Islam in de wereld van vandaag FILATELIE PUZZEL No. 16 Exclusieve dessins JOHNNIE WALKER Bankwerker gaf zich uit voor controleur van de brandweer KERKELIJK LEVEN Spit, Spierpijn Op en om het Binnenhof ZATERDAG 7 MAART 1959 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 13 GOOD SCOTCH WHISKY Rechtbank wijst verzoek van Von Hallstein af Examens HAARLEMSE POLITIERECHTER Vier maanden gevangenis voor diefstal en oplichting Huëdgenezing Puistjes verdrogen door Purol-poeder Drie exposities in het Stedelijk museum Opdracht voor Haagse beeldhouwster In het laatste nummer van The Christian Century schrijft Freeland Abbott over de sociale veranderingen in de mohamme daanse landen en de daaruit voortvloeiende noodzakelijkheid om het geloof van de islam te hervormen. Hij voorziet de moge lijkheid van een „reformatie", niet onge lijk aan die van de zestiende eeuw in Europa. Toch bezitten vergelijkingen met hervor mingen uit de christelijke kerkgeschiedenis, volgens de schrijver, slechts beperkte gel digheid. Luther en Zwingli stonden aan het hoofd van organisaties en werden erkend als religieuze leidsmannen, die voor deze leiding van hogerhand waren bestemd. Mohammed was onvermurwbaar in zijn verzet tegen een georganiseerde priester stand, omdat hij alle nadruk wenste te leggen op de rechtstreekse verhouding tus sen de enkeling en God en omdat hij de gevaren van een alleenheerschappij der geestelijken wilde vermijden. Het gebrek aan organisatie van de islam brengt mee een gebrekkige religieuze opvoeding. In Pakistan bijvoorbeeld is de godsdienstige opvoeding van een kind vrijwel van geen betekenis. Het leert de vorm der gebeden door zijn ouders na te doen. Verder hoort het de koran in het Arabisch voorlezen, een taal, die het kind vermoedelijk niet verstaat. Hoe, zo vraagt de schrijver, kan een reformatie worden verwezenlijkt bij het ontbreken van enigerlei godsdienstige opleiding? Belangrijker nog is misschien de vraag: Wat is er te hervormen? Is het niet waar, dat voor de moslems de koran Gods woord vertegenwoordigt, onveranderd en onver anderbaar? Als de koran onveranderlijk is en in vroeger eeuwen al volledig geïnter preteerd, hoe kan hij dan dienen als de grondslag van een „reformatie"? Vergelijkingen met de reformatie De schrijver ziet enkele treffende paral lellen tussen de godsdienstige beweging in Europa van de zestiende eeuw en bewegin gen in de hedendaagse islamitische wereld. Drie fundamentele elementen leken te hebben samengewerkt om het welslagen van de protestantse reformatie te ver zekeren: een zich ontplooiend nationalisme, een groeiend zelfvertrouwen van leken in het begrip van godsdienstige vraagstukken, en, als derde element, de uitvinding van de boekdrukkunst. Advertentie en reumatische pijnen wrijft U eveneens weg met Horizontaal woorden invullen van drie, vijf, zeven en negen letters. De middelste letters op de streepjes vormen, bij de juiste oplossing, van boven naar beneden gelezen, een zegswijze. 1 vaarwel, 2 scheidingslijn, 3 vertelling, 4 repetitie, 5 banier, 6 bereide dierenhuid, 7 hoofddeksel, 8 genieting, 9 blijdschap, 10 voorzitter, 11 afreis, 12 deel van een fiets, 13 kropgezwel, 14 wijnsoort, 15 wild dief, 16 met behoud van, 17 betrekkelijk voornaamwoord, 18 ijverig, 19 gewicht, 20 tuchtroede, 21 drukte, bedrijvigheid, 22 maker van metselwerk, 23 geldhan delaar, 24 medicinaal gewicht, 25 boom- loot. Oplossingen voor donderdagochtend (al leen per briefkaart!) inzenden aan een van onze bureaus. Prijzen: 7,50, 5, en 2,50. OPLOSSING PUZZEL No. 15 Horizontaal: 1 pret, 5 egel, 9 egelvis, 11 peter, 13 arkel, 15 odol, 17 liga, 18 oer, 19 ges, 21 mom, 22 tornado, 25 roeli, 27 beeg- den, 30 tor, 32 neo, 33 eis, 35 edel, 37 Rika, 38 lever, 