„Katja Kabanova" van Janacek bij de Nederlandsche Opera Muzikale toneelprestatie door le Grenier de Toulouse Holland Festival Bartók-avond te Leiden Nederlands Ballet te Rotterdam Leerlingenuitvoering van het Haarlems Muziekinsti tuut 9 Haarlems zilver Expositie in Frans Hals museum geopend Holland Festival Club in I.C.C. geopend Twee stukken van Marivaux en De Musset César Franckcyclus werd een kostbare herinnering Dr. Hatta in Stockholm Kroesjtsjev opent monster expositie in Moskou Vallende laadmast brengt kustvaarder tot zinken Arts veroordeeld wegens mishandeling Haarlemse grenswijziging in juli bij Tweede Kamer Nederlandse ballon startte in Scarborough WOENSDAG 17 JUNI 1959 Nauwelijks afgekoeld van de impressies die wij maandag in Den Haag ontvingen van Wagners breed uitgemeten liefdeslyriek in zijn „Tristan und Isolde", zaten wij dinsdagavond in de Amsterdamse Stadsschouwburg naar Katja Kabanova van Leos Janacek te kijken en te luisteren en van dit werk indrukken te ondergaan, die, door directe dramatische werking en door realiteitszin gestuwde spontaniteit, boeiend beslag op ons legden. Het gaat in deze opera, net als in Wagners Tristan, om de onafwendbare drang naar de vernietiging door een noodlottige liefde, maar wij verwijlen daarbij niet meer in de illusionaire sfeer van de sage, die er de toverdrank bij inschakelt, maar in het reële leven van alle dag, bewogen door menselijke hartstochten in vrije overgave. Dat maakt, dat, al is het verhaal gesitueerd in een Russische provincieplaats aan de oever van de Wolga, omstreeks de zestiger jaren van de vorige eeuw, het ook heden ten dage zo zou kunnen plaats vinden, althans daar waar nog een traditioneel moreel besef stand hield. Want wij hebben hier met louter menselijke en zelfs kleinmenselijke dingen te doen. Maar sage of realiteit, het draait alles om dezelfde spil, het ene als symbool, het andere als werkelijkheid. Alleen een wereld van romantische verbeelding ligt tussen Isolde en Katja. JANACEK ONTLEENDE de stof voor zijn libretto aan het toneelwerk „De Storm" van de schepper van het moderne Russische drama, A. N. Ostrovski. Dit maakt, dat, wat ik hierboven schreef - als zou het-ook in onze tijd kunnen gesitueerd worden met enige reserve moet begrepen worden, namelijk voorzover het Slavische gevoel van exaltatie erbij in 't geding is. Katja is een raak getekend Slavisch type van uitersten, dat bovendien door een ter roriserende schoonmoeder volkomen uit het evenwicht raakt. Zij wil zich wape nen tegen echtelijke ontsporing, voorziet dus haar eigen val, bekent als 't ware haar misstap alvorens deze heeft plaats gehad, volgt blindelings haar noodlot, biecht openlijk haar schuld om er zich van te bevrijden, weet zich als zondares veracht en eindigt met de dood te zoeken in de Wolga. De figuren om haar heen, slappe en sterke - zoals de on- U nJ IU rn ifS verbiddelijke, liefdeloze nOSIüïlD en bÜna ontmenselijkte IIUllUiiu schoonmoeder, dienen slechts om dit naar lief de en menselijkheid hunkerende hulpeloze wezen reliëf te geven. Met dat al is „Katja Kabanova" het drama van het „onvermijdelijke". Zo heeft ook Janacek zijn opera opgezet en consequent ontwikkeld tot het tragische einde. De Wolga, die het besluit van het drama ty peert, was er al bij de aanvang en de mo tieven, die het einde zullen bepalen, waren al in de kern aanwezig en stuwen aldoor naar het onvermijdelijke. Bij een zo sterke en consequente typering kon een lyriek in afgeronde vorm kwalijk passen. Wat men vocaal te horen krijgt is dan ook, op een enkel moment van een nevenfiguur na, een doorlopend spreekgezang. Maar de on derstroom van de muzikaal-dramatische vertolking is des te rijker in het wonder lijk mozaïek van motiefwerking vol ge voel, met verrassende wendingen, die zo wel op westerse als op oosterse invloeden duiden, met treffende melodie, karakte ristieke ritmen en suggestieve kleuren van het orkest. Het drama voltrekt zich daar bij in alle natuurlijkheid; het