„Katja Kabanova" van Janacek
bij de Nederlandsche Opera
Muzikale toneelprestatie door
le Grenier de Toulouse
Holland
Festival
Bartók-avond te Leiden
Nederlands Ballet te Rotterdam
Leerlingenuitvoering van het
Haarlems Muziekinsti tuut
9
Haarlems zilver
Expositie in Frans Hals
museum geopend
Holland Festival Club
in I.C.C. geopend
Twee stukken van Marivaux en De Musset
César Franckcyclus werd
een kostbare herinnering
Dr. Hatta in Stockholm
Kroesjtsjev opent monster
expositie in Moskou
Vallende laadmast brengt
kustvaarder tot zinken
Arts veroordeeld
wegens mishandeling
Haarlemse grenswijziging
in juli bij Tweede Kamer
Nederlandse ballon startte
in Scarborough
WOENSDAG 17 JUNI 1959
Nauwelijks afgekoeld van de impressies die wij maandag in Den Haag ontvingen
van Wagners breed uitgemeten liefdeslyriek in zijn „Tristan und Isolde", zaten wij
dinsdagavond in de Amsterdamse Stadsschouwburg naar Katja Kabanova van Leos
Janacek te kijken en te luisteren en van dit werk indrukken te ondergaan, die, door
directe dramatische werking en door realiteitszin gestuwde spontaniteit, boeiend
beslag op ons legden. Het gaat in deze opera, net als in Wagners Tristan, om de
onafwendbare drang naar de vernietiging door een noodlottige liefde, maar wij
verwijlen daarbij niet meer in de illusionaire sfeer van de sage, die er de toverdrank
bij inschakelt, maar in het reële leven van alle dag, bewogen door menselijke
hartstochten in vrije overgave. Dat maakt, dat, al is het verhaal gesitueerd in een
Russische provincieplaats aan de oever van de Wolga, omstreeks de zestiger jaren
van de vorige eeuw, het ook heden ten dage zo zou kunnen plaats vinden, althans
daar waar nog een traditioneel moreel besef stand hield. Want wij hebben hier met
louter menselijke en zelfs kleinmenselijke dingen te doen. Maar sage of realiteit, het
draait alles om dezelfde spil, het ene als symbool, het andere als werkelijkheid. Alleen
een wereld van romantische verbeelding ligt tussen Isolde en Katja.
JANACEK ONTLEENDE de stof voor
zijn libretto aan het toneelwerk „De
Storm" van de schepper van het moderne
Russische drama, A. N. Ostrovski. Dit
maakt, dat, wat ik hierboven schreef - als
zou het-ook in onze tijd kunnen gesitueerd
worden met enige reserve moet begrepen
worden, namelijk voorzover het Slavische
gevoel van exaltatie erbij in 't geding is.
Katja is een raak getekend Slavisch type
van uitersten, dat bovendien door een ter
roriserende schoonmoeder volkomen uit
het evenwicht raakt. Zij wil zich wape
nen tegen echtelijke ontsporing, voorziet
dus haar eigen val, bekent als 't ware haar
misstap alvorens deze heeft plaats gehad,
volgt blindelings haar noodlot, biecht
openlijk haar schuld om er zich van te
bevrijden, weet zich als zondares veracht
en eindigt met de dood te zoeken in de
Wolga. De figuren om haar heen, slappe
en sterke - zoals de on-
U nJ IU rn ifS verbiddelijke, liefdeloze
nOSIüïlD en bÜna ontmenselijkte
IIUllUiiu schoonmoeder, dienen
slechts om dit naar lief
de en menselijkheid
hunkerende hulpeloze
wezen reliëf te geven.