40 nagel, 41 egalite, 42 atap, 43 Sont. Verticaal: 2 retort, 3 egel, 4 ter, 5 Eva, 6 girl, 7 eskimo, 8 spook, 10 klamp, 12 Ede, 14 ego, 16 genegen, 19 groen, 20 saldo, 23 ore, 24 die, 26 stelt, 27 brevet, 28 neigen, 29 psalm, 31 ode, 34 Ike, 36 lega, 37 rato, 39 rap, 40 nis. Prijswinnaars: 7,50 Irma Nieuwenhuis, Veenenburgerlaan 60, Hillegom; f 5, mevr. G. v. Poelje-v. Smaalen, Alb. Thym- laan 20, Heemstede; 2,50: H. de Jong, Ted. v. Berkhoutstraat 27 I, Haarlem. De protestantse reformatie werd geken merkt door zoveel nationalistische bezieling en felheid, dat enkele geschiedschrijvers haar godsdienstige aspecten hebben onder schat en haar politieke kant de nadruk hebben gegeven. Precies zo is het met de hedendaagse wereld van de islam, zo meent de schrijver. Deze wordt door een fel nationalisme gekenmerkt, en, net als in Europa, niet overal in dezelfde graad, noch overal tegelijkertijd. Niettemin gaat er nauwelijks een dag voorbij of onze kranten berichten over gebeurtenissen, veroorzaakt door nationalistische gevoelens bij de mo hammedanen, hetzij in Marokko of Egypte, Perzië of Turkije. Het is aan geen twijfel onderhevig, dat veel van de nieuwe theo logische bezinning van de islam, die thans gaande is, wortelt in nationalistische ge voelens. De geest van de islam Evenals de beweging in Europa is ook deze islamitische beweging gericht op het loslaten van zekere denkbeelden op sociaal gebied. Zowel de middeleeuwse kerk als de middeleeuwse islam hebben bijvoorbeeld de woekerrente verboden, en om dezelfde reden: omdat er zo weinig,gelegenheid voor het lenen van geld was in het economisch stelsel van die tijd (en, in het geval van de islam, omdat een passage in de koran ver schillend was uitgelegd door de metgezellen van de profeet). Onder de druk van een nieuw economisch stelsel heeft de kerk haar opvatting over rente herzien. Dezelfde neiging tot mildheid kan men thans in de oslam waarnemen. Enkele leidende figuren van de traditionele school bijvoorbeeld stellen, dat een rente van een of anderhalf percent helemaal niet onmohammedaans is. Evenals het zestiende-eeuwse Europa de nadruk op de geest van de wet zag toe nemen, veel meer dan die op de letter, zo proberen de mosles vandaag uit te ma ken wanneer de geest voorrang heeft boven de letter. Freeland Abbott noemt het op vallend, dat een van de meest invloedrijke boeken, die de moslems tegenwoordig lezen The Spirit of Islam, De geest van de Islam, is. „Reformatie" op komst? Het is ons, gezien de ons toegemeten ruimte, onmogelijk het boeiende en inte ressante, artikel van Abbott volledig weer te geven. Daarom volgt hier alleen nog een opmerking over een algemene nieuwe in terpretatie van de islam en van de koran. Indien er een dergelijke nieuwe uitleg op komst is, moet zij toch wachten tot de bevolking kan lezen en schrijven. En omdat het kunnen lezen en schrijven een noodzakelijke vereiste is van de mo derne staat, is het heel wel mogelijk, dat de ontplooiing van een politieke orde, die het analfabetisme uitbant, hand in hand zal gaan met een „reformatie" in het islami tisch denken niet, zo verklaart de schrij ver met nadruk, vanwege het vermogen te lezen en te schrijven alleen, maar (evenals in het Europa van de zestiende eeuw) van wege het kunnen-lezen-en-schrijven. Ge combineerd met vérstrekkende veranderin gen op sociaal gebied. Advertentie Bom 1820 still going strong BONN, (AFP) De rechtbank in Bonn die de zaak tegen professor Von Hallstein en Blankenhorn behandelt, heeft de be schuldiging van de verdedigers dat de rechter-bijzitter Hempelmann „partijdig" zou zijn, verworpen. De verdedigers had den geëist dat Hempelmann zich zou terug trekken. Als deze eis was ingewilligd, had men een nieuw proces moeten begin nen. Amsterdam. (Gem. Un.). Doctoraalexamen eco nomie: P. Vroom en M. A. Kostel'jk, Amsterdam. Doctoraalexamen politieke en sociale wetenschap pen: A. C. Donker van Heel. Amsterdam. Docto raalexamen bioiogie: B. Schippers. Amsterdam. Leiden. Cum laude gepromoveerd tot doctor in de wis- en natuurkunde A. Fuchs le Delft. Delft. Kandidaatsexamen bouwkundig inge nieur: F,. J. Jelles. Overveen. Ingenieursexamen bouwkundig ingenieur: J. M. A. van Balen, 's-Her- togenbosch: W. J. Godthelp, Winterswijk; W. I. Haas. 