HENSEN Pittige Engelse „musical geestdriftig ontvangen Henk Bakker jubileert VERWEY's PORTRET VAN J. B. SCHUIL ONTHULD Gouden toneelmedailles opnieuw voor Ida Wasserman en Paul Steenbergen COLBERTS Going Dutch" in Amsterdam 9 Eerste uitvoering van concert van Van Delden natuurlijk PAARLAARSTEEG 1 Uitreiking in Hoarlcmse Stadsschouwburg Lachen bij Bach met Logeerkamerorkest VEERTIG JAAR TONEELSCHRIJVER Revue voor Buus Dr. E. van Raa lie's boek verschijnt deze week bij Hansard Society DINSDAG 2 JUNI 1959 Tijdens een korte bijeenkomst in de gang bij de bovenfoycr van de Haarlemse Schouwburg heeft burgemeester mr. O. P. F. M. Cremcrs de heer J. B. Schuil in de gelegenheid gesteld zijn eigen, door Kees Verwey geschilderde portret te ont hullen. Dit is hem door het gemeentebe stuur aangeboden als bewijs van dank baarheid voor het veertig jaar geleden ge nomen initiatief tot het instellen van spe ciale jeugdvoorstellingen, die alom na volging heeft gevonden. De heer Schuil verklaarde nooit een mooier geschenk als dit kunstwerk te heb ben ontvangen en nooit met zoveel vreug de van iets kostbaars afstand te hebben gedaan: „De waarde ervan wordt voor mij verhoogd door plaatsing in dit thea ter". De schilder dankte het gemeente bestuur voor de hem verleende opdracht en bracht een driewerf „hoera" op zijn model uit. Er waren vele genodigden aan wezig, maar ongetwijfeld zal de heer Schuil het gezelschap van de veteranen Rika Hopper en Jan Musch het meeste ge noegen hebben gedaan. Door de plaatsing van dit prachtige schilderij is tevens tot uitdrukking gebracht, dat het werk van de criticus onverbrekelijk met het toneel is verbonden. De activiteit van de heer Schuil in het verleden heeft bewezen, hoe invloedrijk dat kan zijn, ook op de tot liefde groeiende belangstelling van het publiek. Zijn enthousiasme en voorbeeldige vakkennis verleenden hem het recht op de ze ereplaats. David Koning Jan Musch, J. B. Schuil en Rika Hopper in volle aandacht voor het door de Haarlemse schilder Kees Ver wey vervaardigde portret van .7. B. Schuil, dat een blijvende plaats in de Stadsschouwburg te Haarlem heeft gekregen. Künstmaand A in ster dam Tijdens een concert van het Kunst- "maand,orkest in de Bachzaal te Amster dam in hetkader van de Künstmaand heeft men kennis kunnen maken met het meest recente werk van Lex van Del- den, een Concert voor twee hobo's en or kest. Solisten bij deze eerste uitvoering waren Haakon Stotijn en Cees van der Kraan, solo-hoboïsten van het Concert gebouworkest. Eerlijk gezegd kan ik niet bijster enthou siast zijn over deze compositie waarin ik niets heb gehoord van enige speelsheid waartoe toch de ontmoeting van twee solo instrumenten aanleiding geeft. Nóch de muziek, nóch de toehoorder komt los van de grond. Aan ..het .con.certeren.de...elcment, dat de componist' blijkens zijn toelichting alle aandacht wilde geven, heeft hij geen werkelijke spanning weten te verlenen. Misschien moet hef métier van de com ponist in de loop van de tijd onzichtbaar geworden zijn vóór het zich niet meer als een opdringerig procédé aan de toehoorder voordoet; zoals wij ook aan een minder beduidende achttiende-eeuwse compositie plezier kunnen beleven zonder geïrriteerd te worden door .stereotiepe akkoordverbin dingen. Deze antiquarische belangstelling is de enige die ik (in de toekomst) voor dit dubbelconcert zie weggelegd. Maar ik hoep dat ik me vergis. Anton Kersjes en het Kunstmaandorkest hadden de avond geopend met. een niet zeer boeiende vroege symfonie van Haydn, no. 8, getiteld: .,Le Soir". Sas Buiige Advertentie Khaki DEANS en grijze CASIMIR SANFOR, dus voorgekrompen Uit eigen atelier - een garantie voor de sterkste kwaliteiten en afwerking Voor het beste Muziek week. Van Stichting Gaudea- mus, Bilthoven, vernemen wij dat voor