voor de vangst Het kan meevallen heel best met vangst Komt wel goedzegt schipper Roeleveld Optochten - Vlootschouw - Wimpelhijsen Drumbandconcours - Haring]agerij I SCHEVENINGEN. 12-19 mei VLAGGETJESDAG 1959 IN NEDERLAND Groene in offensief i 1958slecht jaar DONDERDAG 14 MEI 1959 VLA A RDINGEN. 14-22 mei RADIO TELEVISIE Haring is nog troef dan ook hoop hebben gegeven voor de ko mende vangst. Maar daar staat tegenover dat er ook tekenen zijn, dat een deel van de haringen slecht is gegroeid. Bij de Oost-Doggersbank waren ze erg klein, en het ziet er wel naar uit, dat ze daar dus zullen blijven. Het is dus afwachten, hoe het met de vangsten zal gaan. Er is reden voor wat optimisme, maar voor één ding mag men zijn ogen niet sluiten: zelfs al zou het mee vallen, dan is dat toch nog maar een toe vallig succes. Zolang men afhangt van het nieuwe broed, danst men op het slappe koord. Pas als de vissen in de zee weer voorraad kunnen vormen, gaat het er be ter uitzien. En zover zijn we nog lang niet. „Het is nooit zo gemakkelijk om in de' toekomst te zien", zegt de heer j. J. Zijlstra, een der haringbiologen van het instituut voor visserij-onderzoek. „We moeten de zaak bezien in het licht van de grote lijn, en die is nu eenmaal niet rooskleurig". Toen in de oorlog de Noordzee onbevist bleef, nam het aantal vissen natuurlijk flink toe. De uitkomsten waren na de be vrijding dan ook eerst bijzonder goed. Maar waar gevist wordt, wordt gevangen. De bevolking verminderde, en de vang sten liepen dus terug. Tot 1949 ging de te ruggang gestadig door. De toestand werd betrekkelijk ernstig, en men begon de toe stand al heel somber in te zien, toen er ineens een onverwachte opleving kwam. De vangsten werden weer beter, en het was opvallend hoe de haringen groter le ken te zijn dan anders, waardoor het ge wicht van de vangst en de opbrengst toe- namen. Betere groei „We hebben ons een tijd lang afge- vraagd, waar die opleving aan te danken was", zei de heer Zijlstra. „Maar we zijn er toch achter gekomen. Het zat in een vermeerderde toevoer van water uit de Atlantische Oceaan, waardoor het water voedselrijker werd. De haring begon er hard door te groeien. En boven- dien werd ze eerder rijp. Was het eerst zo, dat de helft van de haring met 't derde jaar ging paaien, de andere helft met het vierde jaar, nu was het voor elk exemplaar jj| op het derde jaar al zo ver". j= De vangsten namen toe voor de Neder- landse vissers, die juist op haringen vissen |j die op het punt staan te paaien. Tot 1954 ging het goed. Maar toen hield niet alleen de versnelling van de groei bij de haringen p op, maar ging nog iets anders meespre- ken. De grotere haringvangsten hadden het verwachte gevolg gehad! Overal werden de vloten uitgebreid en steeds meer men- sen en schepen werden betrokken bij de jacht op de haring, die weer onuitputte- IJ MUI DEN16 mei lijk leek. Onuitputtelijk? Later bleek het wel anders te zijn.Na 1954 werd de opgaan- 15.00: de lijn bij de haring resoluut omgeknikt. Zonder overbevissing zou het misschien allemaal nog gegaan zijn, maar nu ging het snel naar omlaag. De vangsten liepen terug en opnieuw was Holland in last. In de optocht op Vlaggetjesdag, jaren geleden, werd een haring van acht meter meegevoerd. Het ding leek. eigenlijk meer op een bruinvis, meenden sommigen, maar het plezier was er niet minder om. 16 MEI: 9.0012.00: De vlaggen worden gehesen te Vlaar- dingen, Scheveningen en IJmuiden. 16.00: De haring kreeg geen kans meer om |j oud te worden. Vroeger kon men op zee jonge haringen vangen, maar ook ouden van dagen, die soms al aan hun vijftiende 16.30: levensjaar bezig waren. Die reserve is er niet meer. Waar men nu op vist, is eigen- lijk de gehele voorraad van driejarigen. 