's-Gravenhage; V. R. A. van Hezik, 's-Her- togenbosch; G. S. Nassuth, Delft; J. W. du Pon, Haarlem: K. van Santen. "s-Gravenhage; S. H. Schaafsma, Groningen; A. J. P. Snijders, Delft. Ingenieursexamen metaalkundig ingenieur: H. Nieswaag (met lof), Schiedam. Groningen. Doctoraalexamen geneeskunde: D. Smit. Terschelling: H. F. Pasma. Bolsward; A. H. Naber, Emmen. Artsexamen 1ste ged.): R. J. P. van der Woude, Zutphen. Bevorderd tot arts: J. M. Minderhoud. Groningen; A. E. C. Rookmaker, Eelde; A. Verhagen, Groningen. Advertentie VOORDAAR 1959 Artegang 38/40 HAARLEM „Ik ben controleur van de brandweer en kom de lichtleidingen nakijken," zei een 26-jarige Beverwijkse bankwerker in de cember tot talrijke huisvrouwen in zijn woonplaats. Omstreeks twintig dames moesten haar lichtgelovigheid letterlijk betalen met de gulden, die de bankwerker voor zijn „controle" vroeg. In dezelfde maand stal de jongeman van een mede kostganger 45 uit diens portefeuille. Vrijdag stond hij terecht voor de Haar lemse politierechter, mr. J. P. Petersen. Het bleek, dat hij nog in een proeftijd liep wegens diefstal met verbreking, waarvoor hij is veroordeeld tot een maand voor waardelijke gevangenisstraf. De officier van Justitie, mr. J. Wiarda zei zelden zo'n brutaliteit te hebben meegemaakt. Hij eiste vier maanden gevangenisstraf met aftrek van de twee maanden voorarrest. Mr. J. Spreij drong er bij de rechter op aan het te laten bij de preventieve hechtenis. Mr. Petersen Veroordeelde ver dachte tot drie maanden met aftrek, zo dat hij nog een maand zal moeten uitzit- Advertentie Huidzuiverheid- Huidqezondheid In de nieuwe vleugel van het Stedelijk Museum in Amsterdam worden tot 6 april twee exposities gehouden, respectievelijk gewijd aan het werk van de in het najaar van 1958 overleden schilder Bart van der Leek en de Utrechtse architect G. Riet veld. Drie grafici hebben als hommage aan Rietveld elk een affiche voor zijn ex positie in Amsterdam ontworpen, die op de tentoonstelling hangen. Van een der dit jaar door Rietveld ontworpen projec ten, een bungalowpark met vijftig vakan tiehuisjes in een duinkom in Schiermon nikoog is een maquette op de expositie te zien. In het oude gebouw wordt tot 13 april een expositie gehouden van het werk van de in 1946 overleden Franse schilder Le Fauconnier, wiens stijl van invloed is ge- wees op het ontstaan van de Bergense school omstreeks 1900. In 1914 kwam hij naar ons land. Zijn werk heeft in de pe riode 1914-1925 grote betekenis gehad in de Nederlandse schilderkunst. ten, nog afgezien van de maand voorwaar delijk, die hij nog te goed heeft. Gevecht tussen buren Zes getuigen, van wie er vier tevens als verdachten verschenen, kwamen de poli tierechter toelichten wat er allemaal was gebeurd tijdens een gevecht tussen buren op een septemberavond in Zandvoort. Eerst stond een 46-jarige kassier te recht. Hij had een zestigjarige buurvrouw en haar 29-jarige dochter met een stuk hout geslagen. Naar hij beweerde uit zelf verdediging. De dochter riep haar man, een 33-jarige bankbediende te hulp. Ook diens broer en nog andere buren kwamen er bij. De kassier greep een tuinschep en de bankbediende ging hem tot in zijn huis achterna om hem