de internationale Muziekwcek 1955) in Bilthoven van 5 tot en met 13 september de jury, bestaande uit de heren Kees van Baaren (Nederland), prof. Wilhelm Ma ler (Duitsland) en Leonce Gras (België) uit de ingezonden negenenveertig wer ken van vijfendertig componisten uit 9 landen, 19 werken van de volgende 17 componisten voor uitvoering heeft uitge- Raymond Baervoets (België), S. J. H. v. d. Booren (Nederland), Peter Mi- chale Braun (Duitsland), Otto Ketting (Ned.) Georg Kröll (Duitsl.), Ton de Kruyf (Ned.), Robert Michael Lombar- do (U.S.A.), Michael Mengelberg (Ned.), Micoslav Militie (Joegoslavië), Josef An ton Riedl (Duitsl), Peter Schat (Ned.), Joop Stam (Ned.), Jan van Vlijmen (Ned.), Max-tin Wendel (Zwitserl), Har ry James Wild (Engeland) en Isang Yun (Japan). De A.V.R.Ö.-prijs werd toege kend aan Louis Andriessen voor diens kamermuziekwerk „Percosse". Burgemeester Cremers heeft maandag middag om vijf uur de jaarlijks door de thans in Haarlem congress erende Vereni ging van Schouwburgdirecties beschikbaar gestelde gouden toneelprijzen voor de beste totaalprestaties per seizoen uitge reikt aan Ida Wasserman en Paul Steen bergen, welke laatste door zijn echtgenote, Myra Ward, vertegenwoordigd werd. Bei den hebben deze onderscheiding respec tievelijk Théo d'Or en Louis d'Or ge naamd ter ere van de twee Bouwmeesters al eens eerder gekregen. De in nieuwe samenstelling optredende^ jury heeft daar- mee bewezen bepaald nie.t de nog al dik- "unjfs gevolgde regel van die-en-die-heb - ben-we-nog-niet-gehad te willen volgen. Het. advies tot deze herhaalde en inder daad. opnieuw verdiende bekroning is op gesteld door mevrouw Fie Carelsen en de heren Cor van der Lugt Melsert en prof. dr. Frithjof van Thienen. Bij haar besluit mevrouw Ida Wasser man voor te dragen voor de toekenning van de Théo d'Or heeft de jury uitdruk king willen geven aan haar diepe bewon dering voor de wijze, waarop deze actri ce aan de figuren, die zij krijgt uit te beelden, een innig-menselijke warmte weet te verlenen, ook in het blijspel. Door lichte, geestige toetsen weet zij in dit laatste genre een ongemene humor te be reiken. In dit seizoen is de bewondering van de jury in de eerste plaats uitgegaan naar het meesterschap, waarmee Ida Wasserman twee vrouwenfiguren van on geveer hetzelfde niveau, namelijk Phoebe Rice in „De Humorist" van Osborne en Nora Melody in „De Dag van Talavei-a" van O'Neill, niet slechts uiterlijk uit el kaar wist te houden, maar ook in wezen. Letterlijk wordt in het rapport gezegd: „Door innerlijke accenten en uiterst fij ne nuanceringen bij de uitbeelding van deze beide rollen heeft zij zelfs de moge lijkheid tot vei-gelijking van deze twee fi guren teniet gedaan en van ieder een ge heel eigen en onvex-getelijke creatie ge maakt". De Louis d'Or voor Paul Steenbergen is bedoeld als bevestiging der bewonde ring voor de wijze waarop deze acteur „werkelijke mensen heeft neergezet, die innerlijk gevoeld en doorleefd waren, waarbij geen gebruik werd gemaakt van uiterlijke middelen". Als voorbeelden noemt de jury enkele gefrustreerde ka rakters in moderne stukken en in het bij zonder de creatie van Shylock, welke aldus de jury de opvoering van „De Koopman van Venetië" na de tijd van het nationaal-socialisme alsnog heeft gerecht vaardigd". Uit Griekenland, waar hij voor studiedoeleinden verblijft, stuurde Paul Steenbergen om uitdrukking te ge ven aan zijn dankbaarheid een brief, die door Myi-a Ward na de uitreiking van de prijzen werd vooi-gelezen. Geestig en charmant vertolkte daarop Ida Wasser man op het toneel van de Haarlemse Schouwburg, waar de korte plechtigheid plaats had, haar erkentelijkheid. Met even sierlijk als oprecht geformuleerde bescheidenheid verklaarde zij onder meer: „Ik ben lang niet altijd gelukkig met