VOOR JULLIE DE SJAH, OPENHARTIG, BEMINNELIJK EN WAARDIG, HEEFT EEN VERFIJND GEVOEL VOOR HUMOR DIE SLECHTE WITTE MIER „Of ik een vrouw zoek? Het is de vraag of ze me willen hebben" EVA PAWLIK: ACTRICE EN IJSREVUESTER, ACADEMICA UIT EEN LIJN REKENHOOFD CIJFERTOL Stachys olympicius ZATERDAG 16 MEI 1959 Erbij PAGINA VIJF ■i ANGE EN HIEKE, de mosvrouw- tjes, waggelden wat moeilijk voort op hun ganzevoetjes. Ze waren zwaar bepakt. Ze droegen ieder een zak met kruiden op hun rug die ze met één hand vasthielden en tussen zich in droegen ze een stok waaraan een hele rij takjes mét bosbessen bengel den. De mosvrouwtjes zijn maar heel klein en voor hen zijn takjes met bos bessen zo iets als voor ons enorme druiventrossen. Ze zijn niet mooi, die mosvrouwtjes, maar wel erg goed. Ze hebben lange spitse neuzen en wat verschrikte, uitpuilende oogjes en ja ze hebben echte ganzevoetjes. Ze zijn erg knap in het vinden van genees krachtige kruiden en daar maken ze L drankjes en zalfjes van. En ze helpen alle dieren in 't bos die ziek of gewond zijn. De huisjes van mosvrouwtjes zitten versopt in die grote mosbanken die heel diep in het bos te vinden zijn. En daar hun kleertjes van mos gemaakt zijn kan men ze haast niet onderschei den tussen al dat mos. Ze dragen ouderwetse jakjes en lange rokken en van die punthoeden met een hele grote rand. Het ziet er keurig uit in hun huisjes en ze hebben grote voor raadkamers, waar behalve medicijnen, ook veel lekkere dingen worden be waard. Ange en Hieke waren niet meer zo ver van huis toen ze aan de kant van het 9 pad een grote witte mier zagen liggen. Hij was gewond en scheen bewuste loos te zijn. De mosvrouwtjes maak ten een grote boog om hem heen en liepen wat vlugger door. Maar na en- H kele ogenblikken zei Ange: „Die mier was er erg aan toe, we kunnen hem toch niet zo laten liggen". „Dat kunnen we wel", vond Hieke. „Je weet hoe mieren zijn, vooral die witte. Wreed, zonder enig gevoel; ze ontzien niets". „Dat neemt niet weg", zei Ange, „dat het een medeschepsel is; hulpe loos en gewond. Het is onze plicht om hem te helpen". Hieke kneep haar lippen op elkaar en liep zwijgend verder. Maar einde lijk bleef ze toch staan. „Goed, je hebt misschien gelijk. Laten we onze plicht Idan maar weer doen. Maar toch ge loof ik dat de wereld er beter aan toe zou zijn zonder witte mieren". Ze legden hun kruiden en-bosbessen neer, liepen terug en tilden de mier op een beukeblad; daarna droegen ze hem voorzichtig naar huis. Hij had drie gebroken poten; die werden gespalkt. Zijn wonden werden verzorgd en ver bonden en ze goten hem wat van hun opwekkende bosbessenwijn tussen de kaken. Toen haalden ze hun kruiden I weer op en gingen aan hun werk. «DE WONDEN VAN DE MIER waren na enkele weken helemaal genezen en nog wat later konden de poten ook uit het verband. Maar het lopen wilde nog niet lukken; telkens als hij een paar stapjes probeerde te doen zonk hij weer kreunend neer op zijn mosbedje. Hij moest nu toch eens flink zijn en i doorzetten, vonden de mosvrouwtjes, wnat zijn poten zijn echt helemaal heel. Een beetje oefenen en hij loopt weer net zo goed als vroeger. Hij had geen speciale verzorging meer nodig, dus konden ze rustig hun gewone gang gaan. 