Met dat al is „Katja Kabanova" het drama
van het „onvermijdelijke". Zo heeft ook
Janacek zijn opera opgezet en consequent
ontwikkeld tot het tragische einde. De
Wolga, die het besluit van het drama ty
peert, was er al bij de aanvang en de mo
tieven, die het einde zullen bepalen, waren
al in de kern aanwezig en stuwen aldoor
naar het onvermijdelijke. Bij een zo sterke
en consequente typering kon een lyriek in
afgeronde vorm kwalijk passen. Wat men
vocaal te horen krijgt is dan ook, op een
enkel moment van een nevenfiguur na,
een doorlopend spreekgezang. Maar de on
derstroom van de muzikaal-dramatische
vertolking is des te rijker in het wonder
lijk mozaïek van motiefwerking vol ge
voel, met verrassende wendingen, die zo
wel op westerse als op oosterse invloeden
duiden, met treffende melodie, karakte
ristieke ritmen en suggestieve kleuren van
het orkest. Het drama voltrekt zich daar
bij in alle natuurlijkheid; het boeit en het
houdt de gewekte spanning voL Dit is dan
de rijkelijke vergoeding voor wat men
meestal hoofdzakelijk in een opera gaat
zoeken: het rustpunt met de lyrische aria
en de vocale cultuur van het „bel-canto".
Deze zou hier, eerlijk gezegd, verslappend
werken.
DAT DE „NEDERLANDSCHE OPERA"
het werk, hoewel hoofdzakelijk met Tsje
chische krachten gegeven, niet in de oor
spronkelijke taal uitbracht, maar in de
Duitse vertaling, die voor de leden van de
Opera van Praag geen bezwaren heeft,
houdt verband met het feit dat bij deze
montering ook leden van het eigen gezel
schap zijn ingeschakeld, voor wie de Tsje
chische tekst wèl zwarigheden zou opleve
ren. Wat wij bij deze vertaalde versie aan
het werk verloren hebben (steeds wordt
gezegd dat Janacek consequent op het
taairitme bouwde) is uiteraard niet te
zeggen. Laat ons aannemen dat de ver
staanbaarheid van de tekst er in ieder ge
val tegenop weegt.
DE VERTOLKING in buitengewoon
suggestieve toneelbeelden, in sfeerrijke be
lichting (de decors staan op naam van
Josef Svoboda) voldeed aan de hoogste
In aanwezigheid van een groot aantal
genodigden heeft dinsdag in het Frans
Halsmuseum in Haarlem de opening plaats
gehad van de jubileumtentoonstelling ter
gelegenheid van het tienjarig bestaan van
de stichting Elias Voet, de stichting tot het
bevorderen van de wetenschap omtrent en
het wekken van belangstelling voor de Ne
derlandse goud- en zilversmeedkunst uit
vroeger eeuwen.
De voorzitter van deze stichting, jhr. A.
van Lennep wees er in zijn inleiding dins
dagmiddag op, dat de expositie, die geti
teld is „Haarlems zilver", tevens bedoeld
is om hulde te betuigen aan de nagedach
tenis van de Haarlemmer Elias Voet jr.,
de grondlegger van de studie der Neder
landse goud- en zilvermerken. Uitvoerig
ging jhr. Van Lennep vervolgens in op het.
ontstaan en de werkwijze van de Stich
ting en ten slotte uitte hij zijn bijzondere
dank aan de directeur van het Frans Hals
museum voor het beschikbaarstellen van
de tentoonstellingsruimte en aan het Haar
lemse gemeentebestuur voor de hieraan
gegeven goedkeuring en voor het verlenen
van een subsidie. Hieraan is het onder
meer te danken, dat deze unieke expositie
voor een ieder gratis toegankelijk kan
zijn.
De burgemeester van Haarlem, mr. O.
P. F. M. Cremers, dankte op zijn beurt
het bestuur van de stichting Elias Voet
voor de ontplooide activiteiten en hij ver
zekerde de aanwezigen, dat de gemeen
te Haarlem, indien mogelijk, zeker zou
doorgaan met het verzamelen van Haar
lems zilver.
Hierna verklaarde mr. Cremers de ex
positie voor geopend, waarna alle aanwe
zigen geruime tijd de tentoongestelde
kunstvoorwerpen bezichtigden.