mezelf om wat ik doe in een rol. Ik zie zo vaak andere actrices, die dingen doen die ik nooit zou kunnen. Het slagen van je werk hangt voor een belangrijk deel van de anderen af. Daarom beschouw ik het liefst deze prijs als een onderschei ding voor mijn collega's en directie van de Haagse Comedie". De zilveren medailles, bestemd voor een actrice en een acteur die een bijzondere prestatie in een bepaalde hoofdrol hebben vervuld gedurende het afgelopen seizoen, werden aan Anny de Lange en Joan Rem- melts vei-leend, respectievelijk wegens de vertolking van Cora Flood in „Het donker boven aan de trap" (grote innerlijke warmte en bijzonder genuanceerd) en de creatie van Arthur de Vries Huydecooper in „De Zwanen van de Theems" (een werkelijk heel oud man, volkomen echt, zonder vaktrücjes). Bronzen medailles voor bijzondere prestaties in andere dan hoofdrollen hebben Ina van Faassen en Hans Tiemeyer mee naar huis genomen. De eei-ste mocht deze opvatten als een beloning voor de rol van Josie Elliot in „Geoi-ge Dillon" en de tweede voor wat omschreven werd als' zijn 'ih „De ijsTfia'h komt" wederöïn gebleken„patuuxTijk- heid en eenvoud". Zij 'allen spraken korte woorden van dank tot de jury en tot het bestuur van de vereniging, die deze sti mulerende prijzen heeft ingesteld. Voor zitter Hm. Deinum bracht nog even hel werk in herinnering van de juryleden, die door de dood, door ziekte of wegens druk ke werkzaamheden de moeilijke maar plezierige taak niet konden voorzetten, de heren Ary den Hertog, dr. P. H. Schro der en W. Ph. Pos. David Koning BEZOEKERS VAN de muzikale kolder avond die maandag plaats had in de kleine zaal van het Amsterdams Concertgebouw als onderdeel van de Künstmaand Amster dam, zullen zich deze avond wel in de eerste plaats blijven herinneren om hel optreden van het Nationaal Logeerkamer- orkest onder leiding van Ted Fool. Dit en semble, gevormd uit leden van het Resi dentie-orkest, trad thans voor de derde maal op met. de eerste uitvoering van het derde Brandenburgse Concert van Bach in pas ontdekte nieuwe zetting. Een gran dioos stuk „crazy show" is bij wijze van gelegenheidswerk ontsproten aan hel brein van een der beide, concertmeesters van het Haagse orkest die aldus toonde de naam „Fooi" met ere te dragen; hij heeft zich met deze creatie als een fraaie gek ont popt, hetgeen een hoog compliment in houdt. Men zou hem en zijn medewerkers te kort doen met ook maar een poging te wagen alle vondsten op te sommen waar mee men een half uur lang op klassieke muzikale gronden van de ene hilarische situatie naar de andere geworpen wordt. Een uiterst minutieuze voorbereiding moet lor dit resultaat geleid hebben. OP EEN GELUIDSBAND zijn opge nomen fragmenten van Bach, Beethoven, Bizet, Lalo, Brahms om slechts enkelen te noemen, voorts een hele collectie van de meest onwaarschijnlijke kwasi-spraakge- luiden, alsmede niezen, proesten, hijgen, sissen en zuchten, dit alles onderbroken door „hot" en „sweet", het geheel gemengd tot een koppige cocktail die op het toneel scènes ontketent waarbij (om maar iets te noemen) een instrument in vuur en vlam opgaat, door twee leden van het N.L.O. op een brancardje wordt weggedragen, terwijl elders een orkestlid onmachtig van de rook over het podium waggelt; maar er wordt onverstoorbaar doorgefiedeld op de maat slag van een dirigent aan wiens x-ug men de beheerste motoriek van Bach's „recht op-en-neer" kan aflezen. Ondertussen spruit een zijspiegel uit een viool, schenkt een orkestlid borreltjes uit de hals van zijn instrument, wordt de onvei-stoorbare con certmeester met een helm gekroond waar op weer eens een andere viool kapot gaat (Bach gaat door dik en dun dóór), worden want zoals het een goede show betaamt, ontbreekt de sex niet schone vrouwen voorzichtig gevierd aan