20.00: Maar één vraag beheerst het beeld: hoe staat het met het nieuwe broed? Boven normaal? „Er is voor dit jaar wel een beetje hoop" zegt de heer Zijlstra. „Er zijn re denen voor ons om aan te nemen, dat dit broedjaar meer haringen dan normaal zal opleveren. Er zijn jonge haringen gevan gen, die van een flinke lengte waren, en 20.30: 22.00: „In woord en beeld". Optocht van sport- en jeugd verenigingen, waarin spreekwoorden ontleend aan visserij en scheepvaart worden uitgebeeld. In deze optocht marcheren ook mee pl.m. 100 zeekadetten van de corpsen Amsterdam, Den Haag en IJmuiden. Aankomst Tegeltjesmarkt. 1. Vlaggcgroet van de zeekadetten. 2. Uitspraak jury optocht. 3. Slotwoord door de burgemeester van Velsen. Roeiwedstrijden in het Noordzeekanaal tussen leer lingen van de Visserijscholen te Katwijk en IJmui den en tussen de diverse zeekadettencorpsen De groepen, die deelnemen aan de culturele demon stratie vertrekken van de Kennemerlaan naar het Stationsplein. IJmuiden treedt aan". Zang volksdans, muziek. Deelnemende verenigingen: Muziekvereniging Wil- helmina, De IJmuider Harmonie, Drumbandcorps met pijpers van de Chr. Gymnastiekvereniging IJmuiden, Volksdansgroep, Chr. Gymnastiekver eniging IJmuiden. Regie: C. de Jong. Vrolijke muziek. De Hollandse Nieuwe begint in geheel Nederland veld te winnen. Dat komt door dat de „groene" een grote populariteit heeft verworven. In Amsterdam ivas het vroeger zo'n beetje half om half. Nil is de stad voor 95 percent „groen". Rotterdam is een absoluut groene plaats. Daar kan de haring niet mals genoeg zijn. Op 16. 17 en 18 mei worden om 21.00 uur de schijnwerpers =j op de vlaggende vloot aan de halzijde ontstoken. 17 en 18 MEI: „Kijkdagen": De vlaggen wapperen in Vlaardingen, Sche- veningen en IJmuiden. 1 19 MEI: De haringvloot vaart uit. 6.00: Vlaardingen, Scheveningen en IJmuiden. H 19-23 MEI: Ilaringjagery. Wie brengt de eerste haring aan? Tentoonstelling .Vlaardingen en de Visserij". (Stad huis, dagelijks geopend van 15-17 en 20-22 uur). 1 16 MEI: 14.30: Ontvangst der genodigden ten stadhuize door bur- j§ gemeester mr. J. Heusdens. 15.15: Vertrek van de genodigden naar de Kon Wilhelmina- haven, voorafgegaan door de muziekvereniging „Sursum Corda" (gecostumeerd als vissers en kui- pers) en de Spakenburgse Oratoriumvereniging (150 personen in klederdracht). 15.30: Aankomst aan de Kon. Wilhelminahaven. 1. Zang van de Spakenburgse Oratoriumvereniging. 2. Welkomstwoord door de voorzitter van het co- mité „Vlaggetjesdag", de heer P. de Goede. 3. Toespraak van drs. D. J. van Dijk, voorzitter van het Produktschap voor Vis en Visprodukten. 4. Een helikopter „brengt" de Produktschapswim- pel aan boord van de VL 97. 5. Hijsen van de Produktschapswimpel voor de best verzorgde haring van de Vlaardingse vloot. 6. Antwoord van schipper F. van Schoor van de VL 97. 16.00: Muziek door Sursum Corda. Zang van de Spakenburgse Oratoriumvereniging. 1 16.30: Vlootschouw van loggers op de Maas. De VL 97 vaart aan de kop. Aan deze vlootschouw wordt ook deelgenomen door het Hospitaalkerkschip „De Hoop" en het Visserijonderzoekingsvaartuig „Willem Beukelsz." 18.00: De schepen van de vlootschouw lopen binnen. 20.00: Muziek. 20.30: Optreden van de acrobatiekgroep „De Etona's". 21.30: De verlichting op de vlaggende vloot wordt ontsto ken (ook op 17 en 18 mei). Het gevolg van dit alles is, dat het quan tum gtoene haring steeds groter moet worden. Technisch gezien is groene haring haring, waarbij op de 17 a 20 kantjes één kantje zout komt. Deze haring is maar be perkt houdbaar, na drie dagen moet ze geconsumeerd zijn. Bij de koelhuisharing wordt een kantje zout voor 8 tot 12 kantjes gebruikt. Dat gebeurt voornamelijk na begin juli. Daarvoor is de haring nog te vet. Tot eind augustus is de vleetharing ge schikt om er groene van te maken. Daarna is de trekharLng aan de beurt, omdat dan üe vetste kwaliteit op de bodem zit. Na augustus is het