„Haarlems zilver" is geopend tot 30 juli
dagelijks van 10 tot 17 uur en op zondagen
van 13 tot 17 uur. Bovendien zal de ten
toonstelling op 18 en 25 juli des avonds
van 20.30-22.30 uur bij kaarslicht te bezoe
ken zijn.
eisen. Zelden hebben wij bij de Neder
landse Opera een première meegemaakt,
die zo direct insloeg en zo'n storm van
toejuichingen verwekte. Het sterke speel-
talent van de vertolkster van de hoofdrol
Libuse Domaninska, mitsgaders haar tem-
peramentrijke vocale interpretatie hoe
wel deze uiteraard de stemkleur drukte -
gaf daartoe in eerste instantie aanleiding.
Haar medespeelster Ivana Mixova in de
rol van pleegzus en vertrouwelinge, Var-
vara, was niet minder raak typerend in
haar ingenue-rol.
TEGENOVER DIE TWEE onzekeren
stond de dominerende, meer dan bazige
schoonmoeder, in een overtuigende creatie
van onze gevierde alt Mimi Aarden. In
Beno Blachut als de minnaar van Katja,
en in Viktor Koci, de galant van het
blauwkousje Varvara, maar ook in Rudolf
Kat, als de wettige echtgenoot van de
hoofdfiguur, hoorden en zagen wij volsla
gen krachten die onder een regisseur als
Hanus Thein het werk voortreffelijk dien
den. Dit mag tevens gelden voor Gee
Smith, die zijn mooie kansen als koop
man Savjol met succes benutte. En wat
wij van de bariton Cornelis Schell zo ter
loops te horen kregen, paste goed in het
Een scène uil „Katja Kabanova" met
links Libuse Domaninska en rechts
Ivana Mixova.
geheel, dat tot in het kleinste onderdeel
de ordenende hand van een meester-
regisseur verraadde.
WAT VERDER DE MUZIKALE LEI
DING van Jaroslav Krombholc betreft,
kan eveneens in hooggestemde termen
gewaagd worden. Zijn beheersing van het
métier, gepaard aan eigenschappen die
slechts een rasmuzikant kunnen eigen zijn,
bleken uit de geraffineerde interpretatie
van een lang niet eenvoudige orkestpartij,
maar tevens ook uit de hechte binding van
het geheel, waarin ook het koor een sug
gestief aandeel had.
„Katja Kabanova" lijkt mij een der
grote successen te zullen worden van het
Holland-Festival.
Jos. de Klerk
Te Rotterdam heeft hel Nederlands Ballet, begeleid door het Utrechts Stedelijk
Orkest onder leiding van Anton Kersjes een balletvoorstelling in het Holland
Festival gegeven. Hierbij had de première plaats van „Vijf études voor elf
dansers", in choreografie van Conrad van de Weetering, muziek van Frank
Martin. Het ballet is opgedragen aan de directrice van het Nederlands Ballet
Sonia Gaskell. Vóór de pauze werden voorts uitgevoerd „Klein avondspel", in
choreografie van Rudi van Dantzig, muziek van Chr. W. von Gluck en ..Vijfde
Symfonie", in choreografie van Leonide Massine en muziek van Tsjaikofsky.
Tenslotte werd gedanst „De wonderbaarlijke mandarijn", in choreografie van
Erno Vashegyi en Vera Pasztor, en muziek van Bela Bartók. De bijna uit
verkochte zaal juichte de dansers spontaan toe. De foto toont een moment uit
het ballet „Vijf études voor elf dansers".
Een van de benedenzalen van het
Internationaal Cultureel Centrum in
het Vondelpark in Amsterdam is
voor een m,aand feestelijk veranderd.
Er hangen weer visnetten, de muren
zijn weer zeegroen beschilderd, er is
weer een kleine bar en hier en daar
zitten zelfs een paar zilveren zee
meerminnen. Een maand lang zal dit
de plaats zijn waar na afloop van
Holland Festival-voorstellingen ar
tiesten, critici en kunstenaars, zich
wat kunnen verpozen. Het is de Hol
land Festival Club, die dinsdagmid
dag werd geopend door de heer
P. J. Mijksenaar. Er waren meer be
kenden dan vorig jaar. Caro van
Eyck, Rika Hopper, Eli Asser, Johan
Bendien, vele anderen hieven het
glas voor gastheer Jo Elsendoorn.