boeit en het houdt de gewekte spanning voL Dit is dan de rijkelijke vergoeding voor wat men meestal hoofdzakelijk in een opera gaat zoeken: het rustpunt met de lyrische aria en de vocale cultuur van het „bel-canto". Deze zou hier, eerlijk gezegd, verslappend werken. DAT DE „NEDERLANDSCHE OPERA" het werk, hoewel hoofdzakelijk met Tsje chische krachten gegeven, niet in de oor spronkelijke taal uitbracht, maar in de Duitse vertaling, die voor de leden van de Opera van Praag geen bezwaren heeft, houdt verband met het feit dat bij deze montering ook leden van het eigen gezel schap zijn ingeschakeld, voor wie de Tsje chische tekst wèl zwarigheden zou opleve ren. Wat wij bij deze vertaalde versie aan het werk verloren hebben (steeds wordt gezegd dat Janacek consequent op het taairitme bouwde) is uiteraard niet te zeggen. Laat ons aannemen dat de ver staanbaarheid van de tekst er in ieder ge val tegenop weegt. DE VERTOLKING in buitengewoon suggestieve toneelbeelden, in sfeerrijke be lichting (de decors staan op naam van Josef Svoboda) voldeed aan de hoogste In aanwezigheid van een groot aantal genodigden heeft dinsdag in het Frans Halsmuseum in Haarlem de opening plaats gehad van de jubileumtentoonstelling ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van de stichting Elias Voet, de stichting tot het bevorderen van de wetenschap omtrent en het wekken van belangstelling voor de Ne derlandse goud- en zilversmeedkunst uit vroeger eeuwen. De voorzitter van deze stichting, jhr. A. van Lennep wees er in zijn inleiding dins dagmiddag op, dat de expositie, die geti teld is „Haarlems zilver", tevens bedoeld is om hulde te betuigen aan de nagedach tenis van de Haarlemmer Elias Voet jr., de grondlegger van de studie der Neder landse goud- en zilvermerken. Uitvoerig ging jhr. Van Lennep vervolgens in op het. ontstaan en de werkwijze van de Stich ting en ten slotte uitte hij zijn bijzondere dank aan de directeur van het Frans Hals museum voor het beschikbaarstellen van de tentoonstellingsruimte en aan het Haar lemse gemeentebestuur voor de hieraan gegeven goedkeuring en voor het verlenen van een subsidie. Hieraan is het onder meer te danken, dat deze unieke expositie voor een ieder gratis toegankelijk kan zijn. De burgemeester van Haarlem, mr. O. P. F. M. Cremers, dankte op zijn beurt het bestuur van de stichting Elias Voet voor de ontplooide activiteiten en hij ver zekerde de aanwezigen, dat de gemeen te Haarlem, indien mogelijk, zeker zou doorgaan met het verzamelen van Haar lems zilver. Hierna verklaarde mr. Cremers de ex positie voor geopend, waarna alle aanwe zigen geruime tijd de tentoongestelde kunstvoorwerpen bezichtigden. „Haarlems zilver" is geopend tot 30 juli dagelijks van 10 tot 17 uur en op zondagen van 13 tot 17 uur. Bovendien zal de ten toonstelling op 18 en 25 juli des avonds van 20.30-22.30 uur bij kaarslicht te bezoe ken zijn. eisen. Zelden hebben wij bij de Neder landse Opera een première meegemaakt, die zo direct insloeg en zo'n storm van toejuichingen verwekte. Het sterke speel- talent van de vertolkster van de hoofdrol Libuse Domaninska, mitsgaders haar tem- peramentrijke vocale interpretatie hoe wel deze uiteraard de stemkleur drukte - gaf daartoe in eerste instantie aanleiding. Haar medespeelster Ivana Mixova in de rol van pleegzus en vertrouwelinge, Var- vara, was niet minder raak typerend in haar ingenue-rol. TEGENOVER DIE TWEE onzekeren stond de dominerende, meer dan bazige schoonmoeder, in een overtuigende creatie van onze gevierde alt Mimi Aarden. In Beno Blachut als de minnaar van Katja, en in Viktor Koci, de galant van het blauwkousje Varvara, maar ook in Rudolf Kat, als de wettige echtgenoot van de hoofdfiguur, hoorden en zagen wij volsla gen krachten die onder een regisseur als Hanus Thein het werk voortreffelijk dien den. Dit mag tevens gelden voor Gee Smith, die zijn mooie kansen als koop man Savjol met succes benutte. En wat wij van de bariton Cornelis Schell