afgelopen, dan is de haring zwaar kuitziek. Dan komt de tijd voor de Engelse walharing, een vaste volle haring, die geschikt is voor bokking en voor export. Rookt men nieuwe, dan gaat ze vaak van speet af, maar bij de vaste Engelse heeft men daar geen last van. 21.30: Tentoonstelling „Visserij-Folklore-Scheveningen" in het Haringafslaggebouw, Vissershavenweg 23, geor- ganiseerd door de Stichting Oud-Scheveningen. Dagelijks, behalve 's zondags, geopend van 10-22 uur. 1 16 MEI: 1 14.30: Drumbandconcours, 14 corpsen, 600 man, georgani seerd door Trompetter- en Pijpercorps C. J. M. V. Scheveningen. Start: Nieuwe Laantjes. Route: Nieuwe Laantjes, Jacob Pronkstraat, Keizerstraat, Prins Willemstraat, Jur. Kokstraat, Badhuiskade, Badhuisstraat, Duin straat, (bij goed weer verder:) Westduinweg, Schok- kerweg, Zeesluisweg, Duinstraat, Kolenwagenslag, Dr. De Visserplein, waar het concours wordt gehou den. Finish: Dr. De Visserplein. 15.30: Grote allegorische optocht „Van want tot kant", samengesteld door verenigingen, scholen en groepen uit Scheveningen. Route: Dr. Lelykade (bij Visafslag), Wèstduinweg, Duinstraat, Badhuisstraat, Marcelis- plein. Neptunusstraat, Renbaanstraat, Dirk Hoogen- raadstraat, Gevers Deynootplein, Palacestraat, Boulevard, Schuitenweg, Wassenaarsestraat, Keizer straat, Prins Willemstraat, Duinstraat, Zeesluisweg, Vissershavenweg. 16.30: Aankomst van de optocht aan de Vissershaven. 1. Toespraak door de voorzitter van het Vlaggetjes dagcomité, de heer D. A. den Duik. 2. Hijsen van de Produktschapswimpel op de SCH 134. 3. Het woord is aan de bekroonde schipper L. Rog. 19.00: Vertrek van plm. 30 moto doggers, die deelnemen aan de vlootrevue. 19.0020.30: Vlootrevue voor de kust. 20.3021.30: De vloot loopt binnen. 22.00: Taptoe. 15 mei: (Hilversum I, tussen 9.4010.05 uur). KRO-krant voor schoolland. „Hoe zit dat met de haring?" Ge sprek met biologen. (Hilversum II, 18.2018.30 uur). „Dingen van de dag". „Graaien". Uitzending over het klaarmaken der vloot. Gesprekken aan de kant. 16 mei: (Hilversum I, 10.30 uur). „Ben je zestig". Over het vissen in de voorbije tijd. (Hilversum I, 13.15 13.20 uur). Zonnewijzer: „Oranje en de visserij". (Hilversum I, tussen 19.1019.25 uur). Echo. Vlaggetjesdag Reportage over de viering te Vlaardingen. 17 mei: (Hilversum II, tussen 8.309.45 uur). „Weer of geen weer". Bert Garthoff spreekt met een afslager, een schipper en ir. J. van Mameren, directeur van het Instituut voor Visserijprodukten. 18 mei: (Hilversum I, tussen 19.3019.55 uur). Radio krant. „Morgen varen Gesprek in een vissers gezin („g'n-dag zeggen"). 19 mei: (Hilversum II, tussen 8.159.00 uur). AVRO- jeugddag. „In de netten verstrikt". Reportage van een Minjonner over het vertrek der haringvloot. (Hilversum II, tussen 13.1513.55 uur). AVRO- jeugddag. Minjon op zee. Uitzending van onze ver slaggever aan boord van een logger stomend naar de haringgronden. (Hilversum II, 19.05 uur). ..Malse maatjes in alles op één kaart(Hilver sum I, tussen 19.1019.25 uur). Echo. De haring vloot vaart naar de visgronden. Reportage van zee. 20 mei: (Hilversum I, 9.30 uur). „Tussen de bedrijven door". De vloot is in zee. Gesprek met een vissers vrouw en een boetster. (Hilversum I, tussen 19.30 19.50 uur). Radiokrant, „Aan schot". Reportage van zee over de vloot, die de vleet schiet. 21 mei: (Hilversum I, tussen 12.5013.00 uur). Echo. Jagers stomen naar het vaderland. Reportage van zee. (Hilversum I, tussen 19.3019.50 uur). Radio krant. Wie wint de haringrace? Jagers naderen het vaderland. Reportage van zee. (Eventueel wordt dit 22 mei, 7.10 uur). 22 mei: (Hilversum I, 9.30 uur). „Tussen de bedrijven door". De maatjes komen. Werk aan de winkel. Gesprek in een visverwerkend bedrijf en met de vrouw van een visdetaillist (Hilversum II). „Dingen van de dag". De maatjes zijn erRepor tage van aanvoer en verkoop van de eerste Hol landse Nieuwe (tijdstip van uitzending afhankelijk van binnenkomst). 