Ronny Potsdammer bracht enkele
aardige liedjes op zijn gitaar ten
gehore.
Hoewel er ook aandacht gevraagd werd
voor piano-leerlingen van de leraar A. de
Beer, een violoncel-leerlinge van de heer
B. van Marken en een vioolleerling van de
heer Joh. Vierveijzer, was de leerlingen
avond van Haarlems Muziekinstituut,
dinsdagavond in de tuinzaal van het ge
meentelijk concertgebouw gegeven in
hoofdzaak bestemd voor de leerlingen uit
de zangklasse van de heer W. van Santen.
Doordat op deze avond mijn aanwezig
heid ook op een ander concert gevraagd
was, heb ik alleen deze zangleerlingen en
nog een vioolleerling, die zich dapper aan
zijn taak gaf de Romance in F van Beet
hoven te spelen, kunnen horen.
Van de zangleerlingen maakte als eerste
een jonge tenor een behoorlijke indruk met
het zingen van liederen van Caccini en
Gastaldon. De top van stemvorming is
nog niet bereikt, maar het stem materiaal
biedt daarvoor gunstige voorwaarden.
MET EEN SPIRITUEEL genuanceerde
vertoning van de gracieuze komedie „Le
Jeu de 1'Amour et du Hasard" van Pierre
Marivaux, geschreven in 1730 en sindsdien
ten minste eens per generatie in Frankrijk
op het repertoire genomen, is door het ge
zelschap „Le Grenier de Toulouse" dins
dagavond in de Koninklijke. Schouwburg
de afdeling dramatische kunst van het Hol
land Festival 1959 geopend. Men kan op
recht verheugd zijn over dit bezoek, mede
omdat daardoor spelenderwijze is aange
toond, dat bet tegenwoordig zo in de mode
zijnde begrip cultuurspreiding wel dege
lijk tot belangwekkende artistieke resul
taten kan leiden, ook in een land dat er
zich al eeuwenlang op beroemt het middel
punt van de wereld te zijn. In Nederland
zijn er nog altijd veel tegenstanders van
het op bevordering daarvan gerichte be
leid. Misschien leren zij iets van dit kern
gezonde voorbeeld. Zoals ook onze gesub
sidieerde ensembles iets kunnen leren: de
onvervangbare waarde van een levend
stijlbesef.
WAT DE MEESLEPENDE BEWEGING
van de romantiek niet vermocht, geschiedt
in onze eeuw van technische reorganisatie.
Allerwege wordt de concentrische indeling
van de maatschappij, die is voortgekomen
uit de opvattingen van
de renaissance, zowel
horizontaal als verticaal
doorbroken. In Frank
rijk is het Jeanne Lau
rent, een vrouwelijke
ambtenaar van het mi
nisterie van Nationaal
Onderwijs, geweest die er het nodige toe
heeft bijgedragen de Franse provincies uit
-hun isolement te bevrijden en de stichting
van „vólks"-theaters mogelijk te maken.
Op haar aanbeveling werd veertien jaar
geleden de jeugdige Maurice Sarrazin, een
acteur uit de school van Louis Jouvet, met
de bevrijding van de groeiende behoefte
aan het toneel in het zuidwesten belast.
Hoewel diens gezelschap thans een ook in
het buitenland weerklank gevonden heb
bende reputatie geniet, worden de repeti
ties nog steeds gehouden op de rommelzol
der van zijn ouderlijk huis vandaar die
wonderlijke naam. Het is een plezierige
bevestiging van wat het handhaven van
een eigen karakter vermag, dat deze Mau
rice Sarrazin, die met zijn over het alge
meen jonge medewerkers gedurende het
seizoen „de boer opgaat" in de letterlijke
zin van het woord, als er geen schouwbur
gen of bioscopen zijn desnoods spelend in
stallen of tenten, thans ook voor een zo
verwend publiek als dat van het Holland
Festival optreedt.