zo ter loops te horen kregen, paste goed in het Een scène uil „Katja Kabanova" met links Libuse Domaninska en rechts Ivana Mixova. geheel, dat tot in het kleinste onderdeel de ordenende hand van een meester- regisseur verraadde. WAT VERDER DE MUZIKALE LEI DING van Jaroslav Krombholc betreft, kan eveneens in hooggestemde termen gewaagd worden. Zijn beheersing van het métier, gepaard aan eigenschappen die slechts een rasmuzikant kunnen eigen zijn, bleken uit de geraffineerde interpretatie van een lang niet eenvoudige orkestpartij, maar tevens ook uit de hechte binding van het geheel, waarin ook het koor een sug gestief aandeel had. „Katja Kabanova" lijkt mij een der grote successen te zullen worden van het Holland-Festival. Jos. de Klerk Te Rotterdam heeft hel Nederlands Ballet, begeleid door het Utrechts Stedelijk Orkest onder leiding van Anton Kersjes een balletvoorstelling in het Holland Festival gegeven. Hierbij had de première plaats van „Vijf études voor elf dansers", in choreografie van Conrad van de Weetering, muziek van Frank Martin. Het ballet is opgedragen aan de directrice van het Nederlands Ballet Sonia Gaskell. Vóór de pauze werden voorts uitgevoerd „Klein avondspel", in choreografie van Rudi van Dantzig, muziek van Chr. W. von Gluck en ..Vijfde Symfonie", in choreografie van Leonide Massine en muziek van Tsjaikofsky. Tenslotte werd gedanst „De wonderbaarlijke mandarijn", in choreografie van Erno Vashegyi en Vera Pasztor, en muziek van Bela Bartók. De bijna uit verkochte zaal juichte de dansers spontaan toe. De foto toont een moment uit het ballet „Vijf études voor elf dansers". Een van de benedenzalen van het Internationaal Cultureel Centrum in het Vondelpark in Amsterdam is voor een m,aand feestelijk veranderd. Er hangen weer visnetten, de muren zijn weer zeegroen beschilderd, er is weer een kleine bar en hier en daar zitten zelfs een paar zilveren zee meerminnen. Een maand lang zal dit de plaats zijn waar na afloop van Holland Festival-voorstellingen ar tiesten, critici en kunstenaars, zich wat kunnen verpozen. Het is de Hol land Festival Club, die dinsdagmid dag werd geopend door de heer P. J. Mijksenaar. Er waren meer be kenden dan vorig jaar. Caro van Eyck, Rika Hopper, Eli Asser, Johan Bendien, vele anderen hieven het glas voor gastheer Jo Elsendoorn. Ronny Potsdammer bracht enkele aardige liedjes op zijn gitaar ten gehore. Hoewel er ook aandacht gevraagd werd voor piano-leerlingen van de leraar A. de Beer, een violoncel-leerlinge van de heer B. van Marken en een vioolleerling van de heer Joh. Vierveijzer, was de leerlingen avond van Haarlems Muziekinstituut, dinsdagavond in de tuinzaal van het ge meentelijk concertgebouw gegeven in hoofdzaak bestemd voor de leerlingen uit de zangklasse van de heer W. van Santen. Doordat op deze avond mijn aanwezig heid ook op een ander concert gevraagd was, heb ik alleen deze zangleerlingen en nog een vioolleerling, die zich dapper aan zijn taak gaf de Romance in F van Beet hoven te spelen, kunnen horen. Van de zangleerlingen maakte als eerste een jonge tenor een behoorlijke indruk met het zingen van liederen van Caccini en Gastaldon. De top van stemvorming is nog niet bereikt, maar het stem materiaal biedt daarvoor gunstige voorwaarden. MET EEN SPIRITUEEL genuanceerde vertoning van de gracieuze komedie „Le Jeu de 1'Amour et du Hasard" van Pierre Marivaux, geschreven in 1730 en sindsdien ten minste eens per generatie in Frankrijk op het repertoire genomen, is door het ge zelschap „Le Grenier de Toulouse" dins dagavond in de Koninklijke. Schouwburg de afdeling dramatische kunst van het Hol land Festival 1959 geopend. Men kan op recht verheugd zijn over dit bezoek, mede omdat daardoor spelenderwijze is aange toond, dat bet tegenwoordig zo in de mode zijnde begrip cultuurspreiding wel dege lijk tot belangwekkende artistieke resul taten kan leiden, ook in een land dat er zich al eeuwenlang op beroemt het middel punt van de wereld te