heeft aangekondigd, dat
de opening van de zitting van de Staten-
Generaal op 20 maart aanstaande zal ge
schieden door minister Struijcken.
7é"-. 'al'v
Voor hen, die misschien niet begrijpen
waarom het straks tot een opening komt,
zij eerst vermeld dat de grondwet ingeval
van ontbinding van een der Kamers (en
natuurlijk ook van beide Kamers) sluiting
van de zitting der Staten-Generaal ver
eist. Daaruit vloeit meteen al voort dat er
dan, zodra de nieuwe Tweede Kamer ge
kozen is en bijeen kan komen, opening
van een nieuwe zitting geboden is. Anders
zouden de Kamers niet aan het werk kun
nen gaan. De gewone zitting vangt, ook
alweer volgens de grondwet, op de derde
dinsdag in september aan. In de praktijk
pleegt zij te duren tot de zaterdag voor
afgaande aan die derde dinsdag. Ingeval
van tussentijdse Kamerontbinding komt
het na de gehouden verkiezingen tot een
buitengewone zitting.
Wat nu de opening betreft, breng ik in
herinnering dat deze steeds, dus zowel in
geval van een gewone als van een bui
tengewone zitting, kan geschieden hetzij
door de Koning(in), hetzij door „een com
missie van zijnentwege". Vrijwel steeds
verricht het staatshoofd persoonlijk de
opening. Vier keer is het in onze parle
mentaire geschiedenis gebeurd dat het
staatshoofd dit niet deed, wegens een sterf
geval in de naaste familie. Enige malen
heeft koning Willem III tengevolge van
zijn gezondheid de openingsplechtigheid
niet kunnen voltrekken. Koningin Wilhel-
mina ceed dit niet in 1908, toen zij in
blijde verwachting was, in 1909, toen zij
een kleine vijf maanden te voren moeder
was geworden. Voorts bleef in 1911 ope
ning door de Koningin achterwege, naar
men mag aannemen omdat het toenmali
ge kabinet dat beter achtte in verband
met de op de openingsdag door de S.D.A.P.
gehouden grote betoging voor algemeen
kiesrecht. Tenslotte was zij in 1947 door
een bronchitis verhinderd.
Intussen valt er nog melding te maken
van andere gevallen, waarin niet het
staatshoofd, maar een „commissie" open
de. Zo b.v. op de derde dinsdag van sep
tember in 1886, 1917, 1922 en 1946, toen lut
tele maanden eerder het vorstelijk staats
hoofd wél reeds de buitengewone zitting
(nadat Kamerontbinding vooraf was ge
gaan) in eigen persoon had geopend. Daar
entegen gebeurde dit laatste niet in mei
1933, juni 1937, juni 1946 en juli 1948; ver
moedelijk was hiervoor in het bijzonder
de hoofdreden, dat men nog geen nieuw
kabinet had en er dus geen in een Troon
rede te verwerken nieuw regeringspro
gramma bestond. Van deze laatste „re
gel" werd echter afgeweken op de derde
dinsdag van september in 1956, nadat ove
rigens op 3 juli van dat jaar de buiten
gewone zitting slechts door een „commis
sie" was geopend. Te meer aanleiding
heeft er wellicht bestaan om er in 1956
wel een echte „Prinsjesdag" van te ma
ken, omdat toen, naar trouwens ook in de
Troonrede werd aangestipt, voor het laatst
de Staten-Generaal in haar samenstelling
van 1887, d.w.z. van slechts in totaal 150
leden, bijeenkwamen.
Enige malen heb ik hier het woord com
missie tussen aanhalingstekens geplaatst.
Sinds jaar en dag namelijk bestaat de
commissie niet meer gelijk eertijds
meestal het geval was uit alle minis
ters, doch alleen uit de minister van Bin
nenlandse Zaken, onder wiens begrotings-
hoede nL de Staten-Generaal vallen.
Een voornaam senator
Naar aanleiding van het overlijden van
mr. dr. G. Kolff, slechts luttle d,agen na
dat hij tachtig was geworden, zij hier met
een enkel woord in herinnering gebracht
dat hij, die vele jaren lang de aanvoer
der van de christelijk-historische fractie in
de Eerste Kamer is geweest, niet alleen
een hoogst sympathieke figuur was, maar
ook een voornaam senator. In al zijn een
voud nam hij in onze Senaat een bijzonde
re plaats in. Hij genoot er gezag én aan
zien, omdat heel zijn optreden geken
merkt werd door het streven, 's lands be
lang naar eer en geweten te dienen.
Man van overtuigde beginselen, bleek
hij begrip voor de overtuiging van an
dersdenkenden te kunnen opbrengen. Zijn
politieke tegenstanders ging hij geenszins
uit de weg, maar steeds placht hij met
strikt eerlijke wapenen de strijd te voeren
en dat ook zo vreedzaam mogelijk. Daar
bij deed tevens zijn zin voor een goedaar
dige humor prettig aan. Groot was zijn
takt, ook als het er om ging, te trachten
al te veel onheil te voorkomen of althans
misslagen, wel eens begaan door een zo
heftige afgevaardigde als destijds zijn
fractiegenoot prof. Gerretson, tot zo ge
ring mogelijke proporties terug te bren
gen. Meer dan eens, zo was wel bekend,
heeft mr. Kolff heel wat te stellen gehad
met de capriolen die er van genoemde
hoogleraar te duchten vielen. Een veel
spreker was de voorzitter der C.H. frac
tie niet, doch wat hij zeide getuigde van
kennis van zaken en van strikte oprecht
heid. Zijn eenvoud was het kenmerk van
het ware, en tevens van het voorname
in hem.
