WEG EN WIEL zonder morsen Amerikaanse gasten bij de Henry Hudsonherdenking VAN INFORMATIE NAAR FORMATIE Worden auto's steeds slechter? Neen, dat is een fabel Bordenchaos van banden Controleer de remleidingen Twee speciale vlaggen als geschenk voor Amsterdams burgemeester Op en om het Binnenhof VRIJDAG 3 APRIL 1959 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 19 Vermiste jongen op Terschelling gevonden (en met een prachtig resultaat) WAGISkers Mr. P. B. Dijksterhuis overleden Consumentenbond liet balpuntpennen onderzoeken fié Rooij GEBOORTE KAARTJES Studenten bouwen speeltuin in Oostenrijk „Auto's worden steeds slechter", is de opmerking die u horen kunt van de man die al twaalf wagens heeft versleten. Hij gaat. er eens rustig voor zitten om haar fijn aan te tonen hoe slordig en voddig de tegenwoordige massaprodukten in elkaar gesmeten worden. Dat. is ook een.stoer woord: massaprodukt. Dat suggereert het stampen van blik tot een soort speelgoed, waar men eigenlijk zijn leven niet aan toevertrouwen kan. De oude rot laat het daar echter niet bij, hij komt met cijfers en met feiten. Zijn Chandler van 1924 heeft hij tien jaar gereden, tien jaar, en toen hij hem opruimde, omdat zijn vrouw eens wat anders wilde (hij zou er zelf nog lang niet over gedacht hebben), toen was de bekleding nog als nieuw. Kom daar nu eens om. Als je nu een wagen een jaar hebt, steken de veren al aan alle kanten door de kale kussens! U kent deze verhalen toch? Sommige gaan nog verder terug. Dan wordt de Spijker een legendarische verschijning van onwaarschijnlijk goede kwaliteit, on verwoestbaar en nooit, maar dan ook nooit stuk. Die was zó goed, dat de fabriek failliet ging! Deze veteranen hebben schijnbaar wel enig gelijk aan bun kant. Het was hele maal geen uitzondering, dat een auto vroeger tien jaar dienst deed en er dan nog prachtig uitzag. Het pluche van de oude Chandler was werkelijk van prima kwali teit. Het is ook waar dat Ford in het beroemd geworden model T materialen verwerkte, waar men, nadat de wagen gesloopt was, uitstekend gereedschap van kon maken. De auto's werden vroeger voor een groot deel met de hand gemaakt en in vele opzichten herkende men de vakman in de afwerking en detailverzorging. Maar men vergeet gemakkelijk vervelende ervaringen uit het verleden. Men vergeet maar al te graag hoe dikwijls onderweg een wiel verwisseld moest worden, omdat een band de geest gaf en hoe ver dan de dichtstbijzijnde smid woonde, die bereid gevonden kon worden om die band te plakken, terwijl men er op wachtte. Er is echter nog iets geheel anders. De auto's van vroeger werden lang niet zo intensief gebruikt als de tegenwoordige. Een rit Maastricht-Amsterdam was een onderneming van belang! U voelt al waar dit heen gaat. Jawel, in tien jaar was de technische ouderdom precies dezelfde die wij nu na drie of vier jaar bereiken. Een snelheid van 50 km was gewoon, 80 reden alleen de dwazen. Wanneer we een moderne auto niet harder dan 70 laten rijden, deze alleen bij mooi weer gebruiken en hem verder zorgvuldig opgepoetst in de garage zetten, is een levensduur van tien jaar ook niet moeilijk te halen. Een wagen die thans in massaproduktie wordt vervaardigd en daarbij zijn aantallen van 500 tot 1500 per dag normaal zit als een trommel in elkaar gelast en wie bij de fabrikage staat te kijken, houdt zijn hart vast. Doch deze „blikken" bussen kunnen heel wat verdragen zonder dat de inzittenden letsel oplopen. Het prachtig afgewerkte koetswerk van 1924 was nog voor een groot deel van hout gemaakt en bezweek krakend wanneer het eens mis ging. Men had toen een drie liter-motor nodig om 50 pk. ter beschikking te hebben. Tegenwoordig komt dit uit een motor van anderhalve liter en die wordt dan meestal nog voortdurend op maximale