's Morgens hielden ze altijd spreekuur en reikten medicijnen uit en 's middags gingen ze de zware zie ken opzoeken. Toen ze op een middag thuiskwamen was de mier verdwenen. Ze zochten in het huisje en rondom het huisje, maar hij was weg en hij bleef weg. Hoewel ze het heel vreemd vonden waren ze er toch niet rouwig om dat ze hem kwijt waren, want een prettige gast was hij nu niet bepaald geweest. Ongeveer een week later, net toen het spreekuur van. de mosvrouwtjes achter de rug was, kwamen er plotse ling twee eksters aanvliegen. Nog voor ze neerstreken begonnen ze al te roepen: „gauw, gauw, jullie moeten hier weg". Maar dat vonden de mos vrouwtjes toch te mal, ze wilden ten minste weten waarom. „De witte mie ren zijn op weg hierheen, ze zijn al dichtbij; het hele volk is op pad. Die mier van jullie heeft ze over jullie voorraden verteld en daar hebben ze 't op voorzien. Mieren zijn dol op zoe tigheid". De mosvrouwtjes begonnen te jammeren maar deden verder niets en daarom pakte de ene ekster Hieke in zijn snavel en de andere Ange en vlogen met ze naar hun nest. „Kijk nu maar daar", wezen ze toen, „ze zijn al een heel stuk dichterbij. Wat een geluk dat we ze op tijd zagen". De mosvrouwtjes konden hun ogen niet geloven. In gesloten gelederen nader den duizenden mieren; het leek wel of er een enorme, witte slang kwam aan- glijden. I „Blijven jullie rustig zitten", zeiden de eksters. „We willen zien of we hulp kunnen krijgen". En weg warén ze. Ange en Hieke voelden zich veilig in het nest en bleven geboeid zitten kij ken. NA EEN POOSJE leek het net of de slang langzamer vooruit kwam en dat was geen verbeelding, want ten slotte lag hij helemaal stil. Dat duurde een hele tijd en toen kwam er weer be weging in. Maar, o schrik. Het mie- renleger sloeg nu een andere richting in; het kwam recht op hun boom af. Het bedroefde liedje Er is iets heel bedroevends gebeurd met „Het bedroefde liedje", het verhaal dat Christine Meyling twee weken gele den voor jullie schreef. Het verhaal is in de war geraakt zodat een stukje uit het midden nog achter het eigenlijke einde stond. Jullie zult het wel niet be grepen hebben, een verhaal dat nog door gaat als het al uit is! Maar nu weten jullie hoe het komt en we zorgen dat het niet meer gebeurt, hoor! (Red.) Ze waren dus blijkbaar toch ontdekt. En het duurde ook niet zo heel lang of de voorste mieren begonnen de stam op te kruipen. Ze deden dat van alle kanten en met zoveel tegelijk dat het er uitzag of de boom langzaam begon te verbleken. Ange en Hieke werden opeens heel kalm. „Ze hebben ons nog niet", zei Hieke. „Het beste wat we doen kunnen is om ieder in een dunne tak te klimmen, liefst een tak waar maar één mier tegelijk tegenop kan lopen. En dan wapenen we ons met een stevig recht takje, zo lang moge lijk, daarmee kunnen we ze ons van 't lijf houden. Gauw, ik zie ze al aan komen". DE MOSVROUWTJES waren net op tijd in een mooie, dunne twijg ge klommen. Daar was de eerste mier al, op de tak van Hieke en het was niemand minder dan hun eigen mier. „Hij keek Hieke vals grijnzend aan. „Jullie met z'n beidjes al dat lekkers oppotten, hè? En wij, mieren maar hard ploeteren", zei hij. Toen schoot hij vooruit. Maar Hieke schepte hem met haar takje en hij viel naar bene den. Ze drongen nu in lange rijen op; Hieke en Ange stootten en duwden in een razend tempo, maar ze begrepen dat ze het niet lang zouden kunnen vol houden. En toen ze de moed al bijna opgaven waren daar ineens de ek sters weer. Ze werden opgepakt en even later neergezet op een dikke tak van een andere boom. Toen vlogen ze weer weg en wat de mosvrouwtjes nu te zien kregen zouden ze nooit verge ten. De lucht werd letterlijk verduis terd door honderden spreeuwen die zich formeerden tot een lange rij die telkens neerdook op het mierenleger. En dat betekende weer zoveel mieren minder. Het bleef ook niet bij spreeu wen, alle vogels uit het bos kwamen aangevlogen, zelfs de kleine winter koninkjes. JE ZAG DE RIJEN mieren dunner worden en die nog over waren gingen naar alle kanten op de vlucht. Die dag en nog vele andere dagen bleven de vogels