UITERAARD is men daardoor aange
wezen op de beperking tot eenvoudige
monteringen. Zoals meestal was ook hiel
de noodzaak bevorderlijk voor het ver
sterken der ware deugd. Men is immers
De Cesar Franck-cyclus op het orgel van
de Grote Kerk heeft nog een voortzetting
gekregen met de orgelbespeling, die dins
dagavond door Albert de Klerk werd ge
geven. De vier werken, die voor dit. derde
en nu inderdaad laatste concert van de
cyclus werden gekozen waren typerend
voor Francks klankideaal. Muziek, die als
zovele composities van Franck, de indruk
geeft van een meesterlijke improvisatie,
waarvoor een overvloed van klankentim
bres benut wordt als voor een „instrumen
tatie" van verheven muzikale gedachten.
Al zou Franck zich nimmer er over uit
gelaten hebben dat zijn orgel een orkest
voor hem was, dan zouden wij toch uit zijn
muziek die relatie tot zijn instrument heb
ben kunnen ontdekken. Franck kende het
wezen van de klankkleur en de eigen op
dracht, die aan een register met een be
paalde klankkarakter gegeven kon wor
den. Er zijn jonge organisten, die deze
timbre-apartheid afwijzen en tegelijker
tijd alle muziek, die door de werking van
expressieve klankkleurcontrasten gereali
seerd moet worden.
Albert de Klerk en Piet Kee hebben blij
kens de Franck-cyclus een ruimer artis
tiek standpunt ingenomen en de muzikale
schoonheid willen brengen, die zij ook in
de orgelwerken van Franck vonden.
Op dit laatste concert waren het de Fan
tasie in C met verstild meditatieve klan
ken, het „Prélude fugue et variation" met
zijn intieme lyriek, zijn schone contra-
punctiek en zijn als een stroom van ver
fijnde klanken wegvlietende variatie, die
de toehoorders gelukkig konden maken.
Een zelfde taal, maar anders geformu
leerd, klonk uit het innige „Prière", me
lodische rijkdom van edel gehalte.
En ten slotte was daar Francks zwanen
zang, het derde orgelkoraal, twee maan
den voor zijn dood in 1890 gecomponeerd,
een prachtig opgebouwde compositie met
haar centraal geplaatste volmaakte can-
tilène en haar imposante hymnische slot.
Bij zijn vertolkingen benutte Albert de
Klerk doeltreffend de „strijkende" stem
men van het orgel, vaak zelfstandig maar
ook als treffend contrast met de tongwer
king die bij voorbeeld in het derde koraal1
Als eerste van de reeks van vier uit
voeringen waarmee de stad Leiden deel
heeft aan het Holland Festival, had dins
dagavond in het Waaggebouw een con
cert plaats met uitsluitend werken van
Béla Bartók. De karakteristieke ruimte
was geheel uitverkocht maar bleek qua
akoestiek tamelijk onvoldoende. Welis
waar had men door stoffering met ta
pijten getracht het effekt van de stenen
en gecementeerde wanden te verbete
ren, maar dat nam niet weg dat de klank
kort en dor bleef en dat men iedere
ruimelijkheid miste in het licht-metalige
timbre dat vooral voor de langzame de
len van de „Contrasten" en de „Sonate
voor twee piano's" onontbeerlijk is.
Met de eerste Rhapsodie voor viool werd
het programma geopend. Dit werk heeft in
het afgelopen seizoen ook te Haarlem ge
klonken bij het N.Ph.O. en wel in de ge
orkestreerde vorm. Soliste was toen Elise
Cserfalvi; thans hoorde men Theo Olof
met begeleiding van Géza Frid. Zonder op
de capaciteiten van de violist iets af te
dingen leek hij toch niet de geschikte fi
guur voor de gusto van deze bijna on
versneden folklore. Men miste de ferme
attaque, het brede gebaar en daai'mee
ging helaas het scherpe aroma verloren.
Het goed samengestelde programma werd
voortgezet met zeven stukken uit „Mikro-
kosmos", door de com-
linllnnri ponist voor twee piano's
lluflD bewerkt. De onder de
genoemde titel verenig-
de honderddrieënvijftig
I eSllVdl pianostukken hebben
grotendeels een instruc
tieve strekking; in deze
latere vorm had men te doen met een
aantal korte concertstukken die in een
notedop een idee geven van de klanken
wereld van de Hongaarse componist.