belasting gerecien ook. Het verhaal van de slechter geworden auto's is een sprookje. Want de moderne massaproduktie heeft het mogelijk gemaakt om tegen een lagere prijs (en dat betekent tegen koerswaarde: voor een vijfde van de vroegere prijs) een wagen te bieden die vei liger is, sneller en comfortabeler en die, in kilometers uitgedrukt, langer meegaat. Deze auto heeft banden die het tweemaal zo zwaar te verantwoorden hebben en niettemin tweemaal zo lang dienst doen en zelden lek worden. Hij heeft een elek trische installatie die bijna nooit defect is en een stuurinrichting die betrouwbaar is op alle goede en slechte wegen en bij iedere snelheid. Hij heeft remmen die gelijkmatig en krachtig werken met een remkracht die meer dan het dubbele is van vroeger. Dit alles is mogelijk geworden door betere materialen en zuiverder bewerkingsmethoden. Want de moderne machine werkt met een nauwkeurigheids graad die de beste vakman in de schaduw stelt. Bij de veelgesmade massaproduktie zijn de inferieure materialen taboe. Want zij heeft ook een concurrentie in het leven geroepen die het verwerken van inferieure grondstoffen onmogelijk maakt. De auto is niet meer het privilege van de welgestelden, die voor persoonlijke luxe een groot bedrag kunnen besteden, hij is vervoersgereedschap geworden voor een aanzienlijk deel van de bevolking. Men moet er zijn brood mee verdienen en dat gereedschap moet goed en doelmatig zijn. Wie durft te zeggen dat de auto's vroeger beter waren dan nu moet eens een auto-tijdschrift van dertig jaar geleden door bladeren. Hij zal dan vaststellen dat tientallen merken verdwenen zijn. De meeste zijn gesneuveld omdat hun produkt niet deugde. Bij Spijker was dat niet het geval, hier was alleen sprake van slecht financieel beheer. Laten wij dan tevreden zijn met het kunstleer dat tegenwoordig onze zittingen siert, want het onverslijtbare pluche van grootvader was een prachtige vlag die een veel slechtere lading dekte. Het einde van de bordenchaos, die na de invoering van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom (1 november 1957) is ontstaan, schijnt nu toch in zicht. Van het begin af aan hebben de ver keeshonden erop gehamerd, dat er een duide lijke en uniforme aanduiding zou komen bij het begin en aan het einde van het traject waarop een snelheidsbeperking van kracht was. Maar de toenmalige mi nister van Verkeer en Waterstaat (mr. Algera) wilde liever eerst eens de kat uit de boom kijken en meende, dat voorlopig de blauwe plaatsnaamborden (vóórkant voor het begin en achterkant voor het einde) wel voldoende waren. Vele gemeenten deelden deze zienswijze echter niet en gingen op eigen houtje tot een komaanduiding over. Maar bij het ontbreken van enig algemeen voorschrift ont stond er al gauw een grote bordenverscheiden heid. Het blauwe plaatsnaambord aan het begin van de bebouwde kom kreeg veelal gezelschap van een bord met 50 km, in ronde, vierkante of rechthoekige vorm. Op sommige stond ter verduidelijking nog de afkorting Max., waarschijnlijk voor mensen, die zouden kunnen denken, dat hier niet henéden de 50 gereden mocht worden. En dan waren er nog de heel securen, die achter de letters km nog het woord uur toevoegden, om de snel heidsmaniakken maar niet te doen denken, dal dit per half of kwart uur gold. Aan het einde van de bebouwde kom werd het hele maal een vrolijke boel. Daar verschenen, links of rechts van de weg of aan beide kanten, borden in tal van afmetingen met de woorden „Einde kom", of „Einde bebouwde kom", opschriften, die hoe goed ook bedoeld, voor buitenlanders onbegrijpelijk waren. Nog gevarieerder waren de borden met een doorgestreepte 50. Dit waren ronde boi-den. al of niet met een rode rand, vierkante, rechthoekige, soms ook mét en soms zónder rand, met