de schep afhandig te ma ken. Een uur voor het gevecht begon, had de jongste vrouw de kassier een natte dweil in het gezicht gegooid. De aanlei ding tot het geharrewar was een poort deur. De kassier wilde dat de deur steeds gesloten werd, de buren dachten er an ders over. Een dag na het gevecht had de kassier de „steen des aanstoots" ver wijderd. De officier van Justitie eiste tegen de kassier wegens mishandeling 25 boete subs, vijf dagen en twee weken voorwaar delijk met een proeftijd van twee jaar. Mr. Petersen veroordeelde hem tot 60 boete. Tegen de bankbediende, zijn vrouw en zijn broer eiste mr. Wiarda dezelfde straf. De politierechter legde hen elk een boete van 30 subs, negen dagen op. Agressieve dronkeman Tegen een vijftigjarige Heemsteedse schilder, die wegens bedreiging terecht stond, luidde de eis zes maanden met af trek, waarvan twee maanden voorwaarde lijk en een proeftijd van drie jaar met toe zicht van het consultatiebureau voor alco holisten. Verdachte woont in bij een dame en haar eenentwintigjarige kleindochter. Toen hij op 14 januari weer eens dronken thuis gekomen was, rende verdachte naar boven en nam tegenover het meisje een dreigende houding aan. De vrouw van de schilder kwam achter hem aan en moest hem vast houden om te voorkomen, dat er ongelukken zouden gebeuren. Hij was al eens eerder agressief tegen de mede bewoners opgetreden. De man is reeds veertien keer veroordeeld, waarvan zeven keer voor dronkemansdelicten. Mr. J. A. M. Thijssen zei, dat zijn cliënt een ontwenningskuur wil ondergaan. De vrouw van verdachte is een echtschei dingsprocedure begonnen en haar zal zo goed als zeker het driejarig zoontje wor den toegewezen. Dit vindt de schilder voor zichzelf al een zware straf. Pleiter drong er op aan de straf te beperken tot de pre ventieve hechtenis van ruim zes weken. Mr. Petersen veroordeelde verdachte tot vijf maanden gevangenisstraf waarvan twee voorwaardelijk, met aftrek en een proeftijd van. twee jaar met toezicht van het consultatiebureau voor alcoholisten. AFSCHEID VAN DE KAMER Woensdag is, geheel onvoorziene om standigheden daargelaten, de tegenwoor dige Tweede Kamer voor het laatst in het openbaar bijeengekomen. Voorzitter Kor- tenhorst gaf dit aanleiding, in het alge meen de Kamer, voor zij straks op 19 maart ontbonden wordt, uit te luiden en dit in het bijzonder te doen met be trekking tot tien afgevaardigden. De tien namelijk van wie, doordat zij bij de aan staande verkiezing niet meer op de kandi datenlijsten voorkomen, vaststaat dat zij in de nieuw samen te stellen Kamer niet zullen terugkeren. Met inbegrip van dit tiental, zo merkte de voorzitter nog op, zal men na 12 maart van de honderd le den, die de Tweede Kamer in 1946 telde, een-en zestig niet meer en ten hoogste ne- gen-en-dertig nog wél op het Binnenhof zien zetelen. Het heet wel eens, dat ons kiesstelsel onder meer tengevolge zou heb ben, dat er te weinig „vernieuwing" in de volksvertegenwoordiging bereikt wordt. De zoeven vermelde cijfers tonen, dunkt me, heel duidelijk aan, dat men ook in dezen weer eens te maken heeft met een slechts op fantasie, geenszins op de nuch tere werkelijkheid berustende voorstelling van zaken. „Eenzaam èn alleen" Met enige dichterlijke fantasie heeft, naar ik dezer dagen hoorde verluiden, een van de bekwaamste ambtenaren op Bui tenlandse Zaken, in bovenstaande variant op de titel van een heden ten dage in ons land zeer bekend boek, uitgedrukt hoe sommigen op genoemd departement (en ook hij) thans Nederland's positie in de internationale samenleving zien in ver band met Nieuw-Guinea. Tot kort geleden waren we te dien opzichte wel eenzaam, maar tenminste in zoverre niet alleen, dat er reden scheen te bestaan om te mogen