lange touwen, een eindweegs het podium op waar zij een fragmentje „Carmen" mogen weggeven (alleen welsprekende gebai-en, muzikaal is alles geprefabriceerd). EEN KOSTELIJK intermezzo was ook het optreden van drie toffe knapen in zebratruitjes die op de expositie van het eerste deel van Beethoven's vijfde een staaltje mimische expressie weggeven waarvan men staat te kijken. Tenslotte stijgt het geheel tot een apotheose, ont springt aan de koppeling van Bach met swing een autonome waanzin waarbij alles rondtolt in de kruitdamp van zevenklap pers. IK ZAL HET hiérbij laten en ook niet meer vertellen over het gedeelte, vóór de pauze dat, bij Fool's schepping vergeleken wel verbleekte. Alleen een solo-optreden Van de overigens ais clavecinist bekende Gustav Leonhardt maakte een uitzonde ring. „Internationaal Musicologen congres ter gelegenheid van het Handeljaar" heette dit nummer waarin drie buitenlandse gast sprekers de ontstaansgeschiedenis van het beruchte Largo behandelden. Wat Ted Fool betreft, er schijnt wel enige kans te zijn dat u hem ook eens te zien krijgt, op film of televisie. U moet hem dan echt niet missen. Sas Bun ge Maandagavond is in Amsterdam een nieuw kleinkunst-experiment van stapel gelopen: een „comedy show" naar de aard van het gebodene het best vertaal baar met „cabaretrevue" die geheel in het Engels gesproken en gezongen wordt. Idee en initiatief zijn afkomstig van twee Amerikaanse toeristen, do heer en me vrouw Jack Lardis uit New York, die vo rig jaar „doing Holland" tot de ont dekking kwamen, dat er op het stuk van licht amusement voor buitenlandei's in ons landje maar weinig te beleven valt. Vast besloten, dat daar iets aan gedaan moest worden, vestigde het echtpaar zich in Am sterdam en toog aan het werk. De heer Lardis charterde in Engeland drie tekst schrijvers en revuecomponisten het be faamde trio "Peter Myers, Alec Gi-ahame en Ronald Cass en een achttal bekende radio- en televisieartiesten: zijn vrouw be zorgde de benodigde fondsen. Deze laat- sten werden in hoofdzaak gefourneerd door een aantal Nedexdandse industrieën, die er wel wat in zagen en zo kon reeds na enkele maanden de basis gelegd wor den voor „Going Dutch", de eex-ste al-En gelse musical comedy op het continent, die gisteravond in de geheel gemoderni seerde Marnixstraatzaal van het Amster damse Bellevue zijn gala-première beleef de. Na het onvermijdelijke Volendammer dansje ter introductie en ter rechtvaardi ging van het. „echt-Hollandse" karakter i belandt de show al direct in de sfeer van Pigalle en Picadilly Circus, waarbij voor al de luchthartige toeristische geneugten van de diverse Europese hoofdsteden als inspiratiebron gediend hebben. Maar ook de toerist zelf wordt danig op de hak ge- nomen, bijvoorbeeld in het kostelijke j schetsje van een bebrild Amerikaans echt paar dat, na afscheid genomen te hebben van zijn American Express-gids, de ver zuchting slaakt: ,.Z'o, dat is wéér een land dat we gezien hebben". „Maar welk land was het eigenlijk?" vraagt de vrouw zich af. „Is het dinsdag of woensdag van daag?" repliceert de echtgenoot. „Dins dag", antwoordt zijn ega, na raadpleging van haar zakagenda. „Dan was het Hol land," zegt de echtgenoot, „want voor woensdag staat België opgegeven.." Dit kleine staaltje is kenmerkend voor het peil van alle sketches, liedjes en grap pen, die men in „Going Dutch" te genie ten krijgt. Verfijnde humor en originali teit zijn dun gezaaid, integendeel: veel van de grapjes en pointes zijn stokoud of triviaal, of beide tegelijk. Maar omdat al les in zo'n overrompelend tempo en met zoveel aanstekelijk élan gepresenteerd wordt, realiseert men zich dat goeddeels pas als men na twee uur weer buiten staat en dat is misschien wel het grootste com pliment dat men regisseur Jack Lardis en zijn