opschriften als 50, 50 km, max. 50 en max. 50 km uur. Het opschrift was dan doorgestreept met een balk van linksonder naar rechtsboven, van linksboven naar rechtsonder, of met een kruisteken. Soms waren deze strepen wit, dan weer zwart. En om het niet al te eentonig te maken, liepen sommige witte strepen door zwarte cijfers, of witte strepen door witte cijfers, terwijl men ook nog zwarte strepen door zwarte cijfers en natuurlijk ook zwarte strepen door witte cijfers had. Sinds 1 april mag dat allemaal niet meer. al moet. u het ons niet kwalijk nemen, als u hier en daar nog wel een bord van de oude garde zult aantreffen. Met slechts drie soorten borden moet volgens Staatsblad 583 de hele zaak nu bekeken zijn. Dit zijn ze: Het eerste, een blauw plaatsnaambord, gecombineerd met het ronde 50 km-bord, geeft het begin van de bebouwde kom (en dus de maximum snelheidsgrens) aan. Het begin van een 70-km-zone wordt dan met, het. middelste bord aangegeven Gaat de 70-km-zone binnen de bebouwde kom over in een 50-km-zone dan treft men daar het ronde bord 50 km van de eerste foto, maar nu zonder het plaats- naambord. Het einde van de bebouwde kom (en ctus van de maximum snelheidsgrens) wordt met het derde bord aangegeven. Dit bord staat er, nogal onlogisch, óók als het. einde van de kom tevens het einde van een 70-km-zone is. Men kan zich dan af vragen, of men dan tóch 20 km te hard heeft gereden Het hydraulische remsysteem heeft bij de wielen flexibele stukken remleiding, lie de beweging van de wielen kunnen volgen. Het komt voor, dat deze door ver keerde montage tegen de wielvelgen, schokbrekers of stuurstangen schuren. Meestal bezwijken ze dan, wanneer eens zeer krachtig geremd wordt en dat ge beurt uiteraard juist onder precaire omstandigheden. Het gehele remsysteem is bij leidingbreuk werkeloos geworden, zodat dit defect uitermate gevaarlijk is Het is dus verstandig deze remleidingen van tijd tot tijd te controleren. Een 14-jarig zoontje vA een steenzetter uit Oost-Terschelling, over wiens lot men zich op het eiland zeer ongerust maakte, is donderdagavond door de politie in de duinen gevonden, waar hij lag te slapen. De ongerustheid was vooral toegenomen, toen gisteravond de reddingboot Branda- ris, die was uitgevaren om de jongen te zoeken, terugkeerde na op een zandplaat de vermiste kano van de jongen te hebben aangetroffen. De knaap vertelde later, dat hij met de kano het wad was opgevaren, maar dat op ongeveer 100 meter uit de kust de kano was omgeslagen. Hij wist toen zwemmend de duinrand te bereiken. Meer dan 24 uur heeft hij toen daarna op het eiland rondgezworven. Tenslotte is hij in de duinen in slaap gevallen. Hij was van huis weggelopen om met zijn kano naar Duitsland te varen. Advertentie or it TIX verf voor ieder doel voor de kwasten: HARDO-BRUSHCLEANER voor buitenwerk aanbevolen TEOLACQ BREDA HARDOLIN TIX hoogglans voor hout en boardjook in tubes, handig voor kleine karweitjes HARDOSILK TIX zijdeglans voor hout, board en behang HARDOMUR TIX de volmaakte muurverf, morsvrij, vochtabsor- berend afwasbaar plamuren met de kwast HARDOFILLER TIX Gisteren is de Henry Hudson-herden- king in Amsterdam begonnen met een officieel welkom door burgemeester Van Hall in de raadzaal van het Koninklijk In stituut voor de Tropen aan de Amerikaan se gasten, die naar Amsterdam waren ge komen om deze herdenking bij te wonen. De burgemeester kreeg een oranje-blauw- oranje-vlag met de woorden „Hudson Ri ver Celebration" ten geschenke van de voorzitter van het New Yorkse herden kingscomité, de heer R. C. Patterson. Ook voorzitters van andere Amerikaanse her- denkingscomité's, het federale comité en dat van de staat New Jersey, voerden het woord. Ook spraken de vertegenwoor digers van de gouverneur van de staat New