zijn. In Nederland zijn er nog altijd veel tegenstanders van het op bevordering daarvan gerichte be leid. Misschien leren zij iets van dit kern gezonde voorbeeld. Zoals ook onze gesub sidieerde ensembles iets kunnen leren: de onvervangbare waarde van een levend stijlbesef. WAT DE MEESLEPENDE BEWEGING van de romantiek niet vermocht, geschiedt in onze eeuw van technische reorganisatie. Allerwege wordt de concentrische indeling van de maatschappij, die is voortgekomen uit de opvattingen van de renaissance, zowel horizontaal als verticaal doorbroken. In Frank rijk is het Jeanne Lau rent, een vrouwelijke ambtenaar van het mi nisterie van Nationaal Onderwijs, geweest die er het nodige toe heeft bijgedragen de Franse provincies uit -hun isolement te bevrijden en de stichting van „vólks"-theaters mogelijk te maken. Op haar aanbeveling werd veertien jaar geleden de jeugdige Maurice Sarrazin, een acteur uit de school van Louis Jouvet, met de bevrijding van de groeiende behoefte aan het toneel in het zuidwesten belast. Hoewel diens gezelschap thans een ook in het buitenland weerklank gevonden heb bende reputatie geniet, worden de repeti ties nog steeds gehouden op de rommelzol der van zijn ouderlijk huis vandaar die wonderlijke naam. Het is een plezierige bevestiging van wat het handhaven van een eigen karakter vermag, dat deze Mau rice Sarrazin, die met zijn over het alge meen jonge medewerkers gedurende het seizoen „de boer opgaat" in de letterlijke zin van het woord, als er geen schouwbur gen of bioscopen zijn desnoods spelend in stallen of tenten, thans ook voor een zo verwend publiek als dat van het Holland Festival optreedt. UITERAARD is men daardoor aange wezen op de beperking tot eenvoudige monteringen. Zoals meestal was ook hiel de noodzaak bevorderlijk voor het ver sterken der ware deugd. Men is immers De Cesar Franck-cyclus op het orgel van de Grote Kerk heeft nog een voortzetting gekregen met de orgelbespeling, die dins dagavond door Albert de Klerk werd ge geven. De vier werken, die voor dit. derde en nu inderdaad laatste concert van de cyclus werden gekozen waren typerend voor Francks klankideaal. Muziek, die als zovele composities van Franck, de indruk geeft van een meesterlijke improvisatie, waarvoor een overvloed van klankentim bres benut wordt als voor een „instrumen tatie" van verheven muzikale gedachten. Al zou Franck zich nimmer er over uit gelaten hebben dat zijn orgel een orkest voor hem was, dan zouden wij toch uit zijn muziek die relatie tot zijn instrument heb ben kunnen ontdekken. Franck kende het wezen van de klankkleur en de eigen op dracht, die aan een register met een be paalde klankkarakter gegeven kon wor den. Er zijn jonge organisten, die deze timbre-apartheid afwijzen en tegelijker tijd alle muziek, die door de werking van expressieve klankkleurcontrasten gereali seerd moet worden. Albert de Klerk en Piet Kee hebben blij kens de Franck-cyclus een ruimer artis tiek standpunt ingenomen en de muzikale schoonheid willen brengen, die zij ook in de orgelwerken van Franck vonden. Op dit laatste concert waren het de Fan tasie in C met verstild meditatieve klan ken, het „Prélude fugue et variation" met zijn intieme lyriek, zijn schone contra- punctiek en zijn als een stroom van ver fijnde klanken wegvlietende variatie, die de toehoorders gelukkig konden maken. Een zelfde taal, maar anders geformu leerd, klonk uit het innige „Prière", me lodische rijkdom van edel gehalte. En ten slotte was daar Francks zwanen zang, het derde orgelkoraal, twee maan den voor zijn dood in 1890 gecomponeerd, een prachtig opgebouwde compositie met haar centraal geplaatste volmaakte can- tilène en haar imposante hymnische slot. Bij zijn vertolkingen benutte Albert de Klerk doeltreffend de „strijkende" stem men van het orgel, vaak zelfstandig maar ook als treffend contrast met de tongwer king die bij voorbeeld in het derde koraal1 Als eerste van de reeks van vier uit voeringen waarmee de stad Leiden