acht „star performers" maken kan. Van deze laatsten is Marcia Ashton. meer Frans dan Engels van allure met haar piekerige ..rattenkopje" en haar precieuze gebaartjes, veruit de veélzijdig- ste. Kwajongensachtig en tegelijk echt- vyouweliik, beheerst zij alle registers van het vaudevillecabaret, de „kolderlol" tot aan het ti-agi-komischë ,,leven§üed". van welk laatste genre vooral haar cynische hymne op donker Amsterdam. „You'll al ways find a loving heart at Zeedijk," in de smaak viel al zal de V.V.V. Amster dam wel een andere mening zijn toege daan. Verrassende staaltjes van persiflage kunst zag men ook van Geoffrey Hibbert een van de populairste Engelse musical komieken, die ook in de monstershows op Broadway een graag geziene gast is. Zijn monoloog als Engelse vrederechter die al leen maar huurkwesties en nooit eens een „sappig geval" te behandelen krijgt, tot dat hij besluit, zijn eigen „juicy case" te worden, was ronduit verrukkelijk. Peter Reeves, ook een klinkende naam in de Engelse „show business", Schitterde voor al in zijn cenmansoperaconcert, waarin hij als wanhopige schouwburgdirecteur de grillen en nukken van Maria Gallas be zong met de verve (én de stemmiddelen) van een oudesehoolse heldentenor. Dat de meeste sketches en grappen naar Hollandse begrippen rijkelijk kruidig wa ren, kon men verwachten. De Engelse re vueschrijvers nemen in dit opzicht geen blad voor de mond en borduren zelfs vrije lijk voort op bepaalde aberraties, die ten onzent alleen in serieuze toneelstukken Uitgeverscongres. Op een congres in Wenen van zeshonderd uitgevers uit drie entwintig landen is er op aangedrongen, boeken te beschouwen als een geestelijk goed en niet als handelswaar, waarop douanerechten moeten worden geheven. Het volgende uitgeverscongres zal in 1962 in Barcelona worden gehouden. MORGEN viert Henk Bakker zijn veer tigjarig jubileum als toneelschrijver. Er is geen Nederlands auteur, die erop kan bogen zo veel gespeeld te zijn. Gemeten naar zijn produktiviteit moet hij wel een man zijn, die er niet van hield om stil te zitten. Hij schreef vijfenzestig blijspelen en kluchten, die men nog regelmatig tegenkomt op het repertoire van het Ne derlandse amateurtoneel. Hij voegde daar een twintig een-acters aan toe. Hij schreef vijf revues, een operette libretto en twee filmscenario's. Een aantal van zijn stuk ken werd ook gerealiseerd door het be roepstoneel in Nederland, België en Duits land. Van deze haalde Betje regeert" meer dan zeshonderd voorstellingen. Zijn Wespennestis nog steeds het meest ge speelde toneelwerk in ons land. Zijn be- werkingen van klassieke romans als De Camera, Sara Burgerhart, Ferdinand Huyck muntten uit. door reële dramatische kracht en historisch verantwoorde stijl. En nog blijft Bakker actief. Hij houdt' de pen evenzeer gespitst als de geest. Aan een otium cum dignitate is hij, de vieren- zestigjarige, nog niet toe. BIJ ZO'N JUBILEUM kan men de maat lat der critische waai'dering ter hand ne men en gaan uitpakken over de verdien sten van de schrijver voor het toneel, de draagwijdte van zijn talent, de eigenlijke waarde van zijn creativiteit. Men moet met Henk Bakker zelf spreken om vast te stellen dat hij ten overslaan van zichzelf eerlijkheid en bescheidenheid laat preva leren. Hij blaast zijn verdiensten niet op. Hij kent zijn grenzen, hij erkent ze ook. Hij wijdde zelf een van zijn laatste stuk ken „Carnaval" aan het Nederlandse ama teurtoneel, omdat hij voor het amateur toneel de meeste van zijn spelen heeft geschreven, welbewust derhalve in het oog houdend, dat hij daarmee een beper king stelde aan zijn wérk, die zijn ple zier in het schrijven en zijn eigen aard en aanleg niet heeft verloochend. Hij bereik te daardoor juist het opmerkelijke resul taat dat hij aansloeg. Men speelde