York, de voorzitter van het Ameri kaans Geografisch Genootschap en de president-commissaris van de New York se haven er hun blijdschap over uit de Nederlandse herdenking te kunnen bijwo nen. Om vijf uur ontving burgemeester Van Hall het gezelschap in zijn ambtswoning. De centrale figuur van de officiële re ceptie, die de ministerraad en B. en W. van Amsterdam 's avonds in het Rijksmu seum gaven, was de 12-jarige Randy Pea- body, een scholier uit Albany, die een van de twee bekroonde opstellen over de ge schiedenis van New York en omstreken heeft geschreven. De tweede prijswinnaar die voor zijn pennevrucht een reis naar Nederland kreeg aangeboden, was de 16- jarige Dean Hartley uit Delmar, een voor stad van Albany. Deze Amerikaanse jon gens boden de burgemeester van Amster dam nog een speciaal voor de Hudson herdenking ontworpen vlag aan. Minister-president prof. Beel en burge meester Van Hall heetten op deze recep tie de gasten welkom. Daarbij waren de Amerikaanse ambassadeur, de heer Phi lip Young, en de Amerikaanse consul-ge neraal te Amsterdam, de heer Robert P. Chalkcr, alle Amerikaanse gasten van het Comité Herdenking Henry Hudson, als mede de minister van Verkeer en Wa terstaat, mr. J. van Aartsen, de voorzit ter van de Eerste Kamer, mr. J. A. Jonk man. de Commissaris der Koningin in de provincie Noordholland, dr. M. J. Prin sen, de territoriale commandant Amster- Advertentie dam J. J. C. baron Taets van Amerongen, de territoriale bevelhebber-west, brigade generaal G. Dijkstra, gouverneur dei- hoofdstad, en vele anderen. Zaterdag zullen de Amerikaanse gasten aanwezig zijn bij de Schreierstoren, waar in een uit New York gekomen gedenk plaat zal worden gemetseld. Een galadi ner in het Amstelhotel zal zaterdagavond de Henry Hudson-herdenking in Amster dam besluiten. In New York „De Henry Hudsonherdenking zal het grootste feest van de laatste vijftig jaar in New York worden met uitzondering van de wereldtentoonstelling in 1939", ver klaarde de voorzitter van het New York se comité, de heer Patterson. Er zijn enorme sommen voor de viering bijeengebracht. De feestelijkheden in en om New York zullen van juni tot septem ber, totaal 95 dagen duren. In september zal prinses Beatrix in New York een waar lijk koninklijk welkom te beurt vallen, zei de heer Patterson, die mededeelde, dat. de Prinses zal worden uitgenodigd voor een boottocht van New York naar Albany, de hoofdstad van de staat New York. Het is in september 350 jaar geleden dat Henry Hudson als eerste Europeaan met zijn klei- Op 68-jarige leeftijd is te zijnen huize in Amsterdam plotseling overleden mr. P. B. Dijksterhuis, vice-president van het gerechtshof te Amsterdam. Mr. Dijksterhuis had gisteravond in het Faleis van Justitie nog een vergadering gehouden met de leden van het gerechts hof. ne scheepje „De Halve Maen" deze 230 km. lange tocht over de naar hem genoem de rivier aflegde. Zijn eindpunt was even eens Albany. De New Yorkers zullen tij dens de feesten een enorm vuurwerk te zien krijgen. Er wordt nog een record gesla gen: 95 dagen lang zullen van rivier tot rivier, van de 42ste tot de 59ste straat, alle gebouwen en huizen tot 's nachts twee uur verlicht zijn. Een dergelijke illumi natie heeft New York nog nimmer mee gemaakt. De 16-jarige Dean Hartley en de 12- jarige Randy Peabody, beiden uit Al bany, de hoofdstad van de staat New York, hebben een uitstapje van twee weken naar Nederland te danken aan het feit, dat zij prijswinnaars werden bij de in de Verenigde Staten gehouden opstelwedstrijd over Henry Hudson. Hier ziei men de jongens bij hun aan komst met de „Nieuw Amsterdam" in Rotterdam, samen met kapitein C. Bouman en mevrouw dr. Vivienne Anderson, inspectrice van het middel baar onderwijs in de staat New York, die de jongens