aannemen, dat Amerika en Australië in stemden met het Nederlandse standpunt dat genoemd gebiedsdeel in geen geval on der Indonesische souvereiniteit zou dienen te komen. Nadat echter de Indonesische minister van Buitenlandse Zaken bij zijn bezoek aan Australië van de Australische regering heeft vernomen, dat deze er geen bezwaar tegen zou hebben, indien Neder land en Indonesië langs geheel en al vreed zame weg zouden overeenkomen dat Nieuw-Guinea aan Indonesië zou worden afgestaan, kon de vraag rijzen of bedoel de Australische uitlating toch niet van een ietwat andere zienswijze getuigt. Heb ik het wel, dan zijn er heel wat op het Plein, die mét minister Luns de opvatting koes teren, dat er van enige wijziging in het Australische standpunt geen sprake is. Daarentegen zijn er echter ook wel onder de functionarissen van Buitenlandse Za ken, die de indruk hebben, dat eerder de boven aangehaalde karakteristiek met be trekking tot het officiële Nederlands be leid inzake Nieuw-Guinea op zijn plaats is. Vreemde dingen Op de laatste dag, waarop de Tweede Kamer, vóór de burgerij ter stembus op trekt, vergaderd heeft, zijn er enige vreemde dingen gebeurd. Het begon er mee, dat minister Zijlstra op het allerlaatste ogenblik trachtte te be reiken, dat de interpellatie-Nederhorst over de steenkolencrisis niet zou door gaan. Voor zijn daartoe strekkend verzoek voerde de minister aan, dat er binnen de Raad van Ministers van de Kolen- en Staal-Gemeenschap nog onderhandelingen en nader overleg gaande zijn, zodat er verschillende punten waren die hij bij het interpellatie-debat onaangeroerd moest laten, wilde hij de Nederlandse onderhan delingspositie niet eventueel benadelen. De heer Nederhorst zag de juistheid van 's ministers standpunt in, dat de interpel latie niet tot een dergelijke schade moest leiden. Daarom verklaarde hij zich ter stond bereid met het oog daarop zekere beperking in acht te nemen. Dan bleef er echter nog genoeg over, dat wel de moei te waard was om thans zonder verder uit stel in de Kamer te worden besproken. De Kamervoorzitter toonde begrip voor die opvatting te hebben. Hij verklaarde rond uit, geen overtuigende argumenten te heb ben gehoord om de interpellatie niet te doen plaats vinden en dus kon hij de Ka mer ook geen daartoe strekkend voorstel doen. Uitdrukkelijk vroeg hij, of er soms leden waren, die er anders over dachten. Allen zwegen. En zo stond op dat ogenblik minister Zijlstra in zijn verzet tegen de in terpellatie eenzaam en alleen. Edoch, later bij de gedachtenwisseling tapten zowel de anti-revolutionaire afge vaardigde Hazenbosch als de woordvoer der van de K.V.P. fractie Janssen uit een geheel ander vaatje. Dit was wel zeer ver rassend alsook buitengewoon inconse quent, nadat zij eerst met het doorgaan van de interpellatie geheel akkoord waren gegaan. Het werd echter nog dwazer. Met name toen een tweetal door de interpellant in gediende moties in stemming moest ko men. Kortheidshalve bepaal ik mij tot een dier twee moties. Te weten tot die waarin de Nederlandse regering werd gevraagd te bevorderen, dat de Raad van Minis ters der Europese Kolen- en Staal Ge meenschap op korte termijn tot benoe ming van de nieuwe leden van de Hoge Autoriteit zou overgaan en dat die benoe ming zou leiden tot versterking van de positie en van het supranationaal karak ter van dat orgaan. Juist aangezien op dat punt genoemde Raad van Ministers tot nu toe op hoogst bedenkelijke wijze in ge breke is gebleven en omdat men elders blijkbaar dat supranationale karakter wil trachten te ondermijnen, kon het al leen meer aanbeveling verdienen, indien het Nederlandse parlement zich over de ze aangelegenheid nog eens openlijk en duidelijk zou uitspreken. De heer Hazen