jacht op ze maken, tot er geen mier meer te bekennen was. Het duurde wel even voor Ange en Hieke van de schrik bekomen waren, maar eindelijk leefden ze toch weer even rustig en tevreden voort als voor dat vreselijke avontuur. Feu Hoe oud zou deze meneer zijn? Dat kun je zelf uitrekenen. En kan je dan ook nog becijferen hoe oud zijn twee lingbroer is, waarvan je duidelijk de schaduw ziet? EEN RUSSISCHE JOURNALIST wilde weten wat er waar was van het bericht dat Groot-Brittannië in geval van een re volutie in Perzië bommenwerpers ter be schikking van de Perzische regering zal stellen. Het antwoord van de Sjah: „Ik kan u de verzekering geven, dat er in Perzië geen revolutie komt", werd met luid ap plaus begroet. De Sjah liet hierop volgen dat het natuurlijk mogelijk is dat iemand een aanslag op hem zal plegen. Maar, zo zei hij, dat is nog geen revolutie. Tegen een revolutie kan men met bommenwer pers niets uitrichten. Een revolutie, zo zei hij, wordt alleen veroorzaakt door een on tevreden bevolking. De Sjah gaf de ver zekering dat negenennegentig percent van de Perzen achter de regering staat. „Dat weet ik niet door een opiniepeiling, maar zo zijn de gevoelens in Perzië." EVA PAWLIK is een van de eerste so listes van de Weense lJsrevue „Betove ring der liefde", die thans in de Apollohal in Amsterdam wordt gegeven. Zij werd in Wenen geboren en was nauwelijks vijf jaar toen ze voor het eerst ging schaatsen op de grote Weense ijsbaan. Al dadelijk bleek dat ze een uitzonderlijk talent had. Ze was amper zeven, toen ze al „show" moest rijden in de grote steden in Duits land en zelfs in Londen. Maar niet alleen op het ijs, maar ook op school was Eva bij de eersten. In het begin kon ze dat schaatsen er gemakkelijk bij doen, maar toen ze later tot zeven uur per dag moest oefenen en ze het gymnasium bezocht, werd dat moeilijker. Toch heeft Eva Pawlik doorgezet. Vaak stond ze dan maar om vijf uur op. Na het gymnasium behaalde zij zelfs een doctoraal examen in de filosofie schrikkelijks. Wanneer ze met het schaat sen op zal houden, weet Eva Pawlik niet En dat wil ze ook niet weten, want voor lopig hoopt Eva Pawlik met haar partner en echtgenoot Rudi Seeliger het belang rijkste danspaar van de Weense ijsrevue te blijven. „Frau Doctor" Pawlik in haar kleed kamer. „Als mijn „ystijdperk" voorbij is wil ik bij het onderwijs", zegt zij. En welke middelbaar scholier zou niet gaarne door een zo charmante lerares onderwezen worden in de geheimen van de wijs gerige propaedeuse? Je moet eens proberen deze figuur na te tekenen zonder het potlood van het papier te nemen. Om het moeilijker te maken mag je geen enkele keer twee keer trekken, noch twee keer over een kruispunt gaan. beminnelijk: „U bedoelt of ik een vrouw zal vinden?" Angstige stilte in de zaal, waar de buitenlandse journalisten zich als gastheren nogal in verlegenheid gebracht voelden. De Sjah verbrak echter de span ning met de woorden: „Het is maar de vraag of ze me willen hebben", waarop daverend gelach en toejuichingen los barstten. De Sjah vertelde nog dat zijn missie in Denemarken zeker een paar koeien zal kopen en dat allerlei specialis ten zeer welkom in Perzië zijn. (Van onze correspondent in Londen) DE SJAH VAN PERZIE heeft tijdens zijn driedaagse staatsbezoek gegeven van de binnenlandse ontwikkeling gedurende de afgelopen vijf aan Groot-Brittannië op een perslunch in Londen een rooskleurig beeld jaar. De Sjah zei dat Perzië zonder zelfverheffing voort gaat op de weg naar democratische en sociale hervorming. In de afgelopen jaren heeft het de hiervoor nodige stabiliteit bereikt. Uit de rede van de Sjah werd het duidelijk dat voor hem de