23 mei: (Hilversum I, tussen 20.3521.55 uur). Malse maatjes in Tierelantijnen. 1623 mei: (Hilversum I en II. nieuws). De speciale correspondent meldt. Bijzondere omstandigheden voorbehouden wordt in het NTS-journaal aan de Vlaggetjesdag/haringjagerij aandacht besteed. Een prachtige prestatie voor de „Mar- tenshoek", die al in 1916 gebouwd is, zodat dit schip van de n.v. Visserijonderneming voorheen J. C. Pronk wel een van de oudste in de IJmuider haven is. De vleetloggers raken er langzaam uit, en normaal gesproken zou een vleetlogger dan ook geen kans meer maken tegen de moderne concurrentie. Maar er is nu een maal een handicapbepaling, die ervoor zorgt, dat de vleetschepen het eerst aan de slag kunnen, waardoor het voor de trawlende schepen toch nog oppassen wordt. Verleden jaar voer de Martenshoek in een combinatie, voor het grootste deel be staande uit Katwijker vleetloggers. Het zag er aanvankelijk goed uit, maar toen kreeg de jager, de „Gorredijk", pech. Het schip kreeg een warmloper en moest door een ander schip naar huis worden ge sleept, waardoor natuurlijk elke kans was verkeken. Nu wordt er een nieuwe motor in de Gorredijk gezet. Een van 360 p.k., en als de Gorredijk weer de jager wordt van de combinatie heeft men wel een beetje hoop op de afloop. Van 1946 Van 1946 af is de heer D. Roeleveld schipper. Maar in 1932 begon hij al te varen. Hij was matroos, motordrijver en stuurman. Ook op een kustvaarder heeft hij nog gezeten. Maar de visserij heeft hij toch liever. „Er zit meer variatie in", zegt hij, ter wijl hij met zekere bewegingen een shagje rolt. „Zo'n coaster is eigenlijk altijd een beetje hetzelfde". Torpedo Met zijn heldere ogen kijkt hij een rook wolkje na. „Al is het niet altijd even lollig aan boord van een vissersschip", zegt hij. „In de oorlog hebben we eens een doods schrik gehad. Stel je voor, toen haalden we de bemanning van de SCH 243 een torpedo in het net naar boven. Het ding plofte ook. Gelukkig was de SCH 245 in de buurt. Die jongens hebben ons er af gehaald. Ja, het is meegevallen. Maar ik heb toch twaalf weken in een ziekenhuis gelegen. Dat kan ook in de visserij". Schipper Roeleveld is een Scheveninger. Een rasechte, zogezegd. „Ze zeggen wel eens, dat vissers in de plaats gaan wonen, waar ze afslaan, maar dat is helemaal niet waar", zegt hij. „Kijk maar naar mij. Dacht je, dat ik in IJmuiden zou gaan wonen? Ja, als ik in Scheveningen beroerd zat. Maar zo is het gelukkig niet!" Verleden jaar kwam hij van de SCH 199 „Staalduin" op de „Martenshoek". Dat was niet vreemd, want hij had eigenlijk altijd op vleetloggers gevaren. Als hij aan het eind van de week thuiskomt, staat de bus al klaar op de kade. De bemanning het zijn bijna allen Scheveningers stapt in en met een uurtje zijn ze thuis. Een ge zellig weekeinde bij vrouw en kinderen en dan maar weer varen. 's Winters met de trawij 's zomers met de vleet. En zo gaat het jaar in, jaar uit. Maar toch met variatie. Altijd is er de kans, dat het een sleur wordt, en dat mag niet. Schipper Roele veld heeft er geen last van. „Ik heb een fijne bemanning", zegt hij. „Daarom kon de kwaliteit ook zo goed zijn van de vis. Van klein tot groot, ieder doet zijn best. Zij zijn er allemaal van overtuigd, dat ze de vis zo goed mogelijk moeten behan delen. Elke keer opnieuw hebben ze er hun volle aandacht bij. Dat dank ik natuurlijk ook voor een groot deel aan stuurman J. Spaans, die veel hart heeft voor de be- manning. Ze kaken goed, en ze zouten goed, en dat is driekwart. Maar laten we HARING is de troef van de Neder landse zeevisserij. Aan verse en ge zouten haring werd in 1957 niet minder dan 100 miljoen kilo aangevoerd, met een waarde van 37 miljoen gulden. De verse zeevis