hem, omdat hij wist te werken met vele moge lijkheden. In dat opzicht vereenzelvigde hij zich met de duizenden, die in de huid van zijn figuren kropen. Voor hem is to neelschrijven ook spelen. Hij speelt met een idee, met een situatie. Hij ziet er in eens wat in. Zijn fantasie gaat aan het werk. Maar al moge hij dan geboeid wor den door een vreemde situatie, door con- trasten en ontwikkelingen, welke erin voorhanden liggen, de mens zelf moet hem het meest interessei-en, wil hij niet bloed loze en geestloze creaturen het aanschijn geven. Hij moet geboeid zijn door de le vende mens. Dat ié hij. Dat hij voorname lijk blijspelen en kluchten schreef doet daax-aan niets af. De bevrijdende lach veronderstelt de levensblije mens. Dat is Henk Bakker ook. Hem karakteriseren betekent dan ook het beeld oproepen van een op het oog wat gesloten, maar beslist toegankelijk man, die voldoende hart heeft voor de mens in zijn verschijningsvormen om zich te kun nen inleven in wal achter die vormen zit. Hij gaat dan schrijven, dat wil zeggen, hij behandelt zijn hartsaangelegenheden met een portie gezond verstand en gezonde humor. Hij zorgt dat wat hij doet, ter zake kinidig is. Hij weet hoe een toneelspel te maken. Hij weet ook hoe toneel te maken. Als jongen al ging zijn liefde naar het actei'en uit. Hij bewondei'de zijn vader, een gezien declamator in de kring der amateur-tonelisten. Hij las Ibsen en Heyermans, hij leerde van hun stukken de dx-amatische opbouw, de techniek. „Ik keek meteen hoe ze hun bedrijven af sloten", zo vertelt hij. Daarna kwam hij tot schrijven. Daarna tot regisseren. Ook is hij geen onverdienstelijk amateurschil der. Dat heeft hij dan met regisseui-s van het beroepstoneel gemeen en met acteurs van naam. Gevoel voor kleur, gevoel voor de toonwaarde van het woord, verstande- lijke analyse met toch de doorstroming van het tempex-ament, al deze eigenschap pen zijn niet vreemd aan wie met de plan ken te maken hebben. Omdat hij het to neel zo met hart en ziel was toegedaan had Bakker er voortdurend mee te maken. ER ZIJN twee dingen, die ik graag zou willen noemen bij het schetsen van de In opdracht van Johan Buziau heeft Henk Bakker tydens de oorlog een revue „Victorie" geschreven, waarmee Buus na de bevrijding afscheid wilde nemen van het Nederlandse publiek. Iedere week reisde Bakker naar Rijs wijk met in zijn tas de meest compro mitterende scènes, want de revue gaf de bezetters er flink van langs. Toen de bezetting voorbij was voelde Buziau zich te verzwakt om nog in een tournee van twee jaar op te treden. De revue werd niet opgevoerd. Zou ze niet alsnog uitgegeven kunnen worden, zo vragen wy ons af. Alleen al om de anecdotisch- documentaire waarde lijkt ons zo'n uit gave gerechtvaardigd. persoon van Henk Bakker. Tal van jaren al regisseert hij de onderwijzers voor het Haarlemse Sint-Nicolaasfeest. .Dat doet hij reeds vijfentwintig jaar. Hij regisseert de onderwijzers met in zijn achterhoofd de kinderen. Hij vindt dat het niet mooi ge noeg kan zijn. Daaruit kan men zijn warme liefde aflezen én voor kinderen én voor toneel. Een slechte kindervoor stelling bederft de pret en kweekt geen liefde voor de planken. Ook regisseert hij een toneelgroepje van bewoners van de Thorbeckestraat en omgeving. Zij treden op in de besloten voorstellingen. Bakker timmert er niet mee aan de weg. Men weet het nauwelijks dat hij het doet. Geen eerzucht dus, die bevrediging zoekt, maar het verwezenlijken van graag na gestreefde idealen: toneel voor en door iedereen, toneel in een sociale functie, om dat het gaat om de mens die het beoefent en de mens, die er naar komt kijken. Aan die mens heeft de schrijver zijn hart ver pand. Hij maakt het hem niet moeilijk. Hij komt hem naar de uitdrukking van zijn wezen een goed eind tegemoet. Hij