sociaal-economische problemen in het mid delpunt staan en dat Perzië dringend behoefte heeft aan technische bijstand om zijn verreikende ontwikkelingsplannen in snel tempo te verwezen lijken en vooral ook om politiek gezond te blijven. De Sjah zette uiteen hoe Perzië's positieve nationalisme heeft bijgedragen tot de nieuwe wel vaart. De produktiviteit is met sprongen vooruit gegaan en op vrijwel alle gebieden worden vorderingen gemaakt en de grondslagen gelegd voor de stijging van de algemene levensstandaard. Het meest indrukwekkende is volgens de Sjah de democratisering. Met de heerschappij Van de machtige enkelingen is het gedaan. De Sjah zei met trots dat het feodalisme tot het verleden behoort en dat er niet meer dan twintig grootgrondbezitters in het land zijn. „Hoe eerder zij verdwijnen, des te beter", voegde hij er bij. DE SJAH SPRAK met geestdrift over zijn eigen bijdrage tot opheffing van het grootgrondbezit, de oprichting van de coö peratieve boerenleenbanken en de sociale maatregelen voor het platteland. In de korte periode, dat het programma in uit voering is, steeg het inkomen van de boe ren met vierhonderd percent. Het zal ge leidelijk toenemen tot duizend percent. Ook staatsgronden zullen tegen redelijke pacht ter beschikking komen van de klei ne boeren. De Sjah zei zich gelukkig te prijzen dat de overgangsperiode, waarin talrijke fouten gemaakt zijn achter de rug is en de werkelijke opbouw is begonnen. Voorrang heeft het grootscheepse water bouw- en bevloeiingsplan in Zuidwest Per zië, dat het begin betekent van een nieu- De Sjah met Koningin Elizabeth tijdens zijn recente staatsbezoek aan Groot- Brittannië. we industriële ontwikkeling in het Nabije Oosten. De watervoorziening is volgens de sjah belangrijker dan de ruimtevaart. Hij verwacht kennelijk alles van de nieuwe verlichte middenklasse, die het feodalis me heeft verdrongen. Er studeren thans dertienduizend Perzische studenten in het buitenland, waarvan tweeduizend in En geland. MET INTELLIGENTIE, charme en slagvaardigheid beantwoordde, de Sjah na afloop van zijn rede een aantal schrifte lijke vragen. Een collega van een vrijpos tige Londense krant stelde de nogal pijn lijke vraag of de Sjah vertellen wilde wat hij tijdens zijn privé-verblijf in Engeland zou doen. De Sjah ontlokte een daverend applaus toen hij allerbeminnelijkst ant woordde, dat aangezien dit een privé aan gelegenheid is, hij er verder niets over kon zeggen. Voor iedereen, ook voor de Sjah, was de volgende tweede vraag geen ver rassing. namelijk of de Sjah er over denk' opnieuw te trouwen. De Sjah antwoorddi De Sjah heeft een waardige, openharti ge en beminnelijke persoonlijkheid. Hij heeft een fijn gevoel voor humor, maar is in wezen van diepe ernst vervuld. Alle oppervlakkigheid is hem vreemd, maar hij is niet zo somber als hij soms voorgesteld wordt. Ilij is allerminst een zwakkeling of een pretmaker, maar een stuwende kracht, die met een helder doelbewustzijn zijn taak bij de hervormingen in Perzië vervult. Er gaat zelfvertrouwen en tevens warme menselijkheid van hem uit. alsme de een rust, voortkomende uit een even wichtig karakter, tevens de weerspiege ling van de filosofie van Perzië. De internationale spanningen lijken op het zelfbewuste Perzië minder vat te heb ben dan men zou denken. De informatie dienst van de Sjah is uitmuntend. De gas ten aan de lunch ontvingen een vloed van materiaal over Perzië. Er is echter geen betere woordvoerder dan de Sjah zelf, die uitstekend Engels spreekt met een zachte, welluidende stem. Hij is wars van schone frasen en geeft geen blijk van terughou dendheid. Menig diplomaat en politicus kan daar een voorbeeld