„Contrasten" voor viool, klarinet en pi-
als ideale koperfanfares klonken of als so
lo-instrument. (klarinet!) een prachtige
klankentekening gaven van zelfstandige
melodieën.
Zal deze Franck-cyclus na de restaui-atie
van het orgel herhaald kunnen worden of
zal zij alleen een kostbare herinnering
kunnen blijven voor hen, die er nu van
getuigen mochten zijn?. .Wij moeten het af
wachten.
P. Zwaanswijk
ano uit 1938 is een zelden uitgevoerd werk.
Het behoort tot de laatste froep composi
ties van Bartók en bezit een geheel eigen
klassicisme in zijn beteugelde speeldrift.
Een subtiel lijnenspel waarbinnen ieder
der drie instrumenten zijn aard behoudt,
tekent zich af nu eens onstuimig, dan weer
bezonken, mysterieus en mannelijk. De uit
voerenden waren Theo Olof, Luctor Ponse
en Jolle Huckriede.
Tenslotte als bekroning van de avond
de Sonate voor twee piano's en slagwerk,
die magische houtsnede in klank een van
de kapitale bijdragen van Bartók aan de
muzieklitteratuur van onze tijd. Wellicht
herinneren Haarlemse concertbezoekers
zich de uitvoering anderhalf jaar geleden
door Luctor Ponse en Géza Frid, die thans
weer de pianopartijen vervulden. Twee
slagwerkers van het Residentie Orkest,
Frans van der Kraan en Wim Heesen, se
condeerden de beide pianisten. Zij deden
dit met grote precisie en zeer ad rem, zo
dat de uitvoering, waarin Frid en Ponse
een uitermate vast samenspel toonden, een
groot succes verwierf.
Sas Bunge
STOCKHOLM (UPI) De Indonesische
oud-vice-president. dr. Mohammed Hatta
is uit Rome in Stockholm aangekomen
voor een bezoek van elf dagen aan Zweden
als gast van de Zweedse coöperatieve gros
siersvereniging. Dr. Hatta, die „de vader
van de coöperatie in Indonesië" wordt ge
noemd, zal een studie maken van de huis
vesting en de verbruikscoöperatie in
Zweden.
keer op keer gedwongen zich te bezinnen
op de intrinsieke waarden van de gekozen
kunstwerken. Ongetwijfeld heeft men van
het elegante blijspel van Pierre Carlet de
Chamblain de Marivaux wel eens voor
stellingen gezien, waarin het spectaculaire
met inschakeling van uitzonderlijk talent
effectiver werd gerealiseerd. Maar toch
zal men zelden zozeer als nu het muzikale
van deze quadrille van minnaars hebben
beseft een tussenvorm met nog alle
voorname kenmerken van het hoofse me
nuet als gestileerde flirt en reeds iets van
het temperamentrijke van de wals als
zwierige bevestiging van het recht op uit
vieren van het gevoelsleven. Marivaux
was typisch een schrijver uit een over
gangstijdperk. Vandaar ook dat hij zijn
personages uit voorname kringen presen
teerde volgens de conventies van de popu
laire kermiskomedianten.
ZOALS IN AL ZIJN STUKKEN heeft
Marivaux zich in „Le Jeu de l'Amour et
du Hasard" bezigggehouden met het ont
waken der liefde. Maar in geen enkel ge
val heeft hij dit proces zozeer in actie ge
toond als hier, waarin de gelieven, nog
onbekenden voor elkaar, zich moeten ver
mommen om hun ware emoties te ontdek
ken en te doen blijken. Dat ten slotte de
hartstocht de overwiniug behaalt op alle
hindernissen, die de rede lijkt op te wer
pen, was een reeds als natuurlijk veron
derstelde maar geenszins officieel geac
cepteerde zaak. Nog steeds wordt men
door de geraffineerde eenvoud van de
vlugge dialogen, door de veroverende oor
spronkelijkheid in deze kleine verkleed
partij bekoord, zeker wanneer de spelers
zozeer de kunstgreep van het rubato be
heersen als. dit Franse kwartej:. bestaande
uit Simöne Turck met Louis Granville en
Franqoise Bertin met Philippe Mentha,
waarbij Claude Marcan en Jean Favarel
zich met komische distinctie aansluiten.