bosch noemde de motie echter overbodig. Hij liet zich ontvallen, dat ze alleen maar publiciteitswaarde zou hebben. Maar juist deswege is ook al vroeger door de Ne derlandse Kamer eenstemmig een als het ware tot andere staten-leden van de Euro pese Gemeenschap gerichte motie aange nomen, zodat het argument van de anti revolutionaire afgevaardigde niets zei. Het bontst maakte het intussen de heer Janssen. Hij toch had aanvankelijk, heel braaf, gezegd dat de houding van zijn fractie ten aanzien van de moties zou af hangen van... hetgeen de minister er over zou zeggen. Wat nu zeide deze? Dat hij tegen geen der beide moties bezwaar had. Hij noemde ze niet overbodig en met be trekking tot de motie inzake de benoeming van nieuwe leden van de Hoge Autoriteit zei hij zelfs: „Ik heb er geen bezwaar w- gen; 'integendeel." Niettemin gaf hierna de heer Janssen ter verklaring van het feit, dat zijn fractie zou tegenstemmen nota bene tegen iets, waar zij in het we zen der zaak glad vóór was dat men van de minister had gehoord, dat deze de moties „overbodig" vond. Op het ogen blik, waarop de heer Janssen zich wel een bijzonder slecht luisteraar toonde, viel waar te nemen, dat de minister met een niet voor tweeërlei uitleg vatbaar gebaar zijner beide handen kenbaar maakte, stom verbaasd te zijn over wat hem nu, geheel ten onrechte, in de mond werd ge legd. Aangezien overigens ook de fractie van de V.V.D. aan het „tegen" de voorkeur wenste te geven en eveneens de twee communistische groepen (zij als tegen standers van de Kolen- en Staal-Gemeen schap) was het eind van het lied, dat bij de stemming over de hier besproken mo tie, de Partij van de Arbeid eenzaam en alleen stond. Opening der nieuwe zitting Na deze opmerkingen over het einde, nu nog iets over het komende begin. Een kort persbericht heeft aangekondigd, dat de opening van de zitting van de Staten- Generaal op 20 maart aanstaande zal ge schieden door minister Struijcken. 7é"-. 'al'v Voor hen, die misschien niet begrijpen waarom het straks tot een opening komt, zij eerst vermeld dat de grondwet ingeval van ontbinding van een der Kamers (en natuurlijk ook van beide Kamers) sluiting van de zitting der Staten-Generaal ver eist. Daaruit vloeit meteen al voort dat er dan, zodra de nieuwe Tweede Kamer ge kozen is en bijeen kan komen, opening van een nieuwe zitting geboden is. Anders zouden de Kamers niet aan het werk kun nen gaan. De gewone zitting vangt, ook alweer volgens de grondwet, op de derde dinsdag in september aan. In de praktijk pleegt zij te duren tot de zaterdag voor afgaande aan die derde dinsdag. Ingeval van tussentijdse Kamerontbinding komt het na de gehouden verkiezingen tot een buitengewone zitting. Wat nu de opening betreft, breng ik in herinnering dat deze steeds, dus zowel in geval van een gewone als van een bui tengewone zitting, kan geschieden hetzij door de Koning(in), hetzij door „een com missie van zijnentwege". Vrijwel steeds verricht het staatshoofd persoonlijk de opening. Vier keer is het in onze parle mentaire geschiedenis gebeurd dat het staatshoofd dit niet deed, wegens een sterf geval in de naaste familie. Enige malen heeft koning Willem III tengevolge van zijn gezondheid de openingsplechtigheid niet kunnen voltrekken. Koningin Wilhel- mina ceed dit niet in 1908, toen zij in blijde verwachting was, in 1909, toen zij een kleine vijf maanden te voren moeder was geworden. Voorts bleef in 1911 ope ning door de Koningin achterwege, naar men mag aannemen omdat het toenmali ge kabinet dat beter achtte in verband met de op de openingsdag door de S.D.A.P. gehouden grote betoging voor algemeen kiesrecht. Tenslotte was zij in 1947 door een bronchitis verhinderd. Intussen valt er nog melding te maken