Dr. E. van Raalte
VERENIGDE STATEN. De Ameri
kaanse posterijen geven 6 april een
postzegel van 4 cent (blauw) uit, gewijd
aan het Noordpoolonderzoek te land en
ter zee. De zegel herdenkt tevens het
feit, dat vijftig jaar geleden op
6 april 1909 de Amerkiaanse pool
reiziger Robert Edwin Peary de Noord
pool bereikte en de historische tocht
van de atoomduikboot „Nautilus" onder
de ijskap van de Noordpool, bijna vijf
tig jaar later. Het ontwerp van Geor
ge Samerjan uit New York bestaat
uit het bovenste deel van de globe,
waarop het pool-vasteland is aange
geven. Op de voorgrond ziet men een
man met een door honden getrokken
slede; daaronder de „Nautilus". De zegel
heeft een oplage van 120 miljoen exem
plaren.
VERENIGDE ARABISCHE REPU
BLIEK (Egypte). Ter gelegenheid van
de tweede zitting van de Arabische tele
communicatie unie, gehouden op
1 maart in Damascus, is een zegel van
10 mills (blauwviolet) in circulatie ge
bracht. In het midden van de zegel ziet
men een kaart van de Arabische landen,
waarop de plaatsen zijn aangegeven
waartussen de verbindingen worden
onderhouden. Links hiervan is een
zendmast en rechts een telegraaf leiding
aangebracht.
OOST-DUITSLAND. De 150ste ge
boortedag van de componist-pianist Fe
lix Mendelssohn-Bartholdy (1809-1847)
is herdacht met een serie van twee
postzegels in de waarden 10 pf. (groen)
en 25 pf. (blauw). De. eerste zegel laat
het Gewandhaus te Leipzig, waar Men
delssohn dirigeerde, zien en de tweede
zegel het openingsthema van het eerste
deel van de symfonie in A-dur (Ita
liaanse symfonie). De 25 pf. is een „sper-
waarde".
ITALIë. Dertig jaar geleden werden
de Lateraanse verdragen gesloten, de
overeenkomsten tussen Italië en de hei
lige stoel, waarbij Vaticaanstad werd
gesticht. Ter herinnering hieraan is een
postzegel van 25 lire (blauw) uitge
komen. De klokketoren van het Kapi-
tool, de fontein op het plein van het
Quirinaal en de koepel van de St. Pieter
vindt men er op afgebeeld.
CANADA. Het tienjarig bestaan van
de NAVO is ook voor de Canadese pos
terijen aanleiding tot uitgifte van een
postzegel. Het is een waarde van
5 cents (blauw en wit) met de wereld
bol, waarop de NAVO-landen zijn af-
^■il
getekend. In de linkerbovenhoek van
het zegelbeeld komt de vredesduif met
een olijftak in zijn bek voor. De zegel
is ontworpen door Philip Weiss uit Ot
tawa. 2 april is de eerste dag van uit
gifte.
COMMUNISTISCH CHINA. Twee
postzegels, 4 fen (rood) en 8 fen (violet)
zijn hier uitgegeven onder de titel „De
grote stap voorwaarts in de staalfabri-
kage". Marcherende staalarb eiders,
waarboven de vlag met het portret van
Mao-Tse-Toeng, komen voor op de
4 fen en hoogovens op de 8 fen.
BELGIë. Ten bate van de instelling
„Hulp aan verplaatste personen uit
Oost-Europa" in 1949 gesticht door
pater Pire, Nobelprijswinnaar voor de
vrede 1958 is een serie van drie post
zegels uitgegeven. Het zijn een 1 jr.
50 c. (cyclaamkleurig), 2.50 fr. 1 fr.
(bronsgroen) en 5 fr. 2.50 fr. (rood
bruin). Op de zegels is het embleem van
de organisatie, bestaande uit een open
hart met er achter de wereldbol, afge
beeld. Dit als symbool van de ken
spreuk van de organisatie „Een open
hart voor de wereld". Tot 25 april zul
len de zegels aan alle Belgische post
kantoren verkrijgbaar zijn.
PHILIPPIJNEN. In de serie „Be
roemde Filippino's" zal 2 maart de acht
ste waarde in omloop worden gebracht.
Het is een zegel van 50 centavos met
het portret van rechter Cayetano Arel
lano.
TURKIJE. Ter herinnering aan het
feit, dat 75 jaar geleden het jongensly
ceum te Istanboel werd gesticht, is een
postzegel van 75 k. (geel en zwart) uit
gegeven. De zegel laat een schoolbord
zien, waarop het embleem van het ly
ceum is getekend.
De Shell heeft de Haagse beeldhouwster
Corinne Franzen-Heslenfeld opdracht ge
geven een beeld te vervaardigen voor
haar nieuwe gebouw aan het Hofplein in
Rotterdam. In de grote hal van dit gebouw
wordt een waterpartij aangebracht en
hiervoor zal mevrouw Franzen een beeld
maken dat een waternimf voorstelt.
Maandag 9 maart zal in Gouda het beeld
worden geplaatst, dat Corinne Franzen-
Heslenfeld, in opdracht van de gemeente
Gouda heeft gemaakt voor de kaarsenfa
briek, die het vorige jaar een eeuw be
stond. Dit beeld komt te staan in een
plantsoen tegenover de fabriek. Het beeld
stelt een jong meisje voor met een kaar
senkroon op het hoofd, een kaars in de
hand en met de andere hand een wagentje
voortrekkend, zoals dit op het Zweedse
Luciafeest geschied.
O