vergezelt. Sinds geruime tijd houdt de Nedei-land- se Consumentenbond zich bezig met ver gelijkend warenonderzoek. Sinds zeer kor te tijd wordt dit onderzoek in internatio naal verband gedaan. Het eerste interna tionale contact werd gelegd bij een onder zoek naar balpuntpennen. De Engelse zusterorganisatie, die kort geleden een dergelijk onderzoek instelde, was bereid op haar apparatuur ook de Ne derlandse pennen te testen. Daar ook de Belgische Consumentenbond belangstel ling bleek te hebben, werd ook een aantal in België gangbare pennen in het onder zoek betrokken. Deze samenwerking had zo zeer de belangstelling van de Ameri kaanse Consumers Union, dat zij financië le steun aan het onderzoek yerleende, waardoor het internationale karakter nog werd geaccentueerd. Andere artikelen, die reeds werden on derzocht, zijn o.a. fototoestellen, sigaret ten, rolfilms, stofzuigers. Het doel van deze onderzoekingen is de consument juis te voorlichting te geven ten aanzien van de kwaliteit en de prijs van een bepaald artikel. Het wordt echter betreurd, dat angst voor concurrentie de fabrikanten weerhoudt hun medewerking aan deze on derzoekingen te verlenen. Advertentie Anegang 14 naast C&A Nederlandse studenten hopen deze zo mer in drie weken een speeltuin te bou wen in een vluchtelingenkamp nabij Linz in Oostenrijk. Dit betekent een voortzet ting van het werkkamp dat daar twee jaar geleden werd gehouden. Destijds heb ben totaal 300 Nederlandse jongens en meisjes kans gezien in zes maanden tijd een twintigtal woningen te plaatsen voor de uitgewekenen uit communistische lan den. Thans wil men iets doen voor de kin deren van de vluchtelingen. Gebleken is dat het vooral de kleintjes zijn die er in deze omgeving het slechtst aan toe zijn. De ouders zijn veelal afwezig; de kinderen worden aan hun lot overgelaten en een geschikte recreatieplaats is er niet. Ne derlandse jongeren besteden nu drie we ken van hun vakantie om voor deze kin deren een speeltuin in te richten. Het pro ject is door de studenten zelf opgezet en uitgewerkt. De vertegenwoordiger van de Hoge Commissaris der V.N. voor de vluchtelingen in Wenen heeft zijn bijzon dere ingenomenheid met de plannen be tuigd. Zestien dagen na de Tweede Kamerver kiezing is het tenminste zover gekomen, dat iemand, die zich door de Koningin uit genodigd zag de kabinetsformatie op zich te nemen, dat verzoek in beraad is gaan nemen. Professor de Quay, commissaris van de Koningin in Noord-Brabant is thans met dat beraad bezig. Onverwijld had het staatshoofd, nadat de informateur de demissionaire minister-president, haar zijn lijvig rapport omtrent zijn informa tiebevindingen ter hand had gesteld, de vroegere minister van Economische Za ken, professor Van den Brink, nu reeds sedert enige jaren directeur van de Am sterdamse Bank, verzocht formateur te willen worden. Deze bedankte echter ter stond voor de eer. Verrassend was dit al lerminst. Alom toch was bekend, dat er voor deze oud-minister verschillende rede nen van persoonlijke aard waren, die hem van aanvaarding van een dergelijke op dracht zouden doen afzien. De vraag kan dan ook rijzen, waarom hij niettemin eerst nog de Koninklijke uitnodiging heeft ont vangen. Mogelijk bestonden er redenen, welke dit in elk geval nuttig konden doen zijn. Voor alles heeft men rekening te hou den met de mogelijkheid dat, wellicht me de op grond van een of meer door de Ko ningin ontvangen adviezen, het staats hoofd tot het inzicht was gekomen, dat in de gegeven omstandigheden een figuur als oud-minister Van den Brink de aan gewezene zou zijn om een formatiepoging te ondernemen. En dan ware het heel be grijpelijk, dat het staatshoofd het zich tot plicht zou rekenen hem inderdaad uit te nodigen een opdracht te aanvaarden, want tenslotte