Wat mij van deze plezierige opvoering door
bescheiden krachten hoewel: waar el
ders vindt, men zulke soubrettes? vooral
zal bijblijven, is deze muzikale kwaliteit,
de vrije behandeling van het tempo op
plaatsen die veel uitdrukking vragen. Zel
den of nooit hoort men de vrolijkheid zo
zeer allegro gaan, zelden zoveel elegantie
in het pianissimo van de onuitsprekelijke
bekentenis.
MET DEZELFDE FEESTELIJKE char
me werd na de pauze de miniatuurscène
„On ne saurait penser a tout" van Alfred
„Le jeu de l'amour et du hasard" van
Marivaux door het gezelschap le
Grenier de Toulouse. Links Louis
Granville, rechts Simone Turck.
de Musset gespeeld, maar toch zo dat men
geheel werd opgenomen in de sfeer, waarin
het gevoelsleven al dicht aan decadentie
toe kwam. Daarin schuilt de innemende
kracht van deze Franse acteurs en actrices,
die in het geheel niet in grove typeringen
behoeven te vervallen, -naar door register-
keuze en modulaties van toon de tekst zo
weten te plaatsen, dat de figuren er hun
wezenlijke geaardheid door kunnen ont
plooien. Hun levendige plastiek doet de
rest.
Davicl Koning
LONDEN (Reuter) De Russische mi
nister-president, Kroesjtsjev, heeft in een
rede bij de opening van een monsterten
toonstelling te Moskou gezegd dat het hui
dige zeven-jarenplan in vijf of zes jaar zal
worden uitgevoerd. Op de tentoonstelling
wordt getoond wat de Russen in veertig
jaar hebben bereikt en nog denken te be
reiken.
Kroesjtsjev zei dat de produktie in de
eerste vijf maanden van dit jaar in vele
takken van de Russische industrie in ster
ke mate is toegenoemen vergeleken met
die in de overeenkomstige periode yan yo-
rig jaar.
Waakzaamheid tegen forceren zij gebo
den!
Een van nature sympathieke stem had de
mezzo-sopraan, die enigszins nerveus,
maai- merkbaar steunend op scholingsbe
ginselen drie liederen van Schumann ver
tolkte. Een behoorlijke indruk maakte ook
de zanger, die een aria van Lortzing en
„Nina" van Pergolese zong, al bleek hier
bij de wenselijkheid van scherper adem-
controle. De sluimerende mogelijkheden
van de goede altstem van een leerlinge,
die drie liederen van Bach vertolkte, zul
len ongetwijfeld bij verdere stemontwik-
keling tot ontwaken gebracht kunnen wor
den.
Nederlandse tenoren met een Italiaans
timbre zijn zeldzaamheden. Toch trad er
zo'n bevoorrechte zanger op met opera
aria's van Meyerbeer en Ponchielli. Hij
verkreeg daarmede veel bijval. Prettig
was het te luisteren naar de voordracht
van liederen van Haydn, Mozart en Men
delssohn door een jeugdig zangeresje met
een nog prille vocale vorming. Waarlijk
meeslepend was ten slotte de zang van een
bariton, die al zijn natuurlijke bewogen
heid met overtuiging tot uitdrukking wist
te brengen bij het met goede stem vertol
ken van opera-aria's van Gounod en Mas
senet.
Een attentie, die door de betrokkene
zeer op prijs gesteld werd, was de van
dankbaarheid getuigende toespraak door
een van de leerlingen tot de heer Van San
ten gericht. Als jubileumgeschenk bij de
herdenking van zijn vijfentwintigjarige
loopbaan als zangleraar ontving de heer
Van Santen een langspeelplaat.