van andere gevallen, waarin niet het staatshoofd, maar een „commissie" open de. Zo b.v. op de derde dinsdag van sep tember in 1886, 1917, 1922 en 1946, toen lut tele maanden eerder het vorstelijk staats hoofd wél reeds de buitengewone zitting (nadat Kamerontbinding vooraf was ge gaan) in eigen persoon had geopend. Daar entegen gebeurde dit laatste niet in mei 1933, juni 1937, juni 1946 en juli 1948; ver moedelijk was hiervoor in het bijzonder de hoofdreden, dat men nog geen nieuw kabinet had en er dus geen in een Troon rede te verwerken nieuw regeringspro gramma bestond. Van deze laatste „re gel" werd echter afgeweken op de derde dinsdag van september in 1956, nadat ove rigens op 3 juli van dat jaar de buiten gewone zitting slechts door een „commis sie" was geopend. Te meer aanleiding heeft er wellicht bestaan om er in 1956 wel een echte „Prinsjesdag" van te ma ken, omdat toen, naar trouwens ook in de Troonrede werd aangestipt, voor het laatst de Staten-Generaal in haar samenstelling van 1887, d.w.z. van slechts in totaal 150 leden, bijeenkwamen. Enige malen heb ik hier het woord com missie tussen aanhalingstekens geplaatst. Sinds jaar en dag namelijk bestaat de commissie niet meer gelijk eertijds meestal het geval was uit alle minis ters, doch alleen uit de minister van Bin nenlandse Zaken, onder wiens begrotings- hoede nL de Staten-Generaal vallen. Een voornaam senator Naar aanleiding van het overlijden van mr. dr. G. Kolff, slechts luttle d,agen na dat hij tachtig was geworden, zij hier met een enkel woord in herinnering gebracht dat hij, die vele jaren lang de aanvoer der van de christelijk-historische fractie in de Eerste Kamer is geweest, niet alleen een hoogst sympathieke figuur was, maar ook een voornaam senator. In al zijn een voud nam hij in onze Senaat een bijzonde re plaats in. Hij genoot er gezag én aan zien, omdat heel zijn optreden geken merkt werd door het streven, 's lands be lang naar eer en geweten te dienen. Man van overtuigde beginselen, bleek hij begrip voor de overtuiging van an dersdenkenden te kunnen opbrengen. Zijn politieke tegenstanders ging hij geenszins uit de weg, maar steeds placht hij met strikt eerlijke wapenen de strijd te voeren en dat ook zo vreedzaam mogelijk. Daar bij deed tevens zijn zin voor een goedaar dige humor prettig aan. Groot was zijn takt, ook als het er om ging, te trachten al te veel onheil te voorkomen of althans misslagen, wel eens begaan door een zo heftige afgevaardigde als destijds zijn fractiegenoot prof. Gerretson, tot zo ge ring mogelijke proporties terug te bren gen. Meer dan eens, zo was wel bekend, heeft mr. Kolff heel wat te stellen gehad met de capriolen die er van genoemde hoogleraar te duchten vielen. Een veel spreker was de voorzitter der C.H. frac tie niet, doch wat hij zeide getuigde van kennis van zaken en van strikte oprecht heid. Zijn eenvoud was het kenmerk van het ware, en tevens van het voorname in hem. Dr. E. van Raalte VERENIGDE STATEN. De Ameri kaanse posterijen geven 6 april een postzegel van 4 cent (blauw) uit, gewijd aan het Noordpoolonderzoek te land en ter zee. De zegel herdenkt tevens het feit, dat vijftig jaar geleden op 6 april 1909 de Amerkiaanse pool reiziger Robert Edwin Peary de Noord pool bereikte en de historische tocht van de atoomduikboot „Nautilus" onder de ijskap van de Noordpool, bijna vijf tig jaar later. Het ontwerp van Geor ge Samerjan uit New York bestaat uit het bovenste deel van de globe, waarop het pool-vasteland is aange geven. Op de voorgrond ziet men een man met een door honden getrokken slede; daaronder de „Nautilus". De zegel heeft een oplage van 120 miljoen exem plaren. VERENIGDE ARABISCHE REPU BLIEK (Egypte). Ter gelegenheid van de tweede zitting