deel heeft aan het Holland Festival, had dins dagavond in het Waaggebouw een con cert plaats met uitsluitend werken van Béla Bartók. De karakteristieke ruimte was geheel uitverkocht maar bleek qua akoestiek tamelijk onvoldoende. Welis waar had men door stoffering met ta pijten getracht het effekt van de stenen en gecementeerde wanden te verbete ren, maar dat nam niet weg dat de klank kort en dor bleef en dat men iedere ruimelijkheid miste in het licht-metalige timbre dat vooral voor de langzame de len van de „Contrasten" en de „Sonate voor twee piano's" onontbeerlijk is. Met de eerste Rhapsodie voor viool werd het programma geopend. Dit werk heeft in het afgelopen seizoen ook te Haarlem ge klonken bij het N.Ph.O. en wel in de ge orkestreerde vorm. Soliste was toen Elise Cserfalvi; thans hoorde men Theo Olof met begeleiding van Géza Frid. Zonder op de capaciteiten van de violist iets af te dingen leek hij toch niet de geschikte fi guur voor de gusto van deze bijna on versneden folklore. Men miste de ferme attaque, het brede gebaar en daai'mee ging helaas het scherpe aroma verloren. Het goed samengestelde programma werd voortgezet met zeven stukken uit „Mikro- kosmos", door de com- linllnnri ponist voor twee piano's lluflD bewerkt. De onder de genoemde titel verenig- de honderddrieënvijftig I eSllVdl pianostukken hebben grotendeels een instruc tieve strekking; in deze latere vorm had men te doen met een aantal korte concertstukken die in een notedop een idee geven van de klanken wereld van de Hongaarse componist. „Contrasten" voor viool, klarinet en pi- als ideale koperfanfares klonken of als so lo-instrument. (klarinet!) een prachtige klankentekening gaven van zelfstandige melodieën. Zal deze Franck-cyclus na de restaui-atie van het orgel herhaald kunnen worden of zal zij alleen een kostbare herinnering kunnen blijven voor hen, die er nu van getuigen mochten zijn?. .Wij moeten het af wachten. P. Zwaanswijk ano uit 1938 is een zelden uitgevoerd werk. Het behoort tot de laatste froep composi ties van Bartók en bezit een geheel eigen klassicisme in zijn beteugelde speeldrift. Een subtiel lijnenspel waarbinnen ieder der drie instrumenten zijn aard behoudt, tekent zich af nu eens onstuimig, dan weer bezonken, mysterieus en mannelijk. De uit voerenden waren Theo Olof, Luctor Ponse en Jolle Huckriede. Tenslotte als bekroning van de avond de Sonate voor twee piano's en slagwerk, die magische houtsnede in klank een van de kapitale bijdragen van Bartók aan de muzieklitteratuur van onze tijd. Wellicht herinneren Haarlemse concertbezoekers zich de uitvoering anderhalf jaar geleden door Luctor Ponse en Géza Frid, die thans weer de pianopartijen vervulden. Twee slagwerkers van het Residentie Orkest, Frans van der Kraan en Wim Heesen, se condeerden de beide pianisten. Zij deden dit met grote precisie en zeer ad rem, zo dat de uitvoering, waarin Frid en Ponse een uitermate vast samenspel toonden, een groot succes verwierf. Sas Bunge STOCKHOLM (UPI) De Indonesische oud-vice-president. dr. Mohammed Hatta is uit Rome in Stockholm aangekomen voor een bezoek van elf dagen aan Zweden als gast van de Zweedse coöperatieve gros siersvereniging. Dr. Hatta, die „de vader van de coöperatie in Indonesië" wordt ge noemd, zal een studie maken van de huis vesting en de verbruikscoöperatie in Zweden. keer op keer gedwongen zich te bezinnen op de intrinsieke waarden van de gekozen kunstwerken. Ongetwijfeld heeft men van het elegante blijspel van Pierre Carlet de Chamblain de Marivaux wel eens voor stellingen gezien, waarin het spectaculaire met inschakeling van uitzonderlijk talent effectiver werd gerealiseerd. Maar toch zal men zelden zozeer als nu het muzikale van deze quadrille van minnaars hebben beseft een tussenvorm met nog alle voorname kenmerken van het hoofse me nuet als gestileerde flirt en reeds iets van het temperamentrijke van de wals als zwierige bevestiging van het recht op uit vieren van het gevoelsleven. Marivaux