valt er toch altijd ook re kening mee te houden, dat eventueel een persoonlijk aandringen van het staats hoofd nog wel tot een positief resultaat zou leiden, zelfs al mocht „men" in het algemeen het hoogst waarschijnlijk ach ten, dat de heer Van den Brink er de voor keur aan zou geven, buiten heel de for matie te blijven. Bovendien zou men zich kunnen voorstellen, dat in elk geval het gesprek met de aanvankelijk uitgenodig de tevens nog een of meer adviezen van waarde heeft opgeleverd. Er is echter nog meer. Sinds bij hem vergeefs is aange klopt kon de volgende in de rij in dit geval professor De Quay iets minder gemakkelijk zeggen, dat er eerst maar eens bij een ander aangeklopt diende te worden: dit was nu immers gebeurd en bekend gemaakt. Dit laatste .as in elk ge val goed. Want hoe minder geheimzinnig heid er wordt nagestreefd bij de pogingen om tot kabinetsvorming te komen, hoe be ter; het gaat hier nu eenmaal om een uitermate belangrijke aangelegenheid die alle aanleiding geeft om hier te verlan gen, openbare behandeling van de open bare zaak. Opdracht in beraad Dat professor de Quay verzocht heeft voorshands de opdracht in beraad te mo gen houden, is heel natuurlijk. In de re gel toch pleegt aanvaarding van een op dracht tot kabinetsformatie pas te ge schieden indien de aangezochte meent te kunnen aannemen, dat hij ook inderdaad zal slagen. En nu behoeft het wel geen betoog, dat het op het ogenblik van de op dracht nog veel te vroeg voor professor De Quay was om er zo optimistisch over te kunnen denken. Een onbetwistbaar voordeel moet voor hem zijn. dat er reeds een informateur aan het werk is geweest. Deze heeft het terrein in zoverre verkend, dat degene, die van zijn rapport kennis neemt, wel precies zal bemerken waar de voetangels en klemmen liggen. Dat is nog lang niet alles, maar iets is het toch wel. Intussen geloof ik bepaald, dat de voor het formateurschap uitgenodigde niets te veel heeft gezegd, toen hij verklaarde waarschijnlijk pas na veertien dagen in staat te zullen zijn te beslissen, of hij wel of niet bereid is de opdracht te aanvaar den. Gedurende de paasdagen heeft hij zich in de stukken kunnen verdiepen, en nu is dan het tijdperk aangebroken voor het praten met mensen. De informateur, zo is voortdurend uit en te na verkondigd, heeft niets, maar dan ook niets gedaan wat ook maar in de verste verte enige ge lijkenis vertoont met formatie-arbeid. Dat zal dus de aspirant-formateur dienen te doen en dan ligt het voor de hand, dat hij is begonnen met het opnemen van con tacten met fractieleiders. De persoon van professor De Quay Van mensen die het nodige van profes sor De Quay afweten, heb ik intussen bij zonder gunstige oordeelvellingen over hem gehoord. Men wist hem te loven als iemand, die niet alleen ondernemend is, maar ook een brede visie bezit en die te vens breed van opvattingen is. Vooral ook dit laatste kan hem in de gegeven om standigheden wel uitermate goed van pas komen. Verder vernam ik nog, dat hij uit stekend leiding kan geven en bv. een voortreffelijk voorzitter is. Van zijn breed heid van opvattingen getuigt trouwens, dat hij in de bezettingsjaren vrij nauwe geestelijke verwantschap had met ver schillende voorlopers en voormannen van de Nederlandse Volksbeweging. In dit verband zeggen de namen van figuren als Schermerhorn, Banning, Lieftinck toch ze ker wel het nodige. Wie hieromtrent nog eens nader een en ander wil lezen, zal er goed aan doen o.m. ook kennis te nemen van hetgeen in dat opzicht het vijfde deel van de publicaties van de Parlementaire Enquête 1940-1945 bevat. Kabinetsformatie en Kamervoorzitterschap In zijn j.l. zaterdag in de Volkskrant ge publiceerde wekelijkse rubriek over „Po litiek Allerlei" heeft professor Romme zijn verbazing er over geuit, dat volgens schrijver dezes de socialistische afwijzing van dr. Kortenhorst als Kamerpresident niets maar dan ook niets met de kabinets formatie te maken had. Die stelling had professor Romme mij in een televisie commentaar horen en zien verkondigen. Daar ik haar echter ook in dit blad heb geuit, meen ik er goed aan te doen de hoog- geachte aanvoerder van de K.V.P.