van de Arabische tele communicatie unie, gehouden op 1 maart in Damascus, is een zegel van 10 mills (blauwviolet) in circulatie ge bracht. In het midden van de zegel ziet men een kaart van de Arabische landen, waarop de plaatsen zijn aangegeven waartussen de verbindingen worden onderhouden. Links hiervan is een zendmast en rechts een telegraaf leiding aangebracht. OOST-DUITSLAND. De 150ste ge boortedag van de componist-pianist Fe lix Mendelssohn-Bartholdy (1809-1847) is herdacht met een serie van twee postzegels in de waarden 10 pf. (groen) en 25 pf. (blauw). De. eerste zegel laat het Gewandhaus te Leipzig, waar Men delssohn dirigeerde, zien en de tweede zegel het openingsthema van het eerste deel van de symfonie in A-dur (Ita liaanse symfonie). De 25 pf. is een „sper- waarde". ITALIë. Dertig jaar geleden werden de Lateraanse verdragen gesloten, de overeenkomsten tussen Italië en de hei lige stoel, waarbij Vaticaanstad werd gesticht. Ter herinnering hieraan is een postzegel van 25 lire (blauw) uitge komen. De klokketoren van het Kapi- tool, de fontein op het plein van het Quirinaal en de koepel van de St. Pieter vindt men er op afgebeeld. CANADA. Het tienjarig bestaan van de NAVO is ook voor de Canadese pos terijen aanleiding tot uitgifte van een postzegel. Het is een waarde van 5 cents (blauw en wit) met de wereld bol, waarop de NAVO-landen zijn af- ^■il getekend. In de linkerbovenhoek van het zegelbeeld komt de vredesduif met een olijftak in zijn bek voor. De zegel is ontworpen door Philip Weiss uit Ot tawa. 2 april is de eerste dag van uit gifte. COMMUNISTISCH CHINA. Twee postzegels, 4 fen (rood) en 8 fen (violet) zijn hier uitgegeven onder de titel „De grote stap voorwaarts in de staalfabri- kage". Marcherende staalarb eiders, waarboven de vlag met het portret van Mao-Tse-Toeng, komen voor op de 4 fen en hoogovens op de 8 fen. BELGIë. Ten bate van de instelling „Hulp aan verplaatste personen uit Oost-Europa" in 1949 gesticht door pater Pire, Nobelprijswinnaar voor de vrede 1958 is een serie van drie post zegels uitgegeven. Het zijn een 1 jr. 50 c. (cyclaamkleurig), 2.50 fr. 1 fr. (bronsgroen) en 5 fr. 2.50 fr. (rood bruin). Op de zegels is het embleem van de organisatie, bestaande uit een open hart met er achter de wereldbol, afge beeld. Dit als symbool van de ken spreuk van de organisatie „Een open hart voor de wereld". Tot 25 april zul len de zegels aan alle Belgische post kantoren verkrijgbaar zijn. PHILIPPIJNEN. In de serie „Be roemde Filippino's" zal 2 maart de acht ste waarde in omloop worden gebracht. Het is een zegel van 50 centavos met het portret van rechter Cayetano Arel lano. TURKIJE. Ter herinnering aan het feit, dat 75 jaar geleden het jongensly ceum te Istanboel werd gesticht, is een postzegel van 75 k. (geel en zwart) uit gegeven. De zegel laat een schoolbord zien, waarop het embleem van het ly ceum is getekend. De Shell heeft de Haagse beeldhouwster Corinne Franzen-Heslenfeld opdracht ge geven een beeld te vervaardigen voor haar nieuwe gebouw aan het Hofplein in Rotterdam. In de grote hal van dit gebouw wordt een waterpartij aangebracht en hiervoor zal mevrouw Franzen een beeld maken dat een waternimf voorstelt. Maandag 9 maart zal in Gouda het beeld worden geplaatst, dat Corinne Franzen- Heslenfeld, in opdracht van de gemeente Gouda heeft gemaakt voor de kaarsenfa briek, die het vorige jaar een eeuw be stond. Dit beeld komt te staan in een plantsoen tegenover de fabriek. Het beeld stelt een jong meisje voor met een kaar senkroon op het hoofd, een kaars in de hand en met de andere hand een wagentje voortrekkend, zoals dit op het Zweedse Luciafeest geschied. O

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1959 | | pagina 13