was typisch een schrijver uit een over gangstijdperk. Vandaar ook dat hij zijn personages uit voorname kringen presen teerde volgens de conventies van de popu laire kermiskomedianten. ZOALS IN AL ZIJN STUKKEN heeft Marivaux zich in „Le Jeu de l'Amour et du Hasard" bezigggehouden met het ont waken der liefde. Maar in geen enkel ge val heeft hij dit proces zozeer in actie ge toond als hier, waarin de gelieven, nog onbekenden voor elkaar, zich moeten ver mommen om hun ware emoties te ontdek ken en te doen blijken. Dat ten slotte de hartstocht de overwiniug behaalt op alle hindernissen, die de rede lijkt op te wer pen, was een reeds als natuurlijk veron derstelde maar geenszins officieel geac cepteerde zaak. Nog steeds wordt men door de geraffineerde eenvoud van de vlugge dialogen, door de veroverende oor spronkelijkheid in deze kleine verkleed partij bekoord, zeker wanneer de spelers zozeer de kunstgreep van het rubato be heersen als. dit Franse kwartej:. bestaande uit Simöne Turck met Louis Granville en Franqoise Bertin met Philippe Mentha, waarbij Claude Marcan en Jean Favarel zich met komische distinctie aansluiten. Wat mij van deze plezierige opvoering door bescheiden krachten hoewel: waar el ders vindt, men zulke soubrettes? vooral zal bijblijven, is deze muzikale kwaliteit, de vrije behandeling van het tempo op plaatsen die veel uitdrukking vragen. Zel den of nooit hoort men de vrolijkheid zo zeer allegro gaan, zelden zoveel elegantie in het pianissimo van de onuitsprekelijke bekentenis. MET DEZELFDE FEESTELIJKE char me werd na de pauze de miniatuurscène „On ne saurait penser a tout" van Alfred „Le jeu de l'amour et du hasard" van Marivaux door het gezelschap le Grenier de Toulouse. Links Louis Granville, rechts Simone Turck. de Musset gespeeld, maar toch zo dat men geheel werd opgenomen in de sfeer, waarin het gevoelsleven al dicht aan decadentie toe kwam. Daarin schuilt de innemende kracht van deze Franse acteurs en actrices, die in het geheel niet in grove typeringen behoeven te vervallen, -naar door register- keuze en modulaties van toon de tekst zo weten te plaatsen, dat de figuren er hun wezenlijke geaardheid door kunnen ont plooien. Hun levendige plastiek doet de rest. Davicl Koning LONDEN (Reuter) De Russische mi nister-president, Kroesjtsjev, heeft in een rede bij de opening van een monsterten toonstelling te Moskou gezegd dat het hui dige zeven-jarenplan in vijf of zes jaar zal worden uitgevoerd. Op de tentoonstelling wordt getoond wat de Russen in veertig jaar hebben bereikt en nog denken te be reiken. Kroesjtsjev zei dat de produktie in de eerste vijf maanden van dit jaar in vele takken van de Russische industrie in ster ke mate is toegenoemen vergeleken met die in de overeenkomstige periode yan yo- rig jaar. Waakzaamheid tegen forceren zij gebo den! Een van nature sympathieke stem had de mezzo-sopraan, die enigszins nerveus, maai- merkbaar steunend op scholingsbe ginselen drie liederen van Schumann ver tolkte. Een behoorlijke indruk maakte ook de zanger, die een aria van Lortzing en „Nina" van Pergolese zong, al bleek hier bij de wenselijkheid van scherper adem- controle. De sluimerende mogelijkheden van de goede altstem van een leerlinge, die drie liederen van Bach vertolkte, zul len ongetwijfeld bij verdere stemontwik- keling tot ontwaken gebracht kunnen wor den. Nederlandse tenoren met een Italiaans timbre zijn zeldzaamheden. Toch trad er zo'n bevoorrechte zanger op met opera aria's van Meyerbeer en Ponchielli. Hij verkreeg daarmede veel bijval. Prettig was het te luisteren naar de voordracht van liederen van Haydn, Mozart en Men delssohn door een jeugdig zangeresje met een nog prille vocale vorming. Waarlijk meeslepend was ten slotte de zang van een bariton, die al zijn natuurlijke bewogen heid met overtuiging tot uitdrukking wist te brengen bij het met goede stem vertol ken van opera-aria's van Gounod en Mas senet. Een attentie, die door de betrokkene zeer