volgde daarop met een hoeveelheid van 60 miljoen kilo en een waarde van 36 miljoen gulden. Haring is een massa-produkt, dat in verhouding tot de overige zeevis, spe ciaal de platvissoorten, een relatief lage prijs opbrengt, zij het dan ook dat in het jaar 1958 door de schaarse haring vangsten de prijs naar verhouding sterk is opgelopen en deze verhouding meer in het voordeel van de haring is veranderd. Uit deze cijfers blijkt toch duidelijk, dat de haringvisserij nog steeds de be langrijkste tak van visserij vormt, het geen zij in de Nederlandse visserij - historie ook altijd is geweest. eerlijk zijn: het ligt ook aan de vis, die je vangt. Er komt wat geluk bij". Schipper Roeleveld kijkt eens even, of alles nog goed marcheert, daar beneden op dek. De mannen halen de basaltblokken uit het schip. Die ballast is 's zomers niet •nodig, want dan heeft men het zout als extra-gewicht. Even verder voorziet een tankertje een schip van olie. Motoren worden nagezien, netten geïnspecteerd. En ook worden hier en daar levensmiddelen ingeladen. Want om goed te kunnen vissen, moet je in puike conditie zijn. Het is druk, overal op de kade. Maar schipper Roeleveld blijft er heel kalm onder. „Moet je nog een snoepje?", zegt hij, en aandachtig peutert hij het papiertje van het groene rondje, dat hij zelf van de rol heeft gepakt. „Het komt wel goed", zegt hij. „Het is een prachtstel". Hoewel men in het begin van de teelt 1958 de indruk had, dat de achteruitgang van de laatste jaren tot stilstand was ge komen, en men zelfs tot eind augustus het aantal meegegeven netten verminderde, bleek het later toch allemaal valse hoop te zijn geweest. De ontwikkeling van de vangsten was in de latere maanden zo ongunstig, dat het laagste aanvoercijfer sedert vele jaren als eindresultaat moest worden genoteerd. De aanvoer van gezouten haring bleef in 1958 ver beneden de verwachtingen en was met 661.426 kantjes bijna 100.000 kant jes lager dan in 1957. Daartegenover steeg de totale aanvoer van verse haring en wel tot 45.632.000 kilo, dat is vijf miljoen kilo meer dan in 1957. De haringvangsten lieten in heel West- Europa te wensen over. Een stijging van de prijs was het gevolg en wel van 40 cent per kilo in 1957 tot 50 cent per kilo in 1958. Ondanks de geringe aanvoer van gezou ten haring werd er toch meer gezouten ha ring naar de vismeelfabrieken afgevoerd dan in 1957. Het totaal bedroeg ongeveer 68.500 kantjes, hetgeen meer dan drie maal zoveel was dan in 1957. De uitvoer van gezouten haring bedroeg ongeveer 39 miljoen kilo, hetgeen onge veer 9 miljoen kilo minder is dan in 1957. De gemiddelde exportprijs was aapzien- lijk hoger dan in 1957, namelijk 0,72 per kilo. Een vissermansdroomDit noemt men een mooie trek, 240 manden haring of 9600 kilogram zilveren haring. Telkens wordt een pakje van de langszij liggende kuil getrokken om, na het verwijderen van de strop, los te barsten in de last. De mannen staan tot hun middel in het kostelijk zeebanket. Er heerst hoogspanning over de vraag, hoe het dit jaar zal gaan met de haring vangst. En er zal nog een week overheen moeten gaan voor antwoord op die vraag kan worden gegeven. Ook op het vissery-laboratorium weet men het niet. Maar men heeft wel enige hoop, dat het dit jaar mee kan vallen. Een deel van de haring schynt namelyk flink te zyn gegroeid. Maar daar staat tegenover dat er ook al heel kleine exemplaren zyn opgevist. Als straks de haringvloot weer zee kiest zullen er ook twee IJmuider vleetloggers bij zijn. En één van de twee, de „Martenshoek", IJM 283, zal dan een produktschaps wimpel voeren. Schipper D. Roeleveld heeft hem onlangs in ontvangst mogen nemen. De gemiddelde kwaliteit van de gezouten haring was 7.50, hetgeen het schip de extra produktschapswimpel opleverde.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1959 | | pagina 13