tracht hem te verstrooien en te ontspannen. Het is tegelijk de kracht van zijn wezen. Daar om is de huldiging van Henk Bakker morgenavond in de Stadsschouwbui'g na de voorstelling van de vereniging J. J. Cremer, door hem geregisseerd, meer dan een conventioneel gebaar. Hij heeft zich met ons beziggehouden en hij hield ons bezig. Nu is het woord aan zijn vrienden en bewonderaax-s! Marcia Ashton, de „leading lady" van „Going dutch" in haar ode aan de Zeedijk. aanvaardbaar geacht woi 'en. Hoe men daarover ook denken mag, in het Engels klinken dergelijke „naughty jokes" in elk geval veel onschuldiger. Overigens was het in alle opzichten een bijzonder plezie rige kennismaking. „Going Dutch" heeft vaart,, brio, een keur van aardige decors en pittige, makkelijk in het gehoor liggen de muziek. Het ovationele applaus aan het slot van de voorstelling was dan ook alles zins verdiend. De show zal waarschijnlijk tot oktober in Bellevue te zien zijn. Er zullen twee voorstellingen per avond, uit gezonderd op de dinsdagen, gegeven wor den. Onze verwachting is, dat het storm zal lopen. H. Crossen (Van onze correspondent in Londen) Deze week verschijnt de Engelse bewer king van de studie van de Haagse journa list dr. E. van Raalte over het Nederland se paxdement, waarover in Ex-bij van 13 mei uitvoerig door C. Lector werd ge schreven. Het boek is op uitstekende wij ze verzorgd door de Hansard Society for Parliamentary Govex-nment en voorzien van een voorwoord van de voorzitter van deze vereniging, sir Stephen King-Hall, de bekende voorvechter van de paiTementai- re democratie. De Hansard Society ont leent haar naam aan de beroemde fami lie Hansard, die in de achttiende en ne gentiende eeuw de eerste drukkers en uit gevers van de toen nog onofficiële versla gen van het Britse parlement zijn geweest. Uit erkentelijkheid voor hetgeen de Han sards voor het Engelse parlement hebben betekend, wordt deze naam ook thans nog voor de officiële verslagen gebezigd, niet alleen in Engeland, maar ook in de parlementen van het Gemenebest en van de koloniën. De Hansard-vereniging ziet er op toe, dat de publieke belangstelling voor het parlement niet verslapt. De organisatie, welke een internationaal karakter draagt, werd in 1944 door Stephen King-Hall, die zich geducht door zijn wekelijkse onaf hankelijke politieke nieuwsbrieven laat gelden, opgericht. Hij bestrijdt de foutie ve opvatting, nog door vele Engelsen ge huldigd, dat de Engelse democratie de al leen-zaligmakende zou zijn. Vandaar dat de vereniging met medewerking van de desbetreffende regeringen boeken heeft gepubliceerd over de Westduitse federa le regering en het Zweedse regerings systeem, gevolgd door dr. Van Raalte's boek. King-Hall merkt op „dat velen gelo ven, dat de mensheid door de omstandig heden gedwongen zal worden tot aanvaar ding van een wereldregering. Op het ogen blik zijn er reeds verscheidene bovenna tionale vergaderingen op beperkt terrein werkzaam, maar die in wezen parlemen ten zijn. De internationale parlementaire ontwikkeling zal noodzakelijkerwijs x-eke- ning dienen te houden met de aard van de parlementaire instellingen der nationale staten. Dit boek mag daarom .worden be schouwd als een bijdrage tot de kennis van de pax-lementaire democratie in de we reld". Bloefnendaalse reddingbrigade verspeelt buitenboordmotor Tijdens het patrouillevaren in zee bij 't Bloemondaalse strand ter hoogte van de post „De Kentering" heeft de Bloemen- daalse Reddingsbrigade zaterdagmiddag de buitenboordmotor van één van haar vletten verspeeld. Zondag heeft men ge tracht met behulp van kikvorsmannen uit Haarlem en met behulp van de x-eddings- V W Rvnnoo van ^e Haarlemse brandweer de r. \v. transe motor op te vissen,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1959 | | pagina 7