op prijs gesteld werd, was de van dankbaarheid getuigende toespraak door een van de leerlingen tot de heer Van San ten gericht. Als jubileumgeschenk bij de herdenking van zijn vijfentwintigjarige loopbaan als zangleraar ontving de heer Van Santen een langspeelplaat. P. Zwaanswijk In Schiedam is hedenmorgen de laadmast van het 5.500 ton metende stoomschip „Achilles" gebroken en op het langszij de „Achilles" liggende 163 ton metende kust vaartuig „Sian" gevallen. De „Sian" werd zwaar beschadigd en zonk. Enkele per sonen geraakten te water, maar zij konden bijtijds op het droge worden gebracht. De „Achilles" is in febrauari te Bolnes te water gelaten en werd op de werf „De Nieuwe Waterweg" aan de Wilhelmina- haven te Schiedam afgebouwd. Als gevolg van de ook aan boord van dit schip aan- gerichteqschade, die echter van slechts ge ringe omvang is, zal de proeftocht enige dagen moeten worden uitgesteld. De „Sian" werd in 1922 gebouwd. De rechtbank te Amsterdam heeft een 43-jarige arts uit de hoofdstad wegens mishandeling, meermalen gepleegd, ver oordeeld tot twee maanden gevangenis straf met aftrek van twee maanden van het voorarrest. Na zes maanden voorar rest .werd de. arts reeds op juni door de rechtbank in vrijheid gesteld. In de nacht van 4 op 5 december was de arts ten huize van een administrateur wegens mishan deling van zijn 62-jarige gastheer en diens echtgenote door de politie gearresteerd. Toen de zaak op 6 mei voor de eerste keer voor de rechtbank diende eiste de officier van Justitie wegens zware mis handeling negen maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk. Nadat de recht bank op juni nog enkele getuigen had ge hoord verlaagde de officier zijn eis tot zes maanden. (Van onze Haagse redacteur) Naar wij vernemen verkeert de voor bereiding van het wetsontwerp tot ophef fing van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude en tot toevoeging van Zuid- Schalkwijk aan Haarlem en het resterende deel aan Haarlemmermeer, thans in het laatste stadium. Wanneer de door de be trokken gemeentebesturen gemaakte be zwaren geen complicaties veroorzaken is de indiening van het wetsontwerp by de Tweede Kamer in de loop van juli te ver wachten. De belangrijkste bezwaren betreffen de wens van de raad van Haarlemmerliede om in elk geval na de grenswijziging ver kiezingen te houden hoewel het aantal kiesgerechtigden in de op te heffen ge meente nauwelijks van reële invloed op de samenstelling van de raden van Haarlem en Haarlemmermeer kan zijn en bovendien de liquidatie van Haarlemmerliede waar schijnlijk op het einde van de huidige zit tingsperiode van de gemeenteraden haar beslag zal krijgen en het in Haarlem mermeer geuite verlangen om de oostelijke oever van de Mooie Nel aan die gemeente toe te wijzen in plaats van aan Haarlem. Op een strandje aan de voet van hoge rotsen aan de Noordzee is gisteren in Scarborough voor de eerste keer in de Engelse historie een Nederlandse ballon opgestegen Ter gelegenheid van de Nederlandse week had het ge meentebestuur van deze badplaats een aantal typische Nederlandse uitingen van handel, kunst en sport naar Scarborough uitgenodigd. Een draaiorgel uit Amsterdam speelde op de boulevard, bloemenmeisjes uit Haarlem reikten 20.000 bloemen uit. De Nederlandse oorlogsbodem „Limburg" lag voor de kust. Vier Nederlandse matrozen van de „Limburg" hielpen bij de startma- noeuvres van de ballon en na drie proef- opstijgingen startten de ballonvaarders Nini Boesman, Koen Jansen en een passa- giere voor de vaart naar onbekende be stemming. Met een snelheid van 30 km per uur voer men langs de oostkust tot bij Huil waar de bemanning een veilige landing in een korenveld maakte. „Ik wil van geen schadevergoeding weten", zei de boer, die heel actief de ballon hielp ber gen. „Over deze ballonlanding in mijn korenveld kan ik mijn hele leven nog vertellen. Dat is mijn beste beloning", zei hij.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1959 | | pagina 9