P. Zwaanswijk
In Schiedam is hedenmorgen de laadmast
van het 5.500 ton metende stoomschip
„Achilles" gebroken en op het langszij de
„Achilles" liggende 163 ton metende kust
vaartuig „Sian" gevallen. De „Sian" werd
zwaar beschadigd en zonk. Enkele per
sonen geraakten te water, maar zij konden
bijtijds op het droge worden gebracht.
De „Achilles" is in febrauari te Bolnes te
water gelaten en werd op de werf „De
Nieuwe Waterweg" aan de Wilhelmina-
haven te Schiedam afgebouwd. Als gevolg
van de ook aan boord van dit schip aan-
gerichteqschade, die echter van slechts ge
ringe omvang is, zal de proeftocht enige
dagen moeten worden uitgesteld. De
„Sian" werd in 1922 gebouwd.
De rechtbank te Amsterdam heeft een
43-jarige arts uit de hoofdstad wegens
mishandeling, meermalen gepleegd, ver
oordeeld tot twee maanden gevangenis
straf met aftrek van twee maanden van
het voorarrest. Na zes maanden voorar
rest .werd de. arts reeds op juni door de
rechtbank in vrijheid gesteld. In de nacht
van 4 op 5 december was de arts ten huize
van een administrateur wegens mishan
deling van zijn 62-jarige gastheer en diens
echtgenote door de politie gearresteerd.
Toen de zaak op 6 mei voor de eerste
keer voor de rechtbank diende eiste de
officier van Justitie wegens zware mis
handeling negen maanden waarvan zes
maanden voorwaardelijk. Nadat de recht
bank op juni nog enkele getuigen had ge
hoord verlaagde de officier zijn eis tot zes
maanden.
(Van onze Haagse redacteur)
Naar wij vernemen verkeert de voor
bereiding van het wetsontwerp tot ophef
fing van de gemeente Haarlemmerliede en
Spaarnwoude en tot toevoeging van Zuid-
Schalkwijk aan Haarlem en het resterende
deel aan Haarlemmermeer, thans in het
laatste stadium. Wanneer de door de be
trokken gemeentebesturen gemaakte be
zwaren geen complicaties veroorzaken is
de indiening van het wetsontwerp by de
Tweede Kamer in de loop van juli te ver
wachten.
De belangrijkste bezwaren betreffen de
wens van de raad van Haarlemmerliede
om in elk geval na de grenswijziging ver
kiezingen te houden hoewel het aantal
kiesgerechtigden in de op te heffen ge
meente nauwelijks van reële invloed op de
samenstelling van de raden van Haarlem
en Haarlemmermeer kan zijn en bovendien
de liquidatie van Haarlemmerliede waar
schijnlijk op het einde van de huidige zit
tingsperiode van de gemeenteraden haar
beslag zal krijgen en het in Haarlem
mermeer geuite verlangen om de oostelijke
oever van de Mooie Nel aan die gemeente
toe te wijzen in plaats van aan Haarlem.
Op een strandje aan de voet van hoge
rotsen aan de Noordzee is gisteren in
Scarborough voor de eerste keer in
de Engelse historie een Nederlandse
ballon opgestegen Ter gelegenheid van
de Nederlandse week had het ge
meentebestuur van deze badplaats een
aantal typische Nederlandse uitingen van
handel, kunst en sport naar Scarborough
uitgenodigd.
Een draaiorgel uit Amsterdam speelde
op de boulevard, bloemenmeisjes uit
Haarlem reikten 20.000 bloemen uit. De
Nederlandse oorlogsbodem „Limburg" lag
voor de kust. Vier Nederlandse matrozen
van de „Limburg" hielpen bij de startma-
noeuvres van de ballon en na drie proef-
opstijgingen startten de ballonvaarders
Nini Boesman, Koen Jansen en een passa-
giere voor de vaart naar onbekende be
stemming. Met een snelheid van 30 km
per uur voer men langs de oostkust tot
bij Huil waar de bemanning een veilige
landing in een korenveld maakte. „Ik wil
van geen schadevergoeding weten", zei de
boer, die heel actief de ballon hielp ber
gen. „Over deze ballonlanding in mijn
korenveld kan ik mijn hele leven nog
vertellen. Dat is mijn beste beloning",
zei hij.