-fractie in de Tweede Kamer thans voor te hou den dat het wel eens gevaarlijk, want on juist kan zijn, „schijn" voor „blijk" aan te zien. Daarmee is hij m.i. druk doende geweest. Hij stelt immers op de voorgrond, dat er is „het duidelijke verband, dat een klap in het gezicht het tegendeel is van een openingszet naar politieke samenwer king". Van dat dogma gaat professor Romme uit. En nu moet hij het mij niet euvel duiden, dat ik in elk geval in dit verband zijn grote fout acht, dat hij al dus louter dogmatisch te werk gaat. De fractie van de P.v.d.A. achtte dr. Korten horst niet meer geschikt voor het voor zitterschap, maar tegelijkertijd bleek zij ten volle bereid om wel wederom iemand van de K.V.P. tot voorzitter benoemd te helpen krijgen. Mij dunkt, duidelijker be wijs, dat die fractie het dus helemaal niet op de K.V.P., doch uitsluitend op dr. Kortenhorst gemunt had, valt er niet aan te voeren. Zoals ik de vorige week al op merkte, was de brief, waarin de voorzit ter van de fractie der P.v.d.A. ronduit tevoren de overige senioren in de Kamer inlichtte over het door zijn fractie gekoes terde voornemen, wat de gekozen bewoor dingen betreft zeldzaam ongelukkig. Ster ker nog, ik voor mij achtte deze zelfs mis plaatst. Doch om nu vanwege het feit, dat in deze aangelegenheid de afgevaar digde De Kadt binnen de fractie de bel zou hebben aangebonden, meteen onder verwijzing naar een in de ogen van de K.V.P. afkeurenswaardig artikel van die zelfde afgevaardigde in „Socialisme en Democratie" met een veronderstelling te gaan werken, gelijk professor Romme za terdag gedaan heeft, dat komt me toch wel wat al te avontuurlijk voor. „Het lijkt mij politiek, niet zó gek te veronderstel len" zo schreef n.l. de heer Romme, „dat de socialistische tenuitvoerlegging van De Kadt's eis ten opzichte van Kortenhorst consequent gevolgd wordt of inmiddels misschien reeds gevolgd is door de socia listische tenuitvoerlegging van de rest". En dan was kennelijk met die rest bedoeld, dat het tijdschriftartikel van de heer De Kadt in de ogen van de heer Romme al leen maar samenwerkingsperspectieven opende voor gegadigden „op de basis van slikken en stikken". Op mijn beurt moet ik verklaren het bepaald gek te vinden, dat een zo bezadigd man als de K.V.P. frac tieleider zich door dergelijke veronder stellingen, die ik op zijn minst gewaagd zou willen noemen, op sleeptouw laat ne men. De persoonlijke verontwaardiging, die zich wegens mr. Burger's brief van hem heeft meester gemaakt, acht ik, menselijk bezien, heel verklaarbaar. Toch geloof ik, dat het te betreuren valt dat hij daardoor geen oog meer had voor de wer kelijke proporties en voor wat er zakelijk aan de hand was, namelijk de wens van de fractie van de P.v.d.A. het Kamervoor zitterschap te zien toevertrouwd aan een andere tot de K.V.P. behorende afgevaar digde dan aan dr. Kortenhorst. Zouden mr. Burger en diens politieke vrienden iemand van een der andere groepen op het voorzittersgestoelte gekozen hebben willen zien, dan was er inderdaad aanlei ding geweest om te veronderstellen, dat zij niet langer op samenwerking in het algemeen prijs stelden. Maar hiervan was geen sprake en vandaar, dat m.i. dit keer de heer Romme, in strijd met wat men van hem gewoon is, enige wel zeer wilde gedachtensprongen heeft ondernomen. Dr. E. van Kaalte

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1959 | | pagina 23