aan nemen. DIOR GAAT NAAR MOSKOU Onder auspiciën van de Russische Ka mer van Koophandel zal het Franse mode huis Dior van 10 tot 16 juni een reeks modeshows geven in Moskou, zo is door radio Moskou meegedeeld. Yves Saint Laurent, de directeur en ontwerper van het huis Dior, gaat zelf mee naar de Sovjetrussische hoofdstad. Hij wordt vergezeld door twaalf van zijn mannequins, die de Moscovieten onge veer 120 verschillende creaties, een groot deel van de zomercollectie zullen tonen. In juli komt een Newyorks modehuis in .Moskou „showen". Stachys olympicus of Stachys lanala is een mooie grijsbladige plant die een plek je in uw siertuin wel waard is. In de bor der voldoet deze mooie sierplant uitste kend, doch u moet er rekening mee hou den dat ze vrij breed uitgroeit en dat men na twee jaar zeker al verplanten moet. Deze grijsbladige plant wordt ook wel voor randbeplanting gebruikt, doch dan moet zij ook om de twee jaar verplant worden; het pad zal anders spoedig geheel dichtgegroeid raken en dat is niet de be doeling. Stachys kan uitstekend voorge- kweekt worden door middel van stekken; jonge scheuten kan men nu, doch ook in de zomermaanden van de plant nemen en als men het weer een beetje mee heeft, zullen ze vrij snel doorgroeien. Deze grijsbladige planten doen het in de border ook zo aardig als men ze met oranjekleurige bloemen combineert; pro beert u dat maar eens. Stachys is volko men winterhard en het is niet nodig ze te gen het invallen van de winter af te dek ken; zij redden zichzelf wel. G. Kromdijk ACHT JAAR WAS ZE, toen ze kam pioene werd van de junioren, tien toen ze eerste werd bij de senioren. Daarop volg den allerlei invitaties. Een half jaar was ze in Amerika. „Wel leuk, maar ik had er toch nooit willen blijven, niet om de men sen, die waren er allemaal even aardig maar omdat het zover van mijn geboorte land verwijderd ligt." Eva Pawlik houdt van Wenen. Ze is getrouwd met. haar part ner Rudi Seeliger en het echtpaar is not maar gemiddeld één maand per jaar it Wenen. De rest van het jaar reist het hee Europa door. Eva Pawlik heeft in haa leven al heel wat. landen gezien, maar z< kan moeilijk zeggen waar ze het nu hei prettigst vond. „Ieder land heeft zijn voor- en nadelen. En meestal ben ik er te kort om het echt te leren kennen. Vaak hebben we ook helemaal geen tijd om de stad in te gaan, want dan hebben we zowel 's middags als 's avonds een voorstelling.' EVA PAWLIK heeft het niet alleen bi, het schaatsen gelaten. Enige jaren geleder speelde ze namelijk de hoofdrol in de filn „Frühling auf dem Eis", die ook in Neder land vertoond is. Dat vond ze heerlijk want naast schaatsen is toneelspelen haa grootste hobby. Als ze na deze revue ir Wenen terugkeert gaat ze weer een film maken, al betreft het dit keer slechts flit sen van de ijsrevue. Daarna beginnen weer de repetities voor het volgende pro gramma. Het is een vermoeiend leven, so liste te zijn in een beroemde ijsrevue, maar Eva Pawlik zou niets anders ivillen. Het huishouden, waar ze overigens werkelijk nooit aan toe komtvindt ze iets ver- Eva en Rudi zijn al geruime tijd getrouwd, voor mi} neer", lacht Eva, als haar man- maar nog even „weg" van elkaar als in de en-partner haar helpt met het dichtrijgen wittebroodsweken. „Elke avond knielt hij van de hoge witte schaatsschoenen. In plaats van een dobbelsteen kun je voor een heleboel huiskamerspelletjes ook een genummerde draaitol gebrui ken. Die kun je zelf vervaardigen van twee kurken, een spijker en een rond stukje karton. Kijk maar goed naar de tekening, want daaraan kun je zien hoe het worden moet. I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1959 | | pagina 17